56ste Jaer.
Zondag3 Maert 1882.
iV° 1851.
YZEREY WEG.— VERTREKUREN UIT AELST XAEK
VERTREKUREN UIT DE VOLGEYDE STATIEY
dit Gent nabr
3W Bericht aen onze
geachte Inschryvers.
Liberale geldverspillingen.
Godslastering.
Vyftien jaren in de Galeien.
Twee maten en twee
gewichten.
Misdaden.
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRYS6 FRANKS 'S JAERS. De inschryving eindigt met 31 Deceraoer.
ANNONCENPRYS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 5de bladz.50 cent.
Dendermonde. «-S6 6-43 8-45 3-09 6-38 9.55
Lokeren. 4-56 6-43 8-45 li-51 3-09 6-38
Mechelen. 4-561 6-431 1-Ud 8-Ud Exp. 3-kl. 8-451
11-59d 1-04d Exp. 1* 2* 3* kl. 2-51d 3-091 6-00d
6-38/ 10-06d Exp. 1* 2* 3* kl.
Antw. 4-561 6-431 7-17d 8-12dExp. 3 kl. 8-45/ 1-04dExp.
1» 2» 3* kl. 2-51d 3-09/ 6-00d 6-38/ 10-06d Exp.
1* 2* 3* kl.
Brussel, laugs Denderleeuw. 4 31 7-17 7-50 8-12
E 3 kl. 9-10 10-23 dir. 11-59 1-04 EHkl. 2-51 4-57 direct
5-20 E 6-00 8-49 9-11 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-15d 4-56/6-43/8-12d
3 klas. 8-45/ 7-50d 9-10* (li-59d tot Leuven) l-04d
Exp. 1* 2* 3' kl. 2-51d5-20d Exp. 1* 2' kl. 6-00d 8-49d
10-08 Exp. 3 kl.
(1) Nota. De letter t beteekent langs Termonde en d
Gent, (5-00's vryd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-41 9-45
12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 3-41 0-00 E 3 kl. 6-12 6-35
8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-45 12-21
12-40 2-28 dir. 3.41 0 00 E 1* 2« 3» kl. 6-35 8-54 E 3kl.
Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-41
12-21 12-40 3-08 3-41 Exp. 6-12 6-35
Doom. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 6-00 7-50 11-59
2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 6-00 7-50 8-12
11-59 2-51 O-I'O 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-59 2-51 0-00 6-00
Enghien Braine, Manage, Charleroy, Nair.nn langs Geeraerds
bergen 6 00 f-00 11-59 2-51 0-00 6-00
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25's zat12.30 6.02
Moorsel.Opwyck, Mechelen, Antwerpen 5,10 9,30 3,246,12
letter d langs Denderleeuw.
Culqne Sunni.
NAER AELST ÜIT
Alb 6.49 10.30 1.28 4.09 7.58 9.05
Anlw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1* 2« 3* kl. 12-15
3-15 E. 1°2#3* kl. 3-54 4.45 5.54 6.50 E. 1* 2» 3* kl. 9.10
Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
U 53 I-HO dir. 1.55 3.02 E 0.00 5.01 5.50 7.17 8.15 E
3 kl. 8.20 11-45.
Dendermonde 7.12 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48
Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.04 4.50 8.33 9.41
Gent 6 24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.07 12.31 E 3kl.
I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.50 1.48 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.38 8.41 10.57 1.48 4.56 7.53
Ninove 7.55 11.36 2.32 5.18 9.01 10.09
Oostende O.00E 6.04 6.20E. 1 2 3 kl. 9.00 0.00 0.00
II.12 E 3 kl. 11-55 2.10 0.00 E 3 kl. 6.04
Moorlzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le-
Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59
UIT GZERAERDSBERGEN NAER
Maria-Lierde,Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 7.24
8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51
OIT DeNDBRLBEUW NAER J
Hacllerl, Burst, llerzele, Sotleg. Audenaerde, ADsegem
Kortryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct.
hit Sottegem langs dendeiileeow naer
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48
dit Antwerpen naer St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.50 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15
oit Gent naer Lokeren, St. Nikolabs en Antwerpen
4.30 7.05 9.25 1O.50 2.20 5.25 7.05
Uit Sotlegem langs Erpe-Mcire. 7.49 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naer Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
AELST, i MAERT 1882.
