56ste Jaar. Zondag10 September 1882. iV 1878. IJZEREN WEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Bevrediging. De Ridder d'Aglure. Liberale schijnheiligheid. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3d8 bladz. 50 Dendcrmonde. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38 10.08 Lokeren. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38 Meohelen. 4-561 6-401 7-17J 8-12d Exp. l8 28 38 kl. 8-451 1 t-59d l-04d Exp. I8 2* 3» kl. 2-51d 3-091 6-Oüd 6-381 t0-06d Exp. I8 28 38 kl. Antw. 4-56t 6-40i 7-17d 8-l2dExp. Ski. 8-451 l-04dExp. I8 28 38 kl. 2-51d 3-091 6-00d6-38H0-06d Exp. I8 28 38 kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4-81 7-32 0-00 8-12 E 3 kl. 9-13 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kl. 2-50 4-49 direct 5-20 E 6-00 8-52 9-14 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31 d 4-561 6-401 8-12d 3 klas. 8-451ü-00d 9-13d (ll-59d tol Leuven)l-04d Exp. I8 28 3*kl. 2-50d5-20d Exp. I8 28 kl. 6-G0d 9-14d 10-08 Exp. 3 kl. (1) Nota. De letter 1 beteekent langs Temonde en de Gent, (5-00's vrijd. 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35 8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E l8 28 3" kl. 6-35 8-54 E 3kl. Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 0-00 11-59 11-59 2-51 6-00 Nmove, Gecraerdsbergen, Lessen, Ath 5 55 0-00 8-12 2-51 0-00 6 00 9-11 Bergen, Quiévrain 5-55 0-00 8-12 11-59 2-51 0-00 6-00 Enghion Braine, Manage, Charleroi, Nair.on langs Geeraerds- bergen S-55 11-59 2-51 0-00 6-00 Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel, Opwyck, Mechelen, Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12 letter d langs Denderleeuw. Unique Suum. NAAR AELST UIT Ath 6.49 10.30 1.18 4.09 7.58 9.05 Anlw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2" 38 kl. 12 15 3-15 E. 1°2°38 kl. 3-54 4 45 5.54 6.50 E. I8 2° 3' kl. 9.05 Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 H.06 11 53 1-50 dir. 1.55 3.00 E 4.49 5.19 E 5.50 7.17 8.15 E 3 kl. 8.20 11-45. Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48 Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41 Gent 6 24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.07 12.31 E 3kl. I.55 4-10 dir. 0.00 E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.18 9.25 Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.56 7.53 Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende 0 00E 6.04 6.19E. 1 2 3 kl. 9.00 0.00 0.00 II.12 E 3 kl. 11-54 2,01 3.29 0.00 E 3 kl. 6.0i uit Gent naar Moortzeele, Soltegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-le Comte 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59 uit geeraerdsbergen naar Maria-Lierde.Sollegem, Moorlzeele en Gent, 5.15 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Dbnderleeuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Aösegem Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct. uit Sottecem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.»0 7.41 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6 30 9.10 E 3 kl. uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerp»». 