ZONDAG 9 AUGUSTY 4857. ELFDEN JAERGANG. N' 574- Vertrekuren uyt de Statie Aelst NAER: Vertrekuren uyt verschillige Statiën. AELST, den 8 Augusty 1857. Gezondheydsdronk van M. Ch. De Brouckere. Wal zou het zyn en wat is 't nu Het gouvernementeel Belgiën. gezag in PAST OP. f Oenderm. 5-35 9-25 12-10 3-15 6-50 8-50 Lokeren *5-35 12-10 3-15 6-50 0-00. Brussel 6-50 9-25 11-40 3-00 6-40 8-15. Uècb. Uru9. Antw. 5-35 9-25 11-40 3-15 6-50 ■ieuvThien Luyk5-35 6-50 9-25 11-10 3-15 6-40 ferv LandStTruvën,5-35 6-50 9-25 11-40 3-15 Gend, Brugge, Ostende 8-20 12-10 0-00 3-15 6-501* klas langs Dendermonde. Korlryk, Mouscroen, Ryssel (langs Lede) 8-20 12-10 2-55 3-15 - 6-50. Doornvk, Bussel (langs Ath 6-502-30—0-00 Nin. Geerardsb. Ath., 6-509-252-306-40. ^erv LandStTruven,ö-aa b-.W y-zo n-^i a-io s inn. uecrurusu.n»., - «w Gend 8-20—12-10—2-55—3-15—6-50—8 50 Bergen, Quievrain 6-50—9-25—2-30 6-40 Te 1BDB steen ol de kotrvoys. Te idegem «taen dere vertrekkende van Ath 6-50 10-» 5>20 en deie vertrekkende van Aelst 6-50 —9-25 6-50. fteen te gysbcem stil al de konvoys uytgenomen deien vertrekkende van Aelst 0-00 des morgens en 8-50 's avonds en van Denderraonde ten 0-00 's morgens en 9-30 's avonds. gtaen te Santbergen de vertrekken uyt Ath 6-50 9-25 's morg. 2-30 en 6-40 des avonds. Van Denderleeuw 7-001s morg. 2-40 en 6-50 des avonds. CWQDE SUM. VAN LOKEREN NAER Dendermonde, Aelst 7-30 9-20 3-00 5-459-00. Ninove, Geerardsbergen, Ath 7-30 9-200-005-45. VAN ATH NAER Geeraerdsbergeo, Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokeren 0-00 10-»5-20. Geeraerdshergen, Ninove Aelst, Dendermonde, 6-5010-»5-207-15. Brussel (langs Denderleeuw) 6-50 10-» 5-20 7-15. Gend, Brugge, Ostende 6-50(langs Lede.) 10-» 5-20 7-15. VAN GEND NAER Audenaerde, 9-30 2-20 7-50. kaer Aelst, 5-15 8-45 11-» 2-15 6-00 7-30. VAN BRUSSEL NAER Aelst, Gend 7-30- 11-20—2-00 6-00—8-00. Ninove, Geeraerdsb, Ath (langs Denderleeuw) 6-15 9-15 2-00 6-00. VAN DBNDERMONDB NAER Brussel (langsAelst) 7-55— 2-10—6-15 (1. Mech.)5-558-559-503-35;-20. Aelst, 6 -30,7-55 -11-45 - 2 10 6-15 9-25. DEN DENDERBODE Mén weet (lat M. Ch. De Brouckere, burgemeester van Brussel, een middagmael den koning aengeboden heeft, maer men weet niet hoe den vorst onthaeld is geweest. Al wat men weet, is dat er dry tafels opgeregt waren waei aen ISO persoonen deel namen alle van Brussel en toebehoorende aen alle slach van am btenaers, zonder er de professors der vrye universiteyt en de hospicieleden uyt te zonderen. Het is op dees middagmael dat M. De Brouckere eenen nog al aerdigen gezondheydsdronk aen den koning voorgesteld heeft. Wy zouden van dien gezondheydsdronk niet willen spreken omdat wy hem te onbetamelyk en te misplaetst vinden, byzonderlyk als wy de schanddagen overwegen die, over eenigen tyd, de hoofdstad ontëerd en van den burge meester van Brussel maer weynig vleyënde errinneringen gelaten hebben Alaer de liberaterspers heeft zich verhaest de woorden van dien gezondheydsdronk publiek te maken en heeft er zich van bediend om de oonservateursparty te beledigen, en er op te roemen dat de liefdadigheydswet in de tegenwoordigheid des konings is aengerand geweest. De liberaterspers legt met ophef de woorden uyt tan M. De Brouckere en vind er een bewys in van de impopulariteit der wet, der gevaren die zy uytdaegdeen eene prolestatie tegen dè snoevers der klerikale drukpers, (sic.) Hieruyt schynt te volgen dat alles met de liberateis- fcopstukken vooraf gesmeed is geweest, en, volgens de belydenis der liberaterspers zelve, zou dit niet alleen eenen misplaetsten akt of eene ligtzinnigheyd op zyn De Brouc- kere's meer zyn, maer