58ste Jaar. Zondag5t December 1882, Xn 1894. IJZERENWEG.— VERTREKUREN Uil AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Het hedendaagsche liberalismus. IN DE WERELD, LOTGEVALLEN VAN JONAS B0NTEKRAAI. Militaire Remplacement. Zaak Peltzej'-Vaughan. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op bladz.50 cent. Dendermonde. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 10.01 Lokoren. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 Mecbelen. 4-561 6-371 7-32(1 8-124 Exp. 1® 2® 3® kl. 8-451 11-59d 1-04(1 Exp. 1® 2® 3' kl. 2-50d 3-091 6-0üd 6-38/ 10-08(1 Exp. l«2*3'kl. Antw. 4-561 6-371 7-32d 8-l2dExp. 3 kl. 8-451 l-04dExp. 1* 29 3' kl. 2-50d 3-091 6-00d 6-38M0-08d Exp. 1° 29 39 kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 31 7-32 0-00 8-12 E 3 kl. 9-10 10-25 dir. 11-59 1-04 E S kl. 2-50 6-00 7-54 direct 8-52 9-14 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31d 4-561 6-371 8-12d E 3 kl. 8-451 0-00d 9-1Od (ll-59d tot Leuven) l-04d Exp. 1* 29 3® kl. 2-50d 6-00d 7-54d direct 9-14d 10-08 E 3 kl. (1) Nota. De lettor 1 beteekeut langs Termonde en de Gent, (5-00 's vrijd 7-02 dir. 7-56 E3 kl. 8-47 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35 9-38 10-10 Exp 3 kl. Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E I9 2* 39 kl. 6-35 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 C-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 8-12 E. 3 klas lol Denderleeuw 1 1-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 8-12E. 3 kl. lot Denderl 2-51 6 00 9-11 Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E tot Denderl.11-59 2-51 6-00 Enghien Braiue, Manage, Charleroi, Namon langs Geeraerds bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 6-00 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel.Opwyck,Mecbelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09 letter d langs Denderleeuw. Caique Snuni NAAR AELST Ü1T Ath 6.48 10.29 1.1S 4.08 7.57 9.05 Anlvv. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E.l« 29 3# kl. 12-15 3-15 E. l®2°3e kl. 3-54 4.45 5.54 6.50 E. I9 2" 39 kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1 -HO E 3 kl 1.55 3.00 E 5.01 5.50 dir. 7.17 8.24 9-05 E 3 kl. Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10.48 Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8.35 9.41 Gent 6 40 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.07 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 7-15 dir. 8.14 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.20 9.25 Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.44 7.53 Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 11.12E 3 kl. 11.54 6.04 uit Gent naar Moortzéele, Sottegem, Geeraerdb., Enghion, Braine-le- Comtc 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59 UIT GEERAERDSBERGEN NAAR Maria-Lierde,Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, lle^ele, Sottcg. Audenaerde, Aosegem Kortryk, 6.12 0.U0 9.01 12.55 6.09 7.20 direct. uit Sottegem langs denderleeuw naar Adst, (5.38 's Zalerd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.41 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.35 9.10 1 3 ld. uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpb» 4.25 7.05 8 OOE 9.25 1'».50 2.20 5.25 7.15 9.05E Ski. Uit Sottegem langs Erpe-Meire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst5,50 10,04 4,17 7,12 AELST, 50 DECEMBER 1882. I. Men moet waarlijk met den toestand onzer politieke partijen weinig bekend zijn om niet te zien dat het liberalismus met reuzenstappen naar 't anli-catholicismus overgaat. Eeifttvintiglal jaren