Kaatsspel. - Houtmarkt.
1 immer- en Dakwerken
MEESTER BLOCK.
milie niet, die in den vetten kaas van het gou
vernement nestelen.
'I Is waarlijk geen wonder dal die mannen
van ons gedacht niet zijn, als wij klagen dat er
al te kwistig omgesprongen wordt met het
geld der lastenbetalers.
'I Is immers met dat geld dat zij zich vetmes
ten en dan nog de middels vinden om assu-
rancie-maatschappijen te helpen stichten,
waarin zij een sommeke voor den ouden dag
zullen sparen.
Wij zorgen voor ons en onze familie als wij
de gedurige verhooging der belastingen be
strijden.
Liberale ministers die de belastingen ver
dedigen, zorgen insgelijks voor hen en voor de
hunnen.
Wat de belangen van het land betreft, daar
denken zij op als er hun, na voor de broeders
en vrienden gezorgd te hebben, nog tijd over
schiet. (Onapiankelijke.)
Hel Journal de l'Ouvthe, een liberaal blad
dat te Gent wordt aaneengeflanst en dan in 't
Luxemburg uitgeven, kondigde dezer dagen
aan dat men te Marcourt in Luxemburg, een
standbeeld ging oprechten ter nagedachtenis
van Théroigne de Mericourt, cene bloeddorstige
en zedelooze slawelle uil den Sansculottentijd,
die men veel beter zou gedaan hebben sale
Charogne de Mericourt, in 't vlaamsch, vuile
prij te heeten.
Nu, hiervan is geen enkel woord waarheid
de gemeenteraad van Marcourt, uit catholieken
samengesteld, heelt zeils nooit aan dit zoo
dwaas ontwerp gedacht.
Wat moet men hier uit besluiten
i° Dat de liberale drukpers op geen leugen
tje ziet
2° Dat de liberalen er eerder een goed dan
een kwaad zouden inzien die vuile figuur, die
met bloed besmeurde prij openbaarlijk te ver
eeren.
Maar wat is 't Kan men iets anders ver
wachten van de liberalen die een standbeeld
willen oprichten aan Marnix den landverrader,
aan dien geus die zijn vaderland voor egien
baat en eer, aan den vreemdeling zocht te
verkoopen.
Vijftigjarige Jubelfeest
van den E H. Van Hoeymissen,
pastor van Kerkxken
De parochie Kerkxken heeft, dijnsdag lest de
vijftigjarige Jubelfeest van den II Van Hoeymissen,
als pastor aldaar, waardiglijk gevierd.
Bij het krieken van den dag kondigde het gebrom
des kanons de feestelijkheden aan. Gansch dc pa
rochio was in een ware prachtige lusthof herschapen:
Zegebogen waren opgericht, de stralen versierd
en ieder huis was niet jaardichten, licilgrnelcn,
vlaggen en loover behangen, met een woord, niets
ontbrak er. Men zag dat de Kerkxkenaren hun
uiterste best hadden gedaan om, ter gelegenheid
zijner vijftigjarige Jubelfeest, hunne dankbaarheid
te beloonen aan den grijzen Herder welken zij
zooveel verschuldigd zijn...
Immers wie kent de toestand niet in den welken
de parochie Kerkxken verkeerde, toen de E. II. Van
Hoeymissen aldaar, in 1832, als Herder wierd aan
gesteld
Kerkxken was alsdan een der armste, één der
meest verlatene oorden van Vlaanderen; de kleine
landbouw was het eenigc middel van bestaan der
inwoners, en menigwerf kwamen honger en gebrek
zich aan hunne haardsteden neérzellen.
De E II. Van Hoeymissen begreep dien toestand
en zocht naar de middelen om hem te verhelpen.
Weldra begreep hij wat al voordeden de heden-
daagsche nijverheid kon verschaffen Ook aarzelde
hij niet ieverig te werken en duizenden voetslappen
aan te wenden, om aldaar bij middel van leerwerk
huizen, de fabrikatie van damastlinnen, amelakens,
servieiten, enz in te voeren... Dit gelukte bij zoo
verre, dat, eenigc jaren later, de parochie gansch
hervormd en eer. belangrijk nijverheidscentrum
geworden was.
Heden ontmoet men er werkhuis op werkhuis, en
't is ook te Kerkxken dal men de groote zijdeweverij,
aantreft die, vroeger door M Lcvionnois-Dekens, en
hedeu door M. Adriaan Smits bestierd wordt, met
een woord, van arm dat Kerkxken was in 1832, is
zij heden eene rijke en belangrijke parochie ge
worden.
Geen wonder dus dat do parochianen van Kerkx*
keu, dijnsdag hebben willen toonen dat zij van herle
dankbaar waren aan den waardigen Herder, welke
niet alleen gansch zijn bestaan, maar ook zijne
persoonlijke fortuin lot hun welzijn heeft opgeofferd.
