56ste Jaar. Zondag, 25 April 1882. iV° 1858. IJZEREN WEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN BERICHT. Liberale goddeloosheid Oordeelt, landgenoten Eene gewichtige bekentenis. Tekort in de kas Leening aan 4 ten honderd. DE DENDER-BODK ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANNONCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op bladz.50 cent. Deodermonde. 4-56 6-43 8-45 12-22 3-09 6-38 10.05 Lokeren. 4-56 6-43 8-45 12-22 3-09 6-38 Mechelen. 4-561 6-431 7-17d 8-12d Exp. 1« 2® 3e kl. 8-45/ 11 -59d l-04d Exp. 4*2* 3* kl. 2-51d 3-09/ 6-0üd 6-38/ 10-06d Exp. 1' 2® 3' kl. Anlw. 4-561 6-43/ 1-17d 8-12dExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExp. 1®2® 3* kl. 2-51d 3-09/ 6-00d 6-38/ 10-06d Exp. 1® 2* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 31 7-17 7-50 8-12 E 3 kl. 9-10 10-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 4-57 direct 5-20 E 6-00 8-49 9-11 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-15d 4-56/ ^-43/ 8-12d 3 klas. 8-45/ 7-50d 9-10d (ll-59d tot Leuven)l-04d Exp. 1*2*3' kl. 2-51 d5-20d Exp. 1* 2' kl. 6-00d 8-49d 10-08 Exp. 3 kl. (1) Nota. De letter beteekent langs Termonde en de Gent, (5-00's vrijd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-41 9-45 12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 3-41 0-00 E 3 kl. 6-12 6-35 8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-45 12-21 12-40 2-28 dir. 3.41 0 00 E 1* 2* 3* kl. 6-35 8-54 E 3kl. Doomyk, Mouscron, Kortrvk, Ryssel (langs Gend8-41 12-21 12-40 3-08 3-41 Èxp. 6-12 6-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 6-00 7-50 H-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 6-00 7-50 8-12 11-59 2-51 0-00 6 00 9-H Bergen, Quiévrain 6-00 7-50 8-12 11-59 2-51 0-00 6-00 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 6 00 C-00 11-59 2-51 0-00 6-00 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel, Opvvyck, Mechelen, Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12 letter d laDgs Denderleeuw. Calque Sunm. NAAR AELST UIT Ath 6.49 10.30 1.28 4.09 7.58 9.05 Antw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1'2® 3® kl. 12-15 3-15 E. 1®2®3® kl. 3-54 4.45 5.54 6.50 E. 1® 2® 3® kl. 9.00 Brussel 6.20 direct 7.15 E3kl. 7.30 9.00 11.06 11 53 1-50 dir. 1.55 3.02 E 0.00 5.01 5.50 7.17 8.15 E 3 kl. 8.20 11-45. Dendermonde 7.12 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48 Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.04 4.50 8.33 9.41 Gent 6.24 7.39 E 3 kl. 8.15 9.43 11.07 12.31 E 3kl. I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir.'8.18 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.50 1.48 4.29 8.18 9.25 Lokeren 6.38 8.41 10.57 1.48 4.56 7.53 Ninove 7.55 11.36 2.32 5.18 9.01 10.09 Oostende O.OOE 6.04 6.20E. 1 2 3 kl. 9.00 0.00 0.00 II.12 E 3 kl. 11-55 2.10 0.00 E 3 kl. 6.04 uit Gent naar Moorlzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le« Corate 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59 uit gzeraerdsbbrgen naar Maria-Lierde, Sottegem, Moorlzeele en Gent, 5.15 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem Kortryk, 6.17 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct. uit Sottegem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.50 7.15 8.50 10.55 2.05 3.50 7.15 uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4.30 7.05 9.25 10.50 2.20 5.25 7.05 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12 AELST, 22 APRIL 1882. Ik heb de eer het geacht publiek te berichten dat het Bureel en de Drukkerij van den Dendei'bode,van lieden al,geves tigd zijn in de Lange Zoutstraat IV' ÏO, nabij de Groote Merkt, in 't oud huis der firma Wed" De Valck- Mertens, koopvrouw in ijzer, enz, enz. alwaar men verzocht