eenen akt van party, eene verklaring die niet kon gedaen worden zonder aen den doorluchtigen persoon des konings te kort te blyven. Eene zaek die slechts by de liberaters voorvalt en die zoo nauwkeurig den aerd van die secte afschildert, is dat zy tafelgenoten vraegt om ze te beledigen en op de schan- daleusste wyze aen te randen. Wy herhalen het dus 't is tot den koning dat die onbetamelyke woorden zyn ge- stuerd, en M. De Brouckere aen zyne zyde den heer minister van justicie hebbende, heeft 's vorstes gouver nement van die onbetamelyke woorden willen deelachtig maken Als men zulke schandtooneelen wilde spelen, dan zou liet minste eergevoel aen 51. Do Brouckere hebben moeten aenraden zyne uytnoodigingen niet te zenden aen deze welke hy wilde beledigen, byz,onderlyk nog als de antwoord onmogelyk was of even zoo misplaetst zou wezen dan de belediging zelve. Volgens de liberalersbladen is dezen gezondheydsdronk door eenen donder van toejuychingen van wege de tafelgenoten begroet geweest; dit moet niemand verwonderen, 't grootste getal waren in 't spel gemengeld en moesten hun eygen werk goedkeuren. Dit is de mode der liberutersfrancmagons een trefVelyk man kan hunne intriguen niet toejuyehen en daerom moeten zy het zelve doen om een beetje effekt te maken. Het zou wel een boertig verlooningsken of schertse- rytje zyn waervan al het belagchelyke, al het onbetamelyke of affront op den akteur alleen zou moeten vallen, maer als men het serieus neemt, bewyst het nog eens dat onze politieke lucht teenemael vergiftigd en bedorven isdat de liberatery overal de regeringslooslieyd wilt doen heerschen. Dezen voorval bewyst bovendien dat de liberatery zoo min eerbied heeft voor het constitiitionneel en parlementaire stelsel, als voor den Souvereyn en het gouvernementeel gezag want men wete het welvoor de liberatery bestaen er noch constitutie, noch constitiitionneel gezag meer, mits de liberaters de schande zoo verre gedreven hebben, dat zy in de stralen de constitutionnele wetgevende magt, de constitutionnele drukpersvrvheyd, de constitutionnele vry- heyd van vereeniging, de constitutionnele godsdienstvryhevd met smaed, beledigingen, bedreygingen en kalsysteenen hebben aengerand, verdrukt en vervolgd. Nu, met deze eerlooze akten zyn zy nog niet te vreden, een liberaterskopstuk moet den constitutionnelen akt die als SCHYNBEDE voor al die baldadige schelmstukken gediend beeft, nog aenranden en veroordeelen aen eene publieke tafel, waer den koning, zyn gouvernement en de hoogst geplaetste vremdelingen tegenwoordig waren. Is dit niet een duydelyk bewys dat er hier in ons land eene revolutionnaire beweging bestaet die onze instellingen bedreygt Is dit niet een duydelyk bewys dat de liberaterssecte zich gedurig beweegt om in Belgiën alle gezag, alle magt, alle order van zaken omverre te werpen Is dit niet een klaer bewys dat alle liberaters intriguen, alle francmaQonsgeweld, alle logens, lasteringen en geschryf der ma^onnieke gazetten en klubspredikanten voor eenig doel hebben 't land tot de regeringslooslieyd te stooten Dezen gezondheydsdronk moet aen onze ministers zoo wel als aen alle ware vaderlanders de oogen openen en hun doen zien dat er met de liberaters-francmacons geene overeenkomst mogelyk is, dat den tyd van misplaetste toegeving en noodlottige gematigheyd moet uyt zyn want datdoor deze middelen die stoutmoedige op- roerzuchtdit vermeten geweld die schandalige wet- schendingen niet te dempen zyn, integendeel, dat, hoe meer er aen die booze secte word toegelaten, hoe meer men haert spaert, hoe" zachter men er meê handelt, hoe slechter, hoe stoutmoediger