AELST, den 17 October 1857. ZONDAG 18 OCTOBER 1857. TWAELFDEN JAERGANG. - Nr 581- Vertrekuren uyl de Statie Aelst'..NAER «FMSKS'SJAERS. Vertrekuren uyt verschillige Statiën. Redevoering des Burgemeesters van Brussel. Wat beteehent dit Wat gevolg trekken wy hier uyt 16de ZWEEPINGSEEN. SAMENSPRAEK TUSSCHEN DE SCHELDE DE BROEDERMIN, 'T VERBOND EN DEN DENDERBODE. Denderm. 5-35 9-25 12-40 3-15 6-50 8-öO.g? Gend, Brugge, Ostende 8-20 -12-10 0-00— Lokeren 5-35 12-10 3-45 6-50 0-00. Brussel 6-50 8-25 11-40 3-00 6-40 8-15. Mech. Brns. Antw.5-35 9-25 11-40 3-15 6-50 Leuv Thien Luyk5-35 6-50 9-25 11-40 3-15 0-40 Verv Land StTruyën,5-35 6-50 9-25 11-40 3-15 3-15 6-50 le klas langs 'Dender monde. Kortrvk, Mouscroen, Ryssel (langs Lede) 8-20 12-10 2-55 3-15 -6-50. Doornvk, Rvssel (langs Ath 6-502-30—0-00 Min. Geerardsb. A ih, 6-509-252-306-40. Gend 8-2012-102-55—-3-156-508-50 gg' Bergen, Quievrain 6-609-25-^2-306-40 Te lede staen al de konvoys. Te. idegem staen deze vertrekkende van Ath 6-50 10-» 5-20 en deze vertrekkende van Aelst 6-50 9-256-50. Staen te gysegem stil al de konvoys uytgenomeu dezen vertrekkende van Aelst 0-00 des morgens en 8-50 's avonds en van Dendermonde ten 0-00.'s morgens -en 9-30 's avonds. Staen te Santbergen de vertrekken nvt Ath 6-50 9-25 's morg. 2-30 en 6-40 des avonds. Van Denderleeuw 7-00 's morg. 2-40 en 6-50 des avonds. CUïQl'E SÜIJM. f—11 111 ii i ii i..-ii_i_!_i i VAN LOKEREN NARR Dertdermoride, Aelst 7-30 9-20 3-00 5-459-00. Ninove, Geerardsbergen, Ath 7-30 9-200-005-45'. VAN ATH NAER Geeraerdsbergen, Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokeren O-OO 40-» 5-20. Geeraerdsbergen, Ninove Aelst, Dendermonde, 6-5010-»5-207-15. Brussel (langs Denderleeuw) 6-5010-» 5-207-15. Gend, Brugge, Ostende 6-50(langs Lede.) 10-» 5-20 7-15. VAN GEND NAER Audenaerde, 9-30 2-20 7-50. naer Aelst, 5-15 8-45 11-» 2-15 6-00 7-30. VAN BRUSSEL NAER Aelst, Gend 7-30- 11-20—2-00 6-00—8-00. Ninove, Geeraerdsb, Ath (langs Denderleeuw) 6-15 9-15 2-00 6-00. VAN DENDERMONDE NAER Vrussel (langs AHst) 7 55- 2-10-6-L5 tl. Mech.ï 5-55—8-55—9-50— 3-35- 7-20. Aelst, 6-30 7-55 -11-45 2 10 6-15 9-25. DEN DENDERBODE Véle dagbladen houden zich bezig met het verslag dat het schepenkollegie over de bestuerlyke gestie der hoofdstad heeft gedaen. Wy hebben eenige zinsneden van dit factum gelezen en er, gelyk andere bladen, nog al aerdige zaken in gevonden. Wy hebben voornamelyk bemerkt dat bet gemeentegezag in verschillige plaetsen slecht verstaen word, dat, in plaets van het te zien gelyk een bestuer, 't welk inderdaed eenige vryheden bezit, het zich eene niagt wilt aenmatigen, die het oppergezag des gouvernements wilt evenaren, terwyl het slechts daergesteld is om het gouver nement ter hulp te komen, en niet om het in zyne werkingen te dwarsboomen, om er zich boven of tegen te stellen. Inderdaed, indien het gemeente- of het provinciegezag moest onafhanglyk zyn van het souvereyn of gouvernemen teel gezag, men zou moeten bekennen dat het kongres van 1850 een gebouw heeft opgeregt zonder ciment of mortel, 'twelk noodzakelyk moet instorten. Nogtans geeft de grond wet geene enkele reden om te onderstellen dat de gemeente eene magt bezit welke het gouvernement in zyne werking zou mogen stremmen. De artikels der grondwet die aen de gemeentemagt toegewyd zyn zeggen en bepalen juysl het tegenstrydige. De schikkingen die daertoe betrek hebben zyn klaer en duydelvk Art. 108 bevat dat de regelende wetten van de gemeente magt moeten gesteund zyn op het princiep dat hare attri- buLiën buyten de belangen der gemeente niet mogen gaen, dat zelfs eenige van hare akten moeten onderworpen worden aen