34ste Jaer.
Zondag, lit April 1880. !V 178
VOLGENDE STATIËN
VERTREKUREN UIT DE
YZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAER
Brief van Z. H. Leo XIII
De Indiaensche Spion.
Weèral Forten en Kanonnen
Leger zonder God.
uit Gent naer
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Bratne-Ia-
Comte5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT GEERAEHDSBERGEN NAER
Maria-Lierde,Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 7.24
9.54 11.59 2.58 4.48 5.50E 8.51
uit Denderleeuw naer
Hacltert, Burst, Herzele, Solteg. Audenacrde, Ansegero.
Kortryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20
uit Sottegem langs denderleeuw naer
Aclsl, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 0.00 5.00 7.48
uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.50 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15
uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4..10 7.05 9.25 1O.50 2.20 5.25 7.05
Uit Sottegem langs Erpo-Meire. 7.49 1.58 7.48
ABONNEMENTPR^S6 FRANKS 'S JAERS. De inschryving eindigt met 31 December.
NAER AELST UIT
Ath 6.49 10.30 1.17 4.09 7.58 9.05
Anlw. 5.25 6,50 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2® 3® kl. 12-15
3-15 E. 1°2°3® kl. 3-35 4 45 5.55 6.50 E. 1®2° 3® kl. 9.( 0
Brussel 0.00 E.1«2® 3®kl. 7.25 9.0011.06 11 53 1.55 3.02
Des zondags 3,20 namiddag ;houdl stil inde tusschenstatien.
en 0.' E 1®2° 3® kl. 5.01 5.55 7.05 8.15 E. 3kl. 8.20
Dendermonde 7.13 9.40 11.34 2.25 5.27 8.23" 10.47
Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41
Gent O.00E 6 24 7.39 E 1® 2»3ekl. 8.15 11.04 12.31 E
1® 2° 3® kl. 1.55 0-00 E 1.2.3. kl. 5.06 8.09 8.18
9.33 Exp. 1® 2® 3® kl.
Lessen 7.09 10.50 1.37 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.35 9.Ö1 10.54 1.49 4.53 7.50
Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09
Oostende O.00E 6.04 6.20E. t 2 3 kl. 9.00 11.55 0 00
0.00 El® 2» 3® kl. 6.04 0.00 Exp.
ANNONCENPRYS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 5d0 bladz, 50 cent.
Dendermonde. 4-53 6-40 8-42 12-24 3-06 6-40 10.05
Lokoren. 4-53 6-40 8-42 12-24 3-06 6-10
Mcchelen. 4-531 6-401 7-17d 8-12d Exp. 1® 2® 3® kl. 1t-57d
l-04d Exp. I' 2® 3® kl. 2-öld 3-06/ ö-UOd 6-40/
l0-06d Exp. le 2® 3' kl.
Anlw. 4-53t 6-40i 7-17d 8-i2d Exp. !®2®3®kl. 1-04dExp.
1® 2® 3® kl. 2-51d 3-06/ 6-OOd 6-40/10-U6d Exp.
1® 2e 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-17 7-50 8-12E.
9-08 11-57 1-04 E. 1® 2® 3® kl. 2-51 11-00Exp. 1® 2® 3® kl.
6-00 8-49 9-11 10-06 F.xp. i' 2*3® kl-. Des zondags
8,59 's avonds houdl stil in do tusschenslalien.
Leuven, Thienen, Luik.Verviers 4-4üd 4-53/ 6-40/ en 8-i2d
Exp. 1" 2® 3® kl. 7-50d 9-u8d (ll-57d tol Leuven)l-04d
Exp. 1® 2® 3' kl. 2-51d O-OOd Exp. 1® 2" 3® kl. 6-OOd 8-49a
10-06 Exp. 3 kl.
