Kaatsspel. - Houtmarkt. 1 immer- en Dakwerken MEESTER BLOCK. milie niet, die in den vetten kaas van het gou vernement nestelen. 'I Is waarlijk geen wonder dal die mannen van ons gedacht niet zijn, als wij klagen dat er al te kwistig omgesprongen wordt met het geld der lastenbetalers. 'I Is immers met dat geld dat zij zich vetmes ten en dan nog de middels vinden om assu- rancie-maatschappijen te helpen stichten, waarin zij een sommeke voor den ouden dag zullen sparen. Wij zorgen voor ons en onze familie als wij de gedurige verhooging der belastingen be strijden. Liberale ministers die de belastingen ver dedigen, zorgen insgelijks voor hen en voor de hunnen. Wat de belangen van het land betreft, daar denken zij op als er hun, na voor de broeders en vrienden gezorgd te hebben, nog tijd over schiet. (Onapiankelijke.) Hel Journal de l'Ouvthe, een liberaal blad dat te Gent wordt aaneengeflanst en dan in 't Luxemburg uitgeven, kondigde dezer dagen aan dat men te Marcourt in Luxemburg, een standbeeld ging oprechten ter nagedachtenis van Théroigne de Mericourt, cene bloeddorstige en zedelooze slawelle uil den Sansculottentijd, die men veel beter zou gedaan hebben sale Charogne de Mericourt, in 't vlaamsch, vuile prij te heeten. Nu, hiervan is geen enkel woord waarheid de gemeenteraad van Marcourt, uit catholieken samengesteld, heelt zeils nooit aan dit zoo dwaas ontwerp gedacht. Wat moet men hier uit besluiten i° Dat de liberale drukpers op geen leugen tje ziet 2° Dat de liberalen er eerder een goed dan een kwaad zouden inzien die vuile figuur, die met bloed besmeurde prij openbaarlijk te ver eeren. Maar wat is 't Kan men iets anders ver wachten van de liberalen die een standbeeld willen oprichten aan Marnix den landverrader, aan dien geus die zijn vaderland voor egien baat en eer, aan den vreemdeling zocht te verkoopen. Vijftigjarige Jubelfeest van den E H. Van Hoeymissen, pastor van Kerkxken De parochie Kerkxken heeft, dijnsdag lest de vijftigjarige Jubelfeest van den II Van Hoeymissen, als pastor aldaar, waardiglijk gevierd. Bij het krieken van den dag kondigde het gebrom des kanons de feestelijkheden aan. Gansch dc pa rochio was in een ware prachtige lusthof herschapen: Zegebogen waren opgericht, de stralen versierd en ieder huis was niet jaardichten, licilgrnelcn, vlaggen en loover behangen, met een woord, niets ontbrak er. Men zag dat de Kerkxkenaren hun uiterste best hadden gedaan om, ter gelegenheid zijner vijftigjarige Jubelfeest, hunne dankbaarheid te beloonen aan den grijzen Herder welken zij zooveel verschuldigd zijn... Immers wie kent de toestand niet in den welken de parochie Kerkxken verkeerde, toen de E. II. Van Hoeymissen aldaar, in 1832, als Herder wierd aan gesteld Kerkxken was alsdan een der armste, één der meest verlatene oorden van Vlaanderen; de kleine landbouw was het eenigc middel van bestaan der inwoners, en menigwerf kwamen honger en gebrek zich aan hunne haardsteden neérzellen. De E II. Van Hoeymissen begreep dien toestand en zocht naar de middelen om hem te verhelpen. Weldra begreep hij wat al voordeden de heden- daagsche nijverheid kon verschaffen Ook aarzelde hij niet ieverig te werken en duizenden voetslappen aan te wenden, om aldaar bij middel van leerwerk huizen, de fabrikatie van damastlinnen, amelakens, servieiten, enz in te voeren... Dit gelukte bij zoo verre, dat, eenigc jaren later, de parochie gansch hervormd en eer. belangrijk nijverheidscentrum geworden was. Heden ontmoet men er werkhuis op werkhuis, en 't is ook te Kerkxken dal men de groote zijdeweverij, aantreft die, vroeger door M Lcvionnois-Dekens, en hedeu door M. Adriaan Smits bestierd wordt, met een woord, van arm dat Kerkxken was in 1832, is zij heden eene rijke en belangrijke parochie ge worden. Geen wonder dus dat do parochianen van Kerkx* keu, dijnsdag hebben willen toonen dat zij van herle dankbaar waren aan den waardigen Herder, welke niet alleen gansch zijn bestaan, maar ook zijne persoonlijke fortuin lot hun welzijn heeft opgeofferd. Eene Mis van dankbaarheid wierd door den