56ste Jaar
Zondag20 Augusti 1802
ZV° I87o.
IJZEREN WEG.VERTREKUREN I II AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Liberale rooverij.
De Ridder d'Aglure.
De vergelijking.
Huiselijke Opvoeding.
Waarschouwing.
I»
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS8 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 3i December.
ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 4,00. Vonnissen op 3d* bladz. 50 cent.
Dendermonde. 4-56 6-40 8-45 12-52 3-09 6-38 10.08
Lokeret. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-31
Hechelen. 4-561 6-401 7-17d 8-l«d Exp. 1* 2'3« kl. 1-451
11-598 1-048 Exp. 1*2" 3*kl. 2-518 3-091 6-008
6-381 10-068 Exp. 1* 2* 3* kl.
Aalw. 4-561 l-40r 7-178 8-l2dExp. 3 kl. 1-45! 1-048 Exp.
1* 2* 3* kl. 2-518 3-09! 6-008 6-381 10-068 Exp.
1* 2* 3* kl.
Brussel, langs Denierleeuw. 4 31 7-32 9-00 8-12
E 3 kl. 9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 EHkl. 2-50 4-49 direct
5-24 E 6-00 8-52 9-14 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-318 4-561 6-401 8-128
3 klas. 8-4M 0-008 9-138 (11-598 tol Leuveu) 1-048
Exp. 2*3'kl. 2-508 5-208 Exp. 1* 2' kl. 6-008 9-148
10-88 Exp. 3 kl.
(1) Nota. De letter I beteekent laags Termondt «n 8e
Gent, (5-00's vrijd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41
12-21 12-40 2-26 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35
8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E 1* 2' 3* kl. 6-35 8-54 E 3kl.
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssei (langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Aih5-55 0-00 11-59
11-59 2-51 6-00
Ninove. Geeraerdsbergcn, Lessen, Atb 5-55 0-00 8-12
2-51 0-00 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 5-55 0-00 ^-12 H-59 2-51 0-00 6-00
Engbicn Branie, Manage, Charleroi, Natr.nc langs Geeraerds-
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 6-00
Sotlegem, langs Erpe-Mcire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel, Opwyck, Mecbelen,Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12
letter 8 langs Denderleeuw.
Unique Siiuni.
NAAR AELST UIT
Ath 6.49 10.30 1.1» 4.09 7.58 9.05
Antw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2' 3e kl. 12-15
3-15 E. 1°2#3* kl. 3-54 4.45 5.54 6.5U E. 1*2» 3' kl. 9.05
Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
11 53 1-50 dir. 1.55 3.U0 E4.49 5.19 E 5.50 7.17 8.15 E
Ski. 8.20 11-45.
Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48
Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41
Gent 6.24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.07 12.31 E 3kl.
I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.56 7.53
Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09
Oostende 0.00E 6.04 6.19E. 1 2 3 kJ. 9.00 0 00 0.00
II.12 E 3 kl. 11-54 2,01 3.29 0.00 E 3 kl. 6.04
uit Gent naar
Moortzecle, Sottegcm, Geeraerdb., Eegbien, Braine-le
Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.49 6.55 6.59
uit geeraerdsbergen naar
Maria-Lierde.Sollegem, Moortzecle en Gent, 5 15 7.24
8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, ilerzele, Sotteg. Audenaerde, Assegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct.
uit Sottegeh langs denderleeuw naar
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokbrin en Gent
4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.30 9.10 E 3 kl.
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwbrpbn
4.25 7.05 8 00E 9.25 1<>.50 2.20 5.25 7.05 9.05B 3kt.
Uit Sottegem langs Erpe-Mcire. 7.49 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
AELST, 19 AUGUSTI llti.
Wij zullen tot het einde toe gaan, riep heerke
Bara te Doornijk uit, en inderdaad, integen-
woordigheid van de eene liberale rooverij die
die de andere opvolgt, moet men besluiten
dat liet ministerie der zeven moortelbroeders
waarlijk besloten heelt, tol het einde te zullen
gaan.
Heden is 't deze fondatie, morgen is 't dege
ne die, door eenen enkelei pemienlrek tegen
recht en rede in, ten voordeele van dees of
geen gemeentebestuur aangeslagen, of boter
gezegd, gestolen wordt.