geleden spraken de li berale opperhoolden nog van hunnen onuit- sprekelijken eerbied voor het oude geloof onzer voorvaderen, en deden zelfs verbod aan hunne partijgenoten het te durven aanranden Ja, nog meer, zij bazuinden bij alle gelegenheid uit, dat zij de warmste voorstaanders waren der R. C. Religie. Hierdoor gelukte het hen 't volk te ver schalken, bij zoo verre, dat zelfs in de catlio- liekste gewesten, b. v. in Vlaanderen, hel libe ralismus veld won en soms bij de verkiezingen den zegepraal behaalde. Op onze dagen nog zien wij 't liberalismus, in de streken, waar men aan 't R. C. Geloof bovenal verkleefd is, eenen uiterlijken eerbied veinzen, die gedurig door de daadzaken wordt tegengesproken. Hier en daar treft men nog een overtuigde libe raal aan, die de streving, of beter gezegd, het doeleinde van 't liberalismus niet ontwaart, doch de overgroote meerderheid der liberalen weten thans genoeg waar men naar toe wil zij weten dat de liberale partij eene anti-catho lieke sekte is geworden. De liberale dagbladen verbergen dit niet meer. Het liberalismus is de vrijdenkerij of 'I is niet! riep liet Journal de GuildZoo gij geen vrijdenker wil wezen, keer dan terug tot uwe moeder de H. Kerk. Zoo gij vrijdenker wil zijn, handelt dan als vrijdenker schreef de Chroni- que. Onze achtbare vertegenwoordiger, iW. Woeste, heeft die strekking in zijn schrilten meer dan eens aangewezen. In de Revue générale van October 11. komt hij andermaal op dat vraagstuk terug, en haalt nieuwe bewijsstukken voor den dag. De aanhoudende zegepralen, schrijft hij, der liberalen in verscheidene kiesarrondissemen ten, alwaar zij, ten onrechte hunne denkbeel den als die der meerderheid doen doorgaan, hebben hen stoutmoediger en meer onbeschei den gemaakt. De beruchte kiesworstelingen le Brussel, te Luik en elders hebben de liberale strekkingen onder 't helderste daglicht ge plaatst, en bekentenissen uitgelokt die niet meer te loochenen zijn. Deze stoutmoedigheid en die bekentenissen kenschetsen het heden- daagsche libeialismus en dit is 't geen Af. Woeste ons onder de oogen brengt. Onze geleerde en welsprekende vertegen woordiger doet, eerst en vooral, de liberale drukpers verschijnen met haren haat tegen het catholicismus, legen de geloofswaarheden, te gen de geestelijkheid. Bezie de liberale druk pers, zegt hij, en zeg mij of men nog een enkel tijdschritt, een enkel dagblad kan vinden, dat OP Ecne humoristische bijdrage, DOOR P. NUIJENS, Jr. 0«-»0 7® Vervolg. Ik smeekte hem, bij mij te blijven, ten einde den dag in mijn gezelschap af tc wachten, doch hij zeide mij, dat hij zijn middagmaal nog niet gebruikt had dat het nu wat te laat was om aan de open tafel aan le zitten maar dat hij in de een of andere restau ratie nog wel gelegengeid zou vinden, zijn gragen eetlust te voldoen Na mij ten stelligste verzekerd le hebben, dal hij weldra zou lerugkeeren, verwijderde hij zich. Wal zou ik beginnen Ik stond nu niet meer als een onschuldig kind op den rand van hel arendsnest, maar was er hals over kop ingevallen. ik vlijde mij, zoo goed of zoo kwaad als dit mo gelijk was, terneder, sliep eindelijk in, en droomde. Ik droomde van alles, wat mij wedervaren was. En eindelijk droomde ik mij eene toekomst vol gouden bergen en schiltereude zonnen. Ik verbeelde mij aan eene lange tafel Le zitten, waar de stoker naast den brigadier, de orgeldraaier naast de aardappelver koopster, en de straatbengel naast den man met de puntige bakkebaarden zat. Ik zag leverpasteien, in zilveren borden opdragen, en allen aten met graagte. Ik was gelukkig.... Ik was tevreden.... zalig Doch