58ste Jaar. Zondag14 Januari 1885, iV 1896. IJZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Liberale geldverspillingen. IN DE WERELD, Aan uwe beurs Belgen. Joos in dc kas. ABONNEMENTPUIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op S46 bladz.50 cent. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 10.0 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 Dendermonde. Lokeren. ilechelen. 4-561 6-371 7-32J 8-12J Exp. l«2"3ekl. 8-451 1 l-59d 1-04d Exp. 1* 2* 3» kl. 2-50d 3-091 6-OUd 6-381 10-08d Exp. 1" 2* 3' kl. Antw. 4-561 6-371 7-32d 8-i2dExp. Ski. 8-451 l-04dExp. 4* 2* 3' kl. 2-50d 3-091 6-00d6-381 i0-0Sd Exp. 1*2* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4-31 7-32 ö-OO 8-1-2 E 3 kl. 9-10 10-25 dir. 11-59 1-04 ES kl. 2-50 6-00 7-54 direct 8-52 9-14 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31 «f 4-561 6-371 8-12d E 3 kl. 8-451 ll-00d 9-10d (ll-59d tot Leuven) l-04d Exp. l«2«3'kl. 2-50d 6-COd 7-54d direct 9-14d 10-08 E 3 kl. (1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde en de Gent, (5-00's vrijd 7-02 dir. 7-56 E 3 kl. 8-47 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3-08 0-00 3-38 E 3 kl. 6-12 6-35 9-38 10-10 Exp 3 kl. Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 2-28 dir. 3 38 0 00 E I* 2' 3" kl. 6-35 Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Rvssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Alh) 5-55 8-12 E. 3 klas lol Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Nmove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-55 8-12E. 3 kl. lot Denderl 2-51 6 00 9-11 Bergen, Quiévrain 5 55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 Ëngbicn Branie, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen S 55 11-59 2-51 0-00 6-00 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Hoorsel, Opwyck, Mechelen,Anlwcrpen 5,07 9,27 3,21 6,09 letter d langs Denderleeuw. Cuique Suum. NAAR AELST UIT Alh 6.48 10.29 1.18 4.08 7.57 9.05 Antw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1'2" 3* kl. 12-15 3-15 E. l°2°3e kl. 3-54 4.45 5.54 6.50 E. 1* 2» 3* kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1-50 3 kl. 1.55 3.00 E 5.01 5.50 dir. 7.17 8.24 9-05 E 3 kl. Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.23 10,48 Geeraerdsbergen 7.27 11.08 2.00 4.50 8.35 9.41 Gent 6 40 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 7-15 dir. 8.14 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Leasen 7.09 10.50 1.42 4.29 8.20 9.25 Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.4i 7.53 Ninove 7.55 11.36 2.28 5.18 9.01 10.09 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 1I.12E 3 kl. 11.54 6.04 uit Gent naar Moortzeele, Soltegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-ie Comtc 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59 UIT GEERAERDSBERGEN NAAR Maria-Lierde, Sotlegem, Moortzqple en Gent, 5.15 vryd. 7.21 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, llczele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem Kortryk, 6.12 0.O0 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct. UIT Sottegem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokerbn en Gent 4.35 7.12 8.57 10.55 2.03 3.45 5.12 6.35 9.10 E 3 kl. uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwbrpen 4.25 7.05 8 00E 9.25 1O.50 2.20 5.25 7.15 9.05E Ski. Uit Sottegem langs Erpe-Mcire. 