(1) Nota. De letter beteekent langs Termonde en de
Gent, (5-00 's vryd.) Ö-00E1®2'3°k 8-41 9-45 12-22 12-40
3-09 3-41 en 0-00 E. 1®2® 3® kl. 6-12 6-40 8-54 Exp
1® 2® 3® kl. 9-36
Brugge, Oostende. 7-59 Exp.1® 2® 3® kl.o-00 9-45 12-22
12-40 3 41 en 0-05 E I® 2* 3® kl. 6-40
Doornyk, Mouscron, Korlrvk, Ryssel langs Gend) 8-41
12-22 12-40 3-09 3-41 Exp. 6-12 6-40
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 6-00 7-50 11-57
0-00 6-00
-Nmove, Geeraerdsbergen, Lossen, Ath 6-00 7-50 8-12
11-57 2-51 O-nO 6 00 9-H
Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-57 2-51 0-00 6-00
Enghien Branie, Manage, Charleroy, Namen langs Geeraerds
bergen 6 00 1-00 11-57 2-51 0-00 6-00
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zat12.30 6.02
letter d laDgs Denderleeuw.
Unique Suiim.
AELST, 17 APRIL 1880.
AEN
Z. H. Mgr. DECHAMPS,
AERTSBISSCHOP VAN MECHELEN.
Z. H. Leo XIII, heeft den Eerw. Heer Kan-
rtonnik Claessens, lydens het bezoek dat deze
laetsten Hem te Roomen bracht, gelast eenen
brief te behandigen aen Z. II. Mgr. Dechamps.
Deze brief is in de tegenwoordige omstandig
heden van de allergrootste beiangrykheid, om
dat hy een einde zal stellen aen al de logens
en valschheden die hel liberalismus gedurig
uitkraemt betrekkelyk het zoogezegde desak
koord dat tusschen Z. H. den Paus en HH. de
Belgische Bisschoppen in de schoolkwestie
zou bestaen.
Wv deelen dien brief hier meê en bevelen
hem in de aendacht van allen
Aen Onzen Beminden Zoon, heil en apos-
tolischen zegen.
Wy hebben uit de banden van den kanonnik
Claessens, den brief ontvangen, dien gy ons
tqegericht hebt met de offrande van den St-
Pieterspenning van uw bisdom. Wy waer-
deeren des te meer do waerde dezer giR, daer
wy weten van hoeveel opofferingen zy de
vrucht is. Wy weten inderdaed met welken
iever en met welke edelmoedigheid de geloo
vigen van België uwe herderlyke bezorgdheid
en die der belgische bisschoppen beantwoord
hebben, om nieuwe catholieke scholen te ope
nen en le stichten, ten einde de noodlottige
gevolgen van de nieuwe schoolwet, die totaèl
in tegenstelling- is met de grondbegin
sels en de voorschriften der catholieke
Kerk te beletten of ten minste le vermin
deren. (Le disastrose consequenze della recente
legge scolastica, a/Jalio di/forme dai principi e
dalle prescrizioni della cliiesa calholico
Terwyl wy u onze erkentenis uitdrukken,
houden wy er van herte aen u te verklaren,
dat dergelyke voorbeelden van verkleefdheid
en gehechtheid aen den H. Stoel en van iever
in het hehoud van het geloof en de catholieke
godvruchtigheid in uw vaderland, ons met
troost vervullen en aliyd de banden van vader-
lyke toegenegenheid nauwer toehalen, welke
ons sedert lang aen de bisschoppen en de
geloovigen van België hechten.
Het zou ons zeer aengenaem geweest zyn u
dit jaer te Roomen te zien, zooals gy het u
voorsteldet, hetzy uit hoofde van de oprechte
toegenegenheid welke wy u, Zeer beminde
Zoon, toedragen, hetzy uit oorzake van het
hooge ambt dat gy in België bekleedt, hetzy
ter oorzake van ons verlangen om u persoon-
lyk te hooren.
Doch wy begrypen de reden, die u tot nu
toe belet hebben, uw voornemen uit te voeren,
en zeker, indien de reis naer Roomen, ten
nadeele moest strekken van uwe gezondheid,
welke wy ten overige weten dat zy niet vol
komen is, verkiezen wy ook, dat gy deze
uitstelt tot een beteren tyd, omdat wy er te
veel aenhouden, dat gy al uwe krachten be-
5® vervolg).