aan den Godsdienst is getrouw gebleven Ja, sommigen verdedigen zich tegen 't verwijt dat zij den Godsdienst onrechtstreeks zouden aan randen, doch telkenmale zij, op hunne baan de leeringen der Kerk, de pauselijke brieven, of de geestelijkheid ontmoeten, onthalen zij de zelve met afkeer en spotternij, en laten niets onbeproefd om de geloofswaarheden le verval- schen of de personen hatelijk te maken. Ande ren randen den Godsdienst rechtstreeks aan, spreken thans in naam der liberale partij en roemen er zich op de liberale politiek door le drijven. Zekerlijk de bewijzen ontbreken niet en Af. Woeste haalt er eene menigte aan. Onder anderen vinden wij in de Flandre libérale een schrijven, in het welk de Kerk wordt voorge steld als eene domme en grove superstitie, en het Pausdom op de schandelijkste wijze uitgescholden. Wat de Roomsche Pauzen, schreef het gentsche geuzenblad, vooral on- derscheidt, is de gaal van met zekerheid te spreken en te te schrijven al wat valsch is die valschheid springt in het oog van alwie eenig verstand bezit, en de Pauzen zelf ge- looven er geen woord vanalzoo bedriegen zij 't volk. De priesters zijn, de ergste vijanden van 't menschdom, er zijn geene ergere. Te Parijs, tiert het zelfde geusche blad, vindt i men heden geen anarchist, geen collectivist, geen Blanquist, geen revolutmnnair zoo op- roerig als het heden de priesters in Belgic zijn. De Opinion libérale, een door en door minis terieel blad, ziet in den Catholieken Gods dienst even als in alle de andere eerediensten, niets anders dan eene overgroote uitbuiting van de menschetijke domheid. De Chronique gaat nog verder en toont ons de geweldige overhelling van 't liberalismus naar 't anti-catholicismus zoodanig klaar en duidelijk aan, dat men moet stekeblind zijn om het niet te zien.« De lijden zijn verre van hier, wanneer de liberale gazetten gedwongen waren te zeggen Wij eerbiedigen den ca- tholiekeh Godsdienst. Vandaag zeggen wij Wij eerbiedigen alle oprechte overtuiging; maar wat de leerstelsels betreft, welke men catholieken Godsdienst beet, deze bescheu rt wen wij als een noodlottig en gevaarlijk samenraapsel, en wij zullen niet ophouden er tegen op te komen en ze te bevechten. Dat noemt men spreken zonder omwegen, zonder doekskes Doch men zegge niet dat dit alles loutere theoriën, persoonlijke meeningen, onbedachte uitdrukkingen zijn. want die zoogezegde theo riën vinden dagelijks hunne toepassing op 't terrein der practijk. Wie herinnert zich niet hoe die zelfde libe rale drukpers schuimbekte toen menM. Dupont, vertegenwoordiger van Luik, met Paaschen tot de H. Tafel zag naderen; hoe die drukpers jubelde toen zij vernam dat M. graaf de Kerck- hove, Burgemeester en Vertegenwoordiger van Gent, huilen de Kerk, of als vrijdenker, was gestorvenhoe M. de Lhonneux, Senateur van Hoei afgestraft wierd als men te wete kreeg dat hij de opvoeding zijns zoons aan de Jesuië- ten had toevertrouwd plotseling zweefde boven mijn hoofd eene grijze gedaante Ik staarde haar zwevenden gang lang na. Eindelijk schrikte ik wakker. Het koude zweel droop mij van de bleeke wangen. Ik had de schim van mijn stiefvader gezien lk wreef mijne oogen, ten einde mij beter te kunnen overtuigen, maar ik zag niets meer, niets van al die personen, niets meer van de wereld, die ik was in getreden -. ik zag alleen de eindelooze, eindelooze duisternis. Mijn schreien, waarin ik eindelijk losbrak, werd door krampachtig snikken afgebroken. Ik was toch zoo ongelukkig. Ik sliep weder in, en droomde opnieuw. Ik zag eene andere gedaante, als hel zoete licht der maan. Zij troonde op wolken