ZONDAG 28 AIGISTY 1859. DERTIENBEN JAERGANG. W 679 Vertrekuren uyt de Statie Aelst NAER: Clique suijm. 6 FRANKS 'S JAERS. Vertrekuren uyt verschillige Statiën. AELST, den 27 Augusty 1859. Triomf der Engelsche politiek. Wy vragen Eenige staelkens van onbetamelyk- heyd. Het slotje der komedie. Wat blyft er te doen Dtsnderm. 5-35 8-30 9-35 12-3(1 3-05 6-00 -. Lokeren 5-35 8-30 12-30 6-00 00. Brussel 7-64 9-SO 11-0 3-05 5-30 8-10. Mech. Brus. Antw. 5-35 8-30 9-35 3-1)5 6-00 Leuv Tbien Luyk 5-35 «-30 9-35 3-05 6-00 Verv Land StTruvên,5-35 8-30 9-35 3-05 6-00 Gend 8-25-12-20-2-50—3-05 -6-00-8-05 Gend, 'Brugge, Ostende 8-25 12-20 0-00 3 -05 —6-00 le klas langs Dendermonde. Kortryk, Mouscroen, Ryssel (langs Lede) 8-25 12-20 0-00 3-05 -6-00. Doornvk, Ryssel (langs Ath 7-455-200-00 Nin. Geerardsb. Ath, 7-45 2-15 5-30 rp Bergen, Quievrain7-450-002-155-20 Te cede staen al de konToys. Te idecem siaen deie vertrekkende van Ath 6-30 0-00 10 4-20 0-00 en deze vertrekkende van Denderleeuw al de convoys. Staen te CYSECEM stil al de konvoys uytgenomen dezen vertrekkende van Aelst 9 35 des morgens en 0-00 's avonds en van Dendermonde ten 0-00 's morgens en 0-00 's avonds. Staen te Santbergen de vertrekken uyt Atb 6-30 0-00 10 's morg. 4-20 en O-OO 's avonds. VaiaDenderleeuw 0-00 8-15 's morg. 2-40 5-45 e~ nn J J~ a 0-00 des avonls. VAN LORERtN NAER Dendermonde, Aelst 6-50 9-25 3-00 5-30»-». Ninove, Geerardsbergen, Ath 6 50 9-25 3-00 0-00. VAN ATH NAER Geeraerdsbergen, Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokexen 6-30 lO-i4-20•-». Lessen. Geeraerdsbergen, Ninove Aelst, 6-300-0010-»4-200-00. Brussel (langs Denderleeuw) 6-3010-» 4-20—»-». Gend, Brugge, Ostende 6-30(langs Lede.) 10-» 4-200-00. VAN GEND NAER Audeoaerde 9-25 2-25 7-45. naer Aelst, /-00 8-45 00-» 2-15 4-45 /-35. VAN BRUSSEL NAER Aelst, Gend 7-35- 11-30—2-00 5-05—7-15. Ninove, Geeraerdsb, Ath (langs Denderleeuw) 7-35 2-00 5-05 »-. VAN DENDERMONDE NAER: Brusselil. Aelst) 7-15 7-35 1-40 5-» »- (1. Mech.) 6-» 9-10 9-55 3-30 6-40. Aelst, 7-15 7-55 -11-50 - 1-40 5-00 6-05 DEN DENDERBODE Dc engelsche politiek ligt in Belgiën bovenDen ministerielen Echo du Parlement steekt zyneoorlogstrompet met zoo veel magt, dat men lieni gehoord heeft van Vlis- singen tot Marseille, en van Laeken tot Windsor. Nogtans laet ons de weerde van dien triomf eens onderzoeken. Ter hoogst ongelukkige stemming van 20 dezer over liet wetsontwerp van Antwerpens versterkingen waren er 42 leden TEGEN, 57 VOOR, 7 onthoudingen en 7 afwe zigen. Onder de 42 welke voor die wet van ruine gestemd hebben, zyn er 8 conservateurs, waervan 4 gewezene ministers, namelyk MM. De Decker, Dechamps, Desmai- sières en Mercier; de vier anderen zyn MM. De Naeyer, d'Ursel, Faignart en Lebailly de Tilleghem. Zonder de medewerking dezer heeren, en zonder de allerschande- lykste onregtveerdigheyd tegen de vier afgeveerdigden van Leuven, welke, spyts de grondwet, spyts de parlementaire gebruyken, spyts alle gezonde reden uyt de kamer ver- wvderd zvn gehouden, ware die roekelooze wet met al hare noodlottige gevolgen begraven geweest en wflligt met liaer een ministerie, 't welk onder den vloek des volks gebogen gaet. YVy zeggen het met een hertgrievend spyt, wy begrypen de stemming dezer aeht conservateurs niet, maer niettemin is 't eene stemming ten voordeele van een vraegstuk, wner- tegen gansch de catholyke drukpers, zonder de minste uytzondering, en de negen tiende der liberale ten kracht- dadigsten geprotesteerd hebben. En als men de stemmen, die dees wetsontwerp