De Klubsbladen en liet Sermoen van Pater Lacordaire. VLAEMSCHE BELANGEN. PILLEKENS. Een vonnis tegen de verdrukking der vrye liefdadigheyd EN WAT DEED M. TESCH MET DEES TESTAMENT Dat men in 't vrv Belgiën vonnissen moet stryken tegen de verdrukking dei' vryheyd Van 't goed te doen, zie daer «ene schandvlek die men met diep genoeg op de voorhoof den der nieuwe politiekmannen zou konnen branden; maer ongelukkiglvk die schandvlek bezoedelt ook eene bladzydc onzer geschiedenis, en is, ter zelvertyd, gemerkt met den zegel der vervloeking van den armen bngelukkigen welken er, alhoewel schuldeloos, het cenigste slagtoffer van is.... Doch, alles heelt zynen tyd, en is onze geschiedenis met zulke verfoeyelvkheden besmeurt, leggen wy ditslegts ten laste der verderl'elyke francmaconsparty die, uyt haet tegen den katholyken godsdienst en deszelfs bedicnaers, dit ramp spoedig stelsel wettig heeft poogen in te voeren. Dien ongelukkigen aenslag tegen de vrye liefdadigheyd komt eene bloedige gcesseling te ontvangen door het orgaen der agtbare regtbank van Leuven, welke voor eeuwig de zege ning der arme verdient. Zie hier de zaek Er was kwestie van een testament gemaekt door zekeren heer Derare, oudpaslor van S10 Quintinus, te Leuven, en by welk hy eene eeuwigdurende fondatie gestigt had ten voordeele der arme blinde vrouwen die aen den katholyken godsdienst toebehooren. Wylen M. Derare benoemde de eerw. heeren pastors der stad als proviseurs, collateurs en administrateurs zyncr fondatie ten kapitale van 25,0J0 fr. De schikking van dit testament luyd als volgt Ik geve, late en make eene somme van vyf-en-twintig duyzend franks, 0111 te dienen tot het opregten van een eeuwigdurende fondatie voor arme blinde vrouw-per- soonen, regt hebbende tot den onderstand in de stad Loven, uytoeffenendede Boomsche Catholieke en Aposto- lieke religie en hebbende de hoedanigheden die zullen vastgesteld worden door de statueten Ik wille en begeere dat deze fondatie gansch ingerigt, bewerkt en onderhouden worde in den Geest der Religie, in de liefde tot God en tot het welzyn van de blinde persoenen die zullen aengenoinen worden ik wil en be- geere dat de heefen Pastors der Roomsche Gatholieke en Apostolieke Religie der stad Leuven ten eeuwigen dage x zullen zyn de proviseurs, collateurs en administrateurs van de fondatieIk noem en instituer voor mynen eenigen en universelen erfgenaem den heer Franciscus- Josephus Gilsoul, particulieren te Leuven woonendc op liet Groot-Beggynhof, op laste van te doen doen de boven- gemelde pieuse werken, de aflevering der legaten en de inrigting van de bovengemelde fondatie nogtans zal ten profyte van mynen genoemden erfgenaem d'heer Gilsoul aengroeyën alles wat ingevolge van mvnen uyttersten wille iiiet zonde konnen, door het een of hét ander ander geval, in liet geheel of voor gedeelte, ten uytvoer gebragt worden, a Zie hier hoe willekeurig dien minister van droevige francmaeonsgedagtenis met de uytdrukkelyke bepalingen van den testateur handelde Een besluyt dat dezen minister, door den koning, den 23 October 1851, deed teekenen, vervat het volgende De administrative commissie der hospicen van Leuven is gemagtigd de bovengemelde gifte van wylen M. den kanonik Derare, onder de volgende voorwaerden, te aenveerden Dat de gegevene sohi zal gestort worden in de kas van den ontvanger der hospicen en ter beschikking ge- steld van de administratie der hospicen, 0111 door haer te worden gebruykt tot het aenkoopen van vaste goedc- ren, renten of obligation op de wyze door den testateur bevolen. B. Dat de goederen van deze fondatie zullen bestuerd worden door de. administratie der hospicen, en dat de revenues door gezegden ontvanger zullen ingezameld worden. C. Dat gezegde revenues byzoiiderlvk zullen besteed worden aen den dienst der fondatie volgens het inzigt van den testateur. x WAT GEVOLG HAD DIE VERBREKING Zoohaest dees besluyt verschenen was, maende de admi nistratie der hospicen den universelen erfgenaemM. Gilsoul, aen seffens de gifte van 25,000 franks af te tellen; maer den geheyligden wil van den overledenen niet geëer biedigd zynde, weygerde M. Gilsoul aen de vraeg der