ZONDAG 5 FEBRUARY 1854.
ACHTSTEN JAERGANG. N' 587.
AELST, den 4 February 1854.
JAM VAM DAMME.
Mam' weSsonbvei'p op tic licfdatliglieyd.
Mnci' zie kier wat anders
VAN DENDERMONDE NAER AELST.
En wat antwoord Jan Van Damme
op deze redens
YZEREN WEG. STATIE AELST.
VERTREKUREN VAN DEN I FEBRUARY 1834.
1» Tm 7 urun 45 minuien des morgens naer Dendcrmoncle, Gend. Bnifjge,
Oostende, Kortryk, Mouscron, Doornvk, Kyssel, Calais.
2° Tm 9 ur>'v 10 min's morg. naer Dendermonde, Mechelen, Brussel. A n( wor
pen,- Leuven, Thienen, Landen, Sl-Truyën, Hasselt, l.uyk, Veniors, Aken, Keulen.
3» Ten 3 uren namiddag naer Dendei monde, Mechelen, Brussel, Antwerpen,
Leuven, Thienen, Landen, St-Truvën, Hasselt, l.uyk, Vervier, Ocnd, Bruj'ge, Oostende.
4° Ten 5 uren 20 minuien namiddagnaer Denderniond»', tiend, Brugge
Oostende, Kortryk, Mouscron, Doornyk, Ryssel, Calais.
5° 1en 8 uren 15 minuien des nrnnds, naer Üendermonde, Mechelen, Brussel,
Antwerpen, Leuven, Thienen, l.uyk, Yerviers, Aken, Keulen en Grnd.
«tiUIQUP, SCUM
'•i° Ten 7 ur. 00 tn. 's morgens.2° Ten 8 uren 30 minuten 's morgens. —3° Ten 12
uren 10 minuten 's middags. 4° Ten 4 uren 00 minuten namiddag. 5" Ten 6
uren 15 minuten 'savonds.
Zullen te Gvsegem stillestaen de volgende konvoyen vertrekkende van
A FAST, ten 7 uren 45 minuten 's morgens, ten 3 uren en ten 5 uren 20 minu
ten namiddag.
Van DENDÈRM0NDE ten 8 uren 30 minuten 's morgens, ten 4 uren 00 minuten
namiddag en ten 0 uren 15 minuten des avonds.
Voor alle rigtingen moet men te Dendermonde van konvov veranderen.
Dit blad verschynt <lt*s Zaterdags in den namiddag onder de dngteekening
-van den daerop volgenden Zondag.—Den prysder inschryving, by trimester,
4s bepaeld op 1 fr. 50 c., dien der mnoncen op 20cenliincn den drukregel.
DEN DENDERBODE
A bas les masques
Maskers af
(Frère-OrbanVolk ska nier.)
Men zou zeggen dal M. Frère den naem van zynen vader will
verloochenen, dal by zynen oorsprong wilt verduyken, dal hy
niet meer wilt dat men hem voortaen nog noeinc Frère-Orban
macr wel Van Danimc-Orban. Noglans dit klinkt zoo wel niet,
'lis zoo gemakkelyk niet om uylspreken. Men zou zeggen dalai
die schermers legen den godsdienst, tegen de priesters, legen de
kloosters, legen de liefdadïgheyd ele. bevreesd zyn zich te luoneu
of te laten kennen. Men heeft gezien in T ergste der l'ransche
gotldeloosheyd, in 1791, dat al de schryvers gelyk .Maral en cou-
soorten zich in spelonken verdoken waer men ze niet kon vintien
en van waer zy al hunne goddelooze en lasterende schriften in de
straten wierpen. Men heeft ook gezien dat, als den francnia^on
Verhaeghen zyne brieven legen de Tienden uytzo ;d om de gees-
lelykheyd aen te randen, hv wel aenrueddc van er aen Mr pastoor
niet van te sprekenNu komt M. Frère het zelve ie. doen, hy
durft zich niet laten kennen in een schimpschrift T geen hy legen
tie gecstelykheyd, tegen de kloosters, legen de liel'dadigheytf, te
Brussel, onder li lel van De doode hand en de liefdadigheid, door
JAN1 VAN DAM.ME, heeft uytgegeven....,
Wy hebben dit schimpschrift doorloopen; op elke biadzyde
onlwaert men de galachtige pen van M. Frère; altyd aenrandingen
tegen de kloosters die geslicht zyn; aenrandingen en vervvylingen
tegen de gouvernementen die hel slichten dezer kloosters toege
laten hebben; niet een gouvernement word gespaerd zelfs dit
niet van den koppigen Willem byzonderlyk omdat hel aen een
Trappistenklooster de eygenschap van ciuilcn persoon verleend
heeftHet ware verloren gezocht indien men in hel schimp
schrift van Jan Van Damme-Orban bondige redens of argumenten
wilde vinden om de akten dezer gouvernementen te wederleggen.
