samenleving zyn satanisch ryk met zekerheid te'kunnen vestigen. Het gemeentebestuer van Brussel heeft ons onlangs het ontegensprekelyk bewys geleverd dat het maconnismus, overal waer het als meester heerscht, weldra geen godsdienstig ondervvys tol zelfs in de hewaerscholen meer gedoogen zal. Verscheidene hewaerscholen of kindertui nen, bestonden te Brussel alwaer deugdzame wereldlyke onderwyzeressen aen de kinderen van den werkman en van den geringen burger de eerste opvoeding gaven en tot liet lager onderwys bereidden. Eene godsdienstige lucht kring heerschte in die hewaerscholen men leerde er de kinderen God, zyne H. Moeder, de godsdienstige zaken, eeren en beminnen en hunne ouders en de geestelyke en wereld lyke overheden eerbiedigen men leerde er de kinderen ook God bidden en loven en zyne Heiligen nenroepenDoch dit alles is superstitie, in de oogen van hel brusselsch liberael gemeentebestuer en men besloot die hewaerscholen aen de superstitie te ontruk ken met ze onmiddelyk te verwereldlyken, 't is te zeggen, God, de christelyke leering en het gebed er uit te verbannen. .Nu, onder voorwendsel dat die hewaer scholen het budjet van 't weldadigheidsbureel te veel bezwaerden, besloot de stad die scho len over te nemen en er de kosten van te dragen. Doch, nauwelyks waren die scholen onder 't bestier der stad of het bevel ging van 't stadhuis uil dal alle voorwerpen welke van verre of van naby eenigen godsdienst raekten onmiddelyk moesten verdwynen, en dat men zich voorlaen onthouden moest de kinderen te leeren bidden of hen van godsdienstige zaken te spreken. En om in eens wel doen te gevoelen dat het gemeentebestuer God voor goed uit de hewaerscholen wilde verbannen, wierd byna terzelfderlyd aen de onderwyze ressen beteekend dat juffer Galti de Gamond, de bestierster der goddelooze meisjesschool, met het opzicht gelast was. Oogenbiikkelyk verdwenen al de printen, de bezonderslc daed- zaken der heilige geschiedenis voorstellende, de O. L. Vrouwbeelden tot het Christusbeeld toe Eenige onderwyzeressen onderwierpen zich, andere wilden zich niet onderwerpen niette- genslaende hare bezoldiging merkelyk ver meerderd werd. Zietdaer, geëerde lezers, hoe de liberhaters den H. Godsdienst onzer voorvaderen genegen zyn. De kiezingen staen voor de deur, en wacht, gy zult zien en ondervinden, hoe zy, niettegenstaende de verpletterendste bewyzen, zullen beweren dat zy den R. C. Godsdienst, het H. Geloof onzer voorvaderen, genegen zyn, Hem voorstaen en verdedigen. Doch wy zullen het u by tyde errinneren wat 'l liberalismus door die genegenheid, door dil voorstaen en verdedigen beduiden willen. Onze confrater, Ie Court ier de Bruxelles doet te recht opmerken dat dit besluit der brusselsche magonnieke gemeenteoverheid op eene treffende wyze aen de parysissche com mune doet errinneren. Op 16 Mei 1871, brachten de dagbladen ons de volgende nota van hel officieel dagblad meê Weldra zal het godsdienstig onderwys uit de scholen van Parys verdwenen zyn. Echter blyft' in vele dezer scholen, onder den vorm van krusifiks, 0. L. Vrouwbeel- a den en andere zinnebeelden de nagedach- a tenis van dit onderwys leven. a De onderwyzers en onderwyzeressen zul- a len die voorwerpen doen verdwynen, wier a tegenwoordigheid de vryheid van geweten a kwetst. a Wier tegenwoordigheid de vryheid van ge weten kwetstDit is juist de tael die 't ma- Qonniek besluer van Brussel en zyne organen voeren om de verplichtende godverloochening te wettigen die zy aldaer willen invoeren. Er ontbrak nog aen de brusselsche krusifiks- vreters de eer de hersenlooze bescliavers en de goddelooze schelmen der commune van Parys tot voorbeeld te hebben. Die eer hebben zy nu. Ze mogen er fier over zyn LOUISA LATEAU. Een bezoek te Bois-d'Haine op Vrijdag februari I 878. (derde vervolg.) De deur der kleine woon waar Louisa hare smar ten verbergt, is zorgvuldig gesloten. De muren zijn in bleek geel gewit, de vensterluiken zindelijk groen geverwd. De twee vensters die naar de straat uitzien zijn mei ijzeren staven bezet, en langs binnen be hangen met gordijnen van fijnen neteldoek, op wel ker willen grond zich voortreffelijk de groene kleur van eenige geranium- en resedatakjes afschildert, 't Is eenvoudig, maar uitstekend net. Ik klopte aan hot venster en werd aanstonds binnengelaten. Louisa ligt op haar bed uitgestrekt, in denzell'den staal waarin ik haar eene