4.2a 7.05 8 00E 9.25 1'».S0 2.20 5.25 7.05 9.05E 3 kl. Uit Sotlcgem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel eu Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12 AELST, 9 SEPTEMBER 1882. De liberale drukpers maakt op dit oogenblik veel gerucht over eene zoogezegde bevredi ging, die,volgens haar, door H.H. H.H. de Bis schoppen, ten opzichte van den schoolstrijd zou verlangd worden. Het valt niet te betwijfelen, eene bevredi ging, doch «ltijd volgens de princiepen der Kerk, zou de Geestelijkheid welkom heeten, doch voorzeker de tijd is hiertoe nog niet gekomen, in andere woorden, de appel heeft nog zijne volkomene rijpheid niet verkre gen Onze toestand wierd vóór de kiezingen van 13 Juni 11. klaar en duidelijk blootgelegd. Waren wij overwinnaars dan zou het princiep, sedert meer dan dertig jaren, door den Den- derbode voorgestaan, namelijk, de Staat buiten de School onmiddelijk zijn toegepast gewor den wierden wij overwonnen dan zouden wij den strijd tegen de bloedwet van 1879 voortzetten. Dit laatste lot viel ons te beurt. Welnu, wij blijven volharden in onzen strijd, en, mij strijden zoo onverpoosd, zoo moedig dat de eindelijke nederlaag van 't ministerie zich zichtbaar begint af te teekenen. Meester Frère en zijne sleepdragers beginnen klaarder en klaarder te zien, en vreezen voor 't einde. Een weinig geduld dus, want Canossa is dich ter bij ons dan men het wel denkt. Die geruchten van bevrediging worden door de liberalen en niet door ons verspreid. Im mers, 't is gekend dat het ministerie, in de schoolkwestie, met ernstige moeilijkheden, zedelijke en geldelijke, te worstelen heeft, die meer en meer doen gevoelen dat men zich de kneukels erg heelt bezeerd. Wij vragen ons te vergeels afwaarom zou den wij moeten toegeven, of liever den duim leggen Wij zijn de overwinnaars en niet de overwonnenen.... Het catholiek princiep in zake van openbaar onderwijs staat heden zoo paal vast als in 1879...H.H. H.H. de Bisschoppen en gansch de geestelijkheid hebben zich niets te verwijten zij handelen slechts volgens plichten geweien. Moesten zij, in 1882, toegeven of zich aan de ongelukswet onderwerpen, zij zouden zich immers zoowel meineedig toouen als vroeger, in 1879. Doch hiervoor is geen gevaar, onze Bisschoppen en gansch onze Geestelijkheid zullen blijven handelen gelijk zij tot hiertoe gehandeld hebben, zonder zich met de razende woede der geuzen te bekreunenWij, ca- tholieken, zullen lien, van onzen kant, blijven ter zijde staan,met moed, iever en krachtdadig heid, tot dat de eindelijke zegepraal ons werk zal komen bekroonen. Een der voornaamste reden om de welke wij, catholieken, zouden willen den duim leg gen. is, volgens de liberalen, dat wij de op- schorsing van 't school-enkvvest verlangen. En waarom zouden wij dit nu moeten ver langen ~«o>»— (5C VERVOLG.) Ter nedergebogen onder den wreeden slag, die hem getroffen had, en medegesleept door de ver warde gedachten die zijn ontroerd gemoed bestorm- deu, begaf Rudolf zich met snelle schreden en neder- hangend hoofd, naar de poort van het hotel. In het voorportaal gekomen, moest hij even wachten om een groot en dik officier te laten voorbij gaan, die zijnen mantel aan eenen bediende afgaf. Wien moei ik aandienen, mijnheer vroeg do knecht. Den kolonel de Mauxchamps. Rudolf sidderde, en hield deu officier staande. Vergeef mij, kolonel ik wenschle u over eene hoogstbelangrijke zaak eenige oogenblikken te spre ken. Mij, mijnheer vroeg Mauxchamps, mot be vreemding het verwilderde gelaat van den jongeling beschouwende. Ik geloof niet dat ik de eer heb u tc kennen. Dat is mogelijk, mijnheer: Evenwel heb ik immers de eer den kolonel de Mauxchamps te spreken Ja, mijnheer Maar, raag ik weten welk belang Zondor twijfel, kolonel, en ik zal het u terstond mededeelen Maar, vergnn mij u te verzoeken een oogenblik met mij