BIJVOEGSEL AAN ONS NUMMER VAN 10 DECEMBER 1882.
2
Assisenhof van Evaband. Proces-Pelt'zer.
„J
Armand PeUzei.
47° getuige. Daumouche, coiffeur. Er heerscht cene
groote beweging onder het publiek. Getuig - verklaart
Leon is bi] mi| geweest in het begin van november, in
den schouwburg; hij vroeg cene pruik, welke ik den i5
geleverd heb; de ioofranken die hij mij gegeven heeft,
zijn in mijne boeken ingeschreven, 's Anderdaags is hij
teruggekomen, zeggende dat een vriend de pruik niet
goed had bevonden.
Wij besloten het haar donkerder te nemen hij vroeg
eerst hem in Engelschman, later in Zuid Amerikaan te
veranderen.
Hij vroeg een middel om zijne kleur te veranderen
zijne vermomming was zoo volmaakt, dat ik hem eens
met de pruik niet erkend heb.
V. Wanneer hebt gij Leon niet erkend
A. Men kwam mij zeggen dat iemand naar mij op
straat vroeg ik vond er een heer ik herkende hem
niet: Ben ik dan zoo veranderd datgij mij niet her
kent? zegde dieheer. Het was Leon. [Gelach.)
M. Robert. Hoeveel dagen hebt gij noodig om eene
pruik te maken
A. Drie of vier dagen.
Leon vraagt aan getuige of hij zich herinnert dat, op
den dag toen hij Daumouche gesproken neefr, er eene
première was in den schouwburg van Theresa dien
dag, zegt hij, heb ik twee pruiken gevraagd.
Daumouche. Ja, ik herinner het mij nu.
Leon. Gij hebt mij 's anderdaags de maat genomen
bij u thuis.
A. Neen, denzelfden dag in den schouwburg.
Leon. De kwestie van eenige uren is van belang.
Getuige verklaart verder dat hij zeker is de pruik op
i5 november geleverd ie hebben.
Leon. Zijt gij zeker dat gij de pruik geleverd hebt
wanneer ik de honderd frank heb gegegeven?
A. Ja.
Leon houdt staan dat Daumouche zich vergist; eene
woorden wisseling ontstaat tusschen Daumouche en Leon
die zich ongeduldig toont over de verklaren van Dau
mouche.
M. de Voorzitter. Gij hebt twee pruiken geleverd?
A. Ja, de tweede omtrent den 20 november.
Leon. Later.
Af. Van Maldeghem. Is het soms niet...
M. de Voorzitter. Leon onderbreekt M. den advo-
kaat-generaal niet.
Eene nieuwe woordenwisseling on tstaat. Leon schijnt
ongerust en ongeduldig; hij beweert dat Daumouche
de tweede pruiki slechts den 26 november, een dag voor
zijn vertrek heeft algeleverd.
M. Daumouche. Zij was reeds afgeleverd; Leon is
den 26 zijnen hoed komen halen, die in mijne kas was.
Leon! En de pruik er bij.
48u getuige, M. DECANTE, wnpeDmaker te Pa
rijs. Den 21 november 1881 is Leon bij mij z> s re
volvers komen koopen; hij is eenige dagen later een
anderen komen halen. Hij had er dus zeven in 't go-
heel.'
De getuige onderzoekt, do revolvers, die ook aan
de jury worden overhandigd.
Armand en Leon volgen dit onderzoek met aan
dacht.
Decante legt do behandeling der wapons aan de
jury uit.
Na verklaard te hebben dat Leon bij hem kardoe
zen van hot huis Gaupiilat gekocht heeft, worden de
kardoezen, in den beirput van het huis van Armand
gevonden, aan getuige getoond. Deze erkent dat hot
kardoezen Gaupiilat zijn, doch kan niet bevestigen
dat het die zijn, welke hij verkocht hoeft.
Getuige erkent dat zij van hotzelfdo kaliber zijn.
