34ste Jaer. Zondag, lit April 1880. !V 178 VOLGENDE STATIËN VERTREKUREN UIT DE YZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAER Brief van Z. H. Leo XIII De Indiaensche Spion. Weèral Forten en Kanonnen Leger zonder God. uit Gent naer Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Bratne-Ia- Comte5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.59 UIT GEERAEHDSBERGEN NAER Maria-Lierde,Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 7.24 9.54 11.59 2.58 4.48 5.50E 8.51 uit Denderleeuw naer Hacltert, Burst, Herzele, Solteg. Audenacrde, Ansegero. Kortryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 uit Sottegem langs denderleeuw naer Aclsl, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 0.00 5.00 7.48 uit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.50 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15 uit Gent naer Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4..10 7.05 9.25 1O.50 2.20 5.25 7.05 Uit Sottegem langs Erpo-Meire. 7.49 1.58 7.48 ABONNEMENTPR^S6 FRANKS 'S JAERS. De inschryving eindigt met 31 December. NAER AELST UIT Ath 6.49 10.30 1.17 4.09 7.58 9.05 Anlw. 5.25 6,50 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2® 3® kl. 12-15 3-15 E. 1°2°3® kl. 3-35 4 45 5.55 6.50 E. 1®2° 3® kl. 9.( 0 Brussel 0.00 E.1«2® 3®kl. 7.25 9.0011.06 11 53 1.55 3.02 Des zondags 3,20 namiddag ;houdl stil inde tusschenstatien. en 0.' E 1®2° 3® kl. 5.01 5.55 7.05 8.15 E. 3kl. 8.20 Dendermonde 7.13 9.40 11.34 2.25 5.27 8.23" 10.47 Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41 Gent O.00E 6 24 7.39 E 1® 2»3ekl. 8.15 11.04 12.31 E 1® 2° 3® kl. 1.55 0-00 E 1.2.3. kl. 5.06 8.09 8.18 9.33 Exp. 1® 2® 3® kl. Lessen 7.09 10.50 1.37 4.29 8.18 9.25 Lokeren 6.35 9.Ö1 10.54 1.49 4.53 7.50 Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende O.00E 6.04 6.20E. t 2 3 kl. 9.00 11.55 0 00 0.00 El® 2» 3® kl. 6.04 0.00 Exp. ANNONCENPRYS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 5d0 bladz, 50 cent. Dendermonde. 4-53 6-40 8-42 12-24 3-06 6-40 10.05 Lokoren. 4-53 6-40 8-42 12-24 3-06 6-10 Mcchelen. 4-531 6-401 7-17d 8-12d Exp. 1® 2® 3® kl. 1t-57d l-04d Exp. I' 2® 3® kl. 2-öld 3-06/ ö-UOd 6-40/ l0-06d Exp. le 2® 3' kl. Anlw. 4-53t 6-40i 7-17d 8-i2d Exp. !®2®3®kl. 1-04dExp. 1® 2® 3® kl. 2-51d 3-06/ 6-OOd 6-40/10-U6d Exp. 1® 2e 3® kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 40 0-00 7-17 7-50 8-12E. 9-08 11-57 1-04 E. 1® 2® 3® kl. 2-51 11-00Exp. 1® 2® 3® kl. 6-00 8-49 9-11 10-06 F.xp. i' 2*3® kl-. Des zondags 8,59 's avonds houdl stil in do tusschenslalien. Leuven, Thienen, Luik.Verviers 4-4üd 4-53/ 6-40/ en 8-i2d Exp. 1" 2® 3® kl. 7-50d 9-u8d (ll-57d tol Leuven)l-04d Exp. 1® 2® 3' kl. 2-51d O-OOd Exp. 1® 2" 3® kl. 6-OOd 8-49a 10-06 Exp. 3 kl. (1) Nota. De letter beteekent langs Termonde en de Gent, (5-00 's vryd.) Ö-00E1®2'3°k 8-41 9-45 12-22 12-40 3-09 3-41 en 0-00 E. 1®2® 3® kl. 6-12 6-40 8-54 Exp 1® 2® 3® kl. 9-36 Brugge, Oostende. 7-59 Exp.1® 2® 3® kl.o-00 9-45 12-22 12-40 3 41 en 0-05 E I® 2* 3® kl. 6-40 Doornyk, Mouscron, Korlrvk, Ryssel langs Gend) 8-41 12-22 12-40 3-09 3-41 Exp. 6-12 6-40 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 6-00 7-50 11-57 0-00 6-00 -Nmove, Geeraerdsbergen, Lossen, Ath 6-00 7-50 8-12 11-57 2-51 O-nO 6 00 9-H Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-57 2-51 0-00 6-00 Enghien Branie, Manage, Charleroy, Namen langs Geeraerds bergen 6 00 1-00 11-57 2-51 0-00 6-00 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (-725 's zat12.30 6.02 letter d laDgs Denderleeuw. Unique Suiim. AELST, 17 APRIL 1880. AEN Z. H. Mgr. DECHAMPS, AERTSBISSCHOP VAN MECHELEN. Z. H. Leo XIII, heeft den Eerw. Heer Kan- rtonnik Claessens, lydens het bezoek dat deze laetsten Hem te Roomen