J^SftSEELY
mee te gelasten,welke het zich tot eene heilige
plicht zal rekenen de schandclyke en wille
keurige drukkingen, door de liberale arm
bezoekers op 't bevel der logiën gepleegd,
krachtdadig tegen te werken en te beletten.
Over het vraegstuk der beteugeling van op
roeren, vertalen wy het volgende merkweer-
dig opstel uit de Revue générale
Een kamerlid vertelde ons laetst, dat koning
Leopold I, zekeren dag,in een gansch vertrou-
welyk gesprek, na de talryke episoden zyner
lange loopbaen herdacht te hebben, by het slot
van dit overzicht zegde Ik meer. veel voor
België gedaen te hebben.... Misschien ech-
ter zal de geschiedenis my één verwyt doen.
Misschien zal zy my ten laste leggen dat
a ik, zonder in 't minst myne rol van konslilu-
lionnelc koning te kort ie blyven, niet ge-
noeg de grondbeginselen waerop de sociale
o orde en bet koningdom berusten, heb ge-
handhaofd. Ik betreur zulks niet krachtdadi-
ger te hebben gedaen.
Daerop zyn woord hervattende, voegde
Leopold er by Somtyds deed ik het toch,
en nog vóór kort. En daer de volksvertegen
woordiger met wien de koning sprak, ant
woordde, dat inderdaed des konings brief aen
M. den burggraef Conway een krachtdadig
verzet mocht ireeten tegen den onrustbarenden
vooruitgang der libre pensee en der burgerlykc
begrafenissen, ging Leopold I met eene uit
drukking van onmiskenbare voldoening voort:
inderdaed, ik vervulde mynen plicht door
dezen brief to schryven. Mv spyt liet slechts
dat ik niet dikwyler liet koningdom heb doen
samengaen, met het uitoefenen dezer zen-
ding van invloed en initiatief, welke aen
hetzelfde toehoort builen alle geschillen der
staetspartyen.Zoo liep hel gesprek verder.
Leopold bekïaegde er zich over, dat hy niet
altyd doen kou wat hy had willen doen, dat hy
in moeiclykc omstandigheden niet was onder
steund geworden.
Uwe vrienden, zegdo hy tot het achtbaer
lid der recblerzy welke ons dit alles verhaelt,
bezitten vele hoedanigheden, doch in stael-
kunde ontbreekt bun do noodzakelyksie
deugd, die desnoods alle andere kan ver-
vangen. Uwen \rier.dan ontbreekt het aeu
initiatief. (Do uitdrukking door Leopold I
gebezigd, was nog wel eens zoo krachtig.)
Ik heb hen niet in 1857 verlaten ik niet, zy
hebben mg verlaten. Ik was gereed om te
peerd tc stygen. Ik zou niet achteruitgewe-
ken zyn. Zv noodzaekten my voor de wan-
orde te wyken en niemand zou kunnen be-
grypen boe bitter zulkdanige vernedering
is. En koning Leopold I eindigde deze
samenspraek, met over het aendeel, dat de
leden der rechter- en die der linkerzy in de
gebeurtenissen van 1857 hadden, in byzonder-
heden te treden, die al te zeer van persoonly-
keu aerd zyn dan dat wy dezelve kunnen aen-
halen.
Mynheer Louis De Schaepdryver,vergezeld van
de HU. coinmies-greflier Banneville en Emiel
Franckx, heeft ons. Donderdag 11., een schrift
ter hand gesteld, door hem ondei teekend, ten
einde het zelve als antwoord op den brief van
M. Vermeiren, rector van het collegic alhier,
in ons aenstaende nummer op te nemen.
Alhoewel wy gelooven daerioo geenzins ver
plicht te zyn, willen wy noglhans onze lezers
dit ongcrymd factum ten deele onder de oogen
leggen. \Yy zeggen ten deele want wat be-
trell de zoogezegde geschiedkundige aerihalin-
gen van het schrift ons door bovengcmelden
letterkundige aengeboden, deze, gelooven
wy, uit eerbied vtfor onze lezers, te mogen
weglaten.
