56s,e Jaar
Zondag17 September 1082
iV° 1879.
IJZEREN WEG.VERTREKUREN II! AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN:
EEUWFEEST
Jongelm&en-Pensionnaat,
De Ridder d'AgTure.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December,
ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op bladz. 50 cent.
Dendermonde. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38 10.08
Lokoren. 4-56 6-40 8-45 12-22 3-09 6-38
Mechelen. 4-566-40! 7-17d 8-12d Exp. 1e2«3ekl. 8-45/
11-5l-04«f Exp. 1« 2e 3* kl. 2-51d 3-09/ 6-0Od
6-38/ 10-06d Exp. 1* i' 3« kl.
Anlw. 4-56t 6-40t 7-l7d 8-l2dExp. 3 kl. 8-45/ 1-04d Exp.
2* 3* kl. 2-51d 3-09/ 6-00d 6-38/ 10-06d Exp.
1* 2* 3e kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4-31 7-32 O-OO 8-12
E 3 kl. 9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 E J kl. 2-50 4 49 direct
5-20 E 6-00 8-52 9-14 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31 d 4-56/ 6-40/ 8-12d
3 Lias. 8-45/O-OOd 9-l3d (11-59./ lot Leuven) l-04d
Exp. 2» 3'kl. 2-50da-20d Exp. 2' kl. 6-00d 9-l4d
10-08 Exp. 3 kl.
(1) Not*. De letter beteekeul langs Termonde en de
Gent, (5-00 's vrijd. 7-02dir. 7-56 E3 kl. 8-47 9-41
12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35
8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E 1* 2' 3e kl. 6-35 8-54 E 3kl.
Doornyk, Mouscron, Kortrvk, Ryssel langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Èxp. 6-12 6-35
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 0-00 11-59
11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 0-00 8-12
2-51 0-00 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 5-55 0-00 8-12 11-59 2-51 0-00 6-00
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen S 55 11-59 2-51 0-00 6-00
Sollegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel, Opwyck, .Mechelen,Antwerpen 5,10 9,30 3,24 6,12
letter d langs Denderleeuw.
Unique Saam.
NAAR AELST UIT
Ath 6.49 10.30 1.18 4.09 7.58 9.05
Antw. 5 15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 2" 3* kl. 12 15
3-15 E. l°2°3e kl. 3-54 4 45 5.54 6.50 E. P2° 3* kl. 9.05
Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 n.06
11 53 1-50 dir. 1.55 3.U0 E4.49 5.19 E 5.50 7.17 8.15 E
3 kl. 8.20 11-45.
Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10,48
Geeraerdsbergen 7.22 11.08 2.00 4.50 8.33 9.41
Gent 6 24 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.07 12.31 E 3kl.
I.55 4-10 dir. ft.OG E 5.06 8.09 dir. 8.18 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.18 9.25
Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.56 7.53
Ninove 7.-55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09
Oostende 0.00E 6.04 6.19E. 1 2 3 kJ. 9.00 0 00 0.00
II.12 E 3 kl. 11-54 2,01 3.29 0.00 E 3 kl. 6.04
uit Gent naar
Moortzeele, Sottegcm, Geeraerdb., Enghien, Braine-lo
Corale 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59
UIT GEERAERDSBERGEN NAAR
Maria-Lierde.Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 7.24
8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51
DIT Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Assegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct.
UIT SOTTEGEM LANGS DENDERLEEUW NAAR
Aelst, (5.38 's Zalerd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.41
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokbrbn bn Gbnt
4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.30 9.10 E 3 kl.
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes bn Antwbrpbn
4.2o 7.05 8 00E 9.25 1".50 2.20 5.25 7.05 9.05E 3kl.
Uil Sollegem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,11
AELST, !6 SEPTEMBER 1882.
VAN HET
XE GIJSUGËM.
Dijnsdag lest vierde het Jongelingen-Pensi-
onnaat van Gijsegem, thans bestierd door den
Eerw. Heer P. Van Impe, het honderdjarig
Jubelfeest zijner stichting.
