5 «Jaer. Zondag', 0 April 1879. i\" 1699. mm m y YZEKEN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NA EU VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Aelst, (5.45 "s Zaterd.) 7.49 12.U6 0.00 5.00 7.48 uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent 0.00 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15 uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4-30 7.05 9.25 l'l.SO 2.20 5.25 7.05 Uit Soltegem langs Erpe-Meire. 7.49 2.00 7.48 PIER EN JAN, De Weeze Koski. Liberae! of Cat holy k Volksfoppery. DE ABONNEMENTPRYS6 FRANKS 'S JAERS. De inschryviog eindigt met 31 December. ANNONCENPRYS, pér drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3,u bladz.30 cent. Dendcrmonde. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40 10.05 Lokeren. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40 Mechelen. 4-55/ 6-451 7-19d 8-12d Exp. 1e 2° 3° klM-53d 1-04d Exp. 1® 2® 3® kl. 2-50d 3-061 6-00d 6-40/ 10-06d Exp. 1® 2® 3® kl. Anlw. 4-551 6-45/ 7-19d 8-t2d Exp. 1® 2® 3® kl. l-04dExp. 1® 2® 3® kl. 2-5('d 3-06/ 6-00d 6-40/ 10-06d Exp. 1® 2® 3® kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-19 7-50 8-12E. 9-18 11-53 1-04 E. 1® 2® 3® kl. 2-30 5-22Exp. I® 2® 3® kl. 6-UO 8-49 9-09 10-06 Exp. 4® ci'3>" kl. Des zondags 8,59 's avonds koudt slil in de tusschenslalien. Leuven, Tlnencn, Luik.Verviers 4-40d 4-55/ 6-45/ en 8-12d Exp. 1® 2® 3' kl. 7-50d 9-l8d (ll-53d tot Leuven)l-04d Exp. 1® 2® 3' kl. 2-50d b-22d Exp. 1® 2® 3® kl. 6-C0d 8-49a 10-06 Exp. 3 kl. (1) Not*. De letter beteekenl langs Termonde en de Gent, (5-00 *s vrvd.) 7-59El®2®3®k 8-41 9-45 12-22 12-40 3-09 3-41 en 5-31 E. 1®2® 3° kl. 6-12 6-40 8-49 Exp 1® 2® 3® kl. 9-36 Brugge, Oostende. 7-59 Exp.l®2®3® kl.ti-ÖO 9-45 12-22 12-40 3 41 cn 5-31 E l® 2® 3® kl. 6-40 Doornyk, Mouscron, Kortrvk, Rvssel (langs Gend) 8-41 12 22 12-40 3-09 3-41 Èxp. 6-12 6-40 Doorn. Mouse. Korlryk, Rvss. (langs Ath) 6-00 7-50 11-53 0-00 6-00 Ninove, Geeraerdsbcrgen, Lessen, Ath 6-00 7-50 8-12 1 1-53 2-50 0-00 6 00 9-09 Dergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-53 2-50 0-00 6-00 Enghien Braine, Manage,Charleroy, Namen langs Geeruerds- bergen 6 00 <-00 11-53 2-50 0-00 6-00 Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zal12.30 6.02 letter d langs Denderleeuw. naer aelst uit Ath 6.49 10.30 1.30 4.20 7.58 9.05 Anlw. 5.25 6,35 9,15 9.50 10.50 E. le 2° 3® kl. 12 lo 3-15 E. 1°2®3® kl. 3-35 4 45 5.55 6.50 E. 1®2» 3* kl. 9.10 Brussel 7.20 E.1®2' 3®kl. 7.25 9.00 11.06 11 53 1.55 3.02 Dcszondags3,30 namiddag ;houdt stil inde tusschenstatien. en 4.53 E 1®2®3® kl. 5.01 5.55 7.05 8.10 E, 3 kl. 8.20 Dendermonde 7.13 9.45 11.34 2.25 5.27 8.23 10.47 Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.07 4.58 8.33 9.41 Gent O.OCE 6 32 7.39 E 1® 2®3'kl. 8.19 10.59 12.31 E t® 2® 3® kl. 1.55 4-50 E 1.2.3. kl. 5.09 8.09 8.14 9.33 Exp. 1® 2° 3® kl. Lessen 7.09 10.50 1.50 4.40 8.18 9.25 Lokeren 6.35 9.01 10.57 1.49 4 50 7.50 Ninove 7.55 11.36 2.35 5.26 9.01 10.09 Oostende 0.00E 6.20E. 1 2 3 kl. 6.25 9.00 11.55 0.00 3.30 El® 2® 3® kl. 6.04 8.14 Exp. uit Gekt naer Moorlzecle, Soltegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le« Comte 5.52 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.59 UIT GSERAKRDSBERGEN NAER Maria-Lierde, Soltegem, Moorlzecle en Gent, 5.15 1 24 9.54 11.59 2.58 5.00 5.50E 8.51 uit Denderlebuw naer Haeltert, Burst, llerzele, Solteg. Audejiaerde, ADsegem, Korlryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 uit Sottecem langs denderleeuw NAER AELST, 5 APRIL 1879. Samenspraak van twee verstandige mannen over bet wetsontwerp-Van Humbeeck. II. De