Wy berichten onze geachte inschryvers
welke het abonnement van 1881 nog niet heb*
ben betaeld, dat wy de vrybeid zullen nemen,
hen, dezer dagen,eene kwittantie door de Post
te laten aenbieden. Men merke wel op dat wy
slechts de betaling van 't verloopene jaer 1881
vragen.
Wy zyn overtuigd dat eenieder op eerste
verzoek zal betalen,ten einde ons verder werk
en onkosten te sparen.
Nauwelyks twee jaren geleden deed het
liberael ministerie, door zyne slaefsche meer
derheid, eene gelieele reeks nieuwe belastin
gen en rechten stemmen. Nieuwe belasting
op 't planten van tabak, verhooging van T
zegelrecht, der accynsen op de sterke dran
ken, van den vervoerprys der reizigers en
koopwaren langs de yzerenwegen, verzwaring
der inkomende rechten op talryke artikelen
te veel om hier te melden.
Het is onbetwistbaer dat alle deze nieuwe
belastingen, de staetsontvangslen merkelyk
hebben doen klimmen.
De vergelykende tabels door het Staelsblad
afgekondigd,bewyzen ons op de ontegenspreke-
lykste wyze dat de rechtstreeksche en onrecht-
slreeksche belastingen, in 1881, een-en-
twintig millïoenen franks, meer
hebben opgebracht dan in 1880. Voegt hierby
nog dat het gemeentefonds, ook in 1881, een
millioen meer heeft gegeven dan vroeger.
En de liberale gazetten van allen kaliber
besluiten hieruit, dat de financieele toestand
van ons land zeer bloeiend is. Doch by 't
minste onderzoek blykt liet zoo klaer als de
middagzon, dat onze openbare schatkist wel in
zulke goede lakens niet zit, als de liberale
schryvelaers het willen doen gelooven.
En inderdaed, men errinnert zich nog wel
dat minister Grau, onder voorwendsel dat de
Sfaetsgeldkist door het afgetredene cathoHek
ministerie byna tot op den bodem was plat
getrokken, in 1879, ongeveer 12 millioenen
nieuwe belastingen en rechten deed stemmen.
Die nieuwe belastingen zyn hoogst noodzake-
lyk, riepen de liberale woordenkramers uit,
want de catholieke ministers hebben een te
kort in de kas nagelaten van verscheidene
millioenen....
Doch dit was eene grove leugen de liberale
ministers en hunne handlangers wisten in
hert en ziel dat de gevallene catholieke Siaels-
regering niet een tekort maer wel eenen boni
van verscheidene millioenen had nagelaten.
Maer zy voorzagen dat hunnen schoolstryd
millioenen en millioenen zou verslinden, en,
om er te kunnen in voorzien, moesten zy geld
slaen. Nu, wie nieuwe belastingen stemmen
trekken zich de misnoegdheid van 't volk op
den bals, zy maken zich halelyk, en om al de
hatelykheid op den rug der catholieken te
laden, vonden de liberale ministers de logen
van een tekort in de Staetskas uit.
Wy zeggen de logen van een tekort, en eene
grove leugen was het inderdaed... Het verslag
der Rekenkamer toont ons ontegenspreke-
lyk aen dat het catholiek ministerie niet eenen
mali, maer integendeel eenen boni
heeft nagelaten. Gedurende 't laetste jaer dat
onze catholieke vrienden het bewind in han
den hadden, beliep de overschot der ontvangs
ten op de uitgaven lot meer dan 18 millioenen.
