57sle Jaar. Zondag. 19 November 1992. iV 1999. VOLGENDE STATIËN: IJZEREN WEG.VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE Waar gaan wij heen IN DE WERELD, Nieuwe belastingen. 't Is te sterk. Eene les. UIT Gbnt NAAR Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Engbien, Braine-le Corate 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59 UIT GBERAERDSBERGEN NAAR Maria-Lierde.Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct. uit Sottegem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokerbn en Gent 4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.35 9.10 E 3 W. uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwbrpbn 4 2d 7.05 8 00E 9.25 1'>.50 2.20 5.25 7.15 9.05E Ski. Uit Sottegem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12 ABONNEMENTP1UJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 3i December. ANNONCENPR1JS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op bladz. 50 cent. Dendermonde. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 10.08 Lokeren. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 Mechelen. 4-56/ 6-37/ 7-32d 8-12d Exp. 1®2®3®kl. 8-45/ 11 -59d 1-04d Exp. t® 2e 3® kl. 2-50d 3-09/ 6-00rf 6-38/ 10-08d Exp. 1" 2- 3® kl. \utw. 4-56t 6-37i 7-32d 8-l2dExp. 3 kl. 8-45/ 1-04dExp. 18 2® 3® kl. 2-50d 3-09/ 6-00JB-38/ 10-08d Exp. 1® 2® 3" kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 31 7-32 6-00 8-12 E 3 kl. 9-10 10-25 dir. 11-59 1-04 EH kl. 2-50 6-00 7-54 direct 8-52 9-14 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-3 ld 4-56/ 6-37/ 8-12d E 3 kl. 8-41/ O-OOd 9-tOd (I1-59J tol LeuveD)1-04d Exp. 1® 2® 3' kl. 2-50d 6-OOd 7-54d direct 9-14«' 10-08 E 3 kl. (1) Nota, De lettor beleekent langs Termonde en de Gent, (5-00 's vrijd 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35 8-54 Exp 3 kl. 9-36 12-36 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E 1® 2e 3® kl. 6-35 8-54 E 3kl. Doornyk, Mouscron, Kortrvk, Ryssel langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Èxp. 6-12 6-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Alh) 5-55 8-12 E. 3 klas lot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbcrgen, Lessen, Atb 5 55 8-12E. 3 kl. tol Denderl 2-51 6 00 9-11 Bergen, Quiévram 5-55 8-12 E tol Denderl. 11-59 2-51 6-00 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds- bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 6-00 Sollegom, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel,0pvvyck,Mechelen,Anlwerpen5,10 9,30 3,24 6,12 letter i langs Denderleeuw. U'uique Suum. NAAR AELST UIT Ath 6.48 10.29 1.18 4.08 7.57 9.05 Antw. 5.15 6,40 9,15 9.5u 10.50 E. 1'2® 3® kl. 12-15 3-15 E. 1°2®3* kl. 3-54 4 45 5.54 6.50 E. 1®2® 3® kl. 9.05 10-15 E. 3 kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1-50 E 3 kl 1.55 3.10 E 5.01 5.50 dir. 7.17 8.15 E 3 kl. 8.20 11-45. Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10,48 Geeraerdshergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8,35 9.41 Gent 6 40 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 7-15 dir. 8.14 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.20 9.25 Lokeren 6.38 8 48 10.57 1.48 4.44 7.53 Nmove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 11.12E 3 kl. 11.54 6.04 AELST, 18 NOVEMBER 1882. Waar gaan wij heen Zietdaar de vraag door de Civilta Cattolica in een barer laatste num- mers gesteld... En degeleerde revue antwoordt: wij gaan naar 't socialismus, naar de afschuwe lijkste rampen en onheilen. Het is ons onmogelijk de talrijke bewijsreden meê te deelen door de Civilta aangehaald om haar schrijven te staven. Wij gelooven het nogthans hoogst voordeelig hier een deel harer krachtdadige en verschrikkelijke besluit- selen te laten volgen. Luistert «Machtigt het tafereel, schrijft de Civilta, dat wij onder de oogen onzer lezers komen te brengen, ons niet te bevestigen dat onder, alle de uilvindingen derhedendaagsche beschaving, het socialismus deze is die hel dapperst is vooruitgegaan Wij gelooven dus aan dezen