Sterfgeval.
Een Scliaiulael.
Dat den lezer zelf over het feyt, dat wy een
sehandael noemen, oordeele, en wy zullen zien
of hy, na kennis genomen te hebben der zaken,
het woord niet te zwak, niet te kleurloos vinden
zal.
Dezer dagen wierd een bygevoegd regter der
regtbank van Nyvel, den heer Dubois, door de
Assisen van Braband veroordeeld tot dry maen-
den gevangenis en 500 franken boete, voor een
liatelyk en eerroovënd schrift, waeruyt eene pro
vocatie tot tweegevecht voortkwam.
Den jury weygerde zelfs hel beneficie der ver
zachtende omstandigheden aen den beschuldig
den omdat hy begreep dat een magistraet, die in
zoo verre zyue pligt en de betamelykheyd ver
geet, als den heer Dubois, geen regt heelt op
eenige toegeving.
Wat gebeurt er? Die brandmerkende veroor
deeling heeft niet belet, dat den heer Dubois, on
langs, een kiesbureel presideerde....
Meer dan dat: M. Bara, die een beschermer
van den veroordeelden schynt te zyn, heeft zich
gehaest .den heer Dubois onmiddeiyk te gracie-
ren, ofschoon het Hof geene de minste verlich
tende omstandigheden voor hem had willen aen-
nemen. Kon het Hof, samengesteld uyt bejaerde
magistraten, eepen zoo sterken kaekslag ver
wachten van den jongen Bara
Die genade is verleend zonder toestemming
der parketten, en strydig met de inzigten van
den lieer procureur-generaeloverigens, zy is
strydig met de goede traduiën, met het goede
voorbeeld, dat altyd van hooger hand komen
moet. Ook heeft den heer De Bavay, niet heel ge-
vleyd over de handelwys van meester Bara, de
demissie als bygevoegden regter van den heer
Dubois uyigelokt.
Wat mag de reden van die byzondere gunst
zyn, welke den heer Bara aen den heer Dubois
heeft bewezen, spytens de justitie? Den heer
Dubois is gekend om zynen haet tegen het gods
dienstige, en zyne verkleefdheyd aen het minis
terie ligt daerin het geheym
In dat geval meenen wy te mogen zeggen
sehandael omdat, wy herbalen het, den
minister vergelen heeft wat eerbied hy aen de
justitie en de goede traditiën verschuldigd is
(Handelsblad.)
Een byzonderen brief uyt Roomen meld dat
het aen tal Bisschoppen, voor de viering van het
18e Eeeuwiëest van den Apostel Petrus, eersten
Paus van Roomen, den 45 juny reeds aldaer aen-
gekomen, tot 260 beliep. Men verwacht nog veel
andere prelaten tussclien den 25 en 50 dezer
maend. Het Diario van Roomen kondigt de naeni-
lyst af van 62 Kardinalen, Artsbisschoppen en
Patriarchen, met hetzelfde doei wit in de hoofd
stad der Christen wereld toegekomen. Dè Bis
schoppen uyt Europa en Amerika brengen meest
allen ryke geschenken mede voor den Vader der
geloovigen de prelaten uyt den Oosten en der
zendelingschappen zyn voor het grootste deel'
van alles berooft, eenigen dood arm. Ma'er PiusIX
herstelt eenigzins het evenwigtwat hy met
de eéne hand ontvangt, geeft hy weg met de
andere.
Men 'meld dat de Garibaldianen eene pooging
tot aenranding van het pauslyke grondgebied
gewaegd hebben. By Terni, heeft eene bende
van meer dan 200 gewapende kerels de grenzen
willen overschryden. De aldaer gelegerde ita-
liaensche troepen hebben den inval belet, 47
krygsgevangenen gemaekt en de anderen op de
vlugt gedreven. De rust is op dit punt reeds
geheel en al hersteld, en de grenzen worden
nu gestrenger bewaekt ook door al de pauslyke
troepen.