zon was reeds aan de westerkimme ver dwenen, en een koel windje blaasde overliet naakte veld. De boeren hadden hun werk ver laten en rond den gezelligeu heerd genoten zij dat stille genoegen 't welk den] stedelingen bij na onbekend is. Pier Klaas zat met twee zijner kinderen in de voorplaats zjjner woning hij rookte eene groote turksche pijp en zag van lijd tot tijd naar de deur als of hij iemand rond die uur verwachtte. Toe, Joanna, zeide hij op eens, roep maar uwe broeders, kind 't is bijna zes uren Jan Smet zal wel gaan komen. Het vee is gevoe derd, niet .waar Joanna. Ja, vader, wij hebben alles wat vóór den tijd gedaan. Doch, vertrekken, vader, vooraleer baas Jan hier zij, dat mogen we niet doen wij kunnen u toch alleen niet laten, vader Pier. Ha daar hoor ik hem in den gang!Gauw vertrekt allen, oom Karei zal u reeds wachten haast u kinderen en weest braai en vroolijk Goeden avond. Jan. Jan. Goeden avond, Pier. Gansch den namiddag heb ik op onze samenspraak van dezen noen nagedacln. Gij hebt mij zoo veel van de Athenaeums gesproken dat ik er het hoofd vol van heb. Zou onze minister der god deloosheid misschien van zin zijn onze dorps scholen in kleine athenaeums te herschapen ons meesters te geven als degenen waar gij mij over gesproken hebt Pier. Welzekers, Jan, dat is zijn gedacht: onze scholen zullen zelfs slechter worden dan de athenaeums. Opdat de meesters wel zouden doordrongen zijn van ongeloof en goddeloos heid, zal hij zelf ze ons vormen zoo als ik het u in 't dagblad voorlas. De priester zal in de school niets meer te zeggen hebben van ka- techismus zal er daar geen spraak meer zijn vrijdenker Van Humbeeck wil aan de jeugd niet meer de heilige zedenlessen van Kristus maar de helsche gruwelleer der vrijmetselarij doen kennen. De beelden van onzen Zaligma ker, van zijne heilige moeder moeten van de muurwanden der scholen gerukt worden. Im mers, Jan, ware er onder de leerlingen een kleine vrijdenker, een jonge jood die beelden zouden hun kunnen mishagen. Jan. 'k Ware van meester Van Humbeeck ik verbood aan de boeren van varkensvleesch te eten immers zwijnenvleesch op een tafel zien mishaagt ook aan de joden. Maar, Pier, vrijdenkers, joden zijn er in onze dorpen niet Pier. Later zouden er kunnen komen. Jan. Maar niemand wil hier van scholen zonder kristelijke zinnebeelden, van scholen zonder godsdienst Pier. De katholieken, die bijna het gan- sche volk uitmaken, willen daar niet van, 't is waar. Maar weet ge niet dat, volgens de hee- ren vrijmetselaars de denkwijze van een iedereen moet geeerbiedigd worden. Jan. Waarom eerbiedigen ze dan onze denkwijze niet Pier. De heeren geuzen zijn van ge dachte dat de katholieken overal moeten buiten 4® VERVOLG EN SLOT. Philip Van Megen werd doodsbleek. Zy zal ryk worden, en ik zal liaer verliezen,» zeide by by zich zeiven. Wal scheelt u vroeg de heer Koski, zyt go niet wel of verschrikt Geen van beidemaer ik ken nu de nicht, die gy zoektwant ruim een jaer geleden vroeg ik hacr ten huwclyk. 't Verwondert my zeer, dat ik daer niet dadelyk aen heb gedacht. Thans volgde een schousvspcl van verbazing en verwarring. Philip verhaclde nu in 't kort aen den vreemdeling de geschiedenis van de aenncming door de barones Van Lindenbcrg zyner nicht, thans niet meer de verlatene Anna Smit, maer iemand wie do liefde en de fortuin lot hare gunsteling hadden ver koren. In minder dan tien minnten reden zy reeds uaer het huis op den Hqerengracht. De heer Koski was he vig aengedacn. Zal ik mvno lieve Pauline werkclyk terug zien zeide hy." Zy kuste my zoo hartelyk toen ik vertrok zy zal my nu niet meer kennen Laet ons wat