ZONDAG 7 AUGUSTY 1839.
DERTIENDEN JAERGANG. - Nr 676.
Vertrekuren uyl de Statie Aelst NAER:
6 FRANKS 'S JAERS.
Vertrekuren uyt verschillige Statiën.
AELST, den 6 Ai gustv 1859.
WAT DOET BELGIËN?
Doch kceren wg terug
Nog iets slimmer
Nog iets voor slotrede.
Denderm. 5-35 8-30 9 85 12-30 3-05 6-00 -»g
lokeren 5-35 8 30 12 30 6-00 00.
Brussel 7-54 9-30 11-0 3-05 5-30 8-10.
Wech. Brus. Antw. 5-35 8-30 9-35 3-'. 5 6-00
■Leuv Thien Luyk 5 358-30 9-33 3-05 6-00
Verv Lnnd StTrnvën,5-35 8-30 9-35 3-05 6-00
Gend 8-25—12-20—2-50—3-05 -6-00—8-05
Gend, Brngfje, Ostende 8-25 12-°0 0-00
3 05 -6-00 le klas langs Dendermonde.
Kortrvk, Mousoroen, Ryssel (langs Lede) 8-25
12-20 0-00 3-05-6-00.
Doomyk, Ryssel (laogs Ath 7-455-200-00
Nin. Geerardsb. Aih, 7-45 2-15 5-30.
gen, Quievrain7-45—'0-00—2-15—5-20
Te lbdb staen al de konveys. Te idegem staen deie vertrekkende van Ath 6-30 0-00
J0 4-20 0-00 en deze vertrekkende van Denderleeuw al de conveys.
tkaen te ctsecem stil al de konvoys uytgenomen dezen vertrekkende van Aelst 9 35 des
morgens en 0-00 's avonds en van Dendermonde ten 0-00 's morgens en 0-00 's avonds.
Staen te Santbergen de vertrekken uvt Ath 6-30 0-00 10 's morg. 4-20 en 0-00 's avonds.
Van Denderleeuw 0-00 8-15 's morg. 2-40 5-45 en'0-00 des avonds.
VAN LOKEREN NAER
Dendermonde, Aelst 6-50 9-25 3-00 5-30 »-».
Ninove, Geerardsbergen, Ath 6 50 9-25 - 3-00 0-00.
VAN ATiï NAER
Geeraerdsbergen. Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokeren 6-3010-a4-20■-».
Lessen, Geeraerdsbergen, Ninove Aelst, 6-30(!-ll010-»4-20—0-00.
Brussel (lungs Denderleeuw) 6-3010-» 4-20- »-».
Gend, Brugge, Ostende 6-30— (laogs Lede.) 10-» 4-200 00.
VAN CEND NAER
Audenaerde, 9-25 2-25 7-45. naer Aelst, 7-00 8-45 00-» 2-15 4-45 7-36.
VAN BRUSSEL «AER
Aelst, Gend 7-35- 11-30—2-00 5-05—"MS
Ninove, Geeraerdsb, Ath (langs Denderleeuw) 7-35 2-00 5-05 »-.
VAN DENDERMONOE NAER
Brussel 1. Aelst) 7-15 7-35 1-40 5-» »- (I. Mech.) 6-» 9-10 9-55 3-30 6-40.
Aelst, 7 -15 7-55 -11-50 - 1-40 5-00 6-05
DEN DENDERBODE
Errarc humanum est, dwalen is menschelyk, zegt het
spreekwoord maer men moet van den duyvel in hebben
om hardnekkiglyk in de dwaling te volherden, in errore
perseverare diabolicum estTot over eenigen tyd
hadden onze bestuerders streng en nauwkeurig geweest
om onze onzydigheyd te handhaven, omdat zy de wet, de
voorwaerde, iiet beschermschild was onzer onafnanglykheyd
en van ons politiek beslaen. Den eerbied ivoor de traktaten
wierd hier in Belgiën zoo verre gedreven, dat hel gouver
nement nooyt aen eenen officier onzcs legers toegelaten
heeft naer Algiers of naer Crimeen te gaen, om zich van
naby in de krygskunde ie beoefenen en zich met het vuer
gemeen te maken, dit niettegenstaende wv in ons leger
niemand hebben die oovt eenen veldslag bygewoond hebbe.
Dien grooten eerbied voor de traktaten en voor de onschend-
baerheyd onzer onzydigheyd wierd door geheel 't land
toegejuycht en nainelyk door de conservateursparty, die
in de volstrektste onzydigheyd den zekerslen middel zag van
behoud voor ons politiek bestaen.