49e getuige, M. BEESLEY, bediende bij M. Ba
ker, wapenmaker te Londen, verklaart dat Léon bij
hem een wapen kwam koopen den 24 december.
Dit wapen wordt aan getuige getoondhet is de
pistool die tot don moord gediend heeft.
Getuige erkent het als dat hetwelk aan Leon
verkocht werd; hij verklaart verder dat Leon pis
tolen vroeg met eenen loop dat bij er hem eenige
heeft doen ter zijde loggen omdat zij te veel gerucht
maakten en eenige andere omdat de loop te lang
was. Leon heeft de pistool beproefd, hij is oen goed
schutter de twee eerste schoten waren dicht bij het
doel, het derde trof het doel. Hij schoot op 13 stap
pen hij zegde dat hij een tir de salon wilde inrich
ten en zes pistolen zou koopen indien zij hem bevielen.
Op 30 december is Leon teruggekomen en heeft
toen kardoezen van twee verschillende kalibers ge
kocht; een dezer soorten heeft eenegroote doordring-
bare kracht, en het is daarom dat Leon ze gekozen
heeft.
De getuige erkent de kardoezen die hem getoond
worden, als zijnde van dezelfde soort die hij aan
Leon verkocht heeft.
Toen Leon bij getuige kwam, droeg hij cenen.
baard, doch zijn haar was langer als nu en donker.
50' getuige, M. GREENHAM, policie-inspecteur
te Londen, is gelast geweest mot de opzoekingen
over Murray en do maatschappij die hij wilde in
richten. Hij heeft de zekerheid dat Murray een in
gebeeld wezen is. Hij heeft van de maatschappij
geen sporen en van dezelve geen actionnaris gevon
den. Hij heeft berichten in de dagbladen doea plaat-
leon PEITZEK gi-zejd Henry YAIÏGIUN.
WILLEM BERNAYS
ADVOKAAT.
getuige, CASTREUIL, hotelhouder te Brus-
1 on alle mogelijke opzoekingen gedaan, ook te
O gow en to Liverpool, doch niots ontdekt. De
fciigelsche policie hoeft ontdekt dat Leon met zekeren
Prélat to Liverpool gelogeerd heeft De namen van
Murray en Vaughan zijn in Engeland gemeenzaam.
Te Londen heeft men achterhaald waar de ring ge
maakt is die in het huis der Wetstraat gevonden
werd, en do namen Henry Lucy droeg. Getuige
g oft hot adres op van den goudsmid, waar Leon
den ring besteld heeft, onder den naam van Henry
Vaughan.
De zitting wordt ten 3 uren 40 raio. geheven.
Zitting van 4 (leccmiici',
51'
sel.
Een persoon, die zich Vaughan deed noemen, is
verleden jaar bij getuige komen logecron. Hij was
aangekomen met den trein ■fan Parijs. Vaughan
vroeg een salon omdat hij zijne vrouw en kinderen
verwachtte; hij droeg don arm in oenen draagband.
Hij werd opgeschreven onder den naam van Vaughan
van Glasgow. Dit is gebeurd in december 1881. In
hot begin van januari 1882 is Leon eens twee hand
doeken komen vragen, en hoeft den 7 januari in het
hotel van den getuige gedineerd.
Getuige erkent Leon Peltzor als don persoon,
die bij hom gekomen is; hij erkent insgelijks het
portret van Vaughan,dat aan de jury en do betichten
getoond wordt.
51e getuige, COOLS, hotelbediende te Brussel,
was in hot Hotel Britannique toen Vaughan er ge
komen is. Vaughan was Leon hij was goed ver-
mornd getuige, dio hom vroeger te Antwerpen ge
kend heeft, had hom niet erkend. Hy ontving geen
brieven die, welke bij schroef, droeg hij zelf naar
den post. Hij droeg den arm in een sjerp. Den 6 ja
nuari was Vaughan zeer gerusthij heel't eene iiesch
champagne gedronken ;ik heb de rest uitgedronken.
(Algemeen gelach.) Getuige heeft Leon in alle soor
ten van kostumen gezien, doch nooit gedacht dat
deze zich onderdo vermomming van Vaughan verborg.