Zietliicr het factum
Heer Opsteller van De Denderbode,
Fn cenou brief welken het Verbond in zijn
nummer van zondag 1 october heelt opgeno
men, beb ik het gedrag der Jesuiten van Aalst
ten mijnen opzichte blootgelegd. Indien brief
heb ik doen zien hoe zij, eenige weken geleden,
mijner, broeder, leerling in hun kollegie, ver
bod gedaan hadden nog betrekkingen met mij
te onderhouden, én hem als plicht hadden op
gelegd al zijnen invloed bij mijne ouders te
gebruiken opdat ik uit het ouderlijke huis
zoude weggezonden werden hoe zij, ziende
dat hunne pogingen mislukten, dat mijn broe
der met mij bleef verkeeren en dat mijne ou
ders hun kind aan den haat der paters niet
wilden slachtofferen, zij zich op hunnen leer
ling gewroken hebben en hem uit hun kollegie
hebben weggezonden.
De reden der handelwijze van de Jesuiten
was mijn politiek gedragomdat ik anders
denk dar. de Jesuiten, moest ik uit den weg
geruimd worden en mijn broeder, noch mijne
ouders de heilige banden welke broeders aan
elkander, ouders aan hunne kinderen verbin
den, willende breken, wroek men zich op
mijnen broederhij moest voor mijn gedrag
boeten.
M. Vermeiren, rector uit liet kollegie, heeft
in 'l Verbond, op mijnen brief geantwoord. Uw
blad heeft verleden zondag zijnen brief opge
nomen en bij dien brief bedenkingen gevoegd.
De wet op de drukpers geeft mij het reclu in
uwe kolonnen ie antwoorden, en ik maak van
mijn recht gebruik om van u te eisclien dat
gij deze regelen in uw ecrstverscliijnend nu in
ner opneemt.
M. Vermeiren bepaelt zich, in zijnen brief,
met te loochenen dal men,in 't kollegie, mijnen
broeder heeft aangespoord om alle betrekkin
gen mei mij af te breken en mij uit liet ouder
lijke huis te doen wegzenden; M. Vermeiren
loochent dat mijn politiek gedrag dc reden is
der wegzending van mijnen broeder uit het
kollegie.
Die logenstraffing verwondert mij niet. Im
mers, is M. Vermeiren niet een Jesuit, en is
niet een der voornaamste grondslelsels van
het" orde van Loyola dal alle middelen goed
zijn om zijn doel Ie bereiken En de veropen-
baringen welke ik gedaan heb, hebben eenen
diepen indruk op mijne medeburgers gemaakt
de handelwijze welke de Jesuiten komen aan
den dag to leggen, heeft de eerlijke bevolking
van Aalst, katholijken zoowel als liberalen,
verontwaardigd. Het is dus niet te verwon
deren dat M. Vermeiren, die de gevolgen mijner
veropenbaringen vreest, alles loochent.
Maar eene logenstraffing is geen bewijs, eu
voorzeker niet in dees geval.
Een man van eer veroorlooft zic.i geenc be
schuldigingen, zoo als degene welke ik tegen
het kollegie van Aalst gericht beb, als men
van de rechtvaardigheid zijner zaak niet in liet
dienste der ziel overtuigd is; om eene beschul
diging legen de Jesuiten met zijnen naam te
leekeneu en dezelve openbaar te maken, moest
ik meer dan zeker zijn van hetgene ik schreef,
men moest mij in mijne innigste gevoelens
gekrenkt hebben, mijn hart moest door de ver
ontwaardiging losgebroken zijn want de arm
der Jesuiten is lang, en hun haat, als de be
langen van bun gedoemd orde op het spel
staan, onverbiddelijk.
Wal de logenstraffing van M„ Vermeiren be
wijst, is, dal hetgene ik in het Verbond ge
schreven heb, de loutere waarheid is.
M. Vermeiren loochent dal mijn politiek ge
drag de oorzaak is der wegzending van mijnen
broeder. Maar bij wacht zich wel te zeggen
waarom deze uit het kollegie is weggezonden.
Dat M. Vermeiren, zoo ik de waarheid niet
zegde, dan de reden doe ki nnen waarom hij
mijnen broeder wegzond. Als men eenen leer
ling wegzendt, M. Vermeiren, moeten er daar
toe redenen beslaan.
Is liet omdat de leerling niet genoeg stu
deerde Maar hij heeft, in de laatste prijsdee-
ling, den eersten prijs van uitmuntendheid be
haald
Is liet omdat zijn gedrag niet goed was
Maar al de driemaandelijksclie bulletins welke
mijne ouders van u ontvingen, getuigen van
uwe tevredenheid over zijn gedrag
Welke was dan de reden der wegzending
van mijnen broeder Spreek, M. Vermeiren,
spreek. Maar gij zult er u wel van wachten,
omdat gij er geene andere zoudel kunnen geven
dan degene waarvan ik 't kollegie beschuldigd
heb mijn politiek gedrag.