7.49 1.58 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck. Moorsel en Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12 AELST, 15 JANUARI 1885. Vier jaren liberale heerschappij zijn voldoen de geweest om een tekort van 23 tt 30 millioen in de schatkist le veroorzaken. Bij den laasten redetwist over dit onderwerp in de Volkskamer, deed de achtbare lieer Malou alle de liberale dwaasheden uitschijnen die het tekort hebben teweeggebracht. De achtbare redenaar vroeg bijzonderlijk rekening aan j't ministerie over de millioenen die werden ver kwist door het bouwen van nuttelooze school paleizen en door de ongrondwettelijke school- inkwisitie. De heer Malou kondigde bij 't eindigen van zijne schitterende redevoering aan dat hij legen 't budjet van wegen en middelen zou stemmen, omdat hij de onrechtstreeksche medeplichtige der goevernementeele dwaasheden niet wilt wezen, die het tekort veroorzaakten Gij vraagt mij, zegde M. Malou zich lot de ministers wendende, uw budjet te stemmen en uwe dwaasheden te helpen herstellen; dit her innert mij dien wolscheerder die aan zijn gebuur vroeg den poot van 't schaap vast te houden, opdat het beest niet zou bleeten. Wij hebben geen belang dat het belastbare en leendienst- plichtige beest niet schreeuwe. Eindelijk is het heden erkend dat de schat- plichligen, boven de 10 millioen belastingen door bet huidige ministerie ingevoerd, 23 a 30 millioen nieuwe belastingen zullen te dragen hebben. Zietdaar den uilslag der optelling door den heer minister van financiën gemaakt. Ik zeg 10 millioen, omdat ik de spaarzaam heid niet meèrekeu door de uilkeering der 41/2 ten honderd verkregen. Zonder dat zou ik 12,300,000 franks belastingen moeten zeggen. Ik heb die cijfers genomen en de officieele stukken vroeger algekondigd. Men voegt er bij dat de rekeningen der 5 jaren 1879 tot 1885, sluiten ot zullen sluiten met een tekort van 23 millioen, ronde som. Ik wil niet langer aandringen op eene ver gelijkenis die" in twee woorden kan gedaan worden. Gij herinnert u allen de verontweerdigde klanken die de minister van financiën liet hooren, toen hij zich, in 1878, in tegenwoor digheid bevond van het tekort dat ik hem naliet Ehwel, ik antwoord met een woord ik vergelijk de algemeene uitslag van 't bestuur der zeven jaren 1871 k 1877 of zelfs tot 1878 indien men wil, aan dit waarvan ik den uitslag kom aan te duiden boni en mali vergoed, lieten de jaren 1871 h 1877 een boni van 39 millioen. En indien men, ('t geen ik niet weiger alhoewel ik er 't recht toe heb) gansch hel tekort van 1878 op onze rekening bracht, dit zou dien boni met vijf millioen en half vermin deren, 't is te zeggen, dat wij, ten slotte, een boni van 33 millioen en ball hebben nagelaten, LOTGEVALLEN VAN JONAS B0NTEKRAAI. Ecne humoristische bijdrage, DOOR P. NUIJENS, Jr. 0«-»0— 9* Vervolg. Ik had veel moeite, om den hoer en mevrouw Zwezerik door het gedrang en door de talrijke koet sen en vigilanls, die op bet plein stonden, to volgen, en gelukkig voor mij misschien ook wel voor den heer Zwezerik zelvcn keerde hij op zijne schreden terug, en nam mij de wollen manleis, zonder een enkel woord le spreken, af. Het was gelukkig, zeg ik want een geheele zwerm straatbengels, en kerels met havikstroniën, hadden mij reeds met afgunstige blik ken aangestaard. Misschien wel omdat ik in dienst van den heer Zwezerik, en in rang boven hen verhe ven was, doch mijno positie in de wereld was nog niet benijdenswaardig. De arme kaailoopers behoef- don zich waarlijk niet minder te achten, dan den armen Jonas, tenzij ze mijne onschuld benijdden, die nog op mijn kinderlijk gelaat moet hebben uitgeblon ken, terwijl het gelaat van velen hunner, dank zij de pogingen der talrijke philanlhropen, die toen ook wel in de wereld zullen geweest zijn, tot bewijs zou kunnen dienen, dat de wereld geschapen was om van menschen dieven le maken. 