bracht, gelast eenen brief te behandigen aen Z. II. Mgr. Dechamps. Deze brief is in de tegenwoordige omstandig heden van de allergrootste beiangrykheid, om dat hy een einde zal stellen aen al de logens en valschheden die hel liberalismus gedurig uitkraemt betrekkelyk het zoogezegde desak koord dat tusschen Z. H. den Paus en HH. de Belgische Bisschoppen in de schoolkwestie zou bestaen. Wv deelen dien brief hier meê en bevelen hem in de aendacht van allen Aen Onzen Beminden Zoon, heil en apos- tolischen zegen. Wy hebben uit de banden van den kanonnik Claessens, den brief ontvangen, dien gy ons tqegericht hebt met de offrande van den St- Pieterspenning van uw bisdom. Wy waer- deeren des te meer do waerde dezer giR, daer wy weten van hoeveel opofferingen zy de vrucht is. Wy weten inderdaed met welken iever en met welke edelmoedigheid de geloo vigen van België uwe herderlyke bezorgdheid en die der belgische bisschoppen beantwoord hebben, om nieuwe catholieke scholen te ope nen en le stichten, ten einde de noodlottige gevolgen van de nieuwe schoolwet, die totaèl in tegenstelling- is met de grondbegin sels en de voorschriften der catholieke Kerk te beletten of ten minste le vermin deren. (Le disastrose consequenze della recente legge scolastica, a/Jalio di/forme dai principi e dalle prescrizioni della cliiesa calholico Terwyl wy u onze erkentenis uitdrukken, houden wy er van herte aen u te verklaren, dat dergelyke voorbeelden van verkleefdheid en gehechtheid aen den H. Stoel en van iever in het hehoud van het geloof en de catholieke godvruchtigheid in uw vaderland, ons met troost vervullen en aliyd de banden van vader- lyke toegenegenheid nauwer toehalen, welke ons sedert lang aen de bisschoppen en de geloovigen van België hechten. Het zou ons zeer aengenaem geweest zyn u dit jaer te Roomen te zien, zooals gy het u voorsteldet, hetzy uit hoofde van de oprechte toegenegenheid welke wy u, Zeer beminde Zoon, toedragen, hetzy uit oorzake van het hooge ambt dat gy in België bekleedt, hetzy ter oorzake van ons verlangen om u persoon- lyk te hooren. Doch wy begrypen de reden, die u tot nu toe belet hebben, uw voornemen uit te voeren, en zeker, indien de reis naer Roomen, ten nadeele moest strekken van uwe gezondheid, welke wy ten overige weten dat zy niet vol komen is, verkiezen wy ook, dat gy deze uitstelt tot een beteren tyd, omdat wy er te veel aenhouden, dat gy al uwe krachten be- 5® vervolg). Monowano, zegde kapitein Whitley op plechli- gen toon ik kan niet gelooven dat gv ons opreeht zyl loegedaen uw gedrag geeft sedert eenige maen- den aeoleiding om er aen te twyfelen. Waerom volgt gy onzen marsch Om welke reden zyl gy nu in de bosschen Waerom zweeft de arend boven de wolken Waerom leeR de hert in de bosschen lleefi God Mamsou hun gezegd, dat de Blanken dit verboden hebben, vroeg de Ir.diacn, zyne zwarte oogen op die van den kapitein vestigende. Dat is vvaer, hernam Whitley. Wy willen hert noch Indiaen beletten hun grond tc betreden, wy verzetten er ons in't geheel niet legen maer dc hert ontvliedt den Blanke en volgt hem niet. Van uit de wolken waekt de arend over den hert en hy volgt hem waer hy wil. Dat is nogmaels waer, de arend doet dit zooals ge weet, om zich ten slotte op den hert te werpen. Toen de Indiaen deze woorden hoorde wendde hy onmiddellyk zyn gezicht naer Whhley. Deze ver wachtte een antwoord en zag hem insgelyks strak aen Doch de Indiaen amwoordde met. Na verloop van een oogenblik, ondervraegde de kapitein hem nogmaels en kleedde zyne vragen zoodanig in om den krygsman lot antwoorden uil te lokken doch alles te vergeefs De Indiaen hield zyne lippen dicht acneen en geene maebt ter wereld zou in slael geweest zyn ze open to krygen. Whitley on de andere officieren