Sterfgeval. Een Scliaiulael. Dat den lezer zelf over het feyt, dat wy een sehandael noemen, oordeele, en wy zullen zien of hy, na kennis genomen te hebben der zaken, het woord niet te zwak, niet te kleurloos vinden zal. Dezer dagen wierd een bygevoegd regter der regtbank van Nyvel, den heer Dubois, door de Assisen van Braband veroordeeld tot dry maen- den gevangenis en 500 franken boete, voor een liatelyk en eerroovënd schrift, waeruyt eene pro vocatie tot tweegevecht voortkwam. Den jury weygerde zelfs hel beneficie der ver zachtende omstandigheden aen den beschuldig den omdat hy begreep dat een magistraet, die in zoo verre zyue pligt en de betamelykheyd ver geet, als den heer Dubois, geen regt heelt op eenige toegeving. Wat gebeurt er? Die brandmerkende veroor deeling heeft niet belet, dat den heer Dubois, on langs, een kiesbureel presideerde.... Meer dan dat: M. Bara, die een beschermer van den veroordeelden schynt te zyn, heeft zich gehaest .den heer Dubois onmiddeiyk te gracie- ren, ofschoon het Hof geene de minste verlich tende omstandigheden voor hem had willen aen- nemen. Kon het Hof, samengesteld uyt bejaerde magistraten, eepen zoo sterken kaekslag ver wachten van den jongen Bara Die genade is verleend zonder toestemming der parketten, en strydig met de inzigten van den lieer procureur-generaeloverigens, zy is strydig met de goede traduiën, met het goede voorbeeld, dat altyd van hooger hand komen moet. Ook heeft den heer De Bavay, niet heel ge- vleyd over de handelwys van meester Bara, de demissie als bygevoegden regter van den heer Dubois uyigelokt. Wat mag de reden van die byzondere gunst zyn, welke den heer Bara aen den heer Dubois heeft bewezen, spytens de justitie? Den heer Dubois is gekend om zynen haet tegen het gods dienstige, en zyne verkleefdheyd aen het minis terie ligt daerin het geheym In dat geval meenen wy te mogen zeggen sehandael omdat, wy herbalen het, den minister vergelen heeft wat eerbied hy aen de justitie en de goede traditiën verschuldigd is (Handelsblad.) Een byzonderen brief uyt Roomen meld dat het aen tal Bisschoppen, voor de viering van het 18e Eeeuwiëest van den Apostel Petrus, eersten Paus van Roomen, den 45 juny reeds aldaer aen- gekomen, tot 260 beliep. Men verwacht nog veel andere prelaten tussclien den 25 en 50 dezer maend. Het Diario van Roomen kondigt de naeni- lyst af van 62 Kardinalen, Artsbisschoppen en Patriarchen, met hetzelfde doei wit in de hoofd stad der Christen wereld toegekomen. Dè Bis schoppen uyt Europa en Amerika brengen meest allen ryke geschenken mede voor den Vader der geloovigen de prelaten uyt den Oosten en der zendelingschappen zyn voor het grootste deel' van alles berooft, eenigen dood arm. Ma'er PiusIX herstelt eenigzins het evenwigtwat hy met de eéne hand ontvangt, geeft hy weg met de andere. Men 'meld dat de Garibaldianen eene pooging tot aenranding van het pauslyke grondgebied gewaegd hebben. By Terni, heeft eene bende van meer dan 200 gewapende kerels de grenzen willen overschryden. De aldaer gelegerde ita- liaensche troepen hebben den inval belet, 47 krygsgevangenen gemaekt en de anderen op de vlugt gedreven. De rust is op dit punt reeds geheel en al hersteld, en de grenzen worden nu gestrenger bewaekt ook door al de pauslyke troepen. De inwooners van Weenen zyn gelukkiger dan die van Antwerpen, en het oostenryksch gouver nement geeft bevvys van meer eerbied voor de volkssouvereyniteyt te hebben dan het Belgische: ten gevolge der protestatiën tegen de nieuwe forten van Weenen, heeft den keyzer de staking van de werkzaemheden bevolen. Eergisteren heeft er te Verviers eene gedeelte- lyke kiezing plaets gehad voor twee gemeente- raedsleden. De twee catholyke kandidaten zyn er met eene voortreffelyke^meerderheyd gekozen, terwyl de liberhaters er