't Voorlaesie diensljaer gaf insgelyks eenen
overschot van meer dan zes millioenen. Dus
totael voor de twee dienstjaren 25 millioenen,
die onze gewezene catholieke ministers aen
hunne liberale opvolgers hebben nagelaten na
dat alle de rekeningen waren vereffend....
En zeggen dat het huidige liberael ministerie
toen liet, om zoo te zeggen, in de millioenen
door de catholieken nagelaten zwom, al die
nieuwe belastingen, onder voorwendsel van
een tekort in de kas, door zyne sleepdragers
der Kamers deed stemmen
Wellicht zou men denken dat de 12 millioe
nen nieuwe belastingen die jaerlyks door arm
en ryk moeien afgeduimd worden, de staels-
geldkas nu in eenen buitengewoonen bloeien-
den toestand moeten gebracht hebben, en dit
bezonderlyk, omdat de catholieke ministers
eenen boni van 25 millioenen in plaets van
eenen mali hebben nagelaten
Daer is niets van integendeel, Joos zit ge
weldig in de staetskas.... Nu, heden, is het
geene logen te beweren dat een aenzienlyk
tekort in de openbare geldkist wordt bestatigd.
Men raedplege 't laetste verslag der Rekenka
mer en men zal vinden dat de hedeiidaegsche
liberale ministers, de twee eerste jaren van
hun bestier een tekort van 60 millioenen hebben
veroorzaekt.
Waeraen heeft 't liberael ministerie al die
millioenen verspild
Heeft het die millioenen gebruikt om den
verkwynenden landbouw, de zoo beproefde
nyverheid, den slapenden koophandel er op te
beuren, te helpen en te doen ontwaken
Neen, geene roode duit wierd er van uitgege
ven ten voordeele dezer dry takken welke nog-
thans alleen den algemeenen voorspoed en
welvaert des volks kunnen bewerken en ver
zekeren....
Alle die millioenen wierden verkneukeld aen
den onvaderlandschen schoolstryd die overal
twist en tweedracht onder de zonen van een
en 't zelfde vaderland werpt. Ja, millioenen en
millioenen heeft men over voor de scholen
zonder God en zonder leer-
lin gen, maer voor alle de zaken die 't geluk
en de welvaert des volks kunnen bevorderen,
is er geen kwaed oordje over
Zullen de Belgen die schandelyke geldver
spillingen ten voordeele der ongodsdienstige
of onzydige scholen blyven gedoogen
Zullen zy blyven verdragen dat alle de in
komsten des lands aen den onvaderlandschen
schoolstryd by zooverre worden verkwist dat
er voor de bestryding der landbouw, nyver
heid- en koopharidelcrisis geen centiemke
meer overblyft
Wy gelooven het niet.... Wy hebben de ge
gronde overtuiging dat bet kiezerskorps met
Juni aenslaende, een einde aen de wraekroe-
pende geldverspillingen onzer liberale minis
ters zal stellen. Wat meer is, 't ware volk is de
liberale dwinglandy beu. Ja, met Juni aen-
staende zal 't kiezerskorps de gevloekte libe
rale ministers uit hunne zetels verdryven en
in hunne plaets mannen doen optreden met
ware volks- en vaderlandsliefde bezield, welke
overal en alles de opperste belangen van land
en volk moediglyk zullen bewerken, in plaets
van dezelve aen hunne partybelangen te slacht
offeren, gelyk de liberale ministers bet heden
doen.
