5 «Jaer.
Zondag', 0 April 1879.
i\" 1699.
mm m
y
YZEKEN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NA EU
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Aelst, (5.45 "s Zaterd.) 7.49 12.U6 0.00 5.00 7.48
uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent
0.00 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15
uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4-30 7.05 9.25 l'l.SO 2.20 5.25 7.05
Uit Soltegem langs Erpe-Meire. 7.49 2.00 7.48
PIER EN JAN,
De Weeze Koski.
Liberae! of Cat holy k
Volksfoppery.
DE
ABONNEMENTPRYS6 FRANKS 'S JAERS. De inschryviog eindigt met 31 December.
ANNONCENPRYS, pér drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3,u bladz.30 cent.
Dendcrmonde. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40 10.05
Lokeren. 4-55 6-45 8-42 12-25 3-06 6-40
Mechelen. 4-55/ 6-451 7-19d 8-12d Exp. 1e 2° 3° klM-53d
1-04d Exp. 1® 2® 3® kl. 2-50d 3-061 6-00d 6-40/
10-06d Exp. 1® 2® 3® kl.
Anlw. 4-551 6-45/ 7-19d 8-t2d Exp. 1® 2® 3® kl. l-04dExp.
1® 2® 3® kl. 2-5('d 3-06/ 6-00d 6-40/ 10-06d Exp.
1® 2® 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-19 7-50 8-12E.
9-18 11-53 1-04 E. 1® 2® 3® kl. 2-30 5-22Exp. I® 2® 3® kl.
6-UO 8-49 9-09 10-06 Exp. 4® ci'3>" kl. Des zondags
8,59 's avonds koudt slil in de tusschenslalien.
Leuven, Tlnencn, Luik.Verviers 4-40d 4-55/ 6-45/ en 8-12d
Exp. 1® 2® 3' kl. 7-50d 9-l8d (ll-53d tot Leuven)l-04d
Exp. 1® 2® 3' kl. 2-50d b-22d Exp. 1® 2® 3® kl. 6-C0d 8-49a
10-06 Exp. 3 kl.
(1) Not*. De letter beteekenl langs Termonde en de
Gent, (5-00 *s vrvd.) 7-59El®2®3®k 8-41 9-45 12-22 12-40
3-09 3-41 en 5-31 E. 1®2® 3° kl. 6-12 6-40 8-49 Exp
1® 2® 3® kl. 9-36
Brugge, Oostende. 7-59 Exp.l®2®3® kl.ti-ÖO 9-45 12-22
12-40 3 41 cn 5-31 E l® 2® 3® kl. 6-40
Doornyk, Mouscron, Kortrvk, Rvssel (langs Gend) 8-41
12 22 12-40 3-09 3-41 Èxp. 6-12 6-40
Doorn. Mouse. Korlryk, Rvss. (langs Ath) 6-00 7-50 11-53
0-00 6-00
Ninove, Geeraerdsbcrgen, Lessen, Ath 6-00 7-50 8-12
1 1-53 2-50 0-00 6 00 9-09
Dergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-53 2-50 0-00 6-00
Enghien Braine, Manage,Charleroy, Namen langs Geeruerds-
bergen 6 00 <-00 11-53 2-50 0-00 6-00
Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zal12.30 6.02
letter d langs Denderleeuw.
naer aelst uit
Ath 6.49 10.30 1.30 4.20 7.58 9.05
Anlw. 5.25 6,35 9,15 9.50 10.50 E. le 2° 3® kl. 12 lo
3-15 E. 1°2®3® kl. 3-35 4 45 5.55 6.50 E. 1®2» 3* kl. 9.10
Brussel 7.20 E.1®2' 3®kl. 7.25 9.00 11.06 11 53 1.55 3.02
Dcszondags3,30 namiddag ;houdt stil inde tusschenstatien.