uur vroeger gelaten had 'l is als een slachtoffer op hetwelk zich alle bedenke lijke smarten met woede hebben neérgeworpen. tiet wondleeken op den rug der rechterhand, lus schen het derde en vierde been der middelhand gelegen, is eivormig rond, omtrent twee centimeters lang en vijftien millimeters breed. Uit alle punlendier kleine oppervlakte vloeit onophoudelijk bloed, wiens eigenschappen leenemual overeenstemmen met de gene van het bloed, dal in do kleinste bloedvaatjes omloopt (i)dit is te zeggen, dat zijne kleur het midden houdt tusschen hel helderrood van het slag- aderbloed, en hel donkerrood van het aderbioed. Ik kan die kleur niet beter vergelijken dan aan deze van bet bloed dat uit den neus komt. Voor zooveel men er met het bloote oog kan over oordeelen, is dit bloed gezond Rondom het wondleeken is eene opzwellende ringslreep eerder bleek dan roodkleurig, van ongeveer éénen centimeter breed, en welker uit sprong allengskens in de omringende huid verdwijnt. Ik had wel een goed vergrootglas willen bij de hand hebben, om het wondleeken zelf eens nauwkeurig na te zien. Doch, wanneer men meermaals hel bloed afvaagt dat er voortdurend uitvloeit, kan men gemak kelijk de volgende bijzonderheden beslaligen. De gansche oppervlakte der wonde is rood, als bezaaid met fijne ronde en kegelvormige heuvelijes, welke door kleine voortjes van elkander zijn afgescheiden. Dit zijn de tepeltjes en lepelvoren van de onderhuid (a) in haren rcgelmaligcn toestand Drukt men een' oogenblik met den vinger op hel wondleeken, dan wordt hetzelve bleek, voor eenen stond schijnen de (1) Het bloedomloopgestel is samengesteld uit: de slag aders die het door de longen verlevendigd bloed, van liet hart naar alle lichaanisdecleii voeren de aders welke liet bloed van 't gansche lichaam naar het hart en longen vveêrbrengen de hairpjne bloedvaatjes, in het lijnstc ge weefsel aller li- chaamsdeelen gelegen om ze te voeden, en tuscchcn de slag aders en aders geplaatst om deze met elkander in verbinding te stellen. De kleinste dier vaatjes hebben slechts twee dui zendste van een millimeter diameter 't ts dus wel niet recht dat men ze hair/ijn noemt. (2) De huid, het vel, kan in twee vliezen gescheiden wor den de opperhuid (épidemie) dunne en doorschijnende plaat, van bloedvaatjes beroofd, welke volkomen den vorm volgt van de onderhuid (derme). Deze is dikker, en 't is in haar gcwecf- sel dat zich de laatste takjes der zenuwen en bloedvaatjes ver spreiden. lepeltjes plat, als dichter bij elkair geperstmaar welhaast dringt hel bloed wederom in bunne hair- fijnu vaatjes, zij hernemen zoo even hunne roode kleur, en hel bloeden gaal voort. Aan den binnenrand der wonde hangt nog een lapje der opperhuid, over blijfsel van de blaas of blein die hel bloedvloeijen voorafgaat. Langs de palm der hand is geen bloed te zien hel wondleeken bestaal er slechts in eene rozekleurigc plek van dezelfde grootte als dil der bovenhand. Een woordje over de betrekkelijke lig- lig dier beide wondleekens hunne middelpunien komen niet stiplelijk overeen terwijl de wonde der bovenhand 5 centimeters van hel voreenigingspunl der vingeren verwijderd is, komt die afstand slechts op 3 centimeters voor de wonde van de palm. De Imker hand draagt langs binnen eene rood kleurige plek welke geen bloed geeft Op den rug is een wondleeken, etn weinig kleiner dan dil der rechter hand hel biedt ook dezelfde bijzonderheden aan, maar bloedt niet zoo sterk. De vier wondleekens der voeten zijn heden droog, gelijk die van de palm der handen aan hel voor hoofd, slapen of achterhooofd is insgelijks geen bloed te bemerken. Hel bloed vloeit zoo overvloedig uit de linker zijde en de rechter schouder, dal hemd c-n bovenkleed er door bevlekt zijn. Een ge voelen van betamelijkheid dal iedereen zal verslaan, belette mij die wonden te onderzoeken. Vroeger vertoonde zich ook de bloedvloeijing aan het hoofd, onder den vorm ecner kroon. Doch bier was blaas noch wond te vinden en de plaats met een vergrootglas onderzoekende, zag men dal eene kleine scheur der opperhuid aan hel bloed doorgang leverde. Louisa verloor dc eerste maal bloed op die buiten- gewoone manier, op Vrijdag 2-i April 1868, langs de linker zijde den vrijdag daarna langs dc zijde en bovenkant der beide voeten. Den derden vrijdag vloeide het tenzelverlijde nog langs boven- en bin nenkant der twee handen. Later, op '25 