52sle Jaer. Zondag*, S Aisgusü lil78. li VOLGENDE STATIËN VERTREKUREN UIT DE YZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAER Liberale onrechtvccrtlighcden. HET OPONTHOUD. aa^jS3^aaB»oeMMa8ga8!^^^.^:^i; dit Gent naer Moorlzcclo, Sottegem, Gccracrdb., Knghicn, Brainc-le- Comte 5.52 8.12G 8.58 11.18 2.20 5.4') fi.59 UIT GEERAERDSBERGKN NAER Maria-I.icrde, Sottegem, Moorlzeele en Gent, 5.15 7.24 9.54 11.59 2.58 5.00 5.50E 8.51 uit Denderleeuw naer liaeltcrt. Burst, Herzelc, Solleg. Audenaerdc, Anscgem. Korlryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6X9 7.20 uit Sottegem langs denderleeuw naer: Aelst, (5.45 's Zalerd.) 7.49 12.06 0.00 5.00 7.48 uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.40 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 6 35 9.45 uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4.40 7.05 9.25 l'LSO 2 20 5.25 7.40 9.10 Uil Sollcgcm langs Erpe-Mcire. 7.49 2.00 7.48 NAER AELST UIT Alh 6.49 40.30 4.30 4.20 7.58 9.05 Anlw. 5.25 6,35 9,15 9.50 10.50 E. 1C 2* 3" kl. 12-15 3-15 E. 4°2°3e kl. 3-35 4 45 5.55 6.50 E. 1* 2° 3* kl. 9.1 0 Brussel 7.20 E.l*2®3®kl. 7.25 9.00 11.06 41 53 1.55 3.02 Dcszondags3,30 namiddag houdt stil inde tusschenslatien. en 4.53 E 4*2" 3* kl. 5.04 5.55 7.05 8.10 E, 3 kl. 8.20 Dendermondc 7.13 9.45 44.34 2.25 5.27 8.23 10.47 Geeraerdsbcrgen 7.27 11.08 2.07 4.58 8.33 9.44 Gent 0.00E 6 32 7.39 E 1* 2®3*kl. 8.25 10.59 12.31 E t® 2" 3" kl. 1.55 4-50 E 1.2.3. kl. 5.09 8.09 8.14 9.33 Exp. te 2° 3® kl. Lessen 7.09 10.50 4.50 4.10 8.18 9.25 Lokeren 6.35 9.01 10.57 1.49 4 50 7.50 Ninove 7.55 11.36 2.35 5.26 9.01 10.09 Oostende0.00E 6.20E. 4 2 3 kl. 6.25 9.00 11.55 0.00 3 30 El" 2" 3® kl. 6.04 8.44 Exp. De inschryving eindigt met 31 December. ABONNEMENTPRYS6 FRANKS 'S JAERS. ANNONCENPKYS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3'1" blad/.. 50 cent. Dendermonde. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40 10.05 Lokoren. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40 Mechelon. 4-551 6-451 7-19d 8-12d Exp. 1*2*3?kl. 11-53d 4-04d Exp. 1* 2® 3* kl. 2-50d 3-061 6-04d 6-401 10-06d Exp. 1® 2® 3® kl. Anlw. 4-551 6-4517-19d 8-l2d Exp. 4® 2® 3® kl. 1-04dExp. 4'2® 3® kl. 2-51'd 3-061 6-04d 6-401 10-06d Exp. 4® 2® 3® kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-19 7-50 8-12E. 9-24 44-53 1-04 E. 4® 2® 3® kl.2-50 5-22Exp. 4® 2® 3® kl. 6-04 8-49 9-09 40-06 Exp. 4® 2®3® kl. Des zondags 8,59 's avonds houdt stil in de tusschenstalien. Leuven, Thicnen, Luik.Verviers 4-40d 4-551 6-451 en 8-12d Exp. 4® 2® 3® kl. 7-50d 9-24d (ll-53d lol Leuvon)1-04d Exp. 1® 2® 3» kl. 2-50d 5-22d Exp. 1' 2® 3® kl. 6-04d 8-49d 10-06 Exp. 3 kl. (4) Nota. De letter 1 beleekeut langs Termonde en d Gent, (5-00 's vryd.) 7-59E1®2®3®k 8-41 9-45 42-22 12-40 3-09 3-41 en 5-31 E. 1®2» 3® kl. 6-12 6-40 8-49 Exp. 1® 2® 3® kl. 9-36 Brugge, Ooslendc. 