Reeds den dag te voren, waren de inwoners
der anders zoo rustige parochie in volle bewe
ging hier was men aan 't oprichten van zege
bogen en triomfarken, daar beplantte men de
straten met sparrenboompjes, ginler hechtte
men weïgezochte heilgroeien en jaarschriften,
loover en wimpels aan de gevels der huizen,
en in 't gesticht sloeg men de laatste hand aan
de prachtige versiering van kapel, feestzaal en
verdere gebouwen, met een woord, erheerschte
daar eene bedrijvigheid die niet te beschrijven
valt.
Reeds vroeg in de morgend kondigde het
gebrom des kanons den heugelijken feestdag
aan, en, in een oogwenk, waren bijna alle de
woningen der gemeente bevlagd. De treinen en
rijtuigen brachten weldra meer dan 300 leer
lingen aan, welke het eeuwfeest kwamen vieren
van het gesticht, waar zij, in hunne eerste
jeugd, onder echt vaderlijke zorgen, eene goede
christene opvoeding gepaard aan een degelijk
onderwijs ontvingen.
Om 10 uren kwamen Z. H. Mgr. de Batlice,
Bisschop van Pella, de Eerw. Kanunnik De
Blieck, Pastor-Deken van Aelst en de heer Van
WambekeVolksvertegenwoordiger en Burge-
onzer stad te Gijsegem aan.
Onmiddelijk na het onthaal van Z. H. den
Bisschop, enz., begat men zich naar de Kerk,
alwaar eene plechtige Mis van dankbaarheid
wierd gezongen door den E. H. Van Impe,
Director.
Aan 't evangelie, beklom Z. H. Mgr. de Batli
ce den predikstoel. Met eene buitengewone
welsprekendheid herinnerde de gezalfde Spre
ker in wijde trekken, den oorsprong van 't
Pensionnaat, hoe het eene eeuw geleden ge
sticht wierd door wijlen den Eerw. Heer Van
de Voorde, en hoe het, door de zorgen en be
kwaamheid der vorige Bestierders en nog
meer door deze van den E. H. Van Impe, thans
een der voornaamste onderwijs-gestichten van
't vlaamsche land is geworden.
Eindelijk deed Mgr. de volstrekte noodzake
lijkheid van eene godsdienstige opvoeding en
onderwijs uitschijnen, welke alleen de vrede
en 't geluk der familien kunnen verzekeren.
hij 't eindigen van het H. Misoffer, wierd
een Te Deum gezongen.
Alsdan vergaderden de feestvierders zich in
de ruime zaal waar T banket ging plaats grij
pen, om de uitvoering te hooren van de can
tate, een muzikaal gewrocht van den heer Van
der Sloten, notaris te St Martens-Laethem, op
een gedicht van den E. H. Saeys, priester, beide
oud-leerlingen.
«o«-
(6° vervolg
V.
Het was reeds laat op den avond. De markies de
Kerneven was alleen in zijn kabinet. Met de handen
•p den rug, gebogen hoofd en een somber gelaal,
liep hij de kamer op cn neder, bleef van lijd tol lijd
stilstaan en sprak bij zich zei ven, als iemand, die
door strijdige gedachten geslingerd wordl
Ik weel niet wat ik er van denken of gelooven
moetmompelde bij. Rudolf d'Aglure Zonderlinge
overeenkomst van naam.
Hij bleef een oogenblik staan, met de hand op eene
tafel leunende, als om zijne gedachten te verzamelen.
En zonder twijfel. toen ik dien jongeling zag...
zijne oogen... zijn geheel gelaal! ondervond den
zelfden indruk, dien twintig jaren niet hebben kunnen
uitwisschen. Het is de blik, de glimlach van Doro
thea Zoude ik mijn zoon terug gevonden hebben?
Hij deed met drift eenige schreden en bleef loen
op nieuw staan.