September 1868, loonde zich de bloedige kroon aan hel hoofd eindelijk, ongeveer drie of vier jaren geleden, ver scheen het w ondleeken op den rechter schouder. Al die wondleekens geven niet altijd gelijktijdig bloed soms vloeit het uil drie of vier wonden, soms ook uit minder of meerder getal. Maar de bloed vloeijing heeft nooit plaats gehad dan den vrijdag, en niet eens op éénen anderen dag der week Zij begint gewoonlijk tusschen middernacht en één uur, en eindigt meest tusschen vier en acht uren namid dags. En hoeveel bloed verliest de jonge dochter eiken vrijdag Lefebvre schal die hoeveelheid op ongeveer '251' grammen, of een kwaart kilo; en voor zeker is hij in die berekening beneden dc waarheid gebleven. Ziedaar de kruiswonden. Aardige zaak, toch Een godvruchtig meisje, zonder geleerdheid, een voudig en liefdadig, door geene lichaainsziekle aan gedaan, verliest sedert tien jaren bloed, eiken vrij dag, nooit op een' anderen dag, langs verschillige plaatsen des lichaams cn die plaatsen-komen juist en slipt overeen met degene waar de God-Mensch de hevigste smarten leed En die bloedvloeijing ge schiedt natuurlijk, van zelf, zonder dat eenig bedrog- of ander middel daartoe worde aangewend, gelijk uit ernstige en herhaalde onderzoeken gebleken is. En wanneer hel bloeden heeft opgehouden, is aan de wonden noch ontsteking noch etter te vinden, en ras zijn deze door eene normale opperhuid bedektEn den volgenden vrijdag vertoonen zich wederom de zelfde voorvallen Hoogtr heb ik reeds gezegd, dat Louisa gedurende de geeslontheffing, teenemaal zoo van laslelijk als pijnlijk gevoelen, beroofd is. Maar builen de ziels vervoering, zijn de kruiswonden en derzelver om- kring met eene uitstekende gevoeligheid begaafd de zachtste aanraking ook veroorzaakt er onuitdruk kelijke pijnen. Zelfs wanneer zij aan geene uitwen dige ophitsing onderworpen zijn, staal hel meisje er hevige smarten in uit. Indien mijn geheugen getrouw is, leed zij slechts den vrijdag, lol in December 1X75; de andere dagen gevoelde zij niets, woonde 's mor gens de Mis bij, ging heen en weder, en gaf zich gerust aan bare gewooae bezigheden over Maar, omtrent bovengemelde tijdstip groeide baar lijden buitenmate aan, zij moest verscheidene maanden bedlegerig blijven, en van dan af tot nu toe, was zij dag of nacht geen oogenblik om zoo te zeggen, zonder smarten. Des vrijdags nochtans zijn hare pijnen buitengewoon levendig, zoo dat zij in de onmogelijkheid is baar bed te verlaten de andere dagen kan zij zich met eenig hand- of keukenwerk onledig houden, alhoewel zij bij tusschenpoozcn verplicht zij hare laak te onderbreken. De smarten zijn dus onophoudend, en van lijd lol tijd vermeer deren zij zoodanig, dat de gelaatstrekken van Louisa zich samenkrimpen. Dan is haar gezicht verduisterd, en de oogen keeren zich hemelwaarts, als 't ware om genade af te smeeken. Louisa lijdt alleenlijk in de wondleekens, en in geen ander hoegenaamd deel des lichaams. De aard der pijnen is vcrschillig, vol gens dc plaats waar zij zich doen gevoelen. Aan handen en voeten is liet eene doordringende on snijdende pijn; aan voorhoofd, slapen cn achterhoofd is het eene brandende pijn, gelijk aan die welke eene ijzeren schroef zou te weeg biengen hei hoofd kroons gewijze prangende. En zoo geweldig zijn de smarten aan hel hoofd, dal de arme dochter hel aanraken van haar oorkussen niet verdragen kan. Aan den rechter schouder is 't een gevoel, alsof dit lichaams deel onder ecu' harden en zwaren last verpletterd wierd. Louisa lijdt onzegbaar in de linkerzijde; ik vraag haar, waaraan zij die pijn vergelijken zou, en zij antwoordt op mijne vraag juist met dezelfde woorden als over twee jaren het is alsof u hel hartuil de borst wierd gescheurd. En niettegen staande dit onmenschelijk lijden, komt niet een enkel woordje van gemor hare lippen ontsnappen, en men bespeurt niet het minste leeken van ongeduld Langen lijd hen ik dien dag mei Louisa in gesprek geweest. Ik heb haar menigvuldige vragen van zeer verschillenden aard toegestuurd zij heeft mij altijd beleefd, bescheiden, eenvoudig en met veel oordeel ceantwoord Zwetserij en wantrouwigheid zijn haar onbekend, en eene ware ootmoedigheid veropenbaart zich steeds in gansch hare doenswijze. Meer dan eens heb ik aan hare oprechtheid strikken gelegd nooit heb ik deze in fout gevonden. Maar, laten wij hier liever hel woord aan den