Eene Mis van dankbaarheid wierd door den Eerw.
Jubilaris opgedragen. De toeloop was onbeschrijfelijk
groot de kerk was wel viermaal te eng om alle de
personen te bevatten welke verlangden er aan tegen
woordig te wezen.
Na het Evangelie beklom de E. II. Onderpastor den
predikstoel en sprak een sermoen uit 't welk bij alle
de aanwezigen tranen van zalige aandoening ver
wekte. De Eerw. Redenaar, den Eerw. Jubilaris tot
voorbeeld nemende, bewees wal een priester kan
tot stand brenoen, anders gezegd, vermag, wanneer
zijne inzichten door den godsdienstgoesl en de bur
gerlijke Overheden bijgetreden worden.
Te middag, vereenigde de Eerw. Jubilaris aan zijne
tafel, builen de leden zijner familie, alle de pastors
en onderpastors uit de nabuurschap en ook eenige
uitgenoodigden. Onder deze laatsten trof men aan:
den E. H. Kanunnik De Haerne, Lid der Kamer van
Volksvertegenwoordigers, eenen ouden vriend van
den Eerw. Jubilaris, den E II. Kanunnik De Blieck,
Pastor-Deken van Aelst, en de heeren Leirens-Eliaert,
Senateur, Van Wambcke en De Saedeleer, Volksverte
genwoordigers van ons arrondissement.
Gedurende 't noenmaal liet de Fanfaren-Maatschap
pij van Haulterl dc keurigste stukken uit haar reper
torium hooren.
Aan 't nagerecht stelde den E H. De Blieck, eenen
heildronk aan den Eerw. Jubilaris voor in cene be
woording welke alle de dischgenoten diep bewoog.
De achlbareRcdenaar drukte de hoop uit ten opzichte
van den Eerw. Jubilaris profeet te mogen blijven.
Vijf en twintig jaren geleden, zegde hij, drukte ik de
hoop uit den E. H. Van Hoogmissen, zijnen jubilé van
SO jaren pastor te mogen zien vieren, en deze hoop
heeft zich verwezenlijkt, moclite ik aan zijn honderd
jarig jubelfeest deelnemen
De Eerw. Jubilaris beautwoorddc dezen heildronk
op eene volmaakte wijze.
Dan nam de E II. Onderpastor Scheerlinck, een
Kerkxkenaar, het woord om den Eerw Jubilaris te
danken over alle de diensten, over alle de zorgen,
over alle hei goede welke hij aan zijne parochianen
heeft bewezen.
De Eerw. Spreker bedankte hrm bijzonderlijk over
de wijze raadgevingen welke hij en de E.ll.Onderpas
tor Roelants, een andere Kerkxkenaar neven hem ge-
zelen, van hem ontvingen. Wij, onderpastors, ein
digde de E H Scheerlinck, hebben T geluk gehad
door den Eerw. Jubilaris gedoopt te worden, hij heeft
ons onze eerste H. Communie toegediend, hij heeft
ons bij onze eerste Misoffer bijgestaan, mochle God
hem nog vele jaren onder ons bewaren
Eindelijk sprak de Eerw. Kanunnik De llaerne, lid
der Volkskamer. De geleerde spreker schelste, in
eene hartroerende taal, den gansch zoo wel vol
brachten levensloop van den Eerw. Jubilaris af,
welke des tijds onder zijn toezicht te Korlrijk werk
zaam was. Onmogelijk is 't ons die redevoering hier
wéér te geven, bepalen wij ons te melden dat de
achtbare spreker eindigde met het arrondissement
Aelst geluk te wenschen over zijne grenslooze
vaderlandsliefde en zijne onwankelbare gehechtheid
aan 't R. C. Geloof waarvan hel zoo dikwerf aan
gansch Belgie het schoonste voorbeeld heeft gege
ven..
Des avonds W3s gansch de parochie verlicht, geen
enkel huis uitgezonderd......
Deze schoone feest zal nooit-uit 't geheugen der
Kerkxkenaren gewischt worden.
Voegen wij er ten slotte bij, dat dc Eerw. Jubilaris
niemand heeft vergeten, dat de armen een milde
aalmoes ontvingen, en dal er te Kerkxken maar een
mond is om te. roepen
Lang leve nog;, den E. II. %'an Hoeymissen
onze goede pastor
De graanoogst in de wereld.
Ziehier den benoplen inhoud van de versla
gen der belgische en hollandsche konsuls in
de verschillende landen, alsook van de brief
wisselaars van het groot handelshuis Eslienne
te Marseille, over den graanoogst in de twee
werelddeelen gedurende dit jaar.
Frankrijk. Tarwe zeer goed in 20 departe
menten, goed in 47, tamelijk goed in II, mid
delmatig in 10, slecht in 1 departement.
Bogge zeer goed in G departementen, goed iri
52, middelmatig in de overige. Haver en
geerst gelijk de tarwe.