naar buiten to gaan Bij hetgeen ik u zeggen wilde, behoeven geene getuigen le zijn. «•- Zoo als gij verkiest, mijnheer. Eb zij begaven zich op hel voorplein. Het schoolenkwest doet ons meer goed dan kwaad. Overal waar de school-inkwisitie werkte, was de eerste uitslag dat de bevolking der vrije scholen sterk vermeerderde. En aan hoeveel verblinden wierden de oogen niet geopend, wanneer zij die schandelijke liberale dwinglandij, die snoode vervolgingen, die laffe kuiperijen, die belachelijke beschuldigingen, die haatvolle beleedigingen die verachtelijke handelwijze zagen en hoorden door den razen- den Bouvier, de haatvolle Willequet, Lucq, Lippens, Neujan en andere liberale snoevers, in 't werk gelegd en door de oflicieele lanter fanters uitgekraamd De waarheid is dat niemand de opschorsing der school-inkwisitie zoo zeer betracht dan vele doctrinairen. Al wie onder hen eenig gezond verstand bezit en met eenig politiek doorzicht is begaafd, zegt recht uit dat hij die inkwisitie zoo beu is als kouden pap. Er wor den zelfs doctrinairen gevonden, die vlakaf weigeren nog als inkwisiteur te zetelen, be werende dat zij hun aandeel hebben afgewerkt en anderen het maar kunnen voortzetten. Wij herhalen het, de school-inkwisitie doet ons meer goed dan kwaad. De overgroote meerderheid der Belgische bevolkingen hebben baar geoordeeld en veroordeeldzij kan dus alleenlijk dienen tot scliande van 't maconniek liberalismus I De Slotbrelters. De Gazette du Midi kondigde dezer dagen een belangrijk artikel af, getiteld de Croche- teurs of slotbrekers der kloosters. Na gezegd te hebben dat de oproermakers le Montceau niets deden als het voorbeeld volgen var. een Ferry en consoorten, die de kloosters openbraken en de kruisbeelden in de scholen van de muren rukten en op karren "laadden, gaat het blad op dit laatste thema voort en zegt, dat het gerecht der menschen eens de crocheteurs zal treffen, maar dat in afwachting de wrekende arm Gods reeds velen van hen gevonden heeft. Laat ons, zegt het blad verder, hier eenige voorbeelden aanhalen van zienlijke straffen, welke op de crocheteurs van verleden jaar zijn neergekomen. Een der bijzonderste uitvoerders der dekre ten te Parijs, M. Herold, is in den bloei der jaren gestorven. M. Dumarest, de jonge prefekt van het de partement Gard, overleed aan de gevolgen van eene geheimzinnige kwaal. Van de twee kom- missarissen, welke hem ter zijde stonden, stierf de eene, M. Tenard, van den kanker, de andere, M. Ponthieu, overleed schielijk. Deze drie mannen genoten vroeger eene bloeiende gezondheid. De kommissaris van Auban, die te Dijon het klooster der paters Dominikanen openbrak, overleed insgelijks bijna schielijk, maar na vergiffenis aan God gevraagd te hebben. M. Lamothe, notaris te Coudom, verving den onderprefekt van het departement der Ain om de deuren van het klooster te Balerin open te breken en de paters te verjagen hij moest sedert de vlucht nemen, in zijne kas een tekort latende van zeven tot acht honderd duizend franks. Mag ik weten, mijnheer, vroeg toen Maux champs, met wien ik de eer heb le spreken Gaarne... maar, liet doel er weinig loe. Ik wil u slechts om eenig bericht le verzoeken van een uwer oude vrienden. Men zegl, kolonel, dat gij den ridder Rudolf d'Aglure gekend hebt. Voorzeker, hernam Mauxchamps, Rudolf ver wonderd aanziende. Is dezen brief door u geschreven Maar., op mijn woord... ja! ik heb dien ge schreven stamelde de dikke kolonel mei de grootste verbazing eu