56ste Jaar Zondag20 Augusti 1802 ZV° I87o. IJZEREN WEG.VERTREKUREN I II AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Liberale rooverij. De Ridder d'Aglure. De vergelijking. Huiselijke Opvoeding. Waarschouwing. I» DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS8 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 3i December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 4,00. Vonnissen op 3d* bladz. 50 cent. Dendermonde. 4-56 6-40 8-45 12-52 3-09 6-38 10.08 Lokeret. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-31 Hechelen. 4-561 6-401 7-17d 8-l«d Exp. 1* 2'3« kl. 1-451 11-598 1-048 Exp. 1*2" 3*kl. 2-518 3-091 6-008 6-381 10-068 Exp. 1* 2* 3* kl. Aalw. 4-561 l-40r 7-178 8-l2dExp. 3 kl. 1-45! 1-048 Exp. 1* 2* 3* kl. 2-518 3-09! 6-008 6-381 10-068 Exp. 1* 2* 3* kl. Brussel, langs Denierleeuw. 4 31 7-32 9-00 8-12 E 3 kl. 9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 EHkl. 2-50 4-49 direct 5-24 E 6-00 8-52 9-14 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-318 4-561 6-401 8-128 3 klas. 8-4M 0-008 9-138 (11-598 tol Leuveu) 1-048 Exp. 2*3'kl. 2-508 5-208 Exp. 1* 2' kl. 6-008 9-148 10-88 Exp. 3 kl. (1) Nota. De letter I beteekent laags Termondt «n 8e Gent, (5-00's vrijd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41 12-21 12-40 2-26 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35 8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E 1* 2' 3* kl. 6-35 8-54 E 3kl. Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssei (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Aih5-55 0-00 11-59 11-59 2-51 6-00 Ninove. Geeraerdsbergcn, Lessen, Atb 5-55 0-00 8-12 2-51 0-00 6 00 9-11 Bergen, Quiévrain 5-55 0-00 ^-12 H-59 2-51 0-00 6-00 Engbicn Branie, Manage, Charleroi, Natr.nc langs Geeraerds- bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 6-00 Sotlegem, langs Erpe-Mcire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel, Opwyck, Mecbelen,Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12 letter 8 langs Denderleeuw. Unique Siiuni. NAAR AELST UIT Ath 6.49 10.30 1.1» 4.09 7.58 9.05 Antw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2' 3e kl. 12-15 3-15 E. 1°2#3* kl. 3-54 4.45 5.54 6.5U E. 1*2» 3' kl. 9.05 Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11 53 1-50 dir. 1.55 3.U0 E4.49 5.19 E 5.50 7.17 8.15 E Ski. 8.20 11-45. Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48 Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41 Gent 6.24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.07 12.31 E 3kl. I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.18 9.25 Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.56 7.53 Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende 0.00E 6.04 6.19E. 1 2 3 kJ. 9.00 0 00 0.00 II.12 E 3 kl. 11-54 2,01 3.29 0.00 E 3 kl. 6.04 uit Gent naar Moortzecle, Sottegcm, Geeraerdb., Eegbien, Braine-le Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.49 6.55 6.59 uit geeraerdsbergen naar Maria-Lierde.Sollegem, Moortzecle en Gent, 5 15 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, ilerzele, Sotteg. Audenaerde, Assegem Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct. uit Sottegeh langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokbrin en Gent 4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.30 9.10 E 3 kl. uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwbrpbn 4.25 7.05 8 00E 9.25 1<>.50 2.20 5.25 7.05 9.05B 3kt. Uit Sottegem langs Erpe-Mcire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12 AELST, 19 AUGUSTI llti. Wij zullen tot het einde toe gaan, riep heerke Bara te Doornijk uit, en inderdaad, integen- woordigheid van de eene liberale rooverij