van azuur, en liet hare zachte, hemelsehe blikken beschermend op mij neerdalen lk verlustigde mij in dien glans, en staarde haar, met tranen in de oogen, lang en zwijgend aan. Zij daalde uil hel hoogeverschiet, als op wieken, op de aarde neder. lk herkende mijne moeder. Moederdie ik slechts gekend heb, toen ik een kind van vier jaren was. Ja, zij was het wel lk had mij niet bedrogen. Zij nam mij op haar arm, en kus te mij herhaalde malen toen (luisterde zij mij op eeu hemelschcn loon in het oor Kind, mijn zoon, in alles, wat u in de wereld mocht wedervaren, vertrouw op God, en aanbid Hem. Daarop verdween zij. Ik ontwaakte andermaal, maar nu tevreden, ge sterkt en met een vroolijk gelaat. De zon stond hoog aan den hemel. v. Mijn geleider kwam niet terug. Het was de eerste daad van trouweloosheid, welke ik van eeu vriend ondervond. Ia mijn hart had ik hem een vriend ge- Niet waar, geëerde lezers, hoe eerbiedig toch zijn de liberalen voor het geloof onzer voorvaderen? Hoje stoutmoedig spreiden zij hun afval ten toon? (Vervolg later.) liet zedenbederf is liet leven van ons geuzeiidom. Leest eens met aandacht de volgende aan halingen door CrétineauJoly in zijn werk l'Eglise Romaine en face de la revolution (deel II, boek 3,) aan officiëelc stukken der ge heime genootschappen ontleend, en met naam en dag in hun geheel opgenomen Ons einddoel is dat van Voltaire en der fransche revolutie de vernietiging van hel ca- tholicusmus voor altoos, ja zelfs van alle chris telijk begrip. De arbeid, dien wij gaan on dernemen, is het werk niet van eene maand, niet van een jaar hij kan jaren en jaren, mis schien wel eene eeuw duren maar in onze gelederen sterft de strijder wel, doch de strijd houdt aan. (BI. 83 en 84.) Verplettert den vijand, wie hij ook zij verplettert den machtige onder 't gewicht van leugen en lastertaal. Maar bovenal verdelgt hem in zijne kiem men moet zich eerst wen den tot de jeugd, haar moeten wij verleiden, haar, de argelooze, moeten wij lokken onder de vaandels der geheime genootschappen. (BI- 87.) Het droombeeld der geheime genootschap pen zal waarheid worden door het eenvoudig ste aller middelen, een middel dat zijn steun vindt in de menschelijke hartstochten zelve dus de batterijen (ontuchlhuizen, enz.) opge richt, elke hartstocht gevleid, de slechte zoo wel als de edelste. (BI. 90.) Wij moeten de zedeleer aanranden, en dus het hart doorwonden. (BI. 103.) Het catholicismus is zoo min vervaard voor een scherpen dolk als het koningdom, maar deze twee grondzuilen der maatschappe lijke orde zullen instorten door zedenbederf laten wij dus op verleiding uit gaan, en dit nooit moede worden. Met recht zeide Tertulianus, dat het bloed der martelaren nieuwe Christe nen voortbrengt. Hel is in onze raadsvergade ringen besloten geene Christenen meer te dul den daarom geene martelaren gemaakt, maai de ondeugd onder het volk gepopulariseerd; dat het de ondeugd inademe door zijne vijf zintuigen, die opslorpe, en er van verzadigd worde. Maakt BEDORVENE HARTEN, EN GIJ ZULT GEEN KATHOLIEK MEER VINDEN. (BI. 148.) De beste dolk om de Kerk in 't hart te tref fen, is het zedenbederf. Aan 't werk dan, tot het einde toe. (BI. 149.) Wij achten het noodzakelijk andermaal de aandacht der ouders en voogden in te roepen op de formaliteiten welke zij te vervullen heb ben indien zij aan hunne zonen ol pleegkinde ren eenen plaatsvervanger willen bezorgen. 1° Vuur 1 Februari aanstaande moeten zij hunne vraag om eenen remplacant aan den heer minister van oorlog toesturen. 