Monowano, zegde kapitein Whitley op plechli-
gen toon ik kan niet gelooven dat gv ons opreeht
zyl loegedaen uw gedrag geeft sedert eenige maen-
den aeoleiding om er aen te twyfelen. Waerom volgt
gy onzen marsch Om welke reden zyl gy nu in de
bosschen
Waerom zweeft de arend boven de wolken
Waerom leeR de hert in de bosschen lleefi God
Mamsou hun gezegd, dat de Blanken dit verboden
hebben, vroeg de Ir.diacn, zyne zwarte oogen op
die van den kapitein vestigende.
Dat is vvaer, hernam Whitley. Wy willen hert
noch Indiaen beletten hun grond tc betreden, wy
verzetten er ons in't geheel niet legen maer dc
hert ontvliedt den Blanke en volgt hem niet.
Van uit de wolken waekt de arend over den
hert en hy volgt hem waer hy wil.
Dat is nogmaels waer, de arend doet dit zooals
ge weet, om zich ten slotte op den hert te werpen.
Toen de Indiaen deze woorden hoorde wendde hy
onmiddellyk zyn gezicht naer Whhley. Deze ver
wachtte een antwoord en zag hem insgelyks strak
aen Doch de Indiaen amwoordde met. Na verloop
van een oogenblik, ondervraegde de kapitein hem
nogmaels en kleedde zyne vragen zoodanig in om
den krygsman lot antwoorden uil te lokken doch
alles te vergeefs
De Indiaen hield zyne lippen dicht acneen en geene
maebt ter wereld zou in slael geweest zyn ze open
to krygen. Whitley on de andere officieren hielden nu
raed, en de Indiaen zoude weggevoerd worden, toen
Dingle, de spoorzoeker optrad.
Doze onderging ook een streng verhoor en vcr-
waert, ten einde te kunnen blyven voorlwerken
met versland en iever, zooals gy tol nu toe gedaen
hebt, voor het welzyn van den catholieken Gods
dienst, in uwe dubbele hoedanigheid van kardi-
nael der IJ. Kerk en van pnmaet van België.
(Affin di poter continuari a faticare con intel-
ligenza e zelo come avete fatto finora a van-
taggio della ealtolica religione, nella doppia
vostra diguita di cardinale di Santa chiesa e di
Primale del Belgio.)
De kanonnik Claessens, die u dezen brief
zal overhandigen, zal er mondelings vele an
dere zaken byvoegen, vvaermeê wy hem gelast
hebben. Het is met geheel de uitstorting van
ons hart en als een bewys van onze zeer
byzondere toegenegenheid, dat wy aen u. Zeer
beminde Zoon, aen de Bisschoppen, aen de
Geestelykheid en aen 't belgische volk den
apostolischen zegen geven.
Uit het Vatikaen, 2 april 1880, derde jaer
van ons Pausdom.
Om aen onze gecerde lezers al de beiang
rykheid van dezen brief te doen begrypen
hoeven wyalleenlyk de verklaring le errinneren
welke Z. H. Mgr. Dechamps op 1 December
lest heeft gedaen. In deze verklaring zegde
Z. H. de Aertsbisschop, na bewezen le hebben
dat er tusschen Z. II. den Paus en de belgi
sche Bisschoppen, over de schoolkwestie,
volkomene eensgezindheid bestond
Indien zy (de Bisschoppen van België) in
oneenigheid waren met den H. Stoel, zou de
groole Paus, ivelke thans aen hoopt der Kerk
stoel, zou Leo XIII niet spreken
Z. H. Leo XIII heelt thans gesproken en,
zoo men ziet, is liet om het gedrag, de handel-
wyze van de belgische Bisschoppen ten volle
en in alle punten goed te keuren, om de edel
moedige pogingen te pryzen en te zegenen,
welke de Geestelykheid en de geloovigen op
hun verzoek hebben aen den dag gelegd met
overal vrye catholieke scholen op te richten
en te onderhouden.