sneller ryden, mynheer Van Megen myn hart brandt. Wat zou ik toch beginnen, als wy, na zooveel moeite, ons evenwel vergist hadden. Dat is onmogelyk, zeide Philip, niet alleen de wet geplaatst worden juist als waren zij geene burgers. Jan. Dat ze ons dan ook niet doen beta len, onze kinderen in dat bedorven leger niet inlijven; wij zullen dan zonder lier. wel leven! Pier. Zoo verstaan zij liet nietBetalen, veel betalen, soldaatjen of garde-comiek spe len dat mogen we doen. Die vrijheid staan de geuzen ons zeer goedhartig toe Jan. Pier, spreek zoo niet meerwant ik gevoel dat mijn bloed begint te koken. Ha geus Van Humbeeck had ik u onder Pier. Wees bedaard, Jan, Laat het ge weld aan de geuzen, bel is hun eenig wapen voor ons, deftige burgers, zijn de wettelijke middelen toereikend. Jan. En die booswichten hopen dat zij onze kinderen zullen krijgen Zie. Pier, ik heb vier zonen maar al gaven zij mij gansch Europa ze zouden er nog niet eenen van in hunne goddelooze scholen zien. Pier. Als gij spreekt, Jan, zoo zal elk rechtschapen vader spreken. Jan. 'i En is maar, Pier, een mensch moet toch wat in de toekomst zien Indien wij onze kinderen, met zooveel zorg opvoeden, waarom is liet tenzij om ze eens gelukkig te zien En zeg mij. Pier, is erop deze aarde ge luk te hoopen buiten den godsdienst Pier. Jan, ik heb vele jaren geleefd en ik mag van ondervinding spreken. De dagen van pleizier zijn zelden in 's mensehen leven maar groot in getal zijn, eilaas, de dagen van droefheid en verdriet. Wat wilt ge eraan doen? God heeft het zoo gewild opdat wij ons hart aan deze aarde niet zouden vasthechtenDoch, Jan, bij den doorn groeit de roos cn bij het lijden groeit de troost. Die troost, mijn lieve, is de hoop op een beter leven, de hoop dat al ons lijden zal in vreugde vergaan, dat onze tranen zullen verstijven tot perels die eeuwig zullen blinken aan onze bemelsche kroon Jan. Wel te verstaan. Pier, indien wij ons lijden aan God opofferen. Pier. Dat.spreekt van zelfs; en is het juist dat niet 't geen de katechismus ons leert Jan. Zekers en het is daarom dat ik er zoo sterk aanhoud dat mijne kinderen den ka techismus wel leeren. Daarenboven, Pier, wij zullen altijd niet blijven leven weldra zullen wij aan God rekening geven over die zieltjes die hij ons toevertrouwd heelt. Wat zouden wij antwoorden indien wij ze naar goddelooze scholen gezonden hadden En spraken wij dan ook nog eene goede biecht vóór onze dood, welke afgrijselijke gedachie indien wij moesten zeggen Mijne zonde is mij vergeven, maar hare uitwerksels blijvenMijne kinderen zijn goddeloos als de meesters aan dewelken ik ze overgeleverd heb Ik hoop naar den hemel te gaan, maar wat zal er van hunne arme zielen geworden Pier. Jan, zwijg daarvan, want die ge dachte is te schrikkelijk. Ik zou er dezen nacht niet kunnen van slapen. Maar weel ge wel, Jan, dal zelf ons tijdelijk geluk vereischl dat wij onze kinderen eene kristelijke en geene vrijmetselaarsche opvoeding geven. Jan. Hoe dat, Pier, dat versta ik niet wel Pier. Zie eens in het dorp rond, en zeg mij, de dronkaards, de onkuisschaards, de meisjes van slecht gedrag, de oneerbiedige zonen, zijn die zeer godvruchtige menschen Jan. God zij dank, van die soort zijn er niet veel in 't dorp Onze Heer Pastoor past te wel op. Maar degenen die er zijn, ziet men nooit of zeer zelden in de kerk. Gaan zij des spreekt ons de gelykenis met het portret daer borg voor, maer mevrouw Van Lindenbcrg vorhnelde my de geschiedenis harer aenneming tot in de minste byzonderheden, namelyk in welken toestand hare ouders Kwamen te overlyden, cn boe de goede vrouw Smit de kleine