2° Bij die vraag moet eene kwitlancie gevoegd noemd. maar nu noemde ik hem een kwaadaardigen jongen, die er lust in gevoeld had, mij nog ellendi- der tc maken dan ik was. Ik blikte in het morgenlicht om mij heên, als eene marmot, die haren schuilhoek vcrlaien wil, maar zich vooraf overtuigt van de veiligheid der gangen, die in haar hol uitloopen. Een groote steenhoop ver sperde den ingang van hel gal, waarin ik lag. Alleen was er eene kleine opening ter linkerzijde, waardoor het daglicht viel, doch nauwelijks groot genoeg om er mijne vuist door lesteken. Hemel wat is er dan gebeurd dacht ik Gister avond was de opening groot genoeg om er mij en den straatbengel arm in arm door le laten en nu De gedachte kwelde mij, dat de jongen er plcizier in gevonden had, om mij hier levend le begraven, ten einde mij daarna van het weinige, dat ik bezat, tc berooven, of wel, de steenhoop had door zijne eigen zwaarte eenige losse stukken verschikt, en deze moesten, toen ik in een diepen slaap lag, naar beneden gerold zijn. En zoo was hel ook inderdaad. Terwijl ik hierover verder nadacht, en plannen be raamde, hoe ik het best uit dit verblijf zou kunnen geraken, hoorde ik een geweldig gestommel, en daarop eene slem boven miju hoofd. BontekraaiBontekraairiep men luid keels. Ik stond op, om mij beter van die stem lo over tuigen. Hij was hel waarlijk, de straatbengel. Bontekraai, Bontekraaiherhaalde bij, ter wijl hel dak boven mijn hoofd dreundo lk gaf een schreeuw tot antwoord, en toen begon hij iu een schaterend gelach uit le barsten. Het gestommel hield aan kort daarop werd het gat, waardoor het licht viel, grooler en grooter, en eindelijk zag ik het vroolijke gelaat van mijn gelei- worden, bewijzende dat zij eene som van twee honderd franks gestort hebben in d'handen van den ontvanger der registratie van het kanton dat zij bewonen. 3° Die 200 franks moeten gestort worden in den tusschentijd van 2 tot 22 januari. Na den 22 januari mag die storting niet meer aanveerd worden. Op de keerzijde der kwitlancie door den ontvanger afgeleverd, is de formuul gedrukt waarbij men een plaatsvervanger vraagt. Men hoeft dus slechts de namen in te vullen, en passé wel op dat het geschrift duidelijk en leesbaar is. Als de formuul nu behoorlijk is ingevuld, men steekt ze in eene enveloppe, plakt ze toe en schrijft er 't volgende adres op Aan den heer Minister van Oorlog te Brussel. Dan werpt men den brie! in de brielbus zonder er één postzegel op te plakken. Gelijk men ziet de formaliteiten zijn zeer eenvoudig. Wie dus een remplacant wil ver krijgen zorge bij tijds. Een en ander. Wij vertalen uit den Bien public het volgende belangrijk artikel De Flandre libérale komt met een veelbetee - kenend aandringen terug, op de misbruiken, die, volgens haar, het onderzoek van het proces Peltzer zouden gekenmerkt hebben, Men zou waarlijk gelooven dat zij geerne een lichaam zou geven aan zekere bedreigingen, onlangs doorArmand uitgesproken, en die den onder zoeksrechter en den prokureur des konings wilde doen springen. Onze lezers weten reeds welke de grief der Flandre liberale legen die magistraten is het is de toestand waarin Mad. Bernays en de geheele klik der Pechers gesteld is door de verklaringen in het hof van assisen gedaan. Doch, wij vragen het aan elkeen die een grein gezond verstand bezitis het mogelijk hel drama der Wetstraat grondig te begrijpen zon der liet verhoor der getuigen En is het wel de schuld der justicie, zoo de indrukken van hel publiek niet gunstig geweest zijn voor zekere kopstukken van het antwerpsch liberalismus De onderzoeksrechteren het parket zijn dus, onder dat opzicht, aan geen verwijten onder- lievig. Zoo het openbaar