welke vragen Waar gaan wij heên zonder aarzelen te mogen antwoorden wij gaan re gelrecht naar de ontbinding der huidige samen leving.... En inderdaad, zien wij niet dat alle de oorzaaken die de samenleving naar den afgrond voeren zich overal versterken, en uit breiden, terwijl deze welke in staat zijn haar te wederhouden,verslappen en verminderen Ziethier hoe de senator Musolino in Mei 1882. den toestand der samenleving in Europa en bijzonderlijk in Italië afschetste De verdorvenheid der geesten is algemeen; de openbare zedelijkheid is grootelijks ge- daald en zij daalt dagelijks meer en meer. De heerscliende religie bij alle volkeren is deze van 't gulden Kalf, de koorts der plot- selir.ge winsten en van de kollossale fortui- nen en om deze begeerlijkheid te voldoen, deinst men voor geene middelen achteruit de gouvernementen zoowel als de bezonde- ren aarzelen niet hunne toevlucht te nemen tot de hatelijkste aanslagen. De zoogezegde broederlijkheid der volkeren is slechts eene onderlinge verscheuring «Nu, wat wordt er aangewend om zulk eene uitgebreide ongeregeldheid der driften in te toornen Niels, integendeel, men vervolgt de Religie, men vermindert 'l getai priesters, men lastert den catechismus en men be schermt op wettelijke wijze alles wat strekt tot verderf des volks en tot de verdelging van het natuurlijke en geestelijke bolwerk der burgerlijke en huishoudelijke samenleving. Overal heeft men den geest des Christendoms welke heelt en redt, vervangen door den ma- connieken geest die kwetst en doodt. Bijge volg indien God, de samenleving door geen mirakel van zijne Almogendheid bevrijdt, moet zij noodzakelijk, en in zeer korte jaren, in den afgrond van 't socialismus nederstorten. «Ongelukkiglijk zien wij nergens eenigwelk- danig teeken opdagen 't welk ons een mirakel der goddelijke behouding mag laten verhopen. Integendeel, alle voorteekens strekken om ons te overtuigen dat God de wateren van 't kwaad langs hunne natuurlijke bedding wil laten af- loopen, en aan onze hooveerdige, godver- loochenende en duivelsche eeuw toelaten OF LOTGEVALLEN VAN JONAS BONTEKRAAI. Eene humoristische bijdrage, DOOR P. NUIJENS, Jr. 0«-»0 2° Vervolg. Ik weet het al, een geboren landlooper. Nu, wij zullen u wel vooruit helpen, d voegde hij mij lachend toe. Toen prevelde hij zoo iets van de Om merschans, Veenhuizen, en eindelijk van eene plaats, waar men zulk slag van jongens, als ik was, aar. hel werk helpt. Ach, goede God, help mijbad ik in mijne onschuld, zoo stil, dal mijne lippen zich nauwelijks bewogen want ik vreesde, dat ik onder de oogen van dien man, door luid bidden, eene misdaad zou plegen. Brigadierriep hij toen luidkeels, «een handje aan een vreemd kuiken. Mijne oogen gingen met de vlugheid van een haas in het rond, want ik was slim genoeg om te begrij pen, dat een ander persoon mijn aanrander moest komen onderslounen. Ik had mij daarin ook niet bedrogen, want een nog reusachtiger kerel, met een kronkelend blauw vangsnoer, waaraan zilveren kwas ten hingen, op de borst, kwam met verhaasten Ired op ons beiden aan. Hij nam mij met zijne vreeselijk blikken van top tot leen op, liet mij een paar malen op de hielen ronddraaien, en vroeg mij naar mijn naam. Ik heet Jonas, mijnheer I de bittere vruchten te smaken van haren ra- zenden opstand tegen hem en tegen zijnen Christus, onzen Zaligmaker Zietdaar eenige regelen op de welke wij de ernstige aandacht onzer geëerde lezers inroe pen. Welk ander doel kan 't liberaal ministererie hebben dan de calholieken te tergen, te kwel len en te vervolgen, wanneer liet de stoffelijke overblijfsels van personen, als vrijdenkers of godverloochenaars gestorven, in de gewijde aarde doet bedolven. En inderdaad, ondervraagt een vrijdenker en hij zal u verklaren dat hij ei geenszins aanhoudt dat men hem, na zijne dood, in eenen grond door de R. G. Kerk gezegend zou begraven. Immers de godverloochenaar die vast in zij ne princiepen staat, moet er eene eer invin- den tusschen zijne vrijdenkende partijgenoten