Pauline tol zich nam. Mevrouw Van Lindenberg heeft my ook gezegd, dat vrouw Smit thans in de Westerslrael woont, by wie wy mede berichten Kunne inwinnen. Toen Philip zyn kaetlje overgaf, waerop hy met een paer regels had medegedeeld, dal hy zyne nicht wegens eene dringende aengelegenheid wenschte te spreken, stemde mevrouw Van Lindenbcrg er in toe hem te ontvangen. Zy nam de voorzorg, Anna naer hare eigene kamer te zenden, opdat deze geene ge legenheid zoude hebben een enkel woord met Philip te wisselen. Hare verwondering by het hoorer. van het nieuws was greuzenloos, hoer eigen persoon was al, wal er noodig was, om het beweren van Van Megen le sla ven. Zy deelde den heer Koski mede, dat het meisje, dat zy had aengenomen, de dochter was van een vreemden lieer en eene vreemde dame, die hun intrek hadden genomen by vikiuw Smit in de Halsteeg. Na hun overlyden bracht vrouw Smit het meisje op, alsof het liaer eigen kind was, lol dat mevrouw Van Lindenberg bet tot zich nam. Ik verlang nu die vrouw Smit eerst te zien, zeide de heer Koski opgewonden. Eene teleurstel ling zou thans doodelyk voor my kunnen wezen. Men liet vrouw Smit roepen, en deze bevestigde de verklaring der barones en bleef geen den min sten twyfel meer over, dat dc jonge dame, bekend zondaags naar de mis 't is slechts uit mensche- lijk opzicht. Men ziet ze nooit noch te biechten, noch te communie gaan. Pier. Hoe zou het kunnen anders zijn immers die te biechten gaat, moet belooven zich te beteren, en zij willen zich niet beteren. Jan.Ja, Pier, die godvruchtig is, moet ma tig,kuisch, eerbiedig voor zijne ouders wezen immers de katechismus schrijft ons dat alles voor. Pier. En die slechte zonen die het graf van hunne ouders delven, die onkuissche meis jes die huns vaders ouderdom met smaad over laden, waarom zijn ze zoo boos Jan. Omdat zij hunnen katechismus nooit gekend hebben of hun leven niet willen richten naar zijne leering. Pier. Waarom zou hij kuisch, matig, eer biedig, gehoorzaam, rechtvaardig zijn, hij die nocli aan God noch aan het ander leven ge looft Jan. Welzeker omdat Mr Van Humbeeck hel hem bevolen heeft Pier. Dat ieder zich met het zijne be- moeie, zouden ze zeggen. Gij, Mr Van Hum beeck, met uwe vrijmetselarij en wij met ons plezier. Jan. En ze zouden gelijk hebben. Maar wanneer Mr de Pastoor hun zegt, weest ma- lig, kuisch, rechtvaardig, gehoorzaam of God zal u straffen. Wees deugdzaam en eerbiedig voor uwe ouders en God zahi loonen Pier. Dat is gansch wal anders Zulke zedeiessen kunnen het bedorvenste hart wede rom goed maken. Indien meester Van Humbeeck wil dat zijne kinderen de nagels zijner doodkist worden, indien hij begeert dat hij in zijne oude dagen door hen verlaten, ge lasterd of mishandeld worde, het staat hem vrij hen volgens de vrijmetselaarsche grond beginselen op te voeden. Voor ons, wij ver staan de zaken anders. Jan. Ja, Pier, ik en gansch het dorp wij zouden willen kinderen hebben zoo als gij er bezitO Pier, overal bemint, bewondert,"looft men uwe zonen uwe dochters zijn perels die elke huisvader voor zijne zonen zou wenschen Pier. En niet zonder reden, Jan. O hoe beminnen, hoe eerbiedigen, hoe verzorgen, hoe liefkozen zij hunnen ouden vader Jan, ik wilde wel dat gij eens zaagt met welke tee- dere zorgen zij mij omringen. Het is altijd va der van hier, en vader van daar vader neemt dit, vader neemt daldit zal u vermoeien, dat zal u verkwikken, cn van 's morgens tot 's avonds houdt dat niet op. Kwaamt gij eens in 't vroeg hier, ge zoudt zien hoe alles hier doodsch stil is. Spreekt iemand te luid de an deren doen hem onmiddehjk teeken en zeggen ai tluisterend