Zullen de liberale schryvelaers nu eindelyk
begrypen hoe deerlyk zy met hun gewaend
desakkoord tusschen den Paus en onze Bis
schoppen door de mande vallen
Allons, liberale liefhebbers, nu iels anders
uitgevonden om de lichtgeloovige lieden pogen
te misleiden. Doch ziet maer toe dat gy er met
geene schande van afkomt gelyk in de onder
havige kwestieMaer wat willen wy van
schande spreken, de liberalen zyn immers
schaemte vry, want zy zyn van logens door
trokken gelyk eene oliekan en kunnen dus
nimmer blozen
Tydens den redetwist over 't budjet des mi
nisteries van openbare werken, vrieg den lieer
Warnant, vertegenwoordiger van Luik, welke
de reden waren om de welke het goevernement
de noodige machtiging weigerde te verleenen
voorliet leggen eener brug over de Maes die
de gemeenten Wandre en Herstal aen elkander
zou verbindenDe heer Liagre, minis
ter van oorlog verklaerde zich tegen de
bouwing dezer brug te verzetten, omdat het
Maesdal, sedert den Elzas en Lotharingen duit-
sche provinciën zyn, eene belangryke operatie-
haelde al de omstandigheden die op de gevangne
ming van Monowano betrekking hadden, indien men
dit eene gevaiigueming mocht noemen. Maer al te
zeer bemerkte hy dat Whitley en de anderen voorne
mens waren, hem terstond dood te schieten waer
om Dingle uitstel vroeg, en als buiten zichzelven van
toorn verklaerde dal hy de dood vau den Indiaen zou
verhalen op dengenen, die deze gruweldaed zou ten
uitvoer brengen, by voegde er by, dat by zich daerna
by de Wilden zou voegen en het overigens zyns
levens aen een eeuwigen stryd tegen de Blanken ge-
wyd zou zyn.
Na deze vei klaring gaf kapitein Whitley aen Dingle
bevol zich te verwyderen, daer het lol van Monowa
no, zonder zyne bemiddeling zou beslist worden.
liet is vreemd zegde de kapitein toen de
i'claireur was heengegaen niemand gelooft stelliger
dan ik dat onze gevangene onschuldig is en echter
kan ik geen term vinden om hem vry te spreken. Het
gedrag van Monowano is onvorklacrbaer en hy tracht
zich geenszins le verontschuldigen of op eemgo wyze
rekenschap le geven van zyne handelingen. Indien
hy een spion is dan moet en zal hy sterven, of ik ben
geen man van eer. Het spyl my dat Dingle zulke
woorden heeft gebezigd, want ik weel dal hy ons
zal verlaten en het is een man, die ons te veel weerd
is en wiens verlies maer al te zeer gevoeld zou wor
den noglhans kan dit my niet van myn plicht afhou
den Maer ik vertrouw dat Dingle niet zoo zeer voor
de onschuld van den Indiaen zou uitkomen, als hy
geene byzondere reden had, die hem daerloe aan
spoort. Stond hy by my niet als een falsocnlyk man
te boek, dan zou ik zyne ecrlykhcid in twyfel trek
ken. maer hy is tot geen leugen in staet.
Kunnen wy geene voldoende reden vinden om
Monowano gevangen le houden, tot na den afloop
der expeditie vraegde een der officiers.
Kapitein Whitley schudde het hoofd.
Hy zou weten te ontsnappen cu in hem zouden
wy een gevreesden vyand krygen. Ik kom er rond
linie is geworden voor de verdediging des lands.
Deze verklaring van den minister van oor
log werpt een helder daglicht op de inzichten
van T liberael ministerie voor wat de verzwa-
ring der militaire lasten betreft.