Eerw. Jubilaris opgedragen. De toeloop was onbeschrijfelijk groot de kerk was wel viermaal te eng om alle de personen te bevatten welke verlangden er aan tegen woordig te wezen. Na het Evangelie beklom de E. II. Onderpastor den predikstoel en sprak een sermoen uit 't welk bij alle de aanwezigen tranen van zalige aandoening ver wekte. De Eerw. Redenaar, den Eerw. Jubilaris tot voorbeeld nemende, bewees wal een priester kan tot stand brenoen, anders gezegd, vermag, wanneer zijne inzichten door den godsdienstgoesl en de bur gerlijke Overheden bijgetreden worden. Te middag, vereenigde de Eerw. Jubilaris aan zijne tafel, builen de leden zijner familie, alle de pastors en onderpastors uit de nabuurschap en ook eenige uitgenoodigden. Onder deze laatsten trof men aan: den E. H. Kanunnik De Haerne, Lid der Kamer van Volksvertegenwoordigers, eenen ouden vriend van den Eerw. Jubilaris, den E II. Kanunnik De Blieck, Pastor-Deken van Aelst, en de heeren Leirens-Eliaert, Senateur, Van Wambcke en De Saedeleer, Volksverte genwoordigers van ons arrondissement. Gedurende 't noenmaal liet de Fanfaren-Maatschap pij van Haulterl dc keurigste stukken uit haar reper torium hooren. Aan 't nagerecht stelde den E H. De Blieck, eenen heildronk aan den Eerw. Jubilaris voor in cene be woording welke alle de dischgenoten diep bewoog. De achlbareRcdenaar drukte de hoop uit ten opzichte van den Eerw. Jubilaris profeet te mogen blijven. Vijf en twintig jaren geleden, zegde hij, drukte ik de hoop uit den E. H. Van Hoogmissen, zijnen jubilé van SO jaren pastor te mogen zien vieren, en deze hoop heeft zich verwezenlijkt, moclite ik aan zijn honderd jarig jubelfeest deelnemen De Eerw. Jubilaris beautwoorddc dezen heildronk op eene volmaakte wijze. Dan nam de E II. Onderpastor Scheerlinck, een Kerkxkenaar, het woord om den Eerw Jubilaris te danken over alle de diensten, over alle de zorgen, over alle hei goede welke hij aan zijne parochianen heeft bewezen. De Eerw. Spreker bedankte hrm bijzonderlijk over de wijze raadgevingen welke hij en de E.ll.Onderpas tor Roelants, een andere Kerkxkenaar neven hem ge- zelen, van hem ontvingen. Wij, onderpastors, ein digde de E H Scheerlinck, hebben T geluk gehad door den Eerw. Jubilaris gedoopt te worden, hij heeft ons onze eerste H. Communie toegediend, hij heeft ons bij onze eerste Misoffer bijgestaan, mochle God hem nog vele jaren onder ons bewaren Eindelijk sprak de Eerw. Kanunnik De llaerne, lid der Volkskamer. De geleerde spreker schelste, in eene hartroerende taal, den gansch zoo wel vol brachten levensloop van den Eerw. Jubilaris af, welke des tijds onder zijn toezicht te Korlrijk werk zaam was. Onmogelijk is 't ons die redevoering hier wéér te geven, bepalen wij ons te melden dat de achtbare spreker eindigde met het arrondissement Aelst geluk te wenschen over zijne grenslooze vaderlandsliefde en zijne onwankelbare gehechtheid aan 't R. C. Geloof waarvan hel zoo dikwerf aan gansch Belgie het schoonste voorbeeld heeft gege ven.. Des avonds W3s gansch de parochie verlicht, geen enkel huis uitgezonderd...... Deze schoone feest zal nooit-uit 't geheugen der Kerkxkenaren gewischt worden. Voegen wij er ten slotte bij, dat dc Eerw. Jubilaris niemand heeft vergeten, dat de armen een milde aalmoes ontvingen, en dal er te Kerkxken maar een mond is om te. roepen Lang leve nog;, den E. II. %'an Hoeymissen onze goede pastor De graanoogst in de wereld. Ziehier den benoplen inhoud van de versla gen der belgische en hollandsche konsuls in de verschillende landen, alsook van de brief wisselaars van het groot handelshuis Eslienne te Marseille, over den graanoogst in de twee werelddeelen gedurende dit jaar. Frankrijk. Tarwe zeer goed in 20 departe menten, goed in 47, tamelijk goed in II, mid delmatig in 10, slecht in 1 departement. Bogge zeer goed in G departementen, goed iri 52, middelmatig in de overige. Haver en geerst gelijk de tarwe. Engeland. Het cijfer 100 stelt eenen gemid delden oogst voor. De opbrengst is Tarwe 93 rogge 98, geersl 96, haver 105 ten honderd. Schotland. In 