58ste Jaar
Zondag4. Februari 1885.
iV 1899.
IJZEREN WEG. VERTREKUREN Uil' AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Weg met de kloosters
IN DE WERELD,
LOTGEVALLEN VAN JONAS B0NTEKRAAI.
Vijf en derlig millioenen
Naar 't leven geschilderd.
Wet op 't onderwijs.
Nieuwe verzwaring der
militaire lasten.
Landbouw.
ABÖNNEMENTPRIJS 6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December.
ANN0NCENPR1JS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3" bhdz. 60 cent.
Dendermonde. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38 10.08
Lokoren. 4-56 6-37 8-45 12-22 3-09 6-38
Mechelen. 4-561 6-37/ 7-32J 8-lSd Exp. 1®2«3®kl. 8-45/
1 l-59d l-04d Exp. 1®2® 3» kl. 2-50d 3-09/ 6-0od
6-38/ 10-Ö8d Exp. 1' 2» 3* kl.
Antw. 4-561 6-37i 7-32d 8-i2dExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExr.
1* 2® 3' kl. 2-5Öd 3-09/ 6-00d 6-38/10-U8d Exp.
1* 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 31 7-32 Ö-00 8-12
E 3 kl. 9-10 10-25 dir. 11-59 1-04 EHkl. 2-50 Ö-OO
0-00 direct 8-52 9-16 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-31J 4-56/6-37/ 8-12d
E 3 kl. 8-45/ ll-00d 9-1 Ud (I1-59J lol Leuven) l-04d
Exp. 1* 2® 3' kl. 2-5(»d 6-00d 0 OOd direct 9-16d 10 08 E
3 kl.
(1) Nota, De letter beleeként langs Termonde en de
Gent, (5-00 's vrijd 7-02dir. 7-56 E3 kl. 8-44 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 0-0(1 3-38 E 3 kl. 6-09 6-35
9-38 10-10 Exp 3 kl. cn des donderdags 12-36
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 38 0 00 E 1® 2® 3' kl. 6-35
Doornyk, Mouscrou, Korlryk, Ryssel {langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-12 6-35
Doorn. Mouse. Korlryk, Ryss. langs Alb) 5-55 8-12 E.
3 klas lol Denderleeuw 1 1-59 2-51 6-00
Nmove, Geeraerdsbergen, Lessen, Alh 5-55 7-32 8-12E 3 kl.
lol Denderl 2-51 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 5 55 8-12 E lol Denderl.11-59 2-51 6-00
Enghien Braiue, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 6-00
Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zal12.30 6.02
Moorsel.Opvvyck, Mechelen,Antwerpen 5,07 9.27 3,21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
1'nSqiie Soum.
KAAR AELST UIT
Alh 6.48 10.19 1.18 4.08 7.57 9.05
Anlw. 5.15 6,40 9,15 9.50 10.50 E. 1® 2® 3® 'jl. 12-15
3-15 E. 1°2#3° kl. 3-54 4.45 5.54 6.50 E. 1® 2® 3® kl.
Brussel 6.2U direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
11.55 1-50 E 3 kl 3.00 E 5.01 5.50 dir. 7.17 8.24
9-05 E, 3 kl.en des donderdags 11.45
Dendermonde 7.07 9.41 11.34 2.27 5.27 8.24 10,54
Geeraerdsbergen 7.27 H.05 2.00 4.50 8.39 9.41
Genl 6 40 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.07 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 7-15 dir. 8.14 dir. 8.23 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.25
Lokeren 6.38 8.48 10.57 1.48 4.44 7.53
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.09
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 11.12E 3 kl. 11.54 6.04
AELST,
uit Gent naar
Moortzeele, Sotlegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-lo-
Corate 5.50 8.12E 8.58 11.18 2.20 5.40 6.55 6.59
uit geeraerdsbergen naar
Maria-Lierde, Soltegem, Moorlzeele en Gent, 5.15 vryd
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 4.48 5.50 E 8.51
n i uit Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, Horzele, Sotleg. Auder.aerde, Aosegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 dirsct?
1 I ,?»oS?TTBGEM LANGS denderleeuw naar
Aelst, (5.38 s Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.0§ 7.48
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokf.ren en Gent
4.35 7.12 8.57 10.55 2.05 3.45 5.12 6.35 9.10 E 3 ld.