is de brieven, mededeelingen, gelden, enz. vrachtvrij te bestellen. Het libeialismus munt niet alleenlijk uit door zijnen geweldigen haat tegen alle ware vrij heden, maar ook door zijne helsche godde loosheid. Sedert dat het maconnismus in volle daglicht werkt, ziet men dat zijne goddeloos heid geene palen kent. Nooit heelt het den R. C. Godsdienst geweldiger bestormd dan hedendaagsch, nooit heelt het Maatvollere pogingen aangewend om de catholieke Religie te versmachten, nooit heeft het arglisiiger en boosaardiger te werk gegaan om 't menschdom te verleiden En inderdaad, het Heiligdom wordt van alle zijden te gelijk met eene helsche woede aan gevallen, de drijmaal Heilige God die er in verblijft en de verhevenste mysteriën welke onder de oneindigheid zijner wijsheid schuilen, zijn 't voorwerp geworden van de walgelijkste bespottingen, en der ijselijkste versmadingen en lasteringen van de goddeloozen. De doling onder duizende verschillige vor men voorgesteld, verwekt overal in de Kerk de beweenlijkste verwoestingen. Hier verbergt hel maconnismus zich onder den dekmantel der liefdadigheid en verdraagzaamheid om 't volk te misleidendaar randt het openlijk aan om 't volk te verschrikken, terwijl zijne verslaafde penneboeven met eene duivelsche stoutmoedigheid, liegen,lasteren en bedriegen. Indien wij het niet dagelijks voor onze oogen zagen, zouden wij niet konnen geloot en dat er zooveel godshaat in het hert der tru- weelgasten woedt. Geen ander doel jagen zij na dan door de inblazing van denkbeelden eener valsche onafhankelijkheid de volkeren tegen God en de Kerk in opstand te brengen, ten einde de dubbele godsdienstige en politieke macht in de regeeringsloosheid te dompelen en aldus zoowel de we'ten vau den Staat als de rechten en vrijheden der Kerk aan hunne dwinglandij te onderwerpen. Roomen bezonderlijk is 't mikpunt der haat- volle aanrandingen van 't maconnismus Tegen Roomen legt het alle zijne kuiperijen in 't werk, gebruikt het al zijnen lasterzucht, al zijne hoonende versmadingen en dit wel om de geloovigen van hunne gehechtheid aan den H. Stoel te doen vervallen. Opgeblazen door eene ijdele wetenschap, drijven die liberale zendelingen der hel het zoo verre, de eerbe wijzen van den Godsdienst aan de Godheid te betwisten, den Allerhoogste openbaarlijk te te vervloeken en te verloochenen bij zooverre dat zij 'l menschdom verlagen en zich zelve zoo verachtelijk maken, dat zij nog lager geschat worden dan het verachtelijkste kruipdier. De maconnieke meerderheid van '1 fransche Senaat, komt eene betreurendsweerdige wet le bekrachtigen, waardoor het lager onderwijs verplichtend wordt verklaard en men tezelfder tijd God brutaal weg uit de school verbant. Frankrijk die er zich ten allen tijde op roemde het oudste kind der Kerk te wezen, verloochent God Ja, door den mond zijner bestuurders roept het voor 't aangezicht van gansch de wereld uiter is geen God I De wildste volkeren der aarde nogthans herkennen eene Godheid, en zij, de franschen, die beweren aan 't hoofd der beschaving te staan, loochenen officieelijk haar bestaan. En hoe gebeurde die openbare otficieele versmading der Godheid Luistert, landge noten In den loop van den redetwist, stelde een lid der bewarende Rechterzijde eene wijziging in dezer voege voor Alle persoon die eene openbare verklaring van god verloochening zal afgelegd hebben, zal het ambt van openbaren of bezonderen onderwijzer geenzins mogen uitoefenen. En wat antwoordde hierop M. Scheulcher, voorzitter der commissie van 't wetsontwerp Hij antwoordde Ik stem legen de voorgestelde wijziging omdat ik godloochenaar ben Omdat ik godloochenaar ben!!!., en die vermetele, schandelijke en hemeltergende verklaring, die oflicieele opstand