Hoe komt het nu dat onze tegenwoordige bestuerders
eenen anderen weg iuslaen? Hoe komt het dat zy zoo
Jigtzinniglyk dien eerbied voor de traktaten afleggen en
wantrouwig worden vari de waerborg ons zoo plegtiglvk
door de groote mogendheden gegeven Wat is de
reden dat men nu kome vertellen dat men zich in slaet
moet stellen, een midden-punt can actie moet hebben om zich
te verdedigenom 't geteeld door T geweld te verstooten
Wie heeft dit noodlottig gedacht ingegeven Wie is den
ongelukkigen, die aldus ons politiek bestaen wilt in gevaer
brengen en van Belgiën de prooy maken van den 'eenen
of andereu ondernemenden geest?
In eenen voorgaenden zittyd der wetgevende kamer
hadden onze liberale bestuerders al hunne krachten inge
spannen om het gevae.Tyk wetsontwerp van Aritwerpens
versterkingen door te dryven, maer het gezond oordeel en
het palriotismus der kamer over de aendringingen van het
ministerie zegepralende wierd het wetsontwerp ver
worpen. Koppig in'zyne denkwyze, komt liet ministerie
op zyn ontwerp terug en word er alles in 't werk gesteld
om stemmen te winnen voor dit onheylspellende gedacht.
Doch geheel 't land is er tegen, al de dag- en weekbladen
van eenigen invloed zoo liberale als catholyke, verstooten
het met kracht en klem. Een enkel blad, 't welk zicli zelf
ten onregte den Echo du parlement noemt, lerwyl liet
slechts den Echo van het liberaters doctrinarisch dryman
schap is, verdedigt het wetsontwerp. En welke redens
brengt dit blad by om de forten, kasteden, kazematten,
lonktorens en andere versterkingswerken van Antwerpen
te verdedigen E"iie enkele sehynreden namelyk dal er de
klerikalentegenzynuyt hoo/de hunner klerikale dweepzucht!...
Ellendige verdedigingArmzalig gezeever, 't welk volkomen
het ministerie weerdig is. Maer zonder liet te weten, zonder
het te willen, doet het ministerieel blad hier 't palriotismus
en de verknochtheyd aen de nationale onafliangiyklieyd
der conservateursparty uylschynen.
Wat wy hier moeten doen opmerken, is dat er onder de
mannen, die aldus Belgiën willen in gevaer stellen, ver-
scheydene oude orangisten zyn, die, gelyk liet gekend is,
gestadiglyk van weerkomenden of spookèn droomen, en dat
de kwestie van Antwerpen buytenmale veel stofaeu hunne
wenschen oplevert Eens dat Antwerpen zou geslagl-
offerd zyn, zouden handel en nyverheyd gedwongen zv 11
toevlugt naer Holland te nemen om er hunne voortbrengsels
te plaetsen. Merken wy hier nog op dat ter zelfder tydUien
tegen Antwerpen en tpgen ons politiek bestaen werkt,
een lid der liberale gezindheyd den voorstel doet den eed te
wijzigen waerdoor de eeuwige uytsluyling der familie Nassau
uyt Belgian bezworen word.... Waerom moet die uytsluyling
uyt den eed gelaten worden Waëront moet die verbind-
tenis, welke door de Constitutie opgelegd en sedert 2j jaren
in voege is, afgeschaft worden? Moeten dan AE de zenuw
krachten der Grondwet verlamd of vernietigd worden?
Op het embaslillemeu! of versterking van Antwerpen en op
de sluyting van deszelfs haven, want wy konnen dit noodlot
tig, dii rampzalig ontwerp niet genoeg bestryden.Wy vragen
andermael aen onze onvoorzigtige bestuerdersu-at de
schikking can art. to uyt het traktaet van Parijs in dato 50
mey 1813 beteekent, welke stelliglyk verbied dat de haven
van Antwerpen iets anders zy dun eene handelshaven, te meer
daer deze bepaling hel art. 14 uytmaekl van het traktaet van
19 april 1859, die onze onafhanglyklieyd uytgcroepen heefl
Deze vroeg is hoogst gewigtig, zy word door geheel de
onafhanglyke drukpers gedaen en een blad voegt er by
uien heeft over eenigen tyd veel gesproken over den eerbied
aen de traktaten verschuldigd, en over de inbreuk aen de
zelve door het franseli-piemonteesch leger toegebrdgl, met
de oostenryksche bezittingen in Lombardiën aen te randen,
inbreuk die de mogendheden teeker.aers der traktaten niet
mogten verdragen zonder voor derzelver handhaving op te
staen. Wat zullen op lieden die zelfde mogendheden doen
als zy het belgisch gouvernement de traktaten van 1814 en
1859 zullen zien schenden met van de antwerpsche haven
eene norlngshaven te maken, dan zelfs als er stiptelyk aen
Iielgiën opgelegd is Antwerpen uytsluytelyk als handels
haven te houden, dan zelfs als geheel 't'land zich tegen het
hoogst gevaerlyk ontwerp des gouvernements verzet?