hielden nu raed, en de Indiaen zoude weggevoerd worden, toen Dingle, de spoorzoeker optrad. Doze onderging ook een streng verhoor en vcr- waert, ten einde te kunnen blyven voorlwerken met versland en iever, zooals gy tol nu toe gedaen hebt, voor het welzyn van den catholieken Gods dienst, in uwe dubbele hoedanigheid van kardi- nael der IJ. Kerk en van pnmaet van België. (Affin di poter continuari a faticare con intel- ligenza e zelo come avete fatto finora a van- taggio della ealtolica religione, nella doppia vostra diguita di cardinale di Santa chiesa e di Primale del Belgio.) De kanonnik Claessens, die u dezen brief zal overhandigen, zal er mondelings vele an dere zaken byvoegen, vvaermeê wy hem gelast hebben. Het is met geheel de uitstorting van ons hart en als een bewys van onze zeer byzondere toegenegenheid, dat wy aen u. Zeer beminde Zoon, aen de Bisschoppen, aen de Geestelykheid en aen 't belgische volk den apostolischen zegen geven. Uit het Vatikaen, 2 april 1880, derde jaer van ons Pausdom. Om aen onze gecerde lezers al de beiang rykheid van dezen brief te doen begrypen hoeven wyalleenlyk de verklaring le errinneren welke Z. H. Mgr. Dechamps op 1 December lest heeft gedaen. In deze verklaring zegde Z. H. de Aertsbisschop, na bewezen le hebben dat er tusschen Z. II. den Paus en de belgi sche Bisschoppen, over de schoolkwestie, volkomene eensgezindheid bestond Indien zy (de Bisschoppen van België) in oneenigheid waren met den H. Stoel, zou de groole Paus, ivelke thans aen hoopt der Kerk stoel, zou Leo XIII niet spreken Z. H. Leo XIII heelt thans gesproken en, zoo men ziet, is liet om het gedrag, de handel- wyze van de belgische Bisschoppen ten volle en in alle punten goed te keuren, om de edel moedige pogingen te pryzen en te zegenen, welke de Geestelykheid en de geloovigen op hun verzoek hebben aen den dag gelegd met overal vrye catholieke scholen op te richten en te onderhouden. Zullen de liberale schryvelaers nu eindelyk begrypen hoe deerlyk zy met hun gewaend desakkoord tusschen den Paus en onze Bis schoppen door de mande vallen Allons, liberale liefhebbers, nu iels anders uitgevonden om de lichtgeloovige lieden pogen te misleiden. Doch ziet maer toe dat gy er met geene schande van afkomt gelyk in de onder havige kwestieMaer wat willen wy van schande spreken, de liberalen zyn immers schaemte vry, want zy zyn van logens door trokken gelyk eene oliekan en kunnen dus nimmer blozen Tydens den redetwist over 't budjet des mi nisteries van openbare werken, vrieg den lieer Warnant, vertegenwoordiger van Luik, welke de reden waren om de welke het goevernement de noodige machtiging weigerde te verleenen voorliet leggen eener brug over de Maes die de gemeenten Wandre en Herstal aen elkander zou verbindenDe heer Liagre, minis ter van oorlog verklaerde zich tegen de bouwing dezer brug te verzetten, omdat het Maesdal, sedert den Elzas en Lotharingen duit- sche provinciën zyn, eene belangryke operatie- haelde al de omstandigheden die op de gevangne ming van Monowano betrekking hadden, indien men dit eene gevaiigueming mocht noemen. Maer al te zeer bemerkte hy dat Whitley en de anderen voorne mens waren, hem terstond dood te schieten waer om Dingle uitstel vroeg, en als buiten zichzelven van toorn verklaerde dal hy de dood vau den Indiaen zou verhalen op dengenen, die deze gruweldaed zou ten uitvoer brengen, by voegde er by, dat by zich daerna by de Wilden zou voegen en het overigens zyns levens aen een eeuwigen stryd tegen de Blanken ge- wyd zou zyn. Na deze vei klaring gaf kapitein Whitley aen Dingle bevol zich te verwyderen, daer het lol van Monowa no, zonder zyne bemiddeling zou beslist worden. liet is vreemd zegde de kapitein toen de i'claireur was heengegaen