58ste Jaar
ZondagIS Ju/t 1885.
iV° 1922
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
IJZERENWEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR
Verplichtend onderwijs.
EENE KALE JUFFER
Vlaanische belangen.
Weezenverdrukkers.
l'roviiicialeraaii van Oosl-Y iaaiideren.
NAAR ABLST UIT
Ath 6.48 40.19 1.48 4.08 7.57 9.45
Anlw. 5.15 6,30 9,15 9.50 40.50 E. 4* 2# 3* jl. 12 22
3-45 E. l°2°3* kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 4» 2° 3* kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
41.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8.40 E3 kl.
8-24 en des zondags 41.45
Dendermonde 7.07 9.41 41.35 2.27 5.28 8.24 10,54
Geeraerdsbergcn 7.27 41.05 2.00 4.50 8.39 9.4«
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 1 1.06 12.34 E 3kl.
4.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.25
Lokeren 6.33 8.48 10.57 1.46 4.44 7.52
Ninove 7.55 41.33 2.28 5.48 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 41.12E 3 kl. 11.54 6.04
uit Gbnt naar
Mooitzeele, Soltegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-.e-
Corate 5.47 8.12E 8.52 44.48 2.20 5.40 6.59
UIT GBERARRDSBERGEN NAAR
Maria-Licrde.Sotlegem, Moorlzeele'en Gent, 5.45 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 44.58 2.58 5.50 E 8.51
u i"T Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, He^elc, Sotleg. Audenaerde, Ansegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.09 7.20 direct.
i £17 6<?TTECEM LANGS DENDERLEEUW NAAR:
(5.38 s Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48
UIT ^tWERPEN NAAR St. NiKOLAES, LOKEREN EN GENT
£to e 2 10 55 2 05 3,43 5-12 E 3 ku*35 8"00
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
n'if°c„5 8 00,E 9-22 10-3° 2-20 4'13 E 2kl.5.25 7,45
i gCm langs ErPe'Mcire- 7 30 4-58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 40,04 4,47 7,42
ABONNEMENTPRIJS: 6 FRANKS 'S JAARS
g»J-"-""J-'I'.—
De inschrijving eindigt met SI December. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3"- biadz.60 cent.
DER
Dendermonde. 4-56 6-35 8-45 11-09 3-09 G-40 10.08
Lokeren. 4-56 6-35 1-45 41-09 3-09 6-40
Meehelen. 4-561 6-351 7-30d 8-12d Exp. 4« 2' 3' kl. 8-451
41 -59d l-04d Exp. 4* 2* 3* kl. 2-54d 3-091 5-08d
6-40/ 10-08d Exp. 4* 2" 3* kl.
Anlw. 4-561 6-351 7-30d 8-4zdExp. 3kl. 8-451 l-04dExp.
4* 2# 3* kl. 2-5ld 3-091 5-58d 6-4o1 40-08d Exp.
4* 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 O-OO 8-12
E 3 kl.9-13 40-25dir. 14-59 1-04 ES kl. 2-54 5-05 E 3' kl
(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-46 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/ 6-38/ 8-12d
E 3 kl. 8-451 ti-00d 9-13d (ll-59d tot Leuveu) l-04d
Exp. 1* 2° 3' kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16&' 10 08 E
3 kl.
(4) Nota. De loiter 1 boteekent langs Termonde en de
Gent, (5-00 's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-44 9-41
42-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 5-59 E 3kl. 6-04 6-38
8-49 Exp 3 kl. 9-38 en des zondags 42-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 38 5 59 E 1# 2* 3" kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47
12 21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Rys3. langs Alh) 5-55 8-12 E.
3 klas lol Dendorleeuw 41-59 2-51 6-00
Ninove. Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-14
Bergen, Quiévrain 5 55 8-12 E. tot Denderl.11-59 2-51 5-58
Engbien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 11-59 2-31 0-00 5 58
Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat42.30 6.02
Moorsel, Opwyck, Meehelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,24 6,09
letter d langs Denderleeuw.
Unique Suuin.
AELST, 14 JULI 1885.
Wij hebben in ons laatste nummer bet wets
ontwerp op 't verplichtend onderwijs afgekon
digd 't welk aan de Kamers komt voorgesteld
te Wul dcll.
Wie bet wetsontwerp met aandacht beeft
gelezen, moet met ons bekennen dat liet geen
ander doel beeft dan de Staat in plaats te stel
len van dezen welke, uit kracht der goddelijke
en natuurlijke wetten, me', de opvoeding en
't onderwijs der kinderen gelast zijn.