7-59 Exp.l®2®3® kl.6-00 9-45 12-22 12-40 3 41 en 5-31 E 1® 2® 3® kl. 6-40 Doornyk, Mouscrou, Korlrvk, Ryssel (langs Gend) 8-41 12-22 12-40 3-09 3-44 Èxp. 6-42 6-40 Doorn. Mouse. Korlryk, Ryss. (langs Alh) 6-00 7-50 11-53 0-00 6-04 Ninove, Geeraerdsbcrgen, Lessen, Alh 6-00 7-50 8-42 11-53 2-50 0-00 6 04 9-09 Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-53 2-50 0-00 6-04 Engbien lira ine, Manage, Charleroy, Namen langs Geeraerds- bergen 6 00 1-00 41-53 2-50 0-00 6-04 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zat42.30 6.02 letter d langs Denderleeuw. Ciiique Suuiii. AELST, 24 AUGUSTI 1878. De liberalen schermen geweldig met hunne politieke eerlyklieid. Indien men ze moest ge- looven, zy bezitten er het monopoliuni van niemand op de wereld is, volgens hen def tiger, eerlyker in 't politiek dan zy, niemand niemand Doch niets is logenachtiger en men zou eerder de lucht zien invallen dan de liberhaters politieke eerlykheid aen den dag leggen. Nu voor al wie de zaken van naby nagaet, is het onbetwistbaer dat het liberalismus in den laetsten kiesstryd slechts door bedrog, door logentael en door schrikaenjaging heelt geze - gepraeld. Door bedrog met het fabrikeren van legioe nen valsche kiezers. Doon logentael met aan de lichtgeloovige lieden wys te maken, dat de tienden en dedoode hand hier op nieuw gingen ingevoerd worden en de inkwisitie weldra hare slachtoffers naer de pynbankeu zou gesleurd hebben. Doou schrikaenjaging met de gedurige bedrei ging van oproer te zullen stoken, en 't land ten bloede en ten vure te brengen. Doch nauwelyks hebben de liberalen het be wind door die schandelyke en oneerlyke mid delen veroverd, of zy zyn wetten van verban ning aen 't maken om er zich zoodanig aen vast te klampen, dat het, zoo zy ten minste denken, onmogelyk zal wezen ze er, in vele jaren, van te verjagen. Toen de catholyken, in 1870, aen 'i bestuer des lands kwamen, was een hunner eerste werken een grooter getal burgers en landlie den tot het politiek leven te roepen, namelyk, het getal gemeente- en provincialekiezers merkelyk te vermeerderen. De liberalen, integendeel, huldigen hun be stier in met twindig duizend Belgen aen bet politiek leven te ontrukken, of liever tot de vernederende conditie van parias in hun eigen vaderland te veroordeelen. Welk# is de bezondeste rede die 't liberalis mus aldus handelen doet? Niets dan zynen haet tegen God, tegen zyne Kerk, tegen hare leeringen tegen hare kinde ren. 't ls deze blinde en domme haet die het liberalismus aenzet die twintig duizend Belgen van 't politiek leven te berooven. Het liberalismus veronderstelt dat deze 20 duizend kiezers tot de catliolyke denkwyze toebehooren, en eens die kiezers uit den weg geruimd, denkt het, zoo niet voor altyd ten minste voor vele jaren, het bewind te blyven behouden. En dan als het zich zal vast genoeg gezeten gevoelen, zal het zonder ernstige tegenkantin gen al zyne maetregelen van vervolging en fol tering tegen de catholyke Kerk, tegen hare leering, tegen bare priesters en tegen hare kinderen kunnen ten uitvoer te brengen. Van dit oogenblik af ook, zullen wy, catho- lyken, stelselmatiglyk buiten alle posten en eereambten gesloten worden wy, catholyken, zullen dan nog slechts goed zyn om ons bloed Of treffende schakering van licht en schaduw, in den weg der voorzienigheid, met eenen ter dood verwexene. 