uitmuntenden profes sor Lefebvre. Ziehier hoe de Leuvensche Hoogleeraar zich diesaangaande'uildrula Louisa heeft veel versland, doch dit verstand heeft niets schitterend de inbeelding ontbreekt, en men zou zeer getrouw het meisje afschilderen met te zeggen, dal zij veel gezond oordeel bezit, maar zonder fijnheid noch geestdrift. Hare geleerdheid is zeer bepaald cventwel heeft zij de grondbeginsels ontwikkeld welke zij ter school ontvangen had: zij drukt zich in do fransche taal uit met gemak en juistheid. Zij leest, alhoewel met moeite, zij kan schrijven, doch foutelijk. Onder het zedelijk oogpunt, is hel eene oprechte, eenvoudige, ik zou zeggen doorschijnende ziel. Zij bemint de stille cn de eenzaamheid, en nooit spreekt zij over de wonderen die zich in haer op- doen. Zij heeft eenige vriendinnen der kinderjaren, aan wie zij ccne ware genegenheid toedraagt. Ik weet door zorgvuldige navorschingen dat zij nooit over de geeslonthefling of kruiswonden handelen Dit maakt een' afgeslotene wereld uil, waar zelfs de beste vriendinnen niet worden toegelaten. De- zeilde bescheidenheid wordt gevolgd tegenover hare moeder en zusters welke ook nooit daarover i« spreken in Louisa's tegenwoordigheid. Een uitkomende trek barer inborst is de mensch- c lievendheid. Hoewel zelf arm, had zij steeds eenen drift om de armen bij le slaan. Toen zij bijna nog kind was, verzorgde zij de zieken met volle gèla- lenheid en wonder oordeel. In 1866 brak de Cho- lera te Bois-d'Haine los Louisa verliet do huizen niet waar de gcesel was binnengedrongen. Zich a niet overal kunnende bevinden pastte zij in ééne maand tien zieken op, ging du dooden in hunnen lijkdoek wikkelen, en hielp ze dikwijls naar het kerkhof dragen. En dan was zij nog een kind zij leldo slechts zestien jaren. Van hare kinderjaren af toonde Louis3 eene zeld- zame godsvruchligheid. Ik bon over dc ecnvoudigo godsvrucht van Louisa Laleau getroffen geweest. Zonder overdrevenheid en zonder gemaaktheid volgt zij getrouw den gebaanden weg. In bare in- wendige cn zedelijke doenswijze zoowel als in haar uitwendig leven loont zij iels eenvoudig, be- scheiden en gematigd dal haar nooit verlaat Dusdanig is Louisa Laleau onder het verstandelijk en zedelijk betrek cn zulks is ook hel gevoelen van al degenen die haar oprecht cn zonder vooiingeno menheid heoordcclen. Zulks is ook hel gedacht van doktor Warlomont, de geleerde verslaggever der ge neeskundige Academie over de feilen van Bois- d'Haine. Wel is waar. heeft een ander lid der Acade mie geschreven, dal Louisa zeer weinig begrip of versland heeft, dal zij sulachtig is, onwetend, nnn of meer stompzinnig, aan zinsbegoocheling onderhevig, krankzinnig, door den biechtstoel verstompt en ver beest!'... Die heer woont misschien in 't land van Pic de la Mirandole en toch kan ik niet aanvaarden dat hij alléén legen honderden gelijk zou hebben Die heoordecling is dus zeer verschillend macr die schrijver is ook niet l' akkoord mol zijn eigen zelvcn. Immers, bcnevcn die acngenaamlieden, schrijft hij nog dat Louisa eene fijne komediespeelsler, eene doortrapte leugenaarster is. Aardige bcoordeeling Van den eenen kant is zij bot, stom, onnoozelvan den anderen kant verwijl men haar dat zij de moeic- lijkste van alle komedien speelt en gedurende tien jaren lang duizende en duizende toeschouwers be drogen heeft. Dil ware wel liet wonderste aller mira kelen ook, geloof ik er volstrekt niets van. Maai hét schijnt dal die schrijver nooit Louisa gezien heeft en mijns dunkens zou hij hel zelf wel min of meer bewijzen. Nu, houden wij ons daarmede niet langer op en verlaten wij de kiuiswonddragendo, om haar in de zielsverrukking van den namiddag weêr le vinden. (vervolg later HANDEL EN NYVERHEID. Nieuwe Methode voor de Aerdappelteeltvermeer dering van opbrengst en bewaring voor de ziekte. I. De aeidappel is het beste geschenk, dat de oude wereld aen de nieuwe gedaen heeft. Dy is het ge bakken brood, hy is de spys by uitmuntendheid en schikt zich wonderlyk naer alle soorten van berei dingen. De aerdappel werd hier ingebracht op het einde der XVI® eeuw, namelyk in loin hy werd in Opper- Pc-ru aengekwcekl, wanneer de Spanjaerden hem naer Europa overvoerden Zicliiier, volgens Van Hulthem, wal er Karei Van Sluis (Clusius), de beroemde planlenkenner, aen wien men het invoeren van verscheidene tot dusverre ongekende hoornen, heesters en bloemen in