de goedkeuring van het gouvernement, en dat die regelende wetten ook de tusschenkomst des konings vergen, om te beletten dat de gemeentemagt bare attributiën te buyten ga en de algemeene belangen kwetse. Het is nogtans geheel het tegenstrydige dat in vele gemeenteraden gebeurter zyn vele besiuyten door de gemeenteraden genomen die niet alleenlyk het algemeen belang kwetsen, maer die regtstreeks tegenslrydig zyn aen de. gouvernementele magt en zich met deze regelregt in oproer stellen. Het is waerlyk belagchelyk als men ziet hoe den burge meester van Brussel zyne redevoering aenvangtmen zou zeggen dat hy eene troonrede afgeeft. Zie hier hoe dien man begint te spreken. Myne heeren, wy komen dit mael, zonder droevige vooringenomenheyd, (den man heeft vergeten dat mey, de maend des oproers, slechts vyf maenden gepasseerd is) ul. zeggen dal eenen overvloedigen oog^t en den bloeyèn- den toestand der nyverheyd meer gemak onder de be- volking opbeuren. Het is mogelyk en zelfs waersehynlyk dat wy dezelfde zinsneden, by de opening der kamers, zullen hooren. Zie hier'nu hoe den burgemeester van Brussel de zaek der politie en der gebeurtenissen van mey aenvat Wy hebben ons byzonderlyk te beloven over de nauw- keurigheyd èn oppassendlieyd der politieagenten, en gy hebt de maetregels bekrachtigd die den burgemeester alsdan dringendheydshalve genomen had, dit is te zeggen, gedurende de dagen des oproers die in de maend mey plaets gehad heeft Het is mogelyk dal den liberalen gemeenteraed van Brussel teenemael voldaen is geweest van het gedrag der politie gedurende de schanddagen des oproers, maer zeker is 't dat elkeen die zelfde voldoening niet gesmaekt heeft, want de afkeuring die den achtbaren heer procureur des konings tegen de stedelyke politie heeft uytgesproken, is stellig en klaer. Wy weten wel dat den burgemeester van Brussel de wetligheyd dier afkeuring betwist, maer wy zullen M. den burgemeester doen opmerken dat, volgens het wetboek van krimineel onderzoek, den procureur des konings de agenten der regterlvke politie onder zvne bewaking heeft, en volgens die attributiën, heeft den heer procureur des konings wel het regt aen de politie van Brussel en haer opperhoofd te zeggen dat zy met gevouwen ermen gestaen hebben dan wanneer in de stad de eygen- dommeti geplunderd en verwoest wierden. Dat den maetregel door den heer procureur genomen de goedkeuring niet bekomt van den burgemeester der hoofd stad en dat de liberaters-francma?,onspers daer tegen uytvaert, dit is zeer natuerlyk en dit laet zich gemakkelyk begrypen, want de liberaters hebben niets ernstig gevonden in de wanorders en schandige baldadigheden die Belgiën, tydens dezen zomer, bezoedeld hebben. Zy hebben altyd gezegd en herzegd dat er alsdan niets ernstig gebeurd is, zelfs niet te Jemmappes, waer men geplunderd, gebrand en de broeders der ciiristelvke scholen op 't vuer geworpen heeft om ze levendig le roosten Volgens de liberaters was het eene kleynigheyd eene beuzelary die te Brussel wierd gepleegd "dan, wanneer gedurende dry dagen, de religieusengestichten verwoest wierden en deszelfs inwooners zich moesten barrikaderen om aen de woede te ontsnappen van het canaillevolk, 't welk door de liberaters was opgewonden en 't welk die gestichten wilde ui tplunderen, zonder dat de politieagenten van M. den burgemeester zich vertoond hebben om die schandvlekkende ongebondenheden te doen ophouden. Volgens de liberaters was het ook eene kleynigheyd als men de bureelen der conservaleursgazetten verwoestte en stormender hand wilde innemen. Volgens de liberaters was het eene bagatelle als, te Brussel, gedurende twee dagen, eenen