en 4.53 E 1®2®3® kl. 5.01 5.55 7.05 8.10 E, 3 kl. 8.20
Dendermonde 7.13 9.45 11.34 2.25 5.27 8.23 10.47
Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.07 4.58 8.33 9.41
Gent O.OCE 6 32 7.39 E 1® 2®3'kl. 8.19 10.59 12.31 E
t® 2® 3® kl. 1.55 4-50 E 1.2.3. kl. 5.09 8.09 8.14
9.33 Exp. 1® 2° 3® kl.
Lessen 7.09 10.50 1.50 4.40 8.18 9.25
Lokeren 6.35 9.01 10.57 1.49 4 50 7.50
Ninove 7.55 11.36 2.35 5.26 9.01 10.09
Oostende 0.00E 6.20E. 1 2 3 kl. 6.25 9.00 11.55 0.00
3.30 El® 2® 3® kl. 6.04 8.14 Exp.
uit Gekt naer
Moorlzecle, Soltegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le«
Comte 5.52 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT GSERAKRDSBERGEN NAER
Maria-Lierde, Soltegem, Moorlzecle en Gent, 5.15 1 24
9.54 11.59 2.58 5.00 5.50E 8.51
uit Denderlebuw naer
Haeltert, Burst, llerzele, Solteg. Audejiaerde, ADsegem,
Korlryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20
uit Sottecem langs denderleeuw NAER
AELST, 5 APRIL 1879.
Samenspraak van twee verstandige mannen
over bet
wetsontwerp-Van Humbeeck.
II.
De zon was reeds aan de westerkimme ver
dwenen, en een koel windje blaasde overliet
naakte veld. De boeren hadden hun werk ver
laten en rond den gezelligeu heerd genoten zij
dat stille genoegen 't welk den] stedelingen bij
na onbekend is. Pier Klaas zat met twee zijner
kinderen in de voorplaats zjjner woning hij
rookte eene groote turksche pijp en zag van
lijd tot tijd naar de deur als of hij iemand rond
die uur verwachtte.
Toe, Joanna, zeide hij op eens, roep maar
uwe broeders, kind 't is bijna zes uren Jan
Smet zal wel gaan komen. Het vee is gevoe
derd, niet .waar
Joanna. Ja, vader, wij hebben alles wat
vóór den tijd gedaan. Doch, vertrekken, vader,
vooraleer baas Jan hier zij, dat mogen we niet
doen wij kunnen u toch alleen niet laten,
vader
Pier. Ha daar hoor ik hem in den
gang!Gauw vertrekt allen, oom Karei zal
u reeds wachten haast u kinderen en weest
braai en vroolijk Goeden avond. Jan.
Jan. Goeden avond, Pier. Gansch den
namiddag heb ik op onze samenspraak van
dezen noen nagedacln. Gij hebt mij zoo veel
van de Athenaeums gesproken dat ik er het
hoofd vol van heb. Zou onze minister der god
deloosheid misschien van zin zijn onze dorps
scholen in kleine athenaeums te herschapen
ons meesters te geven als degenen waar gij
mij over gesproken hebt
Pier. Welzekers, Jan, dat is zijn gedacht:
onze scholen zullen zelfs slechter worden dan
de athenaeums. Opdat de meesters wel zouden
doordrongen zijn van ongeloof en goddeloos
heid, zal hij zelf ze ons vormen zoo als ik het
u in 't dagblad voorlas. De priester zal in de
school niets meer te zeggen hebben van ka-
techismus zal er daar geen spraak meer zijn
vrijdenker Van Humbeeck wil aan de jeugd
niet meer de heilige zedenlessen van Kristus
maar de helsche gruwelleer der vrijmetselarij
doen kennen. De beelden van onzen Zaligma
ker, van zijne heilige moeder moeten van de
muurwanden der scholen gerukt worden. Im
mers, Jan, ware er onder de leerlingen een
kleine vrijdenker, een jonge jood die beelden
zouden hun kunnen mishagen.
Jan. 'k Ware van meester Van Humbeeck
ik verbood aan de boeren van varkensvleesch
te eten immers zwijnenvleesch op een tafel
zien mishaagt ook aan de joden. Maar, Pier,
vrijdenkers, joden zijn er in onze dorpen niet
Pier. Later zouden er kunnen komen.