1) Ik stond weer gansch alleen, le midden van trip- pelendo dames en als op stelten loopende hecren, te (I) De Darwinschc hypothese en do leer van C. Vogt zou den, dunkt my, in het omgekeerde moeten opgevat worden. J. Boniekraaj, terwijl gij, in vijf jaar tijd, een tekort of mali van 33 millioenen bestatigen laat. De ontwerpen van 't ministerie om het tekort aan te vullen zijn nog altijd een geheim ik wil niet zoeken het le doorgronden, maar ik houd er aan eene uitlegging te geven van de houding die ik in den zin heb aan le nemen toen 't goevernement het zal ontsluieren. Ik zal geen enkel centiem meer nieuwe belastingen stemmen, ten ware op zekere voorwaarden die ik ga uitleggen. Wat mij betreft, ik stem geen enkel cen tiem nieuwe belastingen, 't zij men een einde bracht aan alle de schooldwaasheden. (Protes- laliên links. - Goedkeuring rechts.). Wij zouden waarlijk onnoozel moeten wezen, indien wij, om den oorlog voort te te zetten dien gij aan de overgroote meerder heid des lands verklaard hebt, en dien gij haar bij middel van haar eigen geld aandoet, wij, u nieuwen voorraad moesten leveren, nog krachtiger door onze stemming, zonder zelfs de hoop te hebben er over bedankt te worden. Houdt op van, bij middel der belastingen, een middel van oorlog daar te stellengebruikt haar niet volgens de belangen of de driften eener partij, maar volgens de waarlijke nood wendigheden van 't openbaar onderwijs en dan zullen wij nieuwe belastingen stemmen. Doch heden, wanneer gij ons vraagt nieuwe belastingen te stemmen, en dat wij zullen weten dat zij moeten dienen om de on kosten van nieuwe middelbare scholen te dekken, die zoo ledig zullen blijven als uwe lagere scholen, dat het zal zijn om scholen op te richten zelfs in de woestijn, gelijk wij er eene in zekere streek, voor eene uitgestrekte heide, hebben zien oprichten en die 40,000 frs. koste, M. Coomans. En waar er slechts twee leerlingen waren. M.iMalon. Twee leerlingen, 't is nog veel. (Gelach rechts.) Neen, geene herstelling onzer grieven, geene subsidiën dit was de kreet onzervaderen voor 1830; wij zullen, op onze beurt, dien kreet laten hooren (Zeer wel rechts.) Indien wij de inlichtingen mogen gelooven die ons uit Brussel toekomen, dan houdt men zich in onze ministerieele kringen ieverig onle dig met de nieuwe belastingen, bestemd om de uitgepompie staatskas weêr te vullen. Alle Belgische en vreemde voortbrengsels worden herzien, verbeterden zullen voor hel meerde- rendeel merkelijk vermeerderd worden.... met nieuwe belastingen. Het schijnt zeker dat het inkomrecht op den koflij zal gebracht worden op 50 (ranks de 100 kilogr., de rechten op den vreemden tabak op 30 franks en de belasting op de planting van tabak op 200 franks per hektaar. In hoogere sferen schijnt men afgeweken te hebben van bel gedacht een inkomrecht op de petrolie le heffen, doch men bestudeert midden van straatbengels en kaailoopers, tc midden van de talrijke zweepen der koetsiers, welke laatsten halfdutteude op de bokken der rijtuigen zaten, te midden van van heloorverdoovend gegons en gewoel eener zorgvliedende menigte. Mijne nieuwsgierigheid was door deze drukke volksbeweging hooggeslegen. Ik had alles willen geven, wat ik in do wereld bezat, om toch eens tc weten te komen, wat al deze menschen bewoog, liet groote gebouw binnen te gaan. Terwijl ik mij met deze gedachte kwelde, werd ik onzacht op den schouder gelikt. Ik keek om, en tot mijn genoegen herkende ik den straatbengel, die zoo belangloos zijn nachtleger aan mij had afgeslaan. Jonas Bontekraai, zeide bij