Zwijg, vader slaapt nog. Het gebeurt soms dat ik inderdaad niet slaap maar om hen te verheugen doe ik als of ik sliep, en als ik die liefdewoorden hoor, gevoel ik eene zaligheid door geene woorden te mel den Jan. O gelukkige vader Pier. Dat moogl ge nog zeggen, Jan Gelukkigere vader dan ik, is er onder de zon niet. Dikwijls wanneer ik aan mijn geluk denk zou ik beginnen le beven Jan. Waarom dat Pier Pier. Wel, zegt de Heer Pastoor niet dat God soms de boozen op aarde gelukkig maakt omdat hij voorziet dat hij het weinig goed dat zij gedaan hebben in het ander leven niet zal kunnen loonen, maar dat hij ze eeuwig zal moeten straffen. Jan. Ja maar, Pier, gij gaat toch niet ge- onder den naem van Anna Smit, werkclyk Pauline Koski was. Vrouw Smit herkende in hel portret dc in liaer huis overledene dame, cn zy beschreef den heer Ladislaus Koski zoo duidelyk, dal zyn broeder ten voile overtuigd was. ci Zie zeide Philip, lerwyl hy het portret weder aen mevrouw Van Lindenberg overhandigde, hebt gy ooit treffender gelykenis gezien Nooit, zeide mevrouw Van Lindenberg op zaehten loon. Deze plotselinge ommekeer van zaken had al hare koelheid doen verdwynen Zy was thans opgeruimd, mededeelzaem en geheel in liaer schik. Ik heb nog een bowys, zeide zy tot den heer Koski. Vrouw Smit had een trouwring van den vinger der overledene dame genomen. c. Misschien wel van jnync zuster, riep hy, <i en dan moet er in 't lalyn de spreuk op gegra veerd zyn Trouw lot in de dood. Dal slaet er op, zeide de barones ik heb den ring in bewaring genomen, met de gedachte dat hy van dienst kon zyn, indien er ooit inlichtingen aengaende het meisje gevraegd werden. Zy ging den ring halen. De heer Koski nam hem acn, alsof hel eene relikwie ware hy drukte hem aen zyne lippen, lerwyl zyne oogen vol tranen ston den. Deze is dc trouwring van verscheidene ge slachten der Koski's geweest, zeide hy. Laet niy nu myne lieve Pauline zien, als ik 't u bidden mag, mevrouw. Mevrouw Van Lindenbcrg bracht hem in de kamer, en liet hem vervolgens alleen. Voorzeker aenschouwden de schoono jonge moe- looven dat gij tusschen die boozen moet gere kend worden. Pier. Wel 't is waar ook. Ik heb altijd mijn beste gedaan om God te dienen en ik hoop in zijne barmhartigheid. Jan. Maar, Pier, waar schrijft gij uw ge luk bijzonder aan toe Pier. Jan, ik heb mijne kinderen opge voed in de vreeze Gods en in den haat van liet kwaad. Ik heb in de tranen gezaaid nu mag ik in de blijdschap oogsten. Jan. Docjf, hoor, Jan, daar zijn reeds uwe kinderen. Pier. Ja 't is bij acht uren. Jan. Hoe reeds zoo laat Hoe vervliegt toch de tijd wanneer ik met u ben Ik loop naar huis want mijne vrouw zou ongerust zijn. Het arm schaap, zij zal niet weten waar hare Jan zoo lang blijft. Pier. Gij hebt baar toch gezegd dat ge bij mij kwaamt Jan. Ja, maar toch ge weet hoe een vrouwmensch is Goeden avond, Pier, tot morgen (Wordt voortgezet.) Sommige persoonen redeneeren volgender wyze Wat ligt er my aen gelegen dat het Bestuer van België liberael of katholiek zy myn landbouw, mjn koophandel, myne zaken gaen noch beter, noch slechter. Ik wil my dus geenszins met kiezingen bemoeien.' Maer landbouw, koophandel of zaken is dat dan alles voor ons Is dat genoeg voor een huisgezin en voor een volk Buiten dat alles, beter gezegd, boven dal al les is er eene zaek die alles is voor ieder van ons, 't zy in hel tegenwoordige, 't zy in de toe komst eene zaek die in ieder land en op ieder tydstip tc huis behoorteene zaek aen dewelke ieder volk, hoe wild en woest het ook schyne, onwrikbaer verkleefd blyftdie zaek is de Godsdienst. Is het te verwonderen Wat