Jan. Maar niemand wil hier van scholen
zonder kristelijke zinnebeelden, van scholen
zonder godsdienst
Pier. De katholieken, die bijna het gan-
sche volk uitmaken, willen daar niet van, 't is
waar. Maar weet ge niet dat, volgens de hee-
ren vrijmetselaars de denkwijze van een
iedereen moet geeerbiedigd worden.
Jan. Waarom eerbiedigen ze dan onze
denkwijze niet
Pier. De heeren geuzen zijn van ge
dachte dat de katholieken overal moeten buiten
4® VERVOLG EN SLOT.
Philip Van Megen werd doodsbleek.
Zy zal ryk worden, en ik zal liaer verliezen,»
zeide by by zich zeiven.
Wal scheelt u vroeg de heer Koski, zyt
go niet wel of verschrikt
Geen van beidemaer ik ken nu de nicht,
die gy zoektwant ruim een jaer geleden vroeg ik
hacr ten huwclyk. 't Verwondert my zeer, dat ik
daer niet dadelyk aen heb gedacht.
Thans volgde een schousvspcl van verbazing en
verwarring. Philip verhaclde nu in 't kort aen den
vreemdeling de geschiedenis van de aenncming door
de barones Van Lindenbcrg zyner nicht, thans niet
meer de verlatene Anna Smit, maer iemand wie do
liefde en de fortuin lot hare gunsteling hadden ver
koren.
In minder dan tien minnten reden zy reeds uaer
het huis op den Hqerengracht. De heer Koski was he
vig aengedacn.
Zal ik mvno lieve Pauline werkclyk terug
zien zeide hy." Zy kuste my zoo hartelyk toen ik
vertrok zy zal my nu niet meer kennen Laet ons
wat sneller ryden, mynheer Van Megen myn hart
brandt. Wat zou ik toch beginnen, als wy, na zooveel
moeite, ons evenwel vergist hadden.
Dat is onmogelyk, zeide Philip, niet alleen
de wet geplaatst worden juist als waren zij
geene burgers.
Jan. Dat ze ons dan ook niet doen beta
len, onze kinderen in dat bedorven leger niet
inlijven; wij zullen dan zonder lier. wel leven!
Pier. Zoo verstaan zij liet nietBetalen,
veel betalen, soldaatjen of garde-comiek spe
len dat mogen we doen. Die vrijheid staan de
geuzen ons zeer goedhartig toe
Jan. Pier, spreek zoo niet meerwant
ik gevoel dat mijn bloed begint te koken. Ha
geus Van Humbeeck had ik u onder
Pier. Wees bedaard, Jan, Laat het ge
weld aan de geuzen, bel is hun eenig wapen
voor ons, deftige burgers, zijn de wettelijke
middelen toereikend.
Jan. En die booswichten hopen dat zij
onze kinderen zullen krijgen Zie. Pier, ik
heb vier zonen maar al gaven zij mij gansch
Europa ze zouden er nog niet eenen van in
hunne goddelooze scholen zien.
Pier. Als gij spreekt, Jan, zoo zal elk
rechtschapen vader spreken.
Jan. 'i En is maar, Pier, een mensch
moet toch wat in de toekomst zien Indien wij
onze kinderen, met zooveel zorg opvoeden,
waarom is liet tenzij om ze eens gelukkig te
zien En zeg mij. Pier, is erop deze aarde ge
luk te hoopen buiten den godsdienst
Pier. Jan, ik heb vele jaren geleefd en ik
mag van ondervinding spreken. De dagen van
pleizier zijn zelden in 's mensehen leven
maar groot in getal zijn, eilaas, de dagen van
droefheid en verdriet. Wat wilt ge eraan doen?
God heeft het zoo gewild opdat wij ons hart
aan deze aarde niet zouden vasthechtenDoch,
Jan, bij den doorn groeit de roos cn bij het
lijden groeit de troost. Die troost, mijn lieve,
is de hoop op een beter leven, de hoop dat al
ons lijden zal in vreugde vergaan, dat onze
tranen zullen verstijven tot perels die eeuwig
zullen blinken aan onze bemelsche kroon
Jan. Wel te verstaan. Pier, indien wij
ons lijden aan God opofferen.