fluisterend aan mijn oor, ik weet wat gij denkt. Ik stond verbaasd, en sloeg de oogen neder. Do heer en mevrouw Zwererik zijn hier binnengegaan, om komediespel le aanschouwen, en en nu zoudt gij hen hebben wilgen volgen, om u ook eens aan spel en dans te vergasten, liet bij er lachend op volgen. Waarlijk, bij had mijne gedachte geraden, hoewel ik een deel zijner woorden niet begreep. Volg mij, hernam hijik zie kans om voor ons beiden eene goede staanplaats le bekomen.» Ik gehoorzaamde onwillekeurig, en sloop achter hem aan. Wij liepen door de menigte heen, en bleven ein delijk voor eene vierkante opening staan, die een paar voelen boven ons hoofd in den steenen muur was uitgehouwen. Ziet ge dat gat vroeg bij. Ik antwoordde door met hel hoofd tc knikken. 0 Plaats u met uw rug tegen den muur. Ik gehoorzaamde, want ik begreep zijne bedoe ling. Handen voor den buik gevouwen gebood hij, Staat gij vast Ik antwoordde yan ja. van den anderen kant ernstiglijk de kwestie van het monopolium der phosphoorstekjes. e De herziening der wet over de genever- I stokerijen, zal onvermijdelijk eene nieuwe ver- hooging te weeg brengen op de sterke dranken. Er moei kost wal kost geld zijn men zal naar alle zijden iets nemen, en wij zullen gelijk altijd de eer hebben de potten te beialen die de heeren liberalen gebroken hebben. Zietdaar, geëerde Landgenoten, wat men in eene bezondere coriespondentie uit Brussel aantreft. Een schoon nieuwjaargeschenk, niet waar Belgen En zeggen dat, blijven de liberale geldverkwisters aan 't bewind, wij de kans loopen van zoo jaarlijks een nieuwjaarskoek van denzelfden deesem op ons maag te krijgen! Lr is op 't oogenblik veel spraak van een omzendbrief welke, op verzoek van den mi nister van onderwijs, door de goeverneurs komt gericht te worden tot de gemeentebe sturen. De omzendbrief bericht de gemeentebestu ren, dat zij, voor 1885, op geene toelagen mogen rekenen voor wat zekere traktementen der oflicieele onderwijzers betreft Ik rekommandeer, u, zegt die omzendbrief, voor dit jaar (1885) geene veranderingen toe te brengen, noch direktelijk, noch indirektelijk aan de traktementen der leden van het on- derwijzend personeel, noch aan den grond- slag die gediend heelt om de andere uitgaven van heilager onderwijs te regelen. De uit- gaven moeten besloten worden in de grenzen van liet hoogst noodzakelijke of wel uwe gemeen- te moet hel liooger verschil ten hare laten nemen. De uitgaven voor nieuwe scholen of school- meestersplaatsen, die regelmatig bemachtigd worden, kunnen in 't budjet geschreven worden, doch de gemeenten moeten haar aandeel betalen in evenredigheid barer liulp- middelen. Minister Grauw' bekende zijdelings in de Volkskamer dat de dwaze schooluitgaven de oorzaak waren van 't tekort T welk in de Staatskas bestatigd wordt, doch nu komt de omzendbrief van den minister van onderwijs die zijdelingsche bekentenis bekrachtigen. Het liberaal ministerie moet wel zeker diep in 't nauwgebracht zijn 0111 zulke bekentenis sen te doen. Onze liberale ministers bekennen dan hoe noodlottig de zoo onvaderlandsche als on- rechtveerdige schoolstrijd is voor de alge- geeme belangen. Zij bekennen dus ook dat zij onze in zuren arbeid gewonnen centen met gansche wagen vrachten hebben verkwist, om bunnen haal tegen de catholieke Kerk, tegen hare leeringcri en tegen hare dienaren bot te vieren. En, 0 schande! men moet bekennen dat die verkwis tingen tot niets hebben geleid, dat men mach teloos is gebleven tegen den onwil van T belgische volk, 't welk aan de Kerk wil getrouw blijven Toen zette hij den linkeivoetin mijne saamgevon- wen