verstooten hebben stelt nevens vele andere, die het aenveerd hebben, dan beseft men nog beter de kleyne weerde van dezen ministerielen zegeprael. Want van den eenen kant vind men de onafhanglyke stemmen, leden die in de kamer zyn van de eerste dagen af onzer nationale zalfwording, terwyl men van den ande ren kant veie novicen aentreft, vertegenwoordigers, die nog te jong zyn om de ware belangen des lands te konnen kennen, en die noch de kracht, noch de onderving hebben om aen de gewoone intriguen te ontsnappen. Men doet nog iets merkweerdig in deze stemming uvtschynen, te weten dat er onder de acht conservateurs, die voor de engelsche politiek gestemd hebben, zyn welkers redevoeringen regtstreeks het wetsontwerp aenrandden en als vorfoeyeiyk afkeurdenOnbegrypelyke zaek Of een wetsontwerp van zoo groot belang, 't welk in 't land zooveel opziens, onrust en achterdocht baert, en daerby in den vremden vyandige vermoedens doet ontslaen, zoo ellendiglyk doorgedreven, kan kracht van wet krvgen en -of de uytvoerende magt het wel zal durven ten uytvoer brengen 7 Wy vragen of dit niet eene zeer gegronde reden is voor de natie de ontbinding van zulke kamer en de wegzending van zulk een ministerie te vragen en desnoods te eyssclien, te meer, als men overweegt wat er al gedaen is om voor dit lanaverplettcrend wetsontwerp stemmen te winnen Maer wat willen wy vragen, alles is in Belgiën omgekeerd, het parlementaire stelsel heeft geene kracht meer, allen eerbied voor hetzelve is verdwenen, want als constilution- nele ministers dewettige afgeveerdigden des volks straffeloos op de versmadejykste wyze behandelen, gelyk het in deze beraedslaging meermacls 't geval geweest is, dan kan gezegd stelsel geenen eerbied meer inboezemen. Zoo lang de beraedslagingen geduerd hebben heeft het ministerie in eene aenhoudende passie of verbittering verkeerd spytige toesnauwingen, onbetamelyke onderbre kingen, onbeschofte afloocheningen waren allyd gereed zoohaest men iets nadeelig der wet in kwestie deed uylschynen men zag dat de vyf ministers dan met kieken- vleesch zaten, dan spartelden gelyk nen duyvel in een wvwatervat, dan in tranen uvtbersten en malkanderen in volle kamer kusten en lekten dat het een benedictie was Immers nog uooyt is er in 't land eene meer bevremdende komedie gespeeld geweest en te regt, mag men zeggen dat de kamer meer aen den theatre des Variétés geleek dan aen eene wetgevende vergadering. Doch, in weerwil van dit alles, is er 't ministerie in gelukt dees rampzalig wetsontwerp door te dryven en aldus eenen last op 't land te leggen waeronder het moet be- zwyken, indien het geene krachtdadige maetregels neemt om zich zelve te redden. Wy zegden hooger dat de ministers de afgeveerdigde des vólks op eene hoogst versmadelyke wyze behandeld hebben. Ja, zooverre is zulks gegaen, dat men dergelvke handelwyze nauwelyks in de kroegskens zou aentieften. Ziet hier eenige staelkens Eenen redenaer der regterzyde, M. Coomans, wierd gedurig door Rogier onderbroken M. Coomans rekla- meerde en vraegde dat men hem vrylyk zou laten spreken. En wat doet Meester Rogier? Op eenen onbesehoften toon snauwt hy M. Coomans toe Jk luyster zelfs naer u niet M. R. Dumorlier deed eene tastelyke tegenspraak uyl- schynen van MM. Rogier en Frère, die, over eenige jaren, den budget van 't leger op 25 millioenen wilden brengen en dus het leger verminderen, en nu onze militaire slryd- maglen op eenen voor de inkomsten des lands onmogelyken voet brengen. Deze opmerking was gegrond en onweder- leggelyk, zy