niemand gelooft stelliger dan ik dat onze gevangene onschuldig is en echter kan ik geen term vinden om hem vry te spreken. Het gedrag van Monowano is onvorklacrbaer en hy tracht zich geenszins le verontschuldigen of op eemgo wyze rekenschap le geven van zyne handelingen. Indien hy een spion is dan moet en zal hy sterven, of ik ben geen man van eer. Het spyl my dat Dingle zulke woorden heeft gebezigd, want ik weel dal hy ons zal verlaten en het is een man, die ons te veel weerd is en wiens verlies maer al te zeer gevoeld zou wor den noglhans kan dit my niet van myn plicht afhou den Maer ik vertrouw dat Dingle niet zoo zeer voor de onschuld van den Indiaen zou uitkomen, als hy geene byzondere reden had, die hem daerloe aan spoort. Stond hy by my niet als een falsocnlyk man te boek, dan zou ik zyne ecrlykhcid in twyfel trek ken. maer hy is tot geen leugen in staet. Kunnen wy geene voldoende reden vinden om Monowano gevangen le houden, tot na den afloop der expeditie vraegde een der officiers. Kapitein Whitley schudde het hoofd. Hy zou weten te ontsnappen cu in hem zouden wy een gevreesden vyand krygen. Ik kom er rond linie is geworden voor de verdediging des lands. Deze verklaring van den minister van oor log werpt een helder daglicht op de inzichten van T liberael ministerie voor wat de verzwa- ring der militaire lasten betreft. De verdedigingslinie van het Maesdal die, eenige jaren geleden, wierd vernietigd omdat zy, zoo men beweerde, onbeduidend was om den invallenden vyand tegen te houden, zou nu wéér moeten er ingericht worden. Al de i mindere forten en kasteelen langs de Maes ge legen wierden alsdan ook afgebroken en men embastilleerde onze koophandelstad Antwer pen, die het bolwerk moest zyn waer koning en goevernement zich schuil zou houden in dien 't land wierd aengevallenMen weet hoeveel millioenen er in de forten van Antwer pen begraven en in kanons gesmolten wier den Eh wel landgenoten die verkwisting van millioenen op millioenen gaet het liberael ministerie herbeginnen met langs de oevers der Maes hier forten en daer kasteelen te bou wen en ze dan met nieuwe kanonnen te wape nenDoch het ergste van al is dat, eens de forten en kasteelengebouwd en gewapend, men dan ook de noodige manschappen zal moeten hebben om ze desnoods te kunnen verdedi- geu. Eene merkelyke vermeerdering van 't jaerlyksche kontingenl zal hier't onvermyde- lyk gevolg van wezen. Wy vragen ons te vergeefs af tot 't welk zullen al die lorten en kasteelen, dit groot le- ger ons baten moest Duitschland ol Frankryk liet in den bol krygen ons landeken in le pal men. Indien men ons leger verdubbelde dan zouden wy 200 duizend manschappen onder de wapens konnen brengen en wat zouden die 200 duizend Belgen tegen 400 duizend Fran- schen of Duitschers vermogen Men bemerke wel dat die 400 duizend manschappen slechts liet derde deel zyn van T leger waerover Duitsch land en Frankryk elk afzonderlyk kunnen be schikken.... Eri wy antwoorden, zonder den moed, de dapperheid en de zelfsopoffering onzersoldaten te verdachten, dat de stryd in die omstandig heid noodlottig voor ons leger wezen zou.... Wat moei men hieruit besluiten Wy moeten hieruit besluiten dat alle ver zwaring onzer militaire lasten, zoo in man schappen als in forten en kanonnen, een ko lossale dwaesheid is, die millioenen op milli oenen zal verslinden en lot niets anders dienen dan om 't volk te plagen en te verarmen. Wy voorzeggen liet u, landgenoten, eer er twee jaren zullen verloopen zyn, zullen de openbare belastingen van allen aerd verdub beld wezen. Reeds klopt hel liberael ministerie u jaerlyks eenige millioenen meer uit uwen zak door de vermeerdering op 't zegelrecht, de verhooging der spoorwegtarieven, de heffing van nieuwe contributien