handen, klom zoodoende op mijne schouders, en eer ik den tijd had weg te loopen (want niette genstaande hij lang en nmger was, was hij toch voor mij een zware last), lag hij reeds met den buik op den rand van den steenen muur. Ik ben er riep hi| zegevierend uit. Nu is het uwe beurt. Hel was mij onmogelijk om als eene vledermuis den muur op le loopen. Ik stond dan ook te kijken als iemand, die niet weet, waar hij zich in de wereld bevindt. Plotseling gaf de bengel een angstigen gil, en daarop riep hij uit al zijne macht De bonte kraaien de bonte kraaien Ik zag in hot rond, en tot mijn schrik zag ik twee mannen, met gele knoopen en blauwe koorden op de borst, mij naderen, terwijl zij den blanken harts vanger en een stalen ketting in de hand hielden. Haast u. sprak hij fluisterend, terwijl hij zich zoover vooroverboog, dat zijne handen de mijne konden hereiken. Wergtuiglijk hield ik mij vast, en klauterde, terwijl bij mij hij de handen omhoog trok, met mijne lecnen tegen den muur op. Een oogenblik later zaten, wij beiden iu de opening. Halt jong geboefte duivelskinderen hoorde ik kort in onze nabijheid roepen, doch de klank smoorde achter den muur, want dc bengel had, eer ik begrip van mijn toestand kreeg, mij onder den arm genomen, en liet mij, aan zich ver honden, naar beneden glijden Het was helsch donker tusschcn de twee muren, waar langs wij gingen, docli mijn geleider scheen het terrein le kennen, waarop wij ons bevonden Rechtsom fluisterde hij mij toe. Wij kwamen in eene kleine, vierkante kamer, waar een dof gedruiscb onze ooren trof. o Linksom, door deze deur ging hij voort, j lk volgde hem. Een oogenblik later zalen wij opnieuw voor eene opening, en vielen onze blikken 1 in eene wel verlichte zaal, waar een6 tallooze me- De Chronique des travaux publics meldt dat de minister van onderwijs, tijdens den tegen- woord igen zittijd der Kamers, een krediet van 29 millioen zal vragen, voor 't oprichten van middelbare scholen en athenteums.... natuur lijk zonder leerlingen. Als men de belastingbetalers toch aan 't pluimen is, kan men hen maar eenige veren te meer uittrekken voor de nuttelooze paleizen bestemd voor oflicieele konijnenkvveekers en kroegpilaren HANDEL EN NIJVERHEID. Handel lusschen België en Berlijn. M. God- bergen, konsul van Belgie te Berlijn, schrijtt in zijn verslag dat de verliooging van het dou- aan-tarief zonder twijfel een groote hinderpaal is voor de uitbreiding van onzen handel met Duiischland, maar dat Belgie met eenige kracht- inspannning gemakkelijk dezen hinderpaal zou kunnen te boven komen. Hel belgisch verlakt leer, bijvoorbeeld, is in Duiischland hoog geschat door de rijtuigmakers en er zou middel zijn onze uitvoeren naar dit land veel te vermeerderen, ingezien de slechte hoedanigheid van het duilsch verlakt leer. Eertijds werden uit België naar Duitschland groote hoeveelheden pelterijen van zwart ko nijnenvel verzonden. Thans nemen de duitsche handelaars dit artikel bij voorkeur bij de fran- sche fabrikanten, omdat deze in deze soort van fabrikaat grooten vooruitgang gedaan hebben. Dit toont duidelijk wat onze fabrikanten te doen staal, willen zij (ransehe produkten van dien aard van de duitsche markt verdringen. Ook degeweefsels van devlaamsche fabriek steden zouden veel meer in Duitschland ver kocht worden, wilden de fabrikanten zich slechts de moeite getroosten, de duitsche ste den te bezoeken. De vlaamsche artikelen wor den thans meestallen door tusschenkomstvan huizen van Parijs en Verviers gekocht. Een ander artikel dat wij gemakkelijk naar Duiischland zouden kunnen uitvoeren, zijn de kanten voor