De verdedigingslinie van het Maesdal die,
eenige jaren geleden, wierd vernietigd omdat
zy, zoo men beweerde, onbeduidend was om
den invallenden vyand tegen te houden, zou
nu wéér moeten er ingericht worden. Al de
i mindere forten en kasteelen langs de Maes ge
legen wierden alsdan ook afgebroken en men
embastilleerde onze koophandelstad Antwer
pen, die het bolwerk moest zyn waer koning
en goevernement zich schuil zou houden in
dien 't land wierd aengevallenMen weet
hoeveel millioenen er in de forten van Antwer
pen begraven en in kanons gesmolten wier
den Eh wel landgenoten die verkwisting
van millioenen op millioenen gaet het liberael
ministerie herbeginnen met langs de oevers
der Maes hier forten en daer kasteelen te bou
wen en ze dan met nieuwe kanonnen te wape
nenDoch het ergste van al is dat, eens de
forten en kasteelengebouwd en gewapend, men
dan ook de noodige manschappen zal moeten
hebben om ze desnoods te kunnen verdedi-
geu. Eene merkelyke vermeerdering van 't
jaerlyksche kontingenl zal hier't onvermyde-
lyk gevolg van wezen.
Wy vragen ons te vergeefs af tot 't welk
zullen al die lorten en kasteelen, dit groot le-
ger ons baten moest Duitschland ol Frankryk
liet in den bol krygen ons landeken in le pal
men. Indien men ons leger verdubbelde dan
zouden wy 200 duizend manschappen onder
de wapens konnen brengen en wat zouden die
200 duizend Belgen tegen 400 duizend Fran-
schen of Duitschers vermogen Men bemerke
wel dat die 400 duizend manschappen slechts
liet derde deel zyn van T leger waerover Duitsch
land en Frankryk elk afzonderlyk kunnen be
schikken....
Eri wy antwoorden, zonder den moed, de
dapperheid en de zelfsopoffering onzersoldaten
te verdachten, dat de stryd in die omstandig
heid noodlottig voor ons leger wezen zou....
Wat moei men hieruit besluiten
Wy moeten hieruit besluiten dat alle ver
zwaring onzer militaire lasten, zoo in man
schappen als in forten en kanonnen, een ko
lossale dwaesheid is, die millioenen op milli
oenen zal verslinden en lot niets anders dienen
dan om 't volk te plagen en te verarmen.
Wy voorzeggen liet u, landgenoten, eer er
twee jaren zullen verloopen zyn, zullen de
openbare belastingen van allen aerd verdub
beld wezen. Reeds klopt hel liberael ministerie
u jaerlyks eenige millioenen meer uit uwen
zak door de vermeerdering op 't zegelrecht, de
verhooging der spoorwegtarieven, de heffing
van nieuwe contributien en van grootere in
komende rechten op verschillige koopwaren,
doch weest gerust men zal nog wel eenige
millioenen uil uwen zak kloppen om in de on
telbare millioenen te voorzien die het liberael
ministerie in zake van onderwys eff leger zal
den nek kraken. Men zal u wel doen leggen,
landgenoten, ja, leggen en zoodanig leggen tot
dat de overgroote meerderheid der Belgen door
't gedurig leggen tot den bedelzak zullen ge
bracht zyn
voor uit, dat ik in het nauw zitik twyfel aen de
schuld van den Indiaen.
Na lang en ryp beraed werd tot Monowano's in
veiligheidstelling besloten Kapitein Whitley kon de
gedachte aen zyne onschuld maer niet van zich af
schuiven en hy was een le rechtschapen mensch om
iemand op enkel vermoeden ter dood tc veroordee-
len.
Verscheidene officieren dachten ten slotte even als
hy, dal men de wysste party had gekozen. De solda
len waren allen ten hoogste verwonderd, want nie
mand onder hen had durven hopen dat de zaek zon
der fusilleeren zou alloopen.