feèstelyk afgekookt en zoo warm en malscli weg in den azyntobben zyn gesteken. Byna overal begint het liberhaterskraem in duygen te vallen. Nóg een beetje patiëntie en g'heel 't hoelken zal voor goed op flesschen ge trokken wezen. De processie van het H. Sacrament heeft ver leden Zondag met een buytengewoouen luyster plaets gehad en is door een allerschoonste weder begunstigd geweest. Onze stadsgenoten hebben met de meeste vol doening bemerkt dat nu den eersten keer, sedert lange jaren, die zoo troostvolle als acndoenlyke plegtigheyd wierd bygewoond door onze catho lyke gemeenteraedsleden welke zich in de stad bevonden. Alle deftige en ware treffelyke lieden hebben de hoogst deftige handelwyze onzer catholyke gemeenteraedsleden ten volle goedge keurd en grondhertiglyk toegejuyeht. O Maendag avond is alhier overleden den lieer Honoré D'huygelaere, Notaris dezer stad. Wy meenden zelve een woord over dien geleerden lettervriend neer te schryven, maer wy vonden onze taek volbragt door eenen vriend van den overledenen, M. Van B..., welken in de Beur zencourant de volgende regels aen de geheugenis van M. D'huygelaere toewyd Maendag avond is te Aelst overleden den heer Honoré D'huygelaere, sedert 4855 notaris te dier stede, en die hoewel sinds eenigen tyd lydende aen eene borstziekte, toch onverwachts aen zyne bloedverwanten en lalryke vrienden door de dood ontrukt is geworden. Geboren te Deynze ten jare 4805, heeft den overledenen den ouder dom van 62 jaren bereykt. Hy was den zoon van wylen den Vlaemschen dichter Augustyn D'huygelaere,. "van vvién wy een bundel Nationale poëzy bezitten, en die in Deynze, en later In Audenaerde, alwaer hy voor zitter der Vlaemsche letter-en tooneelkundige maetschappy was, machtig veel heeft bygedragen tot beoefening en verheerlyking onzer moeder- tael. Die zucht was ook zynen kinderen ingeboren; in de Vlaemsche wereld worden de dichtstukjes zyner nog levende dochter Maria gretig gelezen, en ook zyn thans overledenen zoon Honoré, Vlaming van hart en ziel, beoefende met vrucht de nationale letterkunde en schreef eene menigte schoone gelegenheydsdichten. Zynen krachtig ge spierden vlaemschen styl als notaris is by zyne ambtgenooten hoog gewaerdeerd, en niet'alfe'en met woord en schrift, maer ook met de daed, be- bevorderde hy de Vlaemsche beweging. By onze vertaling der nieuwe wet op de Werk- rechtersraden, heefi hy uytleggingen en ophelde ringen gevoedg, welke b'ewyzen dat hy ook op 't regtskundig gebied uytgebreyde kennissen bezat. Nog jeugdig, van 't jaer 4850 tot 4855, bekleed de hy tydelyk de bediening van districommissa- ris, en later degene van secretaris der stad Aelst, zyne geliefkoosde tweede vaderstad, welke hy niettegenstaende de schitterendste voorstellen van hoogere standplaetsen en bedieningen, nooyt heeft willen verlaten. Vurigen beminnaer der letteren en schoone kunsten, heeft Honoré D'huygelaere ook als no taris veel diensten bewezen, en zich ontelbare vrienden verworven in de stad Aelst en omstre ken, alwaer zyn afsterven, evenzeer als door zyne geachte bloedverwanten, diep betreurd zal worden. De begravenis heeft donderdag plaets gehad, bygewoond door een zeer groot getal vrienden en kennissen, welke zoo van de stad als van de omliggende en vrémde steden waren toegesneld, om hunnen afgestorven vriend een laetste bewys hunner verkleefdheyd te geven. De plechtige uytvaert zal woensdag 10 july aenst. plaets heb ben ten 40 uren voormiddag. Redevoering uitgesproken op het graf van den heer Honoré D'lluygelaere, door een vrienden bewonderaar der vlaamsche letteren. Mag hierbij dit opene graf de stemme van het hart welkom zijn, zoo maak ik het mij ten pligt een laast vaarwel den diep betreurden toe te spreken. Anderen laat ik de taak, en met meer recht hulde te brengen aan