gordijnen, thans te Kales en te Nottingham gemaakt. Wilden de Belgen eenige fabrieken van gordijnen-goed oprichten, zij zouden zonder tvvijlel de Frauschen en Engel- schen van de duitsche markt verdringen. De Belgen verkoopen in Duitschland buiten gewoon veel wollen hoeden wij trekken uit Duitschland eene zekere hoeveelheid zachte hoeden. De nieuwe tarieven hebben om zoo te zeggen onzen invoer van fabrikaten in vilt ge dood. Duitschland zend ons elk jaar groote hoeveel heden scheikundige produkten. Een enkele apotheek verzond verleden jaar voor 120,000 fr. geneeskundige produkten naar Belgie. In geestrijke dranken is de handel tusschen Belgie en Duitschland schier onbeduidend. M. Godbergen denkt verder dat het afgeloo- pen jaar bijzonder voordeelig wasvoor de duit sche papierfabrieken. Volgens hem zou Duitsch land in 1882 voor ongeveer 2,300,000fr. papier (6,650,000 kil.) meer uitgevoerd hebben dan in nigle op stoelen en banken ncderzat. Wij klommen ook door deze opening, doch met minder moeite dan door de vorige, en eer iemand ons bemerkt had, zaten wij achter de ruggen van eenige kaailoopers, Ziezoo, nu zitten wij in den engelenbak, riep hij vroolijk uit. Wanneer gij nu uwe oogen den kost geeft, dan zult gij zien, wat er al zoo in de wereld omgaat. Ik was getroffen, en tuurde met oogen vol nieuws gierigheid op de prachtig gedecoreerde zaal, op de bonte,dartele menigte, welke zich aan mij vertoonde, op de roodgepurperde wangen der bonvivanls, op kalkklcurige jongehep.ren, en op tallooze onschuldige en eergevoelige lieden, die fatsoenshalve zich ook een genotrijken avond niet kunnen onthouden. Ik zat voor het eerst van miju leven in een schouw burg. Daar zoo ik dan den goeden smaak der wereldsche menschen loeren kennen. Daar zouden de deugden en ondeugden der wereldsche menschen voor mij aanschouwelijk gemaakt worden. Daar zou ik de on deugden, hoe ten stol'e ook door een kort samenstel van woorden verafschuwd, in een zoo behaaglijk kleed zien te voorschijn treden, dat velen zouden wenschcn, de uilvoerders dier daden le zijn. Daar zou ik zien hoe de deugd zegeviert over bet kwaad, maar dal, niettegenstaande hare overwinning, dc ondeugd meerdere volgelingen lelt. In een woord daar zoo ik de menschen zien worstelen met hunne zwakheden en hartstochten. Ik ben in staat, dank zij mijn geheugen, dat alles le kunnen schrijven, endank aan mijne menigvuldige lotswisselingen, ben ik ook in staat, de reine deugd van de ondeugd te onderscheiden Of liet de schim mijner moeder was, die telkens als een waarschu wend beeld voor mijn oog verscheeu, weet ik niet, maar ik begon toen al het juiste onderscheid tus schen het goede en het kwade in de wereld te leeren kennen. 1880. De vermeerdering van invoer integendeel bedroeg slechts 450,000 kil. Voor het maken van het papier levert Belgie, na Rusland, aan de duitsche fabriekanten te meest vodden. De nieuwe tarieven waren bijzonder nadee- hg aan onze glablazerijen. Van 1879 tot 1881 voerde Dujlschland 7,806,300 kil.glas minderin dan in 1878. Er dient hier echter bijgevoegd te wo 1 den dat onder de landen die glas naar Duitschland verzenden, Belgie nog den eersten rang bekleedt; De Aardappelkwestie. In een belangrijk artikel doorliet Journal de Bruxelles meêgedeeld bespreekt M. Jules Malou, de leider der catho lieke partij in ons land, de zoo belangrijke kwestie der aardappelen. De achtbare schrijver begint met le zeggen dat, volgens de oflicieele opgaven, 111 ons land jaarlijks 200,000 hectaren aardappelen geplant worden. De opbrengst was in 10,008 kilo per hectaar. 187 810,770 187 96.539 188 014,593 1881. 