wordt een volk zonder Godsdienst? Napoleon heeft het gezegd en zulks met reden a Men bestiert geen volk zonder Godsdienst, men schiet hetzelve dood met schroot. Schalt den priester af, gy zult gendarmen noodig hebben en nog, gelyk een welgekende liberael, M. Lebeau van Hoei, zeide Een pastoor zal meer verrichten en beter doen dan uwe duizend gendarmen. En wat zeide, den 12 Mei 1878, de keizer van Duitschland aen zyne ministers Vooral en boven al is liet volstrekt noodzakelyk dat liet volk liet gods dienstig gevoel niet verlieze. Wat wordt liet huisgezin zonderGodsdienst? Vaders en moeders, meesters en toezieners, antwoordt Gy zegt liet alle dagen Men kan van zyne kinderen byna niets meer maken. 't Is onmogelyk met de werklieden te han delen zy kennen geene oversten meer. v Doch, sinds wanneer en waerom Gy moet het evenwel bekennen, er ontbreken noch sol daten, noch gendarmen. Hel onderwys ont breekt even min, nooit is dit zelfs zoo zeer verspreid geweest. Ziet rond u benen cn gy zult de verzekering opdoen dat het de Godsdienst is die aen deze jonge lieden ontbreekt. Wat zou er geworden zoo hy geheel en al kwame te verdwynen Waermede zoudt gy ben dan nog inhouden of bedwingen? Van dien dag af, weg met de kapi talen! Ja.de Godsdienst,wat men dan ook tegen der, cn de dappere edele vader, in vereeniging met dc Engelen, van uit den hemel met welgevallen het oogenhhk, waerop de door beiden zoo beminde broe der eindelyk hun kind mocht omhelzen. Meer dan eene uer verliep er, alvorens Pauline mevrouw Van Lindenberg ging verzoeken weder bin nen le komen. Philip bad zich dien tyd ten nutte ge- mackl, om eene algeheele verzoening met zyne tante te bewerken. Voor zich zelve was zy er zeer voor geweest, dat Pauline met hem in het huwelyk zou treden alleen haer gemis aen vermogen en hare onbekende afkomst waren voor de barones beletselen geweest, om hare toeslemming te verleenen. Thans, nu die hinderpalen uil den weg waren geruimd, was zy verheugd, dat haer neef, dien zy werkclyk gene gen was, gelukkig zou zyn, zooals" hy zich dat voor stelde. 't Was dien avond reeds laet geworden, alvorens men van elkander afscheid nam, want men had met elkaer zooveel over het verledene, het tegenwoordi ge cn de toekomst te spreken gehad. Pauline zat naest haer oom met gespannen aendacht te luisteren naer de levensgeschiedenis van hacr verbannen va der zy was nu zoo trotscli op dien vader, als ware hy een keizer geweest. 't Is ie veel geluk voor my, oom. Ik heb altyd gaerne van dappere mannen gelezen, en nu te mogen vernemen, dal ik de dochter van een groot held ben Zy hield de beeltenis harer jeudige moeder in hare handen, en kuste ze met zulk eene liefde, alsof het hare moeder in eigen persoon geweest ware. Voordat dc zomer nog voorby was, had de heer denzelve zegge of schryvemoet bestaen i kw 00,1 zelf hem niet daergesteld, hy zou hebben moeten uitgevonden worden. Er is Godsdienst noodig in onze scholen en in oiizö kazernen, in onze gasthuizen en in onze ge vangenissen, zoowel als in onze werkhuizen en in onze huisgezinnen. Maer verlangen dat de liberalen Willen zy nog Godsdienst in België Begeeren zy er nog voor zich zeiven Begeeren zy er nog voor an deren Hunne dagbladen, zooals de Chronique. de Flandre libérale, de Eloile, de Journal de Gand enz. zeggen de eene ronduit de aiïdere bedektelyk, doch zonder dat één hunner zulks loochent, dat de liberalen de uitroeiing van den godsdienst willen dat zy voor zending hebben zielen te ontrukken aen de Kerk, enz. enz. Van den anderen kant zien wy de liberalen zeiven aen bet werk wy zyn getuigen van hunne daden immers het godshatend