56ste Jaar.
Zondag10 September 1882.
iV 1878.
IJZEREN WEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Bevrediging.
De Ridder d'Aglure.
Liberale schijnheiligheid.
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3d8 bladz. 50
Dendcrmonde. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38 10.08
Lokeren. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38
Meohelen. 4-561 6-401 7-17J 8-12d Exp. l8 28 38 kl. 8-451
1 t-59d l-04d Exp. I8 2* 3» kl. 2-51d 3-091 6-Oüd
6-381 t0-06d Exp. I8 28 38 kl.
Antw. 4-56t 6-40i 7-17d 8-l2dExp. Ski. 8-451 l-04dExp.
I8 28 38 kl. 2-51d 3-091 6-00d6-38H0-06d Exp.
I8 28 38 kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4-81 7-32 0-00 8-12
E 3 kl. 9-13 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kl. 2-50 4-49 direct
5-20 E 6-00 8-52 9-14 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31 d 4-561 6-401 8-12d
3 klas. 8-451ü-00d 9-13d (ll-59d tol Leuven)l-04d
Exp. I8 28 3*kl. 2-50d5-20d Exp. I8 28 kl. 6-G0d 9-14d
10-08 Exp. 3 kl.
(1) Nota. De letter 1 beteekent langs Temonde en de
Gent, (5-00's vrijd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41
12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35
8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E l8 28 3" kl. 6-35 8-54 E 3kl.
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 0-00 11-59
11-59 2-51 6-00
Nmove, Gecraerdsbergen, Lessen, Ath 5 55 0-00 8-12
2-51 0-00 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 5-55 0-00 8-12 11-59 2-51 0-00 6-00
Enghion Braine, Manage, Charleroi, Nair.on langs Geeraerds-
bergen S-55 11-59 2-51 0-00 6-00
Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel, Opwyck, Mechelen, Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12
letter d langs Denderleeuw.
Unique Suum.
NAAR AELST UIT
Ath 6.49 10.30 1.18 4.09 7.58 9.05
Anlw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2" 38 kl. 12 15
3-15 E. 1°2°38 kl. 3-54 4 45 5.54 6.50 E. I8 2° 3' kl. 9.05
Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 H.06
11 53 1-50 dir. 1.55 3.00 E 4.49 5.19 E 5.50 7.17 8.15 E
3 kl. 8.20 11-45.
Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48
Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41
Gent 6 24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.07 12.31 E 3kl.
I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.56 7.53
Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09
Oostende 0 00E 6.04 6.19E. 1 2 3 kl. 9.00 0.00 0.00
II.12 E 3 kl. 11-54 2,01 3.29 0.00 E 3 kl. 6.0i
uit Gent naar
Moortzeele, Soltegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le
Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59
uit geeraerdsbergen naar
Maria-Lierde.Sollegem, Moorlzeele en Gent, 5.15 7.24
8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Dbnderleeuw naar
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Aösegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct.
uit Sottecem langs denderleeuw naar
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.»0 7.41
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6 30 9.10 E 3 kl.
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerp»».
4.2a 7.05 8 00E 9.25 1'».S0 2.20 5.25 7.05 9.05E 3 kl.
Uit Sotlcgem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel eu
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
AELST, 9 SEPTEMBER 1882.
De liberale drukpers maakt op dit oogenblik
veel gerucht over eene zoogezegde bevredi
ging, die,volgens haar, door H.H. H.H. de Bis
schoppen, ten opzichte van den schoolstrijd
zou verlangd worden.
Het valt niet te betwijfelen, eene bevredi
ging, doch «ltijd volgens de princiepen der
Kerk, zou de Geestelijkheid welkom heeten,
doch voorzeker de tijd is hiertoe nog niet
gekomen, in andere woorden, de appel heeft
nog zijne volkomene rijpheid niet verkre
gen
Onze toestand wierd vóór de kiezingen van
13 Juni 11. klaar en duidelijk blootgelegd.
Waren wij overwinnaars dan zou het princiep,
sedert meer dan dertig jaren, door den Den-
derbode voorgestaan, namelijk, de Staat buiten
de School onmiddelijk zijn toegepast gewor
den wierden wij overwonnen dan zouden
wij den strijd tegen de bloedwet van 1879
voortzetten.