Weg dan met de liberale ministers die den
vooruitgang, de welvaert des volks aen hunnen
boozen godsdienst- en priestershaet slachtof
feren en hiervoor millioenen en millioenen
erslinden Weg met hel liberale ministerie
Weg Weg
Z. H. Mgr. Deschamps, Aerlsbisschop van
Mechelen, even als Z. H. Mgr. Bracq, onze
doorluchtige Bisschop, handelden in hunne
Vastenbrieven over de wraekroepende zonde
der godslastering waeraen personnen van allen
stand en ouderdom zich met eene duivelsche
boosheid schuldig maken. Onze geëerde lezers
hebben de bevelbrieven van HH. Hoogweer-
digheden gelezen of hooren lezen, en hoe
beantwoord de goddelooze drukpers die vader-
lyke vermanir.gen?Ziet!iier een staeltje geknipt
uit de Chronique van Brussel. Wy vertalen
letterlyk
lk ken, zegt de gewone opsteller der
Chroniqnegodslasteraers die zeer brave
lieden zyn, ik by voorbeeld.
lk zie geenzins de afgryselykheid die er
in de godslastering bestaet, wel integendeel.
De godslastering, gelyk ik die versta en met
a vurigheid uitbreng, Isidoor, neme het
niet kwalyk, is het gezwets met de god-
delyke zaken, (wil zeggenIs den spot
dryven met de goddelyke zaken.)
Welnu, dewyl de goddelyke zaken de
domste en de kluchtigste van alle bekende
zaken zyn, schynt het my heel natuerlyk en
gansch onnoozel met deze te zwetsen.
Maer welk vernuft, die Isidoor Hy zelf
heeft het geneesmiddel gevonden eene
bende deelgenoten ingericht om als pape
gaeien te herhalenGeloofd zy Jesus-Christus
(3* VERVOLG
lk boorde eene zeggenArme jongen Ik zag
naer dea man op die zonder een woord te spreken
de lanlaern vasthield, hy bleef echter stom en wees
slechts naer den grond nevens my.Toen ik myn hoofd
omwendde, zag ik dat hy het gewone stuk brood ge
bracht bad,doch in plaets van soep kreeg ik nu water,
hetgeen my even goed smaekt6 Hy bleef niet wach
ten tot ik myn avondmael gebruikt had, want nadat
hy het my aengewezen had nam hy het licht mede en
liet my weder in de duisternis alleen. Den volgenden
dag kwam ik weder in myn eerste verblyf terug, nu
echter werd ik met den stomme aen een ketting vast
geklonken; dit was eene bepaelde verbetering in
mynen toestand, want onder myne omstandigheden
zag ik bet meest op tegen de gesprekken van eenen
ruwen makker. Zoo ver my bekend is, werd er niet
het minste onderzoek gedaei. naer het gebeurde van
den vorigen nacht, ik weet niet of men ons en dit
is wel het waerschynlyksle voor zulke doortrapte
booswichten hield dat hel er weinig op aen kwam,
hoe een onzer om helleven raekle, en dat, dus de ci
piers wisten al te luisteren wat er by ons voorviel,
zonder dat zy by ons waren (en dit vermoed ik omdat
ik nimmer eene opening heb kunnen ontdekken waer-
door zy hel geweer hadden afgeschoten)of wel dat,
zooals ik later dikwyls gedacht heb, de stomme ter
vermindering van straf als spion gebruikt werd,maer
dit is zeker, er werd nooit gezinspeeld op den dood-
gescholene.noch op het verdere lol \3n den man, die
voor president speelde en die met het lyk te gelyk-
tydig uit ons verblyf verdween.
Ik verwachtte bepaeld dat men een meer stelsel-
matigen aenval tegen my zou beproeven.maerditwas
gelukkig hel geval niet, en in een gevecht van man
tegen man had ik niets te vreezen omdat zy geene
wapens by zich droegen Wel had ik natuerlyk be
schimpingen en beleedigingen te verduren zoolang
dezt» echter ir. woorden bestonden, sloeg ik er geen
acht op, en wanneer zy verder gingen, dan bediende
ik my van kracht, liet eenige middel dat met zulke
ellendelingen te gebruiken is.