In plaets van redens, vind men er lompe woorden in die aen
beledigingen gelyken.
Volgens tien gemaskerd en Jan Van Damme, beeft niet een gou
vernement de wetten verslaen, zelfs niet bel keyzerryk 'l geen
ook den groven misslag begaen beeft van kloosters te laten
stichten. Meester Van Damme zou geern tol Napoleon toe aange
rand hebben voor de begiftiging die hy aen de kloosterlingen van
den St. Bernardsberg heeft verleend en die door de liefdadige
Zwitsers gelyk Jan Van Damme en consoorten gesupprimeerd zyn.
Maer daeraen heeft Jan Van Damme niet durven roeren. Volgens
dien ellendigen Masker is er macr een gouvernement, dit van
Bogier-Fière 't welk de wellen begrepen en zorgvuldiglyk heeft
welen uyl te voeren, a Van loen af, zegt Jan Van Damme, geene'
besluylen meer wacrdoor de bisschoppen of de seminarian
geinagligd zyn goederen le ontvangen om kloosters te stichten;
gecue hulpsommcn meer voor onderwyzende genootschappen;
geene kerkfabrieken meer die testamenten mogen omvangen
om scholen te openen; geene hospiciecommissiëu meer die
giften mogen omvangen om goddelyke diensten le doen cele-
breien, etc. etc. Dil is bet etmig stelsel vvatrvan een gouver-
nemenl zich mag bedienen
Meester Van Damme schildert juyst af 't geen MM. De Ilaussy,
Tesch, Frère en Begier gedaen hebben lei wyl zy aen 't gouver
nement warenGelyk men kan denken, word er byzonderlyk
geklopt op MM. Malou, Detheux, D'Anethan, Dutnorlier en op al
deze welke de vryheyd in alles en voor alle gevraegd hebben....
Doch die cr T meest van krygt, is M. Ch. De Brouckere. Zie hier
hoe Jan Van Damme zich uyllacl
Zie hier hoe zy eenen onverwachltcn onderstand bekomen in
M. Ch. De Brouckere, welken in conferenliëu gepredikt eerst in
detr Ccrcle Arlistique en vervolgens uytgegeven, op de liefdadig-
lioyd en openbaren onderstand, heeft uylgei Q ;pen dal, ais men
de vryheyd wiltmen ze geheel moet willen en ze in alles vn de-
digen. Eenen myner aen hoorders, zegde M. De Brouckere,
heeft my gevraegd of hel ten minsten niet noodig was dat alle
inriglingen die men zou stichten, door liet gouvernement z.ou-
den erkend worden als noodig en van openbare nullighe\d.
lk aerzel niet le antwoorden dal Neen.
Wcllioe ik zou aen T gouvernement de'magt laten te ver-
verklaren dat myn werk nuttig of noodzakelyk is of niet Maer
in welk gouvernement zot: ik mogen trouw hebben
Zal hel in 'l republikaensch gouvernement van 1795 zyn,
't welk door eenc wel van 28 Junv, als eene openbare nood-
zakelykheyd voorschreef dat allen familievader die dry kindcis
had een pensioen voor 't laelste zou ontvangen
Zal het in T gouvernement zyn T geen de zedeloosheyd aen-
moedigde met te dekreleren dal de dochters die moeders, waren
regl hadden door de gemeente ondersteund te worden
Wel neen MM. er is iemand die meer verstand en gezond
oordeel heeft dan de gouvernementen, dien iemand is 't publiek
geheel de wereld
Welnu, komt cr van lyd tot lyd eene fondalie die kan gemist
worden, liet kwacd zal niet groot zyn en in 't algemeen zullen
de fundatiën beantwoorden aen de wezenlijke noodzakelykhcden
j) des lydslips. Ik maek echter eene voorbehouding die door het
belang der samenleving vereyscht word. Ik wil dal het gouver-
nemenl allyil*de magt behoude van T onderzoeken of de fon- i
datié'n niet voor doel hebben van tegenstrydig te zyn aen de
openbare orde of aen de zeden. Dil is de rol van Y gouverne- i
ment, ik ken hem geene andere toe
Men zou groolelyks bedrogen zyn indien mbn eenige weder
legging van deze woorden in Jan Van Damme wilde vinden; eenen I
hoop onbeleefdheden, beledigingen en personnalileylen, zie daer
wal meester Van Damme daarop antwoord.... Wy zullen nog eene
aenhaling van Jan Van Damme afgeven die onze lezers zeer
aerdig zullen vinden
Men roept de vryheyd in De vryheyd is hel regl voor den
mensch van, zonder verhindering, zyne ligchamelyke, zedelyke
en verslandelyke vermogens le ontwikkelen. Maer de vryheyd
is hüoidzakelyk persoonlyk, zy leeft en sterft met den mensch.