die die de andere opvolgt, moet men besluiten dat liet ministerie der zeven moortelbroeders waarlijk besloten heelt, tol het einde te zullen gaan. Heden is 't deze fondatie, morgen is 't dege ne die, door eenen enkelei pemienlrek tegen recht en rede in, ten voordeele van dees of geen gemeentebestuur aangeslagen, of boter gezegd, gestolen wordt. Niets weêrhoudt onze liberale ministers in hunne schandelijke onrechlveerdigheid de bepalingen der (ondatie mogen nog zoo klaar nog zoo duidelijk uitgedrukt zijn, zij rooven met eene stoutmoedigheid die een gewone roover zou beschamen. Getuige wat dezer dagen gebeurde ten op zichte van de londntie-Crombeen, te Gent. Bij testament gedagteekend 23 November 1724, miek mejuffer Joanna Crombeen de vol gende schikkingen Ik legateer mijn hui3 met al de meubelen, lijnwaden en wollen stoffen, zoo als liet ges taan en gelegen is in de St-Pieters-Nieuw- slraat, in deze stad Gent, aan de godvruchtige dochters welke het nu met mij bewoonen en aan deze welkeer na haar zullen inkomen, en er namelijk zullen beoefenen de godvruchtige manier van leven en der. regeltucht welke voorzegde godvreezende zusters tot heden volgen en altijd gevolgd hebben. En moest het bij toeval gebeuren dat voor zegde vereeniging van godvruchtige dochters kwame te verdwijnen, mijn inzicht en laatste wil zijn dat, in zulk geval, gezegd huis met al het hierboven beschrevene, zal overgaan een deel aan de tafel der parochiale kerk van St- Pieters, een deel aan de tafel der parochiale kerk van St-Martinus (Akkergem), en hel overblij vende derde gedeelte aan de armenkamer, voor het onderhoud en de voortzetting der armenschool van Oost-Indien, gezegd Blauwe school. Verzoekende, ten einde de uitvoering van mijnen voorzegden wil .te beter te verzekeren, den eerw. heer Steels, pastor van St-Pieters, den eerw. heer J. Malthieu, priesters, en den eerweerden heer...., welke ik bij dezen aan stel en verkies als geestelijke bestuurders van voorzegde vereeniging van godvruchtige doch ters, en mijnen kozijn den adjuint-meier Baudewijn-Jan Cloosterraan, als wereldlijken heer of bestuurder dezer vereeniging, mijn tegenwoordig testament uit te voeren in den vorm en op de wijze als voorzeid. Bevelende aan gezegde heeren, zoo goed te willen zijn in stand en bestaan te houden de school voor jonge meisjes, zoo als zij nu in mijn voorzegd huis bestaat. Een koninklijk besluit verschenen in den c«0>>- (2e vervolc Wel, riep de baron hem toe, gij moet mijne vrcerado planten ook eens zien zij zyn wel der moeite waardig. Ja, voegde Ferdinand er bij, de markies de Kerneven betfl mij zelf gezegd dal zij in de orange- rie le Versailles nog zoo ver niet zijn. Inderdaad vroeg de baron met eene blijkbare zelfvoldoening, dan moet ik hem heden avond, als bij komt, daar over sproken. Komt do marquies hedeu avond vroeg Rudolf, die eiddelijk zijne onlroering meester was gewor- den. Ik denk ja, hernam de baron. Ihj weel dat ik hem spreken moei en daar hij ook zoo eensklaps heengegaen is zonder <-d mij le wachlen, zal hij ze kerlijk wel terugkomen. Rudolf antwoordde niels maar bij gevoelde zich niel genoeg meester van zich zelvon om eene tweede ontmoeting met zijne medeminnaar te hebben. Hij nam dus na eenige oogenblikker. afscheid van de Ecksteins en vertrok. De ontroering waar mede hij in zijn verblijl terugkwam, is gemakkelijk to begrij pen. Clotilde beminde hem, hij kon er zeker van zijn Maar, welke gevolgen zoude hunne liefde hebben Hoe zoude hij do plannen des barons vernietigen Op welk eene wijze hem om de hand zijner dochter vragen De genegenheid die de baron hem betoonde machtigde hem nog niet zulk eene vermetelheid le gebruiken en de arme