't begin stond de oogst prach tig, maar natte en koude hebben hem veel kwaad gedaan. Hij is nu beneden een gemid delde. Ierland. De zomer was zeer koel en vochtig Daardoor is den oogst 20 ten honderd beneden een gewoon jaar. Oostenrijk-IIongarien. Het weder was in den beginne niet zeer gunstig. Later verbeter de het, en't wierd schoon en warm, terwijl de aren in bloei stonden. Tarwe is goed voor wat de hoeveelheid, de uitmentendht-id en de hoedanigheid betrelt. Goede oogst voor liaver en mais, gemiddeld voor geerst en rogge. Italien. Zeer gunstige berichten, zoowel voor wat hoedanigheid als gewicht betreft. Tarwe is uitmuntend er. zwaar. Turkmen. Uit de provinciën lanes den Do- nau zijn de berichten vooral gunstig. Nooit is meer graan gezaaid dan dit jaar. Tarwe is overvloedig en goed rogge en geerst leve ren eenen meer dan gemiddelden oogst op haver is zeer voldoende. Rusland. De berichten verschillen. Uit Odessa vernemen wij dat over 't algemeen de oogst in die streek gemiddeld is tarwe is goed en zwaar van gewicht - rogge middel matig ol slecht haver goed. Geersl was weinig gezaaid. Uit andere provinciën zijnde berichten gunstiger. Duitsculakd. Er is omtrent even veel be zaaid als verleden jaar. Tarwe rogge geerst en haver hebben eenen overvloedigen oogst opge leverd en uitnemend van hoedanigheid. In geene acht jaar waren zoo gunstige tijdingen te vermelden. Zwitserland. Tot in Junij was het heet. Na dien tijd regende het zonder ophouden. De tarwe is nauwelijks middelmatig, en op veel plaatsen laai de hoedanigheid te wenschen. Bogge en haver zijn eenigzins beter. Belgien. Ondanks de klachten tegen het weder, is dit voor den oogst niet ongunstig geweest. Tarwe, rogge en haver leverden een goed beschot geerst is overvloedig, maar het gewicht laat te wenschen. Spanjen. Er heelt groote droogte geheerscht, en in veel landerijen is daardoor niet kunnen gezaaid worden zelfs in de leege streken is de oogst nog zeer gering. Over 't algemeen genomen, zijn alle veldgewassen mislukt. Spanjen gaat een jaar van veel armoe in. Holland. De berichten verschillen. Tarwe is algemeen goed, zoo wat hoedanigheid als hoeveelheid betreft. Bogge geelt weinig, maar is goed. Geerst is in sommige streken overvloedig, in andere gering. Vereenigde Staten. De tarwe overtreft alles, voor hoeveelheid en hoedanigheid zij is nog overvloediger dan in 1880, en de uitvoer zal overgroot zijn. Indien men nu aide berichten wegens den oogst samenvat, mag men met recht zeggen dat hij in het noordelijk halfrond der wereld nog nooit zoo voordeelig is geweest. Er is ge woonlijk een tekort, of in Europa, of in Ame rika. Alhoewel eenige landen gaan moeten in voeren, is de oogst van Europa nog te over vloedig om daar geheel verbruikt te worden. Wij gaan dus een jaar van overvloed en leege prijzen te gemoet. Dit is noodig ook, daar een ander voornaam gedeelte der voeding van het volk te wenschen laat, namelijk de aardappels. HANDEL EN NIJVERHEID. Aardappelen. Proeven zijn genomen met den champion-aardappel. Terwijl alle andere soorten door den regen bedorven door de ziekte besmet zijn, blijft de champion-aardappel ge heel gezond. Deze soort wordt in 't Limburg- sclie zeer aanbevolen zij levert eene zware, meelrijke en tegen bederf bestande vrucht. (Gazelle van Eecloo.) Zondag 8 October 1882. EERSTE BESLISSING. Om 5 ure namiddag speelt de partij van Parent (Hofstade) legen degone van Van de Wicle (Aelst.) GETERDE KARTONS, GEGALVANISEERDPLAAT- IJZER, Zink, Dakpannen, Schaliën, Bekleedingen voor vochtige mui-en. J DE FONTAINE, 84, Noorder- laan, te Brussel. ALLERHANDE NIEUWS. Vrijdag lest rond 2 ure namiddag heelt de heer P. De Paepe, bevelhebber van ons vrijwillig Pompierskorps, één knaap die vóór den Watermolen \anden heer LeoGheeraerdts in 't water was gevallen, van eene gewisse dood gered. De lieer De Paepe sprong gansch gekleed in 't water. Verdere bezonderheden ontbreken. Woensdag lest wierd alhier rond 5 uren des avonds een gouden medaillon verloren. Dit kleinood wierd gevonden door de genaamde Maria Boosen, oud