Niets weêrhoudt onze liberale ministers in
hunne schandelijke onrechlveerdigheid de
bepalingen der (ondatie mogen nog zoo klaar
nog zoo duidelijk uitgedrukt zijn, zij rooven
met eene stoutmoedigheid die een gewone
roover zou beschamen.
Getuige wat dezer dagen gebeurde ten op
zichte van de londntie-Crombeen,
te Gent.
Bij testament gedagteekend 23 November
1724, miek mejuffer Joanna Crombeen de vol
gende schikkingen
Ik legateer mijn hui3 met al de meubelen,
lijnwaden en wollen stoffen, zoo als liet ges
taan en gelegen is in de St-Pieters-Nieuw-
slraat, in deze stad Gent, aan de godvruchtige
dochters welke het nu met mij bewoonen en
aan deze welkeer na haar zullen inkomen, en
er namelijk zullen beoefenen de godvruchtige
manier van leven en der. regeltucht welke
voorzegde godvreezende zusters tot heden
volgen en altijd gevolgd hebben.
En moest het bij toeval gebeuren dat voor
zegde vereeniging van godvruchtige dochters
kwame te verdwijnen, mijn inzicht en laatste
wil zijn dat, in zulk geval, gezegd huis met al
het hierboven beschrevene, zal overgaan een
deel aan de tafel der parochiale kerk van St-
Pieters, een deel aan de tafel der parochiale kerk
van St-Martinus (Akkergem), en hel overblij
vende derde gedeelte aan de armenkamer,
voor het onderhoud en de voortzetting der
armenschool van Oost-Indien, gezegd Blauwe
school.
Verzoekende, ten einde de uitvoering van
mijnen voorzegden wil .te beter te verzekeren,
den eerw. heer Steels, pastor van St-Pieters,
den eerw. heer J. Malthieu, priesters, en den
eerweerden heer...., welke ik bij dezen aan
stel en verkies als geestelijke bestuurders van
voorzegde vereeniging van godvruchtige doch
ters, en mijnen kozijn den adjuint-meier
Baudewijn-Jan Cloosterraan, als wereldlijken
heer of bestuurder dezer vereeniging, mijn
tegenwoordig testament uit te voeren in den
vorm en op de wijze als voorzeid. Bevelende
aan gezegde heeren, zoo goed te willen zijn in
stand en bestaan te houden de school voor
jonge meisjes, zoo als zij nu in mijn voorzegd
huis bestaat.
Een koninklijk besluit verschenen in den
c«0>>-
(2e vervolc
Wel, riep de baron hem toe, gij moet mijne
vrcerado planten ook eens zien zij zyn wel der
moeite waardig.
Ja, voegde Ferdinand er bij, de markies de
Kerneven betfl mij zelf gezegd dal zij in de orange-
rie le Versailles nog zoo ver niet zijn.
Inderdaad vroeg de baron met eene blijkbare
zelfvoldoening, dan moet ik hem heden avond, als
bij komt, daar over sproken.
Komt do marquies hedeu avond vroeg Rudolf,
die eiddelijk zijne onlroering meester was gewor-
den.
Ik denk ja, hernam de baron. Ihj weel dat ik
hem spreken moei en daar hij ook zoo eensklaps
heengegaen is zonder <-d mij le wachlen, zal hij ze
kerlijk wel terugkomen.
Rudolf antwoordde niels maar bij gevoelde zich
niel genoeg meester van zich zelvon om eene tweede
ontmoeting met zijne medeminnaar te hebben. Hij
nam dus na eenige oogenblikker. afscheid van de
Ecksteins en vertrok. De ontroering waar mede hij
in zijn verblijl terugkwam, is gemakkelijk to begrij
pen. Clotilde beminde hem, hij kon er zeker van zijn
Maar, welke gevolgen zoude hunne liefde hebben
Hoe zoude hij do plannen des barons vernietigen
Op welk eene wijze hem om de hand zijner dochter
vragen De genegenheid die de baron hem betoonde
machtigde hem nog niet zulk eene vermetelheid le
gebruiken en de arme jongeling verloor zich in een
doolhof van allerlei elkander kruisende gedachten,
en van plannen, even spoedig opgegeven als ge
vormd Hij zoude echter eenen verschrikkelijken
slag outvangen dieu hij niet kon voorzien.