Dry jaren lang arbeidde ik met denzelfden man aen
een ketting byna even slilzwygend als hy; het eenige
wat ik nog sprak was somtyd3 met de opzichters der
werken waerloe men ons gebruikte. Na dezen tyd
verdween myn medegezelof hy evenwel vry was of
ergens anders heen ging, heb ik nooit geweien. Het
zal misschien vreemd schynen als ik zeg dal ik, niel-
legenstaende zyne talryke misdaden zoo aen hem
gewoon was geworden dat het my speet toen ik hem
missen moest. Misschien droeg de vrees dat zyn
plaetsvervanger niet zoo gemakkelyk zou zyn, daer
ook veel toe by. Ik werd eenige dagen alleen gelalen
en begon reeds te hopen dat dit zoo zou blyven als
eene kleine belooning voor myn onberispelyk gedrag:
in den tyd dal ik in het boven beschreven hol was.
had ik begrepen hoe nutteloos eenigen weerstand zou
zyn en trachtte my dus allyd te herinneren, uil welk
oogpunt de beambten^my beschouwden; deze gedach
ten beteugelde myn driftig karakter veel,zoodal ik|nooit
•iraf kreeg voor verzet tegen de beambten, maer zy
kónden toch niet beletten dat ik verschrikkelyk leed
by elke onbeschoftheid dio ik ondervond; dit laetste
gebeurde ongelukkig maer al te dikwyls, want de
beambten waren zoo gewoon allen die onder hun
bevel stonden op dezelfde wyze te behandelen, dat
het hnn onmogelyk was .onderscheid te maken tus-
schen hen die vry willig werkten of die hel met nor-
schen tegenzin deden Spoedig verdween myne hoop
om alleen te worden gelaten.
Op een morgen werd een man, die slechls weinig
ouder was dan ik, maer zvvaerder geboeid, by my
vastgeklonken. Wy namen elkanders gezichten aen-
dachlig op. Zyn uitzicht was streng en dubbelzinnig
hoewel niet bepaeld slecht, zoo dat ik onwillekeurig
belang in hem stelde toen .ik zyn vroeger leven
hoorde.
Verlegenheid was echter de hoofduitdrukking van
zyn gezicht, wanneer hy my aenkeek; dien dag be
proefde hy niet ongehoorzaem te zyn aen den regel
die ons het slilzwygen oplegde, maer hy stelde zich
hiervoor schadeloos toen wy in ons nachlverblvf
kwamen.Ily beantwoordde dadelyk al de hem gedane
vragen, en spoedig wisten wy waerom hy buiien-
gewone boeien had, het was hem eens gelukt zyne
vorige gevangenis te ontsnappen, iloofdzakelyk was
hy nu hierheen gezonden, daer hy op het punt had
gestaen een veldwachter te dooden, maer volgens
zyne getuigenis was deze daed niet erger dan hon
derd andere waer hy zich aen had schuldig gemaekt;
over het algemeen genomen behoorde hy nog niet tot
de ergste soorten.
Ik houd niet van morren en voel allyd zekere ver
achting voor een man die noodeloos klachten uit
daerom wil ik weinig meer van myn vroeger lyden
vertellen en liever zoo spoedig mogelyk overgaen lol
het lydslip dat ik my weder mogt verheugen.
Myne lange 3lrafjarcn brachten hoegenaemd geene
verzachting in mynen toestand. Dal myne gezondheid
zoo goed bleef, kwam, naer ik veronderstel, door
myn voortdurend hard werken in de open lucht
maer niettegenstaande myne beste pogingen daer-
tegen dwaelde myn geest toch dikwyls af by de ge
dachte wal ik nu geweest zou zyn, indien ik de wen-
schen myner vrienden in het kiezen van eene loop-
baen gevolgd en die ongelukkige reis nooit onder
nomen had.
Vyftien jaren reeds was ik gevangen toen ik opeen
namiddag, lerwyl wy, alvorens met ons dagwerk
i te eindigen, bezig waren de worven schoon te ma-
kei, verschrikt opsprong over den spoed, waermede
I de cipier op my| afkwam cn myne hand-boeien los-
rnaekte. Toen hy hiermede gereed was, trad een
man die hem vergezelde en dien ik nauwelyks op
gemerkt had, naer my toe en hood my zyne band.
