54ste Jaer. Zosida^, 9 November 1879.
N" 1750.
VOLGENDE STATIËN:
uit Gent nabr
VERTREKUREN UIT DE
YZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAER
A EN DE CATIïOLYRE
GEMEENTEBESTUREN.
DE POSTWAGEN.
ABONNEMENTPRYS6 FRANKS 'S JAERS. De inschryving eindigt met 31 December. ANNONCENPRYS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3d® bladz. 50 cent.
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-lt*
Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT GEERAKRDSBERGEN NABR
Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 7.24
9.54 11.59 2.58 4.48 5.50E 8.51
uit Denderleeuw naer
Haeltert, Burst, llerzele, Sotteg. Audenaerde, Aosegem.
Kortryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.09 7.20
uit Sottegem langs denderleeuw naer
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 0.00 5.00 7.48
uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.50 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15
uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4.30 7.05 9.25 10.50 2.20 5.25 7.05
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48
NAER AELST UIT
Ath 6.49 10.30 1.17 4.09 7.58 9.05
Antw. 5.25 6,50 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2° 3® kl. 12-15
3-15 E. 1°2°3® kl. 3-35 4.45 5.55 6.50 E. 1* 2° 3* kl. 9.(0
Brussel 0.00 E.1®2® 3®kl. 7.25 9.00 11.06 11 53 1.55 3.02
Deszondags-3,20 namiddag ;houdt stii inde tusscbenstatien.
en O.i 0 E le2° 3* kl. 5.01 5.55 7.05 8.15 E. 3 kl. 8.20
Dendcrmonde 7.13 9.40 11.34 2.25 5.27 8.23 10.47
Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41
Gent O.OOE 6 24 7.39 E 1" 2"3®kl. 8.15 11.04 12.31 E
1* 2® 3® kl. 1.55 0-00 E 1.2.3. kl. 5.06 8.09 8.18
9.33 Exp. 1® 2® 3® kl.
Lessen 7.09 10.50 1.37 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.35 9.01 10.54 1.49 4.53 7.50
Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09
Oostende 0.00E 6.04 6.20E. 1 2 3 kl. 9.00 11.55 0.00
0.00 El® 2® 3® kl. 6.04 0.00 Exp.
Dendcrmonde. 4-53 6-40 8-12 12-24 3-06 6-40 10.05
Lokeren. 4-53 6-40 8-42 12-24 3-06 6-40
Mechelen. 4-531 6-401 7-17d S-i'2d Exp. le2® 3*kl. ll-57d
l-04i/ Exp. 1® 2® 3® kl. 2-5Id 3-06/ 6-00d 6-40/
10-06d Exp. 1® 2® 3' kl.
Antw. 4-53t 6-4017-17d 8-1-zd Exp. 1® 2® 3" kl. l-04dExp.
1® 2® 3® kl. 2-51d 3-06/ 6-00d 6-40/ 10-06d Exp.
1® "2® 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-17 7-50 8-12E.
9-08 11-57 1-04 E. 1® 2® 3® kl.2-51 0-0OExp. !®2®3®kl.
6-00 8-49 9-11 10-06 Rxp. l® 2e3* kl. Des zondags
8,59 's avonds; houdt slil in de tusschenstatien.
Leuven, Thienen, Luik,Verviers 4-40d 4-53/ 6-40/ en 8-12d
Exp. 1® 2® 3® kl. 7-50d 9-08d (H-57d tot Leuven)l-04d
Exp. 1® 2® 3' kl. 2-5Id O-OOd Exp. 1® 2® 3® kl. 6-OUd 8-49a
10-06 Exp. 3 kl.
(1) Nota, De lettor beteekent langs Termonde en d
Gent, (5-00 's vrycl.) 0-»0Et®2®3® k 8-41 9-45 12-22 12-40
3-09 3-41 en 0-00 E. I®2® 3® kl. 6-12 6-40 8-54 Exp
1® 2® 3® kl. 9-36
Brugge, Oostende. 7-59 Exp. l®2®3® kl.6-00 9-45 12-22
12-40 3 41 en 0-00 El® 2' 3® kl. 6-40
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Cend) 8-41
12-2-2 12-40 3-09 3-41 Exr. 6-12 6-40
Doorn. Mouse. Kortryk, Rys3. (langs Ath) 6-00 7-50 11-57
0-U0 6-00
Ninove. Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 6-00 7-50 8-12
1 1-57 2-51 O-l'O 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-57 2-51 0-00 6-00
Enghien Braiue, Manage, Charleroy, Namen langs Geeraerds
bergen 6 00 (-00 11-57 2-51 0-00 6-00
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zat12.30 6.02
letter d langs Denderleeuw.