Dit laatste lot viel ons te beurt.
Welnu, wij blijven volharden in onzen strijd,
en, mij strijden zoo onverpoosd, zoo moedig
dat de eindelijke nederlaag van 't ministerie
zich zichtbaar begint af te teekenen. Meester
Frère en zijne sleepdragers beginnen klaarder
en klaarder te zien, en vreezen voor 't einde.
Een weinig geduld dus, want Canossa is dich
ter bij ons dan men het wel denkt.
Die geruchten van bevrediging worden door
de liberalen en niet door ons verspreid. Im
mers, 't is gekend dat het ministerie, in de
schoolkwestie, met ernstige moeilijkheden,
zedelijke en geldelijke, te worstelen heeft,
die meer en meer doen gevoelen dat men zich
de kneukels erg heelt bezeerd.
Wij vragen ons te vergeels afwaarom zou
den wij moeten toegeven, of liever den duim
leggen Wij zijn de overwinnaars en niet
de overwonnenen....
Het catholiek princiep in zake van openbaar
onderwijs staat heden zoo paal vast als in
1879...H.H. H.H. de Bisschoppen en gansch de
geestelijkheid hebben zich niets te verwijten
zij handelen slechts volgens plichten geweien.
Moesten zij, in 1882, toegeven of zich aan de
ongelukswet onderwerpen, zij zouden zich
immers zoowel meineedig toouen als vroeger,
in 1879. Doch hiervoor is geen gevaar, onze
Bisschoppen en gansch onze Geestelijkheid
zullen blijven handelen gelijk zij tot hiertoe
gehandeld hebben, zonder zich met de razende
woede der geuzen te bekreunenWij, ca-
tholieken, zullen lien, van onzen kant, blijven
ter zijde staan,met moed, iever en krachtdadig
heid, tot dat de eindelijke zegepraal ons werk
zal komen bekroonen.
Een der voornaamste reden om de welke
wij, catholieken, zouden willen den duim leg
gen. is, volgens de liberalen, dat wij de op-
schorsing van 't school-enkvvest verlangen.
En waarom zouden wij dit nu moeten ver
langen
~«o>»—
(5C VERVOLG.)
Ter nedergebogen onder den wreeden slag, die
hem getroffen had, en medegesleept door de ver
warde gedachten die zijn ontroerd gemoed bestorm-
deu, begaf Rudolf zich met snelle schreden en neder-
hangend hoofd, naar de poort van het hotel. In het
voorportaal gekomen, moest hij even wachten om
een groot en dik officier te laten voorbij gaan, die
zijnen mantel aan eenen bediende afgaf.
Wien moei ik aandienen, mijnheer vroeg do
knecht.
Den kolonel de Mauxchamps.
Rudolf sidderde, en hield deu officier staande.
Vergeef mij, kolonel ik wenschle u over eene
hoogstbelangrijke zaak eenige oogenblikken te spre
ken.
Mij, mijnheer vroeg Mauxchamps, mot be
vreemding het verwilderde gelaat van den jongeling
beschouwende. Ik geloof niet dat ik de eer heb u tc
kennen.
Dat is mogelijk, mijnheer: Evenwel heb ik
immers de eer den kolonel de Mauxchamps te
spreken
Ja, mijnheer Maar, raag ik weten welk belang
Zondor twijfel, kolonel, en ik zal het u terstond
mededeelen Maar, vergnn mij u te verzoeken een
oogenblik met mij naar buiten to gaan Bij hetgeen
ik u zeggen wilde, behoeven geene getuigen le zijn.
«•- Zoo als gij verkiest, mijnheer.
Eb zij begaven zich op hel voorplein.
Het schoolenkwest doet ons meer goed dan
kwaad.