I Ik zag hem scherp aenhoewel ik een buitengemeen
goed geheugen heb wanneer het gelaetslrekken
betreft, duerde het toch eene poos eer ik in de ver
anderde trekken van den man die voor my stond
mynen ouden vriend en raedgever, Langenis, her-
kende. Wy drukten elkander de hand, en wat ik
daerby gevoelde, zal ik niet pogen te beschryven;
wanneer wy er behagen zullen in vinden
met den Godsdienst te spotten.
Het is de uitroeiing der godslastering door
a de uitboeting.
Leve God, Mynheer de Cardinael, alles is
gered
Men bemerke dat deze goddelooze woorden-
kramery de tael is die de meeste liberale dag
en weekbladeren gewoonlyk voeren. En dan
zyn de godslasterende inktbeesten kwaed als
bezetenen wanneer de Catholieke Geestelyk-
heid de lezing van alle die helsche liberale
gazetten verbiedt
Het arrest dat 't Verbrekingshof in zake van
den heer Burgemeester van Rotisse komt uit
te spreken, stelt een princiep daer 't welk
tegenstrydig is aen 't bestuerlyk stelsel dat
tot hiertoe in de groote steden werd gevolgd.
Wy catholieken beweren dat, naer luid van
'tart. 15 des dekreets van prairial jaer XII,
de kerkhoven in zooveel deelen moeten ge
scheiden worden als er eerediensten in de
gemeente beleden worden. Wat zegt dit artikel?
In de gemeenten waer verscheidene eere
diensten beleden worden, moet elke eere
dienst eene bezondere begraefplaets hebben,
en, in geval er maer een kerkhof bestaet,
zal men het, door muren, hagen of grachten,
in zoovele deelen splitsen als er verschillige
4 eerediensten bestaen, de grootte van ieder
4 deel in evenredigheid van het getal inwoo-
ners van eiken eeredienst.
Wat doel het Verbrekingshof Het legt dit
zoo klaer artikel op eene valsche wyze uit en
leidt uit zyne verdraeide uitlegging af dat de
splitsing of verdeeling der kerkhoven alleen
mag gebeuren in die steden en gemeenten
waer verscheidene eerediensten beleden
worden,
De rechterlyke vervolgingen tegen de acht
bare heeren Burgemeesters van Ninove,Ronsse
en Ingelmunster, zyn dus, volgens de nieuwe
rechtsleer van 't Verbrekingshof, gewettigd,
omdat, in die gemeenten, de inwooners maer
eenen enkelen eeredienst belydende, liet kerk
hof niet mocht verdeeld worden. Alle de over
ledenen moet men daer op 't zelfde kerkhof
begraven De begraving vari eenen overledene
op het gedeelte afgescheiden van 't gemeen
kerkhof, is dus een sirafbaer feit.
Nemen wy aen dat de heeren Burgemeesters
van Ronsse, Ninove en Ingelmunster de wet
hebben overtreden, iets wat wy ten sterkste
betwisten. Maer wat gebeurt er Elkeen weet
zoowel dan wy, dat er te Brussel, te Gent, te
Antwerpen, te Luik, te Bergen, te Charleroi,
enz., enz., verscheidene eerediensten beleden
worden. Volgens de rechtsleer van 't Verbre
kingshof zouden aldaer zooveel kerkhoven of
deelen van kerkhoven moeten bestaen als er
eerediensten beleden worden, doch juist in de
plaetselyklieden hebbende liberale regeeringen
de verdeeling der kerkhoven afgeschaft. Vol
gens de nieuwe rechtsleer van 't Verbrekings
hof overtreden de Burgemeesters van Brussel,
Gent, Antwerpen, Luik, enz., enz., dagelyks
het art. 15 des dekreets van 't jaer XII.
