ZONDAG 10 JINY i860.
VEERTIENDEN JAERGANG. - Nr 719.
Vertrekuren uyt de Statie Aelst NAER:
6 FRANKS 'S JAERS.
Vertrekuren uyt verschillige Statiën.
AELST, den 9 Junï 1860.
Het algemeen petitionnement tegen
het werk van M. Frère.
Eenige vergelyhenissen.
Wat volgt daerop
Alles voor de groote steden.
PILLEKENS.
benderat. 5-20 8-30 11-55 42-20 3-10 6-10
Lokeren 5-20 8-30 12-20 6-10 »-0U.
Brussel 7-45 0-0 12-15 3-10 5-45 8-30.
Hech. Bni». Antw. 5-20 8-30 12-20 3-10 6-10
Leur T hien Luyk 5-203-30 12-20 3-10 6-10
Verv Land StTruvSn,5-20 8-30 12-20 3-10 6-10
jjS Gend, Brugge, Ostende 8-25 -12-20 0-00
3-10 6-101« klas langs Dendermoude.
Kortryk, Mouscroen, Uvssel (langs Lede) 8-25
12-20 0-00 3-10 6-10.
Doornvk, Rvssel (langs Ath 7-^55-45—0-00
Nin. Geerardsb. Ath, 7-45 2-35 5-45.
Gend 8-25—12-20—0-003-10—6-10—8-20 Bergen, Quievrain 7-450-00—2-35—5-45
Te ledb staen al de koutoys. Te idegem staen deie vertrekkende van Ath 6-30 0-00
10-10 4-35 0-00 en deze vertrekkende van Denderleeuw ai de convoys.
Staen te GïSEGEM stil al de konvovs uytgenomen dezen vertrekkende van Aelst 0 00 des
morgens en 0-00 's avonds en van Dendermonde ten 0-00 's morgens en 0-00 's avonds.
Staen te Santbergen de vertrekken uyt Ath 6-30 10-10 's niorg. 4-35 en 0-00 's avonds
Van Denderleeuw 0-00 8-10 's morg. 2-50 6-00 en 0-00 des avonds.
VAN LOKERRN NAF.R
Dendermonde, Aelst 6-50 12-0 3-00 7-20»-».
Ninove, Ge«rardsberöen, Ath 6-50 12-0 —3-00— 0-00.
VAN ATK NABK
Geeraeidshergen, Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokeren 6-30 10-104-357-30.
Lessen. Geeratrdsbergen, Ninove Aelst, 6-300-0010-104-350-0.
Brussel (langs Denderleeuw] 6-3010-10 4-35—»-.
Gend, Brugge, Ostende 6-30— (langs Le'de.) 10-104-350-0.
VAN GEND NAER
Audenaerde. 9-25 2-25 7-45. naer Aelst,- 7-0 11-30 00-» 2-20 5-00 7-40.
VAN BRUSSEL NAER
Aelst, Gend 7-35- 11-30—2-20 5-20—7-30.
Ninove, Geeraeidsb, Ath (langs Denderleeuw) 7-35 2-20 5-20 »-.
VAN DENDERHONDE NAER
Brussel 1. Aelst) 7-15 11-50 2-0 5-10 7-45 1. Me« h.) 5-45 9-10 12-45 3-35 6-40.
Aelst, 7 15 7-55 -11-50 2 00 5-10 7 45
DEN DENDERBODE
Dit libcrael-socialistisch werk heeft geheel 't land door eenen
al genieenen opstand veroorzaekt. Van alle kanten komen er
klagten naer de Kamer. Men kent reeds duyzend petitiën, welke
argumenten bevatten, waerdoor de gebrekkigheden van dit
wetsontwerp klaerblykclyk aengeduyd worden en op welke
geheel het liberalismus te samen geen enkele goede antwoord
kan geven. In die petitiën word er bewezen dal de wet van
minister Frère een onreglveerdig, een redeloos en zelfs een
grond wetschendend werk is. De kalkoentroep, die stemt volgens de
kwispelingen der zweep, zal antwoorden Maer ziet ge niet dat
de golukwenschingen van zommige gemeenteraden het werk
verdedigen Doch wy zullen liaer zeggen ja, zy geven, by
schrifte, hunne goedkeuring, maer waer zyn de redens van
verdediging en hoe antwoord men op de dringende klagten
van het platte land Die gelukwenschingen en lage vleyeryën
zyn stom en 't is die slomheyd zelve die oen ltlaer bewys daer-
stell dat het ontwerp hoogst gebrekkig is.