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwzrpbn
4.25 7.05 8 00E 9.25 t'1.50 2.20 5.25 7.15 9.05E Ski.
Uil Soltegem langs Erpe-Meire. 7.50 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
FEBRUARI 1883,
A bas les couvents Weg mei de kloosters
zietdaar den kreet dienM. Frère-Orban, in 1857,
slaakte, en die door alle de liberalen herhaald
wierd, om aldus beweging in 'tlandlebren
gen en den terugkeer der liberalen aan 't
bewind te bewerken. Men herinnert zich tiog
dat die oproerige liberale onderneming ge
lukte en het verwenschte ministerie der kas-
seisteenen er uit voortvloeide.
Sedertdien hebben de liberalen dit dom
geschreeuw op alle wijzen onderhouden en
het bij allegroote gelegenheden laten hooren.
Heden heelt men dit dwaas geroep vervangen
door 't schandig liedje Fa» 't ongediert dei-
papen, enz., 'I welk onze liberalen in hunne
vergaderingen en langs de straten huilen.
Doch hoe dikwerf werd, toen men de libe
ralen, dit liedje huilend, de stralen hoorde
afdwijlen, de bemerking niet gemaakt Nu
tiert en schreeuwt men legen priesters, paters
en nonnen, en God weet, zullen die kerels,
zich, binnen korten lijd, niet gelukkig achten
een priester, een pater, eene non te vinden
om hen in hunnen rampspoed te helpen of te
troosten en in hunne ziekte bij te slaan....
Ja, hoevele liberalen telt men heden niet,
bezonderlijk te Luik, die pas eenige weken
nog Weg met de kloosters! riepen en 't schan
dig liedje Van 't ongediert zongen, en die zich
nu, in hunne ziekte, gelukkig vinden door een
priester of pater getroost of door eene non of
zuster van liefde verzorgd te zien
Te Luik immers heerscht op dit oogenblik
eene verschrikkelijke en besmettelijke typhus-
koorts, en honderden zijn er reeds van aange
daan. La Meuse, een liberaal blad, 't welk zich
altijd door den domste» religiehaat en de
venijnigste beleedigingen tegen priesters,
paters en nonnen deed onderscheiden, brengt
nu hulde aan-de zelfsopoffering der geestelijke
ziekendiensters. Luistert wat La Meuse
schrijft
Het geneeskundig korps is ongelooflijk in
zijne opoffering, en ganscli de bevolking
spreekt den lof der geneesheeren uit. Ver-
scheidene geneesheeren afgetobd door ver-
moeienis en zelf door de heerschende ziekte
aangetast, hebben hunnen dienst moeten
staken. De behandeling der ziekte vereischt
onophoudelijke zorgen, ieder minuut zou
men konnen zeggen Verscheidene honderden
geestelijke Zusters zijn uit alle hoeken des lands
opgeroepen om de zieken te komen verzorgen.
Er zijn er gekomen van Rijssel, van Brugge,
van Antwerpen, van Brussel, van Thienen,
van overal. Die nonnen bewijzen
groote diensten en men zou
niet genoeg: hare opofl'ei'ing
kunnen roemen. Ongelukkiglijk
kent een zeker getal uit de vlaamsche ge-
westen gekomen, geen woord fransch.
Men ziet het, de nonnen welke men vroeger
voor ongediert uitkreet, zijn nu toch tot iets
OF
Eene humoristische bijdrage,
DOOR
P. NUIJENS, Jr.
12° Vervolg.
VI.
Gij zijl een arme, verlaten wees. en door
Gods wijze beschikking in eene goede haven aan
geland, mijn jongen, begon bij te zeggen; daar
door zijt gij voor altijd van de boozc wereld afge
trokken. De heer Zwezerik heeft uwe gangen bespied,
en daaruit opgemerkt, dat gij een bruikbaar lid in dè
maatschappij kunt worden. Doch alvorens hiertoe
te geraken, behoort gij ook de bewijzen te geven,
dal gij een deugdzaam mensch zijt. Antwoord mij!
Uier haalde hij een catechismus uit den zak, en
deed mij ettelijke vragen.
