REGLEMENT
IER VOORKOMING EN BLUSSCHING
van
EEN BRANE
in de
STAE AELST
Een Gemeente raed der stad Aelst, provintie Oost-Vlaenderen;
Gezien de art. 75 en 78 der Gemeentewet van den 30 Maert 1836
Gezien het Reglement van 29 december 1823, voorachryvende de maet-
regelen te nemen in geval van brand;
Gezien het Reglement van Politie in dato 30 january 1825;
Overwegende dat het betaemt de schikkingen er van in verband te
stellen met het stelsel der tegenwoordige wetten;
HEEFT BESLOTEN EN BESLUIT
EERSTE AFEEELING.
Voorzorgen tot het in bekwamen staet hebben der middelen
benoodigd ter blussching van den brand.
Artikel 1
De brandspruyten zullen in de stallin
gen van het Stadhuys geplaetst worden;de
sleutels van de zelve zullen berusten
zoo by den Commissaris van Politie, in
de Wacht, als by den kamerbode van het
zelfde Stadhuys.
Art. 2
De sloten van de hokken of plaetsen al-
waer de brandladders, haken, zeylen en
eemers worden bewaerd, zullen met eener-
ley sleutels moeten kunnen worden ge
opend
De sleutels van de zelve zullen moeten
worden bewaerd en overgegeven op gelyke
wyze als die vermeld in het vorige arti
kel.
Art3
De generale Brandmeester is belast om
de Brandspruyten altyd in goeden en
bruykbaren staet te houden en de noodige
herstelli.-gen of vernieuwingen aen de
zelve.te doen bewerkstellingen.
Art4
Het Plaetselyk Bestuer zorgt dat bin
nen de stad in de grachten, havens, ka
nalen en vyvers in den winter behoorlyke
byten aenwezig zyn, en dat die dagelyks,
des noods, twee of driemaal worden open
gehouden, op dat men in geval van brand,
daervan dadelyk zoude konnen gebruyk ma
ken en hierin geen verwyl van toetebren-
gen hulp zoude kunnen ontmoeten.