De inwooners van Weenen zyn gelukkiger dan
die van Antwerpen, en het oostenryksch gouver
nement geeft bevvys van meer eerbied voor de
volkssouvereyniteyt te hebben dan het Belgische:
ten gevolge der protestatiën tegen de nieuwe
forten van Weenen, heeft den keyzer de staking
van de werkzaemheden bevolen.
Eergisteren heeft er te Verviers eene gedeelte-
lyke kiezing plaets gehad voor twee gemeente-
raedsleden.
De twee catholyke kandidaten zyn er met eene
voortreffelyke^meerderheyd gekozen, terwyl de
liberhaters er feèstelyk afgekookt en zoo warm
en malscli weg in den azyntobben zyn gesteken.
Byna overal begint het liberhaterskraem in
duygen te vallen. Nóg een beetje patiëntie en
g'heel 't hoelken zal voor goed op flesschen ge
trokken wezen.
De processie van het H. Sacrament heeft ver
leden Zondag met een buytengewoouen luyster
plaets gehad en is door een allerschoonste weder
begunstigd geweest.
Onze stadsgenoten hebben met de meeste vol
doening bemerkt dat nu den eersten keer, sedert
lange jaren, die zoo troostvolle als acndoenlyke
plegtigheyd wierd bygewoond door onze catho
lyke gemeenteraedsleden welke zich in de stad
bevonden. Alle deftige en ware treffelyke lieden
hebben de hoogst deftige handelwyze onzer
catholyke gemeenteraedsleden ten volle goedge
keurd en grondhertiglyk toegejuyeht.
O
Maendag avond is alhier overleden den lieer
Honoré D'huygelaere, Notaris dezer stad. Wy
meenden zelve een woord over dien geleerden
lettervriend neer te schryven, maer wy vonden
onze taek volbragt door eenen vriend van den
overledenen, M. Van B..., welken in de Beur
zencourant de volgende regels aen de geheugenis
van M. D'huygelaere toewyd
Maendag avond is te Aelst overleden den heer
Honoré D'huygelaere, sedert 4855 notaris te dier
stede, en die hoewel sinds eenigen tyd lydende
aen eene borstziekte, toch onverwachts aen zyne
bloedverwanten en lalryke vrienden door de
dood ontrukt is geworden. Geboren te Deynze
ten jare 4805, heeft den overledenen den ouder
dom van 62 jaren bereykt.
Hy was den zoon van wylen den Vlaemschen
dichter Augustyn D'huygelaere,. "van vvién wy een
bundel Nationale poëzy bezitten, en die in
Deynze, en later In Audenaerde, alwaer hy voor
zitter der Vlaemsche letter-en tooneelkundige
maetschappy was, machtig veel heeft bygedragen
tot beoefening en verheerlyking onzer moeder-
tael.
Die zucht was ook zynen kinderen ingeboren;
in de Vlaemsche wereld worden de dichtstukjes
zyner nog levende dochter Maria gretig gelezen,
en ook zyn thans overledenen zoon Honoré,
Vlaming van hart en ziel, beoefende met vrucht
de nationale letterkunde en schreef eene menigte
schoone gelegenheydsdichten. Zynen krachtig ge
spierden vlaemschen styl als notaris is by zyne
ambtgenooten hoog gewaerdeerd, en niet'alfe'en
met woord en schrift, maer ook met de daed, be-
bevorderde hy de Vlaemsche beweging.
By onze vertaling der nieuwe wet op de Werk-
rechtersraden, heefi hy uytleggingen en ophelde
ringen gevoedg, welke b'ewyzen dat hy ook op 't
regtskundig gebied uytgebreyde kennissen bezat.
Nog jeugdig, van 't jaer 4850 tot 4855, bekleed
de hy tydelyk de bediening van districommissa-
ris, en later degene van secretaris der stad Aelst,
zyne geliefkoosde tweede vaderstad, welke hy
niettegenstaende de schitterendste voorstellen
van hoogere standplaetsen en bedieningen, nooyt
heeft willen verlaten.