Engeland. Het cijfer 100 stelt eenen gemid
delden oogst voor. De opbrengst is Tarwe 93
rogge 98, geersl 96, haver 105 ten honderd.
Schotland. In 't begin stond de oogst prach
tig, maar natte en koude hebben hem veel
kwaad gedaan. Hij is nu beneden een gemid
delde.
Ierland. De zomer was zeer koel en vochtig
Daardoor is den oogst 20 ten honderd beneden
een gewoon jaar.
Oostenrijk-IIongarien. Het weder was in
den beginne niet zeer gunstig. Later verbeter
de het, en't wierd schoon en warm, terwijl
de aren in bloei stonden. Tarwe is goed voor
wat de hoeveelheid, de uitmentendht-id en de
hoedanigheid betrelt. Goede oogst voor
liaver en mais, gemiddeld voor geerst en
rogge.
Italien. Zeer gunstige berichten, zoowel
voor wat hoedanigheid als gewicht betreft.
Tarwe is uitmuntend er. zwaar.
Turkmen. Uit de provinciën lanes den Do-
nau zijn de berichten vooral gunstig. Nooit is
meer graan gezaaid dan dit jaar. Tarwe is
overvloedig en goed rogge en geerst leve
ren eenen meer dan gemiddelden oogst op
haver is zeer voldoende.
Rusland. De berichten verschillen. Uit
Odessa vernemen wij dat over 't algemeen de
oogst in die streek gemiddeld is tarwe is goed
en zwaar van gewicht - rogge middel
matig ol slecht haver goed. Geersl was
weinig gezaaid. Uit andere provinciën zijnde
berichten gunstiger.
Duitsculakd. Er is omtrent even veel be
zaaid als verleden jaar. Tarwe rogge geerst en
haver hebben eenen overvloedigen oogst opge
leverd en uitnemend van hoedanigheid. In
geene acht jaar waren zoo gunstige tijdingen
te vermelden.
Zwitserland. Tot in Junij was het heet. Na
dien tijd regende het zonder ophouden. De
tarwe is nauwelijks middelmatig, en op veel
plaatsen laai de hoedanigheid te wenschen.
Bogge en haver zijn eenigzins beter.
Belgien. Ondanks de klachten tegen het
weder, is dit voor den oogst niet ongunstig
geweest. Tarwe, rogge en haver leverden een
goed beschot geerst is overvloedig, maar
het gewicht laat te wenschen.
Spanjen. Er heelt groote droogte geheerscht,
en in veel landerijen is daardoor niet kunnen
gezaaid worden zelfs in de leege streken is
de oogst nog zeer gering. Over 't algemeen
genomen, zijn alle veldgewassen mislukt.
Spanjen gaat een jaar van veel armoe in.
Holland. De berichten verschillen. Tarwe
is algemeen goed, zoo wat hoedanigheid als
hoeveelheid betreft. Bogge geelt weinig,
maar is goed. Geerst is in sommige streken
overvloedig, in andere gering.
Vereenigde Staten. De tarwe overtreft alles,
voor hoeveelheid en hoedanigheid zij is nog
overvloediger dan in 1880, en de uitvoer zal
overgroot zijn.
Indien men nu aide berichten wegens den
oogst samenvat, mag men met recht zeggen
dat hij in het noordelijk halfrond der wereld
nog nooit zoo voordeelig is geweest. Er is ge
woonlijk een tekort, of in Europa, of in Ame
rika. Alhoewel eenige landen gaan moeten in
voeren, is de oogst van Europa nog te over
vloedig om daar geheel verbruikt te worden.
Wij gaan dus een jaar van overvloed en leege
prijzen te gemoet. Dit is noodig ook, daar een
ander voornaam gedeelte der voeding van het
volk te wenschen laat, namelijk de aardappels.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Aardappelen. Proeven zijn genomen met
den champion-aardappel. Terwijl alle andere
soorten door den regen bedorven door de ziekte
besmet zijn, blijft de champion-aardappel ge
heel gezond. Deze soort wordt in 't Limburg-
sclie zeer aanbevolen zij levert eene zware,
meelrijke en tegen bederf bestande vrucht.
(Gazelle van Eecloo.)
Zondag 8 October 1882.
EERSTE BESLISSING.
Om 5 ure namiddag speelt de partij van Parent
(Hofstade) legen degone van Van de Wicle (Aelst.)
GETERDE KARTONS, GEGALVANISEERDPLAAT-
IJZER, Zink, Dakpannen, Schaliën, Bekleedingen
voor vochtige mui-en. J DE FONTAINE, 84, Noorder-
laan, te Brussel.
ALLERHANDE NIEUWS.