Vlaen deren verschuldigd is,van zegthel is immers hy die deindiaenschekastanjeboomeo, krieklauner.den azia- tischen plalaen, den weslelyken cypressenboom, de keizerskroon, de perzischc lelie en de schoonste schakeering van tulpen hier ingebracht heeft): Ik kreeg dc eerste kennis van den aerdappel, zegde Clusius, door Philips de Sivry, goeverneur van Bergen, in België, die my twee struiken met o hunne vruchten, uit Weenen in Ooslenryk, zond, in het begin van 1588, en het daeropvolgende jaer kreeg ik de gekleurde afbeelding dier plant. Hy had my hel verleden jaer geschreven, dat hy die ontvangen had van eene goede kennis (a familiari), van den legael des Pauzes, in België, onder den naem van Tarluffi. De Ilalianeu weten niet, van waer hun die plant vandaen gekomen is, maer het is echter zeker dal zy die uit Spanje of uil Amerika ontvangen hebben. Van Hullhem haelt nog hetTheatrum pungarium» aen, van F. Van Slerbeeck, van Antwerpen, 1675, bladz. 327. Zyn schryver plantte den aerdappel in zyn tuin, als een kruidkundige nieuwigheid'en niet om er als voedsel gebruik van te maken, want men geloofde over het algemeen, dal de aerdappel ver giftigd was dil vooroordeel blesf verscheidene eeu wen voortduren. Het was eerst in 1713, gedurende den oorlog, dat de Vlamingen, ziende dat de engel- sche soldaten acrilappclt»n gobrmklen, bemerkten en zich overtuigden, dal die knollen niets bevatten wat hinderlyk aen de gezondheid is. Van dal oogenblik af, werd de aerdappel in de omstreken van Gent geplant, om als voedsel voor menschen en vee ge bruikt tc worden. Later, er. nog veel later, werd dit gebruik eerst iu Frankryk ingevoerd, en zulks nog door de behendig heid van eenen menschenvriend le welen, in 1783 begon Parmenlier theotische en praktische midde len aen le wenden om de teeling van den aerdappel le doen aennemen. Ily gaf le Parys eene Verhan deling voor den aenkvveek en liet gebruik van den aerd,nppel uit, en daerna een Scheikundig onder zoek dacrvan doch al dio poogingen hadden den gewenschten uiislng niel. De beroemde scheikundige Vauquelin trachtte om- tent den zelfden lyd, door gelyke proefnemingen te bewyzen dal een en dezelfde grond, met aerdappelen beplant, twcemnel zooveel voedende kracht voort brengen kon, dan met koorn bezaeid zyndc. Ondanks al die bewyzen, hieven de Franschen in den ouden slenter van landbouw en zich le voeden voortdrenlelen. Maer koning Lodewyk XVI wist de poogingen van Parmenlier naer verdiensten te waer- deeren en hy ondersteunde die. Om den aerdappel te doen kennen en tevens le doen zien hoe hoog hy de waerde daervan schatte, droeg hy de bloem "dier plant in hel knopgat van zyn kleed. Door die konink- lyke goedkeuring kreeg Parmenlier eenen akker in de omstreken van Parys, waerop hy aerdappelen deed planten. De bloeilyd daervan voorby, verzocht en verkreeg Parmenlier eenige schildwachten, om den toegang lot zyn aerdappelveld te beletten maer hun orde woord was slapen, om alzoo de aerdappelen te laten stelen het volk, de genomen voorzorg ziende, werd door nieuwsgierigheid nengezet, om den aerdappel te proeven en die peulvruchten verdwenen als by tooverslag delist van Parmenlier gelukte dus aller best de oproep lot de begeerlykheid om van de verboden vrucht le eten, is hel beste middel geweest om den aerdappel le doen kennen, en, als menschen- voedsel, hy de Franschen in gebruik le brengen. Dal is in weinige woorden, het historiek van den aerdappel, van eene plant, waervan hel gebruik een machtige verzachtmiddel geweest is tegen de terug komst van gebrek en den schrik des hongersnoods, die thans door de vryheid van den graenhandel, ge lukkig verbannen is, dank aen de zoo werkzame en de zoo aenhoudende propaganda van den terecht vermaerden Cobden, dank aen de hervoiming van Robert Peel, beroemd engelsch minister, eindelyk dank aen de vryheid des handels VOLKSKAMCR. De Volkskamer heeft zich deze week by voortduring onledig gehouden met het onder zoek van 'l budjet des ministeries van openba re werken. De achtbare beer Minister heeft geantwoord op een groot deel vragen en eiscben welke, door verscheidene leden, ten voordeele hun ner wederzydsche arrondissementen, waren gedaen geweest. Wat ons arrondissement betreft, heeft het achtbaer Opperhoofd des ministeries van open bare werken op de redevoering van onzen ver tegenwoordiger, M. Van Wambeke, geantwoord 1° Dat het ministerie van openbare werken, zal medewerken zoo veel hel in zyne macht is aen de afbraek der huizen welke de intrede der statie van Aelsl gevaerlyk maken. 