II jaren, dochter van Joan- ties,welke zich verhaaste het verloren voorwerp aan zijnen eigenaar te behandigen. Deze eerlijke daad, die tot eere strekt- van dochter en ouders verdiend vermeld te worden. Van de vele geneesmiddelen welke bijna iederen dag te voorschijn treden is er wel geen enkel dat in de korte tijdruimte van eeni ge jaren zulk eene verspreiding bekomen heb ben en zoo algemeen gebezigd worden als dc Zwitsersche pillen van Richard Brandt. Dit is wel het beste bewijs dat zij geven wal zij beloven. Inderdaad is er ook tegen de storingen van liet onderlijf en derzelver dikwijls zeer ern stige gevolgen zooals pijnlijke verstopping, smartelijke aambeien, aandoeningen der lever, der maag en van de gal, onaangename opge zetheid, afmatting, ongesteldheid, liet zuur, gebrek aan eetlustgeen enkel middel dat binnen eenen korten tijd zulk eene radicale bewerking teweeg brengt als de Zwitsersche pillen van Rich. Brandt en kan men zich hier van overtuigen door dezelve te gebruiken. De Zwitsersche pillen van Rich. Brandt zijn ver krijgbaar te Aelst, bij M. Victor Meirschaut, opvolger van Van den Herrewpghe, apotheker, en in alle goede Apotheken en bedragen de dagelijksche kosten slechts 2 cis. De hollandsche bladen geven eene wijd- loopige beschrijving van hel noorderlicht, dat zondag-avorid tusschen 7 en 8 ure aldaar, en ook hier, gezien werd. De lichtboog liep van het westen,over hel noorden, naar liet oosten, Uil dien boog, die langzaam oprees, kwamen prachtige lichtstralen op. Aan den zuidelijken hemel zag men witte plekken, die men dacht helder verlichte wolken te zijn doch weldra bemerkte men dat zij met hel noorderlicht in verband stonden. Ten 7 ure 54 verschoot er eene heldere ster, die loodrecht neêrdaalde- Ten 8 ure verdwenen de wolken in het zuiden, de stralen in het noorden; maar het licht bleef nog aanhouden. Wij lezen in het Fondsenblad van Gent Zij die zich een denkbeeld willen vormen van de reis van Gent naar Brussel in den goe den ouden tijd, zouden moeten kennis nemen, in onzegen.eenle-archieven, van een ontwerp van reglement van 27 Februari 1704, voor de koetsiers welke den dienst tusschen de beide sleden deden. van hunne mis en hunne maaltijd, zijn uit hunnen biechtstoel niet geweest. Het is stichtend, in onze dagen van onge- loovigheid, officieren in grooten uniform de heilige mis te zien dienen# en men is erover getroffen, eenen kolonel te zien die eiken zaterdag aan de deur der kerk zijnen degen aflegt, om zich ootmoedig te gaan neerknielen voor de voelen van den priester. Nooit is het te vergeefs, dat een almoese- nier zich tot een opperhoofd van 't leger wendt, al ware deze protestant, om ten voordeele der catholieke soldaten de noodige vrijheid te vragen tot het volbrengen hunner godsdiens tige plichten. De catholieke almoeseniers ge nieten in 't Engelsch leger bij al de soldaten de grootste achting. Ook, hij zou er kwalijk van thuis komen, degene die hun geenen eerbied zou bewijzen. Dat is schoon, in den lijd gelijk deze waarin wij leven. Wat oneindig verschil tusschen de handel wijze der engelsche militaire overlieden en de belgische Hier te lande, tell men met hon derden officieren die alles doen wat mogelijk is om onze soldaten aan de nadering tot de HH. Sacramenten en aan de bijwoning dei- kerkelijke diensten te onttrekken, en die hen God leeren vervloeken, zijne heilige versmaden en onze priesters bespotten en beleedigen. De Osservatorc romano en verscheidene an dere bladen, bevatten eene encycliek van Zijne Heiligheid den Paus over den II. Franciscus van Assisiën. Leo XIII handelt er over den wonderen heilige, over zijne versmading voor de wereld, zijne wonderbare boetveerdigheid, zijne groote liefde tot de menschen.over zijnen zieleniever,over de wonderen die met Francis cus zijn geschied,en hoe hij zijne orde stichtte, die al dadelijk zoo een oneindig goed teweeg brachten in Italië, in gansch Europa en tot in Afrika. De H. Vader beveelt den derden regel van den H. Franciscus bij de geloovigen aan, en somt de diensten op door dezen grooten