I
aan ons nummer van 5 December
ASSISENHOF VAN BRABANÜ
v*.-
mmm
BESCHULDiGIUGSAKTE.
Leon PELTZER gezegd Henry YAUGIIAN.
WILLEM BERNAYS
ADYOHAAT.
De prokureur generaal bij het beroepshof van Brus
sel, betuigt dat het hol. bi) arrest van 29 augustus
1882, voor het assisenhof der provincie braband ver
zonden heeft de genaamden
ic Peltzer, ileon-Fredcrik-Albert Henry Vaughan
oud 35 jaren, geboren te Verviers. zonder beroep en
zonder woon of verblijfplaats in België;
2° Peltzer, Armand, oud 39 jaren, geboren te Ver
viers, ingenieur, gehuisvest te Antwerpen, Jacob-
straat, 24.
Alle beide gevangen, beschuldigd van de misdaad
voorzien bi) artikels 392. 3g3, 394 eri 66 van het straf
wetboek.
Ingevolge waarvan de ondergeteekende prokureur
generaal de tegenwoordige akte van beschuldiging heeft
opgesteld, waarin hij verioont dat uit de stukken van
het proces de volgende feiten en bijzonderheden blij
ken.
Willem Bernays huwde, den 26 december 1872. met
juffer Julie Pecher. Voor hem was dit, zoo het schijnt,
een schitterend huwelijk, vol beloften van fortuin en
geluk.
De fortuin kwam, en elk jaar zag, dank aan eene
aanhoudende bedrijvigheid en aan machtige bescher
mingen, het belang aangroeien van het kabinet des jon
gen advokaats Maar het geluk, indien het ooit kwam
was van korten duur.
Van de eerste maanden af van het huwelijk, zelfs eer
dat het eenig kind geboren was, dat bestemd was om
voor zijne ouders het voorwerp te worden van eene zoo
jaloersche als driftige genegenheid, hadden er in het
huisgezin vooreerst verkoelingen plaats en vervolgens
geschillen welke met den tijd moesten verbitteren en
versterken.
De afgrond welke de echtelingen scheidde verbreedde
van dag tot dag; de geweldige tooneelen van wege de
echtelingen wisselden zich af met de verwijtingen der
vrouw; er was een oogenblik spraak van scheiding in
den loop van het jaar 1876. Maar bloedverwanten kwa
men er tusschen en eene overeenkomst werd door de
echtgenooten onderteekend, waardoor hunne betrek
kingen voor het vervolg geregeld werden. Het was on
der hetzelfde dak, het regiem der scheiding, zonder an
deren band dan het kind, onschuldig slachtoffer der
slechte overeenkomst zijner ouders.
Wreede en gevaarvolle toestand voor den echtge
noot, bekommerd met de waardigheid van zijn leven
Dat hij er acht op uemeZi|ne tranen moeten afgezon
derd blijven; troost indien er voor hem is, kan hij niet
aannemen of opzoeken zonder den eerbied van zijn on
geluk in gevaar te brengen.
Dat was het wat Madame Bernays het ongeluk had te
vergeten. Na haren echtgenoot, de vader van haar kind,
uit haar hart gebannen ie hebben, opende zij geheel
hare ziel voor eene nieuwe en opslorpende genegenheid.
Armand Pejtzcr was in 1873 te Antwerpen aange
komen. Hij was er toegesneld ter hulp zijner broeders
Leon en James die, in failliet verklaard, vervolgd wer
den voor bankroet. Bernays was de advokaat der ge-
faieleerden wier vriend hij was en voor wier verdediging
hij al zijne kennissen en geheel zijne bedrijvigheid in
't werk stelde. De gemeenzaamheid hunner pogingen
bracht hen in betrekkingen met den broeder zijner
kliënten en de strijd was nog niet geëindigd door de
intrekking der failliet en de vrijspraak der beschuldig
den toen Bernays zich reeds in vriendschap verbonden
had met Armand Peltzer en hem bij zijne vrouw had in
geleid.