hospicieheeren te volkomen en deze daegden M. Gilsoul voor 't geregt. Het is goed hier de advokaten der beyde partyën te doen kennen. M. G. De Bruyne pleytte voor de hospicen en MM. Smolders, Landeloos en Antoon De Bruyne verdedigden den erfgenaem. De regters in deze merkweerdige zaek waren MM. Dauw, presidentDezangré en Leleux regtersen M. Poulet koninglyken procureur, vervulde het ambt van openbaer ministerie. Den heeiA procureur Poullet zyne conclusiën hebbende doen kennen waerby het hatelyk stelsel van minister T'esch verstoeten wierd, en bewerende dat dm inhoud van een testament nautckeuriglyk in al de punten door den laelsten wil des testateurs uytgedrukt, moest uytgevoerd icorden, velde de regtbank van Leuven op 16 ïiiaert lest het volgende vonnis 'tgeen door verscheydene beweegreden gestaefd wierd en waerin wy onder andere de volgende aentreffen Aengezien het aen eenieder vrvstact 11a gelangen over zyne goederen te beschikken, dat zynen wil geheyligd is, dat hy nauwkeuriglyk moet uytgevoerd worden door dezen welken er mede belast is, en dat het de pligt is van dezen die geroepen is om dien wil te doen eerbiedi- gen van er de hand toe te lecnenten zv nogtans dat den wensch van den testateur tegenstrydig zv aen de wet, aen het openbare orde of goede zeden Aengezien de kwestie der verdienste of der geldigheyd s> der schikkingen van uytersten wil onbetwistelyk in het ii domeyn der regtbanken valt Aengezien het dan ook aen de regtbanken is te be- i> slissen of de schikking, gelyk ze M. Derare gemaekt heeft belrekkelyk de fondatie die hy verstaet te doen inrigteu, met de bestaende wetten strvd of niet; dut de kwestie is te weten of het toegelaten is, volgens de x tegenwoordige wetten, een deel van zyn erfgoed te be- j> steden aen de stigting eener fondatie van weidadigheyd, x met aenwvzing van byzondere bestuerders genomen buy- x ten de commissie der hospicen of bureelen van wel- x dadigheyd Aengezien, na de wyze te hebben aengeduyd op welke x de benoeming der leden van hospicen of bureelen van weidadigheyd moet geschieden, den art. 81 der gemeente- wet er byvoegldal er, door deze schikkingen niets ver- underd word aen de akten van fondatie die byzondere bestuerders vaststellen; en dat dien ten gevolge dezen art. x 84 der gemeentewet aen byzondere het regt toekent het x besluer hunner giften toe te betrouwen aen particuliere x bestuerders en dit buyten de commission der hospicen x dat dan de schikking van het testament Derare niets x tegenstrydig aen dfe wet, aen de openbare orde of aen de x zeden vervat Aengezien, ten anderen, het de inzigten van den tes- x tateur miskennen en ontaerden is van de gift van 25,000 x franks als principale schikking voor te dragen en van x slegts als accessoir besprek te acnzien de voorwaerden x der instelling en de opvorming der fondatie, gelyk hy ze x had doen inrigten; dat inderdaed, zyn doel, van hem, x yyerigen kalholyken priester, 7.00 zeer niet is van op x eene welkdanige manier, eenige blinde vrouwen, by x middel der 25,000 franks, waerover hy beschikt, te be- x voordeeligen, dan van een godvrugtig gestigt interigten, X 't geen zal moeten opgevormd, bestuerd en nagezien worden x door kutholyke priesters, in den geest van godsdienst en de x liefde lot God, voor vrouwen die den katholyken godsdienst x belyden Dat daeruyt volgt dat de benoeming der pastors van x Leuven als administrateurs en proviseurs der fondatie x zoo wel als principale schikking in de intentie des testa- x teurs, dan de gifte van zvn geld, is geweest etc Dat cyndelyk den wil van den testateur niet kan in x twyffel getrokken worden omdat hy zorg gehad heeft x van te verklaren dat, indien zynen laetslen wil om x welkdanige reden het zyn moge," niet kan uytgevoerd x worden, 't zy geheel 'tzy gedeellelyk, zynen algemeenen x erfgenaem er alleen moet van profiteren Om die redens den tribunael verwerpt de conclusiën x der hospicen-commissie en veroordeelt haer in al de x kosten.x Eere, en drymael eere zy aen die voortreffelyke regters die hun geweten niet verkragteu. en die zicil boven de sehandige eysschen eener verderfelyke en priestershatende party weten te stellen, met