Ik had op de. schoolbanken en in de leering be
wijzen van een stalen geheugen gegeven, en ant- I
woordde hem dan ook voetstoots
De Pater zag den heer Zwezerik verrast en vragend i
aan. Toen liet hij er op volgen
Vergeef het den lieer Zwezerik, dat hij op dit
punt niet eerder aan u gedacht heeftde stad krioelt
van de talrijke kleine vagebonden, die, van alles
losgescheurd, van God en godsdienst niets willen
weten Uw patroon is zoo dikwijls door sommigen
hunner bedrogen, dal hij aarzelde mei u eene zelfde
proef le nemen. Ook ik ben over u tevreden.
j goed zij bewijzen nu de grootste diensten en
i men kan hare zelfsopofferingen niet genoeg
roemen.
Wij begrijpen niet boe de liberalen niet be
schaamd zijn, zooveel tegenstrijdigheid aan
den dag te leggen Vandaag ongediert, de
schande der samenleving, morgen van 't groot
ste nut!.... Vandaag deze ter hulp roepen die
daags le voren door de vinnigste beleedigin
gen, door de venijnigste versmadingen poogde
te bezwalken cn als 'i schuim der samenleving
doen door te gaan....
Doch deze bewondering der liberalen voor
de kloosterzusters zal maar van korten duur
wezen; eens 't gevaar verdwenen, zullen de
liberale schrijvelaars, als echte ondankbaren,
de bewezen grooie diensten, de uitgestrekste
zelfsopofleriugen vergelen, en, even als vroe
ger, in 't belang der liberale politiek, dit zelfde
nonnenkleed, door de schandelijkste uitvin
dingen, de eersten, zoeken te bezwadderen.
En dit zal de loon der geestelijke Zusters
wezen
Nu, de geestelijke Zusters verwachten hun
nen loon van de menschen niet; zij verwach
ten hem van den Allerhoogste». Hierom dan
ook verdragen zij geduldig alle de beleedigin
gen, verwenscliingen en versmadingen die
men ben naar 't hoofd slingert, zij vergeten
ze, en wanneer de eene of andere besmet
telijke ziekte hare vijanden machteloos heeft
neergestrekt, snellen zij ben dadelijk ter
hulp om hen, door hare liefderijke zelfsopof
feringen, weêr tot de gezondheid terug te
brengen, en hen in staat te stellen haar op
nieuw, en soms met meer lievigheid dan
vroeger, te beleedigen, te lasteren en te ver
smaden! Immers de kloosterzusters vragen
nooit wie de lijders zijn, vijanden of vrienden,
allen worden door haar met de zelfde christe
lijke liefde verzorgd en verpleegd
En ten slotte een vraag. Waar zijn ze nu,
heeren liberalen, uwe wereldlijke vrouwen,
die zelfverloochening, opoffering en moed
genoeg bezitten, om de lijders aan besmette
lijke ziekten te verzorgen en bij te staan
Gij hebt geene, maar dit verwondert ons niet
de liberale princiepen kunnen immers niets
anders voortbrengen dan 't geblanket kwaad
dat des avonds de straten der steden afdwijlt
en de ontuchloorden bevolkt
't Budjet van 't officieel onderwijs voor 1885,
legt in T lang en 't breed uil, hoeveel millioe
nen, in 1880, door den schoolworm verslonden
wierden.
Alles te samen gerekend verslondt hij rond
de 35 millioenen, en ziethier hoe die verba
zende som verdeeld is
Overschot der vorige jaren fr. 381,499,93
Schoolgelden 1,251,080,98
Fondatiën, giften en legaten 113,999,41
Andere giften 84,882,65
Weldadigheidsburelen 563,155 23
Gemeenten 13,066,238,02
Provinciën 1,965,277,49
Staat 17,454,012*51
Te samen fr. 34,838,626,13
Toen stond de heer Zwezerik andermaal op, en
loonde mij een nieuw pak kleeren, dn over den rug
van een middeleeuwschen armstoel hing, duwde mij
eenige geldstukken in de hand, cn zeidc, dat dit alles
voor mijne braaftioid was.
Het was den volgenden dag, dal ik als een man
in de wereld het kantoor betrad, waar ik al de ge
heimen ende vingerspraak leerde, die ik noodig had,
om voortaan niet meer in de wereld bespol te wor
den.