De alzoogevestigde betrekkingen werden ongevoelig-
lijlc drukker en inniger en er kwam een dag waarop
Armand Peltzer bij Bernays de vriend, de onatscheid-
bare vriend was van den man, den vertrouweling der
vrouw, de verzoener van het huisgezin. Berstte er eene
moeilijkheid uit in dit zoo herhaaldelijk gestoord buis
gezin, het was aan hem dat Bernays zijn verdriet ver
telde, voor hem dat Madame hare tranen liet vloeien,
het was hij die zich moeite gaf om de vrede te herstel
len en eene toenadering te bewerken.
Er is eene groote deugd noodig om met belangloos
heid eene zoo gevaarlijke rol te spelen bij eene jonge
vrouw die zich meent dat zij ongelukkig en miskend is.
Te laat werd Bernays gewaar dat hij eene onherstelbare
fout had begaan met eenen vreemdeling toe te laten in
zijn leven en met hem zijne plaats in den huiskring te
laten veroveren.
Armand Peltzer en Madame Bernays beminden el
kander inderdaad met eene brandende liefde, waarvan
zij geen geheim maken, ofschoon zij zich verzetten tegen
elk denkbeeld van strafbare betrekkingen.
Er kwam een dag waarop Bernays vernam dat hij
bedrogen werd. Hij deed aanstonds wat de zorg voor
zijne eer en voor de waardigheid van zijn huis hem
oplegde, door met Peltzer af te breken, aan wien hij
den toegang tot zijn huis verbood.
Wij weten hoe dat tusschengeval zich voordeed waar
van de gevolgen zoo noodlottig moesten zijn voor den
ongelukkigen Bernays. Madame Bernays had de maand
augustus 1881met haren zoon te Spa overgebracht.
Gedurende hare afwezigheid hadden haar man en Pelt
zer elkander niet verlaten en toen zij, in september te
Antwerpen terugkwam hernam Peltzer zoo geregeld ais
ooit de plaats welke hij sedert lang tusschen man en
vrouw innam.
Een meisje van Zwitserschen oorsprong. Amélie
Pfister genaamd, was sedert twee jaar de gouvernante
van den jongen Bernays; hare betrekking dwong haar
natuurlijkerwijze in het leven harer meesteres in té
dringen. Te Antwerpen, in de badsteden waar zij haar
volgde, bemerkte en zag zij vele dingen die haar de
overtuiging gaven dat Peltzer en Bernays in liefde
b -trekkingen waren. Ook als zij haren meester bedreigd
- 1st met een proces tot echtscheiding, dat onrechtvaar-
uigiijkal het ongelijk lang zijnen kant stelde, vroeg zij
zich af, of het oogenblik van spreken niet gekomen
was.
Zij besloot er, toe, den 11 September 's avonds.
De uitlegging was in den beginne hevig, doch weldra
kwam zij tot eene volledige bedaring, toen Peltzer op
zijnen God enzfin geloofgezworenhad (die eedenkosten
hem weinig) dat hij valschelijk beschuldigd was zoodanig
dat hij dien avond zelve evenals de vorige dagen, aan
de tafel van Bernays zat. Den 16 September nam hij er
nogmaals het middagmaal en den zaterdag 17 was hij
er weer gezeten, Bernays afwachtende om zijn middag
maal te deelen. toen deze in eenen staat van groote
opgewondenheid binnenkomende, hem verzocht.niet te
blijven. Peltzer vertrok; hij moestnietmeerterugkeeren
in dat huis waaruit hij door.de gramschap van eenen
beleedigden echtgenoot verjaagd werd.
Indien Bernays zoo opgewonden was, het was dat
zich dien dag een nieuw geval had opgedaan. Madame
Bernays de aanklacht van Amelia Poster vernomen
hebb'-nde, had haar plotseling uit haren dienst ontslagen
met bevel nog denzelfden dag naar Zwitserland terug
te keeren Het meisje had nogtans. vooraleer op trein
te gaan, middel gevonden om Bernays in zijn kabinet
te zien en hem te zeggen dat men haar wegzond om
van eene hinderende getuige ontslagen te zijn.
Wie begrijpt van dan af niet den terugkeer der ver
moedens van den echtgenoot, zijne woede toen hij den
man die de schuld van zijn ongeluk was te zijnentterug-
vond; wie zal hem aikeuren om dezen de deur gewe
zen te hebben
Dat had plaats den zaterdag 17 September's avonds,
en reeds den 18 's morgends schreef Bernays, deze af
breuk willende onberoeppelijk maken, aan Peltzer
eenen brief om hem te verzoeken niet meer ten zijnent
te komen.