Maar de stilzwijgendheid diesaangaande-van
den rector van 't kollegie is eene al te wel
sprekende bekentenis, dan dat ik er eene
andere zoude eischen zijn stilzwijgen zal
mijnen medeburgers doen zien wat de logen
straffing van eenen Jesuit beteekent.
Wat de bedreiging betreft. Heer Opsteller,
van mij rechterlijk te vervolgen, die bedreiging
doet mij schokschouderen. Hoopt gij mij daar
door tc doen zwijgen, dan bedriegt gij u groo-
telijks. L. De Schaepdryver.
Aalst, 12 October 1876.
Onze lezers zullen aenmerken dat Mynheer
L. De Schaepdryver, die noglhans iets van de
rechtsgeleerdheid zou dienen te kennen, aen-
gezien hy cundidaet-uotaris is, eu opmaker
van al de kiesreklamen, zich leenemael ver
gist, als hy durft houden slaen dat zyne bcwec-
ringen alleen genoegzaem zyn om alle logen
straffing te vernietigen. De Rector, welke van
elkeen, als een redelyk man erkend wordt,
moet zeker de redens van zyn doen en laten
kennen, en hy verzekert stellig in zynen brief,
dat de broeder van Louis, uit bet collegie NIET
IS WEGGEZONDEN voor het feit dat Louis
zich inbeeldt en voorgeeft.
Louis De Schaepdryver, die de beschuldiger
is, zou klaerblykende bewyzen moeten inbren
gen om dit zyii gezegde te staven want zooals
de oude romeinsche en de hedendaegsclie wet
luidtaetori incumbit probalio, moet de be
schuldiger daedzakclyke bewyzen zyner be
schuldigingen inbrengen. Doch, volgens dezen
nieuwen rechtsgeleerde, zyn dit al prullen
Mynheer L. De Schaepdryver heeft gesproken
en de zaek is afgedaen
Gelukkig dat er in Aelst nog gezond ver
sland genoeg is, om op zulke dwaesheclen te
doen schokschouderen. Men gelieve het voorts
te zeggen.
Inhulding; van den Eerw. Pastoor
M. Walraet, te Denderleeuw.
Onder de gebeurtenissen welke zich diepst
in het geheugen der katholijken vestigen, ge
denken wij bovenal de groote godsdienstaklen
van het leven en al de plechtigheden welke
met den godsdienst in innig verband staan.
Van deze zijn hel afsterven en de inhulding van
het geestelijk hoofd qener gemeente.
Voor de vierde maal woonde ik, Zondag na
middag, de inhulding bij van eenen nieuwen
pastoor onzer II. Amanduskerk, en al de be-
zonderhederi dier lang verledene feesten zijn
onuitwisebbaar in mijn gedcnkluig gebijteid en
leven in de herinneringen der parochianen
van dien tijd hel is dal deze plechtigheden
door bun beginsel de ziel ontroeren en de
mensch zijne eeuwige bestemming voorhou-
Het ware overbodig en vermetel, de toebe
reidselen tot de inhulding, den opschik der
kerk en huizen, de versiering der straten, den
zamenstel des stoets, de verlichting en het
vuurwerk wijdloopig ie beschrijven de dui-
zende aanschouwers, welke hier nooit zoo tal
rijk waren, bijna gansche dorpen en steden
van het omliggende, hebben dit alles gezien en
bewonderd en voor de afwezigen zou eene
getrouwe afschildering overdreven schynen.
De Markt, de Langestraat en Statiestraat, op
eene lengte van eenen kilometer en half, wa
ren door den overvloed eri smaak van het op-
tooisel in oprechte feestzalen en kunstgaande
rijen herschapen waar de veelerleije zegebo
gen, de gepaste en krachtige opschriften, de
wimpels en vlaggen eene gestadige levendigheid
onderhielden en afwisselden. Indrukwekkend
was bet, de stoet, welke Mijnheer den Pastoor,
met de ovei heden aan het hoofd, aan de statie
was gaan ontfangen, en van al de gilden en
maatschappijen, van de bezondere en openbare
gestichten der gemeente samengesteld was,
hier te zien doortrekken ouder liet blijde ge-
tdial der Fanfaren en da welkomgroeten der
parochianen. Ja groolsch en algemeen was
deze betoouing en moet bet hart van onzen
nieuwen Herder innig getroffen hebben welke
in die openbare uitdrukkingonzergevoelenshet
beste bewijs onifangt van bet levendig geloof
zijner schapen en hunnen onveranuerlijken
eerbied en onderwerping aan de II. Kerk. Ah
moesten dc pruissische hervormers eens in
Vlaanderen dringen, zij zouden, niet alleen dien
wcéistand ontmoeten, waarvan onze ongeluk
kige broeders van Zwitzerland enz. liet moedig
voorbeeld geven, maar zich spoedig verbrijze
len tegen de onwrikbare grondregels en stand
vastige houding der kaïholijke bevolking.