De zelfde reden die Rudolph bewogen bad zich
le verwijderen, maakte dat Clotilde zich reeds
vroeg naar hare kamer begaf. Ook hare aan-
Moniteur vari 2 Oogst, beveelt dat de Fondalie-
Crombeen moet ontnomen worden aan hare
liedendaagsche bezitters om over te gaan in
handen van 't stedelijke Bestuur vari Gent, 't
welk liet revenu van de gerooide fondatie zal
gebruiken tot liet bestrijden der onkosten van
't officieel onderwijs.
Wij vragen liet, kan men den uitterslen wil
der stichter, juffer Crombeen, op eene schan
delijkere wijze miskennen en verkrachten?
Heeft mejuffer Crombeen ooit liet inzicht ge
had iels aan de stad Gent te legateren
Heeft mejuffer Crombeen liet officieel of geu
zen onderwijs ooit willen bevoordeelingen
Nooit, integendeel En nogtbans, juist hel
onderwijs dat zij niet wilde, dat zij verslootte
en verafschuwde zal nu met de opbrengsten
van haar legaal bevoordeeligd worden.
In on?e oogen heeft het ministerie hier
eenen oprechten diefstal gepleegd immers
de roover die iemand in 't bosch aanrandt,
handelt niet anders. Wij kunnen lot zeker punt
aannemen, dat hel ministerie uit liaat tegen 't
catholiek onderwijs, /ijnegoedkeuring weigert
aan alle legaat ten veordeele van 't vrije on
derwijs vermaakt, maar de uitdrukkelijke wil
van den stichter miskennen, en liern door
zijnen eigen wil vervangen, aan eene klaar en
duidelijke bepaling anders doen zeggen dan
't gene zij waarlijk zegt, dit is in onze oogen
eene schanddaad waar geen eerlijk gemoed
zich zou willen aan pliolitig maken...
Het geldt hier geene kwestie van partijen
het geldt hier alleenlijk te weten of de eigen
dom nog eigendom is, en of het aan den
eerste den beste, al ware hij koning of minis
ter, toegelaten is tegen alle rechtveerdigheid
in, u van uwen eigendom le berooveu.
Wij hopen dat alle die zich zoo rasch opvol
gende schreeuwende onrechtveerdiglieden,
eindelijk de oogen der deftige en eerlijke libe
ralen zullen openen, en dat zij dan de schan
delijke rooverijen onzer liberale ministers met
evenveel krachtdadigheid als wij zullen afkeu
ren en schandvlekken.
EEUWFEEST
VAN HET
TE G18EGEM,
Mijnheer
Eene grootsche Plechtigheid, en tevens gul
hartig Familie-feest, zal op Dijnsdag 12 Sep
tember aanslaande, plaats grijpen in het Jonge
lingen-Pensionnaat te Gysegem. Talrijke oud
leerlingen van dit Geslicht hebben besloten,
dien dag naar de Vlaamsclie Gemeente heên te
snellen om er het Eeuwfeest te vieren van
hel opvoedings-huis waar zij de eerste jaren
hunner jeugd hebben doorgebracht. Wij zijn
gelukkig, .Mijnheer, u tot dit Broederfeest uit
te noodigen. Gij ook, als oud-Leerling, zult u
voorzeker willen het genoegen verschaffen,
dit Gysegem weer te zien, waar wij voorheên,
onder echt vaderlijke zorgen, in wetenschap
en plicht onderwezen wierden. In groot getal
znllen wij derwaarts trekken, om er te samen
eeri openbaren blijk te geven onzer erkentenis,
voor de goede lessen welke wij er genoten in
onze jeugd. Dit zullen wijimmers, het staat
den dankbare zonen ten plicht allen toe te
snellen, wanneer er Feest te vieren is in Va-
dershuis.
Het Jongelingen Gesticht van Gysegem,waar
zooveel onzer Vlaamsclie Broeders hunne eer
ste opvoeding ontvingen, heeft nu een onafge
broken bestaan van meer dan honderd jaren.
Nederige school bij zijn begin, won het steeds
meerei) meer het vertrouwen der Familiën in
en heden mag het, onder alle opzichten, als
een der bijzonderste en beste Gestichten des
Lands aanzien worden. Die groei en bloei zijn
eene welverdiende kroon op 't hoofd der echte
Menschenvrienden, die er opvolgemlijk hun
leven en hunne beste zorgen aan T opvoeden
der Jeugd hebben toegewijd. Gaan we dus,
met honderdtallen, dien Triomf vieren van het
Vrije Katholieke Onderwijs, in onze lieve Vlaan
deren. De plechtigheid onzer betuiging, zal
den heeren Bestuurder en Leeraars van 't Pen
sionnaat eene machtige aanmoediging wezen,
om zich, zoo mogelijk, nog meer aan Gods
dienst en Vaderland verdienstig te maken.