Peltzer antwoordde vooreerst niet; het uur der ver
ontwaardigde protestatiën, het uur der eeden was
voorbij.
Het was Madame Bernays die weder het hoofd op
hief door aan te dringen tot de echtscheiding voor be
paalde oorzaak, gesteund op den smaad haar aange
daan door eene onbillijke beschuldiging van echtbreuk.
Maar Bernays had walg van echtscheiding hij
vreesde zijne positie als advokaat te schaden en van
zijnen zoon gescheiden te zijn, dien hij uitermate lief
had.
Vandaar wederom eene overeenkomst, dan wederom
geweld om Peltzer te zien terug in huis komen en
eenen brief van Peltzer, dien Bernays ongeopend terug
zondt.
lederen dag, werd de haat van Bernays tegen Armand
Peltzer heviger en den 25 november schreef hij over
dezen aan zijnen vriend Auger Houdtlicm op afstand.
Maar wees wel overtuigd, dat ik hem onder geen voor
wendsel wil wederzien. Eene samenkomst zou slecht
afloopen. Ik gevoel voor dien man meer haat en mis
prijzen dan ik er zou kunnen uitdrukken.
Haat en misprijzen, ziedaar de gevoelens van Ber
nays tegenover Peltzer, en ook eene zekere onrust en
als een voorgevoel van het wreemde lot dat hem te
wachten stond; onrust waarvan Bernays het bewijs gaf,
door bij den advokaat Auger als in eene meer zekere
plaats dan zijn eigen huis, al zijne brieven en stukken
neer te leggen, die betrek hadden op zijne echtelijk on-
eenigheden; onrust waaraan hij daags^voor zijne dood
nog lucht gaf, door aan zijn bediende Vandervoordt,
sprekende over zijn verdriet, eene treurige voorzegging
te doen Wat zullen zij mij nog aandoen? Zij zijn tot
alles bekwaam
Wie zal de gevoelens zeggen, die in het hart van dien
hoogmoedigen. geweldigen endrifugen man ontstonden,
wanneer hij zich gestoort zag in die schuldige liefde,
waaraan hij zich voor zijn leven verslaafd had, uit een
huis gejaagd waar hij op een andermans vrouw al zijn
geluk en hoop gevestigd had? En welke moest zijne
woede niet zijn. toen hij vaststelde dat niets hem die
deur zou kunnen doen openen.
De aanleiding tot den moord moet niet elders gezocht
worden. Bernays was een hinderpaal en eene bedrei
ging men ruimde ze uit den weg.
Armand Peltzer was inderdaa d niet voornemens die
misdaad in persoon en alleen te bedrijven. Van het eerste
oogenblik af betrok hij er zijnen broeder Leon in, op
wiens zwak karakter hij eenen ongemeenen invloed uit
oefende en die door een afschuwelijk verleden op den
weg der misdadige lotgevallen was.
Sedert de lente van 1S80 verbleef Leon Peltzer te
Nieuw-York hij leefde er met moeite van de kleine
inkomst zijner plaats als handelsreiziger en van eenige
geldelijke hulp hem door zijne familie geschonken. Se
dert zijne failliet in 1873, te Antwerpen, scheen de for
tuin hem den rug toegekeerd te hebben.
Dan haalt de akte al de reizen en voorbereidingen
aan, brieven, depechen. reizen, middelen om Bernays
te Brussel te krijgen, dit is onze lezers genoeg bekend
om er nog op weder te komen.
Wat er van zij, laat ons Leon Peltzer te Brussel vol
gen. Wat kwam hij er doen zeker niets anders dan er
den moord voorbereiden. Ook, schoon hij volgens zijn
zeggen. Murray te Parijs terug gezien heeft voor zijn
vertrek en deze hem nog 4000 franks maakt met de
vroeger ontvangen sommen, houdt hij zich in '1 geheel
niet bezig met zijne fabelachtige zeevaartmaatschappij.
Hij blijft te Brussel van 27 November tot 4 December
en toont maar eene bezorgdheid te hebben het huis te
vinden waar hij zijn slachtoffer zal kunnen binnenlok
ken. Weldra vestigt zijne keuze zich op hetgene der
Wetstraat, n. 15p, welk hem docr zijne geschiktheid,
zijn - ligging, de nabijheid eener statie, schijnt te beval
len voor de uitvoering van zijn voornemen.