zy word. Werkt er meê effen af, gaet er met de vnyle voeten door, past op zyn strengste de penale wetten toe, immers weest krachtdadig en, in weynige weken zal den haspel ineenstorten, geiyk een bouwvallig buys 't welk van goede grondsteunen beroofd is. Dit is eenen raed voor 't gouvernement. En als 't gouvernement of te zwak, of te bevreesd, of te toegevend is, dan zelfs als de liberatersboeven hunne schan- delyke baldadigheden zouden willen herbeginnen, dan blyft er aen de brave mensclien, aen de katholyken. aen de ware vaderlanders niets anders over dan zich zelve te verdedigen en. geweld met geweld, stoutmoediglieyd met stoutmoe- digheyd te betalenZoo kan het Vaderland, zoo konnen onze instellingen, zoo konncn onze constitutionnele regten gered, gehandhaefd worden, en anders niet Geiyk,wy in ons eerste artikel, over den gezondheyds dronk van M. De Brouckerehebben doen opmerken verzwakt de magt van het gouvernementeel gezag op eene onrustbarende wyze in Belgiën, en zoekt de regeringsloos lieyd alle middelen uyt om krachten aen te winnen naer mate het gouvernement er verliest. Wy zouden onvoorzigtig oordeelen dit alles te ontdekken, maer als men ziet dat het kwaed gedurig erger word, dan denken wy dat het eene pligt is luyder en luyder spreken, opdat wy eyndelyk gehoord worden vooraleer liet Vaderland het slagtoffer zy van de stoute intriguen, en van 't baldadig geweld eener secte, die deszelfs ondergang gezworen heeft. AVy gaen dus eenen blik op den tegenwoordigen toestand werpen en eenige gevolgtrekkingen nemen. Te Antwerpen blyven de benden van maconniéke oproer makers nog gedurig'brutale akten plegen, weerlooze nonne- kens, die alles tot onderrigting, tot welzvn en vertroosting, der armen opofferen, tegen weerlooze religieusen die, verre' van iemand het minste kwaed te doen, integendeel geheel hun bestaen ten beste geven om de samenleving, zoo voor 't zedelyke als voor liet stoffelyke, te bevoordeelingen. Worden nu die brutale akten beteugeld Worden zy ge straft? Men hoort er niets van, ten zy dat de burgers zelve er tydelyk moeten pael en perk aer. stellen 0111 te beletten dat "die roekelooze buytensporiglieden meerdere uytge- breydlieyd nemen. Wat kan en moet liet gouvernement hier aen doen Het moet en kan de constitutionnele lykheyd voor de wel handhaven, het moet en kan de persoonen en eygendommen doen eerbiedigen. En door wie? Door deze die" het gouvernement te Antwerpen vertegen woordigen, met ze tot hunne pliglen te roepen en ze dadelyk af te stellen, indien zy er in het minste aen te kort lily ven. Te Brussel zyn de scliandelykste oproerakten gepleegd, liet onbeschoft geweld was meester van de hoofdstad, de nationale wetgevende magt is beledigd, gehoond en bedreygd geworden. Nu, nog word eenen constitutionnelen akt, in de tegenwoordigheyd des konings en zyner ministers, aengerand en geschandvlekt, en wat doet liet gouvernement? zyne pligten roepen of hem zonder aerzelen afstellen Zwygen en niet handelen, is 't hoofd bukken voor het oproerig element, is de weltiglieyd met de voeten laten trappelen, is alle bestuer onmogelyk maken. Te Gend zitten 14 stadhuysbollen met roode mutsen in den gemeenteraed. Deze stemmen eene afkeuring tegeu eenen achtbaren generael, die de stad bewaerd beeft van oproer, plundering en verwoesting. En wat doet het gou vernement NielsJa toch "het doet iets, liet zend eenen opperoflïcier om een eereorder van eenen vremden - souvereyn aen dien generael te dragen? Maer is dit genoeg? Neen, dit is niet genoeg, het moet die stemming vernie tigen om deaengeranddeeer van den generael te herstellen, 0111 aen de