Vurigen beminnaer der letteren en schoone
kunsten, heeft Honoré D'huygelaere ook als no
taris veel diensten bewezen, en zich ontelbare
vrienden verworven in de stad Aelst en omstre
ken, alwaer zyn afsterven, evenzeer als door
zyne geachte bloedverwanten, diep betreurd zal
worden.
De begravenis heeft donderdag plaets gehad,
bygewoond door een zeer groot getal vrienden
en kennissen, welke zoo van de stad als van de
omliggende en vrémde steden waren toegesneld,
om hunnen afgestorven vriend een laetste bewys
hunner verkleefdheyd te geven. De plechtige
uytvaert zal woensdag 10 july aenst. plaets heb
ben ten 40 uren voormiddag.
Redevoering uitgesproken op het graf van den
heer Honoré D'lluygelaere, door een vrienden
bewonderaar der vlaamsche letteren.
Mag hierbij dit opene graf de stemme van het
hart welkom zijn, zoo maak ik het mij ten pligt
een laast vaarwel den diep betreurden toe te
spreken.
Anderen laat ik de taak, en met meer recht
hulde te brengen aan zijne uitgebreide kennissen,
aan de zorgvolle uitvoering der menigvuldige be
dieningen die hij, met zooveel ijver, als ambte
naar heeft waargenomen, om alleen dit killig
overschot, het vaarwel toe te spreken en in hem
de hoedanigheden te vereeren die hem, als
mensch, deden hoogschatten en waarderen. Zoon
van een deftig en beroemd dichter, broeder van
eene teedere en gevoelvolle dichteres, werd hem
van in de kinderjaren, het stille leven, als een
toonbeeld van geluk en van vrede voorgesteld.
Als kind, omringd van eenen liefdevollen huise-
lijken kring, was hij opgegroeid in het gevoel
van het schoone en bleef hij zijn gansche leven,
de eenvoudige zeden en de schoone nederland-
sche letteren, als eene baak voor zielerust aan
schouwen.
Hij ook beoefende de poëzij en in de toonen
die hij de harp der dichtkunst wist te ontwrin
gen, hoorde men als de weerklank van het hoog
geschat talent van zijnen afgestorven vader.
Gelijk allen wiens hart voor edel gevoelen
klopt, was hem de vrienschap een heilige schat
en allen die hem hebben gekend, getuigen welk
een prijs hij er aan hechtte, met welk een teedere
zorg hij de banden der verkleefdheid onder
hield.
Na een zorgvol leven, meer aan anderen dan
aan zich zelve ten prijs gegeven, heeft het de
Almacht niet behaagd hem de rust, na den ar
beid, midden zijner vrienden.te laten genieten.
ge moet u wat hooger adresseren, by voorbeeld
by deze die onlangs het art. 400 der grondwet
uyigesohraht hebben.
TWEEDE ZINSNEDE. Den armen is ge
heel en gansch schadeloos gesteld, vermits de
iielmoesen, voor hem ingezameld, hem toege
komen zyn.
Wie verzekertvragen de recruten. dal de ael-
moesen aen den armen toegekomen zyn 1 Wie het
verzekert, jongens Mannen die voorzeker ge-
loofbaerder zyn dan gy en g'heel uwe kliek, tot
tie kopstukken toe, wier bladje wy zoo dikwils
van de schandelykste leugens overtuygd hebben.
Uwen meester heeft u over deze zinsne'de eenen
rimram opgegoten van zekeren franschen meyer
vaa Mongardin van 4809. Zegt aen uwen slimmen
advokaet dat wy hem daërop zullen antwoorden,
zoohaest hy zich uyt het net zal getrokken heb
ben waerin hy zich zoo deerlyk geslékeu heeft,
met over Marnix, Damhouder. Sevestre, Ulrich
de Hutten enz. te raeskallen, waerop hy nu zoo
stom blyft als nen aep in burgerskleeren.
DERDE Z1SNEDE.De grootste vryheyd
moet aen de particuliere wetdadigheyd overge
laten worden.