minister des konings wierd tiytgejouwd en met de cfood bedreygdals den afgezant van den II. Stoel van Roomen op de eerloosste wyze beschimpt, gehoond en beledigd is geweest, en dit in tegemvoordigheyd der politie, die liet canaillevolk liet doen en, door hare werklcosheyd, scheen stouter te maken. Volgens de liberaters was 't ook eene kleynigheyd, eene onbednydende zaek dat namelyk de wetgevende meerder- heyd dér kamer ook, gedurende twee dagen, de eerloosste en schandaligste versnmdingen en bedreygingen heeft moeten hooren, en in haer wetgevende paleys geblokkeerd blyven gelyk gevangenen in een prison. Eyndelyk alles wat er in Belgiën. tot zyne eeuwige oneer en schande, tydens den oproer, gebeurd is, is niets in d'oogen der liberaters. Maer, door deze taktiek om het onuytwischbaer schandmerk te dakken waermeê de libera- tery bestempeld is, zal zy er evenwel niet in gelukken den blaem te doen vergeten dien verschillige stadspolitiën te regt op zich getrokken hebben. Binnen en buyten 't land is de overgroote ineerderheyd der bevolkingen veront- weerdigd en walgend van het liberael gedrag, men zegt ronduyt dat dit een gedrag is 't welk onweerdig is van eene beschaefde natie, en dat eene party diep in 't slyk der verachting moet gevallen zyn om haren laetslen toevlugt tot de baldadigste ongebondenheden le moeten nemen. Te Antwerpen, waer die schandalen nog altyd voort duren, word liet gedrag van den burgemeester op de ernstigste wyze beoordeeld. Zie hier wat den Journal d'Anvers zegt Indien er kwestie ware van M. den burgemeester Loos te herkiezen, wy gelooven dat zyne kandidatuer in onze stad eene magtige oppositie zou ontmoeten. Men zal tegen hem zyn ter oorzaek van 't gedrag dat dien magistraet tydens de oproerdagen, gehouden heeft. Eenen burge- meester, welken niét beschaemd is samenrottingen lay te woonen, die inbreuk op den eygendom doen, zonder er zich te tegen verzetteneenen burgemeester, weiken van 's morgens ten 9 uren verwittigd was van de baldadig- heden die 'savonds moesten gepleegd worden, en welken geene maetregels neemt om ze te voorkomen eenen burgemeester, wiens houding eerder de boosdoeners scheen aen te moedigen dan eerbied oi vrees in te boeze- men eenen bugemeester, welken met geestdrift door de oproermakers onthaeld word terwyl zy bezig zyn met ruyten te breken en geweld te doen ont de deuren in te slaen, zulken burgemeester verdient de stemmen niet zyner medeburgers, en indien by 't minste gevoel zyner weerdigheyd had, hy zou dadelvk zyne demissie geven. Wy trekken hieruvt voor gevolg dat alle amhtenaers die, gedurende die slechte dagen, zoo grootelyks hunne pligten miskend hebben, aldus zouden moeten beoordeeld worden; zy zouden schoon troonredens af te geven hebben, gelvk den burgemeester van Brusselhet algemeen vonnis "is uytgesproken en dit zonder appel, zy zyn veroordeeld als hebbende de afkeuring van geheel 't land verdiend, en ais dragende op hun voorhoofd een onuytwischbaer merk van hunne pligten verzuymd te hebben. Wy trekken hieruyt nog voor gevolg dat do wyze, op welke de iiberatery de gemeentemagt wilt uytbrevden en de stoutmoedigheyd die er gebruykt word om daertoe le komen, de oogen van den koning en van deszelfs gouver nement moeten openen zy zullen en zy moeten het zien dat de zaek ernslig is, en dat allen uytstel om die stout moedigheyd in te toornen de beweenelykste gevolgen voor ons nationael bestaen zon konuen naer zich slepen. Het geen in den gendschen gemeenteraed komt te gebenren, waer eenen ambtenaei' van den Staet, eenen professor der gouvernementsuniversiteyt, op de bekeur- lykste wyze den Souvereyn miskend heeft, dit