beurtelings groote oogen op den brief en op Rudolf slaande. Dus waart gij bij den ridder d'Aglure toen hij stierf Maar... maar... ja stamelde de kolonel, hoe langer verlegener wordende. Vervolgens a! zijne onbezorgdheid bijeen rapende, zeide hij Maar, wal duivel, jong mensch, wat gaat u dat aan hel gaat mij zeer veel aan, kolonel! antwoordde Rudolf op eenen vasten toon. Men zegt dat gij vele zonderlinge zaken verhaald hebt. Onder anderen dat de naam van den ridder d'Aglure een valsche naam was. Men zegtmen ze»tnog eens, wat gaat u dat aan, en wat verlangt gij liet gaat mij zoo ver aan, mijnheerhernam Rudolf op den zeilden toon, dat ik mij ook ridder Rudolf d'Aglure noem, dat ik de zoon ben van dien ridder Rndolf d'Aglure, dien gij zegt dat aan uwe zijde bij Friedberg gesneuveld is dal ik de zoon beu van dien ridder Rudolf d'Aglure, dien gij be schuldigt, eenen valschen naam gevoerd te hebben En ik verlang dat gij mij bewijst heigeen gij gezegd hebtanders zal ik u antwoorden dat gij gelogen hebt 1 en ik zal u uwe woorden doen herroepen in Drie personen vroegen de uitdrijving der In min dan drij maanden zullen alle de j paters Trappisten le Plantay. Deze drie per sonen, namelijk de prefekt van het departement I Ain, Gillion-Danglar, Orcel, algemeen raads- heer, en Cliambaud, opsteller van een dema- gogiek blad, hielpen de dekreten uitvoeren. Een slotmaker, even als zij lid der logie, stond hen bij. De drie eersten stierven bijna schie lijk de slotmaker is arm en blind geworden. De smid die.in 1880,te Duinkerke het kloos ter der paters Redemptoristen openbrak, is schielijk overleden. De slotmaker van Louvesc heeft van armoede het land moeten verlaten en de republiekaan- sche bladen van Lyon hebben voor hem almoe- sen moeten inzamelen. Een jaar nadat hij uit de gehoorzaal het kruisbeeld had doen wegnemen, werd de vre derechter van Sainte-Hermine in Vendée, door eene geraaktheid getroffen in diezelfde ge rechtszaal. Den 21 januari laatsleden werd het stand beeld der heilige Maagd, dat te Ormoy op de markt stond, van zijn voetzuil gerukt, op bevel van M. Briot en met toelating van den prelekt M. Miclion, die de heiligschenders niets durfde verbieden. Hierin werden zij geholpen door een brigadier der gendarmen, die ongeroepen daar gekomen was om de orde te handhaven. Toen hij thuis kwam, vond de brigadier zijn eenigen zoon dood in zijn bed liggen. M. Briot brak zijn been derwijze dat hij mis schien nooit meer zal genezen. Mmc Briot is dezer dagen overleden. Voegen wij er nog bij M. André, prefekt van Ille et Vilaine, die zoo moediglijk te Rennes de sloten deed breken, zou zot zijn geworden en de stad in zijn Adams kostuum doorloopen hebben, bij zooverre dat mtn hem in disponibiliteit moest stellen. De slotmaker die te Rijssel de kloosters der Redemptoristen, van de Recolleten en der Dominikanen openbrak, werd in failliet ver klaard, heelt zich ten gronde geruïneerd, werd aangehouden om bommen in verscheidene huizen te doen springen, en, voegt men er bij, heelt zich verhangen. De slotbreker van 't klooster der capucijnen van Bayonne en van de Benedictijnen van La Bastide, verdronk met zijn schoonvader op de kusten van Sl. Jan-de-Luz en hij alleen van de 12 manschappen in de twee buoten gezeten, vond de dood in de golven. De afbreker van't standbeeld der H. Ger- mana te Toulouse, die met tegenzin gewerkt had, trad 's anderdags voor twee maanden in 't hospitaal en kon van de Republikeinen wier werkman hij was,nog