tegen den eeuwigen God, wierd door de razende toejui chingen der maconnieke kliek goedgekeurd Niet een lid der commissie, niet een der tegenwoordige ministers stond recht om die verklaring te logenstraffen of tegen te spreken; integendeel door de vragen der Rechterzijde uitgedaagd, toonden zij door hunne stilzwij gendheid dat zij die officieele godverloochening ;oedkeurden. Arm Frankrijk, door welke onheilen en straffen zult gij den wraakroependen smaad de helsche uitdaging uitboeten die uwe be stuurders in hunnen goddeloozen overmoed den Almachtige hebben toegeworpen En zeggen dat onze belgische liberalen aan die wraakroepende godverloochening toejui clien en in hunne dagbladen laten hooren, dat zij slechts 't gunstig oogenblik afwachten om de fransche radikalen in hunnen godlastercn- OF HET VERLATEN KIND. Eene ware gebeurtenis (1* VERVOLG.) En waarom verliet hij u? vroeg M. Sinclair deelnemend. Terwijl ik met andere kinderen op het grasplein vrolijk speelde, zoo ging Emma voort, hoorde men eensklaps in de verte een lel gelier, en welhaast kwamen verscheidene personen naar oiis toegeloo- pen die ons toeriepen Vlucht! vlucht de kozakken zijn daar l Even als de anderen begon ik aanstonds te loopen, en hield Antoni's hand in de mijne ge klemd Daar hij eenen kozak rechtstreeks op ons zag afkomen, riep Antoni dat ik met snel genoeg loopen kon om hem te volgen, en liet mijne hand los. Angs tig greep ik nu de slip van zijn kleed en liep voort. Toen echter de kozak meer genaderd was, ruklo Antoni zich los en ik bleef op den weg liggen. Hel eerste d3t er mij van in viel is, dat ik dicht bij mij een schot heb hooren lossen. Ik kwam er gelukkig met den schrik af; immers ik voelde dat ik niet gewond was. De kozak stapte van zijn paard en nam mij in zijne armen. Vruchteloos worstelde en schreewde ik, niets kon baten. Toen hij mij bij zich op hel paard had geplaatst, beefde ik uit al mijne ledematen, want ik dacht vast dal hij mij zou gedood hebben Arm kind, zegde M. Sinclair ootroerd. Ook herinner ik mij nog, mijnheer, dal hij uit een lleschje eenige druppelen van een zoo sterk nat in mijnen mond goot, dat mijn gehemelte daardoor als verbrand werd. Daar ik dorst had zwolg ik liet vocht in, hetwelk mij geen kwaad deed. Snel reed hij voort en wij ontdekten eindelijk eenige huizen. De kozak voegde mij vele woorden toe, doch ik verstond er geen enkel van. Toen wij in het dorp aangekomen waren, reed hij naar deze herberg waar yvij ons heden bevinden, on gaf mij over in de armen van de goede vrouw Salkoff, die voor mij steeds de teederste zorg heeft gedragen. Slechts vvensch ik in de russische taal genoegzaam bedreven te zijn om haar mijne vurige erkentenis uit te drukken en mijn hevig verlangen om mijne geliefde ouders weder le zien Waar ergens bevonden zich uwe ouders op het oogenblik dat de kozak u wegvoerde vroeg M Sinclair. Waar mijn vader zich alsdan bevond weet ik niet, maar mijno moeder lag le rusten in ons rijtuig, welk in eene straat van een dorp, zoo ik meen Uszakow geheeten, stond. Gij moet welen, mijnheer, sedert onze kleine Edward werd gedood, heelt zij geen gezond uur meer gehad. Die kleine Edward zal gewis uw broertje ge weest zijn, niet waar mijn kind Hoe toch is hij gedood geworden Op zekeren dag, mijnheer, toen mijne moeder zich met mijn drijjarig broertje aan den vliet bevond, hoorde men eensklaps het geknal van een geweer, en een kogel doorboorde Edward's hoofd Op dn gezicht viel mijne moeder ter aardeen was als buiten kennis soldaten, die daar omtrent waren, namen haar op en brachten haar naar ons logement. Sedert beeft de gezondheid haar verlaten, en voor deze reden had vader haar een bed in ons rijtuig doen beschikken en deed hij steeds de paarden in