jongeling verloor zich in een doolhof van allerlei elkander kruisende gedachten, en van plannen, even spoedig opgegeven als ge vormd Hij zoude echter eenen verschrikkelijken slag outvangen dieu hij niet kon voorzien. De zelfde reden die Rudolph bewogen bad zich le verwijderen, maakte dat Clotilde zich reeds vroeg naar hare kamer begaf. Ook hare aan- Moniteur vari 2 Oogst, beveelt dat de Fondalie- Crombeen moet ontnomen worden aan hare liedendaagsche bezitters om over te gaan in handen van 't stedelijke Bestuur vari Gent, 't welk liet revenu van de gerooide fondatie zal gebruiken tot liet bestrijden der onkosten van 't officieel onderwijs. Wij vragen liet, kan men den uitterslen wil der stichter, juffer Crombeen, op eene schan delijkere wijze miskennen en verkrachten? Heeft mejuffer Crombeen ooit liet inzicht ge had iels aan de stad Gent te legateren Heeft mejuffer Crombeen liet officieel of geu zen onderwijs ooit willen bevoordeelingen Nooit, integendeel En nogtbans, juist hel onderwijs dat zij niet wilde, dat zij verslootte en verafschuwde zal nu met de opbrengsten van haar legaal bevoordeeligd worden. In on?e oogen heeft het ministerie hier eenen oprechten diefstal gepleegd immers de roover die iemand in 't bosch aanrandt, handelt niet anders. Wij kunnen lot zeker punt aannemen, dat hel ministerie uit liaat tegen 't catholiek onderwijs, /ijnegoedkeuring weigert aan alle legaat ten veordeele van 't vrije on derwijs vermaakt, maar de uitdrukkelijke wil van den stichter miskennen, en liern door zijnen eigen wil vervangen, aan eene klaar en duidelijke bepaling anders doen zeggen dan 't gene zij waarlijk zegt, dit is in onze oogen eene schanddaad waar geen eerlijk gemoed zich zou willen aan pliolitig maken... Het geldt hier geene kwestie van partijen het geldt hier alleenlijk te weten of de eigen dom nog eigendom is, en of het aan den eerste den beste, al ware hij koning of minis ter, toegelaten is tegen alle rechtveerdigheid in, u van uwen eigendom le berooveu. Wij hopen dat alle die zich zoo rasch opvol gende schreeuwende onrechtveerdiglieden, eindelijk de oogen der deftige en eerlijke libe ralen zullen openen, en dat zij dan de schan delijke rooverijen onzer liberale ministers met evenveel krachtdadigheid als wij zullen afkeu ren en schandvlekken. EEUWFEEST VAN HET TE G18EGEM, Mijnheer Eene grootsche Plechtigheid, en tevens gul hartig Familie-feest, zal op Dijnsdag 12 Sep tember aanslaande, plaats grijpen in het Jonge lingen-Pensionnaat te Gysegem. Talrijke oud leerlingen van dit Geslicht hebben besloten, dien dag naar de Vlaamsclie Gemeente heên te snellen om er het Eeuwfeest te vieren van hel opvoedings-huis waar zij de eerste jaren hunner jeugd hebben doorgebracht. Wij zijn gelukkig, .Mijnheer, u tot dit Broederfeest uit te noodigen. Gij ook, als oud-Leerling, zult u voorzeker willen het genoegen verschaffen, dit Gysegem weer te zien, waar wij voorheên, onder echt vaderlijke zorgen, in wetenschap en plicht onderwezen wierden. In groot getal znllen wij derwaarts trekken, om er te samen eeri openbaren blijk te geven onzer erkentenis, voor de goede lessen welke wij er genoten in onze jeugd. Dit zullen wijimmers, het staat den dankbare zonen ten plicht allen toe te snellen, wanneer er Feest te vieren is in Va- dershuis. Het Jongelingen Gesticht van Gysegem,waar zooveel onzer Vlaamsclie Broeders hunne eer ste opvoeding ontvingen, heeft nu een onafge broken bestaan van meer dan honderd jaren. Nederige school bij zijn begin, won het steeds meerei) meer het vertrouwen der Familiën in en heden mag het, onder alle opzichten, als een der bijzonderste en beste Gestichten des Lands aanzien worden. Die groei en bloei zijn