heilige aan de beschaving en aan Italië be wezen. Het ware te wenselieii, zegt eene gazette vanAntwerpen.dat bijlgebrek aan catholieken,onze gemeenteraad bestond uit protestanten en joden, in plaats van vrijden kers en vrijmetselaars. Deze trouwens vervolgen en verjagen de zustertjes der armen en de gasthuisnonnen iiu, deduitsche gazetten schrijven dat de zus ters van St-Vincentius Ji Paulo in de stad Hanover eenen grooten eigendom hebben aan gekocht, waarin zij eene school gaan openen, en hei daartoe noodige geld is hun ter hand gesteld geweest door een plaatselijk comiteit. bestaande uit vijftien leden, waaronder twee catholieken de anderen zijn protestanten ol joden. Stoom-Trani. In het laatste nummer der Landbouw-Courant lazen wij, dat in Holland reeds zeven-en-twin- tig stoomtramwegen aangelegd zijn, die meer dan xes honderd gemeenten onderling verbinden. Men reist er bijna zoo snel als op de spoor wegen goederen eri zelfs vee worden goed koop uil de landelijke gemeenten ter markt gebracht. De landbouwer,die drie uren ver van de markt woont, neemt ten 7 ure den tram en is ten 81/2 ure met zijne koopwaar ter bestem ming aangekomen. Ten 12 ure kan hij terug thuis zijn, na al zijne aankoopen gedaan te hebben. Zoo gaat het in Holland. En hier? Ja, en hier laten onze liberale ministers landbouw, koophandel en nijverheid verkwijnen en wor den bijna alle onze inkomsten door de godde- looze scholen verkwist Broeders en vrienden. Te allen tijde hebben de liberale ministers de kunst verstaan om aan de leden hunner lamilie vette plaatskens te bezorgen. Vroeger reeds hebben wij doen zien hoe de heeren Bara en Rolin aan hiïGiie kozijntjes er. andere verwanten plaatsen hebben bezorgd in de rechterlijke en bestuurlijke orde. Wat den heer Frère betreft, die schijnt daar reeds aan gedacht te hebben in den tijd toen hij nog minister van financiën was. Immers, de Moniteur bevat eene notariëele akte, waarbij te Brussel eene naamlooze ver zekeringsmaatschappij wordt gesticht onder den titel van les Assurances beiges, met een maatschappelijk kapitaal van twee millioen. Onder de leden van die maatschappij treffen wij onder andere aan de heeren Camiel Frère, bureeloverste in het minis terie van financiën Jozef Frère, directeur in het ministerie van financiën Lucien Frère, bediende in het ministerie van financiën Deze drie heeren die ongetwijfeld zeer nauwe betrekkingen zijn van den heer Frère-Orban, zijn waarschijnlijk de eenige muizen der fa- DE LOTGEVALLEN VAN naar 't Duitsch van Musatus (1), DOOR PH. VAN f.AUTEREN. «o» I. De Geest van den Broeken. In 1394, onder de regering van Wenceslaus, bijge naamd de Dronkaard en de Luijaard, zaten eenige herders van Roltemberg, in Franconië, in den avoud van zekeren feestdag, in de zaal van de herberg het Gulden Schaap. De gasten bleven tamelijk lang zitten. De wijn had de longen ontbonden Iedereen verhaalde met min of meer vuur. Verscheidene hadden te doen gehad met spooken, looveraars of geheimzinnige dwergen de verbeelding werd in die verbalen over- Iroffen; men maakte elkander met vermaak vervaard; meer dan een aanhoorder voeldo zijne hairen te berge rijzen. De laatste gezel h3d zijn verhaat geëindigd en nog waren aller oogen op hem gevestigd, als ware hij nog aan 't vertellen toen de tachtigjarige herder Marten die zich in eenen hoek der kamer bevond eensklaps rechtstond en zegde Vrienden, uwe lotgevallen zijn wondermaar heeft de goede wijn van onzen hospes ze niet wal verfraaid Wal er van zij, zij hebben mij een won dere geschiedenis herinnerd die mij in mijne jeugd is voorgevallen en welke ik nog aan niemand ver telde zij is zoo waar als de waarheid zelve, en ware hel dat gij aan mijne oprechtheid twijfeldel, ik zou er mij niet over beklagen. Hel zijn te buiten gewone dingen dan dat ik u zou verplichten ze te (1) Hij was een oom van Kotzebue en om z(jne verhalen zeer gekend tn Duitsch land. gelooven ieder zal er 't zijne uit nemen. Al de herders riepen. Vader Marten verhaal uwe geschiedenis. Waarom hebt gij ze nooit verteld Toe, spreek