Hierop zeeveren de recruten dat inzamelen
op straet geen particuliere maer openbare liefda-
digheyd is. Och arme sullen, leert toch een beetje
vlaemseh verstaen. De particuliere weldadigheyd
is tegenovergesteld, niet aen de openbare maer
aen de officiële, anders gezegd ambtelijke. Alle
inzameling in de straet is natuerlyk openbaer, 't is
gelyk voor wie en door wie zy geschied maer
als 't officieel armbestuer in de straten voor den
armen inzamelt, dan is deze openbare weldadig
heyd officieel, terwyl zy particulier is als de in
zameling door persoonen zonder officieel karak
ter gedaen word. En 't is aen zulke particuliere
weldadigheyd dat, volgens bovenstaende zins
nede, alle wereld lyke overheyd de grootste vry
heyd moet laten, in plaets van door liberhaters-
wetten de bronnen der weldadigheyd te doen
uyldroogen.
Derecruteri vragen of er ooyt schyn geweest is,
van wien bet zyn moge, aen het bestaen of' aen de
handelwyze der societeyt van St Vincentius den
minsten hinder toé te brengén Och jongens heeft
uwen meester u niet verwittigd dit potje gedekt
te laten Of weet hy zelf niet dat, sedert menige
jaren, het door't gouvernement aen de militairen
van allen graed streng verboden is deel te maker,
van deze societeyt Francmac-ons mogen zy wor
den, hoe meer hoe liever, maer Vincentiusleden,
nooyt.
VIERDE ZINSNEDE. Het ware onregt
de jongelingen," die zich met deze rondhalirig
willen gelasten hebben, te vervolgen, en hun het
reeds uytgegeven geld uyt hunnen eygen zak nog
eens t§ doen betalen.
Waerom hebben zy zich daeraen blootgesteld
roepen de reciutenZy hebben zich aen niets
"blootgesteld. Zy hebben de toestemming gevraegd
-en bekomen om in te zamelen, niet voor het
weldadigheydsbureel, maer voor den armen. Zon
der bepaling. Als zy naderhand, op de verwit
tiging van den burgemeester, het reeds gegeven
order van brood te bakken voor den oogenbiik
introkken, dit deden zy uyt voorzigtigheyd maer
zy verstonden welhaest dat deze verwittiging
en bepaling te late kwamen, on zy deden voort-
bakken. Had den burgemeester "hun VOOROP
verwittigd, zy zouden .voorzeker geene inzame
ling gedaen hebben, zy zouden de knechteji niet
willen zyn hebben van een armbestuer waervan
zy niet moeien hebben.
Waerom, vragen eyndelyk de recruten, waerom
hebben de catliolyken geen betrouwen in de arm
besturen
Waerom och, jongens, gy vraegt naer den
bekenden weg gy weet zoowel dan wy door
wat soort van gemeenteraden, sedert lange'jaren,
meest al die besturen benoemd zyn en gecon
troleerd worden, en waermeê zy zich maer al te
wel bemoeyën. Indien gy niet alles weet, gaet
ondervraegt de bediende dezer besturen groot en
kleyn, ondervraegt de leveranciers die met vele
dier besturen in betrek zyn, ondervraegt de
noodlydende ouders die hunne kinderen liever
naer de scholen der Broeders dan naer de gene
der gemeente zenden en gy zult vernemen of
zy zich slechts bemoeyen met openbare liefdadigheyd,
en of de controle waerop gy zoo stoft en boft
niets anders ten doel heeft. Wat ons betreft,
wy doen gelyk M. Liénart, wy verdenken nie
mand, maer wy zeggen dat vertrouwen iels is
dat niet opgedrongen word, en daermeè punc
tum.
M. Bara, minister van justitie, heeft andermael
het bewys geleverd, hoe weynig eerbied hy heeft
voor de magistratuer, en dat hy de partyschap
boven de achting stelt, welke hy voor de justitie
zou moeten hebben.
zyn hert geklemd. Hclacshet was geen vriend, die
eenen vriend onpielsde.... het was een verrader, een
tygei', die zyne prooy nvdig vastklampte.