voor geheel 't land de vryheyd onzer grondwet kloekmoedig en zonder opzigl te eerbiedi gen en door andere te doen eerbiedigen.... Eer en drymael eer aen den deftigen procureur des konings, M. Poullet, welken, ofschoon afstelbaren ambtenaer, zyn geweten en zyne overtuyging niet wilt ten olfer brengen aen het franc- maconsch despolisnius van Fiére, Rogier, Teseh, De Haussy, die zyn geheyligd karakter met de witte roos van regtveërdigheyd heeft weten te bekrooen, met aen de dwin- gelandy te wederstaen die niet zogt dan slaven om gods dienst en priesters, als eerloozen te verpletteren Gelyk wy in ons voorgaende Nr zegden, is het moeye- lyker aen valschaerds en gepatendeerde logenaers eenen region kant te vinden, dan de zon niet de tanden te pakken. De daedzaken konnen al wederom dit gezegde staven, ten opzigte van hot sermoen van Pater Lacordaire, 't geen de klubsbladen zoo ellendig verminkt, vervalscht en ver- draeyd hadden, dat de aenhoorders van den predikaat het niet meer erkenden en dat Pater Lacordaire zelf, beschaemd over de tael die men hem toeschreef, niet geaerzeld-heeft de zelve openbaerlyk in de gazetten te leugenstraffen. Maer wat doen onze liberale kliekbladen, zy die nu op heeter dned van vervalsehing, verminking en verdraeying betrapt zyn Denkt gy lieven lezer, dat zy tot eene herroeping bekwaem zynDenkt gy dat zy voor de belydenis eener leugen zouden vatbaer zyn? Ahneen, dit schandig francmaponsgebroed is en blyft hardnekkig zoo lang vrouw Justitia hare roede niet opheft, zoo lang het weet dat het straffeloos bedriegers- en verleyders- akten kan daerstellen'. Doch nauwelyks is er kwestie van die gasten door het geregt op de duymen te kloppen, of ziet eene lafhertige bangheyd grypt iiun vast, en zy zyn aen 't biechten dat het waerlyk eene benedictie is om lezen. Wy hebben hier in onze stad ook een 7.00 verfoeyelyk scliandblad, liet Verbond van Aelst, liet geen wekelyks al de modderbladen van liet eerloos franemaeonnismus doorvroet en er getrouwelyk al de tastelykste lasteringen en walgelykheden tegen de priesters uyt opschept. I)it blad bad ook het vervalscht sermoen afgekondigd en liet zelve door eene gelicele reeks sehandige leugens doen voorgaen. E11 wat doet het Verbond, nu dat het zyn masker afgetrokken en zyne bedriegery ontdekt ziet? Het doet gelyk den Observateur van Verhaeghen,.waeruyt het meest al zyne artikels kopieert, (want artikels van eygene vinding opstellen, kan liet niet, de belhamels tegenwoordig op de klavers loopende,) het kronkelt zich gelyk nen paling, het zegt dat Pater Lacordaire wel verklaert dat alles onnauw keurig en overdreven is, maer dat hy toch den grond van het sermoen niet ontkentdat het de schuld is van de snelschryvery waerin eenige onnauwkeurigheden ouver- mydelyk zyn dat het slegts eenige overdryvingen zyn die 't onderwerp uytmaken van den redetwist en meer andere lafhertige uytvlugtselsMaer welke zyn de onnauwkeurigheden Welke zyn de overdryvingen Juyst deze waerin de eerlooze bedriegery en volksverleydin"- bestaen juyst deze die door den francmagonshaspet weten en willens zyn aeneengeknoeyd met inzigt van geheel de geestelykc orde, door het orgaen van eenen beroemden en voorlreffeiyken predikant te schandvlekken. Omdat de francmafons weten dal zy, als gevleeschde duyvels van verleyding en valschheyd gekend zynde, t volk door hun zelve niet meer konnen bedriegen en tegeff de priesters opmaken, zoeken zy andere middels; zy nemen de leerreden van eenen heyligen zendeling dié zy vervalschen en verdraeyën, gelyk de ketters altyd gedaen hebben met de II. Schriftuer, misleydende en verdervende aldus geheele landstreken en volkeren. Maer kom hier, hedriegelyk Verbond, gy verwerpt de regtzmnige leugenstrafiing van Pater Lacordaire gy zegt ook dat hy dacrtoe is gedwongen geweestwat bewys hebt gy hier van? Geen ander dan uwe lrouwelooz« valschheyd om aen uw verminkt sermoen eenige waer- schynlykheyd by te zetten, hebt gy uyt den joodschen Observateur van Verhaeghen eenen dwazen brief moeten kopieren en aen Pater Lacordaire toeeygenen, brief die noyt door den Üominikaen is geschreven en door hem als een gefabriekeerd, valschen