Overtuigd, .Mijnheer, dal wij op gezegden
dag, het genoegen zullen hebben uwe broeder
hand te mogen drukuen, bieden wij U de ver
zekering aan van onze ware hoogachting.
Namens de Feest-Commissie
DE VOORZITTER,
DE SEKRETARIS, V. VAN WAMBEKE.
FR. CLAUS. Volksvertegenwoordiger en Bur-
Geneeslieer te Aelst. gemccster van Aelst.
Gysegem, 9 Augusti 1882.
De heeren oud-Leerlingen welke, bij verge
telheid, den hierbovenstaanden omzendbrief,
niet mochten ontvangen hebben, worden ver
zocht de tegenwoordige afkondiging als eene
vriendelijke uitnoodiging te aanschouwen.
De Bien public doet uitschijnen dat het vrije
onderwijs, in zijn geheel beschouwd, de ver
gelijking met het officieel onderwijs geenszins
te duchten heelt. Zouden misschien de op
voedkundige methoden een voorrecht, een
mor.opolium zijn, vraagt onze confrater. Zijn
de rekenkunde, de geschienenis en de aard
rijkskunde verborgen wetenschappen waarvan
de ofticieele bonzen alléén de mysteriën door
gronden en de geheimen bewaren Zulks
beweren, ware eene dwaasheid.
Maar wat waar is en wat de ondervinding
menigmaal bevestigd heelt, is dat hel gods
dienstig en vrij onderwijs eenen praetischen
en wezenlijken voorrang heeft op het officieel
en onzijdig onderwijs. Deze overhand verklaart
zich, niet door de verscheidenheid der per
soonlijke en aangeboren bekwaamheden der
onderwijzers ol der leerlingen, maar door het
geheel zelf der schoolinrichting. De christe
lijke, catholieke onderwijzer oelent niet alleen
een ambt uil, maar hij volgt eenen roep, die
zeer dikwijls gepaard gaal met de verbintenis
sen van den kloosterlijken staat Hel gedacht
doeningen waren te groot, dan dal zij dien avond
nog de galanterien van den markies kon aanhooren.
De baron en zijn zoon bleven dus alleon om de be
zoekers le ontvangen. Er kwamen inderdaad eenige
persoonen en men begon le spelen onder de
spelers bevond zich de kolonel de Mauxcliamps, een
dik, vrolijk mcnsch, eerst zeer onlangs te Parys
teruggekomen, na onder Frcderik-den-Groote ge
diend le hebben. Hij verhaelde met veel vuur eenige,
soms wat losse, avonturen uit zijne veldtochten.
A propos, riep Ferdinand plotseling, zeg mij
eens. kolonel, of gij in pruisische leger een franscli
officier gekend hebt die ridder d'Aglure heette, en
in den slag bij Friedberg gesneuveld is
De dikke kolonel begon luidkeels le lachen, en
sloeg zich op zijne dij
Of ik hem gekend heb? Voor den drommel?
dat geloof ik., want ik heb hem gedood.
Deze ruwe bekentenis verwekte eene zonderlinge
opschudding onder de spelers. Ferdinand beefde en
liet zijne kaarten vallen. De baron Van Eckstein zag
den kolonel met een verbaasd gelaat aan.
Een gnede jongen op mijn woord, vervolgde
de Mauxchamps, mei zekere gulheid, zonder den
indruk, dien zijne verklaring gemaakt had, te be
merken een goed edelman, dapper als Cesar....
Maar, speelt gij niet, Van Eckstein
Ik luisterde naar u, Mauxchamps, antwoordde
de baron mei uitdrukking en wierp ook zijno kaarten
weg. Gij zeide.. dal gij den ridder d'Aglure ge
dood hebt
Op mijn woord, ja.... en ik heb er wat om ge
lachen... 0 ik heb er zoo om gelachen, herhaalde hij
werktuiglijk, zijne kaarten inziende. Speel dan, Fer
dinand... en op mijn woord, die het laatst lacht,
lacbl het best.... Zie eens, vervolgde bij op een zege
pralende toon, eene kaart opspelende, ga daar eens
boven als gij kunt.