Vrijdag lest rond 2 ure namiddag heelt de heer P. De
Paepe, bevelhebber van ons vrijwillig Pompierskorps, één
knaap die vóór den Watermolen \anden heer LeoGheeraerdts
in 't water was gevallen, van eene gewisse dood gered. De
lieer De Paepe sprong gansch gekleed in 't water. Verdere
bezonderheden ontbreken.
Woensdag lest wierd alhier rond 5 uren
des avonds een gouden medaillon verloren. Dit
kleinood wierd gevonden door de genaamde
Maria Boosen, oud II jaren, dochter van Joan-
ties,welke zich verhaaste het verloren voorwerp
aan zijnen eigenaar te behandigen.
Deze eerlijke daad, die tot eere strekt- van
dochter en ouders verdiend vermeld te worden.
Van de vele geneesmiddelen welke bijna
iederen dag te voorschijn treden is er wel
geen enkel dat in de korte tijdruimte van eeni
ge jaren zulk eene verspreiding bekomen heb
ben en zoo algemeen gebezigd worden als dc
Zwitsersche pillen van Richard Brandt. Dit
is wel het beste bewijs dat zij geven wal zij
beloven.
Inderdaad is er ook tegen de storingen van
liet onderlijf en derzelver dikwijls zeer ern
stige gevolgen zooals pijnlijke verstopping,
smartelijke aambeien, aandoeningen der lever,
der maag en van de gal, onaangename opge
zetheid, afmatting, ongesteldheid, liet zuur,
gebrek aan eetlustgeen enkel middel dat
binnen eenen korten tijd zulk eene radicale
bewerking teweeg brengt als de Zwitsersche
pillen van Rich. Brandt en kan men zich hier
van overtuigen door dezelve te gebruiken. De
Zwitsersche pillen van Rich. Brandt zijn ver
krijgbaar te Aelst, bij M. Victor Meirschaut,
opvolger van Van den Herrewpghe, apotheker,
en in alle goede Apotheken en bedragen de
dagelijksche kosten slechts 2 cis.
De hollandsche bladen geven eene wijd-
loopige beschrijving van hel noorderlicht, dat
zondag-avorid tusschen 7 en 8 ure aldaar, en
ook hier, gezien werd. De lichtboog liep van
het westen,over hel noorden, naar liet oosten,
Uil dien boog, die langzaam oprees, kwamen
prachtige lichtstralen op. Aan den zuidelijken
hemel zag men witte plekken, die men dacht
helder verlichte wolken te zijn doch weldra
bemerkte men dat zij met hel noorderlicht in
verband stonden. Ten 7 ure 54 verschoot er
eene heldere ster, die loodrecht neêrdaalde-
Ten 8 ure verdwenen de wolken in het zuiden,
de stralen in het noorden; maar het licht bleef
nog aanhouden.
Wij lezen in het Fondsenblad van Gent
Zij die zich een denkbeeld willen vormen
van de reis van Gent naar Brussel in den goe
den ouden tijd, zouden moeten kennis nemen,
in onzegen.eenle-archieven, van een ontwerp
van reglement van 27 Februari 1704, voor de
koetsiers welke den dienst tusschen de beide
sleden deden.
van hunne mis en hunne maaltijd, zijn uit
hunnen biechtstoel niet geweest.
Het is stichtend, in onze dagen van onge-
loovigheid, officieren in grooten uniform de
heilige mis te zien dienen# en men is erover
getroffen, eenen kolonel te zien die eiken
zaterdag aan de deur der kerk zijnen degen
aflegt, om zich ootmoedig te gaan neerknielen
voor de voelen van den priester.
Nooit is het te vergeefs, dat een almoese-
nier zich tot een opperhoofd van 't leger wendt,
al ware deze protestant, om ten voordeele der
catholieke soldaten de noodige vrijheid te
vragen tot het volbrengen hunner godsdiens
tige plichten. De catholieke almoeseniers ge
nieten in 't Engelsch leger bij al de soldaten
de grootste achting. Ook, hij zou er kwalijk
van thuis komen, degene die hun geenen
eerbied zou bewijzen. Dat is schoon, in den
lijd gelijk deze waarin wij leven.
Wat oneindig verschil tusschen de handel
wijze der engelsche militaire overlieden en de
belgische Hier te lande, tell men met hon
derden officieren die alles doen wat mogelijk
is om onze soldaten aan de nadering tot de
HH. Sacramenten en aan de bijwoning dei-
kerkelijke diensten te onttrekken, en die hen
God leeren vervloeken, zijne heilige versmaden
en onze priesters bespotten en beleedigen.
De Osservatorc romano en verscheidene an
dere bladen, bevatten eene encycliek van Zijne
Heiligheid den Paus over den II. Franciscus
van Assisiën. Leo XIII handelt er over den
wonderen heilige, over zijne versmading voor
de wereld, zijne wonderbare boetveerdigheid,
zijne groote liefde tot de menschen.over zijnen
zieleniever,over de wonderen die met Francis
cus zijn geschied,en hoe hij zijne orde stichtte,
die al dadelijk zoo een oneindig goed teweeg
brachten in Italië, in gansch Europa en tot in
Afrika. De H. Vader beveelt den derden regel
van den H. Franciscus bij de geloovigen aan,
en somt de diensten op door dezen grooten
heilige aan de beschaving en aan Italië be
wezen.