eene welverdiende kroon op 't hoofd der echte Menschenvrienden, die er opvolgemlijk hun leven en hunne beste zorgen aan T opvoeden der Jeugd hebben toegewijd. Gaan we dus, met honderdtallen, dien Triomf vieren van het Vrije Katholieke Onderwijs, in onze lieve Vlaan deren. De plechtigheid onzer betuiging, zal den heeren Bestuurder en Leeraars van 't Pen sionnaat eene machtige aanmoediging wezen, om zich, zoo mogelijk, nog meer aan Gods dienst en Vaderland verdienstig te maken. Overtuigd, .Mijnheer, dal wij op gezegden dag, het genoegen zullen hebben uwe broeder hand te mogen drukuen, bieden wij U de ver zekering aan van onze ware hoogachting. Namens de Feest-Commissie DE VOORZITTER, DE SEKRETARIS, V. VAN WAMBEKE. FR. CLAUS. Volksvertegenwoordiger en Bur- Geneeslieer te Aelst. gemccster van Aelst. Gysegem, 9 Augusti 1882. De heeren oud-Leerlingen welke, bij verge telheid, den hierbovenstaanden omzendbrief, niet mochten ontvangen hebben, worden ver zocht de tegenwoordige afkondiging als eene vriendelijke uitnoodiging te aanschouwen. De Bien public doet uitschijnen dat het vrije onderwijs, in zijn geheel beschouwd, de ver gelijking met het officieel onderwijs geenszins te duchten heelt. Zouden misschien de op voedkundige methoden een voorrecht, een mor.opolium zijn, vraagt onze confrater. Zijn de rekenkunde, de geschienenis en de aard rijkskunde verborgen wetenschappen waarvan de ofticieele bonzen alléén de mysteriën door gronden en de geheimen bewaren Zulks beweren, ware eene dwaasheid. Maar wat waar is en wat de ondervinding menigmaal bevestigd heelt, is dat hel gods dienstig en vrij onderwijs eenen praetischen en wezenlijken voorrang heeft op het officieel en onzijdig onderwijs. Deze overhand verklaart zich, niet door de verscheidenheid der per soonlijke en aangeboren bekwaamheden der onderwijzers ol der leerlingen, maar door het geheel zelf der schoolinrichting. De christe lijke, catholieke onderwijzer oelent niet alleen een ambt uil, maar hij volgt eenen roep, die zeer dikwijls gepaard gaal met de verbintenis sen van den kloosterlijken staat Hel gedacht doeningen waren te groot, dan dal zij dien avond nog de galanterien van den markies kon aanhooren. De baron en zijn zoon bleven dus alleon om de be zoekers le ontvangen. Er kwamen inderdaad eenige persoonen en men begon le spelen onder de spelers bevond zich de kolonel de Mauxcliamps, een dik, vrolijk mcnsch, eerst zeer onlangs te Parys teruggekomen, na onder Frcderik-den-Groote ge diend le hebben. Hij verhaelde met veel vuur eenige, soms wat losse, avonturen uit zijne veldtochten. A propos, riep Ferdinand plotseling, zeg mij eens. kolonel, of gij in pruisische leger een franscli officier gekend hebt die ridder d'Aglure heette, en in den slag bij Friedberg gesneuveld is De dikke kolonel begon luidkeels le lachen, en sloeg zich op zijne dij Of ik hem gekend heb? Voor den drommel? dat geloof ik., want ik heb hem gedood. Deze ruwe bekentenis verwekte eene zonderlinge opschudding onder de spelers. Ferdinand beefde en liet zijne kaarten vallen. De baron Van Eckstein zag den kolonel met een verbaasd gelaat aan. Een gnede jongen op mijn woord, vervolgde de Mauxchamps, mei zekere gulheid, zonder den indruk, dien zijne verklaring gemaakt had, te be merken een goed edelman, dapper als Cesar.... Maar, speelt gij niet, Van Eckstein Ik luisterde naar u, Mauxchamps, antwoordde de baron mei uitdrukking en wierp ook zijno kaarten weg. Gij zeide.. dal gij den ridder d'Aglure ge dood hebt Op mijn woord, ja.... en ik heb er wat om ge lachen... 