geen magere onderstand verkrijgen om naar zijn vaderland terug te keeren. Tot Nimes of lot Alais, wij herinneren het ons niet wel, een bezetene die den predikstoel beklom om er zijne cigarette te rooken, verhing zich eenige dagen later. De slotmaker die 't klooster der Capucijnen le Chaprais (Doubs) openbrak, werd iu failliet verklaard. Van de vijf Commissarissen die tot de slot- brekerijen te Flavignij en te Dijon overgingen zyn er reeds twee overleden en een derde wierd gedwongen zijn ontslag te geven zes maanden vóór bij recht op zijn pensioen had. acteurs der tooneelen van 21 Januari getroffen zijn, 't zij in hunnen persoon,'l zij in 't geen zij op de wereld liefst hadden. Men zou dergelijke voorbeelden kunnen ver menigvuldigen. Verhaalde men onlangs niet dat een wereld lijke onderwijzer der omstreken van Bordeaux, die het Christusbeeld, 't welk hij de kleine kolenbrander noemde, en met een stokje sloeg om aan zijne leerlingen te toonen dat God machteloos was, twee kinders verkreeg die 't eene doof en stom en 't andere gansch zwart en den buik opengescheurd ter wereld kwamen. Lazen wij niet onlangs in een bretonsch blad dat de baas van een wijnhuis die vloekend den arm tegen den Hemel ophief, op eens den arm verstijfd gevoelde Heelt men niet gezegd dat een inrichter van banketten op Goeden Vrijdag, tot .Marseillen zich verhangen heeft? Weet men niet dat bijna alle de priesters apostaten die zich naar Zwit serland begaven om aldaar het oud-calboli- cismus aan le kleven of zich gezelfmoord heb ben, of zot zijn geworden, ol van wanhoop stierven Heelt men 't zelfde niet beslatigd in 't hertogdom Bade, waar het, even als in Zwit serland. niet moeielijk zou wezen hunne namen op te geven? Het blad sluit hiermee zijne treurige lijst, maar het voegt bij het bovenstaande dat het nog vele voorbeelden bij de hand heeft, om zijn gezegde te slaven dat de hand Gods op zien lijke wijze de crocheteurs getroffen heeft. Verder vraagt het zich af welke straf de groote plichtigen wacht, indien het lot der kleinen reeds zoo ellendig was. Zij mogen lachen en spotten, gaat liet voort; zij kunnen al die gevallen uitleggen als zij willen door het groote woord toeval. Dit is ons eender. Doch in hunne plaats zouden wij niet gerust zijn. Onze republikaansche bestuurders zul- len eens rekening geven, en zij zullen moeten verantwoorden voor boog, middelbaar en laag goddelijk en menschelijk gerecht, en zullen beginnen met in de handen te vallen der sociale revolutie. de tegenwoordigheid van allen die u gehoord hebben Gelogen riep de kolonel woedend uil Bij den hemel ellendige melkmuil ik. Een oogenblik hernam Rudolf, hem met kracht bij den arm vattende. Laat ons niet zoo snel lot drift overslaan. Ik vraag u ophelderingen, en wij zijn alleen. Ik ben Rudolf d'Aglure, ik heb het u gezegd, en gij kunt mij het regt niet ontzeggen u te onder vragen Antwoord mij, ja of neen Heette mijn vader of heette hij niet Rudolf d'Aglure, zoo als ik Voor den duivel! antwoordde Mauxchamps, half hedremmeld en toch vol gramschap Schoone vragen en ik weet niet waarom ik de moeite zoude nemen Luister, mijnheer de Mauxchamps, viel Rudolf hem met ontroering maar toch met kracht in de rede. Gij hebt gisteren aan den baron Van Eckstein gezegd dat mijn vader eenen naam aangenomen had die de zijne niet was Is dat waar of valsch Hel is waar voor den duivel antwoordde de kolonel ongeduldig Hij heette dus niet d'Aglure Neen, daar gij het dan weten wilt. Hij heette