Twee jaren later stierf de heer Zwezerik aan eene
uilierende ziekte, en daar hij geene kinderen naliet
(zijne vrouw had reeds het vorige jaar het tijdelijke
met het eeuwige verwisseld), werden zijne zaken
geliquideerd. Van de overgeschoten gelden werd,
volgens zijne testamentaire beschikking, een deel
aan de keukenmeid toegewezen, een ander gedeelte
werd voor eene plechtige begrafenis en zielmissen
beschoren, terwijl het overige aan de verfraaiing der
kerk en ter ondersleuning der stadsarmen besteed
werd.
VII.
Daar stond ik dan weêr alleen, geheel verlaten in
de wereld. Alleen Neen ik had in Pater Kraakvoet
den man gevonden, die mij al datgene Ieerd6, wat
noodig was, om een eerlijk man in de wereld te
worden. Maar onmogelijk kon ik van hem vergen,
dat hij mij bet levensonderhoud versohaftctrou- j
wens, ik was ook niet de éónige, dien hij met raad 1
bijstond zijne leerlingen waren legio, en dezen
allen behulpzaam van slofTelijken aard te zijn, zou
boven zijne krachten gaan. Ik besefte, dat ik door
de jaren wijzer was geworden, en dat ik door den
omgang met lieden van ontwikkeling mij vrijer kon
bewegen. Gebeelc buurten en wijken liep ik onbe
schroomd af, en de namen der stralen en stegen, die
Dus bijna vijf en dertig millioenen waarvan,
zonderde gevloekte schoolwet van 1879, meer
dan 25 millioenen hadden kunnen besteed
j worden aan de verbeteringen van wegen en
banen en vooral aan de bestrijding der perio-
dische overstroomingen die de bevolking van
zekere streken onzes lands ten gronde ruïne
ren.
En waaraan heelt men die 55 millioenen ten
meerderendeele besleed Aan een onder
wijs dat door de Kerk gedoemd en door de
overgroote meerderheid des volks verstooten
en verfoeid wordt aan nuttelooze schoolpa-
leizenen aan een ganscli leger lufrikken die
vet, ja, dobbel dik betaald worden om konijnen
te kweeken, de kroegen af te loopen en pijpen
te doorrooken Ja, aan dit alles heelt men
onze 55 millioenen verkneukeld
De Maasbode van Rotterdam bracht dezer
dagen een schrijven in 't licht van B.\ Goffin,
die,in 1881, te Brussel overleed en als vrijden
ker begraven wierd.
Volgens dit stuk, wilde B.\ Goffin de vrij
metselarij wat zuiveren van al dien vuilen en
smeerigen droesem welken men overvloedig
in hare geheime holen aantreft, en schetste die
vuiligheid in de volgende regelen af.
Luistert en ziethier wat B.\ Goffin schreef
Ik schreef verleden zondag dat de vrijmet
selarij eene zuivering noodig heeft_Meu
daagt mij uit meer bepaald te spreken.
Welaan, mijn Br.-., men beeft niet lang te
zoeken om onder ons te vinden den ontrouwen
echtgenoot, die, flagrante delicto betrapt, liet
moeilijk ontkwam door zijne wettige vrouw te
worden neérgesclioten den handelsman, die
zich al te spoedig verrijkt den effektenliande-
laar met bedriegelijke weerden den knoeier,
die de een of anderen Philippart de band leent;
den scholt, die vergeet zijne schulden te vol
doen en met eene lichtekooi aan den arm door
hel Park wandelt.
Den slechten zoon, die de hand legen zijn
vader opheftden minnaar, die zijne verleide
bruid in den steek laatden koopman, die
bankroet is en zijne geboortestad verlaat, omin
eene andere stad eene groote zaak te beginnen
met 't geld zijner schuldeischers ;den zoon van
een groot persoonagie, onder curatele gesteld,
omdat bij zijn vuil linnen niet wist te wasschen
en familie.
Den voogd, die de minderjarige verleidt
en zijne vrouw verstoot den schepene der
poficie, die weigert zijne plicht te vervullen
den advokaat, die rekening weigert aan eenen
ongelukkigen kliënt dan zekere Loges, die
hunne leden in de ellende laten sterven en dien
hoop bluffers, die aan het hoofd staan, alsmede
die welke verlangen naar vette ambten en pas
voldaan aan den tempel den rug keeren.