maar, laai u niet bidden Eenige burgers die mede ter herberg waren en gereed stonden te vertrekken hingen hunnen mantel en hoed terug om 't verhaal te hooren. De oude Marlen legde zich met de ellehoogen op de tafel en begon in dezer voege Ik was in dienst van een herder van Harlz. Zekere herfstavond telde men, zooals na gewoonte, mijne schapen aan de deur van den stal en vond dat er tien ontbraken. Mijn meester in woede ontstoken zond mij dezelve zoeken Mijn hond volgde een valsch spoorik doolde met hem langs alle kanten. Allengs- kens viel de avond in ik was vermoeid en ontmoe digd, verre van het huis ik strekte mij nedor aan den voet eens booms en wachtte niet lang in te slapen. Rond middernacht werd ik door een gegrol van mijnen hond gewekthij verschuilde zich achter mij met den staart tusschen de achterpooten. Ik zag rondom mij en tot mijn grooten schrik, bemerkte ik eene wonderlijke gedaante, van eene groote gestalte, gansch met hair bedekt, met een baard die tot op zijne horst hingin zijne hand hield hij een jonge dennehoom die hem tot wandelstok diende. Ik trilde als de bladen der mij omringende boomen. Die wondere persoonaadje deed mij leeken hem te volgen, maar ik bleef onbeweeglijk. Dan zegde hij mij met eene schorre en sombere stem Bloodaard, schep moed. Ik hen de geest die de scbaltcn van Harlz bewaartkom met mij ik zal u geven wal ge begeert Mijn schrik verdubbelde ik zweette als in een doodstrijd niettemin had ik kracht genoeg om mij een ktuisiecken te maken en te zeggen Weg, Satauik heb uwe giften niet noodig. De gedaante wierp mij vlammende blikken toe mei een schrikkolijke lach. Arme dweeper zegde zij, gij verstoot de fortuin. Blijf dan uw geheel leven arm. En zij deed eenige stappen om zich te verwijderen maar zij blecl staan, en zegde op een toon vol mede lijden Overweeg ik stel u geene kwade voor waarden om u de zakken met goud te vullen. Neen, neeu, antwoordde iker staat geschreven gij zult u niet laten bekoren Verre van mij, Satan, ik wil u niet volgen. Dc geest glimlachte droevig Ik heb u dikmaals in de gebergten gezien er. stelde belang in u. Eens zult gij uwe dwaze vrees bevvee- nen. Luister eventwel, en houd in uw geheugen hetgeen ik u ga zeggen. Gij kunt er voordeel uit trekken als gij ouder zult zijn en meer ondervinding hebt. Gedurende zeven honderd jaar heb ik een grooten schal in den Broeken bewaard het uur is gekomen waarop hij ongestraft hel eigendom kan worden van dengenen die hem vindt. Hel is wonder dat men u een schal aanbiedt die de ziel niet be waart het gebeurt niet elke duizend jaren dal men er zich een kan bezorgen, zonder hem wel te betalen, aan hem die meester is van al de stoffelijke rijkdommen der wereld. De geest deed nog eenigc overwegingen die aan zedelecr geleken daarna toonde hij mij met de juislste bijzonderheden de plaats van den berg aan, waar de schat was, alsook de middelen om hem te ontdekken, 't Is alsof ik het nog hoore. Geen zijner woerden is mij uil het geheugen gegaan. Wend u naar den Siut-Andriesberg, zegde hij mij, en vraag waar '1 Konningsdal ligt. Als gij nabij eene beek zult gekomen zijn Eder genaamd, volgt die lot aan de steenen brug die naar een houlzagersmolen leidt ga niet over de brug en blijft laDgshcnen de vliet gaan welhaast zult ge u cp cene boogscheut van eene iiooge rots verwijderd vinden; dan zult ge eene holte zien gelijk aan een hegraafput. Als ge die gevon den hebt, mijnt in dezelve tot dat gij een muur, daarna eene vierkante valdeur vindt; heft die valdeur op en gaat in het onderaardsch hol op uwe kn:ën, zonder u te laten afschrikken door de helling van den grond en de scherpe steenen waaraan gij uwe beenen een weinig zult verwonden dit is niets. Aldus zult ge aan een trap van lwee-en-zeventig treden komen j en aan 't einde zult ge drie poorten vinden. Ga niet langs die ter rechterhand, gij zondl de asch van den laatsten bezitter des schats sioorcn veelmin langs die ter linkerhand, zij leidt naar hot hol der slangen en vergiftige dieren. Open de middenpoort met de looverwortc! waarvan gij