En zijno moeder loeft zij nog? arme vrouw I
hoe schandelijk heb ik haar bedrogen, verraden,
verlaten. Hoe beminde zij mijMen heeft mij gezegd
dat zij gestorven was Ik ben schuldig geweest.
Schuldig waarin Kon ik haar mijne avonluurlijke
en gevaarvolle levenswijze doen deelen En ihans
nog... zonder eenige fortuin. Wal kan ik voor haar
doen Is zij niet gelukkig geweest dat zij mot dan
d« eerste zoetheden van het huwelijk heeft gekend
en haar echtgenoot heeft kunnen beweenen, eer zij
den lijd heeft gehad zijne liefde le verliezen en om
haqr verdriet te weenen Ha, zekerlijk Mauxchamps
had gelijk. Maar, mijn zoon!... Hij is hetHij is
groot, hij is schoon, hij bezit moed, hij is mijner
waardig! Ik wil... maar... zijne moeder 1 en de
naam dien bij draagt Hoe zal ik bekennen... Maar
wie zegt mij dat hij mijn zoon is Er zijn zoo veel
d'Aglures. Er was er een in het leger van Italië
Niets bewijst mij.maar die gelijkenis Ja, hij is
De uitvoering onder de leiding van den Heer
Muylaert, koster der parochie en professor,
liet, ingezien 't getal zangers en speeltuigen
waarover menbeschikte, niets te wenschen
over. Onder muzikaal opzicht, is de cantate het
gewrocht van een kunstenaar welke de speel
tuigen weet te behandelen en le regelen. Wij
hebben vooral de zoetluidendheid bewonderd
van de cantabile die de finale voorafgaatbe
ginnende met een solo in den welken de com
ponist eene aangename klankmaat herhaalt,
eindigt zij met eenen brio van op den zeilden
loon zingende stemmen, 't welk een prachtig
effect maaktM. Van der Sloten, bezit een waar
talent, en indien zijn notarieel ambt al zijnen
tijd niet vraagt, raden wij hem aan in zijne mu
zikale studiën te blijven volherden, verzekerd
wij het zijn, dat zij hem de roemrijkste uitsla
gen zullen verzekeren.
Het gedicht van den E. H. Saeys, is ver
heven, grootsch en zielroerend.
Om één uur ving 't banket aan 't welk de
feestelijkheden moest sluiten, en gedurende 't
welk de meeste vreugde, de meeste gulhertig-
lieid, de meeste broederlijkheid heerschten.
Maar geen wonder, schoolgezellen die zich,
sedert jaren en jaren, niet meer ontmoet had
den,vonden nu elkander wéér, en herinnerden
zich nu menig feit, menige omstandigheid in
hunne jeugd en bezonderlijkgedurendehun ver
blijf in 't geslicht van Gijsegem voorgevallen.
Aan het nagerecht stelde M. Van Wambeke,
Volksvertegenwoordiger en Burgemeester van
Aelst een heildronk vooraan Z. H. Leo XIII.
De achtbare redenaar drukte zich aldus uit
Monseigneur,
Mijne Heeren,
't Is onder den indruk van eene zekere aan
doening, dat ik, in dees gesticht waar ik de
eerste jaren mijner jeugd overbracht, rechtsla
om u een heildronk voor le stellen aan den
welken gij zult toejuichen; die heildronk breng
ik aan Z. H. den Paus Leo XIII. (Levendige
toejuichingen.)