gereed heid houden om bij den eersten alarm te kunnen vertrekken. Ik denk dus dat zij, op het eerste ge rucht, de kozakken zal hebben kunnen ontvluchten, en dat mijn vader haar waarschijnlijk zal vervoegd hebben. O, hemel waarom was ik op dat oogenblik uiel bij hen Ofschoon M. Sinclair zich vast liet voorstaan dat hare ouders tot de slachtoffers van die zoo ijselijken en rampvollen veldtocht behoorden, was hij echter bescheiden en omzichtig genoeg om de zoete hoop van het meisje op geene wijze te verminderen. Daar Emma gezegd had dal haar vader niet mede vocht en nogtans altijd vele bezigheden had, veronderstelde M. Sinclair dat hij een beambte van het krijgskom- missariaat moest geweest zijn. Gedurende deze redekaveling hield de waardin zich bezig met de toebereidselen van het avondmaal. den overmoed, gelijk in zoovele andere dwaas heden, nogmaals na te apen Zullen de catholieke kiezers dan toch met Juni aanstaande de oogen niet openen, en onze belgische godverloochenaars in de machte loosheid stellen die hemeltergende versmading in den naam van 't belgische volk te volvoe ren Wij hopen het Een engelsch tijdschrift kondigde dezer dagen een artikel at over den huidigen politie- ken toestand onzes lands, geschreven door den heer E. De Laveleye, leeraar aan de universiteit van Luik, en een der verstandigste liberale schrijvers van onzen tijd. Wij willen hier eenige regelen uit bedoeld artikel geknipt, laten vol gen, welke eene verpletterende veroordeeling zijn van den onvaderlandschen schoolstrijd die heden door 't ministerie van 't algemeen volksverderf gevoerd wordt: De wereldlijke onderwijzers, zegt M. De Laveleye, worden gansch vijandig aan depries ters. Zij worden 't geen men met rede anti pastors noemt. Het officieel onderwijs wordt trapswijze maar wezenlijk vijandig gemaakt aan de catholieke religie, de eenige gekende. Zonder eenigen twijfel, verlangt het gou vernement dien uitslag niethet is mogelijk dat het hem afkeurt, maar die uitslag is het onvermijdelijke gevolg van 't hedendaagsche geschil, gelijk wij het reeds zien in Frank rijk, in Italië en in België. Dezen die alle religie als eene droomerij als eene valschheid beschouwen, en die ge- looven dat het volk zonder haar beter zal wezen, kunnen aan die anti-christene bewe- ging toejuichenmaar, voor de anderen die weten dat de vrijheid zonder zedelijkheid niet duren en de ware zedeleer zon der godsdienstige grondzuil niet bestaan kan,voor dezen die weten, dat, in den huidi gen toestand der zaken, de bedienaars der verschillige eerediensten alleen de zedeleer bij 't volk aanprediken, dezen zijn waar lijk beangst wanneer zij zich de toekomst verbeelden die de wereldlijke onderwijs gestichten ons voorbereiden. Wij vragen het: kan men eene meer ver pletterende veroordeeling tegen de onzijdige of liever ongodsdienstige liberale scholen uitspreken Wie herinnert zich al 't oorverdoovend getier niet dat, eenigen tijd vóór de kiezingen van 1878, uit de liberale rangen opging. Het ministerie Malou had de staatsschatkist plat- getrokken en 't bankroet stond onvermijdelijk voor de deur. In een woord, Belgie was plat geruïneerd Men had schoon aan de liberale schreeu wers, door onweerlegbare cijlers te bewijzen, dat zij de zaken overdreven, dat zij het tekort valschelijk vergrootten, dat, in alle geval, de de groote werken van openbaar nut reeds voltrokken of nog in uitvoering, binnen wei nige jaren, nieuwe en rijke bronnen voor de staatsfinanciën zouden opleveren, dit alles hielp niet;.... zij gingen maar altijd voort met geheele beken crocodillentranen te storten over den zoogezegden gevaarlijken toestand waarin 't ministerie Malou 't land gedompeld had. Immers de kiezingen naderden men moest, kost wal kost, 