gebeurde moet doen begrypen hoe zeer de stouimoedigheyd der Iiberatery aengroeyt en dal er zelfs geene palen meer aeu gesteld worden. Men kent den nieuwen maetregel waeraen professor Gallier zynen naem komt vast te hechten, en men weet dat hy in den gemeenteraed eene meerderheyd heeft weten ie verkrygen om dien maetregel te doen aennemen. Wy willen er met meer op terugkomen, hy is te walgelyk. Maer wy zeggen het voor 't welzyn des Vaderlands dat die beledi gende spotterny van den k ant van dien professor meer zou verdienen dan de onmiddelyke verwerping van dit besluvt. Een gouvernement dat wilt geëerbiedigd worden, móet beginnen met zichzelf te eerbiedigen, en indien liet 1111 het gevoel zyner weerdigheyd niet heeft, wy voorzeggen aen het gouvernement dat de onverschilligheyd van deze die bereyd zyn om het te ondersteunen, zynen val zal ver- haesten. Als de regten der wetgevende meerderheyd miskend zyn; als de grondwet verkracht is; als het souvereyn gezag door het slyk gesleept is, wat blyft er nog over van al de instel lingen, waervan Belgiën, over een jaer, met zoo veel ophef, de faem en de dur.rzaemheyd uytgalmde De Broedermin, de Schelde en 't Verbond vrydag moairend -,l vroeg aen de deur slaendc van den Denderbode, ze-^en onder elkander laet ons maer bellen, den meesier zit al op'/vn bureel want s vrydags heeft hy veel werkToe maer, Schelde klink maer hard opDin.. Din.. Din.. Din Den Denderbode zelf openende, zegt Ra! Koufraters, komt binnen, gy past op, dit verdient eene goede note. De Broedermin. Konfrater Denderbode, '1 is waer dit zou eene goede note verdienen, maer 't is spylig dat zelfs uwe beste nolen voor ons altyd biller zyn. Den Denderbode. Het is dat gy soinlyds uwen stnaek niet hebt Broedermin, of dat uwen mond zelf te vuvl is, want er zvn aiznn mensclten die. bos proper zy ook gekuyscltt, gewasschen, gesnoeid gekamd en geeoifieerd zyn, dan toch nog eenen geur «ytwazemen dte veel gelyken.s beeft met eenen vuylnispul, en dit vind me nog al veel by persoonen die, alhoewel nog jong, 't ende geleefd Hel Verbond. - Het is al wederom van den zelfden derde,, aet ons van andere dingen klappen die beest van de Broedermin komt altyd met aerdige bemerkingen voor den boetel waer dan nog aerdtgere nepen op vallen. Broedermin, ge moet beter uwe woorden wegen want by den Denderbode gael er niets verloren dan t geen oezyden valt. wcu Den Denderbode. - Zie. Verbond, ik antwoord ik maer op 't nee,. tny voorgesteld word, en 't is myne schuld niet indien mvnë antwoorden soms wat nypend zyn. "<.'"0 Hel Verbond Ik weet het wel, konfrater Denderbode 't is die pretentieuste Broedermin die u altyd op aerdige thema's helot en als ge dan droog weg doortrekt, dan zit ze met haer bakkeó vol landen le kyken gelvk nen ezel in nen spiegel Den Denderbode. - Maer konfrater Verbondg'hebt van daee zulke leeleke woorden in uwen mond, da 'k van uw wel een beetje benauwd worde. Hel Verbond. Ja, benauwd ware ik zoo gelukki" van 11 vrees aen le jagen, ik zou voor de aeuslaend'e gemêeutekiezin zoo bang niet zyn. c*Iurj Den Denderbode. Ha konfrater, gv zvt bang voor de ie„ staende kiezing, dit doet my plezier, want ik daerover met 1 vandaeg eens zou willen klappen. De Schelde. Nu zult ge spel op den wagen gaen Hebben Dit is juyst eene snaer waeraen nog niet geraelu is en die'wei aerdige toonen zou konnen geven. Denderbode, geef daer eens n„ li Den Denderbode. - Hel wel, 'k ga daer een woordje van rep Tot nu ts onze stad besluerd geweest volgens de grillen en dén heerschzucliligen wil van eenige kopstukken der alliancekliék,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1857 | | pagina 1