2® VERVOLG ZIE ONS VORIGE NUMMERS. Tot hiertoe heb ik de bezwaren medegedeeld, welke elf getuigen legen den gevangene van V... in brachten. Thans zyn wy lol den twalfden getuige gevorderd, wiens verklaring ik hier opzettelyk het laetst vermelden wilde, omdat zy in dit rechtsgeding van den kant des openbaren aenklagers, als dc be vestiging van al de overige verklaringen, eu derhalve als de meest gewichtige in deze rechlszaek, be schouwd werd. De twalfde geluige was een Joodsch slachter uit L..., een dorp, omtrent dry en een half uer van het dorp L..., waer de moord gepleegd werd, wiens ver klaring hoofdzakclyk luidde dat Van V... dry dagen voor de moord, by hem was gekomen, en gevraegd had, of hy niet eenig geld had liggen uat hy Van V. wanneer hy een pner honderd gulden konde loskrygen, dacrvoor gaerne verbinden wilde al de verdiensten, wolke zynepraklyk, gedurende zes ja ren, hem in dal L... zoude opbrengen dat hy gelui ge dit zonderling voorstel van de hand gewezen, en den gevangene gevraegd had Waerom gaet gy niet naer den pastoor te D..., of naer de weduwe M... Ie L... Die lieden zyn ryk cn zullen u misschien helpen. Waerop de gevangene hem geantwoord had, dat die pastor juist op reis was, en dat de we duwe M... het was, die hem in de engte dreef, dacr hy haer reeds ecne goede som schuldig was, lerwyl by daer ten slotte had bygevoegd Het ga, hoe hel wil, ik zeg u, baes Abraham (zoo heette de jood), ik moet geholpen worden. Dal Van V... daerna was vertrokken, maer hem getuige, des smorgends voor de moord, wederom ontmoet was, en er toen zeer peinzend en bedrukt had uitgezien, evenals iemand, die van een zwaer ontwerp zwanger ging dat by, voor 't Vaderland op te offeren en de Staets- geldkisten met ons zweet na mate aen te vullen dat zy door de liberale neefkens en vriende kens platgetrokken worden. Zietdaer 't lot dat ons te wachten slaet En nu, verdienen wy, catholyken, wel dit droevig lot? Wy antwoorden, neen,duizendmael, neen. En inderdaed, hebben wy niet altyd troon en Vaderland uit al onze kracht voorgestaen Hebben wy ons niet altyd aen de uitspraek der stembus als ware vaderlanders onderwor pen en ze ten strengste geëerbiedigd Heelt onze denkwyze aen 't bewind niet al tyd bet voorbeeld van eene onbeperkte, ja,zelfs van eene te verregaende gematigheid gegeven Hebben de catliolyke ministers niet altyd met de meeste rechtveerdigheid gehandeld in de verdeeling der ambten, bedieningen eri openbare gunsten Wie liet hert op de ware plaets draegt, zal deze vragen bevestigend beantwoorden, en uilroepen die bandelvvyze der liberale minis ters is onrechtveerdig En nogthans heeft de liberale meerderheid in de beide Kamers dit schandig wetsontwerp van verbanning gestemd en dat met eenen spoed tot hiertoe onbekend in de annalen onzer wetgeving. De catholyke redenaers hadden goed de beste bewysr'edenen by te brengen om 'l wets ontwerp te verstooten, men wilde hen niet aenhooren. Te vergeefs stelden zy voor 't bedrog te be teugelen dat by middel der patent van klerk, te Antwerpen en elders gepleegd wordt. De liberhatery wilde er niet van hooren. De liberalen weten dat het wetsontwerp eene schreeuwende onrechtveerdigheid zal daerstellen, daerom moesten zy allen rede twist verdooven die er de aendacht des lands zou op inroepen. Men ontnam dus brutael weg het woord aen de catholyke redenaers met lawyd te maken, luid te lachen en eindelyk de stemming te be velen. Ja, liberale Volksvertegenwoordigers en Sena- leurs, gy hebt het schandige wetsontwerp ge stemd en haestig gestemd, gy hebt aen 't or dewoord van den autokaaet, Frère I, als echte slaven gehoorzaemd, gy knikte ja onder zyne zweep, maer het volk zal oordeelen en u zon der twyfel by de eerste gelegenheid veroor deelen. Errinnert