zoo min d'Aglure als ik. Zeer welhernam Rudolf met inspanning. Daar gij weel dat hij niet d'Aglure heette, moet gij bijge volg welen hoe hij wel heette Natuurlijk antwoordde Mauxchamps, de schou der ophalende. Nu, wees dan zoo goed mij zulks le zeggen. Wel zeker Gij weigert het Zonder twijfel. Nu... dan geloof ik dal gij hel niet weet. Naar uw believen. Dan heb ik regt te gelooven dat hij d'Aglure heette. Onlangs geleden schreef een brusselsch liberaal blad, zonder er overigens den oor sprong van aan te duiden, dat de schoolstrijd binnen kort ging eindigen daarde Bisschoppen en de Rechterzijde de wapens zouden neer leggen. De liberale organen nemen hier weêr hunne wensclien voor eene wezenlijkheid; immers 't is gekend hoe zeer zij verlangen dat de catholieken den strijd legen de ongelukswet zouden opgeven. Volgens liooger bedoeld blad, zou de Gees telijkheid laten weten hebben, dat zij gebruik wil maken van art. 4 der wet, 'i welk toelaat dat de priesters huiten de schooluren de christelijke leering onderwijzen. En zou daarmeê alles gedaan wezen Neen toch, want 't liberaal orgaan voegt er bij «Omdat wij de overtuiging hebben dat de Bisschoppen er weldra zullen gebruik van maken, zouden wij willen, en dit reeds in den aanstaanden wetgevenden zittijd, dat het art. Zoo als gij wilt. En, daar gij in integenwoordigheid van getui gen het tegendeel gezegd hebt, zal ik u beschuldigen van le hebben... Bij den Hemel ga niet voortof wel... Wal wilt gij dat ik doen zal, kolonel Wat moet ik gelooven, indien gij u zelf onophoudelijk tegen spreekt Bedenk dal ik het regt heb u ie ondervra gen u om waarheid le verzoeken'voor mij, voor mij alleen desnoods. Bedenk dat ik zijn zoon ben, hoort gij, zijn zoon en dal ik u als eene gunst smeek mij mijnen vader le doen kennen. Is hij dood, leeft hij nog Wat weet gij er tbans van In naam des Hemels, zog het mij indien gij het weet. Inderdaad, ik weet het niet, antwoordde Maux champs, ondanks zich zeiven door den toon en blik van Rudolf getroffen. Gij weet hel niet riep de jongeling bevende van angsthet is dus mogelijk dat hij i og leeft Op mijn woord, ja! hernam Mauxchamps; sedert tien jaren heb ik niets van hem vernomen. Hij is naar Frankrijk teruggekeerd en ik hen in hel hart van Duilschland gebleven en eergisteren eerst lerug- I gekomen. ik weet nog van niets. Het is mogelijk dat hij nog leefthernam j Rudolf levendig. O, ik dank u Ik moet hem zoeken, ik moet hem vinden. Op mijne eer, zeide Mauxchamps, den student j met belangstelling beschouwende. Het moet hem I aangenaam zijn zulk een likschen knaap tot zoon te hebben. En waarlijk, gij gelijkt op hem, ofschoon gij blond zijt. Ik moet hem zoeken, ik moet hem vinden, ber- haalde Rudolf met drifthij moet mij zijnen zoon 4 verdwijne 't welk, vóór drij jaar, zijne rede van bestaan heeft gehad, maar dat op 't oogen blik een gevaar wordt voor onze wereldlijke scholen. Zieldaar nu de liberale schijnheiligheid bloot voor onze oogen. Vóór drij jaar had liet art. 4 zijne rede van beslaan, omdat men wist dat de Geestelijkheid er geen gebruik zou willen van maken maar zoohaast de priester in de school zou willen treden wordt dit artikel een gevaar. Kan men nu nog klaarder en duidelijker bewijzen 't geen de catholieke redenaars en dagbladen duizend maal hebben herhaald, na melijk, dat art. 4 een schijnheilig comediespel is, om de kortzichtige lieden destebeter te konnen verschalken Waarlijk de Chronique heeft gelijk gehad wanneer zij uitriep