Men kan dus voor eenen dooden de vryheyd van liefdadïgheyd
u niet vragen hv kan'dus van nu af of in zyn laelste oogenblik
i niet beslissen dal de goederen die by bezit en achterhiel in
'l vervolg tol een aangewezen gebruvk zullen besleed worden».
Wat beleekenl dit? Niets anders Jan dat men by testament
over zyne goederen niet meer beschikken kan, dal men niet meer
meester is dees of geen testament voor dezen of genen bloedver
want le maken met een woord, dat men de wel die loelael met
de goederen die men bezit te doen wal men wilt, letlerlyk moet
afschaffenNu verwonderen ons nimmer de woorden die Jan
Van Damme minister zynde, in de kamer uytsprak namelyk
dat de vryheden door de grondwet gewaarborgd zouden ingekort
worden 't zy welliglyk, 'l zy revolulionnairigk...
En zulk een schimpschrift word opgehemeld, opgeiuysterd,
loegejuycht en aangemoedigd door de 1 ndcpendanceals zvude een
meesterstuk, oenen Phomixakl, een weergaloos lacinin van
schranderheyd, versland, scherpzinnigheyd en hooge verdienste
Onnoozele Indcpendancc, weel gy niet dat maskers bedrog zyn, dal
bedrog hatelyk en schandvlekkend is Ah neen dil weel gv niet
omdat gy gelyk uwen gepalronneeiden Jan Van Damme, de
schacmle verloren hebt. Y\y zullen hierop lerugkeeren.
liet nieuw ontwerp van den justicie-minislcr, AI. Faider,
is een curieus stuk het is zelfs een nierkweerdig stuk voor
den oogenblik, op welken men eenen algeuieenen en hard-
nekk:gen liberalen kruystogt vermoed tegen alles wat den
godsdienst aengaet, tegen alles wat eenen godsdiensligen
scliyn heeft, tegen alles wat liefdadighevd, of onderwys
betreft waei in priesters of religieusen eenig bestuer zouden
hebben, liet schynt dat 51. Faider zieli by de moortelbroers
Slas, Verhaeghen, Altmeycr en zelfs by Jan Van Damme
wilt vervoegen om dien kruystogt in te riglen
At y moeten bet bekennen, zulks verwondert ons van
51 Faider, byzonderlyk omdat men, by deszelfs aenk-orost
aen bet ministerie, gezegd had dat hy een gematigd en
verdraegzaem man was. AVy hadden niet gepevsd dat hy
zoo leeg zou gedaeld zyn, dat hy aldus zyne eygeue faem
zou hebben vernietigd en dil door het eerste ontwerp dat
hy aen do wetgeving voordraegl Alen moet er nog meer
over verwonderd zyn, omdat dit -wetsontwerp niet alb en
den stempel draegl der grootste onverdi aegzaeinheyd en
van onverzoenlyken godsdiensthaet, maer levens omdat
51. I'aider zyne wet staeft op de armzaligste fcyten en reden
die men kan uytdenken.
Den minister heeft ongelyk gehad zyn werk niet wat
eerder te hebben in 't licht gegeven, want 1111 zal men
zeggen gelyk het re-'ds gezegd word. dat hy slechts eenen
slavelykon kopist is van Jan Van Damme en van andere die
hunne liberale gal tegen de oude universiteyt van Leuven
uytgebraekt hebben. Doch om redens te vinden om
zyn ontwerp van secularisatie der lieldadigbeyd op te
steunen, het sehynt ons dat 51. Faider min geweldig in zyne
verwylingen zon hebben konncn geweest zyn, want geweld
bewyst niet ten zy gewoonelyk het tegenstrvdige van 't geen
men beweei t. 'T is aldus dat hy aenrand of om beter te zeg
gen lastert die oude universiteyt van Leuven welke gedurende
verscheyde eeuwen den luyster van Relgiën en de verwon
dering van geheel Europa is geweest. Zie hier hoe 51. den
minister zich nyldrukl
De ontvremding of achterhouding, de valsche toepas-
singen, de dobbele gebruyken, zie daer wat er op alle
tyden is bcstadigd geweest in liet bestuer der liefda-
digheyd. Het lot der studieborz.en van de universiteyt
van Leuven is het zelve geweesthet meeslendeel dezer
borzen was verdwenen tussclien pligtige handen
Die laetste woorden zyn zoo hard en beledigend, dat men
zou mogen onderstellen dat ze van eenen scholier komen....