u, heeren liberalen, violenta non durant, geweld duert niet... Vroeg of laet zal het verbitterde openbaer geweten u de waerheid dezer spreuk eens te meer bewyzen. Wy, catholyken, zyn geen goede Belgen. Een oprechte catholyke kan geen goed Belg meer zyn, roepen de liberalen uit. Maer wy vragen en antwoorden V. Wie heeft de onafhankelykheid van Belgie, in 1830, tot stand gebracht? A. De catholyken en niet de liberalen den ongelukkige in dien toestand ziende hem ge vraegd had, waerover hy zoo mocht mymeren waerop dezo met eenen benauwden zucht was uitge borsten, en gezegd had Dat weet God, die alles weet. Dit had by op eenen zoo wanhopigen toon uitgedrukt, dat hy, getuige, op het angtvallig vermoeden was gekomen, dat de ongelukkige een opzet tot zelfmoord smeedde dat, geen uer na deze ontmoeting, Van v... hem andermael ontmoet was, maer er toen veel opgeruimder had uitgezien, waer om hy getuige lot hem gezegd had Wel doclor gy schynl nu wat vroolyker te zyn en dat toen de gevangene hem zeer koeltjes lot bescheid had gege ven Watvrolyk of niet, ik vaer toch voor den duivelwelk gezegde hem geluige, na hel ver- schrikkelyk voorval voor den geest komende, hem eece onwillekeurige yzing had aengejaegd, en hem, sinds dal oogenblik, de gansche ontmoeling mei den beschuldigde als lood op hel hert gewogen had. Op de merkweerdige getuigenis van dezen man, werd door den beschuldigde alleen acngemerkt, dat, wat zyne aengehaelde uitdrukkingen betrof, hy zich niet juist errinneren konde. wal hy op dien lyd gespro ken had, maer dal hy zeer wel wist, locnmaels zeer angstvallig en zvvaermoedig geweest te zyn, welke neerslachtigheid by hem uit eene oogenblikkelyke verlegenheid was geboren. Hy moest echter belyden dat, toen hy de laelsle rnael den jood ontmoet had, hy juist een oogenblik te voren zich eenen roes ge dronken had tot verstrooiing, wacraen hy, gevolgen- lyk de oorzaek van zyne onbezonnene uitdrukking toeschreef, aen welke de getuige eene zoo kwade uitlegging gegeven had. Zoo legden twalf geluigen alle lieden van be kende trouw- en onbesproken braeflicid, die noch onderling lot elkander, noch rechtstreeks lol den gevangene in eene verdachte betrekking konden staen, hunne onderscheidene verklaringen af; ver klaringen, welke, met de hiervoren opgegevene ge schiedenis van do bewuste akte in verband be- want zy waren meest allen orangist en werk ten Willem, den koppigen in de band. V. Wie heeft onze grondwet opgesteld, die wyze conventie tusschen de partyen die 't land verdeelen? A. De catholyken welke in T nationael kongres in meerderheid zetelden. V. Wie heeft de grondwet of conventie, gelyk men het noemen wil, sliptelyk nageleefd en altyd gestreden om ze ongeschonden te be waren. A. Dc catholyken tcrwyl de liberalen ze in menige omstandigheden miskend en ver kracht hebben. V. Zou men ons eene omstandigheid of eene enkele gelegenheid kunnen aenwyzen in de welke de catholyken de grondwet cenvou- diglyk miskend hebben A.Neen, en wy dagen de liberalen uit ons eene omstandigheid of gelegenheid te kun nen aenwyzen in de welke de catholyke denk wyze aen 't bewind de grondwet heeft mis kend of verkracht. V. Wat moet men hieruit besluiten? A. Dat daer de catholyken de grondwet geëerbiedigd en ongeschonden bewaerd heb ben, terwyl de liberalen ze meer dan eens miskenden