te mogen rusten, terwijl hij het als eene orieer moet aanschouwen eens begraven te worden tusschen fanatieke kwezelaars en kwezels, tusschen franciscanen en congreganisten, tus schen broederkens en nonnen, tusschen pries ters en religieuzen welke hij zijn gansch leven gelasterd, begekt, bespot, en als 't schuim dei- samenleving veracht heeft Waarlijk geen ander doel moet 't liberaal ministerie in deze kwestie zoeken te bereiken dan dit van ons, calholieken, in onze godien- stige overtuiging te tergen en te kwetsen iVi Wij laten hier de volgende regelen volgen geknipt uit eene liberale correspondentie welke handelt over de nieuwe belastingen die 't maconniek ministerie ons andermaal gaal afpersen om in de noodwendigheden te voor zien van den zoo onrechtveerdigen als anti - riationalen schoolstrijd die in Belgie woedt. Luistert Men mompelt van eene verhooging der rechten op den tabak, die van 20 tot 50 fr. de 100 kilos gebracht zouden worden, van eene verbooging van den brandewijn-accijns, van eene vermeerdering in de spoorwegtarieven, van de invoering van eene afzonderlijke be lasting op het mobilair, dat tegenwoordig op het vijf dubbel van de huurwaarde bij de per- soneele belasting wordt geschalmaar terwijl men over al die onderstelde plannen spreekt, houden de ministerieele organen vol, dat er nog geen vast plan is, alsof liet mogelijk zou zijn^ dat men de wel op de wegen en middelen van 1885 zou indienen, zonder dat hel gouvernement in november 1882,20» welen hoe hét officieel aan gekondigde tekort te dekken. Alle politieke kwestiën ter zij gelaten, kan men zich niet verbergen, dat eene vermeerde ring der belastingen, wat het karakter daarvan zij, menigeen ontevreden zal stemmen en dat hel ministerie eene moeielijke campagne begint. Te Antwerpen (bijna overal), verzet men zich reeds legen eene hoogere tabaksbelasting algemeen zal de ontevredenheid zijn over de vermeerdering der geneverbelasting; de burge rij zal mokken over een belasting op 't mobilair. 7,óó, u geslachlsuaam Mijn vader is gisteren begraven, antwoordde ik heni. De brigadier scheen kwaad le worden, want zijn gelaat werd zoo rood als de schoonste zijde van eene bellefleur. U geslachtsnaam, schreeuwde hij mij in het oor. Ik begreep hem niot volkomen, maar op goed geluk af, terwijl ik stond le rillen, alsof ik zoo pas uit een zinkput was opgehaald, antwoordde ik hem, dat ik van Lutjebrock kwam Kom, uilskuiken, riep hij, hoe beet gij Ik had hem begrepen Jonas Bontekraai, mijnheer, antwoordde ik bevend. De lange brigadier haalde uil zijn borstzak een boekje le voorscliijo, en krabbelde met een Engclsch potlood er eenige letters in. Ik begreep, dat hij mijn naam opteckende, want, al schrijvende, zeide hij tol zich 2elven Jonas Bonlekraai Hoe oud vroeg hij. Dertien jaren. Oud dertien jaren, ging hij mompelend vroot. Geboren te. a Luljebroek, mijnheer. Geborenen komende van Luljebroek, besloot bij. Driftig sloot hij bet zakboekje, en verborg het zegevierend, onder het blauwe koord door, op de bestemde plaats. Het is maar voor later, zeide bij fluisterend in mijn oorwant het zal u moeilijk vallen, om zonder leidsman het rechte pad in de wereld te vinden, en ik geloof niet, dat u signalement ooit zal veranderen. Dus, pak u nu maar van hier, kleine bengel. lk dankte den goeden God, dat ik zoo genadig van Men vraagt zich reeds af, of met deze be lastingkwestie en de kieshervorming, de een heid in de liberale partij bewaard zal kunnen blijven Te Brussel ontbreken de elementen voor verdeeldheid niet. M. Olin, de nieuwe minister van openbare werken, heeft ons eene aderlating van netto 100,000 franken gedaan voor bemeubeling van zijn hotel, dat hij niet schoon, niet prachtig genoeg vindt voor zijn uitstekenden persoon. Hoe die wonde nu genezen Luistert De bareelwachters zouden eene verminde ring van 8 franken per hoofd ondergaan en deze origelukkigen, die noch dag noch nacht rust hebben, zullen, op den hoop toe, zelfs de olie voor hunne lantaarns moeten leveren. En tienduizend soortgelijke beroovingen zouden ontoereikend zijn om de uitgaven te dekken van sofas, lusters, garnituren, euz.,- van hel ministerie der openbare werken. Zij zijn en blijven altijd en overal dezelfde Liberaal met het geld van anderen M. Olin heeft spaarzaamheidshalve voorge schreven liet formaat der, ontvangstbewijzen, welke de bestemmelingen der kleine pakjes door den ijzeren weg verzonden, moeten on- derteekenen, twee centimeters in de lengte en in de breedte te verminderen. 