1-2,325 18827,210 Deze cijfers zijn slechts ten naastenbij bere kend en voor gansch de uitgertrektheid van het land; 111 vele streken wordt de zoo gevrees de aardappelziekte oorzaak van groote tekorten. Bovenstaande getallen zijn dus slechts goed, om ons een gedacht te geven van het groot verschil dat er kan voorkomen in de opbrengst van een goed jaar tegen een slecht. Sedert de verschijning der aardappelziekte in 1843 heb ben wij altijd min of meer geleden, zoo dat de landbouwer den aardappel slechts met vrees aan de aarde toevertrouwd, en het sterk te betwijfelen valt of hij hem wel nog lang zal willen planten. Bestaat er nogtans geene remedie tegen de kwaal M. Malou, denkt ja en dat om de vol gende redenen In 1880 heeft de hoogere landbouwraad be statigd dat de vroege aardappelen veel meer van de ziekte geleden hadden dan de latere soorten. Hij voegt er bij dat er van alle kanten proeven gedaan werden met aardappelsoorten, ten einde te bestatigen welke het best weder- staan aan de pr.ronospora infectans, den padden stoel die de ziekte veroorzaakt. Ongelukkig genoeg, vele van deze soorten zijn verre van geschikt te zijn om als voedsel te dienen voor den mensch. Volgens M. Malou is deze handel wijze verkeerd. Terwijl wij aldus onzen lijd verspillen met deze soorten op te zoeken, heeft men in Enge land op eene andere wijze de kwestie schier opgelost. Door kunstmatige vruchtbaarmaking en zaaien, heeft men nieuwe soorten gevonden die volkomen gezond zijn en zoo vruchtbaar dat men er zich moeielijk een gedacht kan van vormen. I11 tegenoverstelling met de levende wezens, kan men met dë planten omtrentdoen wat men wil en zooveel verscheidenheden bekomen als men begeert door verbastering, zaaiïng enz. Plotseling werd mijn oog verrast door het opha len van een groot scherm, waarop, tot mijne verwon dering, menschen in den natuursiaat waren geschil derd. Toen ik daarnaar keek, dacht ik, dal al die geschilderde menschen, terwijl zij zich als eene slang om dc ijzeren rol heenkronkelden, hun hals gebroken hadden. De straatbengel kneep mij in de mouw van mijn halfversleten buisje, en fluisterde mij toe Geef nu wel achi, en bekommer u niet om den heer Zwezerik. Hij zit in het parterre, en is leeds verdiept in de beeldengroep, dio Daarboven is geklauterd. Ik heb mij op meergevorderden leeftijd nog dik wijls kunnen overtuigen, dat een Amsterdamsche straatjongen scherpzinnigheid genoeg kan bezitteo, om het waar goede en hel ongekunsteld eenvoudige, van hel hartstochtelijk kwade te ondeisehciden. Van dèar zijne fijne opmerking omtrent hel wufte scherm, dat lot scheidsmuur van het lichtzinnige tooneel had gediend. Geef nu wel acht, herhaalde hij, toen aan i beide zijden van het tooneel personen in een aller- i gekst costuum kwamen opdagen, die met elkander gingen redetwisten. Dat verveelde mij, omdat ik de strekking van he stuk niet begreep, en ik nog te jong was, om de ge- stallen der personen, de costumes, de slraatcouplel- ten, die gezongen werden, de Koorddanserstoercn, J do zwevende nimfen, en de laflc vrijages, te bewon- 1 deren, welke nog heden ten dage den goeden smaak oneer aandoen en het kiesch gevoel beleedigen. Toen hel stuk geëindigd was, waarvan ik geen tittel of jota begrepen had, zeide mijn metgezel Wij zitten hier hoog en droog. De bonte kraaien hebben ons gelukkig uit het oog verloren. Geef nu acht. vervolgde hij, min of meer kwaad aardig, terwijl hij mij toevoegde, dat ik een onwe tende lummel was, geef acht op de dansers en j danseressen, die nu komen (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1883 | | pagina 1