Het ware te wenselieii,
zegt eene gazette vanAntwerpen.dat bijlgebrek
aan catholieken,onze gemeenteraad bestond uit
protestanten en joden, in plaats van vrijden
kers en vrijmetselaars.
Deze trouwens vervolgen en verjagen de
zustertjes der armen en de gasthuisnonnen
iiu, deduitsche gazetten schrijven dat de zus
ters van St-Vincentius Ji Paulo in de stad
Hanover eenen grooten eigendom hebben aan
gekocht, waarin zij eene school gaan openen,
en hei daartoe noodige geld is hun ter hand
gesteld geweest door een plaatselijk comiteit.
bestaande uit vijftien leden, waaronder twee
catholieken de anderen zijn protestanten ol
joden.
Stoom-Trani.
In het laatste nummer der Landbouw-Courant
lazen wij, dat in Holland reeds zeven-en-twin-
tig stoomtramwegen aangelegd zijn, die meer
dan xes honderd gemeenten onderling verbinden.
Men reist er bijna zoo snel als op de spoor
wegen goederen eri zelfs vee worden goed
koop uil de landelijke gemeenten ter markt
gebracht. De landbouwer,die drie uren ver van
de markt woont, neemt ten 7 ure den tram en
is ten 81/2 ure met zijne koopwaar ter bestem
ming aangekomen. Ten 12 ure kan hij terug
thuis zijn, na al zijne aankoopen gedaan te
hebben. Zoo gaat het in Holland. En hier? Ja,
en hier laten onze liberale ministers landbouw,
koophandel en nijverheid verkwijnen en wor
den bijna alle onze inkomsten door de godde-
looze scholen verkwist
Broeders en vrienden.
Te allen tijde hebben de liberale ministers
de kunst verstaan om aan de leden hunner
lamilie vette plaatskens te bezorgen.
Vroeger reeds hebben wij doen zien hoe de
heeren Bara en Rolin aan hiïGiie kozijntjes er.
andere verwanten plaatsen hebben bezorgd in
de rechterlijke en bestuurlijke orde.
Wat den heer Frère betreft, die schijnt daar
reeds aan gedacht te hebben in den tijd toen
hij nog minister van financiën was.
Immers, de Moniteur bevat eene notariëele
akte, waarbij te Brussel eene naamlooze ver
zekeringsmaatschappij wordt gesticht onder
den titel van les Assurances beiges, met een
maatschappelijk kapitaal van twee millioen.
Onder de leden van die maatschappij treffen
wij onder andere aan de heeren
Camiel Frère, bureeloverste in het minis
terie van financiën
Jozef Frère, directeur in het ministerie
van financiën
Lucien Frère, bediende in het ministerie
van financiën
Deze drie heeren die ongetwijfeld zeer nauwe
betrekkingen zijn van den heer Frère-Orban,
zijn waarschijnlijk de eenige muizen der fa-
DE LOTGEVALLEN
VAN
naar 't Duitsch van Musatus (1),
DOOR PH. VAN f.AUTEREN.
«o»
I.
De Geest van den Broeken.
In 1394, onder de regering van Wenceslaus, bijge
naamd de Dronkaard en de Luijaard, zaten eenige
herders van Roltemberg, in Franconië, in den avoud
van zekeren feestdag, in de zaal van de herberg het
Gulden Schaap. De gasten bleven tamelijk lang zitten.
De wijn had de longen ontbonden Iedereen verhaalde
met min of meer vuur. Verscheidene hadden te doen
gehad met spooken, looveraars of geheimzinnige
dwergen de verbeelding werd in die verbalen over-
Iroffen; men maakte elkander met vermaak vervaard;
meer dan een aanhoorder voeldo zijne hairen te
berge rijzen.
De laatste gezel h3d zijn verhaat geëindigd en nog
waren aller oogen op hem gevestigd, als ware hij
nog aan 't vertellen toen de tachtigjarige herder
Marten die zich in eenen hoek der kamer bevond
eensklaps rechtstond en zegde
Vrienden, uwe lotgevallen zijn wondermaar
heeft de goede wijn van onzen hospes ze niet wal
verfraaid Wal er van zij, zij hebben mij een won
dere geschiedenis herinnerd die mij in mijne jeugd
is voorgevallen en welke ik nog aan niemand ver
telde zij is zoo waar als de waarheid zelve, en
ware hel dat gij aan mijne oprechtheid twijfeldel,
ik zou er mij niet over beklagen. Hel zijn te buiten
gewone dingen dan dat ik u zou verplichten ze te
(1) Hij was een oom van Kotzebue en om z(jne verhalen
zeer gekend tn Duitsch land.
gelooven ieder zal er 't zijne uit nemen.