De gemeente Denderleeuw, welke zich van
ouds doet onderscheiden door den luister
welke zij aan hare feesten bijzet, heelt zich
ditmaal, naar het oerdeel van al de vremde-
lingen welke ons bezochten, overtroffen. Het
is waar, dat alles bijdroeg tot do volkornene
gelukking der leesthel gunstig weder, de
eensgezindheid der inwoouers en bovenal de
deugdenrijke faam c!s priester en burger welke
onzen nieuwen herder was vooraangekomen
moclitet bij dezelve verrechtvaardigen tot het
tijdelijk en eeuwig geluk zijner toevertrouwde
kudde en zijne eigene zaligmaking
Ten slot, mijne nederige welkomsgroet aan
den Eerwaarden Heer Pastoor, cn mijne hulde
van bewondering eu dank aan de ieverigc in
richters, bestuurders en deelnemers dezer
schoone feest, flourraX.
Denderleeuw, den 8 October 187b.
BERICHT.
Spoorwegnet der beide Vlaenderen.
Obligatiehouders der Spoorwegkompagniên van
Brugge naer BlaukenbergheGent naer Terneu-
zen, enz.
De maetschappy der spoorwegen van de
koolbassins van Henegouwen maekl bekend
aen de dragers van obligatiën van Brugge-
Blankenberghe en Gent-Terncuzeo, dat zy, ten
einde de overlasting van werk te vermyden op
den vervaldag van 1 november aenstaende,
alsook de vertragingen welke daeruil zouden
voortspruiten, te rekenen van 16 der loo-
pende maend october, de titels zal ontvangen
welke moeten gestempeld worden ten teeken
van bytreding aen de konventie van exploitatie
door een syudikaet, der spoorvvegliniën van de
beide Vlaenderen.
Deze titels zullen van al hunne koepons moe
ten voorzien zyn.
De koepon van fr. 7,50, vervallende den 1
november aenstaende, zal moeten afgesneden wor
den hg zal uitbelaeld worden aen de deposanten,
den dag waerop zij hunne titels zullen aenbieden
om gestempeld te worden, dus le rekenen van 16
october aenstaende.
De kompagnic der koolbassins herinnert
insgelyks aen de dragers van obligatiën Eec-
loo-Aiitwerpen, Westen van België, 2" serie,
Veurne-Duinkerke cn Lokeren-Zelzate, dat
zy. by het afgeven hunner titels aen hare kas
sen, om gestempeld te worden, komptant het
geheele bedrag zullen ontvangen van de koe
pons vervallen op 1 juli laetstleden.
Hel stempelen der obligatiën en de betaling
der koepons kunnen geschieden, lielzy aen de
kas der Koolbassins, Koninklykestraet, 60, te
Brussel, hetzy by M. Groverman, Hoogpoort,
42, tc Gent.
RECHTERLYK KRONYK.
De genaemde Herinckx, beschuldigd van in
eene kleine hoeve op een kleinen afstand van
Ste-Agatha-Rode en Grooten Bygaerden, in
den nacht van 11 juni, zyno moei en zyne
zuster vermoord te hebben, is door de kamer
van in beschuldiging-stelling naer de assisen
van Brabant verzonden, voor welke by gedu
rende de eersten ziltyd zal te recht stacn.
Te vergeefs heeft de beschuldige zyne plieli-
ligheid geloochend. Gedurende liet onderzoek,
de bewyzen zyner schuld hebben zoo duide-
lylc geschenen dal hel hof op zyne logenstaf-
tingen geen acht heeft geslagen.
Deskundigen hebben beslatigd, dal Jde be
schuldigde met volle genot zyner verstands
vermogens heeft gehandeld.
Het onderzoek is zoo langdurig geweest,
omdat de onderzoeksrechter moest opsporen
of de beschuldigde geen medeplichtige had,
voor het plegen zyner dubbele misdaed.