En besloot zijne woorden met op eene juiste wijze
het geschal eener trompet na te bootsen, terwijl hij
eenen spottendea blik op zijne medespelers wierp.
vari dezen roep en der plichten die hij oplegt
verlaat hem niet als zijne klas geëindigd en
zijne les gegeven is; liet beheerscht gansch zijn
leven, het is het dagelijks voedsel en het op
perste doel.
Van den kant der leerlingen is hel gemak
kelijk te beseffen hoezeer den godsdienst de
regeltucht, de gehoorzaamheid, den vlijt, be
gunstigd. Alle opvoedkundigen, welke niet
door anli-chrislelijke vooroordeelen verblind
zijn, brengen hulde aan de krachtdadigheid
van dezen invloed en verklaren de onmogelijk
heid denzeiven door kunstmatige prikkels le
vervangen. Ziedaar, ook, om in 't voorbijgaan
aan te stippen, eene der oorzaken, die de voor
keur der familien wettigen voor een onderwijs
waar de godsdienst de uitstekende plaats be
kleedt welke hem toekomt
De feilen zelve, wij hebben het gezegd, zijn
zeer dikwijls den voorrang van zulk onderwijs
komen bewaarheden.
Nergens hebben de catholieke en vrije scho
len zich laten op het achterplan zetten door de
officieele scholen. In Frankrijk, zijn de bijval
len der Broeders van de christelijke leering
bevestigd door verpletterende en onweerleg
bare statistieken. En waar, in het praclisch
leven, ziet men dat de leerlingen, gevormd door
het catholiek onderwijs, moeten achteruitgaan
of blozen voor de kweekelingen van het offi
cieel onderwijs
't Zijn niet wij, 't is integendeel het libera-
lismus dal in zake van onderwijs de vergelij
king, de mededinging, de vrijheid vreest; ware
het niet zoo, waarom dan zouden de liberalen
overal de aanhangers en voorstanders zijn van
het monopolium; waarom zou men dan die
woede zien om de catholieke scholen met of
zonder redenen te doen sluiten en de klooster
lingen-onderwijzers te verbannen
Ach de oorzaak dezer houding is niet moei-
elijk om vinden. Gelijk over eenige dagen een
liberaal dagblad bekende, moet het officieel
onderwijs wel aan den dwang vragen wat bet
niet kan bekomen door de overtuiging.
Het is deze zelfde tactiek die hedendaags
onze tegenstrevers aanzet dat oorlogstuig op
te richten, hetwelk zij het wereldsch en ver
plichtend onderwijs noemen. Het is geenszins
de onwetendheid, maar het is de vrijheid die
zij willen bestrijden, en het wezendlijk inzicht
dezer kampioenen van het licht, is de scholen
le vernietigen alwaar hel liberalismus niet de
meester is om naar zijn welbehagen de jonge
geslachten te vormen en de zielen aan de Kerk
te ontrukken.
Behandeling der gramschap.
1°Vergun nooit aan uwe kinderen hetgeen
zij vragen met geschreeuw en bewegingen van
ongeduld, of hetgeen zij zoeken te verkrijgen
door geweld of slechts door gepruil.
2°Berisp ze met zoetheid en straf ze in
koelen bloede, niet op het oogenblikder gram
schap maar als zij de kalmte zullen weder ge
kregen hebben.
Wat vindt gij er toch zoo veel vermakkelijks in,
dal gij eene landgenoot gedood hebt? vroeg Ferdi
nand met zekere levendigheid.
Wat zal ik u zeggen hernam de dikke kolonel
met een herlclijken lach. De ledige tijd in de garni
zoenen. Men weet niel wal men bedenken zal om
den lijd le verdrijven.
Is hij dan niet bij Friedberg gesneuveld
Wel zekar is hij, antwoordde Mauxchamps mei
verdubbelde vrolijkheid, gesneuveld op mijne manier
en met mijne handen begraven.
Maar, wal beteekenl dat alles riep de baron
uit. Spreek duidelijk, voorden duivel
O, het is eene geheele roman, een roman in
twee deelen, waar in ik ook mijne rol gespeeld heb.
Maar, verhaal ons dan toch
Welnu, zegde Mauxchamps, maar veroorlof mij
geene namen te noemen. Want, schoon ik de bedoel
de personen sinds lang uil het oog heb verloren,
konden zij echter nog leven, en ik zou hen geene
onaangenaamheden willen veroorzaken.