Calqne Saam.
AELST, 8 NOVEMBER 1879.
Men verzoekt ons de aendaclit der catlio-
lyke Gemeentebesturen in te roepen op het
volgende document, uitgaende van liet provin-
ciael korniteit door Z. E. den Cardinael-Arts-
bisschop van Mechelen gelast met de belangen
van liet lager onderwys in Brabant.
De vraeg was deze
Welke toelayen zyn de gemeenten gehouden
in het budget van 18S0 te brengen voor den dienst
van het lager otulerwys
Ziehier de antwoord van het byzonder korni
teit voor het onderzoek der betwistbare kwes-
tien die met de scholen in verband staen.
Het art. 131 der gemeentewet antwoordt: De
gomeenteraed is gehouden jaerlyks op het hudget
der uitgaven te brengen alle deze welke de wetten
ten laste der gemeente leggen, en hoofdzakelyk
de volgende 1', 2*,... 10®. De kosten welke de
wet op het openbaer onderwys ten laste van de
gemeente brengt.
Het art. 133 schryfl aen de Bestendige Deputatie
van den Provincialcnraed voor, van ambtswege op
het budget te brengen, in evenredigheid der nood
wendigheid, de verplichtende uitgaven wacrvan de
gemeenteraden zouden pogen de betalingen te ver-
ydelen, door er hunne goedkeuring geheel of ten
doolo oen to weigeren.
Van eenen airderen kant, hel art 31 der wet van
1 Juli 1879 op het lager onderwys luidt
De kosten van 't lager onderwys vallen ten laste
der gemeenteu. De daertoe bcnoodigde som zal
jaerlyks op het gemeente-budget worden gebracht
onder de verplichtende uitgaven waervan gespro-
ken wordt in art. 131 der gemeentewet.
Het art. 33 bepaolt welko de voorwerpen zyn
waerin de toelage van het budget moet voorzien.
Art. 33. Het fonds waervan in art. 31 gesproken
wordt, is bestemd
1° Tol het bouwen of het onderhouden \an hel
schoollokael
2° Tot hel acnkoopen der benoodigde meubelen
en boeken
3° Tot het betalen aen den gemeenteondcrwyzer
van zyne jaerwedde en, des noodige gevals, der ver
goeding voor wooning
4° Tot het betalen aen het weldadigheidsbureel
der retributie of suhventie verschuldigd voor de be
hoeftige kinderen.
Het is klaer dal elk dier voorwerpen niet ieder
jaer in het budget moet gebracht staen men bouwt
immers geenc school alle jaren ook zegt de wet
het bouwen of onderhouden. Men heeft ook ieder
jaer geene nieuwe meubelen noodigook zegt de
wet hel aenkoopen der noodige meubelen.
Zietdaer de éénigste voorwerpen waervoor de
noodige sommen in het budget van 1880 moeten ge
bracht worden; en zietdaer ook de écnigste toelagen
waervan de weigering ten geheele of ten deele, eene
inschryving van ambtswege in evenredigheid dei-
noodwendigheid kan machtigen.
Daeruit volgt dal eene gemeente die hare scholen
zoude verlaten zien, niet zou kunnen gehouden wor
den, op pcene van inschryving van ambtswegeeen welk-
danig krediet in het budget van J88ü te brengen
't zy voor aenkoop van meubels en boeken, 't zy
voor maendgelden van behoeftige kinderen die de
school niet bywoonen. De onderhoudskosten van
Tafereelen uit de dagen, toen Maxmiliaen keizer
van Mexico was.
14de VERVOLG.
XIX.
Aen eene der whisttafels zat de vader van Mauricio,
ievcrig bezig met de kaert in de handen om uit te
maken, wie van de dry spelen cr twee gewonnen
had. waerna hy opstond, om aen het bullet een glas
te drinken, toen hy zyn zoon gewaer werd.
Zoo Mauricio, waer zyt gy zoo laDg gebleven
Ik had u byna uitgeschrapt.
Ik kon niet vroeger, vader.
Zooveel te aengenamer is het my, dat gy nu nog
komt. Hoor Mauricio, ging hy voort, tcrwyl hy zyn
arm nam en hem een weinig ter zyde voerde, hebt
gy Ricards, de nicht van Rodriguez reeds gesproken
Nog niet, vader, maer al dc acnwezigen seliy-
nen over haer te spreken. Het moet een klein wonder
zyn, deze schoonheid.