gevoelen een oogen- blik is verwonderd geweest, was het hen niet sneller den weg te zien inslaan, waar het volks- insiinkt met eene zonderlinge zekerheid beves tigde dat men den moordenaar zou aantreffen. Zoodra men te Antwerpen geweten heelt dat de dood van den advokaat Bernays moest toe geschreven worden ann eene misdaad, werd de naam van Armand Peltzer uilgesproken. Men weet welke stellige, klare, hardnekkige aanwijzingen daarna zijn opgerezen in de Ant- werpsche drukpers. En nogtans M. de advokaat-generaal Van Maldeghem heeft in zijn rekwisitorium erkend de justicie vreesde dat spoor te volgen, en buiten bare weel, de weergalm te worden van de dikwijls bedrieglijke vooroordeelen der menigte. Wij laken die omzichtigheid niet, die der in de opening. Met recht Jonas in den walvisch schaterde hij luid. Daarna reikte hij mij de hand, en trok mij met krachtinspanning naar builen. Toen ik in het volle licht der zon stond, en ik mij kon overtuigen, dat ik onder de bouwvallen van een verbrand huis mijne nachtrust genoten had, zeide hij, dat het voor mij gelukkig was. dat hij was wedergekeerd, daar de gansche steenhoop in elkan der gezakt was, en hel mij nooit zou gelukt zijn om er mij uit tc werken. lk dankte in stilte den goeden God, dat ik dan lot het leven was wcèrgekeerd. lk heb uw lang laten wachten, Jonas. ging mijn geleider voort. Dat komt omdat niemand mij iets le eten wildo geven, en ik toch niet gaarne met eeno ledige maag wilde wederkecren. Ik had lang voor een koomenijswinkcl gestaan, voor het mij door aanhoudend smeeken gelukte, mijn wettig aandeel le krijgen. Toen ik in het bezit daarvan was en ik mijne dankbaarheid aan den man met het witte voorschoot en de stijve stropdas, die achter de toonbank stond, betuigd had, werd ik door de bonte kraaien achtervold. Gelukkig wist ik hun te ontkomen door mij te verschuilen achter een man, die aan een orgel draaide Zij liepen mij in galop voorbij en indien zij niet ergens tegen een muur of een vensterkozijn gestuit zijn, loopen zij stellig nog voort, om mij op te sporen,besloot hij lachen de. Hierop haalde hij uit de mouw van zijne versleten bruine koelsiersjas eenige sueden brood te voox"- schijn, en reikte mij die over. Eet nu, sprak hij, want door Int lange slapen zult ge wel honger gekregen hebben Hij had zich hierin echter vergist, want de wei nige eetlust, dien ik nog bezat, werd mij door zijne medcdeeling omtrent de ontmoeting, die hij niet altijd dient in acht genomen te worden wan neer de eer en de vrijheid der burgers in spel zijn doch zoo' in het tegenwoordig geval, de magistraten die omzichtigheid zoover gedreven hebben dat het aan de plichtigen toegelaten geweest is aanwijzingen, die zeer kostbaar waren voor de beschuldiging, te doen verdwij nen, is dat niet het klaarblijkend bewijs dat de kritieken door de Flandre libérale tegen het onderzoek gericht, ongegrond zijn Die voorbehouding der magistratuur heeft overigens geduurd tot de ontknooping der debatten. Mad. Bernays is, wel is waar, voor het hof van assisen van Braband verschenen, dcch om er eene getuigenis al te leggen, waarvan de berekende soberheid en koelheid door ieder een opgemerkt zijn. Zij heeft niets anders gedaan dan haren echtgenoot beschuldigd; zij heeft geen enkel oogenblik zich zeiven moeten verdedigen. De vragen die zich in alle gemoe deren verdrongen, zijn niet op de lippen der justicie gekomen. Mad. Bernays heeft enkel gezegd wat zij wel heeft wilien zeggen, en niemand heeft haar meer gevraagd. Die toe stand is niet buitensporig, niet buitengewoon genoeg, om ons te kunnen aansluiten bij de