Het ware niet moeielijk deze lijst nog wat
te verlengen en nog eene rijke opsomming van
bijzonderheden, geschikt om de namen te doen
kennen, die zich achter deze misselijkheden
verschuilen, hierbij te voegen maar wij geloo-
ven genoeg gezegd te hebben om de kankerende
wonden van liet instituut (de vrijmetselarij,
voor het oog te ontblooten, en de noodzakelijk
heid van krachtige middelen aan te toonen.
Wij laten ganscli de verantwoordelijkheid
yan dit portret aan B.\ Goffin over; doch
indien het gelijkend is, en wij hebben reden
het le gelooven, dan heelt het maconniek libe-
ralismus meer dan reden van le zwijgen als
het zijne tegenstrevers van oneerlijkheid en
schurlïigheid beschuldigd
cr inlagen, kende ik allen op mijn duimpje. Het
zoude mij dus niet moeilijk vallen, eene andere en,
misschien wel betere, betrekking te krijgen, zoo
meende ik doch waarlijk, ik vond mij op dit punt
bedrogen.
Men bad mij vergund om nog eenige dagen na den
dood van deu heer Zwezerik mijne slaapplaats in
den wijnkelder le behouden, doch bij het overgaan
der zaken aan een ander persoon werd ik daaruit
verdreven. De man, die nu eigenaar der pakhuizen
geworden was, zag er „alles behalvo menschlievend
uit hij had vreeselijk dikke bakkebaarden, en een
stompneus, waarover twee grooie oogen. als de twee
kijkglazen aan den voorsteven van een schip, uit
staken. Hij droeg een Italiaanschen hoed, meteen
buil er in, op hel hoofd, en had gewoonlijk een
dikken doornstok in de hand.
Al huiverde voor dien man, en hij misschien wel
voor mij, want bij onze eerste ontmoeting was bet
eerste woord, hetwelk hij mij toevoegde, dat ik het
keldergat uitmoest, en mijn verderen weg door de
wereld maar moest zien te vinden.
Ik gehoorzaamde hem op staanden voet, zamelde
de weinige plunje, die ik behalve een nieuw pak
kleêren, dat ik aangetrokken had, en dat ik mijn
eigendom kon noemen, bezat, op een hoopje bij
elkander, bond dit stevig in een roodbonten zakdoek,
en liep naar builen.
Sedert driejaren was mij geen enkele traan meer
ontvallen, maar nu ik weer alleen stond, in hét
gewoel van menschen en rijtuigen, vond ik mij nog
zwak genoeg, en een paar blanke droppels rolden
over mijne wangen. Ik telde het geld na, dal ik
bezat, en dat ik in de punt van een anderen zakdoek
geknoopt had, en kwam tot het bewustzijn, dal ik
in het bezit was van eenige guldens, wat klein zil
vergeld, en een groot getal Belgische centen of er
Ziethier de wet op 't onderwijs, welke dezer
dagen in de Kamer gestemd is
Art. 1. In het vlaamsche gedeelte des lands
zullen de leergangen van de voorbereidende
afdeeling, gevoegd bij de middelbare staats
scholen, in 't vlaamscli worden gegeven.
Het onderwijs der fransche taal wordt er
derwijze ingericht dat de leerlingen bekwaam
worden gemaakt om met vrucht de fransche
leergangen der midden-afdeelingen te volgen.
Art. 2. In de eigenlijke middelbare afdeeling
yan de scholen van dit gedeelte zal de leergang
in het vlaamsch gegeven worden.
De lessen van engelsch en duitsch zullen
uitsluitend in het vlaamsch worden gegeven,
tot dat de leerlingen in staat zijn deze studiën
voorttezetten in de taal zelve, die men hun
onderwijst.
Een of verscheiden leergangen van het pro
gram worden insgelijks gegeven in het
vlaamsch. De aldus gegeven leergangen zullen
ten getalle van twee zijn, althans te beginnen
met de heropening der klassen van 1886.
Art. 3. De voorschriften van het vorige
artikel zijn toepasselijk op de atheneums in
dezelfde streken gelegen.