staet ten anderen in de annalen of jaerboeken dei- kamer duydelyk en in volle letters gedrukt. Welnu, hoe heeft er M. Frère' op geantwooid Door eene onbe schoft heyd, door eene schacmlelooze afloochening, door de woorden dit is valsch. Maer men legde hem het bewys onder d'oogen, doch dit deed er niets aen, den vremdeling Rogier schreeuwt M. Du mortier toe gy had beier gedaen te zwygen!en daermeê was alles wederlegd Dit heet men op zyn liberaters redeneren. Tot M. Chazal toe minister van oorlog, heeft zich van onbetamelyke uytdrukkingen jegens de leden der oppositie moeten bedienen, zoo slecht., zoo onverdedigbaer, zoo roekeloos is de zaek van Antwerpens versterking. Gevoe lende dat hy het tegen de leden der oppositie niet kon uythouden met redens, dacht M. Chazal dat hv wat meer kracht aen zyne woorden zou gegeven hebben met de volgende zinsneden af te geven Deze die van 't ontwerp niet willen moeten het effenaf a verwerpen. Indien er leden zvn die 't hoofd willen bukken onder 't vremd jok, ik herhael het, indien er zyn, die onder de caudinische engte willen passeren, dat zy a het zeggen. Daerop antwoorden wy dat, had hy goede argumenten gehad, hy zulke armzalige niet zou voorgebragt hebben. Maer als den vremdeling Chazal van vremdeling spreekt, zou hy wel doen te zeggen van welken vremdeling hy wilt spreken, of T van Engeland of wel van Vrankryk is. En als hy gewaegt, van caudinische engtedat hy ons zegge of het van de engelsche caudinische engte of wel van de fransche isi\I. Chazal, die alles wat hy heeft aen de revolutie verschuldigd is, zou wel moeten weten wat Engeland voor ons gedaen heeft. Als eenen franschen prins geweygerd had de kroon van Belgiën, die hem door 't kongres was aengeboden, te aen- veerden, is den fameusen afgeveerden Maclegan op de spreeklribuen de bevelen van den engelschen minister Ponsomby komen uytvoeren en de herstelling voordragen van den prins van Oragne. Nu is de vraeg wie er ons onder de caudinische engte van ISassau wilde doen passeren Was 't Engeland of Vrankryk Als den prins van Oragne zynen inval gedaen had om hier weer op den troon te geraken, waren 't de engelsche of wel de fransche, die ons ter hulp gesneld zyn Als het leger van den hollandschen generael van Geel te Doel en te Lie/kenshoek ontscheept was om eenen inval in het land van Waes te doen en Dender monde in te nemen, heeft de engelsche vloot wel eenig teeken van leven gegeven om die ontscheping te beletten De schepen der engelsche vloot waren nogtans zooverre van daer niet9 Neen, deze vloot heeft niets gedaen, en waren de burgerwachten van Aelst en omliggende niet toegesneld om zich tegen dit. hollandsch korps te verzetten, Dendermonde ware ongelwvfeld in de magt van het hol landsch korps gevallen. En om te eyndigen Aen wie zyn I wy de overgaef van 't kasteel van Antwerpen verschuldigd I Is 't aen de Engelschen of aen de Franschen. Zeggen wy dat M. Chazal zeer onvoorzigtig geweest is zinspelingen te maken tegen Vrankryk, 't welk ons altyd bygestaen heeft en zonder 't welk wy heden nog onder de dwingelandy der Nassauwers zouden zuchten. En dan, is 't wel den oogenblik van komplimenten of zottigheden uyt te steken tegen eene mogendheyd, waervan men noch de sterkte, noch den moed, noch den ondernemingsgeest miskennen kan Voor de Belgen voorziglig. wys en zachtjes te werk gaen is het beste, eu nogtans gebeurt het tegen- strydige. Hespice finem, aenzie den end Volgens een dagblad der hoofdstad, heeft M. Chazal, al zyn patriotismus voor zynnieuw vaderland