Waerom worden die liberale Burgemeesters
niet vervolgd gelyk de achtbare en moedige
catholieke Burgemeesters van Ninove, Ronss§
en Ingelmunster
Dat deliberaleschryvelaersons dien waerom
eens uitleggen?... Maer ze zullen weêr zwygen
dat ze zweeten. die groote zedemeeslers.om de
goede reden daC zy de partydige handelwyze
van zekere aen 't liberalismus verslaefde par
ketten onmogelyk rechtveerdigen kunnen
Men klaegt gansch 't land door over de-ver
menigvuldiging der dieiien en moorden, die
mei de meesie schaamteloosheid en wreedaer-
digheid gepleegd worden. Ongelukkiglyk wor-
den, in de meeste gevallen, de daders door
't gerecht niet ontdekt en blyven zy ongestraft.
Te Antwerpen, te Brussel, te Cent, te Bergen
en meer andere plaetsen wierden in den loop
dezer laetste jaren wreede moorden en stout
moedige dieften met braek en beklimming ge
pleegd, zonder dat de daders door 't gerecht
zyn opgespeurd geworden. De Hainaut van
Bergen meldt dat het Parket aldaer in 't opzoe
ken der misdadigers niet gelukkiger is dan
deze van Antwerpen, Brussel, Gent, enz..
Sedert een jaer werden er binnen 't rechtsge
bied dier stad acht moorden bedreven die allen
ongestraft zyn gebleven omdat de daders niet
ontdekt wierden.
Op vele plaetsen verkeeren de vreedzame
lieden vol angst en vrees.
Welke is de oorzaek dat de gerechtsbedie-
naers nu mooielyker de misdadigers ontdekken
en vangen dan vroeger Is het getal dezer nut
tige ambtenaren verminderd?... Neen, integen
deel, want de Parketten, de gendarmen, de
commissarissen en agenten van politie zyn
overal versterkt geworden; men telt heden
twee dezer ambtenaren waer voortyds een
enkele te vinden was....
De oorzaek, volgens ons, is dal de gerechts-
bedienaers niet zyn versterkt geworden, in
evenredigheid, der talryke misdaden en moor
den die heden gepleegd worden naer plannen
die met eene helsche doortraptheid en stout
moedigheid berekend werden.
En aen wie de schuld van die bedenleelyke
vermenigvuldiging der misdaden
Aen de liberalen, aen de predikanten der
onafhankelyke zedeleer, die het laetste vonkje
godsdienstig gevoel uit de herten van vele lie
den hebben gerukt.en hen aldus in 't schande-
lykste zedeverderf hebben doennederstorten...
Wat zal het later wezen, wanneer de scholen
zonder God lallooze lieden zonder eenig gods
dienstig gevoel op 't tooneel der wereld zullen
gebracht hebben Men weel lietWie de
alziende oog van God niet vreest, is vaek tot
iedere misdaed veil, tot iedere schelmstuk in
staet
in zyn verouderd voorkomen zag ik dat ook myne
jeugd reeds voorby was gevlogen de herinnering
aen al myne verlorene illusiën, welke door zyne
tegenwoordigheid nu slechls met verdubbelde kracht
opgewekt werden om my te duidelyker aen te
toonen hoe hopeloos hare vervulling was, folterde
my zoo hevig dat ik dankbaer zou geweesl zyn zoo
ik plotseling dood ware nedergevallen. Myne wys-
begeerte (waermede ik iets bedoel dat my te heilig
loeschynt om genoemd te worden by gewone dage-
lyksche zaken) gaf my echten dadelyk myne zelf-
beheersching weder. Hel kwam in hel geheel niet
in my op dat zyn bezoek eene andere oorzaek kon
hebben dan zyn verlangen om, nu hy de stad bezocht,
te vernemen water van my geworden was, maer
toen de cipier my met de complimenten van den goe-
verneur zyne uilnoodiging bracht om hem in zyne
vertrekken te komen, begreep ik oogenb'.ikkelyk dat
myne onschuld eiDdelyh ontdekt was, want al zou
myn goed gedrag my ook vermindering van straf be
reid hebben, eene zoo beleefde uilnoodiging van den
goeverneur had ik er toch nooit door ontvangen lk
trachtte zoo goed mogelyk te loopen;de bittere gevoe
lens over myn geleden onrecht, de gedachten aen hel
geluk waer men my zoo ohrechtvaerdig van beroofd
bad, de vernederingen en zedelyke pyningen waer ik
gedurende vyftien jaren'l slachtoffer was van geweesl
en die ik zoo lang met kracht uil myn geheugen had
gebannen, overstelpten echter myn gemoed nu met
dubbele hevigheid, zoodal ik Langeni3 stevig vast
moest houden om niet bezwymd neder te vallen.