Art. 4. De vakwoorden der wiskundige en
natuurlijke wetenschappen, alsmede die van
de andere leergangen van liet program wor
den gelijktijdig in 't fransch en in 't vlaamsch
onderwezen.
De geschied- en aardrijkskundige namen
worden zooveel mogelijk gegeven in het
vlaamsch en in het fransch tegelijk.
Art. 5. De regeering, na het gevoelen te
hebben ingewonnen va» de besturen der on
derwijsgestichten van den Staat, mag altijd
beslissen, dat alle of een deel van de leergan
gen, die overeenkomstig art. 2 en 3 in de
vlaamsche taal worden gegeven, tevens in het
fransch zullen gegeven worden.
De gemeenteraden hebben hetzelfde recht
wat hunne gestichten van middelbaar onderwijs
betreft.
Art. 6. Er zal een normaal onderwijs wor
den ingericht, inzonderheid bestemd om lee
raars te vormen, bekwaam om in het vlaamsch
te onderwijzen.
Art. 7. Indien de regeering niet in staat
ware om de volle uitvoering der tegenwoor
dige wet te verzekeren voorde leergangen van
liet jaar 1886, zou zij aan de kamers rekening
geven van de reden, die deze uitvoering heb
ben verhinderd en van al de maatregelen die
genomen zijn om dien toestand te verhelpen.
eenige Hollandscbc koperen munten onderdoor lie
pen, heb ik niet kunnen ontdekken, en betwijfel ik
ook zeer, want het was juist een tijd, dat de smok
kelhandel in het lieve geld zijn toppunt bereikt had,
dank zij de toegevendheid van ons Gouvernement.
Wanneer men den leeftijd van achttien tol twintig
jaren bereikt beeft, dan droomt men zich een leven
zonder einde men gevoeli zich trots, op welken
lagen trap men ook in het maatschappelijk leven
geplaatst is. Is men kantoorbediende, of koffiehuis-
jongen, of de knecht van een barbier, men richt het
hoofd lier overeind, wanneer men een kruier, een
pakkendrager, of een in lompen gehulden bedelaar
ontmoet. Eene duivelschc stem schijnt ons toe te
fluisteren, dat men zich boven dezen verhellen moet.
IJdele wereldschc menschen De Keizer ziet trolsch
op den Koning, de Hertog op den Graaf, de Graaf op
den Jonker, cn deze weer op zijn rentmeester ueder
De eene burger meet de waarde van den anderen af
naar de hoegrootheid der schatten, die hij in zijn
bezit heeft. De hoovaardij is dc hoofdondeugd der
menschen. Dat alles weet ik bij ondervinding, en
had mijn pad niet op kronkelwegen geloopen, ik
zou dit nimmer hebben durven en kunnen zeggen.
Het was juist weer op den dag mijner verjaring,
dat ik den kelderdienst vaarwel zeide. Ik was wel
bedroefd, maar toch slapte ik fier de gracht ten
einde.
Plotseling werd mijn eor verrast door een krij-
schenden uitroep. Uit eene dor stegen stormde een
lange lummel van een jongen op mij toe, en hield
mij bij den halskraag V3st.
ik schrikte geweldig, en mijn mond opende zich I
om hulp te roepen.
Houd den bek, Jonas, duwde hij mij toe,
herkent gij uw straatmakker niet meer
Een enkele oogopslag overtuigde mij, dat ik den i
I Vj?1?en!5 de, verklaring, verleden vrijdag door
M- r rère in de Kamer gedaan, zal waarschijn
lijk in den huidigen zittijd het wetsontwerp
worden neêrgelegd over de inrichting der nati
onale reserve. Hoe zal deze reserve ingericht
worden M. de Minister heelt dit verleden jaar
budjet l^ens besPrek'n8 van zijn
Deze reserve, 30,000 man sterk, aldus sprak
hij in de zitting van 10 Maart, zou alle jongelin
gen bevatten welke verklaard hebben, zich te
doen remplaceeren, tijdens de lottrekking voor
net leger, en die niet in persoon zouden dienen;
zij zouden op hunne kosten gekleed worden
men zou ze gedurende drie maanden doen
bijeenkomen gedurende het eerste jaar, om
bun bet militaire onderricht te geven vervol
gens zou men ze de volgende jaren driemaal
oelenen, iedermaal gedurende een tijdperk van
ongeveer eene maand. De duur van den dienst
zou acht jaren zijn.