52" getuige, SOMMER portier, te Brussel, heeft
Vaughan ontvangen in het Hotel Britannique.
werd opgeschreven als komende van Engeland. Ge-
töige heeft voor Leon eene depeehe naar de zuider-
statio gedragen, die hij nergens anders mocht dragen.
In die depeehe meldde Vaughan aan Bernays dat hij
niet kon komen omdat zijne vrovwof dochter ziek
was. In het begin, zegt getuige, heb ik geen acht
gegeven op do vermomming van Vawghan doch
lator _heb ik gezien dat hij eene pruik droeg, raaur
daarom is men niet altijd vermond. (Gelach.)
53e getuige, GUYOT, meubelmaker te Brussel.
Bij hem is onder den naam van Henry Vaughan een
persoon komen vragen het huis der Weistraat, 159,
te bemeubelen.
54° getuige, ALMaIN, eigenaar van het huis der
Wetstraat, geeft, uitleg over het verhuren van het
huis. Toen Vaughan bij hem kwam droeg hij (Vau
ghan) een blauwen hnl en lang zwart haar.
55° getuige, DEGAUQUE. politie-inspecteur te
Brussel, heeft opzoekingen gedaan te Amsterdam,
on ontdekt dat Loon er in December gelogeerd heeft
in het AmstelhólelVaughan is in die stad drie of
vier dagen gebleven en van daar naar Hamburg
vertrokken.
56° getuige, DE KEYSER, politie-officier to Brus
sel, is te Hamburg geweest om liet spoor van Vau
ghan te vinden; hij doet verders dezes aanhouding
kennen.
57* getuige. Henri HYMANS, conservateur bij de
koninklijke bibliotheekheeft de depeclio Woute>s
te Bremen en te Hamburg ontvangen, onderzocht,
6D besluit dat zij van het geschrift van Armand zijn.
De getuige geeft eenige inlichtingen over het on
derzoek van het geschrift van Armand.
Verscheidene letters in de depeches van Hamburg
en Bremen worden teruggevonden in het geschrift
van Armand.
In het woord Wouters bij voorbeeld, heeft de R
de vorm eener V.
Dat viDdt men terug in het woord Anversdoor
Armand geschreven.
Getuige denkt dat de depeehe, geteekend Marie,
van Leon voortkomt.
Ondervraagd door den voorzitter, erkent Armand
de depeehe naar Keulen gezonden te hebben.
De Voorzitter doet aanmerken dat er in do ver
slagen en de mondelingscho verklaring van don ge
tuige eene tegenstrijdigheid op te merken is.
Getuige geeft eenige inlichtingen over het onder
zoek dat hij gedaan heeft.
58' getuige, PINCHART, expert in geschrift, is
gelast geweest eene depeehe te onderzoeken, ver
zonden aan Woutors to Hamburg het geschrift der
depecho met dat van Armand vergeleken hebbende,
is hij tot het besluit gekomen dat die depeehe van
Armand was Hij heeft ook de depeehe Marie onder-
zoeht en besloten dat zij van Leon kwam.
getuige, DEMAYER, expert, heeft do depe
cho Wouters onderzocht en besloten dat zy van Ar
mand is. Zijne verklaringen komen overeen met die
dor andere experten.
60° getuige, GOBERT, export der Bank van
Frankrijk, heeft twee telegrams Wouters on de de
pecho Marie onderzocht; do twee eerste komen van
Armand Poltzer. Het geschrift der depeehe van
Bremen is verdraaid; men erkent er negtans het ge
schrift van Leon in, doch op eene kaart Astor vin
den wij, zegt getuige, eenige woorden door Armand
geschreven, die totaal met zijn geschrift overeonko-
men. Daaruit moet besloten worden dat de depechen
van Armand zijn; de depeehe Marie komt van Leon.
Hier geeft getuige breedvoerige uitleggingen om
zijn besluit te verklaren.