en van grootere in komende rechten op verschillige koopwaren, doch weest gerust men zal nog wel eenige millioenen uil uwen zak kloppen om in de on telbare millioenen te voorzien die het liberael ministerie in zake van onderwys eff leger zal den nek kraken. Men zal u wel doen leggen, landgenoten, ja, leggen en zoodanig leggen tot dat de overgroote meerderheid der Belgen door 't gedurig leggen tot den bedelzak zullen ge bracht zyn voor uit, dat ik in het nauw zitik twyfel aen de schuld van den Indiaen. Na lang en ryp beraed werd tot Monowano's in veiligheidstelling besloten Kapitein Whitley kon de gedachte aen zyne onschuld maer niet van zich af schuiven en hy was een le rechtschapen mensch om iemand op enkel vermoeden ter dood tc veroordee- len. Verscheidene officieren dachten ten slotte even als hy, dal men de wysste party had gekozen. De solda len waren allen ten hoogste verwonderd, want nie mand onder hen had durven hopen dat de zaek zon der fusilleeren zou alloopen. Kapitein Whitley deelde Dingle het besluit in een byzonder gesprek meêhy zegde lot hem dat hy dezen uilslag niet aen zyne bedreiging doch aen het twyfelachlige van de zaek zelve moest wytcn en voegde er by, dal hy Monowano op eenigen afstand van hel kamp zoude geleiden om hem daer den goe den raed te geven van het legerkorps voortaen niet meer te volgen Een uer later begaf Dingle zich door den Indiaen vergezeld, diep iu het bosch. Geen woord werd er tusschen beiden gewisseld, totdat zy aen den zoom eener rivier kwamen. Daer stond Dmgle stil en zegde tot zyn gezel Hier moeten wy scheiden, Monowano ik weet niet, mei welke bedoeling gy om ons heen sluipt, maer ik raed u aen naer andere middelen om le zien om u le verstrooien. De Indiaen lichte den arm op en wees naer dc maen. Alvorens zy rond zal zyn, zegde hy, zal Mono wano zyn blanken vader bewezen hebben dal hy aen hem gedacht heeft. Monowano vergeet nooit. Na doze woorden sloeg dc Indiaen den weg in die naer üe rivier geleidde, en verdween tusschen de hoornen. Dingle bleef een oogenblik slaen alsof hy in dien nadenken verzonken was en keerde toeu terug naer het kamp. Generael Liagre, minister van oorlog, heeft aen de bevelhebbers der lc en 2C militaire om- schryvingen eene circulaire gezonden waerin de volgende schikking voorkomt Het is aen de soldaten verboden vergaderin gen by te wonen waervan de strekkingen na- deelig zouden zyn aen de uitbreiding van het militair gedacht, of schadelyk voor de goede verstandhouding die in 't leger moet heer- schen. Wy dachten dat generael Liagre hier de vry- metselaerslogiën bedoelde, want 't is inder daed in die geheime krochten dat de afbraek van alle we'kdanig gezag, dus ook van het mi litaire, gepredikt wordt. Welnu, wy sloegen den bal mis. De miui- sterieele omzendbrief heeft geenszins trek op de vrymetselaerslogiën, zegt een invloedheb bend geuzenblad, a maer wel op die kringen a waer de Jesuïeten onze Iroupiers lokken by middel van uitdeelingen van tabak, bier ol brandewyn. De geuzen maken zich niet weinig belache- lyk met die gedurige zaeg van Jesuïetisme. 't Zyn al Jesuïeten dat ze zien of hooren. 't ls waer, de catholieken, de wereldlyke geestelykheid, heeft, in de groote steden, krin gen opgericht waer de soldaet, waer de brave, onbesmette vlaemsche jongen zyneu avond op eene eerlyke, treffelyke manier doorbrengen kan. Ja, de geestelykheid steller haren roem op door die inrichtingen duizenden jongelin gen bevryd te hebben van de plaeg van het ongediert, dat tegen de kaserne nestelt, en dat zoovelen ten verderve sleept. In die kringen geeft men de soldaten goeden raed, boezemt men hen afkeer in, doet men ze de verdachte huizen vluchten als eene pest. By hoevele ouders tempert het gedacht aen die kringen