Dus, iedereen soldaat, de eene in het leger
de andere in de reserve eri deze laatste op
hunne kosten Gij zult uwen plaatsvervanger
betalen, en daarna gedurende acht, jaren sol
daat zijn en ieder jaar zult ge drie maanden
naar t kamp gaan. Een bevel van M. Gratry
komt en gij zult allen, de eene den veldarbeid,
de andere de fabriekwerken moeten verlaten
om naar de exercitie te snellen.
Reeds zijn de schatplichtige» aan de libera
len twaalf millioen meer lasten verschuldigd,
daarbij eene aanzienlijke vermeerdering der
tarieven van de ijzerenwegen en de afzetting
der rent 4 1/2 weldra zullen ze nog vijf-en-
twintig millioen nieuwe belastingen hebben, en,
om bun den genadeslag te geven, de nationale
reserve.
Men ziet het, het zal hoe langer, hoe beter,
ik wil zeggen, hoe slechter gaan in ons onge
lukkig België
Kiemen, schieten der aardappels.
Meestal de'buitenlieden weten niet of vergeten
dat de aardappelen, die beginnen te kiemen
eene vergiftige zelfstandigheid inhouden, ge
naamd desolamine, die dikwijls vergiftigingen
voortbrengt waarvan men vruchteloos de oor
zaken elders zoekt. Het is zoo dat dikwijls
zwijnen en pluimgedierten die in de koeren
en de velden rondloopen, met het einde van
den winter vergeven zijn. Het is bijzonderlijk
de kiem die deze venijnige zelfstandigheid be
vat. Het vergiftigde dier sterft niet altijd
maar indien het vergift bet niet altijd dood'
verflauwd en vermagert het dit brengt toch
altijd eene groote schade voor den veefokker
mede. Men kan niet genoeg de veefokkers, die
hunne varkens en andere dieren met aardap
pelen voeden, aanraden er zorgvuldig al de
kiemen of schoten af te doen, vooraleer |ze aau
de beesten gegeven worden.
straatbengel van weleer voor mij had. Eene huive
ring voer door mijne leden, toen ik den armoedig
gekleeden knaap van top tol leen beschouwde en
zacht voegde ik hem toe
Laat mij los, opdat ik mijn weg vervolge.
Hij grijnslachte, en schoof de borstelige haarlok
ken weg, die onder zijne smerige pet in bundels om
zijne oogen vielen.
Wees niet ondankbaar. Jonas het zou u
kunnen berouwen, beet hij mij in het oor.
Was het de hoovaardigheid, die in mijn hart ont
kiemde, of wel, schaamde ik mij om met den ondeu-
genden knaap op den publiekcn weg te spreken» Ik
weet het nietmaar dit weet ik wel, dat ik den
bengel op de Mookerheide wenschte.
Naar ik zie 7,ijl gij een man in de wereld
geworden, zeide hij hoonend, en betastte mijn
n:euw lakensch buisje, waarop ik zoo trots was, Ja
waarlijk, Jonas gij zijl een man in de wereld ge
worden, «herhaalde hij, en omdat gij dat ge
worden zijt, vergeet gij de weldaad, die ik u een
maal bewezen heb.
Hij keerde mij den rug toe, en verwijderde zich.
Was het eene goede geest, die mij aan hel wan
kelen bracht, ik weel het niet, maar eene inwen
dige slem fluisterde mij toe, dat ik een ondankbare
was. Plotseling keerde ik eenige slappen terug, en
wenkte hem om weer bij mij te komen.
Hij glimlachte, en zeide
Ha Gij hebt mijn dienst noodig, dat doet mij
waarlijk genoegen. Waarheen wil mijnheer Bonte-
kraai, dal ik hem den weg zal wijzen.
Die woorden waren stekelig, en kwetsten mijn
eergevoelalthans, wanneer ik op eergevoel kon
bogen, of wel, dat dit zoogenaamde eergevoel alweer
uit mijne hoovaardige borst ontsproot.
Wordt voortgezet.)