De liberale gelukwenschingen van heden hebben het zelfde
doel dan «Ie petitien die naer de Kamer gezonden zyn geweest
tegen de vryheyd van liefdadigheyd en die den schandelyken
liberatersoproer zyn vooralgegaen, tydens welken een eerloos
liberatersgebroed geplunderd, verwoest, gemoord en gebrand
heeft om de vrye liefdadigheyd ie vernietigen. De tegenwoordige
dankadressen dienen ook om de constilutionnele gemeente-
vryheden te ketenen en te binden.
In 1857 vernietigde men de vryheyd van aelmoeseh te geven
gelyk men het goedvond in I860 zyn het de gemeentevryheden
die men bedreygt en de conslitutionnele magt die men aen de
gemeente wilt onirooven.
In mey 1857 wierd de vryheyd van het goed te doen geslagt-
oll'erd aen den oproer en aen eenen nieuwen 18 Brumaire,
v/aerdoor de wetgeving wierd aen de deur gesmeten in 1860
worden de gemeentevryheden geslagtotlerd aen de centraliserende
overweldiging, dit is te zeggen aen het despotismus van den
staet.
Men slagtoffert de buytengemeentens aen de steden, de arme
buytenwerkmans aen de ryke stedelingen.
Men slagtoffert bovendien op -de onregtveei'digste wyze de
viaemsche nyverheden en voor den akkerbouw onontbèerlyke
elementen aen die der walenstreken, die door het werk van
minister Frère op de sehreeuweodste wyze beschermd zyn.
Doch wat er opmerkensweerdig is, is dat nietleg^nstaende de
walenstreken zoo sterk bevoordeeligd zyn, er nog veel harer
gemeenten tegcu het ministerieel werk komen opstaen. Is dit
niet een bewys dat dit werk gebrekkig is? Moet men niet vragen:
Waer is dien geest van vryheyd en onafhanglvkheyd die 't kongres
van 1830 bezielde? Waer is dien algemeenen geestdrift die
Belgiën kenmerkte vóór de liberaters overweldiging in 't bestuer
en ia de wetgeving Maer men moet zich niet verblinden nopens
de nevgingen der liberaters-magonnieke seete eiken keer dat
<de «centrale magt ten haren profyte de vryheyd in een land heeft
willen versmachten heeft zy, door berekende inbreuken, de
onafhanglvkheyd der gemeentens vernietigd, van daer zyn alle
dwingelandvën begonuenDaer waer er gemeentevoorregten
ontbreken, is geene vryheyd. De liberaalste wetten zyn zonder
uytwerksel, als de gemeente hare voorregten verloren heeft.
Een gendsch blad, dat voorzeker niet klerikael is en 't geen
.zelfs altyd vyandig was aen de revolutie van 1830, zegde over
eenige dagen
Dit is 't geen 't nationael kongres verstond. Het volk van wie
alle magt kwam verklaert er in dat de gemeente moest konnen
onafhanglyk blyven van het centrael gezag. De art. 108 en 109
zullen aen de gemeentens en provinciën eene magt behouden
die haer zal tqelaten zich door 't gouvernement te doen
aenhooren.
Het is juyt in die artikels dat de oorspronkelykheyd ligt onzer
constitutie, die ze onderscheyd van d'andere landen. Ónze
grondwet heeft van de gemeenten de voorwachten gemaekt van
't land, zy moeten altyd konnen gereed zyn om zich tegen alle
inbreuken der centrale magt tc konnen verzeilen.
Maer dit is 't geen mishaegt aen 't magonniek liberalismus
dwingelandig van aerd, wilt bet niets in den staet hebben dat
hem geneert, het wilt alleen als despoot meester zyn en besturen.