0 ik heb er zoo om gelachen, herhaalde hij werktuiglijk, zijne kaarten inziende. Speel dan, Fer dinand... en op mijn woord, die het laatst lacht, lacbl het best.... Zie eens, vervolgde bij op een zege pralende toon, eene kaart opspelende, ga daar eens boven als gij kunt. En besloot zijne woorden met op eene juiste wijze het geschal eener trompet na te bootsen, terwijl hij eenen spottendea blik op zijne medespelers wierp. vari dezen roep en der plichten die hij oplegt verlaat hem niet als zijne klas geëindigd en zijne les gegeven is; liet beheerscht gansch zijn leven, het is het dagelijks voedsel en het op perste doel. Van den kant der leerlingen is hel gemak kelijk te beseffen hoezeer den godsdienst de regeltucht, de gehoorzaamheid, den vlijt, be gunstigd. Alle opvoedkundigen, welke niet door anli-chrislelijke vooroordeelen verblind zijn, brengen hulde aan de krachtdadigheid van dezen invloed en verklaren de onmogelijk heid denzeiven door kunstmatige prikkels le vervangen. Ziedaar, ook, om in 't voorbijgaan aan te stippen, eene der oorzaken, die de voor keur der familien wettigen voor een onderwijs waar de godsdienst de uitstekende plaats be kleedt welke hem toekomt De feilen zelve, wij hebben het gezegd, zijn zeer dikwijls den voorrang van zulk onderwijs komen bewaarheden. Nergens hebben de catholieke en vrije scho len zich laten op het achterplan zetten door de officieele scholen. In Frankrijk, zijn de bijval len der Broeders van de christelijke leering bevestigd door verpletterende en onweerleg bare statistieken. En waar, in het praclisch leven, ziet men dat de leerlingen, gevormd door het catholiek onderwijs, moeten achteruitgaan of blozen voor de kweekelingen van het offi cieel onderwijs 't Zijn niet wij, 't is integendeel het libera- lismus dal in zake van onderwijs de vergelij king, de mededinging, de vrijheid vreest; ware het niet zoo, waarom dan zouden de liberalen overal de aanhangers en voorstanders zijn van het monopolium; waarom zou men dan die woede zien om de catholieke scholen met of zonder redenen te doen sluiten en de klooster lingen-onderwijzers te verbannen Ach de oorzaak dezer houding is niet moei- elijk om vinden. Gelijk over eenige dagen een liberaal dagblad bekende, moet het officieel onderwijs wel aan den dwang vragen wat bet niet kan bekomen door de overtuiging. Het is deze zelfde tactiek die hedendaags onze tegenstrevers aanzet dat oorlogstuig op te richten, hetwelk zij het wereldsch en ver plichtend onderwijs noemen. Het is geenszins de onwetendheid, maar het is de vrijheid die zij willen bestrijden, en het wezendlijk inzicht dezer kampioenen van het licht, is de scholen le vernietigen alwaar hel liberalismus niet de meester is om naar zijn welbehagen de jonge geslachten te vormen en de zielen aan de Kerk te ontrukken. Behandeling der gramschap. 1°Vergun nooit aan uwe kinderen hetgeen zij vragen met geschreeuw en bewegingen van ongeduld, of hetgeen zij zoeken te verkrijgen door geweld of slechts door gepruil. 2°Berisp ze met zoetheid en straf ze in koelen bloede, niet op het oogenblikder gram schap maar als zij de kalmte zullen weder ge kregen hebben. Wat vindt gij er toch zoo veel vermakkelijks in, dal gij eene landgenoot gedood hebt? vroeg Ferdi nand met zekere levendigheid. Wat zal ik u zeggen hernam de dikke kolonel met een herlclijken lach. De ledige tijd in de garni zoenen. Men weet niel wal men bedenken zal om den lijd le verdrijven. Is hij dan niet bij Friedberg gesneuveld Wel zekar is hij, antwoordde Mauxchamps mei verdubbelde vrolijkheid, gesneuveld op mijne manier en met mijne handen begraven. Maar, wal beteekenl dat alles riep de baron uit. Spreek duidelijk, voorden duivel O, het is eene geheele roman, een roman in twee deelen, waar in ik ook mijne rol gespeeld heb. Maar, verhaal ons dan toch Welnu, zegde