Kapitein Whitley deelde Dingle het besluit in een
byzonder gesprek meêhy zegde lot hem dat hy
dezen uilslag niet aen zyne bedreiging doch aen het
twyfelachlige van de zaek zelve moest wytcn en
voegde er by, dal hy Monowano op eenigen afstand
van hel kamp zoude geleiden om hem daer den goe
den raed te geven van het legerkorps voortaen niet
meer te volgen
Een uer later begaf Dingle zich door den Indiaen
vergezeld, diep iu het bosch. Geen woord werd er
tusschen beiden gewisseld, totdat zy aen den zoom
eener rivier kwamen. Daer stond Dmgle stil en zegde
tot zyn gezel
Hier moeten wy scheiden, Monowano ik weet
niet, mei welke bedoeling gy om ons heen sluipt,
maer ik raed u aen naer andere middelen om le zien
om u le verstrooien.
De Indiaen lichte den arm op en wees naer dc
maen.
Alvorens zy rond zal zyn, zegde hy, zal Mono
wano zyn blanken vader bewezen hebben dal hy aen
hem gedacht heeft. Monowano vergeet nooit.
Na doze woorden sloeg dc Indiaen den weg in die
naer üe rivier geleidde, en verdween tusschen de
hoornen. Dingle bleef een oogenblik slaen alsof hy
in dien nadenken verzonken was en keerde toeu terug
naer het kamp.
Generael Liagre, minister van oorlog, heeft
aen de bevelhebbers der lc en 2C militaire om-
schryvingen eene circulaire gezonden waerin
de volgende schikking voorkomt
Het is aen de soldaten verboden vergaderin
gen by te wonen waervan de strekkingen na-
deelig zouden zyn aen de uitbreiding van het
militair gedacht, of schadelyk voor de goede
verstandhouding die in 't leger moet heer-
schen.
Wy dachten dat generael Liagre hier de vry-
metselaerslogiën bedoelde, want 't is inder
daed in die geheime krochten dat de afbraek
van alle we'kdanig gezag, dus ook van het mi
litaire, gepredikt wordt.
Welnu, wy sloegen den bal mis. De miui-
sterieele omzendbrief heeft geenszins trek op
de vrymetselaerslogiën, zegt een invloedheb
bend geuzenblad, a maer wel op die kringen
a waer de Jesuïeten onze Iroupiers lokken
by middel van uitdeelingen van tabak, bier
ol brandewyn.
De geuzen maken zich niet weinig belache-
lyk met die gedurige zaeg van Jesuïetisme.
't Zyn al Jesuïeten dat ze zien of hooren.
't ls waer, de catholieken, de wereldlyke
geestelykheid, heeft, in de groote steden, krin
gen opgericht waer de soldaet, waer de brave,
onbesmette vlaemsche jongen zyneu avond op
eene eerlyke, treffelyke manier doorbrengen
kan. Ja, de geestelykheid steller haren roem
op door die inrichtingen duizenden jongelin
gen bevryd te hebben van de plaeg van het
ongediert, dat tegen de kaserne nestelt, en dat
zoovelen ten verderve sleept.
In die kringen geeft men de soldaten goeden
raed, boezemt men hen afkeer in, doet men
ze de verdachte huizen vluchten als eene
pest.
By hoevele ouders tempert het gedacht aen
die kringen de bittere smart van het afscheid
niet En de geuzen bladen komen dan bewee-
ren dat men daer de krygslieden het gedacht
der tuchteloosheid en het mispryzen der
wetten inboezemt
Maer, houden wy by die schaemtelooze leu
gen niet stilde officiers weten het best wie
hunne voorbeeligste manschappen zyn, ofwel
de libre-penseur en libre-viveur, ofwel de jonge
ling die zyne plichten kwyt.
Ziehier hoe het geuzenblad dat wy aenhalen
eindigt
Indien de lieer Liagre wil handelen zooals
hy schryff, dan zal hy beginnen met de al-
moezeniers afleschafl'en, die de byzonderste
agenten zyn der geheime propagande, die
het leger bewerkt en verbeest.
Gy hebt wel gelezen, gy huisvader, die, door
de hatelyke bloedwet, eenen zoon ontrukt zyt?
Het liberalismus vindt het dus niet voldoen
de den menscli te bezitten, het moet zyne ziel
hebben.