Kan een vreemdeling welke in Frankryk ge
trouwd is, en daerna in den vreemde van zyne
vrouw is gescheiden, eene tweede mael in
Frankryk trouwen? Die vraeg is door de
rechtbank van Ryssel in ontkennenden zin op
gelost. Het vonnis verklaert dat er hoege-
naemd geene rekenschap hoeft gehouden te
worden der uitspraken van vreemde gerechts -
hoven,van het oogenblik dal het de zaek is om
in Frankryk liet grondbegin te huldigen dat
hel huwelyk niet kan ontbonden worden.
WETTELYKE BESLUITEN.
By koninklyk besluit van 8 October is M.
Jan-Benidict De Mets, schepen der gemeente
Welle benoemd, in vervanging van den heer
P. J. Meessens, overleden.
By koninklyk besluit van 21 september
wordt de bezoldiging der vrywilligers met
premie, bepaeld op 1600 fr.. betaelbaer als
volgt300 fr. op bet oogenblik der bepaelde
aemieming 500 fr. wanneer de vrywilliger in
onbepaeld verlof wordt gezonden 550 fr. na
den afloop van acht jaren dienst, en 250 fr.
by het aenzuiveren der rekening, betreffende
de kleedermassa.
Boven deze voordeelen zullen de vrywilli
gers eene overbetaling genieten van 10 centie
men per dag werkelyken dienst.
Uit hooide van slechten dienst kan die
overbetaling aen den vrywilliger onttrokken
worden.
STERFGEVAL.
Graet Aib. de Briey, de catholyke Volksver
tegenwoordiger van Virion, wiens overlyden
wy melden, was in de plaels van M. Bou
vier-Evenepoel Kamerlid gekozen. De dood
van dezen hoogst verdienstelyken man, ver
wekt in gansch de provincie een algemeenen
rouw.
^PRIESTERLYKE BENOEMINGEN.
De Eerw. Heer Jos. Voet, sedert vele jaren,
bestierder van het collegie van Ronse, is pas
toor benoemd vau Loochristi. Zyn eerw. broe
der, surveillant in hetzelfde geslicht, is gelast
met de goddelyke diensten te verrichten in dc
kapel der Josepliienen te Loochristi. De
Eerw. Heer Minné, onderpastoor te Ronse,
wordt bestierder van het Collegie in dezelfde
stad.
De algemeene gezondheidstoestand onzer
stad is allergunstigst. Men besladigde alhier
slechts twee overlydens van 6 tol 13 October 11.,
dus in een verloop van 8 dagen, en noglhans
is de maend October één der rnaenden gedu
rende de welke het meest sterfgevallen be-
slaligd worden.
Zondag II. om 6 uren des namiddags is
alhier op den trage!, een twist ontstaen over
eene liefdekwestie tusschen de genaemden
Nicolaes Van Malderen en Hendrik Verbeiren,
beide 16 jaren oud, daglooners alhier. In de
worsteling die tusschen ben weldra ontstond,
bracht Van Malderen zynen tegenstrever eenen
geweldigen messteek in liet dik of braei van
't linker been toe. De wonde is zeer ernstig,
doch levert geen gevaer op.
Wy lezen in den Courrier de Druxelles
Wy hebben gesproken van het correction-
neel onderzoek geopend tegen een lid der
Kamer van Volksvertegenwoordigers voor sla
gen en wonden te hebben toegebracht. Aengc-
zien de liberale dagbladen tot hiertoe ver
zuimd hebben te antwoorden op onze uitnoo-
diging en over die zaek liet diepste stilzwygen
bewaren, vinden wy ons verplicht in hunne
sprakeloosheid te voorzien.
Ziehier wat men in het justuciepaleis over
die zaek verhaelt
Veertien dagen geleden, bevond zich een
volksvertegenwoordiger in de tweede klas van
eenen tram-omnibus naest hem zat zyne
vrouw en in zynen mond bad hy zyn sigaer.
De ontvanger inaekte hem opmerkzaem, dat
het verboden was in de iramryluigen te roo-
ken doch M. de volksvertegenwoordiger ont-
haelde die opmerking op eene weinig vriende-
lyke wyze
Je me f... de vos règlemenls
Maer, mynheer, ik moet ze doen nako
men, zoo niet, zou ik gestraft worden.
Je m'en moque
Noglhans stond M. de volksvertegenwoor
diger op, liet zyne vrouw zitten en ging op het
platform slaen.
Mynheer, zegde de ontvanger, hier moogt
gy ronken maer daer het platform eene eerste
pïaets is, \erzoek ik u vyf centiemen te willen
opleggen.