burgers van Gend te doen zien dat zy de druk kende lasten voor liet leger niet nutteloos betalen, en eyndelyk om te bewyzen dat het gouvernement de schotel- vodde niet is van eenige heetekoppen die, onder den schyn van wettigheydbetreuren dat de rust en de orde in Vlaenderens hoofdstad zyn ongeschonden gebleven Zal het gouvernement dezen niaetregel nemen Wy hopen liet, maer waerom daer zoo lang op gewacht? Waeroni die mannen niet seffens op hunne duymen geklopt? Te Gend nog bestaet er in de staetsuniversiteyt eene persoonlyke oneenigheyd tusschen den rector en de pro fessors. In eene officiële plegtiglieyd, waer de ambtenaers van den staet, uyt eerbied voor. koning en gouvernement, dienen tegenwoordig te zyn, laten de professors hunnen rector alleen gaen en zien naer de plegtiglieyd niet om. Wat doet het gouvernement? Niels, liet laet al die zaken onverlet doorgaen, net alsof liet er zich niet meer meê te bekreunen had als den kevzer van China. Waerom die mannen niet lot de orde geroepen Waerom die mannen niet op hunne plaets gesteld Of waerom de universiteyt dien kanker van 't land, niet opgeschorst?Moeten de burgers zich de drukkende contributiën laten afpersen om mannen te bezoldigen die 's lands eer aen ellendige persoonlyke twisten opofferen? Wy weten stellig dat eenen professor uyt die zelfde universiteyt al wederom een boekdeel onder de pers beeft, waerin, geiyk in zyne voorgaende, den godsdienst en zyne grondstellingen aengerand worden. Zal liet gouvernement dit wederom verdragen? Zal den minister andcrmael zwak zyn en de oogen sluyten? Zal hy dezen professor dadelyk, zonder komplimcnten afstellen en hem met zyne kettersche werken naer den „weerlicht zenden Wy weten het niet, wy wachten Deze en meer andere vragen zouden wy lieden te doen hebben, maer wy bepalen ons bier by in hoop dat. hel ministerie de oogen zal openen en al ilie elementen van 's lands ondergang aenzien met dè oogen eener wyze en krachtdadige staetkunde, die alleen liet verkrenkt gouver nementeel gezag in Belgiën kan herstellen. Tot 1111 toe willen wy geene andere tael tegen het ministerie gebruyken, maer wy porren desniettemin alle katholyke vaderlanders aen op hunne hoede te zvn, in alle steden genootschappen te vormen, te waken en zich gereed te houden 0111 hunne regten, hunne persoonen, hunne eygendoninien en hunnen godsdienst tegen alle aenvallen te verdedigen. Dat zy liet wel weten den maconnieken duyvel slaept niet, het vuer des opstands smeult onder de assclie, de oproerzuchtige secte wacht maer den gunsligen oogenblik af om geheel Belgiën 't onderste boven te keeren en zich, door den eenen of anderen aenslag, van het gouvernement meester te maken In een Past op Niets. zvner vorige N,s roept het Verhond van Aelst de katholyken zullen de kloosterwet wederom voordragen als zy in de kiezingen boven liggen, en dan zult gy, landbouwers, tot vóór 1789 terugdeynzen; gy zult wederom de goederen van doode hand hebben en in dezes plaets belastingen betalen; gy zult u van eene menigte bouwlanden zien berooven; gy zult u erfenissen die 11 wet- telvk toekomen laten onlrooven enz. Met deze en meer andere praetjes maekt het Verbond zyne allerdunst gezaeyde lezers benauwd; maer in den grond van het geroep des uytgeteerd bladjes zit toch nog wat venyri, in caudd eenenum, 't vergift zit in den steert zegt men, en bier is 't ook zoo. Stemt voor de liberalen, 1 roept het Verbond, en gy zult d't alles niet te vreezen Wat zou het moeten doen? Den aenrander tot hebben, juyst als of de liberalen. Iteyligen waren, die-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1857 | | pagina 1