Overal waar de school-inkwisitie werkte,
was de eerste uitslag dat de bevolking der
vrije scholen sterk vermeerderde. En aan
hoeveel verblinden wierden de oogen niet
geopend, wanneer zij die schandelijke liberale
dwinglandij, die snoode vervolgingen, die laffe
kuiperijen, die belachelijke beschuldigingen,
die haatvolle beleedigingen die verachtelijke
handelwijze zagen en hoorden door den razen-
den Bouvier, de haatvolle Willequet, Lucq,
Lippens, Neujan en andere liberale snoevers,
in 't werk gelegd en door de oflicieele lanter
fanters uitgekraamd
De waarheid is dat niemand de opschorsing
der school-inkwisitie zoo zeer betracht dan
vele doctrinairen. Al wie onder hen eenig
gezond verstand bezit en met eenig politiek
doorzicht is begaafd, zegt recht uit dat hij die
inkwisitie zoo beu is als kouden pap. Er wor
den zelfs doctrinairen gevonden, die vlakaf
weigeren nog als inkwisiteur te zetelen, be
werende dat zij hun aandeel hebben afgewerkt
en anderen het maar kunnen voortzetten.
Wij herhalen het, de school-inkwisitie doet
ons meer goed dan kwaad. De overgroote
meerderheid der Belgische bevolkingen hebben
baar geoordeeld en veroordeeldzij kan dus
alleenlijk dienen tot scliande van 't
maconniek liberalismus I
De Slotbrelters.
De Gazette du Midi kondigde dezer dagen
een belangrijk artikel af, getiteld de Croche-
teurs of slotbrekers der kloosters.
Na gezegd te hebben dat de oproermakers
le Montceau niets deden als het voorbeeld
volgen var. een Ferry en consoorten, die de
kloosters openbraken en de kruisbeelden in
de scholen van de muren rukten en op karren
"laadden, gaat het blad op dit laatste thema
voort en zegt, dat het gerecht der menschen
eens de crocheteurs zal treffen, maar dat in
afwachting de wrekende arm Gods reeds velen
van hen gevonden heeft.
Laat ons, zegt het blad verder, hier eenige
voorbeelden aanhalen van zienlijke straffen,
welke op de crocheteurs van verleden jaar zijn
neergekomen.
Een der bijzonderste uitvoerders der dekre
ten te Parijs, M. Herold, is in den bloei der
jaren gestorven.
M. Dumarest, de jonge prefekt van het de
partement Gard, overleed aan de gevolgen van
eene geheimzinnige kwaal. Van de twee kom-
missarissen, welke hem ter zijde stonden,
stierf de eene, M. Tenard, van den kanker, de
andere, M. Ponthieu, overleed schielijk. Deze
drie mannen genoten vroeger eene bloeiende
gezondheid.
De kommissaris van Auban, die te Dijon het
klooster der paters Dominikanen openbrak,
overleed insgelijks bijna schielijk, maar na
vergiffenis aan God gevraagd te hebben.
M. Lamothe, notaris te Coudom, verving
den onderprefekt van het departement der Ain
om de deuren van het klooster te Balerin open
te breken en de paters te verjagen hij moest
sedert de vlucht nemen, in zijne kas een tekort
latende van zeven tot acht honderd duizend
franks.
Mag ik weten, mijnheer, vroeg toen Maux
champs, met wien ik de eer heb le spreken
Gaarne... maar, liet doel er weinig loe. Ik wil
u slechts om eenig bericht le verzoeken van een
uwer oude vrienden. Men zegl, kolonel, dat gij den
ridder Rudolf d'Aglure gekend hebt.
Voorzeker, hernam Mauxchamps, Rudolf ver
wonderd aanziende.
Is dezen brief door u geschreven
Maar., op mijn woord... ja! ik heb dien ge
schreven stamelde de dikke kolonel mei de grootste
verbazing eu beurtelings groote oogen op den brief
en op Rudolf slaande.
Dus waart gij bij den ridder d'Aglure toen hij
stierf
Maar... maar... ja stamelde de kolonel, hoe
langer verlegener wordende. Vervolgens a! zijne
onbezorgdheid bijeen rapende, zeide hij Maar, wal
duivel, jong mensch, wat gaat u dat aan
hel gaat mij zeer veel aan, kolonel! antwoordde
Rudolf op eenen vasten toon. Men zegt dat gij vele
zonderlinge zaken verhaald hebt. Onder anderen dat
de naam van den ridder d'Aglure een valsche naam
was.