en verkrachtten, de eersten, de catholyken, betere vaderlanders zyn dan de liberalen. Wie durft dit betwisten Dryvoudige logenstraffing aen den brutalen afsteller Rolin-Jacquemyns. De brutale minister van bhiï.enlandsche za ken, Rolin-Jaquemyns, heeft, in zitting der Volkskamer van 13 augustus, den heer ridder Ruzette, den afgestelden goeverneur, of liever één der twee slachtoffers van liberalen haet en dwingelandy, op eene onbetamelyke wyze aen- gerand... Die aeuvallen vereischten eene ant woord van den heer ridder Ruzette en deze antwoord heeft zich niet lang laten wachten. Wy willen den brief meêdeelen welken ridder Ruzette aen minister Rolin komt toe te sturen, welken brief aen onze geëerde lezers zal too- nen dat beleefdheid en rechtschapenheid twee woorden zyn die in den woordenboek van den liberalen minister niet te vinden zyn Brugge, 17 Oogst 4878. Mynheer den Minister, Het is my onmogelyk geweest vroeger dan gister den volledigen tekst in handen te krygen van de woordenwisseling, die de ondervraging van den heer Visnrt heeft opgevolgd, in zitting der Kamer van Volksvertegenwoordigers, van 15 Oogst. Dus heb ik niet vroeger met de logenstraf fing bekend geweest, welke gy gegeven hebt op eene der aantygingen van den achtbaren heer Kervyn de Lettenhove. Inderdaed, blad- zyde 112 der Annales Parlementaires, lees ik ais volgt De beer Kervyn de Lettenhove. Maer men geeft ook aen den heer Ruzette bevel, in min dan tien dagen, met zyne familie het gouverne- mentsbotel verlaten 'te hebben, waer, door zyne zorg, reeds alles bereid was om op waer- dige wyze Zyne Majesteit te ontvangen. De heer Rolin-Jaequemyns, minister van bin- ncnlandsche zaken. Dat is niet waer. De heer Kervyn de Lettenhove. Ik vraeg schouwd, eenen samenhang, van feiten opleverden, die den beschuldigde in hel afschuwclyksle licht stolde. Hel openbaer ministerie by het Gerechtshof, voor welks vicrschacr deze znek getrokken werd, vond althans geene zwarigheid, om, op grond van al de omstandigheden, den beschuldigde Jan-Willem Van V.. te houden voor schuldig aen opzeltelyken, in koelen bloede begane moord, gegrond in het oog merk tot liet plegen van diofstal, welke laelsle, met vergezclling van brack begonnen, zonder dat zulks evenwel van den wil des daders had afgehangen, slechts ten deele uitgevoerd gebleven was. Opmerkelyk was liet, dal, van de twaelf getuigen, die legen hem waren opgetreden, de beschuldigde juist de zes eerste, van wier eenstemmige getuigenis zoo onberekenbaer veel afhing, volmondig doch de overige slechts in kleinigheden, tegensprak. Ook dit was hel nauwlettend oog des rechters geenszins ontgaen, cn werd door het publiek ministerie aen gevoerd als eene fyn gesponnen kunstgreep, welke de beschuldigde enkel scheen aen te wenden, om hel oordeel zyner rechters, in de meest gewichtige punten van hel rechtsgeding, te misleiden. De loop van hel proces was reeds aenmcrkelyk gevorderd. Veellicht waren de debatten reeds vroe ger gesloten geweest, had niet de beklaegde den bekwamen advokaet De li... lot zynen pleitbezorger gehad, die een even kundig rechtsgeleerde, als man- nelyke verdediger van de zaek zyner cliönlen was. In al de verhooren, welke Van V.... had ondergaen, was hy steeds zich zeiven gelyk gebleven, en had, zoowel in zyne gevangenis, waer hy nauwkeurig werd