Pier. Dat.spreekt van zelfs; en is het
juist dat niet 't geen de katechismus ons leert
Jan. Zekers en het is daarom dat ik er
zoo sterk aanhoud dat mijne kinderen den ka
techismus wel leeren. Daarenboven, Pier,
wij zullen altijd niet blijven leven weldra
zullen wij aan God rekening geven over die
zieltjes die hij ons toevertrouwd heelt. Wat
zouden wij antwoorden indien wij ze naar
goddelooze scholen gezonden hadden En
spraken wij dan ook nog eene goede biecht
vóór onze dood, welke afgrijselijke gedachie
indien wij moesten zeggen Mijne zonde is mij
vergeven, maar hare uitwerksels blijvenMijne
kinderen zijn goddeloos als de meesters aan
dewelken ik ze overgeleverd heb Ik hoop
naar den hemel te gaan, maar wat zal er van
hunne arme zielen geworden
Pier. Jan, zwijg daarvan, want die ge
dachte is te schrikkelijk. Ik zou er dezen nacht
niet kunnen van slapen. Maar weel ge wel,
Jan, dal zelf ons tijdelijk geluk vereischl dat
wij onze kinderen eene kristelijke en geene
vrijmetselaarsche opvoeding geven.
Jan. Hoe dat, Pier, dat versta ik niet
wel
Pier. Zie eens in het dorp rond, en zeg
mij, de dronkaards, de onkuisschaards, de
meisjes van slecht gedrag, de oneerbiedige
zonen, zijn die zeer godvruchtige menschen
Jan. God zij dank, van die soort zijn er
niet veel in 't dorp Onze Heer Pastoor past
te wel op. Maar degenen die er zijn, ziet men
nooit of zeer zelden in de kerk. Gaan zij des
spreekt ons de gelykenis met het portret daer borg
voor, maer mevrouw Van Lindenbcrg vorhnelde my
de geschiedenis harer aenneming tot in de minste
byzonderheden, namelyk in welken toestand hare
ouders Kwamen te overlyden, cn boe de goede vrouw
Smit de kleine Pauline tol zich nam. Mevrouw Van
Lindenberg heeft my ook gezegd, dat vrouw Smit
thans in de Westerslrael woont, by wie wy mede
berichten Kunne inwinnen.
Toen Philip zyn kaetlje overgaf, waerop hy met
een paer regels had medegedeeld, dal hy zyne nicht
wegens eene dringende aengelegenheid wenschte te
spreken, stemde mevrouw Van Lindenbcrg er in toe
hem te ontvangen. Zy nam de voorzorg, Anna naer
hare eigene kamer te zenden, opdat deze geene ge
legenheid zoude hebben een enkel woord met Philip
te wisselen.
Hare verwondering by het hoorer. van het nieuws
was greuzenloos, hoer eigen persoon was al, wal er
noodig was, om het beweren van Van Megen le sla
ven. Zy deelde den heer Koski mede, dat het meisje,
dat zy had aengenomen, de dochter was van een
vreemden lieer en eene vreemde dame, die hun intrek
hadden genomen by vikiuw Smit in de Halsteeg.
Na hun overlyden bracht vrouw Smit het meisje op,
alsof het liaer eigen kind was, lol dat mevrouw Van
Lindenberg bet tot zich nam.
Ik verlang nu die vrouw Smit eerst te zien,
zeide de heer Koski opgewonden. Eene teleurstel
ling zou thans doodelyk voor my kunnen wezen.
Men liet vrouw Smit roepen, en deze bevestigde
de verklaring der barones en bleef geen den min
sten twyfel meer over, dat dc jonge dame, bekend
zondaags naar de mis 't is slechts uit mensche-
lijk opzicht. Men ziet ze nooit noch te biechten,
noch te communie gaan.