Maar hij huurt het nogtans niet terstond, alsof hij
zich de goedkeuring moest verzekeren van iemand, en
de eigenaarde heer Almain.hem den 4 december, mits
260 fr., de optie heeft toegestaan die hij noodig heeft,
zeker zijnde er over te beschikken wanneer hij zal wil
len, blijft hem te Brussel niets meer te doen over voor
het oogenblik. Hij heeft nogtans nog een moeilijk
werk te verrichten zonder den argwaan op te wek
ken moet hij zich in betrekking stellen met Bernays
en hem doen komen in het huis waar hem den dood
wacht.
De zaak is niet gemakkelijk. Hoe dien advokaat doen
verstaan, dat men hem niet kan gaan raadplegen in zijn
kabinet; hoe hem overhalen om af te wijken van de
regels van zijn beroep, waarvan de waardigheid hem
verplicht zijne klanten ten zijnent te ontvangen?
Eindelijk, den 4 Januari, al., al toebereidselen van
het schelmstuk voltooid zijn. schrijft Vaughan aan Ber
nays om hem te verzoeken naar de Wetstraat, 159, te
komen, en vereenigt al de verklaringen die hij het meest
geschikt vindt om hem tot di zonderlingen stap over
te halen het kapitaal van 5oo,ooo porid sterling is,
zegt hij, ingeschreven; er zal te Antwerpen een plaatse
lijk komiteit zijn. Bernays zal over deszelfs samenstel
ling geraadpleegd worden; Vaughan is voornemens den
minister van openbare werken en den burgemeester van
Antwerpen te gaan, vinden; hij spreekt over zijne sa
menkomsten alsof al de deuren voor hem open ston
den. Hij komt niet zelf naar Antwerpen, omdat hij over
last is met zaken, omdat zijn tijd is ingenomen door
talrijke bijeenkomsten. Maar de reis is zoo gemakke
lijk..., hij heelt eene statie vlak over zijn huis..., men
moet vooral geen rijtuig nemen, het zijne is ter beschik
king van zijnen advokaat als hij eenige koersen te doen
heeft.
Verblind door deze verklaringen, die hij denkt van
eene groote personnage te komen, neemt Bernays alles
aan hij zou echter maar 's namiddags willen komen;
maar Vaughan, die krachtige redens heeft om den mor-
gend te verkiezen, dringt per telegram en per brief van
5 Januaii aan, en haalt eindelijk Bernays over om zijn
bezoek te beloven op den dag en het uur door den be
schuldigde vastgesteld.
Maar alvorens over de misdaad zelf te spreken, is het
noodig nog een weinig terug te komen op de gebeurte
nissen die haar voorafgingen.
Vcimomming in Vaughan.
Betrekkingen met zekeren ingebeelden Muray tol het
inrichten van eenen stoombootdienst tusschen België
en Amerika, enz., geheime briefwisselingen en depechen
tusschen Armand en Leon, enz.
Die telegrams en brieven aan experten onderworpen,
zijn door deze eenpariglijk beschouwd als het werk van
Leon en Armand.
Den 18 December was Leon Peltzer te Brussel terug
gekeerd, hij ging er ieveng de laatste toebereidsels
voortzetten tot de moord en diep ingrijpen, in de fondsen
welke zijn broeder heeft ter zijner beschikking gesteld.
Reeds had hij zich verzekerd door twee depeches, de
eene uit Hamburg de andere uit Bremen, dat M. Almain
het huis uit de Wetstraat nitt zou verhuren dan aan
hem den 21 December sluit hij de huurceel en betaalt
een half jaar vooruit. Maar dat huis is niet gemeubeld
en het is noodig dat er dit den schijn van heeft, opdat
Bernays er zonder wantrouwen binnen zou komen.