6P getuige, LEDUC, boodschapper te Brussel,
verklaart dat hij verscheidene boodschappen van
Vaughan aan Bernays, naar het telegraal'bureel
heeft gedragen. Leon Pellzer was kwaad toen de
commissienaris hem zegde dat hy de depecho naar
de Noorderstatie heeft geur.gen. Den 6 januari
heeft Loon den getuige gelast eene broek, waarvan
alle knoopen verdwenen waren, naar den kleerma
ker te dragen hij heeft ook het reisgoed van Leon
nar het huis der Wetstraat godragen.
62e getuige, YAN MAELE, wapenmaker te Brus
sel, heeft de kardoezen onderzocht, gevonden in den
beirput van het huis van Armand te Antwerpen, en
is van gevoelen dat zij er niet langer dan vier of vijf
maanden ingelogen hebben. Getuige heelt ook de
pistolen onderzocht, gevonden in het huis der Wet
straat, in het hotel Tungen te Dusseldorf, en in het
huis van Armand. De kardoezen gingen op geen dier
wapens. In het huis der Wetstraat werden twee
schoten gelost, een met de pistool dor misdaad, het
andore met een kleinen revolver.
63' getuige, CRESPIN, politie-officier, ii gelast
geweest te Brussel te zoeken of men or kardoezen
Gaupiilat verkochthij heeft er geen gevonden noch
te Brussel,noch te Luik. Men maakt in België wapens
voor die kardoezen, doch die wapens worden in Bel
gië niet verkoehtzij wordeD naar Frankrijk ge
zonden. Getuige bevestigt dat de kardoezen, in don
beirput van het huis van Amand gevonden, kardoe
zen Gaupiilat zijn. Armand heeft te Luik een pistool
gekocht den 28 deeember hij had ter zelfder tijd
kardoezen gekocht.
De vier volgende getuigen zijn in zitting van
5'gehoord.
68e getuige, SWILLETS, kleermaker te Elsene.
Op 6 jaunari heeft men aan getuige eene broek ge
bracht. waarvan de knoppen zorgvuldig waren afge
daan. Zij was van een reiziger uit het Hotel Britan
nique.
69° getuige, DUFFANT, behanger te Brussel, is
den 7 januari, op een zaterdag, naar het huis der
Wetstraat geweest. Leon wilde hem niet ontvaDgou,
omdat, zegde deze, hij iemaod verwachtte. Getuige
moest er papier plakken in eene kamer.
70® getuige, MUSSELY, Reeder te Antwerpen.
Getuige heeft op 7 januari met Bernays tot Schaert
beek gereisd Bernays zeide dat hij naar een groo-
heer ©f naar een gelukzoeker ging. 's Woensdags
daarop volgende heeft de getuigs Auger daarvan
verwittigd. Bernays was vertrokken mot dsn trein
van 9 uren 15 m. zijn koepon was voor de statie
der Wetstraat.
De zitting wordt toa 3 uren geheven.
71® gstuige, SMITS, gopensionneerde generaal
66° getuige, LARUEL. major der artillerie en 67®
GUILLAUMET, kapitein der artillerie, te Antwer-
den, hebben proefnemingen gedaan met het pistool
by Armand gevonden, en verklaren dat het spoor
van het schot in de kamer van Armand gevonden
niet kan teweeg gebracht zijn door dit wapen.
Zij hebben ook proefnemingen gedaan met den
revolver, in de Wetstraat gevonden en met kardoe
zen in denzelfden aard als deze in den beirput van
Armand ontdekt en zij brengen een schot voort als
dit in de kamer van Armand bij het onderzoek be-
statigd.
Eene woordenwisseling ontstaat over de afmetin
gen van het schot.
72'getuige, STIÉNON, wetsdoktor te Brussel.
Ilij heeft clo lijkschouwing van Bernays gedaan.
Deze had twee kwetsuren, een aan den rechterslaap
de twee in den achterhals de tweede had den dood
teweeg gebrachtzij was het begin van eenen door
tocht die tot in den schedel voortging.