Onder de verschillende afdeelingen der veroordeelden
die tegenover bel het huis van den gouverneur ver
zameld waren, bevond zich ook de myDe. De gouver
neur zelf stond daer met verschillende hooge beamb-
len by zich, hy liep my dadelyk te gemoel, drukte my
hartelyk de hand en wenschte my geluk dat myne on
schuld eindelyk erkend was, natuerlyk betreurde hy
het dat ik onverdiend zooveel had moeten lyden. De
smid werd nu geroepen om myne voet-boeien weg
te nemen. Hy wilde ze op de gewone wyze open ma-
I ken, maer de goeverneur riep met drift uitBreek
ze open! de boeien van een onschuldige moeten ver
broeken worden en niet geopend even als van een
dief, die vergiffenis krygl
Zoodra ik weder geheel vry was, nam de goever
neur my onder den arm en bracht my, gevolgd door
verschillende personen, naer zyn huis; de dames, die
zich daer bevonden, en elk* dien ik voorbyging
wenschte my om bet zeerst geluk, maer de goever
neur geleide my spoedig naer zyne kamer om my in
korto woorden te berichten hoe myne onschuld ont
dekt was.
lk deel hier een kopy mede van hel verslag dat
Langenis my gaf
Nadat pater Philippart Agnes Desnoyers voor
zichtig voorbereid had op den onvermydelyken
alloop harer ziekte, maende hy haer aen tot eene" vol
ledige bekentenis harer zonden opdat zy nog vóór
hare dood aflaet kon krygen. Een geruimèn tyd bleef
zy voortdurend weigeren, terwyl den goeden vader
de toegang tot haer allyd belet werd door Philippe
Laret, die meestal by haer was. Op een morgend nog
zeer vroeg kwam pater Philippart van het sterfbed
van een zycer gemeenteleden, en moest toen de hut
van Laret voorby. Daer hy licht zag schynen in de
kamer der zieke vrouw, begon hy te denken dat zy
misschien wel op het uiterste kon liggen; hy vond de
deur gelukkig niet gesloten en ging dus naer binnen,
den trap op naer haro kamer. Zy was nog goed by
haer verstand en kende den priester dadelyk. Hare
eerste vraeg was of hy dacht dat zy noch lang koa
leven hy vond haer zoo veranderd hy den laetsten
keer toen hy haer zag, dat hy deze vraeg niet anders
dan ontkennend moest beantwoorden.Hierop wenschte
zy hem hare biecht te doen hooren eer Laret terrug-
keerde. Ily voldeed aen haer verlangen doch daer
een gsdeelle van hare bekentenis betrekking bad op
de moord van Mr en Mn,# Evrard zeide hy haer, dit te
moeten opschryven, cn door haer te laten ondertee-
keucn, omdat dit stuk de onschuld moest bewyzen
van een onschuldig veroordeelde. Het koste veel
overredingskracht haer hiertoe te bewegen.
Wordt voortgezet^