't kiezerskorps eene schatkist, door de onkunde of onbekwaamheid zijner tegenstrevers tot op den bodem geledigd, voor oogen stellen... En wat meer is, de liberale opperhoofden voorzagen, dat hunne ontwer pen betrekkelijk het onderwijs de opofferingen van millioenen en millioenen zouden verei- schen, en dat er dus nieuwe hulpmiddelen volstrekt noodzakelijk waren. Men moest dus nieuwe belastingen invoeren, maar om al de hatelijkheid van dezen maatregel op den hals der catholieken te kunnen laden, deden zij met veel behendigheid het logenachtig tekort inde kas en 't Staatsbankroet dat er het onver mijdelijk gevolg moest van wezen, onder alle vormen en gedaanten, aan 't volk voorspie gelen. Nieuwe belastingen wierden gestemd, onder andere, een taks op 't planten van tabak, ver meerdering der accijnsenrechten op de sterke dranken, van de vervoerprijzen langs de ijze renwegen, verhooging van 't zegelrecht, en2., enz., te veel om te melden;.... En alle deze nieuwe rechten, vermeerderingen en verhoo gingen moesten dienen om het tekort aan te vullen door 't ministerie Malou nagelaten. Doch nu heden, ondanks alle die nieuwe belastingen, is minister Graux, op zijne beurt, verplicht te bekenen dat er een tekort van zeven inillioen in de schatkist besta- tigd wordt. En wat zeggen de liberalen en hunne druk pers? Schreeuwen en tieren zij nu, gelijk in 1878, dat hunne vrienden de «Staatsgeldkas hebben platgetrokken, dat het bankroet voor de deur staat, dat Belgie plat geruïneerd is Neen, neen, zij laten de geringste kritiek niet hooren, integendeel zij pogen hunne meesters te ver ontschuldigen met onder alle vormen en ge daanten aan 't volk voor te stellen 't geen minister Graux in zijne beweegreden zegt, namelijk, dal het tekort door de mindere op brengst der ijzeren wegen werd veroorzaakt.... Maar of 't volk die liberale pil, hoe men ze ook vergulde, zeer gemakkelijk zal slikken, daar ligt de knoopWat ons betreft, wij hebben de overtuiging dat elkeen zeer goed weet dat het bestatigde tekort niet door min dere opbrengst der ijzeren wegen, maar wel door de schandelijke geldverspillingen ter oor- zake van den zoo dwazen als onvaderland schen schoolstrijd gepleegd, is veroorzaakt gewordenOverigens dit is eene onbetwist bare waarheid Immers M. Olin, zegde in Op eens herinnerde zich nu Emma dat het vermaak van hare lotgevallen in hare moedertaal te kunnen verhalen, haar de huiselijke plichten had doen ver- waarloozen. Dadelijk vatte zij eene mand met erwten aan en begon deze met zooveel lever als behendig heid te pellenzij diende de tafel met zooveel oplet tendheid dat zij de genegenheid van den vreemden heer dermate won, dat de behendigste kunstgrepen niets meerder zouden hebbeo kunnen bijbrengen tot hel doen inwilligen der vraag die zij ging voorstellen, zonder zelve de uitgebreidheid er van te kennen. Wanneer M. Sinclair zijn voornemen te kennen gaf van den volgenden dag te vertrekken, vroeg hem Emma op eenigzins beschroomde wijze waar hij henen ging: Naar Sl-Petcrsburg, mijn kind Maar, mijnheer, wat is dat St Petersburg De hoofdstad van geheel Rusland. Och mijn waarde heer! neem mij daar henen mede; daar zal het immers geweest zijn waar mijne ouders zich naartoe begaven, daar moet ik hen dan zoeken, daar ook zal ik hen wedervinden. Vruchteloos bracht M. Sinclair de overtuigendste reden bij om hare grondelooze hoop te verijdelen zij bleef altijd zoo smeekend aandriDgen dat hij ei genlijk niet wist, wat hem best gepast te doen stond, om hare vraag beleefd van de hand te kunnen wijzen. Des anderendaags zegde hem de waardin dal Emma den ganschen nacht door geweend hadhel arm meisje, voegde zij er hij, aan God is het bekend dat ik, die haar uit ganscher hart lief heb, nooit