Den Economisle Beige, een liberael blad, 't welk door
den Echo du Parlement niet van klerikalismus kan verdacht
worden, bewvsl duydelyk dat Antwerpen, veranderd in
eene sterkte of forteres, 'eenen eeuwigen twistappel zal zyn
tlisschen Engeland en Vrankrvk, en dat als Engeland,
uyt zelfbelang, gelyk het allvd gewoon is, wilt dat die
sterkte opgerigt worde, Vrankryk liet grootsle belang beeft
dat zy met gemaekt worde. Wat zal dit voor den dag
brengen Dat men liet afwaclite maer ondertussclien niet
vergele dat Vrankryk' liet traktaet van 1859 geteekend
heeftdat men ook niet vergele dat, indien er eenen oorlog
tusschen Engeland en Vrankryk nytberst, Vrankryk nooyt
zal gedoogen dat het hebzuchtig Engeland in dè sterkte
van Antwerpen een tweede Gibraltar vinde. Wy zullen
meer zeggen, namelyk dat de versterking onzer 'handels-
hoofdstad by de Fransciien vermoedens zal doen ontstaen
die zy anders nooyt zouden opgevat hebben. Zekere betrek
kingen met en bezoekingen naer Londen overeenbrengende
tnet het ontwerp van Antwerpen te versterken, zullen aen
die vermoedens grond byzelten en men zal denken cjat
Belgiën lieymelyk gewikkeld is in 't ontwerp van verbond
tusschen Pruyssen en Engeland, verbond 't geen schynl
eene voltrokkene daedzaek te wezen. Reeds van tydens den
italiaenschcn oorlog schenen die twee mogendheden zich
wel te verslaen beyde protestant en altvd door d'hoop
van pligtige vooruytzigten tegen het catliolicismus gevoed,
hebben zy geen ander doel dan den voordeeligen tocsland
van het catholyk pausdom zooveel mogelyk te verminderen.
Doch heden bedrogen in limine verwachting, zyn deze
twee staten misnoegd over den vrede die zonder hun
gesloten is, en dit is eene rede te meer om te gëlooven dat
liet of- en defensief verbond tussclie hun beyde aengcacn
is. Dees verbond, gelyk men kan denken, moeteen
Vrankryk niet zeer aetigenaenp zyn en zal hetzelve op tyd
en stond wakker maken.
Engeland erkent dat het, als zeemogendhoyd, de opper-
magt op Vrankryk niet meer heeften van dién kant maekt
het ontzaggelyke loebereydsels maer wat het ook doe,
nooyt zal het tegen Vrankryk genoegzame strydmagten
konnen voorbrengen, en daerom neemt liet zyncn toevlugt
tot, een verbond met Pruyssen, 't welk een sterk landleger
bezit om Engeland te ondersteunen. En als men overwee' t
dat deze twee Proteslantsche Staten de zelfde godsdienstige
belangen hebben nog gesterkt door de familiebanden, zal
men niet veel moeyle hebben om te verslaen dat Engeland
zich langs dien kant zal wenden. En daerby zyu de listige
intriguen der engelsclie politiek voor niemand een gein ym
en mogen doen onderstellen dat zy Bclgiën zal bcblicn
welen te overhalen om in gezegd verbond te treden. Zn It
overigens weynig met het toekomende van Belgiën be
kreunende en nog min met den vreeslyken oorlog dien liet
op onzen vadergrond zou roepen, zal Engeland, af wederom
uyt zelfzucht of evgëH belang, gerekend hebben dat een
leger van honderd duyzend man belgische troepen niet ten
onpas zonde komen.
Deze en nog andere bemerkingen, die wy ongeradig
oordeelen neèr te schryven, doen ons als stekeblind aanzien
deze die niet gevoelen boe gevaerlyk het is ons in die
moeyelyke zaek te verwikkelen als wy eens voor goed liet
vertrouwen onzer geboren van het 'vaste land verloren
hebben, het wantrouwen zou onzen volslagen ondergang
konnen veroorzaken en ons den eenen of anderen dagjn
fransche departementen doen herscheppen, iels watIvv
niet te vreezen hebben, als wy regtziauiglyk en volgens d"e
traktaten, onzydig blyven.