gadegeslagen, als in de tegenwoordigheid van zyne rechters, ecne rustige bedaerdheid aen den dag gelegd. Eens, zoo luidde althans hel gerucht, het welk to dier lyd van mond tot mond verhaeld werd, hem gevraegd zynde, hoe het kwam, zoo hy dan onschuldig ware, dat hy, hy zyne gevangenneming, van ontroering buiten zich zeiven geraekt was, zou de hy ten antwoord gegeven hebben Ik geloof, of het niet waer is dat de lieer Ruzette bevel ontvangen heeft van het provinciael hotel te ontruimen vóór het bezoek des Konings. De heer Rolin-Jaequemyns, minister van bin- nenlandsche zaken. Neen, mynheeren, dal is niet waer. (Onderbreking rechts). De heer Kervyn de Lettenhove. De lieer Ruzette zal uillegging geven. (Onderbreking). Toen ik den 6 Öogst uwe gehoorzael verliet heb ik, mynheer den minister, zonder verwyl nota genomen nota gefotogrnfieerd, indien ik liet zoo zeggen mag van het onderhoud dat ik niet UE. had gehad. Dus kan ik, met zekerheid in niets van de waerheid af te wy- ken, de woorden teruggeven welke onder ons gesproken zyn. Dit proces-verbael van ons onderhoud van 6 Oogst luidt als volgt Ik. Eene laetste bemerking, heer minister: binnen tien dagen komt de Koning te Brugge; ik heb op dit oogenblik een twin tigtal werklieden die alles in orde brengen... De Minister. Oh't is wel verstaen dat gy zuil weg zyn als de Koning komt, dat is volstrekt onmogelyk. Ik. Maer ik kan toch op een omspringen al myne meubels niet doen wegvoeren. De Minister. Ohwat uwe meubels aen- gaet, dat zult gy gemakkelyk met uwen opvol ger kunnen regelen. Ik ben verzekerd dat by u alle gemak zal verschaffen. Ik voeg er by, M. den minister, om de waer heid hulde te brengen dat gy verleden zater dag, 10 augustus, eenen achtbaren hoofdbe- diende van uw bestuer hebt afgezonden om het gouvernementsholel te bezichtigen.... By die gelegenheid had de lieer directeur- generael Vergote de goedheid my te verzekeren dat de minister van binnenlandsche zaken te gen de volgens hem onjuiste wyze opkwam, waerop de dagbladen het feit voorstelden. Ik herhaelde aen den heer Vergote de be woordingen welke ik zooeven herinnerd heb; hy antwoordde dat de minister enkel had wil len zeggen dat ik niet tegen dien dag nimmer als gouverneur in 't hotel mocht verblyven. Als goeverneur?... Welnu, ondanks de hairklieveryen en de drogredenen, welke gy hebt weten te gebrui ken om uwe afzetlings maaier te verklaren, vraeg ik u, mynheer de Minister, wat verschil ertusschen uwe woorden en deze uitlegging is? Indien ik, na den 7" oogst van myne bedie ning afgezet of ontslagen te zyn, den 19'' niet meer in 't hotel mocht zyn in de hoeda nigheid van goeverneur -en dat lydt geen twyfel onder welk voorwendsel zou ik er verbleven hebben? Wildet gy my misschien de toelating geven met myne familie ergens op den zolder te kruipen van het hotel, terwyl myn opvolger den Koning, de Koningin en hun gevolg onthaelde in de vertrekken die met myne eigene meubels versierd waren? Of ver- staet gy niet, dat zelfs indien gy er geen 't minste bevel had bygevoegd, het feit alleen van my twaelf dagen voor de aenkomst des Konings van myne bediening af te zetten, myne verdwy- ning noodzakelyk, onvermydelyk maakte? In die zeilde zitting van 13 oogst hebt gy voor de eerste mael de wyze beknibbeld waerop ik in 1875 een administratief onderzoek zou geleid