Men zegtmen ze»tnog eens, wat gaat u dat
aan, en wat verlangt gij
liet gaat mij zoo ver aan, mijnheerhernam
Rudolf op den zeilden toon, dat ik mij ook ridder
Rudolf d'Aglure noem, dat ik de zoon ben van dien
ridder Rndolf d'Aglure, dien gij zegt dat aan uwe
zijde bij Friedberg gesneuveld is dal ik de zoon
beu van dien ridder Rudolf d'Aglure, dien gij be
schuldigt, eenen valschen naam gevoerd te hebben
En ik verlang dat gij mij bewijst heigeen gij gezegd
hebtanders zal ik u antwoorden dat gij gelogen
hebt 1 en ik zal u uwe woorden doen herroepen in
Drie personen vroegen de uitdrijving der In min dan drij maanden zullen alle de
j paters Trappisten le Plantay. Deze drie per
sonen, namelijk de prefekt van het departement
I Ain, Gillion-Danglar, Orcel, algemeen raads-
heer, en Cliambaud, opsteller van een dema-
gogiek blad, hielpen de dekreten uitvoeren.
Een slotmaker, even als zij lid der logie, stond
hen bij. De drie eersten stierven bijna schie
lijk de slotmaker is arm en blind geworden.
De smid die.in 1880,te Duinkerke het kloos
ter der paters Redemptoristen openbrak, is
schielijk overleden.
De slotmaker van Louvesc heeft van armoede
het land moeten verlaten en de republiekaan-
sche bladen van Lyon hebben voor hem almoe-
sen moeten inzamelen.
Een jaar nadat hij uit de gehoorzaal het
kruisbeeld had doen wegnemen, werd de vre
derechter van Sainte-Hermine in Vendée, door
eene geraaktheid getroffen in diezelfde ge
rechtszaal.
Den 21 januari laatsleden werd het stand
beeld der heilige Maagd, dat te Ormoy op de
markt stond, van zijn voetzuil gerukt, op bevel
van M. Briot en met toelating van den prelekt
M. Miclion, die de heiligschenders niets durfde
verbieden. Hierin werden zij geholpen door
een brigadier der gendarmen, die ongeroepen
daar gekomen was om de orde te handhaven.
Toen hij thuis kwam, vond de brigadier zijn
eenigen zoon dood in zijn bed liggen.
M. Briot brak zijn been derwijze dat hij mis
schien nooit meer zal genezen.
Mmc Briot is dezer dagen overleden.
Voegen wij er nog bij
M. André, prefekt van Ille et Vilaine, die zoo
moediglijk te Rennes de sloten deed breken,
zou zot zijn geworden en de stad in zijn Adams
kostuum doorloopen hebben, bij zooverre dat
mtn hem in disponibiliteit moest stellen.
De slotmaker die te Rijssel de kloosters der
Redemptoristen, van de Recolleten en der
Dominikanen openbrak, werd in failliet ver
klaard, heelt zich ten gronde geruïneerd, werd
aangehouden om bommen in verscheidene
huizen te doen springen, en, voegt men er bij,
heelt zich verhangen.
De slotbreker van 't klooster der capucijnen
van Bayonne en van de Benedictijnen van La
Bastide, verdronk met zijn schoonvader op de
kusten van Sl. Jan-de-Luz en hij alleen van de
12 manschappen in de twee buoten gezeten,
vond de dood in de golven.
De afbreker van't standbeeld der H. Ger-
mana te Toulouse, die met tegenzin gewerkt
had, trad 's anderdags voor twee maanden in
't hospitaal en kon van de Republikeinen wier
werkman hij was,nog geen magere onderstand
verkrijgen om naar zijn vaderland terug te
keeren.
Tot Nimes of lot Alais, wij herinneren het
ons niet wel, een bezetene die den predikstoel
beklom om er zijne cigarette te rooken, verhing
zich eenige dagen later.