wets ontwerp- Van Humbeeck is het onbetwistbare bewys dat de liberalen van allen deessem geen ander doel hebben dan den Godsdienst in Bel- gie uitteroeien Hel ministerie der lykdelvers van 't catholi- cismus, ziende dat de bulle van Meesterke Rolin, by middel van wogenlange plakkaerten gansch T land door verspreid, de calholyke bevolkin gen niet heeft kunnen foppen, heeft nu uitge vonden een extrakt van gezegde bulle in alle sleden cn gemeenten des Ryks opnieuw te doen uitplukken. Dees extrakt is onderteekend door de ver- schillige Goeverneurs der provinciën en ge drukt te Brussel by den drukker des Konings. Men begrypt men wil aen 't volk doen ge- looven dat dees extrakt door de Goeverneurs wordt verspreid op bevel van Z. M. den Koning en dat deze laetsle liet, tot dit einde, by deu drukker van 't bof te Brussel heeff doen drukken. Bedoeld extrakt kondigt op nieuw af 't art. 4 van I wetsontwerp-1'an Humbeeck, eene ver korting van t vertoog der beweegredenen en eenige woorden hier en daer, op eene oneer- lvke wyze, uit eenen omzendbrief des heeren graef de Thev.x van 1846 geknipt. De volzin van 't art. 4. die een lokael in de school, vóór of na de klasuren, ten dienste der ministers van eeredienster, stelt, is in groote letters gedrukt om er des le beter de oogen des volks op te trekken en liet, zoo mo- gelvk, te foppen. Doch die verregaende schynheiligheid zal niemand bedriegen na de verklaringen van Pietje de Kerkdood, in de Kamer en in T Senaet, namelyk, dat de liberalen de leering en dogmas der 11. C. Kerk willen vernietigen en dat de tien geboden Gods moeten afgesclia/t worden als zijnde eene zedenleer onweerdig van onze tijden en over- eenigbaer met den vooruitgang Neen, niemand ten ware nen sukkelaer zal door deze nieuwe plakkaerten gefopt worden De Eerw. Pater Schouppe, een der geleerd ste theologanten,heeft in zynen openharen cur sus van Yolksiheologie de kwestie besproken of een catholyk mag mee werken, op welke wyze dan ook, om het wetsontwerp-Van Hum beeck op 't lager onderwys te doen stemmen. Het antwoord is neen in den vollen zin des woords, omdat zulke wet liet goddelyk recht Koski eene sclioone cn prachtige woning voor zyne nicht in gereedheid gebracht. Men had hepaeld, dat hel huwelyk van de jongelieden tegen den herfst zou worden voltrokken, en gevolg gevende aen den weuscb van Paulino en Philip beloofde hy hun, zyne laetsle dagen onder hun dak le komen slylen. Vrouw Smit werd zelfs nog by haer "leven voor hare liefdadigheid beloond. De heer Koski bezorgde haer een inkomen, waerdoor zy in slaet werd ge steld op haer ouden dag onbekommerd te kunnen le ven Van zyne erkentelykheid jegens mevrouw Van Lindenbcrg zal het onnoodig zyn hier te gewa gen. Toen hel andermael Nicuwjaersavond was, brach ten zy dien, op mevrouw Van Lindenberg's dringend verzoek, by liaer door. Toen de barones met den heer Koski in een druk gesprek was, verhaclde Pau line haer echtgenoot in stille den treurigen toestand en de verlatenheid, waerin zy zich twee jaren gelo den bevond, en dat zy toen om een engel had gebe den, om haer le komen verlrooslon. En ziet gc my nu werkelyk voor een engel aen vroeg Philip, glimlachende. In het geheel niet, zeide zyöe vrouw maer ik zal toch altyd denken, dat myn gebed ver hoord werd. Nu word ik door zooveel liefde omringd en 'toen had ik niemand, die my beminde. Philip keek toen naer zyne bekoorlyke gade en dankte by zich zeiven den Hemel, die liern dacrheen had geleid, waer hy Pauline had ontmoel. Vrede, voorspoed cn geluk waren hun deel. Einde. Calque Snuiu.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1879 | | pagina 1