Doch vooraleer 51. Faider de oude eoUateurs en met hun
de prociseurs van ieder kollegie van Leuven als dieven doe
doorgaen, zouden er moeten konnen fcyten bygebragt
w orden, of de woorden van den minister mogen gehouden
worden ais een voorbeeld van ligtzinnigheyd en onbeschoft-
heyd5Ien verwyt, men beledigt, maer er word niets
bewezen51en zou des noods wel aen 51. Faider
konnen doen zien dat de misbruyken en de onregtveer-
digheden byzonderlyk begonsl zyn, in de vergeving der
studieborz.en die nog van de oude fondatiën overblyven,
sedert dat het burgerlijk bestuer zich dit regt aengematigd
heeften er alleen over beschikt. Wy zouden hier wel seffens
eens een voorbeeld aenhalen.
Er is eene familie die nog eenige gewiglige studieborzen
bezit waervoor er eenen gerant noodig is naer luyd der
fundatie van dit oud kollegie, moet het eenen priester zyn,
den naesten bloedverwant van den fondateur, welken deze
plaets moet bekleeden. Wel nu, het bestuer heeft eenen
persoon benoemd die vremd is aen de familie en dit tegen
den dank der familie en niellogenstaende er eenen bloed
verwant bestaet die priester isDeze familie moet deze
onregtveerdigheyd verdragen, zien dat hare goederen be-
stuerd worden door eenen vremdelingi'eh dat de revenuen
door dien vremdeling gebrnykl en nytgedeeld worden
Boven 't geen wy hier hebben aengehaeld, bevat liet
ontwerp van 51. Faider nog andere l'raeye dingen. Ont de
uyldeeling der aelmoessen door liefdadige zielen aen de
armen gedaen, legen alle geestelyke tusschenkomst te
vrywaren, roept 51. Faider bet gezag der kerkvaders in,
liy neemt zynen toevlucht lot de geiuygenis van den II.
Basilius den Grooten, en hierin is 51. Faider wederom den
schriftroover van Jan Van Damme, met dees verschil dat
dezen zich beroepen beeft op de 1111. Hieroninius en
Athanasins. In eenen brief aengehaeld door Chastel, zegt
51. Faider, raedde den H. Basilius aen de weldaden te.
centraliseren, en den tl. Kerkvader zegde ln plaets van
er zelfs de opbrengsten van te verdeelen, moet ineu v.k
bestellen dén den bestuerder der armgoederene
Wy weten niet oi 51. Faider het leven en de werken van
den II. Basilius wel gelezen heeft, maer wy denken niet dat
dezen Kerkvader, die leefde onder de gouvernementen van
Julianus den apostaet en Valencius, die het. jok droegen der
Arianen en onverdrnegzame kerkvervolgende liberators
waren, trouw genoeg had in de beambten dezer gouverne
menten om ze te verkiezen tot het uytdeeleu der aelmoessen
waarmede hy zelf en andere de armen hadden begiftigd.
y vinden integendeel in het leven van dezen Ti. Vader dat
hy, tyilens eenen grooten hongersnood, bewvzen gaf van
eene onuytpntielyke liefdadighoyd en aen de armen eene
verzekerde hulp wist te verschaffen in de aelmoessen der
ryken. Hy wasehte hun de voelen, diende hun aen tafel en
deelde hun met ei/gene handen ailes wat zij voor hun ander'
houd noodig hadden.
Het is gekend dat er niet eenen bisschop oyt de liefde tol
den armen zoo verre dreef. Niet le vreden hun door zyn
zeiven overvloedige aelmoessen te geven, hy stichte boven
dien te Ctrsarea een ny.gestrekt liospitael 't geen door den
11. Gregorins Nazianzenns eene nieuwe stad genoemd wierd
die, ter cere van den stichter Baziliade genoemd was en
nog lang na de nood van den li. Basilius vermaerd is
geweest. Sprekende van dit hospitaal, zegt den II. Gregorins
het volgende
'let mag gerekend worden onder de wonderheden dor
wereld, zoo groot is het getal der armen die er ontvangen
worden, zoo wondei lyk zyn de orde en de zorg waerniede
men er in de versehiliigo noodwendigheden der onge
il hikkigen voorziet.
Baziliade was veel begiftigd en 't waren religieusen die
liet bedienden. Men ziet nergens dat den 11. Basilius toe
vlucht genomen heeft tot de wereldlyke magt om de
toelating te bekomen van zyn geslicht aenkoopen te laten
doenHet woord dvude hand was loen onbekend en er
was volle vryheyd van testamenten te makën ten voordeele
der armen; men vind ook nergens dat Julianus den apostaat