Hoe kunnen zij nog leven Is de riddder
d'Aglure dan niet dood
Wel zeker is bij dood. Maar, luister dan, waar
ben ik gebleven met mijn verhaal
Wel, gij zijl nog niet begonnen, zeide Ferdi
nand met zeker ongeduld.
Nu dan, de edelman die men de ridder Rudolf
d'Aglure noemde...
Noemde Was zijn naam dan anders viel de
baron hem Iev6ndigd in de rede.
De dikke kolonel deed weder als of bij trompette,
en vervolgde
Dal heb ik niel gezegd Maar, als gij mij altoos
in de rede vali, kom ik niet verder. Do edelman dan,
dien men de ridder d'Aglure noemde, was, zoo als
ik zeide, een officier van hoogen adel en groole dap
perheid, een weinig jonger dan ik. Hij zal toen vijf-
en-lvviniig jaren zijn geweest. In den slag bij Chotu-
sitz, kreeg hij bevel eene vijandlijke batterij te be
stormen en kweet zich van dien last uitmuntend
Vermijden wij boven alles zeiven aan onze
kinderen de practijk der gramschap en der
wraak te leeren, zooals uogtans een aantal
huismoeders doen.
De kleine valt, doet zich zeer en weent.
Leelijke steen, die mijn kindje pijn heeft ge
daan Wij zullen hem slaan
Hier weent het kind niet meer de vreugde
der wraak schittert in zijne oogen. Naar het
voorbeeld zijner moeder, slaat, stamt het woe
den op den-steen, en valt tegen hem uit in ver
wijlingen. Is het een broeder die het kwaad
gedaan heeft, dan is het de broeder die gesla
gen wordt, en, bij de eerste gelegenheid, zal
de beleedigde zich over zijne eigene handen
wreken. Dat is logisch maar hel is noodlottig.
De apotheker heeft geen geneesmiddel om
de gramschap te genezen; 't is den zedenlee
raar, die de eerste stem in 't kappittel heelt.
Men moet, heeft Senequa gezegd, de eerste
opwelling der gramschap beteugelen, gelijk
men op de grenzen den vijand tegenhoudt.
Een slaaf had Socrates heviglijk ontsteld
door zijn slecht gedrag Ik zou u slaan, zeg
de de wijze, indien ik niet in gramschap was.
—Men moet dus de eerste opwelling te keer
gaan, daar ligt alles in gelegen. Mochte elke
huismoeder deze waarheid beseffen.
Wij achten het noodzakelijk de aandacht
onzer geëerde lezers in te roepen op de vol
gende waarschouwing door 't Handelsblad
meêgedeeld
Wij ontvangen uit verschillende gemeen
ten en ook uit de stad, liet bericht dat zekere
boekerileurders aldaar boeken verkoopen die
slecht, doorslecht zijn.
Meestal worden die boeken aan de bur
gers en buitenlieden bij inteek#ning, en voor
eenige centiemen per week, aangeprezen.
Men denkt voor iets goeds in te schrijven,
en men brengt een boek in huis dat ten slotte
het verderf in kinderen en huisgenoten ver
oorzaakt.
Wij waarschouwen ook de ouders tegen
zekere hollandsche uitgaven, waarmeé men
hier de deuren afloopt, (inschrijving bij week)
die daargelaten dal zij vuil zijn uitgegeven, op
meer dan eene bladzii'eene geuzengeest doet
zien, die hier in onze nuiskringen in 't geheel
niet past en ook niets nationaals heeft.
Niet minder is het noodig dat de ouders,
wier kinderen in de officieele scholen gaan,
nazien wat prijsboeken deze meê van de school
thuis brengen.
Meestal zijn die boeken in Holland gedrukt
en velen zijn doorspekt met protestantsche
denkbeelden, zelfs heeft men er vroeger uit
gegeven, die alles behalve gepast waren in de
handen van kinderen.