bedrukte klachten van de Flandre libérale. Eindelijk, wat M. Edouard Pecher zelf be treft, het is in boedanigheid van getuige ter ontlasting dat hij voor de justicie is versche nen. Zijne verklaring, zeer vijandig aan Ber nays, doordrongen van een zeer persoonlijk gevoelen en van deklamatiegeest, heeft een betreurensweerdigen indruk teweeggebracht. Noch de betichtennoch hij zelf, hebben er zich goed bij bevonden: wij erkennen dat. Doch nog eens, het is noch de onderzoeksrech ter noch liet openbaar ministerie, die men daarvoor moet verantwoordelijk stellen hel is vooral die ongelukkige getuige zelf. Wij doen eindelijk niets anders dan de aan dacht inroepen op eene bemerking gemaakt door allen, die het proces gevolgd hebben, wanneer wij zekere, klaarblijkelijk berekende leemten van de beschuldigingsakte en het re kwisitorium van M. den advokaat-generaal Van Maldegbern bestatigen. De kwestie van het geld, de tegenwoordigheid van Armand te Brussel, op den dag der misdaad, de wezen lijke aard der betrekkingen tusschen Mad. Ber nays en den oudste der Peltzers, zijn in de schaduw gelaten. Waarom dat?... Het is voorzeker niet om de beschuldiging le versterken, want de eerste zorg der verdediging is geweest, op die leemten te wijzen en ze aan te klagen, als achteruitwij kingen en kenieekens van zwakheid. Het open baar ministerie was klaarblijkend bezorgd, zekere personnaliteiten niet te ontmoeten, die hij niet had kunnen nalaten te treffen, en welke hij het wettelijk recht niet had te beschuldigen. Het artikel der Flandre libérale tegen de ma gistraten die gelast geweest zijn met het moei lijk onderzoek der zaak-Peltzer, is dus teene- maal misplaatst en kan niet gewettigd worden Wij zouden een nog strenger hoedanigheids- woord mogen gebruiken om de zinspelling, welke het artikel sluit, le brandmerken: Het parket zegt de Flandre dat zooveel heldhaftiger! moed heeft aan den dag gelegd, den man aan hel draaiorgel had gehad, geheel ont nomen. Ik dankte, met het hoofd schuddende. Hij zag mij verbaasd aan. Niet eten Ha, ha, ha een rijkcmansklnd riep hij uil. Hij betastte mijne zakken, liep eenige malen als een waanzinnige om mij heen, en bekeek mij toen weder van hel boold lot de voeten. Hel doet er ook weinig toe, of gij arm of rijk zijl, hernam hij gij hebt mijne hulp noodig, dat is mij genoeg. Waar wilt gij heen lk herinnerde mij do adreskaart, welke ik in mijn buisje gestoken bod, en liet hem die zien. Hij bekeek haar van beide zijden, zag toen eenigo oogeiiblikken met koddige gebaren in het zonlicht, krabde vervolgens met zijne handen in zijne borate- lige haren, en begon le lezen De heer Zwezerik Wijnhandelaar. Heeren gracht. Kantoor AX, N® 111. Volg mij I lk zeide hem, dat ik er te negen uren moest wezen, en dat ik dan waarschijnlijk eene plaats als pakjes drager of loopjongen zou kunnen bekomen. Hij glimlachte, maar zeide niets hierop, en trok mij bij uen arm voort. lo hel volle daglicht was het mij minder moeilijk om over balken, steen-en kalkhoop°n heen le klau teren. Wij haastten ons door de donkere stegen, en weldra bereikten wij de Heerengracht en het kantoor van den wijnhandelaar Hij trok met kracht aan de bel, en terwijl hij mij in liet oor (luisterde, dat hij mij nog dikwijls zou ontmoeten, liep hij haastig weg. Hel kantoor werd voor mij geopend, en opeen loon, die mij ontzag inboezemde, werd mij verzoekt binnen te komen Ik voldeed zoo beleefd mogelijk aan die uitnood!' ging, nam mijne pet cn den bonten zakdoek van het hoold, en wrong zu tusschen mijne knieën. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1882 | | pagina 1