Aan den Paus, het opperhoofd der christen
heid, welke te midden der beroerten en ver
woestingen die Europa en de wereld schokken,
onverzettelijk op zijnen pontificalen óroon blijft
om recht en waarheid te verdedigen
Aan den Paus, welke met een helder gelaat,
verzekerd van .den eindelijken zegepraal, die
valsche en bedrieglijke leerstelsels bestrijdt,
om in alles en legen allen den verdrukte tegen
den verdrukker te beschermen en te verde
digen
Aan den Paus, welkedoor ondankbare
onderdanen en eene goddelooze volksverlei
ding, geweldiglijk van zijne Staten berooid,
in alle omstandigheden de vrijheid tegen de
dwinglandij verdedigt, en alles verwacht van
Dezen wiens rechtveerdigheid nooit heeft ge
faald, en Welke hem nooit zal verlaten
Aan den Paus welken wij beminnen, omdat
Hij, als catholieken, onze gemeene vader is,
en wij met Hem verdedigen, èn de geheiligde
vrijheid van den familievader in de opvoeding
zijner kinderen tegen de dwinglanden van den
dag, èn de vrijheid der Kerk tegen al dezen die
het, Dorothea Ik moet zekerheid hebben.'Ik zal aan
dien jongeling vragen van welke familie hij is. En
zoo hij mijn zoon i3... Wal dan te doen
Kerneven wierp zicii op zijnen leunmgstoel en
bedekte zijn gelaal met beide handen.
Rampzalige gevolgen van mijn schuldig gedrag
In welke verlegenheid bevind ik mij thans Hoe duur
betaal ik de dwaasheden mijner jeugd, waar wij
vroeger om lachten Ik kan van dc verbmdlenis met
den baron Van Eckslein geen afstand doen. Zonder
de hijwelijksgift van Clotilde - ben ik verloren Maar,
kan ik niet alles overeen brengen? Wat behoef ik,
Kerneven, Rudolf d'Aglure voor mijnen zoon te
erkennen Hij heeft eenen naam hij weet van
niets... waarom hel hem mede te deeleo Kan ik bij
hem niet de plichten eens vaders vervullen, zonder
den naam van vader le dragen Kan ik bem niet
ondersteunen, in zijne loopbaan beschermen, hem
in mijne armen drukken, mij zijne genegenheid ver
werven, zonder....
Hij stond met drift op, deed eenige schreden en
bleef op nieuw staan, door eene nieuwe gedachte
getroffen.
Maar... hij haat mij; hij heeft mij beledigd, hij
bemint Clotilde! Alles bewijst mij zulks... en zijne
moeder, zijne moeder., indien zij nog leeft... Heb
ik ook jegens haar geenen plicht le vervullen
Hij wierp zich op nieuw in zijnen leuningstoel, en
verzonk in een diep gepeins.
Een oogenblik daarna verschrikte hij, stond op en
luisterde
Ik moet uw heer volstrekt spreken, zeide eene
slem builen dc deur; dien den ridder Rudolf d'Aglure
aan.
De bediende meldde hem aan.
Laat hem binnen komen, zeide de markies.
Rudolf trad het verirek binnen. De halve duisternis
dio hierin hoor6chle, belette dat men de diepe ont
roering kon bemerken die op zijp gelaat was le
lezen. Dc. markies stond op om hem te ontvangen.
Heer ridder zeide hij op eenen bedaarden en
beleefden toon, ik had niet gedacht u zoo spoedig
weder tc zien. Maer, wat de rede van uwe komst
zich met het masker der wet wapenende, er
de gevaarlijkste vijanden van zijn. Donderende
toejuichingen.)
j Moge Leo XIII nog lange jaren slijten voor
I 't geluk en den voorspoed der christenheid
Mochtehij door zijne zachtaardigheid,door zijne
standvastigheid, en door zijn verhevene ver
stand, de ongelukkige verdwaalden der heden-
daagsche politiek in den scbootder Kerk terug
brengen, mochte zijn pontificaat lang genoeg
duren om den zegepraal-^r Kerk te vieren!
Op de gezondheid van Leo XIII.... (Oorver-
doovend handgeklap en geroepen van Leve Leo
XIII
Nauwelijks was de stilte hersteld of Mgr de
Battice nam liet woord.
Z. H. Mgr. de Battice bedankte vuriglijk de
achtbare burgemeester van Aelst over den
heildronk aan Z. H.Leo XIII welken bij in
zulke schooneen verhevene bewoording kwam
uit te brengen.