Al de herders riepen. Vader Marten verhaal uwe
geschiedenis. Waarom hebt gij ze nooit verteld
Toe, spreek maar, laai u niet bidden
Eenige burgers die mede ter herberg waren en
gereed stonden te vertrekken hingen hunnen mantel
en hoed terug om 't verhaal te hooren. De oude
Marlen legde zich met de ellehoogen op de tafel en
begon in dezer voege
Ik was in dienst van een herder van Harlz. Zekere
herfstavond telde men, zooals na gewoonte, mijne
schapen aan de deur van den stal en vond dat er tien
ontbraken. Mijn meester in woede ontstoken zond
mij dezelve zoeken Mijn hond volgde een valsch
spoorik doolde met hem langs alle kanten. Allengs-
kens viel de avond in ik was vermoeid en ontmoe
digd, verre van het huis ik strekte mij nedor aan
den voet eens booms en wachtte niet lang in te
slapen. Rond middernacht werd ik door een gegrol
van mijnen hond gewekthij verschuilde zich achter
mij met den staart tusschen de achterpooten. Ik zag
rondom mij en tot mijn grooten schrik, bemerkte ik
eene wonderlijke gedaante, van eene groote gestalte,
gansch met hair bedekt, met een baard die tot op
zijne horst hingin zijne hand hield hij een jonge
dennehoom die hem tot wandelstok diende. Ik
trilde als de bladen der mij omringende boomen. Die
wondere persoonaadje deed mij leeken hem te
volgen, maar ik bleef onbeweeglijk. Dan zegde hij
mij met eene schorre en sombere stem Bloodaard,
schep moed. Ik hen de geest die de scbaltcn van
Harlz bewaartkom met mij ik zal u geven wal ge
begeert Mijn schrik verdubbelde ik zweette als
in een doodstrijd niettemin had ik kracht genoeg
om mij een ktuisiecken te maken en te zeggen
Weg, Satauik heb uwe giften niet noodig. De
gedaante wierp mij vlammende blikken toe mei een
schrikkolijke lach. Arme dweeper zegde zij, gij
verstoot de fortuin. Blijf dan uw geheel leven arm.
En zij deed eenige stappen om zich te verwijderen
maar zij blecl staan, en zegde op een toon vol mede
lijden Overweeg ik stel u geene kwade voor
waarden om u de zakken met goud te vullen.
Neen, neeu, antwoordde iker staat geschreven
gij zult u niet laten bekoren Verre van mij, Satan,
ik wil u niet volgen. Dc geest glimlachte droevig
Ik heb u dikmaals in de gebergten gezien er. stelde
belang in u. Eens zult gij uwe dwaze vrees bevvee-
nen. Luister eventwel, en houd in uw geheugen
hetgeen ik u ga zeggen. Gij kunt er voordeel uit
trekken als gij ouder zult zijn en meer ondervinding
hebt. Gedurende zeven honderd jaar heb ik een
grooten schal in den Broeken bewaard het uur is
gekomen waarop hij ongestraft hel eigendom kan
worden van dengenen die hem vindt. Hel is wonder
dat men u een schal aanbiedt die de ziel niet be
waart het gebeurt niet elke duizend jaren dal men
er zich een kan bezorgen, zonder hem wel te
betalen, aan hem die meester is van al de stoffelijke
rijkdommen der wereld.
De geest deed nog eenigc overwegingen die aan
zedelecr geleken daarna toonde hij mij met de
juislste bijzonderheden de plaats van den berg aan,
waar de schat was, alsook de middelen om hem te
ontdekken, 't Is alsof ik het nog hoore. Geen zijner
woerden is mij uil het geheugen gegaan. Wend u
naar den Siut-Andriesberg, zegde hij mij, en vraag
waar '1 Konningsdal ligt. Als gij nabij eene beek zult
gekomen zijn Eder genaamd, volgt die lot aan de
steenen brug die naar een houlzagersmolen leidt
ga niet over de brug en blijft laDgshcnen de vliet
gaan welhaast zult ge u cp cene boogscheut van
eene iiooge rots verwijderd vinden; dan zult ge eene
holte zien gelijk aan een hegraafput. Als ge die gevon
den hebt, mijnt in dezelve tot dat gij een muur,
daarna eene vierkante valdeur vindt; heft die valdeur
op en gaat in het onderaardsch hol op uwe kn:ën,
zonder u te laten afschrikken door de helling van den
grond en de scherpe steenen waaraan gij uwe beenen
een weinig zult verwonden dit is niets. Aldus zult
ge aan een trap van lwee-en-zeventig treden komen j
en aan 't einde zult ge drie poorten vinden. Ga niet
langs die ter rechterhand, gij zondl de asch van den
laatsten bezitter des schats sioorcn veelmin langs
die ter linkerhand, zij leidt naar hot hol der slangen
en vergiftige dieren. Open de middenpoort met de
looverwortc! waarvan gij zult zorgen u te voorzien
zonder dien wortel kan geene macht u helpen om die
deur open te krijgen. De oude herders cn de jagers
zullen u leeren hoe men hem vindt. De deur zal met
't gerucht van den donder open vliegen hebt geene
vrees behoudt enkel uw licht tegen den wind Laet
u niet verblinden door 'l goud en de gesteenten die
de pilaren bedekken, ga regt naar eene koperen kist
die aan een kerkautaar gelijktneemt daar zooveel
goud uit als ge in uwe zakken kunt verbergen Ga
daarna terug zonder uw tooverwortel te vergelen Gij
zult nog tweemaal mogen wederkeeren om naar de
kist te gaan zoo gij dit eventwel voor de vierde
niaal gewaagde zult ge op den trap vallen en uw been
breken. Gij zult zorgvuldig elke reis den pul die naar
den schat van koning Brucklorix leidt met aarde be
dekken.