Vous m'emb... a la fin. Laet me gerust
Maer, mynheer, dit is het reglement.
M. de Volksvertegenwoordiger kwam on-
middellyk terug binnen, altyd met de bran
dende sigaer in den mond.
Mynheer, doe uwe sigaer weg Het is
verboden hier te rooken ik herhael het u.
Ik zal toch rooken.
Gy moogt niet rooken,
En de ontvanger gebaerde de sigaer tus
schen de vingers van M. den Volksvertegen
woordiger uit te trekken.
Hierop hield M. de vertegenwoordiger van
het volk zich niet meer in hy viel op den ont
vanger, greep hem vast., kortom, bracht hem
eene gansche reeks stampen in den onder
buik toe.'
De ontvanger die erg mishandeld werd,
bleef gedurende verscheidene dagen te bed
hy klaegde van eene erge breuk, welke zich
verklaerd had, ten gevolge der mishandelin
gen, welke hy by 't vervullen van zynen plicht
had te verduren gehad. Er werd door hem
eene klacht by den prokureur des konings
neergelegd, legen M. den volksvertegenwoor
diger.
Er werden geneeshecren geroepen om de
breuk van den ongelukkige le onderzoeken en
twee hunner verklaerden dat bet ongeluk ver-
oorzaekt was door de stampen van M. den
volksvertegenwoordiger. Een andere verklaer-
de dat de breuk reeds van vroeger dagleeken-
de.
Twee andere doktors, belioorende tot de
vrye universiteit van Brussel, werden geroe
pene en verklaerden insgelyks, dal de breuk
niet kon veroorzaekt zyn door de stampen van
M. den volksvertegenwoordiger.
De ontvanger heeft middelerwyl zynen dienst
kunnen hernemen hy heeft slechts later ge-
welen wie de weiopgevoedde persoon was,
van wien hy de eer had genoten, zulke deftige
stampen te ontvangen.
Zoover stael die zaek wy denken dat het
onderzoek geëindigd is.
Dit is het, wat men in hetjusticie palcis,
tusschen de advokaten vertelt.
Oud-Catholyken.Onze liberalen en geu
zen loopen veel weg met het zoogezegd oud-
catholiscismus,doch wat men gewezen catho-
licismus moet noemen hetgeen er in Zwit
serland op dit oogenblik gebeurt is zeker voor
hen niet slichlelyk. Vele zoogezegde herders
zyn reeds verdwenen. Sommigen hebben een
madame genomen anderen zyn heen ge-
gaen om elders te gaen exploiteeren, en nu
wéér is zekere Omer Camerle, herder te
Chaux-dc-Fonds doorgezonden.
Deze heeft nu aeu den minister van eere-
dienst den volgenden brutaleu brief geselire -
ven
Gy hebt vreemde priesters geroepen, ten
einde u van hen te bedienen als instrumenten,
om 'l geloof van uw volk weg le goochelen,
en nu gy tegenover den ouverwinbaren weér-
stand van dat volk uw plan ziet mislukken,
wilt gy zooals onlangs een uwer zegde
die priesters een voor een wegjagen, hen tot
zondenbokken van uwen laster, van uwen
hoon en van uwe beleedigingen maken. De
scliaduw-bisschop dien gy aen uwe schaduw-
Kerk gegeven hebt, verandert niets aen de
uitvoering van dat voornemen door de be
krooning van al uw komedie-spel hebt gy
slechts eenigen luister willen byzelten aen de
laetsle stuiptrekkingen van een werk dat, door
liet geweld begonnen, door bedrog en hypo-
krietery voortgezet, onvermydelyk in minach
ting moet verzinken.
Zietdaer het oud-catholicismus door een
oud-calholyke veroordeeld Overigens liet
liberalismus weet dit alles zeer goed maer
die beweging van ongeloovigen, renegaten,
deserteurs en ander schuim, moest enkel die
nen om de ware geloovigen te plagen, te ver
volgen, te tiranniseeren. O liet liberalismus
van onze dagen is inderdaed een schoon ding
-- Men leest in het Fondsenblad Ons komt
heden iet of wat ter oore over ons duerbaer
atheneum, het is nog al kurieus. Luistert
De klasse voor poësis telt er wel tot drie
leerlingen d-r-i-e... gy hebt goed gelezen ja,
drie leerlingen van poësis in ons duerbaer
atheneum...