Men moet niet zeer schrander zyn om te zien dat het magonniek
liberalismus de eene vryheyd voor en de andere na wilt veiv
nietigen, telkens dat de liberhaters aen 't hoofd gekomen zyn,
hebben wy eenige onzer grondwettige vryheden verloren,
en T is aldus dat Belgiën eyndelyk geheel de vrucht zyner
revolutie van 1830 zal verliezen. Het heeft het hatelyk hollandsch
jok afgeschud, maer 't is onder een meer verdrukkend jok,
4>nder dit van 4e Ji.b.eraiery gevallen, die Belgiën wilt ten prooy
werpen aen't socialismus,'t geen de regeriugslooshevd en de
vernieling van alle maetschappelyke samenleving daerstelt. Dit
is 't geen men vind in de merkweerdige redevoering van M.
Itoyer de Behr. Ziet hier hoe dezen eerzameri redenaer in zitting
van 30 mey eyndigt
Den luxe en 't gemak der steden doen betalen door het
zweet van den buyten en door eene verhooging van lasten op
den voornaemslen en eenigen drank onzer werkende klassen
den slact belasten met renten ten profyte der steden en van
deze ware pensionnarissen van den staet maken aen deze
geven die meest uylgaven en verkwistingen gedaen hebben,
is een waer socialismusen ten anderen, een ernstig gevaer
voor onze gemeentevryheden. Ik kan daii in ziel en geweten dit
stelsel niet aennemen.
WTal er op deze nypende waerheyd volgt Ah lezers, niets,
geen woordDe liberalen der kamer blyven stom gelyk
marnieren beelden, zy wachten naer den kreetter stemming
om zich in beweging te stellen, zy wachten dat er aen 't koor
deken getrokken word om mei kop en lyf, met ermen en beenen
bet rampzalig ontwerp door te dryven.
De zelfde slomheyd heeft gemanoeuvreerd als M. Thibant de
taslelyke groudwetschendiug van het ontwerp in de volgende
woorden heeft bewezen
Het geheym van al die dankadressen en vleyeryën van eenige
a gemeenteraden is besloten in den art. 14 van liet wetsontwerp.
Gelooft my, MM., dit tooneel der steden, die zich verheugen op
pensioen te zyn gesteld, dier gemeenteraden die zich 'geluk
te wenschen onder voogddy gestold te worden, der stedelingen,
onidai het ten hunnen voordeele NIEUWE TIENDEN op den
buyten legt, dit tooneel is geenszins van aerd om fier over
onze beschaving en vooruytgang te wezen. Het doet ons
gevoelen wat er ongetwyfeld zal gebeuren als den appetyt der
steden zich zal doen gevoelen.
Gewoon gemaekt hare uylgaven van luxe door de buylen-
gemeentens te doen betalen by middel der octroyën, versterkt
in die dwalingen, door het 'wetsontwerp, zullen de steden
hare verkwistingen niet willen staken en zich ook geene
lasten willen opleggen. Meesterssen door de kiezingen in de
voornaemsle distriktcn zullen zy, door hare vertegenwoor-
digers, op het gouvernement wegen om hare onderstands-
gelden te doen verhoogen naer mate zy_'t zullen noodig
hebben. Indien het gouvernement wykt, gelyk het te denken
a is, indien het eenig nieuw art. 44 voorstelt, aen de omstandig-
M heden toegepast, den buyten zal Jangsommeer geperst en de
openbare schatkist aen de plundering overgeleverd worden....
Eyndelyk is de stomheyd dan toch verbroken géwordén den
exschoolvos van Airas is uyt zyu bed gesprongen en is met
bitlerheyd en spytighèyd beginnen te tieren om het wetsontwerp
te verdedigen. Maer hy heeft er meer kwaed dan goed aen
gedaen, want al rammelen en grollen over het ruylers-order,
over het order der sleden en buytengemeentens," over leen
heerschappen, over de trotschheyd" der burgers tegenover de
boeren, over kleyne steden en groote parochiën, over de voor-
oordeelen der Catholyke party, over alles met een woord, uytge
nomen over de octroykwestie, heeft hy bewezen dat het wets
ontwerp meer dan eenen slechten kant heeft en niet verdedigbaer
is. M. Frère moet maer eenen soberen konfraler tn den exschool
vos gevonden hebben, want zulke redevoeringen maer dienen
om een wetsontwerp, al was hel veel min slecht dan het tegen
woordige, te zien in den grond booren.