Als ik van uw leeftyd was, zegde zyn vader,
dan wist ik wel wat ik zoude doen. De oude San Bias
is buitengewoon ryk en een der aenzicnlyksle bur
gers van Mazatlan, en zyne dochter is inderdaed
schoon. Wees verstandig myne toestemming hebt
gy reeds en uwe moedei zou daerdoor recht geluk
kig zyn.
Veremos, vader, zegde Mauricio vry bedaerd,
misschien verblindt zy zonder echter te verwarmen
in ieder geval zal ik haer opzoeken en my zoo beinin-
nensweerdig mogelyk gedragen.
Gy zult verstandig zyn, als gy dat doetboven
dien wordt hel tyd dal gy wat bedaerder wordt en
de wilde haren eens uitvallen.
ik ben nog vry, zegde Mauricio lachend, maer
zooals gezegd is, ik heb een goeden wil om ten min
ste eens te zieu en eene proef te wagen. Het is im
mers de jonge dame in hemelsblauwe zyde
Zoek die op, die u hel beste bevalt, en gy hebt
de rechte, zegde senor Lucido, die zelf geheel betoo-
lodigstaende lokalen zyn van zelfs minder dar. de
onderhoudskosten van scholen door talryko kinderen
bygevvoond.
De jaerwedde der onderwyzers en hulponderwy-
zers voor hel wettige minimum vastgesteld by art
32 en 33 der wet, blyfi altyd maer alleen verplich
tend.
Eene kwestie welke men soms het ongelyk heeft
te vermengeo met die waervan wy de oplossing
komen aen te duiden, wordt geoperd ter gelegenheid
van art. 34 der wet.
De paragrafen 2 en 4 van dit artikel regelen de
tusscbenkomsl van de Provinciën en den Staet, by
middel yan subsidien, in de onkosten van bet lager
onderwys. Anders echter is hel recht der hoogere
overheid van ambtshalve in het gemeentebudget te
schryven toelagen welke de gemeente er weigert in
te brengen anders ook is het recht van subsidien
te vcrlecnen of niet te verleenen.
De tusschenkomst der provincie met behulp van
subsidien ismaer verplichtend wanneer het krediet
der gemeente ten gunste van hel lager onderwys
in bclrokking staet met de plaetselyke liulpmid-
delen. Een reglement van algemeen bestuer be
rt paelt de regels volgens dewelke die evenredigheid
moet berekend worden echter mag de toelage
in geener geval hel krediet zyn voor dit voorwerp
gestemd in het gemeente-budget van 1878. Art.
34, 2.
Eene evengclijke schikking regelt ook de tusschen
komst van den Staet. Art 34, 4.
Eene gemeente, welke hare lïoancieele toestand
in staet steil in den dienst van het lager onderwys
tc voorzien mei behulp harer eigene hulpmiddelen,
zonder daervoor den financieelen onderstand van de
Provincie of den Staet noodig te hebben, heeft zich
r.i-»t to bekreunen mot Hen rogol vastgesteld by art. 34.
Hare verplichtingen zyn bepaeld door de schikkingen
welke wy in de eerste plaeis ontleedigd hebben,
liet komt aen het goevernement niet loc er haer
meerdere op te leggen.
Maer de gemeenten ryk genoeg om de subsidien
voor het lager onderwys te kunnen missen, zyn wei
nig in getal. Onderzoeken wy dan welke de voor-
waerden zyn aen dewelke de toekenning der subsi
dien onderworpen is.