de gedachte heb gevormd mij ooit van haar te scheiden indien nogtans een vermogend persoon, zooals bij l voorbeeld uw heerschap is, zich er mede zou willen j gelasten, dit zou voor haar een groot geluk wezen, en de hemel behoede mij hierin niet toe le stemmen overigens uwe levenswijs schijnt haar beter en gepaster te betamen dan wel de onze. Och! mijn goede heer! neem mij toch met u, riep Emma uit, terwijl hoop en blijdschap uil hare j oogen straalden neem mij met u, en ik ben zeker i mijne ouders te zullen ontmoeten. I M. Sinclair diep ontroerd, na het voor en tegen de kamer Men kan geen geld genoeg besteden aan 't onderwijs. En nu wat zal het natuurlijk gevolg van dit tekort wezen Eene nieuwe leening.... De Indépendanee kondigt ze reeds aan en 't zal geen kleintje wezen, zoo maar eentje van 200 niillioenNu als men geld leent, moet men intresten betalen. En waar zal 't ministerie de millioenen gaan zoeken die als intrest van deze nieuwe leening zullen moeten betaald worden In de schatkist?.... Neen, er wordt een tekort van zeven rpillioen bestatigdBij de lastenbetalers dan Ja, want er is geen andere uitvlucht..., Allons, Landgenoten, begint dus maar te zorgen dat uwe beurzen goed voorzien wezen. Nu dat handel, nijverheid en landbouw toch zoo zeer bloeien, zal het r.iet heel moeielijk wezen weldra eene welvoorziene beurs te be zitten.... Laat de aanstaande kiezingen ten voordeele van 't liberalismus uitvallen, en ge moogt verzekerd wezen dat men ze door nieu we belastingen van allen aard om ter dege zal uitkloppen ol 't u lief of leed is Dus, Landgenoten-Kiezers, gij zijt verwit tigdimmers gij alleen kunt een einde stel len aan de schandelijkste geldverspillingen die ooit in ons land begtatigd werden wel overwogen te hebben, stemde er eindelijk in toe zich met het meisje te belasten. Hij was door de fortuin genoegzaam bedeeld om voor de bekostiging, die het aannemen van Emma zou veroorzaken niet te moeten vreezen. Daarbij, het denkbeeld dat de god delijke Voorzienigheid dit verlaten kind hem zoo klaarblijkelijk in de armen kwam te werpen, ont zegde hem alle weigering. Hij besloot thans eerst zijne zaken te St-Pelersburg al te doen, en zich daar eene dienstmeid le bezorgen die de fransche of engelsche taal kende, met welke hij dan Emma zou komen afhalen. Dan, deze schikking kon Emrna's verlangen niet voldoen. De kinderen kennen slechts het icgtnwoordige; voor hen is hel verledene ver vlogen rook, en de toekomst eene ijdele schim, die zich bij wijlen in hel verschiet opdoet, maar al le spoedig verdwijnt. Ook liet het meisje niets onbe proefd om aanstonds medegenomen le worden; doch al bare pogingen waren vruchteloos, en met toege nepen hart zag zij dieu reiziger vertrekken, wiens aankomst in haar hart eene zoo milde bron van hoop had doen ontslaan. Verscheidene dagen waren verloopen zonder dat men iets van M. Sinclair vernam. Nogtans Emma, na hel voltrekken barer dagelijksclie bezigheid, begaf zich lederen dag bij het vallen van den avond op eenen heuvel die uitzicht gaf op den weg naar St Petersburg, ten eiude er de terugkomst van dien heer af le wachten. Eens dat zij, bij het plukken van eenige veldbloe men, de treurigheid, die haar overheerschte eenigzins trachtte te bedaren, begon zij bitterlijk te weencn en zuchtte Neen, hij zal niet meer komen, en geheel de wereld verlaat mij. nooit zie ik mijne geliefde ouders weder. Eensklaps komt in haar geheugen de raad van hare moeder van altijd haar veitrouwen op God te stellen, en in het uur des tegenspoeds zijnen heiligen bijstand af te smeeken. Nu werpt zij zich op de knieën, en stuurt tot den Schepper een kort, kinder lijk, maar tevens rein gebed. Nauwelijks had zij dit voleind, of eon rijtuig komt de straat