De fabrikanten van inlandsehen suyker hadd'en by den Koning
zelf geweest on aen Z. M. eene krachtdadige petitie behandigd
tegen het ontwerp. De bewoordingen dezér petitie hadden de
galle geroerd der ministerielen deze waren er tegen nytgevallen
gelyk woedenden en de fabrikanten beschuldigd onvaderlandsche
gevoelens te bezitten. Maer deze schandelyke aentygingen
vielen op geenen kouden steen de fabrikanten zonden eene
deftige proteslatie naer de Kamer, waerin zy deden zien dat liet
't ministerieel ontwerp was, 't welk do onrust en den troebel
in 't land veroorzaekte en de vaderlandsliefde van allen eompro
metteerde. De schreeuwers der Kamer en de ministeriele brood-
schryvers hebben stillekens den bek in de pluymen gesleken en
de zaek is daerby gebleven.
Ondertusschen gaet de beraedslaging voort en wacht het land
met ongeduld naer den uvtslag.
In eene kernige redevoering, welke onzen achtbaren afge-
veerdigden, JI. DoNaeyer, In de Kamer, op I jnny, uytgesproken
heeft, beeft den geleerden redenaer het wetsontwerp van 51.
Frère met eene buytengewoone kracht van logiek aengerand en
er de schreeuwende onregtveerdigbeyd van aengetoond. Het
is ons onmogelyk, ingezien de beperkthevd van ons blad, eene
volledige ontleding van dit stuk van kunde' en vvelsprekendheyd
meê te deelen, 51. De Nacycr heeft onder andere bet princiep
der octroyën stellig veroordeeld, hy wilt er-de afschaffing van
gelyk wy, maei hy wilt het gemeen fonds niet samengesteld
zien door eene andere nog ergere onregtveerdighevd dan de
eerste, liet octroystelsel brengt jaerlyks 12 millioeuen fr. op en
in die 12 millioenen vergelden de vier groote steden van 't land
voor 8 millioenen, Wacruyt volgt dat zy ook uyt bet gemeen
fonds 8 millioenen zoiden trekkenAldus zouden de arme
gemeentens en mindere stedekens moeten betalen om de theaters
de schouwburgzalen, de wandeldreven, de lusthoven, de eon-
certszalen, de viool-en lluytspeters en honderde andere grillen
en verkwistingen dor groote steden moeten betalen. Bit alles
zou geknapt worden op het pintje bier, op het druppelken, op
liet tasken katl'ë van den armen burger, van den werkman, en
ondertusschen zouden de ryke heeren der groote steden wyn
drinken, koslelyke spyzen eten, alle overtollige lekkernyen
smokkelen op de kappe, niet het zweet en bloed van den werk
man. Zulk scliandelyk onregt en vraekroepende verdrukking
hebben in M. De IS'aeyer eenen moedigen tegenstander ge
vonden. Wy juyehen onzen weisprekenden afgeveerdigden
gulherliglyk toe en zeggen hem dat hy zich allerweerdigst van
zyne aengenomene taek gekweten heeft. Zvne lastgevers zulten
er hein regtzionlglyk dank over betuygen.
Alles dat bliukt is geen goud, zegt men en dat spreekwoord
toepassende aen de brieven van ge-lukwensching die men 51.
Frère, over de octroy-wet uyt verseheydene p'laetsen toege
zonden heeft, mag men zeggen dat mcermaels den geineente-
raed, die hem bedankte, geenszins den tolk was der inwooners.
Dit is het geval geweest onder andere te Sollegem, waer den
gemeenteraed onlangs een adres van bedanking aen den fmantie-
minister tocsluorde, en dit adres ook diende om 51. Frère le
verheérlyken.