Het krediet in het budget der gemeente te schry
ven, moet vooreerst in betrekking zyn met de plaet
selyke hulpbronnen. Het reglement van algemeen
bestuer dat de regelen zal vaststellen volgens dewelke
die eveeredighcid moet berekend worden, is nog niet
verschenen Een ding tol hiertoe is zeker, namelyk
dat fte toelage niet mag zyn benedeD het krediet voor
dit voorwerp gestemd in het gemeente-budjet van
1878. En nog oppert de toepassing van dien regel
meer dan eene moeilykbeid. Indien bet gemeente-
budjet van 1878 eene toeheg bevatte voor hel bouwen
of meubleeren eener school, zou die toelage of eene
gelyke som moeten herhacld worden in het budjet
van 1880, op strafte, geenszins van ambtswege te
worden iugeschreven, maer van alle subsidie gewei
gerd te worden Met zekerheid mag men bier ant
woorden van neen. De kwestie is klaer en duidelyk
gesteld geweest in de Vertegenwoordigers-Kamer
doorM. Malou en in het Senaet door den baron Sur-
mont de Volsbergbe. Dat mag maer verslaen wor-
deD, antwoordde de minister, van de gewoonlyke
behoeften des onderwys. (Verleg. Kamer, 6 juni
1879. Ann blaz. 1252.) De schikking is maer toe-
passelyk aen den gevvoonlyken dienst. (Senaet, 18
juni 1879. Ann. blad:. 253 Het beloog der beweeg
redenen, de schikking der wet van 1842 die over
eenkomt met art. 34 uitleggende, had reeds gezegd
Voorgaende overwegingen zyn loepasselyk aen
den gevvoonlyken jaerdienst van het lager onder-
wys.
Wat aengaet de uitgaven betrekkelyk de bouvvin-
gen, verbeteringen en meubleeringen van scholen,
verd scheen door hel meisje, en Mauricio, in zich
zelve lachende, begaf zich naer de danszael.
Op dit oogenblik vie! hem de brief in, die hem voor
het buis op eene zoo geheimzinnige wyze was over
handigd. \'an wien kon die zyn en wat kon dacrin
staen
De nieuwsgierigheid plaegde hem want de breng
ster had immers gezegd lees hem, hy is gewichtig,
en waer waren zyne gedachten geweest, dat hy dit
lot nu toe had verzuimd
lly trad dacrom io een der goed verlichtte zyver-
trekken haelde de brief, die op grof papier geschre
ven was, te voorschyn. opende hem en las
Kom morgen vroeg, niet later dan tien ure aen
den Pcnnelos, waer wy eenen ryken buil kunnen
maken. Uw Italiacn rydl met de diligence en heeft,
naer ik van goeder heb vernomen, eene som van
a duizend oneen by zich, die hy naer Cuernavaca
moet brengen. De escorta aen de guarda is hiervan
verwittigd, maer ik heb zorg gedragen, dat zy ons
niet kan lastig vallen. Gy moet komen, onze vrien-
den zyn allen op eene andere expeditie uit, en ik
heb slechts vier mannen by elkander kunnen kry-
gen. Dal is te weinig Rudolfo is ook door my gc-
waerschuwd. Kom. Ik heb voor verschc paerden
gezorgd. Wraek en goud wachten ons.
Uw G
XX
Caramba, mompelde de jonge man by zich zelve,
terwyl hy op zyne horlogic keek, - hel was juist elf
ure dan heb ik verwenscht weinig tyd en eigen-
lyk kom het my in het geheel niet gelegen maer
Solfinto, en by dien naem knarste hy op de tanden en
vertrok zich zyn gelael. Zulk eene goede gelegen
heid komt nooit weder, elf ure Och wat ik
heb altyd nog ruim twee uren tyd en bet briefje
weder in zyncn borstzak stekende, trad hy dc groote
zael binnen
lly behoefde daer niet lang te zoeken Daer de ko
ningin van het feest, want juist, gedurende de poos,
zag hy haer omringd door een aenlal jonge heeren,
meest officieren en hoorde, onder het voorbyloopcn,
deze zyn, volgens het bestuerlyk recht, louter be-
lievig, zoo voor de provincie of voor den Staet
(bl. XX11I.)
Maer hel is niet altyd gemakkelyk te herkonnen
hetgeen tot de gewoonlyke behoeften behoort, het
geen betrek heeft op den gewoonen dienst. Woorde-
lyk genomen, zou men moeten zoggen dat het slechts
de uitgaven zyn die elke jaer, op eene gewoonlyke
wys, voorkomen Het is echter te vreezen dat het
gouvernement den zin der woorden zal trachten te
wringen. Zekere onlangsche besluiten hebben reeds
onder dit betrek aenleiding gegeven tol gegronde
klachten.
Eene tweede moeilykheid is deze van te weten of,
om deelachtig te worden aen de subsidien, eene ge
meente in haer budjet van 1880 moet brengen de
gewoone uitgaven die, in bet budjet van 1878, voor
kwamen onder de rubriek der believige uitgaven zoo
wel als de verplichtende uitgaven.