zijne uitgebreide kennissen, aan de zorgvolle uitvoering der menigvuldige be dieningen die hij, met zooveel ijver, als ambte naar heeft waargenomen, om alleen dit killig overschot, het vaarwel toe te spreken en in hem de hoedanigheden te vereeren die hem, als mensch, deden hoogschatten en waarderen. Zoon van een deftig en beroemd dichter, broeder van eene teedere en gevoelvolle dichteres, werd hem van in de kinderjaren, het stille leven, als een toonbeeld van geluk en van vrede voorgesteld. Als kind, omringd van eenen liefdevollen huise- lijken kring, was hij opgegroeid in het gevoel van het schoone en bleef hij zijn gansche leven, de eenvoudige zeden en de schoone nederland- sche letteren, als eene baak voor zielerust aan schouwen. Hij ook beoefende de poëzij en in de toonen die hij de harp der dichtkunst wist te ontwrin gen, hoorde men als de weerklank van het hoog geschat talent van zijnen afgestorven vader. Gelijk allen wiens hart voor edel gevoelen klopt, was hem de vrienschap een heilige schat en allen die hem hebben gekend, getuigen welk een prijs hij er aan hechtte, met welk een teedere zorg hij de banden der verkleefdheid onder hield. Na een zorgvol leven, meer aan anderen dan aan zich zelve ten prijs gegeven, heeft het de Almacht niet behaagd hem de rust, na den ar beid, midden zijner vrienden.te laten genieten. ge moet u wat hooger adresseren, by voorbeeld by deze die onlangs het art. 400 der grondwet uyigesohraht hebben. TWEEDE ZINSNEDE. Den armen is ge heel en gansch schadeloos gesteld, vermits de iielmoesen, voor hem ingezameld, hem toege komen zyn. Wie verzekertvragen de recruten. dal de ael- moesen aen den armen toegekomen zyn 1 Wie het verzekert, jongens Mannen die voorzeker ge- loofbaerder zyn dan gy en g'heel uwe kliek, tot tie kopstukken toe, wier bladje wy zoo dikwils van de schandelykste leugens overtuygd hebben. Uwen meester heeft u over deze zinsne'de eenen rimram opgegoten van zekeren franschen meyer vaa Mongardin van 4809. Zegt aen uwen slimmen advokaet dat wy hem daërop zullen antwoorden, zoohaest hy zich uyt het net zal getrokken heb ben waerin hy zich zoo deerlyk geslékeu heeft, met over Marnix, Damhouder. Sevestre, Ulrich de Hutten enz. te raeskallen, waerop hy nu zoo stom blyft als nen aep in burgerskleeren. DERDE Z1SNEDE.De grootste vryheyd moet aen de particuliere wetdadigheyd overge laten worden. Hierop zeeveren de recruten dat inzamelen op straet geen particuliere maer openbare liefda- digheyd is. Och arme sullen, leert toch een beetje vlaemseh verstaen. De particuliere weldadigheyd is tegenovergesteld, niet aen de openbare maer aen de officiële, anders gezegd ambtelijke. Alle inzameling in de straet is natuerlyk openbaer, 't is gelyk voor wie en door wie zy geschied maer als 't officieel armbestuer in de straten voor den armen inzamelt, dan is deze openbare weldadig heyd officieel, terwyl zy particulier is als de in zameling door persoonen zonder officieel karak ter gedaen word. En 't is aen zulke particuliere weldadigheyd dat, volgens bovenstaende zins nede, alle wereld lyke overheyd de grootste vry heyd moet laten, in plaets van door liberhaters- wetten de bronnen der weldadigheyd te doen uyldroogen. Derecruteri vragen of er ooyt schyn geweest is, van wien bet zyn moge, aen het bestaen of' aen de handelwyze der societeyt van St Vincentius den minsten hinder toé te brengén Och jongens heeft uwen meester u niet verwittigd dit potje gedekt te laten Of weet hy zelf niet dat, sedert menige jaren, het door't gouvernement aen de militairen van allen graed streng verboden is deel te maker, van deze societeyt Francmac-ons mogen zy wor den, hoe meer hoe liever, maer Vincentiusleden, nooyt. VIERDE ZINSNEDE. Het ware onregt de jongelingen," die zich met deze rondhalirig willen gelasten