2° Dal de werken van den yzerenweg Ant werpen-Douai reeds aengevangen zyn, en alles laet verhopen dat de sektie van Aelsl naer Op- wyck in den loop van 1878 za! voltrokken zyn. 5® Dat er aen den eisch van 't Gemeentebe stuer van Ninove zal voldoening gegeven wor den voor wat betreft het brugje over den Den der aldaer. Op de andere vragen heeft de lieer Minister tot hiertoe niet geantwoord. In ons toekomend nummer zullen wy de ant woord des lieeren ministers in haer geheel meêdeelen. Myn vriendmyn goede vriendmyn boezemviiend, de shah van Haeltert, leidt heden een woelig bestacn Geen dag, geen nacht of dc ongelukkige heeft zonderlinge, aerdige, ja, zelfs, vrecslyke avonturen Nu zyn het avonturen op zyne gemeente, dan tc Gent, dan weêr te Adlst, enfin, 't is om er zoo grvs van te worden als eene duif, wel te verstaen als men door 't een of 't ander zyn hair niet verloren heeft Zoo heeft onze goede vriend, onze boezemvriend, in den loop dezer weck, eene aerdige, zeer aerdige, zelfs afrontelvke avontuer gehad. Onze vriend had gedroomd dat dc gouden lyd op nieuw was acngebroken toen hy met Angelus in den militieraed neteldeNu, hy nam dezen droom voor eene wezenlykbeid en met 't krieken van den dag liep hy by ZYNEN sekre- taris om hem die blyde tyding te boodschappen en liem te bevelen alles in gereedheid tc brengen en voornamelyk voor de papieren te zorgen Rond 9 uren zagen wy onzen goeden vriend gcllankeerd van ZYNEN' sekretaris ons stadhuis binnentrekken. Hy was zoo danig in gedachten en gepeinzen verslonden dat iiy ons in 't voorbygaen niet bemerkteWy wilden hem niet stooren en lieten hem gaen Onze vriend en ZYN sekretaris klommen de trappen op en traden met 'ncn geheelen wagen pretentie de zael binnen. Onze vriend en zyn sekretaris niaekten zicli een dobbel- kinncke, grocttedcn dc aenwezigen met eene diepe buiging en namen eene statige houding De aenwezige heeren waren zeer verwonderd over die aerdige verschyning en vroegen aen onzen goeden vriend wat er van zynen dienst was. o Ik ben de shah van Haeltert, antwoordde onze vriend, en ik wil hier zetelen niet MYNEN sekretaris o Wie! wie! zytgyde shah van Haeltert Hom- eens,vriend,gy zyt zeker eene deur niisgeloopen, 't is hier niet dat ge zyn moet g'hebt hier geene zaken, wy hebben met u geen het minste uitstaens, en wy verzoeken u de zael tc verlaten. a Wel ik heb hier in den tyd nog gezeteld met mynen vriend Angelus, en mag ik hier niet zetelen dan krvgt gy de papieren niel, want myn sekretaris heeft zc, ziedc wel, en dan staet gy te kyken ik heb te Gent cn te Brussel ten rade geweest en ge verstaetIk wil mynen prestige niet laten verminderen! Holakadóéé dat zullen wy eens zien indien de papie ren niet rap op tafel liggen dan scliryvcn wy seffens met den telegraef naer Gent en wee u dan Ge weet ge wel dat gy u hier met niets te bemoeien hebt, en als wy u hier in de zael toelaten dat het slechts eene goedheid is van onzen kanti> Deze krachtdadige bedreiging deedt onmiddelyk haer effekt onze goede vriend cn zyn sekretaris gingen in eenen hoek der zael beraedslagen, en na zich een weinig met droefheid bekeken te hebben als wilden zy elkander zeggen hoe diep zyn wy toch getunneld, besloten zy de papieren af te geven... En zoo is het gebeurd dat onze goede vriend, onze boezem vriend feestelyk aen de deur wierd gekegeld.... Ziet, wy tonnen ons niet weerhouden, wy moeten het rechtuit zeggen: 't is in 't geheel niet schoon gedaen onzen goeden vriend, onzen boezemvriend zulke affronten te bak ken,Maer kom, koiu, alles wel ingezien, ik 't zal aeh de heeren van den militieraed maer vergeven, ze wisten immers niet dat onze goede sbah van zynen vriend Angelus en den militieraed gedroomd bad Als onze boezemvriend ons de eerste mael dat hy ons ontmoet nu niet in zyne armen drukt en vuriglyk omhelst dan verstaen wy er niets meer van KRING DE VRIENDSCHAP. Afdeeling van den Catholyken Schoolpenning. De heeren leden van den Kring worden ver wittigd dat er Zondag aenstaende, 17 Maert, om 8 uren 's avonds, zal overgegaen worden tot de verkooping by opbod, der pryzen van de TOM BOLA van 5 Maert, welke niet afgeliaeld zyn geweest. Onder de te verkoopen voorwerpen bevin den zich één spiegel, één hangende horlogie, één O.