Snelt toe snelt toe riep hy met eene schrikwek
kende stem hy is in myne magthy zal evenmin als
diegenen ontsnappen, die hem, voor de nationale vraek
wilden verbergen
O, genade riep Mme de Renac uytin den naem
uwer overledene moeder, spaer toch den goeden grys
aerd spaer ons, die het altyd zoowel met u meenden
Ach, in 's Hemels naem voegde de dochter er
weenende by, terwyl zy op hare knieën zonk, lever toch
dien dcugdzamen grysaerd aen zyne beulen niet over.
Ik weel het, ons aller leven is in uwe hand ach spaer
hem toch t
Red u zeiven 9 red u leven sprak den gceste-
Jyken met ontroerde stem welligt- kunt gy nog vlug-
ten.
Alles waste vergeefs Soldalen drongen de woo
ning binnen en sleepten den gryzen priester en de on
gelukkige hüysliedon mede, die door een Ie groot ver
trouwen zich in hun verderf hadden gestort. Mr en IV1n,e
Renac bragten met hunne dochter den nacht in eene
akelige gevangenis over en zagen don geestelyken den
volgenden dag weder. Slechts eenige stappen was hy
hen vooruyt, om ter dood te gaen. Aen den voet van
het schavot gekomen, keerde den dienaer des Hoeren
zich om naer diegenen, welke weldra zouden onthoofd
worden om hem te hebben willen redden.
Ik zegen ti, zegde hun den grysaerd myne laetste
bede is voor u. 0 God verleen hun de kracht der mar
tel aers
Zyn gebed wierd verhoord. Zy stierven zonder zwak-
heyd, en volgden van naby in den Hemel <ren heyligen
priester, wiens 'even zy opi aerde hadden willen
redden.
L)e afschuwelyke handelwyze van M. verwekte
afgryzen onder de republikanen zelve zooveel trouw-
loosheyd, gepaerd met zooveel vreedheyd, deden hem
als een monster, zelfs by de monsters, doorgaen.
Het was thans-geweten, dat hy enkelyk met zyne vroe
gere weldoeners betrekkingen had acngeknoopt, om
hun geheym te ontdekken en hen naer hel schavot te
leyden.
L)en tyd had inmiddels aen het schrikbewind zyne
magt ontnomen en wischte langzamerhand de bloed
sporen uvldoch denzelven kou den gruwel niet ver
minderen, welken den ouden Jacobyn inboezemde. In
de straten wees men hem met den vinger na dë vrou
wen keerden het hoofd om wanneet zy hem zagen, en
weldra hield hem eene berouwlooze schaemte gedu
rende den dag te huys. Wanneer hel avondduysler was
gevallen, waegdo hy hel een weynig lucht te gaen
scheppen, en wandelde alsdan in de minst bezochte
plaetsen. En dan nog omgaven hem angst en vrees
dan nog beefde hy by hel minste gerucht.
Op zekeren avond, terwyl zyne afschuwelyke mis
daden hem weder voor den geest kwamen, slapte hy
voort zonder Ie weten vervvacrls hy zich begaf. Eyn
delyk was hy op de wandeling La Motte gekomen, op
welke plaets het huys zich bevond, dal vroeger door
de ongelukkige familie Renac was bewoond. De diepste
stille heerschte rondom hem.
Niemand ziet my, niemand vervloekt my, zegde
hy in zich zeiven.
Op eens noemde eene doordringende slem zynen
naem.
Wie roept my zegde hv, bevende.
De familie Renac was hel antwoord.
Hy ziet rond, doch bemerkt niemand. Hy stond regt
tegen over do woouing zyner slagloffers. Door afschrik
getroffen, meent hy dal hy hunne stem heeft gehoord,
liv vlugt. Een koud zweet bedekt zyn gelaeleene
koortsachtige siddering dringt door al zyne ledematen.