Pier. Hoe zou het kunnen anders zijn
immers die te biechten gaat, moet belooven
zich te beteren, en zij willen zich niet beteren.
Jan.Ja, Pier, die godvruchtig is, moet ma
tig,kuisch, eerbiedig voor zijne ouders wezen
immers de katechismus schrijft ons dat alles
voor.
Pier. En die slechte zonen die het graf
van hunne ouders delven, die onkuissche meis
jes die huns vaders ouderdom met smaad over
laden, waarom zijn ze zoo boos
Jan. Omdat zij hunnen katechismus
nooit gekend hebben of hun leven niet willen
richten naar zijne leering.
Pier. Waarom zou hij kuisch, matig, eer
biedig, gehoorzaam, rechtvaardig zijn, hij die
nocli aan God noch aan het ander leven ge
looft
Jan. Welzeker omdat Mr Van Humbeeck
hel hem bevolen heeft
Pier. Dat ieder zich met het zijne be-
moeie, zouden ze zeggen. Gij, Mr Van Hum
beeck, met uwe vrijmetselarij en wij met ons
plezier.
Jan. En ze zouden gelijk hebben. Maar
wanneer Mr de Pastoor hun zegt, weest ma-
lig, kuisch, rechtvaardig, gehoorzaam of God
zal u straffen. Wees deugdzaam en eerbiedig
voor uwe ouders en God zahi loonen
Pier. Dat is gansch wal anders Zulke
zedeiessen kunnen het bedorvenste hart wede
rom goed maken. Indien meester Van
Humbeeck wil dat zijne kinderen de nagels
zijner doodkist worden, indien hij begeert dat
hij in zijne oude dagen door hen verlaten, ge
lasterd of mishandeld worde, het staat hem
vrij hen volgens de vrijmetselaarsche grond
beginselen op te voeden. Voor ons, wij ver
staan de zaken anders.
Jan. Ja, Pier, ik en gansch het dorp wij
zouden willen kinderen hebben zoo als gij er
bezitO Pier, overal bemint, bewondert,"looft
men uwe zonen uwe dochters zijn perels die
elke huisvader voor zijne zonen zou wenschen
Pier. En niet zonder reden, Jan. O hoe
beminnen, hoe eerbiedigen, hoe verzorgen,
hoe liefkozen zij hunnen ouden vader Jan,
ik wilde wel dat gij eens zaagt met welke tee-
dere zorgen zij mij omringen. Het is altijd va
der van hier, en vader van daar vader neemt
dit, vader neemt daldit zal u vermoeien, dat
zal u verkwikken, cn van 's morgens tot 's
avonds houdt dat niet op. Kwaamt gij eens in
't vroeg hier, ge zoudt zien hoe alles hier
doodsch stil is. Spreekt iemand te luid de an
deren doen hem onmiddehjk teeken en zeggen
ai tluisterend Zwijg, vader slaapt nog.
Het gebeurt soms dat ik inderdaad niet slaap
maar om hen te verheugen doe ik als of ik
sliep, en als ik die liefdewoorden hoor, gevoel
ik eene zaligheid door geene woorden te mel
den
Jan. O gelukkige vader
Pier. Dat moogl ge nog zeggen, Jan
Gelukkigere vader dan ik, is er onder de zon
niet. Dikwijls wanneer ik aan mijn geluk
denk zou ik beginnen le beven
Jan. Waarom dat Pier
Pier. Wel, zegt de Heer Pastoor niet dat
God soms de boozen op aarde gelukkig maakt
omdat hij voorziet dat hij het weinig goed dat
zij gedaan hebben in het ander leven niet zal
kunnen loonen, maar dat hij ze eeuwig zal
moeten straffen.
Jan. Ja maar, Pier, gij gaat toch niet ge-
onder den naem van Anna Smit, werkclyk Pauline
Koski was. Vrouw Smit herkende in hel portret dc
in liaer huis overledene dame, cn zy beschreef den
heer Ladislaus Koski zoo duidelyk, dal zyn broeder
ten voile overtuigd was.
ci Zie zeide Philip, lerwyl hy het portret
weder aen mevrouw Van Lindenberg overhandigde,
hebt gy ooit treffender gelykenis gezien
Nooit, zeide mevrouw Van Lindenberg op
zaehten loon. Deze plotselinge ommekeer van zaken
had al hare koelheid doen verdwynen Zy was thans
opgeruimd, mededeelzaem en geheel in liaer schik.