-L.-Vrouwbeeld, enz., enz. Comptante betaling zonder onkosten. Men gelieve het ruchtbaer te maken onder de leden van den Kring. KORREKTIONNEELE RECHTBANK VAN KORTRYK. I»e gevluchte Weeskinderen. Men herinnert zich het gerucht, dat de libe rale drukpers onlangs heeft gemaekt, over een meisje dat ontsnapt was uit hel weezenhuis St-Nikolaes, te Kortryk. Verleden dynsdag zyn de dry vrouwen die deze ontvluchting hebben bewerkt, voor de korrektionneele rechtbank van Kortryk verschenen. Deze zyn 1° Felicita Valcke, vrouw Claer- hout2° Virginie Janssens, vrouw Deseck en 5° Adela De Coene, vrouw Habaert, alle wo nenden te Kortryk, beschuldigd, in 1877, eene minderjarige wees te hebben geschaekt of doen schaken, uit het weezenhuis van St-Niko laes, te Kortryk. De advokaet, die volgens de liberale dagbla den, een aental schandalen moets aen den dag brengen was niet te zien. De beschuldigden hebben zich zelve moeten verdedigen en heb ben bekend dat zy plichtig waren. Tusschen de getuigen bevonden zich de twee ontvluchte weezen beiden verklaerden dat zy geene slechte behandelingen hebben ondergaen, dat zy nooit opgesloten zyn geweest noch bedreigd in eenen kelder le worden geworpen, dat zy het weezenhuis niet hebben verlaten omdat het regiem er te streng wasmaer alleen omdat de bestuerder haer had gedreigd dat hy haer zou wegzenden Zy bekenden daerenbo- ven dat zy slechts gestraft waren, omdat zy ongehoorzaem waren en weigerden te werken. Eindelyk hebben zy geloochend aen de be schuldigden by hunne ontvluchting, te hebben verklaerd dat zy in eenen kelder geworpen waren of bedreigd erin te worden geworpen, of dat zy streng gestraft en op water en brood gezet waren iri eene afschuwelyke strafkamer al feilen door een geuzenblad van Kortryk ver zonnen. Op liet rekwisitorium van het openbaer mi nisterie zyn de beschuldigden veroordeeld 1° Felicita Valcke tot vier maenden gevangenis 2° Virginie Janssens, tot twee maenden en Adela De Coene, tot 13 dagen derzelfde straf. Verder ieder tot een derde der kosten. Ziedaer alles wat er overblyft van den laster der geu- zenpers ASSISEN DER PROVINCIE ANTWERPEN. Zaek Mestag, eene vrouw in stukken gesneden. UITSPRAEK VAN 'T VONNIS. De jury treedt in beraedslaging om op de twee gestelde vragen te antwoorden Heeft Mestag zyne vrouw vermoord Is de moord met voorbedachten rade begaen Het verdict van den jury is bevestigend op beide vragen. Bygevolg wordt Mestag ter dood veroor deeld. De halsrechting zal plaets heb ben op een der openbare markten van Ant werpen. De liberale dagbladen hebben weêr een helsch gelier laten hooren ter gelegenheid der aenbouditig van eenen Broeder der christelyke scholen te Doornik. De Courtier de l'Escaut meldt dat deze Broe der den zelfden dag in vryheid werd gesteld. MINISTERIEELE BESLUITEN. By ministerieel besluit van 50 december 1877, zyn de volgende belooningen toegestaen aen de onderwyzers, van het arrondissement Aelst, welke de konferenciën bywonen en zich onderscheiden in het volbrengen hunner plich ten. Eene belooning van 130 fr.aen: J. Reyniers, onderwyzer te AelstF. Meirschman, id. te Hofsiade V. Dierickx, id. Ie Ninove. Eene belooning van 100 fr. aen P.J. Prové, onderwyzer te Idegem H. Vergeynst, id. te Deflinge. Een boek ten titel van aenmoediging aen A. Verpeylen, onderwyzer le Meerbeke 1 De Porre, id. te Oordegem T. De Kegel, id. te Wanzele ;F. Oste, id. te Aelsl J. VanGutte, id. le Haeltert A. Smets, id. te üorsbeke P. F. Meire, id. te Oombergen L. Matton, id. te Steenhuyze Wynhuyze. Eene eervolle melding aen D. De Rruyn, onderwyzer te Aelst I. Bruggeman, id. te Appellerre-Eychem J. B. Morraye, id. te Den- derliautem A. Van Droogenbroeck, onderwy- zeres te Ninove A. Van Gutte, id. te Haeltert; R. Coessens, onderwyzer te St-Goorickx- Audenhove C. L. De Ceuleneer, id. te Moer- beke. KONINKLYKE BESLUITEN. By koninklyk besluit van 9 meert, is M. A. de Haerne, benoemd lot arondissements-kom- micsaris van Dendermonde, in vervanging van M. J. M. A. Fraters, wiens ontslag aengeno- men is. WETTELYKE BESLUITEN. Een koninklyk besluit van 15 meert, roept het kieskollegie van het arrondissement Me- chelen byeen, tegen dynsdag 2 april, ten 9 uren 's morgends, ten einde eenen Senateur te kie zen, in vervanging van M. d'Ursel, overleden. De kandidaten moeten worden voorgesteld vóór donderdag 28 meertelk voorstel moet ten minste door vyftig kiezers