Hy versnelt zyne stappen en durft zyn hoofd niet om-
Bij Hem die in ander sferen woont, is hij uit
ons midden geroepen om den loon te ontvangen
dien hij als nuttig Burger, als kundig ambtenaar,
als geleerde, als verkleefde broeder, zoo ruim
schoots heelt verdiend.
Vaarwel, D'Huygelaere, ontvang hier aan uw
graf de getuigenis onzer droefheid orh uw af
scheiden.
Gedenk dat de herinnering aan uw Edel hart,
aan uwe weienschap, aan uwe kunst, midden
uwe vrienden zal blijven voortleven en dat wij
het aandenken uwer vriendschap, als eene kroon,
als eenen roem, zullen blijven bewaren.
Tot weêrziens, in der Eeuwigheid
Gister avond hoeft er eene belangryke open
bare zitting van onzen gi-meenteraed plaets gehad,
vvaerover wy in ons naeste Nr. zullen handelen.
Koninglyke hesluylen van 14 juny staen t^e aen
de gemeetile-beslneren hierna aengediiyd, de vol
gende subsidien voor de uytvoering van gezond-
hevds- en kassydings-wi ken
Oost-Vlaenderen Moerbeke en Stekene, 2670
Lellerhautem, 150Ö; Adegem, 4260; Avgem, 2000;
Denherliautem en Erembodegem, 1000; Ke«kxken
800; Yolkegein, 500; Woulnechlegeni, 900; Oosl-
Kecloo, 800; Erpe, '1000; Oltergem, 440; Kiel-
drecht, 6000; Hemelveerdegem, 600; Wortegem,
4000 Nietivverkerke, 5500; Baesrode, 500; Gend-
br'ngge, 5000; Lembeke, 2180; Drongen 800;
Erembodegem, 500; -.ioerzeke, 1700; Wieze, 5000;
Denderleeuw, 2000; Cruybeke, 600; Stekene 8000;
Machelen, 500; Oiiltre, 860: Caprycke, 4000;
Moerbeke (Gend), 500; Eecloo. 640; Hamme, 2500;
St. Gillis bv Dmtdri monde, iOOO; Gysegem, 2000;
Lemberge en BoiMaore, 5500; Adegem, 1200; aen
hel bestuer van üni üroek van Basel en Rttpelmon
de, 2500; St. Latireynscn Marguerite, 8000; Bouc-
baute, 6000; Baeb-gem, 500; Lovendegem, 2500;
St. Antelinckx, 650; Heldergem, 4560; Appelterre-
Eyehem, 600; HnlUude, 650; St. Maria-Hoorbeke,
780; Mei re, 400; S^gelseui, 700; Maria-Andenhove
500; Sulsicque 1500; Swynaerde, 1000; Seever-
gem, 4000; Blasius-Boucle, 500; aen den weg van
Drongen naer Muriakerke, 6000 aen 't bestuer
van den polder van Kieldrecht, 7000 franks.
By koninglvk besluv'. van 20 juny, zyn de
volgende pensioenen verleend605 fr. aen P.
Coolens, oud pastor te Kemseke;fr. 556-67 aen
M. P. De Loose. «>nd onderpastor te Velsieque-
Ruddershove; fr. 1027 08 aen M. G. Danneau, oud
pastor te Steenkerke, 1190 fr. aen de wedtuve van
M. Grau, inleven gieffier dei; regtbank te Aude
naerde.
De huwelyksaénkondigingen Van den baron
Eugeen Nolhomb met Mejufv, Louisa de Ct u'-eker,
zyn te Brussel en t»* Aelst, den 9 en den 16 juny,
gedaen geweest; het huwelyk zal den 6 july te
Hamburg gevierd worden, alleenelyk iti de legen-
woordigheyd der naeste bloedverwanten uyt oor-
zaek van den dubbelen rouw der familie van den
verloofden.