Ik heb nog een bowys, zeide zy tot den
heer Koski. Vrouw Smit had een trouwring van
den vinger der overledene dame genomen.
c. Misschien wel van jnync zuster, riep hy,
<i en dan moet er in 't lalyn de spreuk op gegra
veerd zyn Trouw lot in de dood.
Dal slaet er op, zeide de barones ik heb
den ring in bewaring genomen, met de gedachte dat
hy van dienst kon zyn, indien er ooit inlichtingen
aengaende het meisje gevraegd werden.
Zy ging den ring halen. De heer Koski nam hem
acn, alsof hel eene relikwie ware hy drukte hem
aen zyne lippen, lerwyl zyne oogen vol tranen ston
den.
Deze is dc trouwring van verscheidene ge
slachten der Koski's geweest, zeide hy. Laet niy
nu myne lieve Pauline zien, als ik 't u bidden mag,
mevrouw.
Mevrouw Van Lindenbcrg bracht hem in de kamer,
en liet hem vervolgens alleen.
Voorzeker aenschouwden de schoono jonge moe-
looven dat gij tusschen die boozen moet gere
kend worden.
Pier. Wel 't is waar ook. Ik heb altijd
mijn beste gedaan om God te dienen en ik hoop
in zijne barmhartigheid.
Jan. Maar, Pier, waar schrijft gij uw ge
luk bijzonder aan toe
Pier. Jan, ik heb mijne kinderen opge
voed in de vreeze Gods en in den haat van liet
kwaad. Ik heb in de tranen gezaaid nu mag ik
in de blijdschap oogsten.
Jan. Docjf, hoor, Jan, daar zijn reeds uwe
kinderen.
Pier. Ja 't is bij acht uren.
Jan. Hoe reeds zoo laat Hoe vervliegt
toch de tijd wanneer ik met u ben Ik loop
naar huis want mijne vrouw zou ongerust zijn.
Het arm schaap, zij zal niet weten waar hare
Jan zoo lang blijft.
Pier. Gij hebt baar toch gezegd dat ge
bij mij kwaamt
Jan. Ja, maar toch ge weet hoe een
vrouwmensch is Goeden avond, Pier, tot
morgen
(Wordt voortgezet.)
Sommige persoonen redeneeren volgender
wyze Wat ligt er my aen gelegen dat het
Bestuer van België liberael of katholiek zy
myn landbouw, mjn koophandel, myne zaken
gaen noch beter, noch slechter. Ik wil my dus
geenszins met kiezingen bemoeien.'
Maer landbouw, koophandel of zaken is dat
dan alles voor ons Is dat genoeg voor een
huisgezin en voor een volk
Buiten dat alles, beter gezegd, boven dal al
les is er eene zaek die alles is voor ieder van
ons, 't zy in hel tegenwoordige, 't zy in de toe
komst eene zaek die in ieder land en op ieder
tydstip tc huis behoorteene zaek aen dewelke
ieder volk, hoe wild en woest het ook schyne,
onwrikbaer verkleefd blyftdie zaek is de
Godsdienst.
Is het te verwonderen Wat wordt een volk
zonder Godsdienst? Napoleon heeft het gezegd
en zulks met reden a Men bestiert geen volk
zonder Godsdienst, men schiet hetzelve dood
met schroot.
Schalt den priester af, gy zult gendarmen
noodig hebben en nog, gelyk een welgekende
liberael, M. Lebeau van Hoei, zeide Een
pastoor zal meer verrichten en beter doen dan
uwe duizend gendarmen. En wat zeide, den
12 Mei 1878, de keizer van Duitschland aen
zyne ministers Vooral en boven al is liet
volstrekt noodzakelyk dat liet volk liet gods
dienstig gevoel niet verlieze.