De II. Redenaar legde in klare en duidelijke
woorden den toestand van den 11. Vader uit.
Sprekende over de groote genegenheid die
Leo XIII de Belgen toedraagt, herinnerde
Mgr. de Battice dal de H Vader de gegronde
hoop koestert dat zij van hunnen kant in hunne
liefde tot het Pausdom en in hunne gehecht-
hein aan de R. C. Religie zullen blijven vol
herden. Werken wij allen le samen, MM., riep
Mgr. uit. opdat ons geliefde Vaderland het
edel voorbeeld van zijne gehechtheid aan zijn
Geloot en aan zijne getrouwheid aan zijne
Religie blijve geven. Vergeten wij nooit dat
de godsdienstige opvoeding de krachtigste
steun is van troon en Vaderland
Op zijn beurt stelde Mgr. een heildronk voor
op den voorspoed van 't Pensionnaat van
Gijsegem. Deze heildronk wierd met den
meesten geestdrift toegejuicht.
Dan sprak de heer Fr. Claus, geneesheer te
Aelst en sekretaris der Feestcommissie de vol
gende redevoering uil
Monseigneur,
Mijne lleeren
Heil en eer, groei en bloei, aan het Jonge-
lingen-Pensionnaat van Gijsegem
Dit is de kreet, die mij machlvol aan het hert
ontglipt, bij net schoone en welverdiende
Jubelfeest van heden- - Ja. niet waar ons
aller zielen zijn in diep genoegen en zoete
vreugd versmolten, bij de groolsche plechtig
heid, en tevens oprecht lamilie-teest, waaraan
het ons gegeven is, van daag deel te nemen
Eene zachte hartsaandoening maakte zich
van ons meester, toen wij eenige uren geleden,
misschien na lange afwezigheid, de gemeente
Gijsegem weerzagen, waar we de eerste jaren
onzer jeugd hebben doorgebracht... Nog steeds
dezelfde eenvoudige vlaamsche gemeente;
doch, heden ten teeste uitgedosclit ter eere
van het Gesticht, welk zij met reden als haar
schoonste sieraad aanziet. Menigen onder u
hadden misschien gaarne diezelfde gebouwen
weêrgevonden, wa&r ze voorlieên, in hunne
kinderjaren, woonden. Doch allen hebben wij
met fierheid beslatigd dat liet Gesticht zich
machtig ontwikkeld heeft, en met innig ge
noegen zien wij dat ruime en prachtige ge
bouwen zijn opgerezen.
Bij 't vieren van dit Jubelfeest, is het billijk
dat wij eenen oogslag werpen in 't verledene,
dat we de lange reeks van jaren overzien,
sedert het begin van dees gesticht verloopen.
Ruim eene eeuw geleden, woonde te Gijse
gem een brave deugdzame jongeling, M. Van
de Voorde. Op twintigjarigen ouderdom, was
hij voornemens in 't klooster te treden der
Paters Capucienen te Dendermonde. Doch,
zekeren dag wierd zijn vader door eene schie
lijke dood getroffen en de moeder bleef
weduwe met zestien kinderen.
In die omstandigheden, verstond de aanzoe
ker dat hij, als oudste zoon.verplicht was zijne
moederin hare handels-en familiezaken behulp
zaam le zijn, en voorloopig van zijn besluit af
te zien.Dit deed hij dan ook: Doch,hij gevoelde
zich tot het priesterdom geroepenen, de toe
lating bekomen hebbende om onder 't geleide
van den parochie-herder zijne studiën van
Godsgeleerdheid te voltrekken,ontving hij wel
haast de heilige zalving. Voorgenomen heb
bende een Pensionnaat te slichten, gat hij les
sen aen eenige jonge lieden, in eene kamer
welke hij gehuurd had. God zegende zijne
onderneming de kleine dagschoolWierd wel
dra kostschool, leerlingen kwamen van alle
kanten toegesneld, zoodanig dat, bij 't begin
der fransclie omwenteling, het Pensionnaat
van Gijsegem een der uitstekendste was van
ons land. Ondanks de woelige tijden die volg
den, bleef 't Gesticht zonder onderbreking
voortsbestaan.