Ha, de aelmoezeniers verbeesten den soldaet
En 't is om die reden dat men hem uit de
kazerne, uit hel krygshospitael zal bannen,
even als men hem aen de deur der siaetsschool
wierp
Daer men de seminaristen wil soldaet ma
ken, was dit dreigement te voorzien. Immers,
heeft Frankryk ook de aelmoezeniers niet afge-
IV.
DE SPOORZOEKER.
Whitley had besloten dat men 's nachts een af
stand van iSmylen over de bergen zou afleggen;
dit was trouwens noodig indien men de Nickajackers
onverwacht op hel lyf wilde vallen.
Hunne dorpen lagen aen do overzy van de berg
keten en had Monowano hen met verraden, dan
waren de inwoners onkundig van het lot dal hen be
dreigde.
Reeds vroeg in den namiddag bereikte men den
voel des bergs, alwaer halt werd gehouden lot aen
het vallen van den avond, toen zy zich weêr op
marsch begaven.
Volgens gewoonte werden er schildwachten uitge
zet, en Dmgle en Jenkins gingen naer het bosch om
lo zien of cr in de nabyheid ook eenig spoor van
vyaudeo was le vinden. Toen zy hel kamp eene myl
achter den rug hadden zegde Jenkins tot zyn makker
Ik vind het beter, Dingle, dat wy afzonderlyk
loopen en dat ieder voor zich een weg kieze, gy kunt
er op aen dat ik niets ongemerkt zal voorbygaen en
op deze wyze hebben wy immers eene dubbele kans.
Gy hebt gelyk, antwoordde Dingle. Do kapitein
wil vooral dat de Indianen mei onze aenkomsl onbe
kend blyven ik vind dus goed dat gy liet bosch tot
aen den avond doorzoekt.
Dat was precies myn plan.
Zy gingen dus vaneen. Dmgle vond na verscheide
ne uren zoekens niets dal hem verdacht scheen, en
des avonds by zyne terugkomst legde hy aen Whit
ley rekenschap af van zyne vruchleloozc nasporin-
gen. Doch Jenkens had heel wat anders te vertellen.
Toen hy Dingle verlaten had dwaelde hy geduren
de een uer doelloos rond hy liep maer door zonder
er aen le deuken waerheen zyn weg hem geleidde,
daer hy wel wist dal het hem gemakkelyk zou vallen
het kamp terug te vinden. Eensklaps bemerkte hy op
de blaêren juist voor hem het afdruksel van de voe
ten eens mans.
schalt en al wat de groote Fransche repu
bliek doet. moet het in 't liberale België niet
slaofs nageaept worden
Vergelding der Milicianen.
De minister van financiën heeft in de Kamer
net volgende wetsontwerp neergelegd, dat voor
doel heeft aen zekere klassen van milicianen,
ten onrechte van dit voordeel uitgesloten, toe
te laten de vergelding van hunnen dienst te
ontvangen
Art. 1De milicianen van het werkelyk le
ger, der klassen van 1871 tot 1874, die in ver
lof gezonden zyn wegens ziekten in den dienst
hekomen, en voortspruitende uit eene oorzaek
onalhankelyk van hunnen wil of van F ine
seliuld, hebben recht op de vergelding, vast
gesteld by art. 3 der wet van öjuni 1870, op
de vergelding der milicianen, op voorwaerde
dal zy een jaer ten minste werkelyk onder de
wapens geweest zyn. De regeling der rekenin
gen van de milicianen zal plaets hebben geiyk-
vornng artikel 10 der wet van 5 april 1875.'
Art. 2. De milicianen der klas van 1874, die
geen jaer dadelyken dienst telden by het in-
voege komen der wet van 3 april 1875, en die
de onmiddellyke vergelding hebben gekozen,
hebben recht, voor diensten bewezen tot 1
december 1875, op eene vergelding van fr. 12,30
per volle maend, onafhankelyk van de 12 cen-
timen, per dag tegenwoordigheid in het leger.