afgereden en houdt stil voor de herberg i der weduwe Salkoff. Bij den eersten oogslag herkent 1 zij de reiskoets van M. Sinclair. Naar huis te loopen Tweede reeks van 1880. Storting van den laatsten termijn. Levering van de definitieve obligation. De laatste betalingstermijn der leening aan 4 ten honderd, 2e reeks van 1880 (een tiende van het nominaal kapitaal), eischbaar den 1 Mei 1882, zal ontvangen worden van den 1 tot uiterlijk den 5 dierzelfde maand, van 10 ure 's morgens tot 2 ure 's namiddags, bij de agen ten van den Staatskassier (Nationale Bank) te Brussel en in de provinciën. Bi j deze storting moeten de dragera de voor- loopige titels waarop deze zich toepast, aan den agent van de Nationale Bank overhandigen. Deze zal, in wisseling, definitieve obligatiën, van den intrestkoepon op aanstaanden 1 au- gusti voorzien, afleveren, tot het beloop van het kapitaal der titels, na gedane afrekening van de obligatiën welke afgeleverd geweest zijn voor het bedrag der acht volgende termij nen (van den t tot den 9e). De stortingen van den termijn op 1 mei 1882, niet binnen den bepaalden tijd gedaan, zijn onderworpen-aan de betaling van den in trest wegens uitstel, voorzien door artikel 9 van het ministerieel besluit van 8 januari 1880. HANDEL EN NYVERHEID. - Ilonig. Het getal bloemen, die eene bie moet bezoeken om haren honig te verveer- digen, is overgroot, daar elke bloem maar eene zeer kleine hoeveelheid suiker bevat. Van 125 klaverloppen kan men nooit meer dan één gram suiker bekomen dus moet men 125,000 en zich in de armen van haren edelmoedigen en zeer verlangden beschermer le werpen, was het werk van eenen oogenblik. De goede waardin ontving M. Sinclair met hare gewone hartelijkheid. Dezo had eene dienstmeid, om voor Emma te zorgen, met zich gebracht, en hij had niets vergeten van al wat aan zijne pleegdochter kon noodig of nuttig wezen, Den volgenden dag zon men vertrekken. Op bet oogenblik van in het rijtuig te treden, ontzonk aan Fmma den moed het innig leed zich van vrouw Salkoffen van dezer kinderen, die haar altijd als eene zuster behandeld hadden, te moeten scheiden, deed haar hart krimpen zij borst in tranen los en kon geen enkel woord uilen. M. Sinclair die dit bemerkte vatte haar eensklaps op, zette haar in het rijtuig, wierp de waardin eene beurs met geld toe, gaf den postiljon bevel af te rijden en verdween schielijk. Dit afscheid viel aan de goede familie pijnlijker dan men het wel zou gedacht hebben te midden harcr schreiende kinderen overtelde vrouw Salkoff hel geld der beurs en zegde zuchtende denkt hij misschien dat in hem dat kind verkocht en geleverd heb Maar hij is een zoo mild als rechtschapen heer, en Emma zal in hem eenen tweeden vader vinden. Dit denkbeeld alleen kon haar vertroosten. De verschillende voorwerpen, die zich tijdens Emma's optocht voor Emma's oogen opdeden en hare aandacht tol zich tiokken, droogden hare tranen op, en de hoop van eens bare ouders weder te vinden, stelde een einde aan hel spijt de goede familie Sal koff verlaten te hebben. Hoe zeer M. Sinclair ook mocht verlangen om zijnen terugtocht langs Frankrijk te nemen, ten einde er navorschingen nopens de ouders van het meisje te doen, dwong hem echter den aard van zijne diplomatische zending van zich rechtstreeks naar Engeland le begeven. Nauwelijks te Londen aangekomen schreef hij over Emma naar Parijs, edoch alle opzoekingen liepen vruchteloos af, vermits men in Frankrijks hoofdstad niemand kende die den geslachtsnaam van Delaval voerde Deze omstandigheid hield hij voor het meisje zorgvuldig verholen, ten einde niet bateloos eene wond te doen bloeden, die de tijd, zoo hij hoopte, allengskens zou heelen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 1