hebben welk na de gemeentekiezing te myne heeren dat, zoo een van u lieden eens onver wachts, door de dienaren der justitie, als een moor- denaer werd geapprehendeerd, zyne tegenwoordig heid van geest hem ook wel zoude begeven. Nog zagen de bewoonts van A...'s stad en omstre ken de ontwikkeling van deze zoo belangwekkende rechlzaek, en de beslissing van het lol des beklaeg- den, met een angstig verlangen te gemoet. Nog had iemand er aen gedacht, dat dit merkwaerdig rechts geding zou schielyk zoude zyn teneinde gespoed, toen op eenmael zich hel gerucht verspreidde, dat het Hol, op grond van de volledigheid der getuige nissen, in overeenstemming gebracht met de voor handen zynde bewyzen, den gevangene, ondanks zyne halsstarrige ontkentenis, hield voor overtuigd, en had schuldig verklaerd aen de misdaden, hem, by de akte van beschuldiging des openbaren aenklagers, te last gelegd. Weldra werd ook de waerheid van di! gerucht bevestigd, door de bekendwording van hel vonnis, hetwelk het Hof, op dc conclusie des crimi- neelen eischcrs, tegen Jan Willen V... had uitge bracht. Ingevolge hetzelve, werd de gedetineerde verwezen om levend te worden geradbraekt. Yselyke ontwikkeling van eene, door sommigeu (onder welke zelfs aenzienlyke rechtsgeleerden,) zoo helvvyfclde rechlszaek De veroordeelde vernam hel eerst deze uitspraek by monde van zynen verdediger in de gevangenis en men schreef hel naderhand (let wel!) aen de voor barigheid des yverigen pleitbezorgers toe, dat van V.. als nu daerop voorbereid, zich met de voor* beeldigste gelatenheid gedroeg, toen het vonnis hem met de gewone formaliteiten gerechlelyk werd mede gedeeld. Nu meende het Hof, in overeenkomst met den cri- mineelen cischer, onder wiens onmiddellyk loevoor- zichlde gevangene thans stond, de lyd daer te zyn tol het aenwenden van eenen maelregcl, van welken men zich den besten uilslag durfde voorstellen. Nog altyd bleef namelyk de veroordeelde, niettegcnslaen- St-Jan-by-Ypercn bevolen was. Ik zal niet weder aentoonen hoe weinig gegrond die grief is: de achtbare heeren Kervyn en Beernaert hebben het genoegzaem doen uilschynen. Maer toch moet men opmerken dat ik in 1875, met hetenkweslzeil niet gelast was: ik, moest enkel eenige aengeduide personen onder- hooren die in 'i vorig enkwest geene getuigenis hadden algelegd. Zoo myn geheugen getrouw is zyn al die personen door my onderhoord geworden. Hel is dus heel zeker op die byvoegelyke onderhooring niet zooals gy schynt te willen doen gelooven dat liet verslag zinspeelt, welke de achtbare lieer Delcour lot den Koning heelt gestuerd; Noch de slachtoffers der gewcblenary en der bedreigingen, noch de vermoedelyke da ders dier plielilige handelingen zyn in 't en kwest verhoord geworden, de eene omdat zy zich niet aengeboden hebben, een andere we gens den slecliien staet zyner gezondheid. Is het dus geene ware oneerlykheid te dur ven beweren datde minister met de beslissing van de bestendige deputatie te verbreken, aen den arrondissements-commissaris van Yperen in 1875 had gezegdgy Itebt in uw onderzoek met partydiybeid gehandeld.... Overigens, ik zeg 'net nogmaels, die grief was u geheel en gansch onbekend voor de zitting van dinsdag verleden. Den Gc oogst wist gy er niets van. Toen trachiet gy, met even slecht gevolg ef eene andere op te graven. In de