'l Is ver gezocht Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat wij, ca lholieken, wanneer onze pogingen niet met den gewenschten uitslag bekroond worden, den moed laten zinken Zulke handelwijze is niet christelijk. Wij zijn verplicht uit al onze kracht te werken voor den zegepraal der goede zaak, maar als wij ons best hebben gedaan, dan moeten wij den uilslag aan God overlaten; Hij zal, wanneer het hem belieft, een einde maken aan onze beproevingen. In dit punt zooals in zoovele andere, zouden wij wederom hij het catholiek Centrum in het Duitscli Parlement ter scliole moeten gaan. Ziethier het einde eener redevoering, welke de groote Windhorst onlangs voor zijne kiezers uitsprak Men beschuldigt dat wij geeneri goeden uitslag bekomen hebben wij zijn hier niet op aarde om goede uilslagen te bekomen, maar wel om den goeden strijd te strijden voor God en voor de zaak des volks. De god delijke wijsheid heeft immers kunnen beslui ten, dat een lange en lastige strijd meer voor- deelen voor ons zou opleveren dan eene spoe dige overwinning. Maar ons machtigste wapen is hel gebed. Ondersteunt ons, Mijne heeren, door uwe stemmen, maar ondersteunt ons vooral door uwe gebeden. Laten wij deze christelijke woorden wel overwegen, en wij zullen den moed hebben om le blijven kampen te midden der vervol gingen, welke ons van den kant der geuzen nog te wachten staan. deze twee vreeselijke mannen was afgekomen, en wilde mij verwijderen doch de brigadier bield mij nog een oogenblik staande Wacht nog wal, zeide hij Hebt gij gege ten Ik voélde, dat mijne maag jeukte, doch ik bleef mijne antwoord sehuldig. Ik begrijp u al gij ziet er uit als een mole naar, hernam hij. Diiar en hij stopte mij eenige geldstukken in de hand. hit vreemde gedrag van den vrecselijken man schokte mijn hart. Waarom schreef hij mijn naam iu zijn zakboek en waarom gaf hij mij geld Hij had medelijden met mij gehad, cn ik heb het ook nooit vergeten, welke weldaad hij mij in dien lijd bewees, want sedert den vorigen avond had ik geene enkele kruimel brood geproefd. Die man moet een goed hart bezeten, of wel, hij moet kinderen gehad hebben, die mijn leeftijd bereikt hadden en die hij beminde, Later. later, toen ik de onderscheidene karakters der menschen leerde kennen, twijfelde ik daaraan met meer. Op den boek van die straat kunt gij een broodje koopen. Maak nu, dat gij wegkomt, her vatte de brigadier. Ik liep in galop over de puntige keisteenen, tui melde een paar malen over de pullen, die als bij toeval in de straat moeten ingezakt zijn, en bereikte een broodwinkel. Een schommelachtig moedertje zat, achter de zwart glimmende toonbank, kousen te breien, cn zag verwonderd over haar bril heen naar de opengaande deur. Ik telde de muntstukken, die ik van den brigadier ontvangen had, op de toonbank uit, zonder te welen, welken schal ik in mijn bezit had. Inderdaad waren bet eenige centen. Juffrouw, vroeg ik, terwijl ik de linkerhaad "Vooruitgang der dronkenschap. Wij ontleenen aan een radicaal parijzer dagblad de volgende bijzonderheden over een der grootste kwalen onzer samenleving De dronkenschap breidt zich in de wereld al meer en meer uit en, ongelukkig genoeg, de kinderen moeten gemeenlijk nog voor de over daad der ouders boelen, aangezien het thans bewezen is dat de kwaal zich voortzet. De alcohol is inderdaad hel noodlottigste vergif. Hij dringt gemakkelijk en spoedig in al de maatschappelijke standen door. In tien jaar maakte hij in de Vereenigde- Staten twee honderd duizend weduwen en