Rondom 1807 werd het aan 't bestuur toe-
vertiouwd van den Eerw. Pater Lenoir, die
liet in 1829 liet overgaan aan xMr De Grau.
professor van 't Gesticht. Daarna zien we
opvolgentlijk de Eerw. Heeren Van Puyvelde,
Wandels en Provost het opvoedings-liuis be
stieren; en onder hunne waakzame zorgen en
kundig beleg het getal leerlingen steeds meer
en meer aangroeien. Sedert ongeveer 15 jaren
zier. we den tegen woord igen bestuurder, den
Eerw. Heer Van Impe aan 't werk. Indien ik niet
vreesde zijne ootmoedigheid te kwetsen, zoude
ik hier breedvoerig moeten verhalen hoe hij
door onophoudend zwoegen, moedig werken,
het getal der leerlingen nog vermenigvuldigde,
en eindelijk de ruime gebouwen van het hui
dige gesticht uil den grond deed rijzen.
Nu gelijk voorheen, voorheen gelijk den dag
van heden bezit het Pensionnaat 't welver
diende vertrouwen der familien, zoowel onder
het betrek der opvoeding, als voor de gron
diglieid van zijn zedig en wetenschappelijk
onderwijs. Mocht die bloei nog aangroeien en
vermeerderen Mocht Mr Van Impe nog
lange jaren zijne kundige en vaderlijke zorgen
toewijden aan de jongheid, welke hier te
Gijsegern de baan der wetenschappen en der
maatschappelijke zendingen geopend wordt.
ook zijn moge, wees welkom Wees zoo goed te gaan
zitten.
Rudolf scheen getroffen door die ongedwongenheid
en koelbloedigheid. De hartstoglelijke overspanning
die hem zoo haastig naar terneven gevoerd had,
scheen gebroken eene soort van verwarring, van
onzekerheid volgde daarop, en eene plotselinge
bedenking, die in het oogenblik niet hij hem was
opgekomen, rees thans in zijnen geest op
Ik heb inderdaad bedacht, heer markies, hernam
hij mei eene nog ontroerde stem, die hij vastheid
zocht te geven, dat mijn bezoek zoo spoedig na onze
ontmoeting, u zonderling zoude voorkomen. Maar,
ik hoop dal gij hel zult verontschuldigen, wanneer
gij de oorzaak daarvan vernomen hebt
Ik luister, mijnheer.
Ik geloof heer markies, dal de naam mijner fa
milie, dat de naamRudolf d'Aglure... u niet onbekend
is.
Het was Rudolf alsof de stem in zijne borst ver
slikte. Hij zweeg en wachtte.
Inderheid, heer ridder, ik geloof dat ik dien meer
gehoord heb, antwoordde Kerneven op eenen onver
schilligen loon. Ik heb eens gehoord dat een zekere
graaf d'Aglure onder den marschalk Belle-'sle ge
diend heeft Maar, gij zijt een Duitscher, geloof ik
Een Duitscher?... Ik beu eeD Franschman, heer
markies, de zoon van een Fzanschman in pruisische
dienst, die bij Friedberg gesneuveld is; ten minste...
men heeft hel ons gezegd.
Zoo' zeide dc markies.
Beiden zwegen een oogenblik-
Maar, uwe moeder, was die dan niet een
Duitsche
Ja, heer markies, mijne moeder heette Dorothea
von Lichstadt
Heette viel de markies hem met eene buiten- j
gewoone beweging levendig ia de rede; zij!.... zij is I
dus overleden
Neon, heer markies, zij leeft... en beweent nog
altijd haren echtgenoot.
Zoo zeide de markies op nieuw. t
Er heerschle weder eenen oogenblik stilzwijgen. 1
Rudolf wachtte mei een kloppend hart.