Er was geen verbranding rond de wonde de
wonde ging bijoa recht door ia hst hoofd.
Uit de lijkschouwing volgt dat op het oogenblik
van den dood, Bernays het hoofd een weinig voor
over gebogen hield wij hebben den kogel in het
voorhoofd teruggevonden
Alleen hot hoofd van Bernays was bebloed het
haar was in orde. Men zag dat een deel orvan, dat
eenigszins bebloed was, afgedroogd was geworden
Het aangezicht was ook alsof men er bloed had
afgewischt.
Getuigo doet verder al do bijzonderheden der lijk
schouwing kennon.
I
V. Had de wonde in den hals gebloed
A. Naar buiten zeer weinig maar wel naar bin
nen.
M. ROBERT. Langs waar heeft de bloedvloeiing
plaats gehad
A. Langs den neus en een weinig langs de wonde
aan den slaap.
V. Welk was de houding van het lijk op het oo
genblik van den dood
A. Uit do lijkschouwing blijkt dat het hoofd lager
lag dan het middenlijf.
V. Waren do kleeron van Bernays bebloed
A. Zeer weinig eenige droppels.
V. En do fauteuil
A. Er was een weinig bebloed water op.
V. Gij hebt het bebloed tapijt onderzocht
A. Ja.
V. Hoeveel bloed was er op
A. 250 grammen Wij hebben er een spoor in ge
vonden dat niet kon voortgebracht zijn door het li
chaam van Bernays wij denken er een voetspoor
in te herkennen.
Y. Wanneer kon dat spoor voortgebracht zijn
A. Ten spoedigste twee cn half ure na de bloed
vloeiing doch meer waarschijnlijk 20 a 25 uren
lator wij gelooven oorder dat het dit laatste is.
V. Gij weet niet na welken tijd hot bloed geen
spoor meer zou aanduiden
A. Wij hebbon geen proefnemingen in dien zin
kunnen doc-n.
V. Do waschkom in het kabinet bevatto bebloed
water
A. Zij bevatte ton hoogste 10 grammen.
Y. Kon dit voortkomen van het lijk, indien het
hoofd geheel bebloed was
A. Noen.
V. Wat weet gij van de stijfheid van het lyk
A...VNij hebben proefnemingen daarover gedaan
en wij kunnen bevestigen dat het lyk van Bernays
niet verstijfd is in de houding waarin het gevonden is.
V Hebt gij onderzocht omtrent welken tijd het
lijk is kunnen verplaatst worden
A. Na48 uren tijdmoest hot lijk van Bernays totaal
stijf zijn.
De verplaatsing moet eerst plaats gehad hebben
na 90 uren tijd, toDzij er andere omstandigheden
bestaan.
Hot bebloed stuk tapijt wordt aan den jurv ge
toond. c
Dr Stienon geeft eenige uitleggingen aan de go-
zwoornon, over den vrrm van den bloedplas en het
spoor.
Getuige treedt in lange goDeeskucdige uitleggin
gen die hot onmogelijk is te volgen.
Op zek"r oogenblik helpt Armand do kas met het
tapijt recht zetten. (Gelach).
M. VAN MALDEGHEM. Welk is de oorzaak van
den dood van Bernays
A. Do wonde in de vorlengde merg; die wonde
doet onmiddellijk de ademhaling staken.
V. Bernays is dus aan een bliksemsnellen dood
bezweken
A. Ja.
V. Op welken afstand is hot schot gelost?
A. Wij hebben proefnemingen genomen met het
wapen der misdaad. Daar het haar niet verbrand
was, moest het schot gelost zijn op ten minste vijftien
centimeters afstand.
V. Wat weet gij van den moord zelf?
A. De kleóren van Bernays waren niet in wanor
de er heeft dus geen gevecht plaats gehad.
Bernays hield het hoofd een weinig voorover ge-
bogon, toon de moordenaar het schot op hem gelost
heeft. Do pistool werd oen weinig van onder naar
boven gehouden.