Ja, heeft M. de minister in het Senaet geant-
woord zy (de schikking van art. 34) bevat de
kredieten bestemd voor beide soorten van uilgaven,
voor de verplichtende en voor de believige. Ware
het anders, hel deel van hot artikel dat herinnert
aen de kredieten gestemd in 1878, zoude nutteloos
worden. (Senaet, Ann. bladz. 253.)
Het schynl overtollig te onderzoeken of de zin der
schikking van art. 34 rekbatr genoeg is om deze uit-
legging te voroorlooven. Het zy genoeg hier te besta-
ligen dat, in de mcening des gouvernements, er geene
subsidien mogen loegeslaen worden dan wanneer
hei budjet van 1880 in gewoone uilgaven draegta)
verplichtende, b) facultative eene som ten minsten
gelyk aen het krediet gestemd in 1878.
Maer men moet ook de gevolgtrekkingen van art.
34 aldus uitgelegd, niet overdreven. Ilct budjet is
toch immer nieis anders dan eene verzameling van
voorzieningen. Alle som die erin voorkomt, moet niet
noodzakelyk gebruikt worden. De inschryving van
eene toelage of krediet in een budjet, machtigt de
uitgave welke zy tol voorwerp heeft, maer zy legt er
de verplichting niet van op, op eene volstrekte wyze.
De uitgave zal gedaen worden of bet krediet zal on
gebruikt blyven. volgens de noodwendigheden vaD
dienst het vereischen Aldus, by voorbeeld, indien
hot budjet eene som van 1000 fr. bevat voor het
schoolgeld van 50 behoeftige kinderen, aen 20 fr. per
hoofd, en dat e-r maer 25 kinderen de school bywoo
nen, het is zeker dat de gemeente haer recht zal
verliezen var. subsidien te bekomen om wille dal zy
maer 500 fr heeft uitgegeven op bet krediet van
10UO fr. in hel budjet geopend.
Men zou deze opmerking nog kunnen toepassen op
andere voorbeelden, op de kosten voor de verwar
ming der lokalen, op den aenkoop van boeken, enz.
Echter, zooals hooger is gezegd geweest, de jaer
wedde der onderwyzers mag niet leeger zyn dan het
wettige minimum.
Kortom
De gemeente is gehouden in het budjet van 1880 te
brengen voor den dienst vau het lager onderwys
A. Op strafte van inschryving van ambtswege
De sommen lot dion dienst benoodigd voor de
voorwerpen vermeld in art. 33, in evenredigheid naer
behoefte
B. Op straffe alleenlyk van weigering van subsidie
Eene toelage die niet minder zy dan het krediet
gebracht in het budjet van 1878 voor de gewoone
verplichtende en believige uitgaven.
De gemeente is nooit gehouden, welke ook de kre
dieten of toelagen zyn in het budjet gebracht en be
halve het voorbehoud hierboven aengemeld in wat
de jaerwedden der onderwyzers betreft, tol uilgaven
boven de wezentlyke noodzakelykheden.
(Get.) J. MALOU, Alph. DE BECKER, T. DE LANDTS-
HEERE, DELCOUR, DE VOLDER, SMOLDERS, WOESTE.
hoe een paer sc'noone frangaises zich over dat ko
kette ding uitlieten, dal zich op eene onbetamelyke
wyze door de heeren hel hof liet maken, en hen ge
durig door haer luid en ongepast gelach tot zich
lokte.
Arme schepsels het helpt u immers nietRicarda
was nu eenmael de ster, die alle andere verdonkerde
en zulks zonder haer eigen toedoen, voor zoover het
haer gedrag betrof
Nu cu dar. wilde hy zich wel terugtrekken om de
hulde, die men haer bracht, en die haer lastig werd,
te ontgaen, doch te vergeefsch en met haer vrooly-
ken aerd, zette zy zich eindelyk daerover heen en
schikte zich in hel ouvermydelyke.
Mauricio naderde haer, en terwyl hy hare schoon
heid nog minder dan hare lieftallige bevalligheid
bewonderde, kwamen de trekken v3n het meisje hem
echter zoo bekend voor, alsof hy haer vroeger ook
reeds ergens ontmoet had.
Maer hy kon zich toch niet herinneren, wanneer
of waer en toch was het geen gelaet dat men zoo
licht kon vergeten.
Deze oogen en die bekoorlyke eigenaerdige trek
ken om den mond, moest hy reeds ergens gezien
hebben, maer waer ter wereld kon dat geweest zyn
Hunne blikken ontmoetten elkander, maer die van
Ricarda wendde zich weder zoo bedaerd van hem af,
dat hy er door in twyfel geraekte.