uytzinnigstuk openbaerlyk is geloochend en geschandvlekt. Als uwe party, die het sermoen van PLacordaire exploiteert, eerloos en onbe- schaemd genoeg geweest is om eenen brief te verzinnen en den zeiven aen den franschen predikant toe te eygenen, dan zal die party slegt en boosaerdig genoeg zyn om dezens echt en waer sermoen zoodanig te vervalschen, dat het in plaets van aen zuyvere zedeleer eerder aen een samenraepsel van teugellooze wulpschheyd zou gelyken. E11 dan, 0111 nog klaerder de verfoeyelyke leugens van 't Verbond en andere bladen van zelfden deessem te doen uytschynen, hoeft men slegts de twee datums der brieven van Pater Lacordaire te raedplegen. Zoo haest de twee stukken uyt den Observateur hem waren toegekomen, heeft hy seffens aen den eerw. pater Matthys, onder- datum van 15, en aen den Spectateur de Dijon onder dien van 16 maert, geschreven, om den dwazen en ongerymden brief, dien men hem valschelyk toeevgende, te ontkennen en te verstooten, en, ter zeiver tyd, om te verklaren dat de uyttreksels die de belgische klubspers van zyn sermoen had gegeven, onnauwkeurig, vervalscht en overdreven warenDoch al die bewyzen zullen vrugteloos zyn in broeynesten van ondeugd en verderving kan de waerheyd niet toegelaten worden, de hatelyke lasterzucht word er gevoed en gevet voor zooveel zy inaer tegen godsdienst en priesters gepointeerd staet. Eene zaek maekt de klu- bisten razende te weten die onverdraeglyke klerikale dagbladpers die alles openbaert, uytpluyseht en de uytwerksels der lastering komt vernietigen. Wy zullen hierop terug komen. Wy hebben eenen vlugtigen blik geworpen op een onlangs van de pers gekomen werkje, getiteld. De impor tance de la langue flamande au point de vue national, littéraire, religieux et moral, waerin den schryver de oudheyd, den rykdom en de nationaliteyt der vlaemsche tael ten klaersten bewyst. Vooral heeft den schryver zich toege legd om de hooge pligt te doen uytschynendat het gouvernement heeft van de vlaemsche tael niet alleen te behouden, maer ze zelfs ten sterksten aen te moedigen. Dit bewyst het redekundig werkje ten eersten in 'tbelan» van 't volk, en ten tweeden in 't belang van 't gouver nement zelf, opdat de vlaemsche natie, d'ie hare tael als eenen duerbaren schat bemint, zich aen 't bestuer zou verkleven en er zich mede vereenzelvigendit is 't geen men van een volk noyt zal verkrygen indien men poogt zyne tael door eene vremde te verdringen. Den oorspron- kelyken landaerd eens volks willen verbasteren, is eene grief die een volk noch vergeet noch vergeeftnu, de verdrukking zyner tael word aenzien ais den eersten middel om dit pligtig inzigt te bereyken, en 't is omdat dit werkje de oogen des gouvernements ten dien opzigte kan openen, dat wy het als hoogst belangryk en nuttig niet alleen aen 't volk maer vooral aen 't gouvernement, ter lezing, aenbevelen. Mogten wy eenen wensch uyten, het zou dezen zyn van dergelyke werkjes die zoo wel beredeneerd aeneen- gesteken zyn, gelykelyk in 't vlaemsch te zien versehynen. Zy zouden het dobbel nut opleveren van voor de twee volksklassen vatbaer te zyn. (Zie de annoncen.) De Indépendance van Rogier zeeverde over eenige dagen dat de moeyelykheden die in Turkyën bestaen wel oorzaek 7.011 koenen worden dat Belgiën onder het gebied van Vrunkryk zou vallen Het Rogiersblad voegde er hy dat M. De Brouckere uyt dien hoofde in alle haest naer Laeken by den koning was geloopen, en dat er nadien eenen ministersraed plaets bad die vyf uren geduerd heeft. Geheel Brussel heeft met dien armen zeever gelagelien. Maer wy vragen of die nieuwstyding eene foppery was of wel had zy een ander doel Wy denken dat Rogier hier al wederom zynen steert ia geslagen had, en niets vuriger zou wenschen dan eene moeyeiykheyd, want de pretentie van dien vremdeling gaet 7.00 verre, dat by peyst den indispensabelen man te zyn, moest er zich eene krisis in Belgiën opdoen.... Maer dat hy zich getrooste, de Belgen zouden nog liever hunne schoenen met wissen knoopen dan zulken kerel nog in 't ministerie te zien, zy hebben er tot walgens toe genoeg-van....

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1853 | | pagina 2