Eene groote stille volgde op dezo woorden mijn
hond blafte in de verte hoorde ik cene zweep klet
teren en een rijtuig voortrollen. Ik wondde het hoofd
langs alle kanten de gedaante was verdwenen.
II.
lEoc men zicli den tooverwortel verschaft.
Als de oude Marlen opgehouden had met spreken
bezagen zijne aanhoorders elkander, de eenen lach
ten, anderen schudden hel hoofd ten teeken van
ongeloof, anderen zonder ecnig teeken te doen zoo
als lieden die nadenken. De hospes vulde hel glas
vau den ouden verhaler en zegde hem
Ehwel, vader Marten, zijt gij in het hol geweest
en hebt gij den schat gevonden
Neen, antwohrdde de herder.
En waarom dan riepen drie of vier gasten.
Voor twee redens de eene dat bet enkel ge
dacht om hel geval te beproeven mij een vreesselij-
ken schrik aanjoeg de andere is dat nooit herder
Het wierd hun bevolen uit Gent of Brussel
te vertrekken ten 10 ure 's morgens, ten ein
de ie Aalst aan te komen rond de uur waarop
de klok gewoonlijk liet staken van den arbeid
aankondigt, daar de baan des nachts te onvei
lig was voor hunne reizigers.
's Anderendaags moesten zij Aalst verla
ten ten 7 ure 's morgens, ten einde te Gent
ol te Brussel aan te komen rond drie ure na
middag, en niet later.
Het was bun verboden hunne reizigers te
mishandelen of te beleedigen, en zij waren
verantwoordelijk voor de overtredingen door
hunne knechten gepleegd. Op elke overtreding
stond eene boet.
Later, toen Maria-Theresia het leggen
bevool der steenwegen welke nu bestaan,
wierd er de aanpalende eigenaars verboden
langsheen de baan, op den alsiand van een
zeker getal roeden, hagen of struikgewas te
hebben, uit vreeze dat deze zouden dienen
tot hinderlaag voor de struikroovers
De liberale bladen hebben het aardig op
in zake van schoolstrijd. Een vlaamsch geu-
zenblad schrijftDe geestdrift voor de ca-
tholieke scholen is weg, en het zal niet lang
meer duren, of men zal de schoollokalen
voor schuren en stallingen verkoopen.
Van eenen anderen kant schrijft de Flandre
Libérale, die noglans ook geus genoeg is
Om de waarheid te zeggen, wij gelooven
niet dal de schoolstrijd nog in lange zal ein-
digen hij wordt vol gehouden met eene voor-
beeldige volherding.
Te Heule heeft men zondag de
tweede verjaring gevierd van den dag, toen
Heule zoo ongelukkig met bloed bemorst werd.
Men weel dal men de vreedzame kongregatie
aldaar kwaadwilliguit een lokaal had gedreven;
zondag huldigde men een nieuw lokaal in.
MMrs Claeys en Verriest, de twee kortrijk-
sclie advokaten, die de betichten van Heule
hebben verdedigd, voerden bij die gelegenheid
bet woord.
Hun vlaamsch woord klonk en herklonk in
de harten van alle Heulenaars.
Rustig was men bijeen, toen wie zou het
gelooven! twee gendarmen in uniform in het
gepriveerd lokaal verschenen.
Met wal recht? De gendarmen begrepen, be
ter dan hij die ze gezonden had dat zij daar,
niet op hunne plaats waren ;dat zij in die rustige
vergadering, den haat, den twist en de twee
dracht wéér zouden kunnen aansloken.
Wie heelt hen gezonden? Wil men de Heule
naars nogmaals doen gedenken, dat hel libera-
lismus kogels en poeieronder zijn gebied heeft?