Zy kende hem ten minste niet, anders zou haer
blik langer op zyn gelaet gevestigd zyn gebleven.
Hy moest zich dus bedriegen, doch het was zon
derling dat dit buitengewoon wezen zulke flauwe
berinneringen by hem opwekte.
De muziek noodigde weder uit tot dansen en hy
trachtio het meisje te nadeien,maer hy kwam natuer-
lyk te laet, want zy was haer woord reeds kwyt,
voor alle dansen, zooals zy hem vriendelyk, doch
stellig verzekerde; en Mauricio die ook geheel andere
dingen in bet hoofd had, dan zich met scboone meis
jes te bemoeien, verliet de danszael en begaf zich
weder terug naer hel vertrek waer gespeeld werd.
Hy was nog besluitek*» of hy niet liever dadelyk
STAD AELST.
Zitting van den Gemeenteraed, Maendag 3 Novem
ber 1879.
De openbare zitting welke onze sledelyke Raed
Maendag 3 November heeft gehouden was aller be-
langrykst en wy vcrhaeslen ons er onze geëerde
lezers een beknopt verslag over meê te deelen.
Sedert verscheidene jaren bestaet hier eene Bo-
vvaerschool, gehecht aen de gemeentelyke Meisjes
school, bestierd door Mm® Verhaegen. Deze Bewaer-
school werd, vóór de vacantiën, bezocht door om
trent 250 leerlingen. Twee der hulponderwyzeressen
hebben,ten gevolge der ongelukswet van 1 Juli 1879,
haer ontslag gegeven De Gemeenteraed, de herope
ning der klassen willende afwachten en te meer zien
of hel wel noodig zou zyn nieuwe benoemingen te
doen indien het personeel mocht voldoende wezeu,
ging tot hare vervanging niet over Nu, de Gemeente
raed benoemde tot hiertoe geene nieuwe onderwyze-
ressen en handelde zeer wyslyk want in plaets van
250 leerlingen, gelyk er voor de vacantiën waren,
lelt men er heden nog 150
Op 27 October jl. ontving het collegie van Burge
meester en Schepenen, zonder eenige voorafgaende
verwittiging, eenen brief van M. den minister van
openbaer onderwys waerby deze ambtenaer laet
weten dat het schoeltoezichl zich beklaegt over do
nalatigheid van 't Gemeentebestuer, van, volgens de
bepaling van 'tart. 12 der wet van 1879, aen dat
toezicht bet openvallen der plaetsen van hulponder
wyzeressen te laten kennen. De minister errinnert
verder het Gemeentebestuer dat zyne eerste plicht is
't voorbeeld van eerbied aen de wet te geven en
verzoekt die plicht nimmer te miskennen. Eindelyk
vraegt de minister om welke redo men, te rekenen
van 1 October II., heeft opgehouden des middags
soepe aen de leerlingen der Bewaerschool uit te
deelen. Deze brief was vergezeld van een ministeri
eel besluit waerby jufvrouwen Maria Van Mol en
Gabrielle Von der Gnchl, ambtshalve, tot hulponder
wyzeressen aen de Bewaerschool, wierden benoemd
in vervanging der ontslaggeefsters.
Het collegie van Burgemeester en Schepenen ant
woordde op dezen brief in den volgenden zin
Wy komen uwen brief van 25 October jl. te ont-
vangen waerby gy ons onderricht dat M. de minis-
ter van onderwys, ambtshalve, twee hulpondewy-
zeressen aen onze Bewaerschool heeft benoemd
in vervanging der ontslaggeefsters. Gy errinnert
ons dal onze eerste plicht is 't voorbeeld van eer-
bied aen de wet te geven en gy verzoekt ons deze
t< plicht nimmer te miskennen. Wy konnen dit ver-
wyt niet aennemen, welke ons ten andere niet
treffen kan, en.wy zullen in de toekomst, gelyk wy
het in 't verledene gedaen hebben, onze plichten
blyven kwyten zooals zy ons door de wet en ons
geweten worden voorgeschreven.
Het blykt uil den tekst der art. 37 en 48 dor wet
van 1 Juli 1879,alsook uilde verklaringen en uitleg-
gingen,doorM. den minister van openbaer onderwijs
op en 6 Jun ïl 879,aen de Kamer van Volksvertegen-
woordigers gegeven, dat de oude Bewaerscbolen 't
zy gemeentelyke, 't zy private, zelfs wanneer zy
eene toelage genieten, aen dc schikkingen der
nieuwe wet niet onderworpen zyn. Wat haer be-
trefl, niels zal aen den huldigen toestand moeten ver-
anderd worden, zegde M. de minister op 3 juni.