De slotmaker die 't klooster der Capucijnen
le Chaprais (Doubs) openbrak, werd iu failliet
verklaard.
Van de vijf Commissarissen die tot de slot-
brekerijen te Flavignij en te Dijon overgingen
zyn er reeds twee overleden en een derde
wierd gedwongen zijn ontslag te geven zes
maanden vóór bij recht op zijn pensioen had.
acteurs der tooneelen van 21 Januari getroffen
zijn, 't zij in hunnen persoon,'l zij in 't geen zij
op de wereld liefst hadden.
Men zou dergelijke voorbeelden kunnen ver
menigvuldigen.
Verhaalde men onlangs niet dat een wereld
lijke onderwijzer der omstreken van Bordeaux,
die het Christusbeeld, 't welk hij de kleine
kolenbrander noemde, en met een stokje sloeg
om aan zijne leerlingen te toonen dat God
machteloos was, twee kinders verkreeg die 't
eene doof en stom en 't andere gansch zwart
en den buik opengescheurd ter wereld kwamen.
Lazen wij niet onlangs in een bretonsch blad
dat de baas van een wijnhuis die vloekend den
arm tegen den Hemel ophief, op eens den arm
verstijfd gevoelde
Heelt men niet gezegd dat een inrichter van
banketten op Goeden Vrijdag, tot .Marseillen
zich verhangen heeft? Weet men niet dat bijna
alle de priesters apostaten die zich naar Zwit
serland begaven om aldaar het oud-calboli-
cismus aan le kleven of zich gezelfmoord heb
ben, of zot zijn geworden, ol van wanhoop
stierven Heelt men 't zelfde niet beslatigd in
't hertogdom Bade, waar het, even als in Zwit
serland. niet moeielijk zou wezen hunne namen
op te geven?
Het blad sluit hiermee zijne treurige lijst,
maar het voegt bij het bovenstaande dat het
nog vele voorbeelden bij de hand heeft, om zijn
gezegde te slaven dat de hand Gods op zien
lijke wijze de crocheteurs getroffen heeft.
Verder vraagt het zich af welke straf de groote
plichtigen wacht, indien het lot der kleinen
reeds zoo ellendig was. Zij mogen lachen en
spotten, gaat liet voort; zij kunnen al die
gevallen uitleggen als zij willen door het
groote woord toeval. Dit is ons eender.
Doch in hunne plaats zouden wij niet gerust
zijn. Onze republikaansche bestuurders zul-
len eens rekening geven, en zij zullen moeten
verantwoorden voor boog, middelbaar en
laag goddelijk en menschelijk gerecht, en
zullen beginnen met in de handen te vallen
der sociale revolutie.
de tegenwoordigheid van allen die u gehoord hebben
Gelogen riep de kolonel woedend uil Bij den
hemel ellendige melkmuil ik.
Een oogenblik hernam Rudolf, hem met kracht
bij den arm vattende. Laat ons niet zoo snel lot drift
overslaan. Ik vraag u ophelderingen, en wij zijn
alleen. Ik ben Rudolf d'Aglure, ik heb het u gezegd,
en gij kunt mij het regt niet ontzeggen u te onder
vragen Antwoord mij, ja of neen Heette mijn vader
of heette hij niet Rudolf d'Aglure, zoo als ik
Voor den duivel! antwoordde Mauxchamps, half
hedremmeld en toch vol gramschap Schoone vragen
en ik weet niet waarom ik de moeite zoude nemen
Luister, mijnheer de Mauxchamps, viel Rudolf
hem met ontroering maar toch met kracht in de rede.
Gij hebt gisteren aan den baron Van Eckstein gezegd
dat mijn vader eenen naam aangenomen had die de
zijne niet was Is dat waar of valsch
Hel is waar voor den duivel antwoordde de
kolonel ongeduldig
Hij heette dus niet d'Aglure
Neen, daar gij het dan weten wilt. Hij heette
zoo min d'Aglure als ik.
Zeer welhernam Rudolf met inspanning. Daar
gij weel dat hij niet d'Aglure heette, moet gij bijge
volg welen hoe hij wel heette
Natuurlijk antwoordde Mauxchamps, de schou
der ophalende.