Leon eltzer knoopt betrekkingen aan meteenen koop
man in meubelen en gelast dezen in de woning, tooneel
der aanstaande misdaad, die bemeubeling te plaatsen,
maar hoegenaamd niets dan de bemeubeling dia onmis
baar is voor de uitvoering van het drama gordijnen
aan de vensters, opdat langs buiten het huis bewoond
schijne, een tapijt op het laagste deel van den trap, in
het portaal eenige dikke matten en eenen kapstok, waar
aan Bernays den winterjas zal hangen, waarvan de
hooge kraag hem zou kunnen beschermen tegen den
slag van den moordenaar in het kabinet achter eene
genoeg volledige bemeubeling opdat het slachtoffer,
wanneer de moordenaar door eenig voorval te lang op
zich zou laten wachten, geene achterdocht zou krijgen
envooralaandedeur van het kabinet, aan zijne vensters,
dikke behangselen om denklankte verdooven en onbe
scheiden blikken afte weeren.
Al die maatregels vastgesteld, schijnt het dat er niets
meer te doen valt, dat Bernays mag komen echter oor-
deelen de bewerkers van die met zooveel overleg be
raamde hinderlaag, dat dit nog niet alles is. Besloten
om zeker te treffen, vragen zij zich af of zij een wapen
bezitten op hetwelk zij kunnen rekenen. Leon heeft de
zeven revolvers gekocht, den 19 en den 24 November,
bij Decantete Parijs. Het schijnt dat dit getal niet groot
genoeg is wij zullen hem zien vertrekken naar Londen
en er Leon het wapen door hetwelk Btrnays gedood
is, zien koopen, in omstandigheden, die eens te meer
de werkdadige deelneming "an Armand aanioonen in
de misdadige onderneming welke hij bezielt en bestuurt.
Korts voor Kerstmis, in 1881, heeft Armand Peltzer,
in de eetzaal zijner woning, Jacobstraat te Antwerpen,
een pistoolschot gelost.
Op het gerucht der losbranding komt Marie Dupon-
chel, de meid des huizes, geheel verschrikt binnenge-
loopen, Peltzer vraagt haar Maakt dat veel gerucht?
En wanneer zij hem antwoordtOntzaggelijk veel
antwoordt hij als een man die niet tevreden is 't Is
goed, 't is goed, het was maar eene proefneming,
ct Werkelijke was het eene proefneming, een proefneming
die Peltzer 11a de misdaad volstrekt wil verborgen houden
Ook wanneer Marie Duponchel voor de eerste maal ge
roepen wordt om te getuigen, vergeet haar meester niet
<1
haar die aanbeveling te doen. Marie, zegt nooit dat
ik hier in huis heb geschoten.
Den 10 Mei laatstleden, deed de onderzoeksrechter,
het ge n k en het huis van Armaud Peltzer ruimen en
men \o.idaarin vier en veertig rcvolverkardoezen ge
merkt, <- Gaupillat. a Paris Dat was eene lichtstraal.
Den 19 November had Leon Peltzer bij Decante eene
doos gekocht met 5o kardoezen van hetzelfde merk,
van denzelfden kaliber. Men had die kardoezen niet ge
vonden in de Wetstraat, in het arsenaal hetwelk hij er
had uitgestald en, hij zegt niet waar ze gebleven zijn.
De kardoezen, welke zwaar gevuld zijn met buskruit
en schietkatoen, verwekten eene uitzonderlijkluidruch-
tige ontploffing, omstandighei i die door zichzelve vol
doende is opdat Armand Peltzer aan zijnen broeder
verbood er gebruik van te maken.
Dit alles legt het doel uit van eene laatste reis, onder
nomen door Leon vóór den moord. Den 23 December,
na de proefneming van zijnen broeder te Antwerpen,
vertrekt hij naar Londen en denzelfden dag gaat hij in
die stad bij den wapenmaker Baker, waar 'hij pistolen
te zien vraagt aan den bediende Beesley. Det wat hem
vooral bezorgdheid geeft is een wapen te hebben, waar
van de kogel eene groote doordnngkracht bezit, zonder
dat de ontploffing te luidruchtig zij; immers is het zaak
eenen man met het eerste schot te dooden, zonder ge
rucht te maken!
Hij eindigt met twee doozen kardoezen en eene pis
tool te koopen, dezelfde die dienen voor den moord; en
moet dit herhaald worden, gekocht krachtens deonder-
richtingen van Armand.