Zy, voegde hy er den 6 juni by, sullen in den zelf
den toestand als de bestaende aengenomene scholen
blyven.
By gevolg, behoort het aen den Gemeenteraed
alleen toe, het inwendige regiem der oude Be-
waerscholen te regelen, het getal der ODderwyze-
ressen te bepalen en tot hare benoeming over te
gaen. Het ministerieel besluit, 't welk gy ons mee-
gevolg zou geven aen de uitnoodiging in dien brief,
maer het spel verleidde hem om nog te blyven.
Aen die verzoeking kon hy geen weerstand bieden
en hy liep eenige oogenblikken langs de speeltafels
heen en wéér, waer echter nog geene hazardspelen
werden gespeeld.
Dat geschiede op zulke partven eerst dan, als de
dames zich verwyderen en thans waren zy allen nog
druk aen het dansen.
Mauricio had echter geene rustde oude speeldui-
vel onlwaekle weder in hem en spoedig had hy een
paer vrienden gevonden, die ook daertoe lust gevoel
den.
Hy nam dus een ledig tafeltje in beslag, zette zich
daeraen neder, trok zyne handschoenen uit, die hy
naest zich op de kleiue tafel legde, en opende eene
bank.
Als hy juist ten een uer vertrok, dan kon hy de
plaets, die hem door Geronimo was aengeduid nog
tyding bereiken. In de danszael was het onderlus-
schen zoo heet geworden, dat senora Rodriguez orde
gaf het dansen voor eene korte poos te staken en het
vertrek te verluchten, waertoe men een kwartier uers,
door de geopende deuren en vensters, de frissche
nachtlucht gelegenheid gaf door de zael te trekkeu.
De lichtgekleede en verhitte dansers konden dan
natuerlyk daer niet blyven, maer moesten zich zoo
lang verspreiden in de andere vertrekken, en Ricarda
den arm van haer oom nemeudo, om de aenzoeken
van andere heeren daertoe te ontgaen, begaf zich met
dezen naer de speelkamer, waer de heeren, die de
speeltafels hadden bezet, zich echter door het plot
seling binnenkomen van hel gezelschap niet lieten
storen.
Zie eens oom hoe ernstig deze waerdige senores
hun spel spelen, zegde het jonge meisje lacbend, toen
zy eenige oogenblikken lusschen de verschillende
tafeltjes had gestaen, hoe zorgvuldig zy hunne kaer-
tenbladjes op de tafel leggen, alsof leven en dood
daervau afhing. Hel is iels wonderlyks, hel kaertspe),
en ik heb nooit kunnen begrypen, hoe verstandige
meoschen zich met zooveel hartstocht daeraen kun-
deelt, is dus onwettelyk en er kan geen gevolg
aen gegeven worden.
Indien nu de Gemeenteraed niet onmiddellylt
tot de benoeming van nieuwe hulponderwyzeres-
sen aen de Bewaerschool is overgegaen, 't is
omdat hy,in de volheid zyneronafhankelykbeidnaer
eisch der wetten handelende, zich by 't eindigen
der vacantiën heeft willen verzekeren of het nood-
zakelyk was tot nieuwe benoemingen over te gaen
en of het in functie zynde personeel niet voldoende
was.
Aldus hebben wy, gelyk het onze plicht is, de
belangen der stad in acht genomen zonder onze
rechten te overschreiden.
Wat de soepe betreft die verledeu jaer aen de
leerlingen der Bewaerschool werd uitgedeeld, siet
eene wet verplicht het Bestuer der Godshuizen dit
te behouden
De bestiering der oude Bewaerscholen ontsnapt
k volstrekt aen het toezicht des Goevernemenls. Doch
indien het anders ware, geene schikking der wet
van 1879, verplicht de Gemeente soepe aen de
kinderen der Bewaerscholen te bezorgen.
Deze zaek zal aen den Gemeenteraed onderwor-
pen worden welke naer goeddunken een besluit
zal nemen.
Van zynen kant, schreef de cantonale Opzichter
van 't onderwys eenen brief, waerby hy aen het
Stedelyk Bestuer liet weten dat, by besluit van
2t October 1879 door den minister, ambtshalve
genomen, jufv Maria Van Mol en Gabr. Van der
Guchl, als hulponderwyzeressen aen de Bewaer
school worden benoemd.