Wat wordt liet huisgezin zonderGodsdienst?
Vaders en moeders, meesters en toezieners,
antwoordt Gy zegt liet alle dagen Men kan
van zyne kinderen byna niets meer maken.
't Is onmogelyk met de werklieden te han
delen zy kennen geene oversten meer. v
Doch, sinds wanneer en waerom Gy moet
het evenwel bekennen, er ontbreken noch sol
daten, noch gendarmen. Hel onderwys ont
breekt even min, nooit is dit zelfs zoo zeer
verspreid geweest.
Ziet rond u benen cn gy zult de verzekering
opdoen dat het de Godsdienst is die aen deze
jonge lieden ontbreekt. Wat zou er geworden
zoo hy geheel en al kwame te verdwynen
Waermede zoudt gy ben dan nog inhouden of
bedwingen? Van dien dag af, weg met de kapi
talen! Ja.de Godsdienst,wat men dan ook tegen
der, cn de dappere edele vader, in vereeniging met
dc Engelen, van uit den hemel met welgevallen het
oogenhhk, waerop de door beiden zoo beminde broe
der eindelyk hun kind mocht omhelzen.
Meer dan eene uer verliep er, alvorens Pauline
mevrouw Van Lindenberg ging verzoeken weder bin
nen le komen. Philip bad zich dien tyd ten nutte ge-
mackl, om eene algeheele verzoening met zyne tante
te bewerken. Voor zich zelve was zy er zeer voor
geweest, dat Pauline met hem in het huwelyk zou
treden alleen haer gemis aen vermogen en hare
onbekende afkomst waren voor de barones beletselen
geweest, om hare toeslemming te verleenen. Thans,
nu die hinderpalen uil den weg waren geruimd, was
zy verheugd, dat haer neef, dien zy werkclyk gene
gen was, gelukkig zou zyn, zooals" hy zich dat voor
stelde.
't Was dien avond reeds laet geworden, alvorens
men van elkander afscheid nam, want men had met
elkaer zooveel over het verledene, het tegenwoordi
ge cn de toekomst te spreken gehad. Pauline zat
naest haer oom met gespannen aendacht te luisteren
naer de levensgeschiedenis van hacr verbannen va
der zy was nu zoo trotscli op dien vader, als ware
hy een keizer geweest.
't Is ie veel geluk voor my, oom. Ik heb altyd
gaerne van dappere mannen gelezen, en nu te mogen
vernemen, dal ik de dochter van een groot held
ben
Zy hield de beeltenis harer jeudige moeder in hare
handen, en kuste ze met zulk eene liefde, alsof het
hare moeder in eigen persoon geweest ware.
Voordat dc zomer nog voorby was, had de heer
denzelve zegge of schryvemoet bestaen
i kw 00,1 zelf hem niet daergesteld, hy zou
hebben moeten uitgevonden worden. Er is
Godsdienst noodig in onze scholen en in oiizö
kazernen, in onze gasthuizen en in onze ge
vangenissen, zoowel als in onze werkhuizen
en in onze huisgezinnen.
Maer verlangen dat de liberalen Willen zy
nog Godsdienst in België Begeeren zy er nog
voor zich zeiven Begeeren zy er nog voor an
deren Hunne dagbladen, zooals de Chronique.
de Flandre libérale, de Eloile, de Journal de
Gand enz. zeggen de eene ronduit de aiïdere
bedektelyk, doch zonder dat één hunner zulks
loochent, dat de liberalen de uitroeiing van
den godsdienst willen dat zy voor zending
hebben zielen te ontrukken aen de Kerk, enz.
enz.
Van den anderen kant zien wy de liberalen
zeiven aen bet werk wy zyn getuigen van
hunne daden immers het godshatend wets
ontwerp- Van Humbeeck is het onbetwistbare
bewys dat de liberalen van allen deessem geen
ander doel hebben dan den Godsdienst in Bel-
gie uitteroeien
Hel ministerie der lykdelvers van 't catholi-
cismus, ziende dat de bulle van Meesterke Rolin,
by middel van wogenlange plakkaerten gansch
T land door verspreid, de calholyke bevolkin
gen niet heeft kunnen foppen, heeft nu uitge
vonden een extrakt van gezegde bulle in alle
sleden cn gemeenten des Ryks opnieuw te
doen uitplukken.