Het is voor Engeland nog niet genoeg ons in gevaer tte
brengen met de versterkingen van Antwerpen, Belgiën
moet nog veel meer gecomp: omelteerd en de zakken der
arme schatpligtigen plat geklopt worden door het bouwen
van eenige oorlogschepen .ff
Onzen fameusen minister van buytenlaitdsche zaken,
dte ook opperhoofd is der belgische zeeinagt is aen de
sectie der kamer komen vertellen ic dat hel gouvernement
de noodzakelykhcyd erkend had van eene belgische zeemagt
in te rigten. Doch daer den geldelyken toestand niet al te
0 schitterend is, zal men zich te vreden houden VOOh-
POOPIBLYK een krediet van ZEVEN MILLIOENEN
1 te vragen
liet is hier dat den tip der oor uytsteekt Men weet wel
dat Belgiën niet in slaet is zoo op 't onverwachts eene
zeemagt in te rigten, Maer het kan gemakkelyk inet eene
knikkende meerderheyd geld stemmen om zeven oorlogs
schepen uyt te rusten, en 't is aldus dat de engelsclie vloot
met zeven nieuwe goede schepen zou vermeerderd worden.
Voor Belgiën is dit wel de onbegrypelykste dwaesheyd die
het kan bedryven, maer deze engelsche combinatie is zeo
zot of ongerymd niet voor Engeland, dit ware een goedkoop
nnddel om, zonder kost, de fransche zeemagt door de
engelsche te doen overtreffen, nu byzonderlvk dat Engeland
in verkort is van mannen en van geld. Trouwens,
keert de zaek gelyk gv wilt, en gy zult, gy moet noodzakelyk
van den eenen kant eene allerfynste fopmachien en van
den anderen kant eene gefopte na'lie vinden. Eene zeemagt
voor Belgiën moet, volgens ons, op alle verstandige lieden
het zelfde cffekt maken dan het zigt van eenen ezel in
eenen zetelstoel.
Ziet hier, landgenoten, wat liet gedacht van Antwerpens
versterking komt bekroonen. De dagbladen van Antwerpen
berigten
Dat den gezondlieydsloestand der troepen aldaer in
bezetting weynig voldoende is. Er zyn meer dan -fl©©
i zieken in liet hospitael zonder eene nog al talryke vè'r-
<i zending naer Meclielen te rekenen. Het is byzonderlvk
het 2d» jagers te voet 't welk Ivdend is. Sedert een jder
word dit regiment geteysterd. door de koorts. Ook spreekt
men van liet naer andere garnisoenstcden te zenden waer
de lucht gezonder is om de gezondheyd der manschappen
Te herstel Ten.
Dit is nog een bewys hoe fameus den keus is om van
Antwerpen eepe algemeene toevlugtsplaets te maken in
afwachting dat de Engelschen afkomen om er zich meester
van te maken.
De dagbladen van Brussel en Antwerpen verzekeren dat
liet ontwerp van Antwerpen te versterken meer en meer
impopulaire word. AI de volksklassen, al de partyëa zyn
verschrikt van den toestand dien men aen Belgiën maken
wilt en van de bnytensporige en verpletterende geldsommen
die men aen Antwerpen wilt verkwisten.
Er is niet alleenlyk spraak van 9© millioeiten, maer wel
van -18 millioenen om te beginnen. Volgens de verklaring
van zeer bekwame officieren zal de uytgaef verre tie EO©
millioenen overtreffen en met de onvoorziene iivtgaven liet
verschrikkend eyffer van 05© millioenen berevken. En
waerom hei land alzno geruïneerd vraogt een brussalsch
blad Om de eene of de andere natie in de noodzakelvkheyd
te stellen zich van die verstei kte plaets meester te maken
0111 over Belgiën de gruwelen en rampen des oorlogs te*
lokken en op Antwerpen de vreeslyke onlieylen van een
bombardement te trekken
Reeds begint de antwerpsche haven verlaten te worden
omdat de grootste veylighevd er niet meer bestaet en voor
menige andere oorzaken die men zon moeten doen verdwy-
nen. Rotterdam en zelfs Vlissingen winnen ten nadcele van
Antwerpen en onze groote liberalen willen aen 't zelve
den genadeslag toebrengen.
Den handelsloestand nog meer dan den militairen
toestand zou alle voorzorgen moeten doen nemen. I»
tegenwoordigheyd der fransche ontwapening, mort onze
wapening zoo niet onrustwekkend len minste belagdhelvk
worden. Ingezien onze in gevaer gebragtte belangen, zóu
men eerder moeien denken om de slechting der bestaande
forten en kasteden voor te stellen dan er nieuwe te willen
maken. Den maeonnieken-lilieralep Observaleur zelf, ;-egt
dat de kwestie onzer nationale verdediging en der verwy-