Ik begrijp, hernam kerneven eindelijk bedaard
dal hel liaer verdriet moei doen van haar cenigen
zoon gescheiden te zijn Gij zijt nog jong, hoer rid
der, en kent de wereld niet genoeg om uw gedrag
alleen te regelen.
Ik hoop, zeide Rudolf, die eene zinspeling in
die woorden vermoedde, ik hoop mij altoos zooda
nig te gedragen, dat ik den naam, dien ik draag, eer
aan doe.
Ik twijfel daar niet aan, zeide Kerneven met
de zelfde bedaardheid.
Deze kalmte, deze onverschilligheid, bracht dc
overtuiging, die Rudolf naar den markies gevoerd
bad, geheel aan het wankelen. Hij wilde evenwel
niels verzuimen.
Sla mij too u te vragen, heer markies, of de
bloedverwanten van u, die den zelfden naam droe
gen, in pruissische dienst geweest zijn.
Kerneven wachtte een oogenblik eer hij antwoord
de.
Het kan zijn,.heer ridder, zeide hij eindelijk
mol eene zekere gedwongenheid. Mijne familie is
talrijk. Ik kan hier omtrent niets met zekerheid zeg
gen.
Ik kwam enkel hier om mij daar ven te verze
keren, zeide Rudolf met bitterheid. Ik had gehoopt
dat gij eenige twijfelingen zoudl hebben kunnen
ophelderen die bij mij ontstaan waren.. Ik zie dat
ik die hoop moet opgeven.
Twijfelingen vroeg Kerneven levendig, welke
twijfelingen
Ik had gedacht dat onze familie misschien aan elk
ander verwant konden zijn.
Hoe dat
Vergeef mij het is ongetwijfeld eene dwaling...
en bij gevolg kunnendefamiliebijzouderheden u geen
belang inboezemen Mijn naam was ubijna onbekend
Dien mijnor moeder kende gij in hel geheel niet
Dus, al waren wij bloedverwanten, dan zou die ver
wandschap te verwijderd zijn, om eenigen invloed
uit te oefenen op onze wederzijdsche gevoelons. Ik
ben van meening geweest dal ik dezen stap bij u
Monseigneur,
Mijne Heeren,
Ik drink op den bloei van het Pensionnaat,
op de gezondheid en 't geluk van den Eerw.
Heer Bestuurder Van Impe.
M.Claus gaf lezing van 't ontwerp van adres
aan Z II. Leo XIII per telegraaf toe te sturen
Eminencie Kardinaal Jacobini, Rome.
Drie honderd oud-leerlingen, in 't Pension
naat van Gijsegem vereenigd ter gelegenheid
yan 't honderdjarig jubelfeest van dit gesticht,
juichen den Paus Leo XIII toe; zij bieden Zijne
Heiligheid de hulde aan van hunne diepe erken-
tenis, onwankelbare verknochtheid,kinderlijke
liefde en eerbiedvolle gehoorzaamheid.
De Sekretaris, De Voorzitter,
CLAUS. VAN WAMBEKE.
Gijsegem jist - Belgie) 12 Sept. .1882.
Deze adres ei ierf de algemeene goed
keuring.
De Eerw. Heer Van Impe. director des Ge-
stiehts, nam vervolgens 't wc. zegde
Monseigneur,
Mijne Heeren,
De gevoelens die op dezen plechtigen dag
mijn hert ontroeren, zijn gevoelens van dank
baarheid en vreugd.
Gevoelens van vreugd bij liet vieren van den
honderdjarigen jubilé van liet gesticht van Gij
segem, waarvan ik de eer heb den bestierder
en oud-leerling te zijn. Die vreugd is verdub
beld bij het ontvangen van eenen bijzonderen
zegen door zijne Heiligheid Leo XIII ons toe
gezonden, zegen die, ik heb het vast betrou
wen, over ons gesticht eenen dauw van hemel-
sche gunsten zal doen nederdalen.