Maer ziehier de keerzyde der medalie eene petitie, geteekend
door HS kiezers van 166, ontkende het adres van den gemeente'
racd en blameerde het wetsontwerp van Jl. Frère.
Daeruyl volgde dat den gemeenteraed van Sottegem bvna
alleen van zvn advies was.
Wy haestcn ons aen onze talryke lezers den volgenden brief
mede le deelen, welken den Heyligen Vader den Paus heefi toe
gezonden aen den Heer Voorzitter van den Midden-Raed van het
Werk van St-Pielcr-Penning, in het bisdom Gend
PIUS IX, PAUS.
BEMINDEN ZOON, EDEI.EN HEE11, ZALIGHKYD EN APOSTOLYKEN ZEGEN.
Door het verslag't welk UEd., den 14 maert laetstleden, ge
daen hebt aen de komiteyten in het bisdom van Gend ingesteld
om gelden m te zamelen ten voordeele Onzer behoeftige schat
kist, hebben wy uwe uitmuntende verkleefdheyd aen dezen
Stoel wel gevoeld. Onze rampen en onheylen hebben zoo zeer
beminden Zoon en edelen Heer, uw hert en het hert der léden
van die vergadering bewogen, dat zy aenstonds en met eenparige
stemmen besloten hebben mot allen yver en vlyt Ons in Onze
noodwendigheden byte staen. Zulken 'iever, uwe godsdienstig-
heyd en godsvrucht overwccrdig, heeft Ons zeer getroost in deze
omwenteling der zaken van Ilalicn, die wy beweenen. Be vyan-
den van den 11. Stoel hebben immers een verbond aengegaen'met
meyueedige booswichten om Ons tydelyk bestuer teenemael te
vernietigen, en lerwyl zy zich deugdzaem en godsdienstig veyn-
zen, zoeken zy overal hinderpalen op te werpen, om Ons te
beletten van het erfdeel dezer Itoomsehe Kerk te behouden
en voor te staen. Maer den Heer is magtig cn aen Hem moet men
dien ongeineenen wcdslryd toeschryven der Catholyke wereld
die niets zoo zeer ter herten heeft als de regtcit van d'eu H. Stoei
te besehermen en slaende te houden legen de goddelóosste
roovers. Onzen wensch heeft gew eest, beminden Zoon cn edelen
Heer UF.d. en de leden van uwe komiteyten door dezen Onzen
brief over de ingezamelde gelden, die gv Ons gezonden hebt
hertelyk te bedanken. Wy smeeken vuriglvk God, gever van alle
goed, uwe godvruchtige liefde eri die van" al de gelooven in mv
land, te beloonen. En Wy begeeren dat een voorteeken dezer
belooniug en eene getuygenis Onzer byzondere liefde voor u zy
de Apostelvke Benedictie die Wy UEd., beminden Zoon en edelen
Heer, aen uwe medegezellen en aen ai uwe huvsgezinmu uvt
de volheyd Onzer vaderlyke liefde hertelyk vergunnen.
Gegeven te Roomen by den H. Petrus, den 12 mev 1860, het
■XIV- jaer van ons pausdom.
(Geteekend) PILS IX, Paus.
Aen Onzen beminden zoon en edelen heer, den groef Oct. d'Alcantara.
Het Verbond heeft, in zyn nummer van zondag, eenen
nieuwen cyferregel uytgevonden om de verpletterende nederlaeg
zyner parly, in de laelst afgeloopene kiezing, wat le vermommen'
Hni konfraler zegt hadden de liberale kandidaten zooveel
stemmen meer gehad en de katholieke zooveel minder de
liberalen lagen boven en do klerikaien onderTcrwyl den
fynaerd tocli aen 't schryvcn was van zulke iiefbebberyën, zou
hel niet eenvoudiger geweest hebben effenaf te zeggen Hadden
de iberale kandidaten AL de stemmen gehad, zy zouden gekozen
geweest zyn? Ons dunkens ware'teen zoo wel geredeneerd
dan lander, maer't geen best geredeneerd is, is inct cyfers