dat dit art. 4 eene kunst greep was onweerdig van een gouvernement dat zich zelve eerbiedigt. HANDEL EN NIJVERHEID. Verzendingen van inkasseeringTe begin nen van 1 september mag men per post ver zenden, doch slechts voor hel binnenland, brieven, dagbladen, drukwerken of handelspa pieren, a( te geven aan den destinataris tegen betaling eener bijgaande kwittancie. Deze verzendingen moeten gefrankeerd zijn volgens hun respektief tarief. De stalen ol verzendingen van kleine weer de zullen aan dezelfde voorwaarden aangeno men worden, wel te verstaan indien zij be hoorlijk in een papieren omslag of in amballa- gie gesloten zijn. Zij moeten volgens tarief der brieven ge frankeerd zijn. Al deze verzendingen kunnen aanbevolen worden. Slechts dan kan men ze verzekeren, wanneer de verzonden voorwerpen gesloten brieven zijn. Aanbeveling en verzekering geschieden in de gewone voorwaarden. Het bestuur van het postwezen is, wat be treft de verzendingen legen inkasseering, on derworpen aan de algeraeene voorwaarden van verantwoordelijkheid vastgesteld door de wet van 30 mei 1879. De verzenders kunnen de bestelling aan huis door eenen bijzonderen drager vragen, mits de taks van eenen express te betalen. De verzendingen moeten voorzien zijn van hel adres des verzenders, alsook van dit van den distinataris, en in volle letters de som aanduiden die moet geïnkasseerd worden. Al de voorwerpen waarbij eene enkele kwit tancie gevoegd is, moeten in één pak veree- nigd worden. Niet meer dan eene kwittancie mag bij eene en zelfde verzending gevoegd worden. De verzendingen tegen inkasseering zijn onderworpen aan de algemeene uilsluitingen (prohibitions générales), kenbaar gemaakt door de wet van 30 mei 1879, te weten onder ande re Uitsluiting der voorwerpen welke, door hunne natuur, eene oorzaak van gevaar kun nen worden voor het personneel, of van be schadiging voor de korrespondentiën. 2° Verbod van in de verzendingen te sluiten weerden aan den drager die meer den 5 fr. noemen hoe heette hij Zeg het mij Ah? dal is eene tcedere zaak Zeg hol mij, in Gods naam, zeg het mij Welnu, hij heettede Kerneven Rudolf wankelde en sloeg onwillekeurig beide handen aan zijn voorhoofd toen liet hij een onder drukten kreet hooren en zeeg op de trappen van den stoep. Wat duivel liep de dikke kolonel, geheel ont hutst door dit voorval De duivel grijpe mijhij bevindt zich niet wel, geloof ik. Holé, mijn jongen, riep hij, terwijl hij beproefde hem op te richten. Een knappe jongen, op mijne eer hij bezit bert Daareven gedroeg hij zich als een kleine Cesar... En nu Duivelsch Zijn vader moet hem du aan hei hart liggen Kom zie zoo het wordt beter, de krisis is voorbij, God dank Rudolf richtte zich weder op al wankelend ging hij tegen een der deurpilaren leunen, en bleef eenige oogenblikken m eene onbewegelijke houding zwij gen, zijn gelaal met beide banden bedekkende. De duivel grijpe mij, mijn vriend, zeide einde lijk de Mauxchamps, gij hebt mij daar braaf vrees aangejaagd Gij zijl vrij gevoelig naar ik merk. Kolonelzeide eindelijk Rudolf met eene nog flauwe stem, ik dank u Ik vertrouw op uwe recht schapenheid.. en indien ik uwe getuigenis noodig heb, zal ik die zonder schroom inroepen. Tot weder- ziens Dit gezegd hebbende, snelde bij den trap af, en verliet overhaast bel hotel. Drommelsdal is een zonderling avontuur l mompelde de dikke kolonel. En lagchende trad bij de zaal binnen. Wordt voortges cl.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 1