Deze bepaling is toepasselyk op de milicianen
van liet werkelyk koutingent van 1871 tot 1875,
ingelyfd na 1 october 1874.
HANDEL EN NYVERHEID.
Belasting op den Tabak. De Mo-
niteur van dynsdag bevat een ministerieel be
sluit van 10 april, van den minister van finan
ciën, betreffende de belasting op den binnen-
landschen tabak, door de wet van 28 juli 1879
gestemd.
Volgens art. 13 dier wet, moeten al de be
lastingschuldigen, vóór 1 juli, op het bureel
der accynsen, in welks ressort de gronden
gelegen zyn, aengiffe doen van de ligging en
de oppervlakte \an al de tabaksplantingen,
gedaen op de gronden waerover zy beschikken.
De verklaring voor de belastbare plantingen
moet bevatten A. den naem, de voornamen
en de woning van den aengever B. de ligging
der perceelen met tabak beplant, de aeriduiding
van het gehucht of de plaets en de oppervlakte
van elk der perceelen C. de totale oppervlakte
der perceelen de verklaring dat de land
bouwer geen andere tabaksplantingen heeft;
E. den datum der aengifte.
Voor de niet belastbare perceelen, moet de
verklaring bevatten A en B (zooals liiervoren)
C. de verklaring dat liet perceel met tabak
beplant paelt aen de woning van den aengever,
ol aen een veld dat hy bebouwt, alsook dat hy
elders geen tabak plant D. den datum der
aengilte.
Voor de belastbare perceelen moet de ver
klaring overhandigd worden aen den ontvanger
der accynsen van liet ressortvoor de niet
belastbare perceelen, mag de verklaring be
steld worden, hetzy by den ontvanger, hetzy
by den afdelingsoverste der douanenbrigade.
Duivels riep liy uit, hier zie ik een spoor,
daer valt niet acn ie twyfelen. Zoo een indiaensche
hond doorsnuffelt het bosch. Indien het Monowano
eens was. Maer neen, zyne voelen zyn niet zoo lang.
Het is eer. hopperhoofd, dat geloof ik stellig Nu
denk ik aen de groole veranlwoordelykhcid die op
my rust. Wellicht hangt de uitslag van dc expeditie
legen de Nickajackers van myne ontdekking af, by
gevolg moet ik dit spoor volgen, en zoo een stouten
spion doodschieten of gevangen nemen.
Hy snuffelde even als een dier dat een spoor riekt
en zyn gang kon men gauw noch langzaem noemen,
want hy hield hel midden tusschen den stap en den
diaf.
Hy volgde liei spoor met een nauwlettend oog en
paste wel op dat hy hel niet byster werd. Zyn groot
ste begeerte was den Indiaen te zullen ontmoeten
die, naer hy meende, op geringen afstand van hem
verwyderd was.
De wandelingen welke hy langen tyd in gezelschap
van Dingle had gemaekl, "stelden hem in staet een
vyandelyk spoor le herkennen en hy meende dat men
hem nu niet meer verschalken kon.
Na hetzelve nogmaels opgenomen le hebben, was
hy overtuigd dal de spion hem slechts een uer voor
uit kon zyn.
Hoe hel ook zy. zoo sprak hy lot zich zelvcn,
voorzeker vermoedt hy niet dat Peter Jenkins zyn
spoor volgt. Het schynt dat liy zyu eigen dood wil.
Hel spoor is zoo groot dat het wel hel opperhoofd
kan zyn dien men den man met de groote voeten
noemtbovendien zyn zy een weinig buitenwaerts
gekeerd. Ha, ik denk dal bel een list is om ons te
bedriegen. Maer Peter Jenkins is een te slimme vos,
dan dat hy zich om den tuin zou laten leiden, hoor,
vriendlief.
Hy volgde het spoor mot den 'pnvermoeiden iever
der blanke spoorzoekers en weldra deed hy eene
andere zeer belangryke ontdekking.
(wordt voortgezet.)