Het collegie van Burgemeester en Schepenen ant
woordde onmiddelyk aen den heer schoolopzichter
dat het T genomen besluit als onwettelyk hield en
de Gemeenteraed geroepen was om over do kwestie
uitspraek te doen. Verder dat, ia afwachting, aen
jufv, de Bestierster verbod was gedaon do nieuwo
benoemde hulponderwyzeressen in 't lokael der
school toe te lateD.
Mm° Verhaegen ontving dit verbod don 31 October.
Er wordt u uildrukkelyk verbod gedaen de nieuwe be
noemde hulponderwyzeressen in de Bewaerschool toe It
laten zoo eindige den brief haer toegestuerd.
De Gemeenteraed vergaderd ten einde over deze
kwestie uitspraek te doen, was byna voltallig. 15
Raedsleden waren aenwezig. De twee afwezigen
waren MM. Gheeraerdts, schepen, uil hoofde van
familierouw eu Moyersoen welke zich had doen ver
ontschuldigen.
De heer Burgemeester ontwikkelde de kwestie gelyk
wy ze hier hooger meëd6elen en verzocht dat de
Raed zyn gedacht openlyk maer kracbtdadiglyk xou
uitdrukken.
M. Limpens verklaerde in eene krachtdadige lael
de zoo klare en duidelyke zienwyze door 't Collegie
uitgedrukt, ten volle by te treden, en keurde onder
alle opzichten, de proteslatie aen den minister toe
gezonden goed
Na een redetwist welken wy met de meeste be
langstelling hebben gevolgd en aen den welken de
Raedsheeren Eeman. Monfils, Bethune cn Verbrugghe*
deelnamen, bewees de heer Burgemeester, de Kamer-
jaerbocken in de hand, dat de Gemeenteraed in den
kring zyner rechten en zyner onafhankelykheid was
gebleven met te weigeren tot de benoemiDg van
nieuwe hulponderwyzeressen voor de oude Bewaer
school over te gaen.'
Alvorens te stemmen, zegde de heer Burgemeester
vergeten wy niet dal wy het vaendel ODzer gemeente
lyke vryheden hoog en stevig moeten houden
Laten wy ons niet, 't is gelyk door welke Overheid,
schrik aenjagen, wanneer wy de rechtveerdigheid
en 't recht aen onzen kant hebbenMen kan onze
nen overgeven. Speelt gy ook kaert oom
Somtyds Ricarda, maer nooit hasard.
Wat is dal oom
Hasardspelen zyn zulke, waer het niet aenkoml
op bekwaemheid of berekening, meer alleen op goed
geluk en waerby men, als er hoog wordt opgezet, in
weinige uren, ja somtyds in enkele minuten een
groot vermogen kan verliezen
En noemt men dal spelen Gael hel daerby niet
menigmael geducht ernstig toe
Ja, menigmael, myn hart.
Maer als iemand in een paer minuten, zooals gy
zegt, het geheele vermogen van een ander wint, be
houdt hy zulks dan ook vroeg het jonge meisje.
Stellig, heeft de andere zyn vermogen niet daer-
tegen in de waegschael gezet? Wie dat niet wil wa-
geD, moet ook niet spelen.
En spelen die oude heeren hier ook op die
wyze? vroeg Ricarda, terwyl zy beschroomd den
kring rond zag.
Neen, liof kind, zegde haer oom lachend, dat
zyn meer onschuldige spelen, waerby men wel een of
twee oneen goud kan verliezen, doch meer ook niet.
Maer toch ook winnen, niet waer
Wel zeker, zegde senor Rodriguez lachende»,
anders was bet immers geen spol
En het andere spel dat gy genoemd hebt, spelen
zy hier niet
Neen lieve, nu nog niet, later misschien wel.
maer toch aen een der tafeltjes ginds wordt, geloof
ik, hasardspel gespeeld. Het gezelschap uitdobalzaol
heeft zich daerom heen geschaerd.
Om een geheel vermogen vroeg Ricarda ang
stig.
Neen, dat wel niet, zegde senor Rodriguez,
maer toch om grooler sommen dan aen de audere
tafeltjes.
Ik zoude het wel eens willen zien
Gy zoudt het toch niet begrypen, maer wy wil
len beproeven of wy daer aen de tafel nog een
plaetske kunnen krygon. De gasten verdringen zicl>
daer achter. (Wordt voortgeut.)