hebben, te vervolgen, en hun het reeds uytgegeven geld uyt hunnen eygen zak nog eens t§ doen betalen. Waerom hebben zy zich daeraen blootgesteld roepen de reciutenZy hebben zich aen niets "blootgesteld. Zy hebben de toestemming gevraegd -en bekomen om in te zamelen, niet voor het weldadigheydsbureel, maer voor den armen. Zon der bepaling. Als zy naderhand, op de verwit tiging van den burgemeester, het reeds gegeven order van brood te bakken voor den oogenbiik introkken, dit deden zy uyt voorzigtigheyd maer zy verstonden welhaest dat deze verwittiging en bepaling te late kwamen, on zy deden voort- bakken. Had den burgemeester "hun VOOROP verwittigd, zy zouden .voorzeker geene inzame ling gedaen hebben, zy zouden de knechteji niet willen zyn hebben van een armbestuer waervan zy niet moeien hebben. Waerom, vragen eyndelyk de recruten, waerom hebben de catliolyken geen betrouwen in de arm besturen Waerom och, jongens, gy vraegt naer den bekenden weg gy weet zoowel dan wy door wat soort van gemeenteraden, sedert lange'jaren, meest al die besturen benoemd zyn en gecon troleerd worden, en waermeê zy zich maer al te wel bemoeyën. Indien gy niet alles weet, gaet ondervraegt de bediende dezer besturen groot en kleyn, ondervraegt de leveranciers die met vele dier besturen in betrek zyn, ondervraegt de noodlydende ouders die hunne kinderen liever naer de scholen der Broeders dan naer de gene der gemeente zenden en gy zult vernemen of zy zich slechts bemoeyen met openbare liefdadigheyd, en of de controle waerop gy zoo stoft en boft niets anders ten doel heeft. Wat ons betreft, wy doen gelyk M. Liénart, wy verdenken nie mand, maer wy zeggen dat vertrouwen iels is dat niet opgedrongen word, en daermeè punc tum. M. Bara, minister van justitie, heeft andermael het bewys geleverd, hoe weynig eerbied hy heeft voor de magistratuer, en dat hy de partyschap boven de achting stelt, welke hy voor de justitie zou moeten hebben. zyn hert geklemd. Hclacshet was geen vriend, die eenen vriend onpielsde.... het was een verrader, een tygei', die zyne prooy nvdig vastklampte. Snelt toe snelt toe riep hy met eene schrikwek kende stem hy is in myne magthy zal evenmin als diegenen ontsnappen, die hem, voor de nationale vraek wilden verbergen O, genade riep Mme de Renac uytin den naem uwer overledene moeder, spaer toch den goeden grys aerd spaer ons, die het altyd zoowel met u meenden Ach, in 's Hemels naem voegde de dochter er weenende by, terwyl zy op hare knieën zonk, lever toch dien dcugdzamen grysaerd aen zyne beulen niet over. Ik weel het, ons aller leven is in uwe hand ach spaer hem toch t Red u zeiven 9 red u leven sprak den gceste- Jyken met ontroerde stem welligt- kunt gy nog vlug- ten. Alles waste vergeefs Soldalen drongen de woo ning binnen en sleepten den gryzen priester en de on gelukkige hüysliedon mede, die door een Ie groot ver trouwen zich in hun verderf hadden gestort. Mr en IV1n,e Renac bragten met hunne dochter den nacht in eene akelige gevangenis over en zagen don geestelyken den volgenden dag weder. Slechts eenige stappen was hy hen vooruyt, om ter dood te gaen. Aen den voet van het schavot gekomen, keerde den dienaer des Hoeren zich om naer diegenen, welke weldra zouden onthoofd worden om hem te hebben willen redden. Ik zegen ti, zegde hun den grysaerd myne laetste bede is voor u. 0 God verleen hun de kracht der mar tel aers Zyn gebed wierd verhoord. Zy stierven zonder zwak- heyd, en volgden van naby in den Hemel <ren heyligen priester, wiens 'even zy opi aerde hadden willen redden. L)e afschuwelyke handelwyze van M. verwekte afgryzen onder de republikanen zelve zooveel trouw- loosheyd, gepaerd met zooveel vreedheyd, deden hem als een monster, zelfs by de monsters, doorgaen. Het was thans-geweten, dat hy enkelyk met zyne vroe