de bittere smart van het afscheid niet En de geuzen bladen komen dan bewee- ren dat men daer de krygslieden het gedacht der tuchteloosheid en het mispryzen der wetten inboezemt Maer, houden wy by die schaemtelooze leu gen niet stilde officiers weten het best wie hunne voorbeeligste manschappen zyn, ofwel de libre-penseur en libre-viveur, ofwel de jonge ling die zyne plichten kwyt. Ziehier hoe het geuzenblad dat wy aenhalen eindigt Indien de lieer Liagre wil handelen zooals hy schryff, dan zal hy beginnen met de al- moezeniers afleschafl'en, die de byzonderste agenten zyn der geheime propagande, die het leger bewerkt en verbeest. Gy hebt wel gelezen, gy huisvader, die, door de hatelyke bloedwet, eenen zoon ontrukt zyt? Het liberalismus vindt het dus niet voldoen de den menscli te bezitten, het moet zyne ziel hebben. Ha, de aelmoezeniers verbeesten den soldaet En 't is om die reden dat men hem uit de kazerne, uit hel krygshospitael zal bannen, even als men hem aen de deur der siaetsschool wierp Daer men de seminaristen wil soldaet ma ken, was dit dreigement te voorzien. Immers, heeft Frankryk ook de aelmoezeniers niet afge- IV. DE SPOORZOEKER. Whitley had besloten dat men 's nachts een af stand van iSmylen over de bergen zou afleggen; dit was trouwens noodig indien men de Nickajackers onverwacht op hel lyf wilde vallen. Hunne dorpen lagen aen do overzy van de berg keten en had Monowano hen met verraden, dan waren de inwoners onkundig van het lot dal hen be dreigde. Reeds vroeg in den namiddag bereikte men den voel des bergs, alwaer halt werd gehouden lot aen het vallen van den avond, toen zy zich weêr op marsch begaven. Volgens gewoonte werden er schildwachten uitge zet, en Dmgle en Jenkins gingen naer het bosch om lo zien of cr in de nabyheid ook eenig spoor van vyaudeo was le vinden. Toen zy hel kamp eene myl achter den rug hadden zegde Jenkins tot zyn makker Ik vind het beter, Dingle, dat wy afzonderlyk loopen en dat ieder voor zich een weg kieze, gy kunt er op aen dat ik niets ongemerkt zal voorbygaen en op deze wyze hebben wy immers eene dubbele kans. Gy hebt gelyk, antwoordde Dingle. Do kapitein wil vooral dat de Indianen mei onze aenkomsl onbe kend blyven ik vind dus goed dat gy liet bosch tot aen den avond doorzoekt. Dat was precies myn plan. Zy gingen dus vaneen. Dmgle vond na verscheide ne uren zoekens niets dal hem verdacht scheen, en des avonds by zyne terugkomst legde hy aen Whit ley rekenschap af van zyne vruchleloozc nasporin- gen. Doch Jenkens had heel wat anders te vertellen. Toen hy Dingle verlaten had dwaelde hy geduren de een uer doelloos rond hy liep maer door zonder er aen le deuken waerheen zyn weg hem geleidde, daer hy wel wist dal het hem gemakkelyk zou vallen het kamp terug te vinden. Eensklaps bemerkte hy op de blaêren juist voor hem het afdruksel van de voe ten eens mans. schalt en al wat de groote Fransche repu bliek doet. moet het in 't liberale België niet slaofs nageaept worden Vergelding der Milicianen. De minister van financiën heeft in de Kamer net volgende wetsontwerp neergelegd, dat voor doel heeft aen zekere klassen van milicianen, ten onrechte van dit voordeel uitgesloten, toe te laten de vergelding van hunnen dienst te ontvangen Art. 1De milicianen van het werkelyk le ger, der klassen van 1871 tot 1874, die in ver lof gezonden zyn wegens ziekten in den dienst hekomen, en voortspruitende uit eene oorzaek onalhankelyk van hunnen wil of van F ine seliuld, hebben recht op de vergelding, vast gesteld by art. 3 der wet van öjuni 1870, op de vergelding der milicianen, op voorwaerde dal zy een jaer ten minste werkelyk onder de wapens geweest zyn. De regeling der rekenin gen van de milicianen zal plaets hebben geiyk- vornng artikel 10 der