meer dan een millioen weezen. En deze wee zen ontvingen hij liet ter wereld komen, de kiem der dronkenschap, het zijn geboren dronkaards. In Engeland zijn de verwoestingen door de dronkenschap teweeg gebracht zoo groot, dat hare bevechters er eene kieskweslie van ge maakt hebben. Bij ons (in Frankrijk) voeden wij eenen vijand die jaarlijks van 90,0U0 tot 100,000 personen doodt en eene belasting heft van 3 i/2 milliard franks. Dezelfde vijand heeft op den goeden naam van Engeland eene schandvlek geworpen, zooals nooit een verlies op de slagvelden er een zal op werpen namelijk die van natie van dronkaards. Ook in Duitscliland doet de dronkenschap gedurig vooruitgangzij ondermijnt de natie en onder haren invloed, groeit het aantal misdaden en gevallen van zinneloosheid zon der ophouden aan. In Duitscliland vertegen woordigen de dronkaards in de zinneloosge- stichten 5 ten honderd van de totale bevolking en 40 ten honderd in de gevangenissen. Wat Rusland betreft, daar is de alcohol de groote bondgenoot der politieke driften en heeft hij het verschrikkelijke en geheimzinnige iiihilismus doeri ontstaan. Volgens de officieele dokumenten bereikt het verbruik van den alcohol dat in 1850 voor Belgie van 18,000,000 liters was, thans nage noeg het cijler van 60,000,000 liters. Het is bewezen dat de twee derden dezer sterke dranken door de werkende klas verbruikt worden Al de bijstand, die door de openbare liefdadigheid en door de bureelen van welda digheid gepleegd wordt, beloopt ter nauwer- nood één derde der som, welke deze dranken gekost hebben. Cver 40 jaren was er gemiddeld eene her berg op 90 inwoners. Hedendaags telt men voor eene bevolking van 5,000,000 zielen. 101,000 drinkhuizen, zijnde gemiddeld eene hei berg voor 49 inwoners van allen ouderdom en van alle geslacht. Men kan liet getal mannelijke inwoners, die meer dan 21 jaren oud zijn, op het vierde der gezamenllijke bevolking schatten, zijnde al- zoo 1,250,000, hetgeen eene herberg voor 12 Belgen dezer categorie daarstelt. In zekere nijverheids-centrums vindt men gemeenten waar eene herberg is voor zes of zeven per sonen. Sclioone vooruitgang, niet waar onder mijne van kaarsvet glimmende pel schoof, cn over mijne korte afgesneden haren krabbelde, «'juf frouw, kan ik. hiervoor een broodje koopen Ik moei al eene zeldzame eend in de bijl geweest zijn want, nadat zij de kous op de tafel had neder- gelegd, slofte zij om de looubank heen, en bleer toen met de vuisten in de zijden voor mij slaan, terwijl zij mij nieuwsgierig aangaapte. Wel, wel, wat ziel gij er haveloos uit,» sprak zij opeen teemenden toon. En gij zijl geen Hoorn- scho jongen Wat zoekt gij hier, ventje vroeg zij. Ik voelde, dat mijne wangen gloeiden, en ant woordde dan ook op eenbitscn toon.dat haar dit met aanging, cn zij mij maar geven moest, wat ik vroeg. En ook al niet van het beste soort, ging zij onverstoorbaar voort onbeschoft en brutaal, zoo als al die kleine iandloopers zijn Hebt gij een vader?» Neen. Eene moeder Mijne oogen werden vochtig Ik b zat echter t6 weinig herinnering aan aan mijne moeder, om deze vraag naar waarde le schatten. Geen van beiden ik ben een wees, en alleen op de wereld En waar is uw thuiskomen vroeg zij verder. Ik weet liet niet juffrouw, lk ga de wereld in. antwoordde ik. Zij nam mij nog eenige malen op, van de klompen, die ik aan mijne voelen had, af, tot aan bet kruintje van mijn hoofd, cn hernam toen Nu, steek dat geld maar weêr in uw borsje. Daar hebt gij iets voorden honger, en maak nu, dat gij wegkomt. Zij reikte mij een brood over, waaraan een post paard zijne vracht zou gevonden hebben, en duwde mij de deur uit. Landbouw. Gebruik der bedorvenb aardappels. In de meeste streken klaagt men over den oogst der aardappelen dit jaar vooral hebben hun de aanhoudende regens nadeel toegebracht. Ziet hier op welke wijze een landbouwer van Merghem (Noorder departement), M. E. Bouil- lez, voordeel trekt uit die, welke bedorven zijn. Sinds'verscheidene jaren, zegt hij, heeft de aardappelziekte, in