Volgens men thans van verseliillige kanten
verzekert, is het zeer weynig waerschynlyk dat er
een buylengewouen zitlyd der Wetgevende Kamers
zal plaets hebben, om zich met de qneslie der !e-
gerherinrigting bezig la houden. Die herinrigting
word thans niet meer zoo dringend geoordeeld,
aengezien alle geruchten van oorlog en algemeem*
verwikkeling, welke de wereld vrees aeujoegen,
verdwenen zyn, en de vredezon overal hare stralen
schiet.
Te Brussel klaegl men in het algemeen, dat
er zoo weynig zaken worden gedaen. De groot- en
kleynhandel, met een woord iedereen iyd er door,
en er staen te Brussel en in de voorsteden niet
minder dan 1500 liuyzen ledig.
In de hoogere kringen van Brussel word een
zonderling voorval verteld, dal in het koninklvk
paleys heeft plaets gehad. Een der adjudanten van
Z. M. had reeds herhaeldemael bemerkt dal men
geld wegnam uyL eenen lessenat-r, waet over hy de
zorg had, en welk diende om zekere uytgaven
voor den maendelykschen dienst te betalen. Ten
eynde den dief te ontdekken, nam hy zynm loe-
vlugt tot een middel, 't welk niet nieuw, maer
waervan den goeden uytval byna altyd verzekerd
is. In den lessenaer plaetsle hy eene geladene pis
tool, in der wyze om deze te doen afgaen in de
beenen van den vermelelen, die hel meubel open
de. Nu dan, onzen officier, door eene ongelooflyke
verslrooydheyd, vergat wat hy zelf heeft gedaen,
opende den lessenaer en bekwam zelf den kogel
in de beenen. De wonde is ernstig, zonder gevaer-
lyk te zyn, en liet slagtoffer heeft het ongenoegen
van hel zich zeiven aengedaen te hebben.
De verledene week zyn dry jonge lieden var»
Geeraerdsbergen MM. C, Pauwels, G. Ue Norre
en J. Van Grom brugge, naer Roomen vertrokken,
om dienst te gaen nemeu in het pauselvk leger.
QGESTIE VAN DEN EED.
Hel verbrekingshof (crimineele kamer) heeft
zich den 24 en 25 dezer bezig gehouden met de
voorziening van den heer Malfaison, legen een ge-
wysde van liet Beroepshof van Brussel, dat een
ander gewysde der correctionneele regtbank van
Brussel goedkeurde, waerby den eyseher, wegens
weygering van eedaflegging met aenroeping der
godheyd, tol de boel verwezen wierd.
Het Verbrekingshof heeft, op de gelykvornr.ige
besluyten van den procureur-geneiael l.eclercq, en
het vei slag van baron de Grassier, de vroeger be-
keeren. Eyndelvk komt hy le huys en sluyl al dc deuren:
toe. Hy ontsteekt licht en roept zynen knecht.
Blyf hier, gebied hy hem, cn verloet my nietik.
wil niet alleen zyn... O, indien die slem mogle zwy-
gen, en ik slapen koude
Hy begaf zich ter ruste. Eene hevige koorts greep
hem aen. Hy wierd ylhoofdig en zyne stuyptrekkende
bewegingen waren verschrikkelyk. Den knecht, die ge-
noodzaekt was hem te dienen, wierd bang hy liep naer
eenen doctor en naer eenen geestelyken.
Den priester kwam het eerst. Toen den stervenden
hem bemerkte, vroeg hy hem
Wie zyt gv
Den geestelyken antwoordde hom vricndelyk
Ik ben een priester.
Een priester! Vlugt!.... Gy weet dan niet/fdat
ik een groot getal priesters heb doen sterven...
Er blyft nog eenen over, antwoordde den geeste
lyken, om u te zegenen ik kom bier, om u met God le
verzoenen.
-- Met God zegde den versteenden republikaen op
eenen schrikwekkenden toon mei God ik geloof niet
in God
Hy wilde zyne last» rtael voortzetten, doch de dood
slingerde hem in de eeuvvigheyd.