Dees extrakt is onderteekend door de ver-
schillige Goeverneurs der provinciën en ge
drukt te Brussel by den drukker des Konings.
Men begrypt men wil aen 't volk doen ge-
looven dat dees extrakt door de Goeverneurs
wordt verspreid op bevel van Z. M. den Koning
en dat deze laetsle liet, tot dit einde, by deu
drukker van 't bof te Brussel heeff doen
drukken.
Bedoeld extrakt kondigt op nieuw af 't art.
4 van I wetsontwerp-1'an Humbeeck, eene ver
korting van t vertoog der beweegredenen en
eenige woorden hier en daer, op eene oneer-
lvke wyze, uit eenen omzendbrief des heeren
graef de Thev.x van 1846 geknipt.
De volzin van 't art. 4. die een lokael in de
school, vóór of na de klasuren, ten dienste
der ministers van eeredienster, stelt, is in
groote letters gedrukt om er des le beter de
oogen des volks op te trekken en liet, zoo mo-
gelvk, te foppen.
Doch die verregaende schynheiligheid zal
niemand bedriegen na de verklaringen van
Pietje de Kerkdood, in de Kamer en in T Senaet,
namelyk, dat de liberalen de leering en dogmas
der 11. C. Kerk willen vernietigen en dat de tien
geboden Gods moeten afgesclia/t worden als zijnde
eene zedenleer onweerdig van onze tijden en over-
eenigbaer met den vooruitgang Neen, niemand
ten ware nen sukkelaer zal door deze nieuwe
plakkaerten gefopt worden
De Eerw. Pater Schouppe, een der geleerd
ste theologanten,heeft in zynen openharen cur
sus van Yolksiheologie de kwestie besproken
of een catholyk mag mee werken, op welke
wyze dan ook, om het wetsontwerp-Van Hum
beeck op 't lager onderwys te doen stemmen.
Het antwoord is neen in den vollen zin des
woords, omdat zulke wet liet goddelyk recht
Koski eene sclioone cn prachtige woning voor zyne
nicht in gereedheid gebracht. Men had hepaeld, dat
hel huwelyk van de jongelieden tegen den herfst zou
worden voltrokken, en gevolg gevende aen den
weuscb van Paulino en Philip beloofde hy hun, zyne
laetsle dagen onder hun dak le komen slylen.
Vrouw Smit werd zelfs nog by haer "leven voor
hare liefdadigheid beloond. De heer Koski bezorgde
haer een inkomen, waerdoor zy in slaet werd ge
steld op haer ouden dag onbekommerd te kunnen le
ven Van zyne erkentelykheid jegens mevrouw
Van Lindenbcrg zal het onnoodig zyn hier te gewa
gen.
Toen hel andermael Nicuwjaersavond was, brach
ten zy dien, op mevrouw Van Lindenberg's dringend
verzoek, by liaer door. Toen de barones met den
heer Koski in een druk gesprek was, verhaclde Pau
line haer echtgenoot in stille den treurigen toestand
en de verlatenheid, waerin zy zich twee jaren gelo
den bevond, en dat zy toen om een engel had gebe
den, om haer le komen verlrooslon.
En ziet gc my nu werkelyk voor een engel
aen vroeg Philip, glimlachende.
In het geheel niet, zeide zyöe vrouw
maer ik zal toch altyd denken, dat myn gebed ver
hoord werd. Nu word ik door zooveel liefde omringd
en 'toen had ik niemand, die my beminde.
Philip keek toen naer zyne bekoorlyke gade en
dankte by zich zeiven den Hemel, die liern dacrheen
had geleid, waer hy Pauline had ontmoel.
Vrede, voorspoed cn geluk waren hun deel.
Einde.
Calque Snuiu.