onze streek de verontrust- wekkendsle en soms zoo aanzienlijke evenre digheden genomen, dat de opbrengst voor komende uil den verkoop der gewonnen aardappelen in de meest beproefde aankwee- kingen, niet voldeed om het arbeidsloon te betalen. Proefnemingen van allen aard zijn gedaan om de kwaal tegen te houden, niet eene is gelukt. In deze omstandigheden heb ik getracht voordeel le trekken uit de zieke aardappels, welke meestendeels op den grond bleven liggen zonder dat men zich de moeite gaf ze op le rapen, omdat zij na eenige daeen gansch verrot waren. Ik heb al de bedorven aardappels van mijnen akker doen koken in ketels, die iu het open veld geplaatst waren. Onmiddelijk na gekookt te zijn, worden de knolgewassen in kuilen gedolven en fel opeen getast, er wordt eene hoeveelheid zout bijgevoegd gelijk staande met een half ten honderd van hun gewicht en dan bedekt met eene laag grond van twintig cen timeters. De prijs der brandstof en van den arbeidsloon voor liet wasschen en hef inkui- en leggen is van negen franken per 1000 kilogrammen. Op deze wijze behandeld, be waren zich de aardappels zonder bederf gedu rende verscheidene jaren ze verschaffen een zeer gezond voedsel, waarop het vee zeer ver lekkerd is. Sedert vijfjaren hernieuw ik mijne proefneming tijdens den aardappeloogst, en ik heb alle reden om mij over de bekomen uit slagen te verheugen. Eene eenvoudige overweging. Ik geef den voorkeur aan de monarchie, zeide Leopold I, omdat zij natuurlijk de min derheid beschermt tegen de buitensporighe den der meerderheid. Indien deze bescherming voor de calholie ken eene doode letter wordt, zijn zij dan niet bemaphtigd te zeggeir dat de hevigen, door hunne verfoeilijke politiek, troon en altaar willen omverwerpen Onze Confrater, Land van Aelst, houdt zich, sedert eenigen tijd, weêr onledig met de vergrooting onzer slatie. Het plan-Btomliau zou een kemel der kemels wezen, schrijft hij, en wierd dit bar- baarsohe plan uitgevoerd, de hoornen en stee- nen zouden er tegen uitvallen. Onze Confraterheeft hierin grootelijks gelijk, en wij herhalen het, r.ooit zouden de belangen onzer stad en deze van onze bevolking in 't algemeen schandelijker geslachtofferd wor- Hel was een roggebrood van zes ponden, minus eenige looden. Ik schreide weer, wam ik was toch geen bedelaar, en torste met moeite het voorwerp, dat mijne maag moest vullen. Ik moet bet den Hoornschen burgers als een eigen- aardigen karaktertrek nageven, dat zij nimmer een hulpbehoevende van ellende zullen laten omkomen zij hebben altijd iels van hun overvloed voor anderen veil, maar hoe gauwer hoe liever wenschcn zij van de straatbengels ontslagen te zijn, die de stad en hare omstreken platloopen. Ik was nu wel voor den honger gevrijwaard, maar stond loch weer alleen op 's Heeren wegen. In mijne rechterhand had ik du muntstukken, onder den linkerarm droeg ik het zware brood. Ik was nu wel niet arm, maar ook niet rijk. Ik zag om mij heen naar den man met zijne zilveren kwasten en geele knoopen, doch hij was verdwenen. Intussehen was de zon al een uur achier de ber gen van wolken verdwenen, en begonnen de sterren door de duisternis heen aan hel firmament haar ge heimzinnig licht te verspreiden. Eensklaps hoor ik een gèvveldig geklots in de ba ren, en toen ik Daar de oorzaak daarvan zocht, ont dekte ik in de diepte der Zuiderzee een rood licht,ter grootte van een notedop. H»t kwam al nader en na der, en toen zag ik eene donkere wolk naar boven slijgen en zich langs den horizon uitbreiden. Een oogenblik daarna hoorde ik heel vereen schel gefluit gelijk het geklaag van een hijena, kort daarop tag ik iets uit de zee opiijzeu, dat veel naar een rookenden schoorsteen geleek. Het roode licht werd nu al dui delijker, en achier liet roode licht ontdekte ik van lijd tot lijd een blauw naehlpiljo. De stoomboot de stoomboot riep men om mij been, en als een zwerm bieen doken dé men schen als uit den grond voor mijne voelen op. Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 1