Duer... zeker en heel duer. De belasting
schuldigen weten dit niet, of weten hel niet
genoeg.
Het aendeel der stad, in de kosten van die
school, bedraegt ongeveer 50,000 fr. 's jeers.
Wel is het ook kurieus te welen, hoeveel
leerlingen zich nog in de andere klassen be
vinden
Verleden jaer telde de universiteit van
Leuven over de 1200 leerlingen. En dit jaer,
alhoewel al de inschryvingen nog niet geno
men zyn, is dit getal al verre overtroffen.
Journal de Gand, Indépendance, Etoile en tutti
quanti, telt de samen al de inschryvingen van
de universiteiten van Gent, Brussel eu Luik,
verzwygt de gedwongene en kostelooze in
schryvingen, en zegt waer er leven is en
bloeiby ons, die het met onze eigene pennin
gen doen, of by u, die vet betaeld en gedwongen
zijl
Het volgende wordt op dit oogenblk in
vele dagbladen van het land gelezen. Het is
eene kleine farce, zegt men maer er is in dit
alles iets meer, en liet moet somtyds meer dan
een rechter en burgemeester doen nadenken
Een gewezen raedsheer van Brussel ver
telt dat men daer eenigen työ geleden, een
aimabele policie-officier heeft moeten afdan
ken, die zynen tyd doorbracht met farcen te
spelen aen dezen en gene. 's Avonds in den
theater of op een bal wedde hy met zyne vrien
den, dat hy dengene naer den amigo zou doen
brengen, dien men hem zou aenduiden. Men
wees hem alsdan een heer, die heel stil en be-
daerd op eene bank zat. De policie-officier
ging tot hem, stiel hem in 't voorbygaen en
zegde
Waerom stoot ge my
a —Maer pat don, gy zytliel zelf die my sloot.
Gy zyt 't, gy, zeg ik...
Zoo kalm en bedaerd als dia heer dan ook
was, verloor hy geduld.
Ha, gy durft opslaen tegen de policie...
wacht
De aimabele policieman riep 2yne agenten,
deed den heer aenpakken en men sleepte hem
naer het bureel van policie. Liet liy alles be-
gaen, dan kreeg hy eene vermaning. Had hy
macht er. bood hy tegenstand, dan verscheen
hy voor den rechter en werd veroordeeld voor
beleediging jegens de policie. De toer was ge
speeld, en een goed dejeuner bekroonde den
triomf van den wedder.
Geestig niet waer En zoo iemand wordt
veroordeeld voor beleediging, aen de policie
toegebracht? Welnu, wy zeggen dat burge
meester en justiciein meer dan een geval, on-
gelyk hebben uitsluitend en onbepaeld de poli
cie te gelooven. In allen gevalle, de farce van
dien aimabelen brusselschen policie-officier,
moet in 'i geheugen blyven. Zy kan te pas
komen.
Vergissing. De Echo du Parlement deelt
bet volgende aengenaem geval meê. dat aen
een zyner vrienden overkomen is. zooals dezer
dagen de policie van M. De Wael eenen bur
ger aenliaeld, die by een notaiis geld was
gaen ontvangen
Baron, de landschapschilder, verblyft gedu
rende bel schoone jaergety by M. Edmond
Picard, te Leefdael. Hem schiet verleden week
door liet hoofd, dat hy zuiver linnen te kort
komt, hy stoomt naer zyne wooning te Brus
sel, maekt een pak van vier of vyf hemden die
liy netjes met grauw papier omwindt, en keert
terug met den trein van Corlenberg.
Hy had de statie verlaten en ging te voet
over den weg, wanneer hy achter zich hoort
galoppeeren. Hy keert zich om en staet voor
twee gendarmen, die op gebiedenden toon
eisclien dat hy zyn pakske zou afgeven.
Maer het zyn myn hemden.
Ja, hemden die gy gestolen liebt.
Maer gy ziet my voor een ander aen. Ik
begeef my naer mynen vriend Picard, enz., enz.
Al genoeg. Gy moet met ons meê.
En vooruit, marclie Ze deden nu den vriend
Baron tusschen de twee peerden ingaen, en
deze kreeg dan rechts dan links eenen stoot
of eenen slomp. Het schynt dat zulke politie
alles behalve aengenaem is, zoo ten minste
heeft Baron gezegd hy had in alle geval den
moed niet meer om nog een woord in te bren
gen.
Zoo legden zy een eind weg af. Ze brachten
hem naer Brussel langs de baen van Tervueren.