Nu, wees dan zoo goed mij zulks le zeggen.
Wel zeker
Gij weigert het
Zonder twijfel.
Nu... dan geloof ik dal gij hel niet weet.
Naar uw believen.
Dan heb ik regt te gelooven dat hij d'Aglure
heette.
Onlangs geleden schreef een brusselsch
liberaal blad, zonder er overigens den oor
sprong van aan te duiden, dat de schoolstrijd
binnen kort ging eindigen daarde Bisschoppen
en de Rechterzijde de wapens zouden neer
leggen.
De liberale organen nemen hier weêr hunne
wensclien voor eene wezenlijkheid; immers
't is gekend hoe zeer zij verlangen dat de
catholieken den strijd legen de ongelukswet
zouden opgeven.
Volgens liooger bedoeld blad, zou de Gees
telijkheid laten weten hebben, dat zij gebruik
wil maken van art. 4 der wet, 'i welk toelaat
dat de priesters huiten de schooluren de
christelijke leering onderwijzen.
En zou daarmeê alles gedaan wezen
Neen toch, want 't liberaal orgaan voegt er
bij
«Omdat wij de overtuiging hebben dat de
Bisschoppen er weldra zullen gebruik van
maken, zouden wij willen, en dit reeds in den
aanstaanden wetgevenden zittijd, dat het art.
Zoo als gij wilt.
En, daar gij in integenwoordigheid van getui
gen het tegendeel gezegd hebt, zal ik u beschuldigen
van le hebben...
Bij den Hemel ga niet voortof wel...
Wal wilt gij dat ik doen zal, kolonel Wat moet
ik gelooven, indien gij u zelf onophoudelijk tegen
spreekt Bedenk dal ik het regt heb u ie ondervra
gen u om waarheid le verzoeken'voor mij, voor mij
alleen desnoods. Bedenk dat ik zijn zoon ben, hoort
gij, zijn zoon en dal ik u als eene gunst smeek mij
mijnen vader le doen kennen. Is hij dood, leeft hij
nog
Wat weet gij er tbans van
In naam des Hemels, zog het mij indien gij het
weet.
Inderdaad, ik weet het niet, antwoordde Maux
champs, ondanks zich zeiven door den toon en blik
van Rudolf getroffen.
Gij weet hel niet riep de jongeling bevende
van angsthet is dus mogelijk dat hij i og leeft
Op mijn woord, ja! hernam Mauxchamps;
sedert tien jaren heb ik niets van hem vernomen. Hij
is naar Frankrijk teruggekeerd en ik hen in hel hart
van Duilschland gebleven en eergisteren eerst lerug-
I gekomen. ik weet nog van niets.
Het is mogelijk dat hij nog leefthernam
j Rudolf levendig. O, ik dank u Ik moet hem zoeken,
ik moet hem vinden.
Op mijne eer, zeide Mauxchamps, den student
j met belangstelling beschouwende. Het moet hem
I aangenaam zijn zulk een likschen knaap tot zoon te
hebben. En waarlijk, gij gelijkt op hem, ofschoon
gij blond zijt.
Ik moet hem zoeken, ik moet hem vinden, ber-
haalde Rudolf met drifthij moet mij zijnen zoon
4 verdwijne 't welk, vóór drij jaar, zijne rede
van bestaan heeft gehad, maar dat op 't oogen
blik een gevaar wordt voor onze wereldlijke
scholen.
Zieldaar nu de liberale schijnheiligheid
bloot voor onze oogen.
Vóór drij jaar had liet art. 4 zijne rede van
beslaan, omdat men wist dat de Geestelijkheid
er geen gebruik zou willen van maken maar
zoohaast de priester in de school zou willen
treden wordt dit artikel een gevaar.