wet van 5 april 1875.' Art. 2. De milicianen der klas van 1874, die geen jaer dadelyken dienst telden by het in- voege komen der wet van 3 april 1875, en die de onmiddellyke vergelding hebben gekozen, hebben recht, voor diensten bewezen tot 1 december 1875, op eene vergelding van fr. 12,30 per volle maend, onafhankelyk van de 12 cen- timen, per dag tegenwoordigheid in het leger. Deze bepaling is toepasselyk op de milicianen van liet werkelyk koutingent van 1871 tot 1875, ingelyfd na 1 october 1874. HANDEL EN NYVERHEID. Belasting op den Tabak. De Mo- niteur van dynsdag bevat een ministerieel be sluit van 10 april, van den minister van finan ciën, betreffende de belasting op den binnen- landschen tabak, door de wet van 28 juli 1879 gestemd. Volgens art. 13 dier wet, moeten al de be lastingschuldigen, vóór 1 juli, op het bureel der accynsen, in welks ressort de gronden gelegen zyn, aengiffe doen van de ligging en de oppervlakte \an al de tabaksplantingen, gedaen op de gronden waerover zy beschikken. De verklaring voor de belastbare plantingen moet bevatten A. den naem, de voornamen en de woning van den aengever B. de ligging der perceelen met tabak beplant, de aeriduiding van het gehucht of de plaets en de oppervlakte van elk der perceelen C. de totale oppervlakte der perceelen de verklaring dat de land bouwer geen andere tabaksplantingen heeft; E. den datum der aengifte. Voor de niet belastbare perceelen, moet de verklaring bevatten A en B (zooals liiervoren) C. de verklaring dat liet perceel met tabak beplant paelt aen de woning van den aengever, ol aen een veld dat hy bebouwt, alsook dat hy elders geen tabak plant D. den datum der aengilte. Voor de belastbare perceelen moet de ver klaring overhandigd worden aen den ontvanger der accynsen van liet ressortvoor de niet belastbare perceelen, mag de verklaring be steld worden, hetzy by den ontvanger, hetzy by den afdelingsoverste der douanenbrigade. Duivels riep liy uit, hier zie ik een spoor, daer valt niet acn ie twyfelen. Zoo een indiaensche hond doorsnuffelt het bosch. Indien het Monowano eens was. Maer neen, zyne voelen zyn niet zoo lang. Het is eer. hopperhoofd, dat geloof ik stellig Nu denk ik aen de groole veranlwoordelykhcid die op my rust. Wellicht hangt de uitslag van dc expeditie legen de Nickajackers van myne ontdekking af, by gevolg moet ik dit spoor volgen, en zoo een stouten spion doodschieten of gevangen nemen. Hy snuffelde even als een dier dat een spoor riekt en zyn gang kon men gauw noch langzaem noemen, want hy hield hel midden tusschen den stap en den diaf. Hy volgde liei spoor met een nauwlettend oog en paste wel op dat hy hel niet byster werd. Zyn groot ste begeerte was den Indiaen te zullen ontmoeten die, naer hy meende, op geringen afstand van hem verwyderd was. De wandelingen welke hy langen tyd in gezelschap van Dingle had gemaekl, "stelden hem in staet een vyandelyk spoor le herkennen en hy meende dat men hem nu niet meer verschalken kon. Na hetzelve nogmaels opgenomen le hebben, was hy overtuigd dal de spion hem slechts een uer voor uit kon zyn. Hoe hel ook zy. zoo sprak hy lot zich zelvcn, voorzeker vermoedt hy niet dat Peter Jenkins zyn spoor volgt. Het schynt dat liy zyu eigen dood wil. Hel spoor is zoo groot dat het wel hel opperhoofd kan zyn dien men den man met de groote voeten noemtbovendien zyn zy een weinig buitenwaerts gekeerd. Ha, ik denk dal bel een list is om ons te bedriegen. Maer Peter Jenkins is een te slimme vos, dan dat hy zich om den tuin zou laten leiden, hoor, vriendlief. Hy volgde het spoor mot den 'pnvermoeiden iever der blanke spoorzoekers en weldra deed hy eene andere zeer belangryke ontdekking. (wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1880 | | pagina 1