zult zorgen u te voorzien zonder dien wortel kan geene macht u helpen om die deur open te krijgen. De oude herders cn de jagers zullen u leeren hoe men hem vindt. De deur zal met 't gerucht van den donder open vliegen hebt geene vrees behoudt enkel uw licht tegen den wind Laet u niet verblinden door 'l goud en de gesteenten die de pilaren bedekken, ga regt naar eene koperen kist die aan een kerkautaar gelijktneemt daar zooveel goud uit als ge in uwe zakken kunt verbergen Ga daarna terug zonder uw tooverwortel te vergelen Gij zult nog tweemaal mogen wederkeeren om naar de kist te gaan zoo gij dit eventwel voor de vierde niaal gewaagde zult ge op den trap vallen en uw been breken. Gij zult zorgvuldig elke reis den pul die naar den schat van koning Brucklorix leidt met aarde be dekken. Eene groote stille volgde op dezo woorden mijn hond blafte in de verte hoorde ik cene zweep klet teren en een rijtuig voortrollen. Ik wondde het hoofd langs alle kanten de gedaante was verdwenen. II. lEoc men zicli den tooverwortel verschaft. Als de oude Marlen opgehouden had met spreken bezagen zijne aanhoorders elkander, de eenen lach ten, anderen schudden hel hoofd ten teeken van ongeloof, anderen zonder ecnig teeken te doen zoo als lieden die nadenken. De hospes vulde hel glas vau den ouden verhaler en zegde hem Ehwel, vader Marten, zijt gij in het hol geweest en hebt gij den schat gevonden Neen, antwohrdde de herder. En waarom dan riepen drie of vier gasten. Voor twee redens de eene dat bet enkel ge dacht om hel geval te beproeven mij een vreesselij- ken schrik aanjoeg de andere is dat nooit herder Het wierd hun bevolen uit Gent of Brussel te vertrekken ten 10 ure 's morgens, ten ein de ie Aalst aan te komen rond de uur waarop de klok gewoonlijk liet staken van den arbeid aankondigt, daar de baan des nachts te onvei lig was voor hunne reizigers. 's Anderendaags moesten zij Aalst verla ten ten 7 ure 's morgens, ten einde te Gent ol te Brussel aan te komen rond drie ure na middag, en niet later. Het was bun verboden hunne reizigers te mishandelen of te beleedigen, en zij waren verantwoordelijk voor de overtredingen door hunne knechten gepleegd. Op elke overtreding stond eene boet. Later, toen Maria-Theresia het leggen bevool der steenwegen welke nu bestaan, wierd er de aanpalende eigenaars verboden langsheen de baan, op den alsiand van een zeker getal roeden, hagen of struikgewas te hebben, uit vreeze dat deze zouden dienen tot hinderlaag voor de struikroovers De liberale bladen hebben het aardig op in zake van schoolstrijd. Een vlaamsch geu- zenblad schrijftDe geestdrift voor de ca- tholieke scholen is weg, en het zal niet lang meer duren, of men zal de schoollokalen voor schuren en stallingen verkoopen. Van eenen anderen kant schrijft de Flandre Libérale, die noglans ook geus genoeg is Om de waarheid te zeggen, wij gelooven niet dal de schoolstrijd nog in lange zal ein- digen hij wordt vol gehouden met eene voor- beeldige volherding. Te Heule heeft men zondag de tweede verjaring gevierd van den dag, toen Heule zoo ongelukkig met bloed bemorst werd. Men weel dal men de vreedzame kongregatie aldaar kwaadwilliguit een lokaal had gedreven; zondag huldigde men een nieuw lokaal in. MMrs Claeys en Verriest, de twee kortrijk- sclie advokaten, die de betichten van Heule hebben verdedigd, voerden bij die gelegenheid bet woord. Hun vlaamsch woord klonk en herklonk in de harten van alle Heulenaars. Rustig was men bijeen, toen wie zou het gelooven! twee gendarmen in uniform in het gepriveerd lokaal verschenen. Met wal recht? De gendarmen begrepen, be ter dan hij die ze gezonden had dat zij daar, niet op hunne plaats waren ;dat zij in die rustige vergadering, den haat, den twist en de twee dracht wéér zouden kunnen aansloken. Wie heelt hen gezonden? Wil men de Heule naars nogmaals doen gedenken, dat hel libera- lismus kogels en poeieronder zijn gebied heeft? De twee gendatmen begrepen het ongepaste van hunne aanwezigheid zij gingen naar de naburige herberg. Het publiek was tegen hen niet gestoord maar