gere weldoeners betrekkingen had acngeknoopt, om hun geheym te ontdekken en hen naer hel schavot te leyden. L)en tyd had inmiddels aen het schrikbewind zyne magt ontnomen en wischte langzamerhand de bloed sporen uvldoch denzelven kou den gruwel niet ver minderen, welken den ouden Jacobyn inboezemde. In de straten wees men hem met den vinger na dë vrou wen keerden het hoofd om wanneet zy hem zagen, en weldra hield hem eene berouwlooze schaemte gedu rende den dag te huys. Wanneer hel avondduysler was gevallen, waegdo hy hel een weynig lucht te gaen scheppen, en wandelde alsdan in de minst bezochte plaetsen. En dan nog omgaven hem angst en vrees dan nog beefde hy by hel minste gerucht. Op zekeren avond, terwyl zyne afschuwelyke mis daden hem weder voor den geest kwamen, slapte hy voort zonder Ie weten vervvacrls hy zich begaf. Eyn delyk was hy op de wandeling La Motte gekomen, op welke plaets het huys zich bevond, dal vroeger door de ongelukkige familie Renac was bewoond. De diepste stille heerschte rondom hem. Niemand ziet my, niemand vervloekt my, zegde hy in zich zeiven. Op eens noemde eene doordringende slem zynen naem. Wie roept my zegde hv, bevende. De familie Renac was hel antwoord. Hy ziet rond, doch bemerkt niemand. Hy stond regt tegen over do woouing zyner slagloffers. Door afschrik getroffen, meent hy dal hy hunne stem heeft gehoord, liv vlugt. Een koud zweet bedekt zyn gelaeleene koortsachtige siddering dringt door al zyne ledematen. Hy versnelt zyne stappen en durft zyn hoofd niet om- Bij Hem die in ander sferen woont, is hij uit ons midden geroepen om den loon te ontvangen dien hij als nuttig Burger, als kundig ambtenaar, als geleerde, als verkleefde broeder, zoo ruim schoots heelt verdiend. Vaarwel, D'Huygelaere, ontvang hier aan uw graf de getuigenis onzer droefheid orh uw af scheiden. Gedenk dat de herinnering aan uw Edel hart, aan uwe weienschap, aan uwe kunst, midden uwe vrienden zal blijven voortleven en dat wij het aandenken uwer vriendschap, als eene kroon, als eenen roem, zullen blijven bewaren. Tot weêrziens, in der Eeuwigheid Gister avond hoeft er eene belangryke open bare zitting van onzen gi-meenteraed plaets gehad, vvaerover wy in ons naeste Nr. zullen handelen. Koninglyke hesluylen van 14 juny staen t^e aen de gemeetile-beslneren hierna aengediiyd, de vol gende subsidien voor de uytvoering van gezond- hevds- en kassydings-wi ken Oost-Vlaenderen Moerbeke en Stekene, 2670 Lellerhautem, 150Ö; Adegem, 4260; Avgem, 2000; Denherliautem en Erembodegem, 1000; Ke«kxken 800; Yolkegein, 500; Woulnechlegeni, 900; Oosl- Kecloo, 800; Erpe, '1000; Oltergem, 440; Kiel- drecht, 6000; Hemelveerdegem, 600; Wortegem, 4000 Nietivverkerke, 5500; Baesrode, 500; Gend- br'ngge, 5000; Lembeke, 2180; Drongen 800; Erembodegem, 500; -.ioerzeke, 1700; Wieze, 5000; Denderleeuw, 2000; Cruybeke, 600; Stekene 8000; Machelen, 500; Oiiltre, 860: Caprycke, 4000; Moerbeke (Gend), 500; Eecloo. 640; Hamme, 2500; St. Gillis bv Dmtdri monde, iOOO; Gysegem, 2000; Lemberge en BoiMaore, 5500; Adegem, 1200; aen hel bestuer van üni üroek van Basel en Rttpelmon de, 2500; St. Latireynscn Marguerite, 8000; Bouc- baute, 6000; Baeb-gem, 500; Lovendegem, 2500; St. Antelinckx, 650; Heldergem, 4560; Appelterre- Eyehem, 600; HnlUude, 650; St. Maria-Hoorbeke, 780; Mei re, 400; S^gelseui, 700; Maria-Andenhove 500; Sulsicque 1500; Swynaerde, 1000; Seever- gem, 4000; Blasius-Boucle, 500; aen den weg van Drongen naer Muriakerke, 6000 aen 't bestuer van den polder van Kieldrecht, 7000 franks. By koninglvk besluv'. van 20 juny, zyn de volgende pensioenen verleend605 fr. aen P. Coolens, oud pastor te Kemseke;fr. 556-67 aen M. P. De Loose. «>nd onderpastor te Velsieque- Ruddershove; fr. 1027 08 aen M. G. Danneau, oud pastor te Steenkerke, 1190 fr. aen