Zijne zending te Londen vervuld, herneemt Leon
Peltzer den weg naar Brussel, waar hij den 2 januari
terugkomt om de bemeubeling van het huis te doen be
spoedigen; en wanneer alles is voorbereid om Bernays
te ontvangen, schrijlt hij dezen dien brief van 4 januari,
waarover wij reeds hebben gesproken en door welken
hij hem vraagt, hem te komen spreken in de Wetstraat,
den volgenden vrijdag of zaterdag, 's morgends. Ber
nays ontvangt dien brief den 4 Januari namiddag en
antwoordt daarop onmiddelijk Joor eenen anderen, op
den post bestelt te Antwerpen en die ontvangen wordtin
de Wetstraat, den 5, met de eerste uitdeeling. Ik zal
zaterdag 7 komen, zegt hij, maar het zal mij moeilijk
vallen in den morgend te komen.
Den 5 Januari, zoodra bij der. brief van Bernays
heeft, neemt hij, zonder dralen twee dringende maatre
gelen. Bernays wil in den namiddag komen; men moet
hem overhalen om 's morgends te komen. Armand is
te Antwerpeen. angstig tijdingen verwachtende, men
moet hem berichten dat zijne helsche kuiperij op het
punt is te gelukken. Om met hem te korrespondeeren
zendt Leon, die zich in het Hotel Britanique bevindt,
rond 11 ure, den boodschapper Leductelegrafische for-
mulcn halen op het naburig bureel, in, de Pepynstraat.
Leduc brengt hem er vier; terstond maakt Leon er
gebruik van en schrijft twee telegrammen, waarvan het
onderzoek de minuten heeft teruggevonden, en die het
noodig is hier te melden. Degene, gericht aan Berg
nays, opgesteld in het Engelsch, waarvan de vertalin-
als volgt luidt
Brussel, Ministerie gedeponeerd ten n ure 34 m.
's morgends.
Guillaume Bernays, Van Brecstraat, Antwerpen.
Dank voor uwen vriendelijken brief, zaterdag
bevalt mij zeer goed, maar ik zou mij zeer verplicht
voelen, indien gij wildet komen, zooals gij mij voor
stelt, met den trein die aankomt in de statie der Wet
straat ten tien en half ure.
Henry Vaughan.
Ziehier den teks van den tweede, gericht aan Ar
mand
Brussel. Luxemburg. Gedeponeerd ten 12 u.
02 m.
Armand Peltzer, Antwerpen. Dringend.
Dank voor uw bekoorlijk voorstel en hoopu zater-
dag te zien.
Marie.
Onnoodig de eerste depechc uit te leggen. Leon
Peltzer, die haar geschreven heeft met het nagemaakt
schrift door hem aangenomen voor de brieven van
Vaughan, heef' geen hoegenaamd belang er het oor
spronkelijke van ie ontkennen. De tweede heeft eene
beteckenis, die in 'toog springt. Opgesteld in die afge-
sprokene taal, waarvan de beschuldigden gebruikmaken
wil zij zeggenBernays aanvaardt mijn voorstel om
in de Wetstraat te komen. Ik hoop hem te zien ofu
te zien. Zaterdag.
De telegram geteclcend Marie is aan de experten
in geschrift voorgelegd; volgens hun algemeen gevoelen
is hij het werk van Leon, en hunne overtuiging grondt
zich met uitsluitclijk op de vergelijking van het schrift
der minute van de depeche met andere geschriften van
Lcon Peltzer. Buiten dit nazicht brengt een hunner,
die uitzonderlijk bevoegd is, M. Gobert, de expert der
rechtbanken van de Seine en der Fransche Bank, eene
waarneming die allen twijfel wegneemt.
De telegram Marie werd denzelfden d ig verzonden,
bijna op hetzelfde uur als de telegram aan Bernays,
en dien Lcon Peltzer bekent geschreven te hebben.
Bernays beeft slechts nog eenige uren te leven Bij
brief van 5 Januari, welken Pelizer den 6 ontvangt,
aanvaardt de ongelukkige tegen zaterdag 7, ten 10 ure
en hail", die bijeenkomst, zijne laatsie ontmoeting met
de menseden; cn nauwkeurig op het door den mooi de
naar aangeduid uur komt hij aan zijne deur bellen.
Lcon Peltzer, die van achter eene bovenvenster zijne
komst bespiedt, opent de deur, leidt hem binnen, ont
last hem van zijnen overjas, en op 't oogenblik dat Ber
nays, om in het kabinet te treden, het hoofd buigt bij