In mijn hert ontstaan gevoelens van dank
baarheid.
Ik dank Monseigneur voor zijne blijken van
genegenheid. Monseigneur die door zijne door
luchtige tegenwoordigheid onze feesten is ko
men opluisteren.
Ik dank, .Mijnbeer Van Wambeke onzen ca
tholieken volksvertegenwoordiger die als oud
leerling van Gijsegem met zooveel genegenheid
het voorzitterschap onzer feestelijkheden heeft
aangenomen. Ik dank al de leden der Feest-
kommissie, en bezonderlijk den Heer Claus,
geheimschrijver die den grootsten iever heeft
aan den dag gelegd, en aan vvien ik ten groo-
tendeele den goeden uitval onzer feesten toe
te wijten heb.
Ik dank al de oud-leerlingen die in zulk
groot getal zijn aangekomen om eenen open
baren blijk "hunner erkentenis te geven.
Ik heb eene bijzondere bedanking aan te
bieden aan den eerw. lieer Saeys over zijn zoo
wel uitgekozen dichtstuk en aan den heer no
taris Van der Sloten die zoo haast ik hem ken
nis had gegeven van de jubelfeest, ons op
droeg de triomf-cantate, een meesterstuk door
eenieder zoo hoog geprezen en toegeiuic.'iJ.
Ik druk mijne erkentenis uil jegens" den Heer
burgemeester Van Grasdorff, die zoo wel ver
staan heeft dat,indien men de eeuwfeest vierde
van het Pensionnaat er terzelfder tijd feest
moest zijn in geheel de gemeente Gijsegem.
moest doen. Thans zult gij mij veroorloven niet
verder over de zaak le spreken.... en ik vraag u
vergiffenis, dat ik u lastig ben gevallen
Hij stond op om te vertrekken. Kerneven hield hem
bij den arm terug.
Volstrekt niet liet doet mij in tegendeel ge
noegen, heer ridder, dat ik dit onderhoud met u
gehad heb, minder woest en minder hevig dan het
eerste Ik dank u voor dezen stap; hij doet eer aan
de nauwgezetheid van uw geweten en aan de recht
schapenheid uwer gevoelens Het zoude toch kun
nen zijn dat die bloedverwantschapinderdaad bestond
en ik zoo mij gelukkig rekenen dat ze, hoe verwij
derd ook....
Heer markies, viel Rudolf hem met kracht iD de
rede; die bloedverwantschap zoude al zeer nauw
moeten zijn om mij het kwaad te doen vergeten bet
welk gij mij aangedaan hebt Ja ik beken hei een
oogenblik geloofde ik.... Maar, het was eene hersen
schim. ik zie het.
Wat geloofde! gij vroeg Kernoven levendig.
Wal ik geloofde antwoordde Rudolf, bevende
bij de uitdrukking, bij de beweging welke dat woord
vergezelde. Ik geloof ja, ik geloofde dat Rudolf
d'Aglure die bij Friedberg sneuvelde... markies
de Kerneven heette...
De markies stond plotselings op, door eene onwil
lekeurige drift gedreven, die Rudolf geheel in ver
warring bracht.
Markiok do Kerneven Hoe!... maar dat is zon
derling 1 vervolgde hij glimlachende en zonder
gemaaktheid weder zitten gaande Gij hield mij dus
voor uwen vaderHoe zijl gij aan die gedachte ge
komen
Wat doet er dit toe daar er niets van is
Ja wel; het doet er bij mij wel toe Ik zou
trolscl) zijn, wanneer ik een zoon had zoo als gij zijt
en gij, wat zoudt gij doen, indien ik uw vader ware?
Indien ik uw zoon ware hernam Rudolf met
ontroering, die hij niet kon bedwingen. Ik zou mij
aan uwe voeten werpen, om uwen zegen smeeken...
on ik zou zelf u in dc armen mijner moeder willen
voeren, die u sedert twintig jaren beweent.
(Wordl voorlgcxet.)