teverdedigen, zyne laetste redevoering op eene zoo hertroerende wyze geëyndigd, dat M. Frère hem aen den hals gevlogen is en hem zoo leerhertiglyk omhelsd dan 't mogelyk was. Onder- tusschen drukten Rogier en De Vrière hem zoo minzaem de handen dat men nooyt iets zielroerender gezien heeft. En om tot het eynde toe te gaen en de kamer te bewegen, zyn Rogier en Frère te samen begonnen zoo overvloedige tranen langs hunne oogen te storten, dat zy als beken van hunne wangen afliepen. Men zou gezegd hebben dat er Van Abeeie elementen kwestie was, die konnen tranen storten als zy willen en zoo veel zy willen, maer tegen welke men zich wel moet wapenen, aengezien het juyst dan is dat zy op den loer liggen om iemand te foppen. Als de kamer dit zoo vremd als onnoozel spektakelken zag, stond zy verbaesd, doch welhaest schoot zv in eenen schaterlach en men zegde op de banken zoo wel als in de tribunennu is de komedie kompleet.... Maer den ministerielen Echo du parlement heeft dit in 't serieus genomen en kwam des anderdags vertellen dat dit den tweeden aki teas der betooningen van Mey 1857.... O ouvoorzigligen tolk, gy doel dan de ka/.emalering van Antwerpen voor eenen slag des oproers doorgaen. Doch gy hebt ongelyk, de tribunen Schreeuwen, noch roepen, noch maken oproer om het wetsontwerp te doen doorgaen, integendeel de tribunen en geheel 't land vervloeken en vermaledyden het wetsontwerp, zy roepen luydkeels dat het eene engelsche foppery is Ofschoon dit ruinerend ontwerp gestemd zy, ofschoon men tegen wil en dank van 't land eenen gouden berg, eenen onlzettenden berg millioenen gaet verkwisten om onze voornaemste handelstad, door eenen halsband van kanonnen, de keel toe wielen en aldus gansch onzen handel te vernietigen uytsluytelyk om aen Engeland te behagen en dees allesopetend volk meester van onze Schelde te maken, nog zal die natie nooyt by ons gene- genheyd vinden, nog zal het belgisch volk nooyt gedoogen dal Antwerpen een tweede Gibraltar worde, nog zullen wy nooyt toelaten dat de vrye scheepvaert onzer Schelde aeii de Èngelschen geleverd worde. Over dit alles verklaert het land zich duydelyk genoeg. En indien Frère en Rogier, die anders zoo gereed zyn met eene kamerontbinding, nu dien akt durfden wagen, wy zyn zeker dat eenen schitterenden uytslag die vei'derflyk'e engelsche polities zou veroordeelen. Maer indien wy zeker zyn van dien uytslag, wy zyn niel min zeker dat die twee schotelmannen zich daervan wel zullen wachten, want er is hier voor hun kwestie in hunne positie te blyven, en dit is alles voor hun. Wat er aen geheel 't land te doen blyft, is 't geen men te Brussel, te Gend, te Charlëroy en nog in andere steden begint te doen, en gelyk wy over eenige weken gezegd hebben te weten, by honderde krachtdadige petitiën naër den senaet te sturen om de verwerping dier wet van schande en ruine te vragen. Ziet hier, Landgenoten, hoe men deze petitiën mag opstellen. Aen de heeren Senaleurs te Brussel. Wy ondergeteckende, inwooners der gemeente of stad distriktprovincieuwe lastgevers, komen u eerbiediglyk maer tevens zeer dringend verzoeken het door de kamer gestemde wetsontwerp over de verster kingen van Antwerpen te verwerpen. Wy aenzien de aenneming van dees ontwerp als eene openbare ramp. als eene mine voor ons thans zoo rustig vaderland, en dit wel om de volgende redens I" Hel gaet eenen ontzettenden hoop millioenen gansch nutteloos verslinden, en 't land gaet al te veel gebukt onder de lasten

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1859 | | pagina 1