Kan men nu nog klaarder en duidelijker
bewijzen 't geen de catholieke redenaars en
dagbladen duizend maal hebben herhaald, na
melijk, dat art. 4 een schijnheilig comediespel
is, om de kortzichtige lieden destebeter te
konnen verschalken
Waarlijk de Chronique heeft gelijk gehad
wanneer zij uitriep dat dit art. 4 eene kunst
greep was onweerdig van een gouvernement
dat zich zelve eerbiedigt.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Verzendingen van inkasseeringTe begin
nen van 1 september mag men per post ver
zenden, doch slechts voor hel binnenland,
brieven, dagbladen, drukwerken of handelspa
pieren, a( te geven aan den destinataris tegen
betaling eener bijgaande kwittancie.
Deze verzendingen moeten gefrankeerd zijn
volgens hun respektief tarief.
De stalen ol verzendingen van kleine weer
de zullen aan dezelfde voorwaarden aangeno
men worden, wel te verstaan indien zij be
hoorlijk in een papieren omslag of in amballa-
gie gesloten zijn.
Zij moeten volgens tarief der brieven ge
frankeerd zijn.
Al deze verzendingen kunnen aanbevolen
worden. Slechts dan kan men ze verzekeren,
wanneer de verzonden voorwerpen gesloten
brieven zijn. Aanbeveling en verzekering
geschieden in de gewone voorwaarden.
Het bestuur van het postwezen is, wat be
treft de verzendingen legen inkasseering, on
derworpen aan de algeraeene voorwaarden
van verantwoordelijkheid vastgesteld door de
wet van 30 mei 1879.
De verzenders kunnen de bestelling aan huis
door eenen bijzonderen drager vragen, mits de
taks van eenen express te betalen.
De verzendingen moeten voorzien zijn van
hel adres des verzenders, alsook van dit van
den distinataris, en in volle letters de som
aanduiden die moet geïnkasseerd worden.
Al de voorwerpen waarbij eene enkele kwit
tancie gevoegd is, moeten in één pak veree-
nigd worden.
Niet meer dan eene kwittancie mag bij eene
en zelfde verzending gevoegd worden.
De verzendingen tegen inkasseering zijn
onderworpen aan de algemeene uilsluitingen
(prohibitions générales), kenbaar gemaakt door
de wet van 30 mei 1879, te weten onder ande
re
Uitsluiting der voorwerpen welke, door
hunne natuur, eene oorzaak van gevaar kun
nen worden voor het personneel, of van be
schadiging voor de korrespondentiën.
2° Verbod van in de verzendingen te sluiten
weerden aan den drager die meer den 5 fr.
noemen hoe heette hij Zeg het mij
Ah? dal is eene tcedere zaak
Zeg hol mij, in Gods naam, zeg het mij
Welnu, hij heettede Kerneven
Rudolf wankelde en sloeg onwillekeurig beide
handen aan zijn voorhoofd toen liet hij een onder
drukten kreet hooren en zeeg op de trappen van den
stoep.
Wat duivel liep de dikke kolonel, geheel ont
hutst door dit voorval De duivel grijpe mijhij
bevindt zich niet wel, geloof ik. Holé, mijn jongen,
riep hij, terwijl hij beproefde hem op te richten.
Een knappe jongen, op mijne eer hij bezit bert
Daareven gedroeg hij zich als een kleine Cesar...
En nu Duivelsch Zijn vader moet hem du aan
hei hart liggen Kom zie zoo het wordt beter, de
krisis is voorbij, God dank
Rudolf richtte zich weder op al wankelend ging
hij tegen een der deurpilaren leunen, en bleef eenige
oogenblikken m eene onbewegelijke houding zwij
gen, zijn gelaal met beide banden bedekkende.
De duivel grijpe mij, mijn vriend, zeide einde
lijk de Mauxchamps, gij hebt mij daar braaf vrees
aangejaagd Gij zijl vrij gevoelig naar ik merk.
Kolonelzeide eindelijk Rudolf met eene nog
flauwe stem, ik dank u Ik vertrouw op uwe recht
schapenheid.. en indien ik uwe getuigenis noodig
heb, zal ik die zonder schroom inroepen. Tot weder-
ziens
Dit gezegd hebbende, snelde bij den trap af, en
verliet overhaast bel hotel.
Drommelsdal is een zonderling avontuur l
mompelde de dikke kolonel. En lagchende trad bij
de zaal binnen.
Wordt voortges cl.)