V, Leon heoft do houding aangeduid, in welke hu
Bernays getroffen heeft
A. Hei is onmogelijk dat Bernays in die houding
gedood is. Bernays is getroffen niet onder de hang
gordijn, maar meer nabij de intrede van het kabinet;
hij hield overigens het hoofd slechts een weinig ge
bogen, dat is eene gewoonte door zekere personen
aangenomen, wanneer zij ergens binnenkomen.
Getuigo verklaart dat hat bloed in de waschkom
waarschijnlijk voortkomt van het wasschen der
handen.
M. "VAN MALDEGHEM. Kan Leon zooals hij
beweert, den moord gepleegd en het lijk verzorgd
hobbcn in tien minuten tijd, zonder geheel met bloed
te zijn overdekt
A. Neon, dat kon niet.
V. Passen de schoenen van Leon of Armand in
het voetspoor in den bloedpas gevonden
A. Wij hebben bevonden dat een der schoenon van
Armand, het best op hot voetspoor overeenkwam.
M. VAN MALDEGEM. Denkt gij dat de persoon
die hot spoor heeft voortgebracht nog verder spo
ren zijner stappen moest laten op het tapijt 0
A. Ik geloof het niet.
V. In welke houding is het lijk na den dcod blijven
liggen
A, Het lijk lag op den rug, het hoofd rechts naaf
Brsine-le-
55 «.59
.15 vryd.
E 8.51
Ausegsai
iirset.
ft
)0 7.48
kn Gent
10 E 3 ld.
TWBRPBN
.05B 3kL
i 7.48
rsel en
1 gevuld
deze die
te laten
;ne ware
holijke
hing van
heeft de
ge stre-
afte ons
dding te
alholijke
irvoriride
oor hen
nne kin-
ïgen en
3 Katho-
;de l>«sr-
h niet te
ieken de
t toe te
ie licha-
r naast-
uitweken
.atholijke
eworden
1 en door
/erd hun
wijt heeft
ïstelijken
•eeds aan
iteit van
i aan den
/oor den
sn prijze
hulp te
nd, zich
e zorgen
inde met
;s ieder-
Dit ge-
van Cox,
Baltimore
tol van
denmoed
aan het
verheven
aglicht te
kunnen
;elen dat
1 politiek
1 uit als
te New-
/oorbeeld
>ed. Een
was het
1 en lag
hetzelfde
zich zijne
ren, allen
met gul-
chudde bij
paar kope-
idelaarster
ilketel ver-
maag te-
>r de derde
voldoende
I, ik heb
leien, met
atgene ge
en zich te
:fd genoeg,
bet kleine
mijne tan-
hernam
zij hieraan
aardig stekelvarken Naast hem stond eene vrouw
met een bleek, uitgeteerd gelaat zij droeg aan hare
borst een even bleek en ziekelijk kind, nauwelijks
ter grootte van den zesponder, dien ik verloren bad;
nevons haar stonden een paar haveloozc jongens en
gegeven had. 1
De bloedneus liet oogenblikkelijk den slinger van
het orgel aan zijn lot over, sprong gelijk een hyëna
op de vrouw toe, hield met beide handen haar arm
vast, en wrong het geldstuk uit hare hand.
hartvochtige taal van aai t.nrisienmenscu scnoKte uij eiitanuer
mijn gevoelig hart.
Ik zal intiisschen uw stuk geld in den handel
brengen, ging hij grijnslachend voort. Hij vertoon
de mij toen een zilverstuk, dat hij zegevierend tus-
.n-
;r vel wel
wijl zij drif-
ug uu pci uil inijiiu tiaiiueu runiBw g'ii.
Het laatste produk't, namelijk de eetwaren, trok Ik durfde niet tegenstreven, want dat vrouwmensch
pjij instinctmatig wel het meeste aan. zag er al even barsch uit, als de yrees^lijke^ofgel-
In zag, aan een dier stalletjes, dat een have- j draaier.
looze jongen een aardappel en een gedeelte van
(Wordt voortgeul.)