onderteekend zyn. In geval van balloteering zal deze zonder nieuwe byeenroeping plaets hebben op dyns dag 9 april aenstaende,ten 9 uren 's morgends. Een groot deel onzer medeburgers hebben donderdag jl. aen hunne verontvvaerdiging lucht gegeven hy het hooren der hoogst onze- delyke, eer- en laemschendende gezangen te gen Z. II. Pius IX, zaliger gedachtenis, die in onze stralen, door eenige militianen van 't kanton Lede, gehuild wierden. Is onze sledelyke politie zoo doof geworden dat zy die afkeurlyke gezangen niet gehoord heeft?01 wel, heeft zy ze niet willen hoo ren 't Moet 't eene of't andere zyn want niet eene agent heeft deze eerlooze gezangen verboden. Zou het niet mogelyk zyn al dat gehuil, ge tier, gevloek te verbieden dat zekere militianen der buiten kantons hier dagelyks maken Men heeft hen wel destyds verboden met stokken in de stad te komen Wy roepen de aendacht des heerén Burge meesters hierop in, en hopen dat Hy de noodi- ge maetregelen zal nemen om te beletten dat onze medeburgers voorlaen door onzedelyke en faemschendênde gezangen zouden ontslicht wordenHem alleen hooren wy.door 't pu bliek, over de zaek verantwoordelyk maken.... Dynsdag 12 Maert, rond 8 uren 's mor gends, zyn te Voorde, twee aeneenhangende huizen, toebehoorende aen Karei Cleerebaut en Petrus Scliokkaert, arbeiders aldaer, de prooi der vlammen geworden. Volgens de verklaring der geburen zou de brand ontstaen zyn aen de schouwpyp die zich tusschen de twee huizen bevindt. De oorzaek wordt aen den slechten toestand der schouwpyp toegeschreven. De schade wordt berekend 1° voor Cleere baut aen gebouwen fr. 1,000,00 en aen meube len aen fr. 930,00, te zamen fr. 1930,00. 2° voor Scliokkaert aeri gebouwen fr. 1300,00 en aen meubelen fr. 600,00 te zamen fr. 2,100,00. De vernielde gebouwen en meubels waren verzekerd by de maetschappy Primes Bruxel les, het eerste voor eene waerde van fr. 2,000,00 het tweede voor deze van Ir 2,130,00. Zondag, rond 10 uren 's avonds, is een opper rogge, toebehoorende aen den heer L. Schollaert, landbouwer te Velsicque-Rudders- hove.'door brand in asch gelegd. De verliezen beloopen tot 2000 fr., door de verzekerings- maetschappy gedekt. De oorzaek wordt aen kwaedwilligheid toegeschrevende daders zyn onbekend. Wy vernemen met genoegen dat er te Heusden verleden zondag een calholyk genoot schap is ingesteld, met den titel van Piuskrittg gegeven ter verbeerlyking van den overleden paus. Eene instelling van dien aërd kan niets anders dan goed doen, en wy wensclien de stichters den besten byval en de meeste onder steuning in bun loffelyk werk. Brussel, 12 meert. Z. Em. kardinael Dechamps is gisteren door den koning en de koningin in het paleis te Laken, in gehoor ont vangen. Zondag avond heeft de policie, te Elsene, den genaemden Camiel V...., een schilder, wonende le Brussel, Roggegang, 17, aenge- houden. De aengehoudene had verschillende messteken in de zyde toegebracht aen zyne vrouw, van welke hy sedert eenigen tyd ge scheiden leefde. Het slachtoffer werd door een geneesheer de eerste zorgen toegediend en daerna naer St Pietersgasthuis gebracht. De mari is ter beschikking van het parket gesteld en in de gevangenis der Kleine-Karmelieten opgesloten. Een jammerlyk ongeluk is dynsdag nacht in de statie van de Allee Verte te Brussel voor gevallen. De genaemde Coene, stoker van Gent, die met den trein was aengekomen in plaets van te Aelst al te stappen, omdat hy onder weg was in slaep gevallen, wilde met eenen vertrekkenden trein terugkeeren. By het over stappen der rails werd Coene door een loko- motief getroffen en op den slag gedood, 't Hoofd was in twee gesneden. De ongelukkige laet eene weduwe met vier kinderen achter. Zondag avond, rond 8 uren, vond de me nigte eenen man zitten op den dorpel van een huis in de Miraveldstraet, namelyk voor de herberg Wiesbaden, te Brussel. Het gerucht verspreidde zich dat er eene misdaed was ge pleegd, want de man verloor zyn bloed door eene diepe snede aen den pols waerdoor een ader gebroken was. De gewonde werd onmid delyk naer het St-Jansgasthuis gevoerd, nadat hy een eerste verband ter plaetse had gekre gen. Eenigen tyd later was 't geweten, dat de ge kwetste met den baes in de kelderkeuken koffie had gedronken, waerby de twee personen twist kregen. De baes zette zynen gast aen de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1878 | | pagina 2