Toevallig kwam daer juist Picard zelf aen,
die langs denzelfden weg terugkeerde, in ge
zelschap van Van den Eeden, den gentsclien
komponist. Deze zagen den groep van verre
aenkomen.
Wat is dalzegt Picard, daer is een dief
die volmaekt op Baron gelykt.
't Is waer dat Baron een kostuem droeg dat
heel eenvoudig was, en bovenal eenen grooten
feuterhoed, die in de Abruzzen niet ware mis-
plaets geweest.
Om kort te gaen. Picard sprak de gendar
men aen en'mnekte zich als advokaet bekend.
Dan slechts stemden zy er in toe, hunnen ge
vangene los te laten. Ën dan nog volgden zy
hem tol aen liet buitengoed van Picard, en
trokken slechts weg toen hy aen liet hek was
Dc arroiidissemenls-kommissaris van
Audenaerde, M. de Nieuport, heelt zyn ont
slag gegeven dat was, zegt een blad, het
beste wat hy doen kon.
Volgens hetzelfde blad werden de zaken
van dat kommissariaet, sedert twee jaer, afge
daen door zekeren Ivo Willems, koopman te
Audenaerde, 1° klerk.
Sedert den I October was Willems, echter
verdwenen, enden 7 vischte men zyn lyk op
uit de Schelde.
M. De Nieuport was den 4. dry dagen na de
verdwyning van zynen zaekwaernemer, aen-
gekomen en zond den 5 zyne demissie.
Heeft de toestand, waerin hy zyne oogen
wierp, hem zóódanig ontzet dat hy dit besluit
zoo spoedig genomen heeft
Wy weten liet nietde vrienden van M. de
Nieuport zouden daerover gewis eenige inlich
tingen kunnen geven.
De Flandre libérale, met andere vry°e-
zinde tolken der openbare denkwyze te Gent,
zou geerne weien in welke berbergen de bus-
schen staen voor den calholyken schoolpen
ning. Heelt men in het kamp der i»-ygezind-v
beid mogelyk lust om die bussen te gaen in
stuk slaen"?
Men schryft uitrent:
Heden morgend is uit de Lieve, op St-Anlo-
nius-kaei, het lyk opgevischt van een meisje
van omtrent 16 jaer oud zou het schynt, had
zy sedert zaterdag laetst liaer huis verlaten.
Men gelooft niet dat hier eene misdaed in 't
spel is.
De gemeenteraed van Dondermonde heeft
eene openbare inschryving geopend, ten voor-
deele der beschaving van midden-Afrika.
In den loop van verleden vrydag zyn op
de spoorwegliniën van den staet, niet minder
dan dry ongelukken gebeurd. Een treinwach
ter, bezig met de kaerljes af te nemen, werd op
de brug van Humme, naby Auvelais gevat tus
schen de trede van een rytuig en de borst
weer van gemelde brug. De ongelukkige stierf
zondag in bet gasthuis van Namen. Een ande
re treinwachter, die liet toezicht uitoefende
over het samenstellen van een koopwaren-
trein, in eene statie tusschen Namen en 's
Gravenbrakel, werd overreden door den ex-
presslrein van Namen op Gent en stierf insge
lyks ten gevolge zyner wonden. Eindelyk werd
te Luttre een derde treinwachter door eenen
val de schouder gebroken.
Men leest in den Etoile:
Men verzoekt ons het overlyden acn te
kondigen van M. A. Van der Crone. De begra
fenis zal plaets hebben in het proteslantsch kerk
hof, of zaterdag 7 october, ten 2 uren nanoen.
Alzoo bezitten te Brussel de protestanten
een eigen kerkhof. Waerom hebben de calho
lyken die de godsdienst der groote meerder
heid belyden, geen calholyk kerkhof
Zyn ze voor de wet niet ten minste de gely-
ken der protestanten
De historie van Stott, die het Kanael in
een ballon moest overvliegen, was eene mys
tificatie. Men weet niet of er zelfs een Stolt
bestaet
Men schryft uit St.-Pieters-Jelte, 10 Oc
tober: Gisteren rond 1 1/2 ure. werd een deel
der stellingen van een groot huis, dat in op
bouw is, doer den wind omver geslagen. Twee
mannen werden meêgerukt en een bleef dood
op den slag. De andere werd gekwetst. Zyne
wonden zyn niet erg.
Een hevige brand heeft maendag avond,
na 10 uren, een achtergebouw der Astronomie-
straet te Sl-Joost-tcn-Noode, dienende tet