De twee gendatmen begrepen het ongepaste
van hunne aanwezigheid zij gingen naar de
naburige herberg.
Het publiek was tegen hen niet gestoord
maar het heeft meer dan vroeger afkeer van de
inrichters dezer stomme, boosaardige en nut-
telooze expeditie, onder voorwendsel van
handhaving der rust.
Alles liep nogtans rustig af, en het publiek
keerde vreedzaam naar huis.
Het Journal ofpciel de la Bépublique frak
Qaise bevat een artikel, waarin gezegd wordt
dat Frankrijk er alle belang bij heeft, in eenen
oorlog met Duitschland, snel en krachtdadig
Belgie te bezetten.... T Is jammerdal het blao
er niet bijvoegt dal Frankrijk, door gelijkheid
van taal en zeden, zeker is te Brussel en om
trek welkom te zullen zijn.
Woensdag 4 October, was het 50 jaar
dat M Ch. Rogier deel maakt van de Kamer
der volksvertegenwoordigers. Eerst was hij
lid van T National Congres voor het arrondis
sement Luik. Daarna was hij volksvertegen
woordiger van Turnhout, van Antwerpen, van
Brussel, toen weêr van Antwerpen en later
opnieuw van Brussel, om eindelijk van 1863
tot nu, volksvertegenwoordiger te zijn van
Doornijk.
M. Rogier heeft deel gemaakt van hel voor-
loopig gouvernement, is president der Kamer
geweest, wat binst zijn 50 jaar parlementair
leven 18 jaar minister, op vertclr.llige tijdstip
pen, waaronder drijmaal minister van binnen-
landsche zaken, tins van openbare werken eG
eens van buitenlandsohe zaken.
M. Rogier is liberaal, doch legde gemati-
glieid aan den dag. In den laatsten tijd zelfs,
meende men verscheidene keeren dat hij met
de liberale partij niet meer zou meêwillen, en
't is met tegenzin dat de oude staatsman de
dingen ziet die nu gebeuren.
Een herhergier en zijne vrouw werden
maandag 11.elk tot 18 maanden gevangenis ver
oordeeld, door de korrektionneele rechtbank
van Gent,omdat zij eene minderjarige meid,die
zij in hunnen dienst hadden, tot het plegen van
schandelijke feiten aangespoord hadden. De
kroeg door deze personen gehouden,was reeds
sedert eenige dagen gesloten. De policie heeft
nog verscheidene andere huizen gesloten.
In den loop der verledene maand werden
twee graanmijten in brand gestoken in de ge
meente Gentbrugge.niet ver van het oefenings
plein. Die mijten bevonden zich op zekeren
noch jager mij heeft kunnen zeggen hoe men den
tooverwortel vindt
Niels is noglhans zoo gemakkelijk, zegde de
gebüur Bias. 't Is jammer goede Marlen, dal gij uw
geheim en uwe beeneu hebt laten verouderen, en gij
niet eerder betrouwen hadl in mij. Om den toover
wortel te vinden is 't genoeg een spechtsnest te
vinden, of liever dc boomstronk waarin die vogel
zijne eieren legt. Men verschuilt zich op weinig
afstand Zoohaast men de moeder ziel wegvliegen
om voedsel voor haar ol hare jongen te zoeken, klimt
men op den boom en stopt zorgvuldig het gat met
een steen of een stuk hout. Als de vogel terugkomt,
vliegt hij rond den boom, droevige kreten slakende
daarna vliegt bij eensklaps naar den kant van 'I wes
ten. Men moet zich dan van een scharlaken mantel
of vier ellen roode stof voorzien die men ouder zijne
kleéren verbergt. Twee dagen nadien komt men
terug naar zijne schuilplaats de vogel keert weder
met de wonderwortel in den bek, raakt met den
wortel het voorwerp dat het gat stopt; aanstonds
vliegt dit voorwerp er met geweld uitop dit oogen-
bllk moei men den mantel aan den voel des booms
openleggen. De vogel, geloovende vuur te zien, is
verschrikt en laat den wortel vallen, welken men
zich haast op te rapen maar alvorens hem te ge
bruiken is het noodig hem eenigen tijd aan eene*
groenen tak te laten hangen.
Die wondere toevertrouwing oefende op de aan
hoorders den zelfden invloed uit als het verhaal van
den ouden Marlen zij werd onthaald met ongeloo-
vige lachen, twijfel, verwondering, min of meer
ernstige opmerkingen.
De haan kraaide de dag stond op 'l aanbreken
men scheide. Dengenen die laatst uitging, meer na
denkend dan de andereu, was nauwelijks gedurende
den ganschen nacht bemerkt geworden. Hij was
achter de kachel gebleven tusscben de kat en den
hond des hospes, in eenen grooten lederen leuning
stoel, met zijne ellebogen op de knieën en de kin in
de handen. Wordt voortgeset.)