Mauxchamps, maar veroorlof mij geene namen te noemen. Want, schoon ik de bedoel de personen sinds lang uil het oog heb verloren, konden zij echter nog leven, en ik zou hen geene onaangenaamheden willen veroorzaken. Hoe kunnen zij nog leven Is de riddder d'Aglure dan niet dood Wel zeker is bij dood. Maar, luister dan, waar ben ik gebleven met mijn verhaal Wel, gij zijl nog niet begonnen, zeide Ferdi nand met zeker ongeduld. Nu dan, de edelman die men de ridder Rudolf d'Aglure noemde... Noemde Was zijn naam dan anders viel de baron hem Iev6ndigd in de rede. De dikke kolonel deed weder als of bij trompette, en vervolgde Dal heb ik niel gezegd Maar, als gij mij altoos in de rede vali, kom ik niet verder. Do edelman dan, dien men de ridder d'Aglure noemde, was, zoo als ik zeide, een officier van hoogen adel en groole dap perheid, een weinig jonger dan ik. Hij zal toen vijf- en-lvviniig jaren zijn geweest. In den slag bij Chotu- sitz, kreeg hij bevel eene vijandlijke batterij te be stormen en kweet zich van dien last uitmuntend Vermijden wij boven alles zeiven aan onze kinderen de practijk der gramschap en der wraak te leeren, zooals uogtans een aantal huismoeders doen. De kleine valt, doet zich zeer en weent. Leelijke steen, die mijn kindje pijn heeft ge daan Wij zullen hem slaan Hier weent het kind niet meer de vreugde der wraak schittert in zijne oogen. Naar het voorbeeld zijner moeder, slaat, stamt het woe den op den-steen, en valt tegen hem uit in ver wijlingen. Is het een broeder die het kwaad gedaan heeft, dan is het de broeder die gesla gen wordt, en, bij de eerste gelegenheid, zal de beleedigde zich over zijne eigene handen wreken. Dat is logisch maar hel is noodlottig. De apotheker heeft geen geneesmiddel om de gramschap te genezen; 't is den zedenlee raar, die de eerste stem in 't kappittel heelt. Men moet, heeft Senequa gezegd, de eerste opwelling der gramschap beteugelen, gelijk men op de grenzen den vijand tegenhoudt. Een slaaf had Socrates heviglijk ontsteld door zijn slecht gedrag Ik zou u slaan, zeg de de wijze, indien ik niet in gramschap was. —Men moet dus de eerste opwelling te keer gaan, daar ligt alles in gelegen. Mochte elke huismoeder deze waarheid beseffen. Wij achten het noodzakelijk de aandacht onzer geëerde lezers in te roepen op de vol gende waarschouwing door 't Handelsblad meêgedeeld Wij ontvangen uit verschillende gemeen ten en ook uit de stad, liet bericht dat zekere boekerileurders aldaar boeken verkoopen die slecht, doorslecht zijn. Meestal worden die boeken aan de bur gers en buitenlieden bij inteek#ning, en voor eenige centiemen per week, aangeprezen. Men denkt voor iets goeds in te schrijven, en men brengt een boek in huis dat ten slotte het verderf in kinderen en huisgenoten ver oorzaakt. Wij waarschouwen ook de ouders tegen zekere hollandsche uitgaven, waarmeé men hier de deuren afloopt, (inschrijving bij week) die daargelaten dal zij vuil zijn uitgegeven, op meer dan eene bladzii'eene geuzengeest doet zien, die hier in onze nuiskringen in 't geheel niet past en ook niets nationaals heeft. Niet minder is het noodig dat de ouders, wier kinderen in de officieele scholen gaan, nazien wat prijsboeken deze meê van de school thuis brengen. Meestal zijn die boeken in Holland gedrukt en velen zijn doorspekt met protestantsche denkbeelden, zelfs heeft men er vroeger uit gegeven, die alles behalve gepast waren in de handen van kinderen. Men vergete het niet het liberalismus is in een ongeloofelijken iever bezig met aller hande geschriften heimelijk en openlijk te verspreiden, vooral op den buiten het maakt gebruik van een oogenblik dat bij ons de waak zaamheid veel verslapt is, en