nota waervan ik, mynheer de minister, hooger melding heb gemaekt, lees ik verder: L)e Minister. Eh wel ja, ik heb eene grieve een leit dat my groolelyks veront waardigd heeft... Ik. Ik ben waerlyk nieuwsgierig, mynheer de minister, het leit te kennen dal u met recht zulke verontwaerdiging tegen my heeft inge boezemd. De Minister. Ik bedoel het gebeurde te X.... (naem eener slad dezer provincie). Ik. Het gebeurde te X....! Maer, heer Minister, sedert eene maend heb ik u geant woord. Myn antwoord schynt allen twyfel te moeten doen verdwynen: hebt gy hel niet ge lezen De Minister. Eene antwoord?... er is dus eene antwoord Ik. Zekérlyk, en het zal u klaer betoonen dat ik inet het leit, wélkdanig het ook zy, geen de minste betrekking heb. De Minister. Wy zullen zien, (hy belt, zyn geheimsehryver treedt binnen). De Minister tot den Geiieimsciiryver. Is er sedert korten lyd eene antwoord gekomen van mynheer den Goeverneur, in hel dossier van X.... gy weet wel... De Geheimschrijver. Ja, mynheer de mi nister, sedert lang. De Minister. Srengt my het dossier. (Zoo- haest hy het in handen heeft, verdiept hy zich in de lezing der verschillende stukken. Lang Stilzwygen. Hy leest en herleest. Blyken van ongemak. Eindelyk neemt liy zyn besluit, doet het dossier toe. stoot liet met de hand weg en zegt met aerzelende stem De Minister. Ja, ik beken het, het gebeurde te X. raekt u niethet is veeleer het gemeentebestuer. de zyn vonnis geveld lag. hy de betuiging zyner on schuld volharden, liet Hof wilde echter, naer het scheen, de bekentenis der misdaed uit-zyuen eigenen mond hooren Was dit, vraeg ik, uit gevoel var. menschlievcnde bezorgdheid en belangslclling omtrent de verbete ring van der. ongelukkige ol aehtlcn zyne rechters deze eigeno bekentenis des veroordeelden wellicht noodig tot geruslelling van hun geweien, of tol een bewys van de juistheid hunner uilspraek en ter rechtvaerdiging van zich zelvcn voor dc oogen van een otizydig publiek Dit zy, hoe bet wil, en ik laet het onderzoek hier van liefst aen lieden van een meer verlicht oor deel overin plaels van, zoo als toenmaels de ge woonte was, den jongstcn priester te A..., wiens ambtsplicht dit medebracht, te verzoeken, om den ter dood veroordeelde in den kerker le bezoeken, en voor de eeuwigheid voor le bereiden, werd deze moeilyke lack voor dilmacl aen den eerwaerden B.... opgedragen, die haer gewillig op zich nam. De reden van deze uitzondering was, dat de priester B.... altyd de boezemvriend van de brave, overledene ouders des gevangenen was geweest, gelyk hy na derhand de byzondere raedsman van hunnen onge lukkig zoon werd. Meermalen had de brave man dit ongelukkig mensch met r»ed en daed bygcslaen meer dan eens hem zyne dwaze en verspillende levenswyze, en de gevolgen, welke daeruit moesten voortvloeien, met minzamen ernst onder het oog ge bracht, er. hem toch nooit zyne vaderlyko vriend schap cn bescherming onttrokken, wanneer hy, tot zyne smart, moest zien, dat al zyne raedgevingen werden in den wind geslagen. Ook nog na hei vo* schrikkelvk voorval, dee«i hv den oi^#,<w;,rö' belangstelling ofschoon dc perse^rónlyke loegnng tol zyne gevange nis aen niemaw.i, veroorloofd werd, echter geenszins aen ondersteurfomg en verkwikkingen ontbreken. 11 Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1878 | | pagina 1