de wedtuve van M. Grau, inleven gieffier dei; regtbank te Aude naerde. De huwelyksaénkondigingen Van den baron Eugeen Nolhomb met Mejufv, Louisa de Ct u'-eker, zyn te Brussel en t»* Aelst, den 9 en den 16 juny, gedaen geweest; het huwelyk zal den 6 july te Hamburg gevierd worden, alleenelyk iti de legen- woordigheyd der naeste bloedverwanten uyt oor- zaek van den dubbelen rouw der familie van den verloofden. Volgens men thans van verseliillige kanten verzekert, is het zeer weynig waerschynlyk dat er een buylengewouen zitlyd der Wetgevende Kamers zal plaets hebben, om zich met de qneslie der !e- gerherinrigting bezig la houden. Die herinrigting word thans niet meer zoo dringend geoordeeld, aengezien alle geruchten van oorlog en algemeem* verwikkeling, welke de wereld vrees aeujoegen, verdwenen zyn, en de vredezon overal hare stralen schiet. Te Brussel klaegl men in het algemeen, dat er zoo weynig zaken worden gedaen. De groot- en kleynhandel, met een woord iedereen iyd er door, en er staen te Brussel en in de voorsteden niet minder dan 1500 liuyzen ledig. In de hoogere kringen van Brussel word een zonderling voorval verteld, dal in het koninklvk paleys heeft plaets gehad. Een der adjudanten van Z. M. had reeds herhaeldemael bemerkt dal men geld wegnam uyL eenen lessenat-r, waet over hy de zorg had, en welk diende om zekere uytgaven voor den maendelykschen dienst te betalen. Ten eynde den dief te ontdekken, nam hy zynm loe- vlugt tot een middel, 't welk niet nieuw, maer waervan den goeden uytval byna altyd verzekerd is. In den lessenaer plaetsle hy eene geladene pis tool, in der wyze om deze te doen afgaen in de beenen van den vermelelen, die hel meubel open de. Nu dan, onzen officier, door eene ongelooflyke verslrooydheyd, vergat wat hy zelf heeft gedaen, opende den lessenaer en bekwam zelf den kogel in de beenen. De wonde is ernstig, zonder gevaer- lyk te zyn, en liet slagtoffer heeft het ongenoegen van hel zich zeiven aengedaen te hebben. De verledene week zyn dry jonge lieden var» Geeraerdsbergen MM. C, Pauwels, G. Ue Norre en J. Van Grom brugge, naer Roomen vertrokken, om dienst te gaen nemeu in het pauselvk leger. QGESTIE VAN DEN EED. Hel verbrekingshof (crimineele kamer) heeft zich den 24 en 25 dezer bezig gehouden met de voorziening van den heer Malfaison, legen een ge- wysde van liet Beroepshof van Brussel, dat een ander gewysde der correctionneele regtbank van Brussel goedkeurde, waerby den eyseher, wegens weygering van eedaflegging met aenroeping der godheyd, tol de boel verwezen wierd. Het Verbrekingshof heeft, op de gelykvornr.ige besluyten van den procureur-geneiael l.eclercq, en het vei slag van baron de Grassier, de vroeger be- keeren. Eyndelvk komt hy le huys en sluyl al dc deuren: toe. Hy ontsteekt licht en roept zynen knecht. Blyf hier, gebied hy hem, cn verloet my nietik. wil niet alleen zyn... O, indien die slem mogle zwy- gen, en ik slapen koude Hy begaf zich ter ruste. Eene hevige koorts greep hem aen. Hy wierd ylhoofdig en zyne stuyptrekkende bewegingen waren verschrikkelyk. Den knecht, die ge- noodzaekt was hem te dienen, wierd bang hy liep naer eenen doctor en naer eenen geestelyken. Den priester kwam het eerst. Toen den stervenden hem bemerkte, vroeg hy hem Wie zyt gv Den geestelyken antwoordde hom vricndelyk Ik ben een priester. Een priester! Vlugt!.... Gy weet dan niet/fdat ik een groot getal priesters heb doen sterven... Er blyft nog eenen over, antwoordde den geeste lyken, om u te zegenen ik kom bier, om u met God le verzoenen. -- Met God zegde den versteenden republikaen op eenen schrikwekkenden toon mei God ik geloof niet in God Hy wilde zyne last» rtael voortzetten, doch de dood slingerde hem in de eeuvvigheyd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1867 | | pagina 2