dat zekere kop- Slechls had bij de onhandigheid zich, ik weet niet hoe vele, wonden te laten toebrengen en bleef voor dood liggen lk, voor mijn deel, had den rouw over hem aangenomen en op zijne gezondheid in de ande re wereld gedronkeD, toen ik eensklaps hoorde dat de schalk nog leefde en recht gezond was, daar hij zijn hof maakte aan eene jonge freule uil den om trek. Die jeugdige schoonc had, terwijl zij zijne wonden verhond, hem eene wonde in het hert loc- gebracht, en.... Gij vervalt in de poëzy, kolonel, zeide de baron eenigzins bitter Laat mij vervolgen. De zaak was, dat d'Aglure geheel en al verliefd was, cn zoo verliefd, dal hij de jonge schoone huwde; maar, daar zijn hoofd geheel op den hol was, vergat hij in de kerk zijn waren naam op te geven dat niet le verwonderen is, voegde hij er met zekere spottende goedher- ligheid bij, wanneer men gek van liefde is Men heelt nog wel erger dingen gezien Hij heette dus niet d'Aglure riep de baron levendig uit. De kolonel trompette weder, en ging toen voort. Het huwelijk was zeer gelukkig, maar helaas.' alles neemt een einde. Een vreeselijk voorval ver nietigde dit zoele geluk. Rudolf d'Aglu e bleef onder de dooden bij Friedberg en is mei weder opge staan. Hoe riep de baron, en gij hebt ons eerst gezegd dat gij hem gedood hebt Dat heb ik ook, mijn goede Eckstein hernam Mauxchamp Begrijpt gij bet dan niel Ik heb het hertstochlijk bericht zijne laatste oog< nblikken op gesteld in h'te tile met hem zeiven, na dat wij drij fiesschen Champagne geledigd hadden, die wij op de Oostenrijkers hadden buit eraaakt. Hij leefde riepen de omstanders uit De dikke kolonel liet zijne gewoone fanfare hoo- ren, en wierp zich achterover in zijne leuningstoel. En wat is er van den ridder d'Aglure gewor den vroeg de baron op een ernstigen toou. Die is voor altoos verdwenen, hernam Maux champs, want hij had eigenlijk nooit beslaan. D'A glure was slechts een naam, dien hij voorzichtiglijk aangenomen had toen hij in pruisische dienst trad, cn hij moest dien naam afleggen toen hij zijnen rang in hel fransche leger hernam. Overigens was bij inderdaad op zijne kleine duitsche verzot, en ik zag het oogenblik nabij, dat hij dwaes genoeg zou zijn geweest, om haar in allen ernst le huwen. Hij begreep eindelijk ook dal dit eene dwaasheid zou geweest zijn vooreerst, om dat zij hem misschien zijn eerste bedrog nooit zoude vergeven hebben, en ten tweede, om dal hij niets bezat dan zijnen degen en zij niets dan hare schoonheid en deugd en ten derde, om dat Rudolf d'Aglure eenmaal goed gedood zijnde, zij weduwo was, zich zekerlijk zoude troos ten en er niets bij verliezen want, hij had bij Fried berg kunnen sneuvelen. Hij begreep die reden ein delijk ook, zoo als ik zeg en ik schreef hel doods bericht. Het waren drogredenen zeide de baron koel en cnslig. Maar, het kwaad is eenmaal geschiedt, en thans onherstelbaar. Men stond op en sprak over andere zaken. De markies de Kerneven kwam niet, tegen het vermoe den van den baron, en het gezelschap scheidde vroegtijdig. De baron met zijnen zoon alleen gebleven, was somber en ernstig. Welk ceno ongelukkige omstandigheid zeide bij eindelijk het doet mij leed om dien armen Rudolf; hij is een brave jongen, en om zijno arme moeder, die men zoo schandelijk bedrogen beeft. Welk een smet voor hare familie Wij kunnen hem niet meer zien. Ons huis zoude een onderwerp van j zonderlinge gesprekken worden Een bastaard de zoon eens gelukzoekers Hel is onmogelijk Ferdi nand, schrijf hem, dat hij hier niel meer moet ko men. Zeg hem de reden niet, om hem niet te verne- j deren maar gij moet hem in bet vervolg ontwijken. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 1