het heeft meer dan vroeger afkeer van de inrichters dezer stomme, boosaardige en nut- telooze expeditie, onder voorwendsel van handhaving der rust. Alles liep nogtans rustig af, en het publiek keerde vreedzaam naar huis. Het Journal ofpciel de la Bépublique frak Qaise bevat een artikel, waarin gezegd wordt dat Frankrijk er alle belang bij heeft, in eenen oorlog met Duitschland, snel en krachtdadig Belgie te bezetten.... T Is jammerdal het blao er niet bijvoegt dal Frankrijk, door gelijkheid van taal en zeden, zeker is te Brussel en om trek welkom te zullen zijn. Woensdag 4 October, was het 50 jaar dat M Ch. Rogier deel maakt van de Kamer der volksvertegenwoordigers. Eerst was hij lid van T National Congres voor het arrondis sement Luik. Daarna was hij volksvertegen woordiger van Turnhout, van Antwerpen, van Brussel, toen weêr van Antwerpen en later opnieuw van Brussel, om eindelijk van 1863 tot nu, volksvertegenwoordiger te zijn van Doornijk. M. Rogier heeft deel gemaakt van hel voor- loopig gouvernement, is president der Kamer geweest, wat binst zijn 50 jaar parlementair leven 18 jaar minister, op vertclr.llige tijdstip pen, waaronder drijmaal minister van binnen- landsche zaken, tins van openbare werken eG eens van buitenlandsohe zaken. M. Rogier is liberaal, doch legde gemati- glieid aan den dag. In den laatsten tijd zelfs, meende men verscheidene keeren dat hij met de liberale partij niet meer zou meêwillen, en 't is met tegenzin dat de oude staatsman de dingen ziet die nu gebeuren. Een herhergier en zijne vrouw werden maandag 11.elk tot 18 maanden gevangenis ver oordeeld, door de korrektionneele rechtbank van Gent,omdat zij eene minderjarige meid,die zij in hunnen dienst hadden, tot het plegen van schandelijke feiten aangespoord hadden. De kroeg door deze personen gehouden,was reeds sedert eenige dagen gesloten. De policie heeft nog verscheidene andere huizen gesloten. In den loop der verledene maand werden twee graanmijten in brand gestoken in de ge meente Gentbrugge.niet ver van het oefenings plein. Die mijten bevonden zich op zekeren noch jager mij heeft kunnen zeggen hoe men den tooverwortel vindt Niels is noglhans zoo gemakkelijk, zegde de gebüur Bias. 't Is jammer goede Marlen, dal gij uw geheim en uwe beeneu hebt laten verouderen, en gij niet eerder betrouwen hadl in mij. Om den toover wortel te vinden is 't genoeg een spechtsnest te vinden, of liever dc boomstronk waarin die vogel zijne eieren legt. Men verschuilt zich op weinig afstand Zoohaast men de moeder ziel wegvliegen om voedsel voor haar ol hare jongen te zoeken, klimt men op den boom en stopt zorgvuldig het gat met een steen of een stuk hout. Als de vogel terugkomt, vliegt hij rond den boom, droevige kreten slakende daarna vliegt bij eensklaps naar den kant van 'I wes ten. Men moet zich dan van een scharlaken mantel of vier ellen roode stof voorzien die men ouder zijne kleéren verbergt. Twee dagen nadien komt men terug naar zijne schuilplaats de vogel keert weder met de wonderwortel in den bek, raakt met den wortel het voorwerp dat het gat stopt; aanstonds vliegt dit voorwerp er met geweld uitop dit oogen- bllk moei men den mantel aan den voel des booms openleggen. De vogel, geloovende vuur te zien, is verschrikt en laat den wortel vallen, welken men zich haast op te rapen maar alvorens hem te ge bruiken is het noodig hem eenigen tijd aan eene* groenen tak te laten hangen. Die wondere toevertrouwing oefende op de aan hoorders den zelfden invloed uit als het verhaal van den ouden Marlen zij werd onthaald met ongeloo- vige lachen, twijfel, verwondering, min of meer ernstige opmerkingen. De haan kraaide de dag stond op 'l aanbreken men scheide. Dengenen die laatst uitging, meer na denkend dan de andereu, was nauwelijks gedurende den ganschen nacht bemerkt geworden. Hij was achter de kachel gebleven tusscben de kat en den hond des hospes, in eenen grooten lederen leuning stoel, met zijne ellebogen op de knieën en de kin in de handen. Wordt voortgeset.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 2