Men vergete het niet het liberalismus is
in een ongeloofelijken iever bezig met aller
hande geschriften heimelijk en openlijk te
verspreiden, vooral op den buiten het maakt
gebruik van een oogenblik dat bij ons de waak
zaamheid veel verslapt is, en dat zekere kop-
Slechls had bij de onhandigheid zich, ik weet niet
hoe vele, wonden te laten toebrengen en bleef voor
dood liggen lk, voor mijn deel, had den rouw over
hem aangenomen en op zijne gezondheid in de ande
re wereld gedronkeD, toen ik eensklaps hoorde dat
de schalk nog leefde en recht gezond was, daar hij
zijn hof maakte aan eene jonge freule uil den om
trek. Die jeugdige schoonc had, terwijl zij zijne
wonden verhond, hem eene wonde in het hert loc-
gebracht, en....
Gij vervalt in de poëzy, kolonel, zeide de
baron eenigzins bitter
Laat mij vervolgen. De zaak was, dat d'Aglure
geheel en al verliefd was, cn zoo verliefd, dal hij
de jonge schoone huwde; maar, daar zijn hoofd
geheel op den hol was, vergat hij in de kerk zijn
waren naam op te geven dat niet le verwonderen
is, voegde hij er met zekere spottende goedher-
ligheid bij, wanneer men gek van liefde is Men
heelt nog wel erger dingen gezien
Hij heette dus niet d'Aglure riep de baron
levendig uit.
De kolonel trompette weder, en ging toen voort.
Het huwelijk was zeer gelukkig, maar helaas.'
alles neemt een einde. Een vreeselijk voorval ver
nietigde dit zoele geluk. Rudolf d'Aglu e bleef onder
de dooden bij Friedberg en is mei weder opge
staan.
Hoe riep de baron, en gij hebt ons eerst
gezegd dat gij hem gedood hebt
Dat heb ik ook, mijn goede Eckstein hernam
Mauxchamp Begrijpt gij bet dan niel Ik heb het
hertstochlijk bericht zijne laatste oog< nblikken op
gesteld in h'te tile met hem zeiven, na dat wij drij
fiesschen Champagne geledigd hadden, die wij op de
Oostenrijkers hadden buit eraaakt.
Hij leefde riepen de omstanders uit
De dikke kolonel liet zijne gewoone fanfare hoo-
ren, en wierp zich achterover in zijne leuningstoel.
En wat is er van den ridder d'Aglure gewor
den vroeg de baron op een ernstigen toou.
Die is voor altoos verdwenen, hernam Maux
champs, want hij had eigenlijk nooit beslaan. D'A
glure was slechts een naam, dien hij voorzichtiglijk
aangenomen had toen hij in pruisische dienst trad,
cn hij moest dien naam afleggen toen hij zijnen rang
in hel fransche leger hernam. Overigens was bij
inderdaad op zijne kleine duitsche verzot, en ik zag
het oogenblik nabij, dat hij dwaes genoeg zou zijn
geweest, om haar in allen ernst le huwen. Hij
begreep eindelijk ook dal dit eene dwaasheid zou
geweest zijn vooreerst, om dat zij hem misschien
zijn eerste bedrog nooit zoude vergeven hebben, en
ten tweede, om dal hij niets bezat dan zijnen degen
en zij niets dan hare schoonheid en deugd en ten
derde, om dat Rudolf d'Aglure eenmaal goed gedood
zijnde, zij weduwo was, zich zekerlijk zoude troos
ten en er niets bij verliezen want, hij had bij Fried
berg kunnen sneuvelen. Hij begreep die reden ein
delijk ook, zoo als ik zeg en ik schreef hel doods
bericht.
Het waren drogredenen zeide de baron koel
en cnslig. Maar, het kwaad is eenmaal geschiedt,
en thans onherstelbaar.
Men stond op en sprak over andere zaken. De
markies de Kerneven kwam niet, tegen het vermoe
den van den baron, en het gezelschap scheidde
vroegtijdig.
De baron met zijnen zoon alleen gebleven, was
somber en ernstig.
Welk ceno ongelukkige omstandigheid zeide
bij eindelijk het doet mij leed om dien armen
Rudolf; hij is een brave jongen, en om zijno arme
moeder, die men zoo schandelijk bedrogen beeft.
Welk een smet voor hare familie Wij kunnen hem
niet meer zien. Ons huis zoude een onderwerp van
j zonderlinge gesprekken worden Een bastaard de
zoon eens gelukzoekers Hel is onmogelijk Ferdi
nand, schrijf hem, dat hij hier niel meer moet ko
men. Zeg hem de reden niet, om hem niet te verne-
j deren maar gij moet hem in bet vervolg ontwijken.
Wordt voortgezet.