Wij ontkennen aan den Staat bet recht van
als opvoeder en onderwijzer des volks op te
treden.... En waarom?.... Omdat dit stelsel
de rechten van God, de vrijheid der familiën
en 't vaderlijk gezag poogt te vernietigen.
En inderdaad
Het verplichtend staatsonderwijs maakt den
Staat beer en meester van de opvoeding en
't onderwijs der opkomende geslachtenhet
levert de jeugd aan zijne ongodsdienstige, of
beter gezegd, goddelooze bedoelingen met lijf
en ziel over. Immers, indienjde Staat met de
zending van op te voeden en te onderwijzen
gelast wordt, dan wordt hij de opperheer der
zielen. Nu, in gansch 't heelal bestaat er of
kan er geen ander opperheer der zielen be
staan dan God, haar schepper. God alleen kan
dus de zending verleenen van de zielen welke
hem toebehooren en naar zijn evenbeeld zijn
geschapen, te onderwijzen... En die zending
heeft God aan zijne H. Kerk toevertiouwd,
wanneer Hij tot zijne apostels zegde Gaat en
onderwijst alle volkeren
Het verplichtend onderwijs, wordt door al
wie de persoonlijke vrijheid lief heeft en niet
gestemd is om alles aan den God-Staat op te
otteren, als eene ware dwingelandij aan
schouwd, die de rechten der ouders en de
zeden en gebruiken van een vrij volk als het
onze onder de voeten trapt....
Alle wetten die strekken om het kind onaf
hankelijk te maken van zijne ouders moeten
verstooten worden, omdat die wetten tegen de
natuurlijke orde zondigen. Het verplichtend
onderwijs bijzonderlijk maakt het kind onaf
hankelijk van zijne ouders, omdat dit stelsel
aan deze laatsten de zorg ontrukt over hem te
waken. De opvoeding van 't kind behoort uit
kracht der natuurlijke wetten aan de ouders
en niet aan den Staat. De ouders alleen hebben
het recht te beslissen welke opvoeding, welk
onderwijs hun kind zal ontvangen, even als zij
het recht hebben te bepalen wat het zal eten
en drinken, welke kleederen het zal dragen,
wanneer hel zal opstaan en wanneer hel zal
slapen gaan...
Dus een kind tegen wil en dank zijner
ouders naar deze of geene school zenden en
het er in houden, 't is eene schending van
't grondbeginsel onzer instellingen, 't is de
miskenning der rechten en plichten van de
ouders ten opzichte hunner kinders, 't is de
overweldiging van 't ouderlijk gezag door den
Staat
Novelle van A. V. BULTYNCK.
«o»—
Overgenomen uit de Belgische Illustratie.
Op een buitengoed, op eenigen afsland van het
Westvlaandersch dorpje D. gelegen, woonde de
baron van Lominerdale, een schatrijk edelman, met
zijne zestienjarige dochter. Eene fraaie laan van
lindeboomen, geleidde van de voornaamste, of liever
eenige straat van liet dorpje naar hel kasteel dal, in
nieuwerweischen irant gebouwd, zich lachend ver
hief le midden der uitgestrekte tuinen en boomgaar
den met kronkelende paden doorsneden en met
kleurige bloemen doorzaaid.
De baron, evenals zijne echlgenoole, was weinig
gevoelig aan de schoonheden van het buitengoed
Voor ben konden de aantrekkelijkheden van het
builenleven0 hoe aangenaam ze anderen ook mochten
toelachen, niet opwegen tegen de stad, waar zij
eene overtollige pracht konden ten loon spreiden,
waar zij kruipende slaven ontmoetten die hunne
fortuin aanbaden en don nijd konden opwekken van
minderen, die de bovenmatige uitstalling van weelde
waardoor de baron en de barones van Lommerdale
zich deden opmerken, moesten aanschouwen en
bewonderen zonder dezelve te kunnen navolgen.
Wal de bewondering der eenvoudige buitenlieden
betreft, die het edele paar met gapenden mond en
wijd geopende oogen aanstaarden, toen het ge
beurde dat het met zijn prachtig rijtuig in snelle
vaart door het dorpje reed, deze was beider trolsch-
heid te gering; immers die dorpelingen, die niet eens
Het wetsontwerp op 't verplichtend onder
wijs strijdt regelrecht tegen het art. 17 onzer
grondwet, 't welk de vrijheid van onderwijs
uitroept. Ja, indien het gestemd wordt dan is
bedoeld artikel feitelijk afgeschaft.
En inderdaad,het zal van de willekeurigheid
des gouvernements afhangen de vrije scholen
onvoldoende te verklaren om de kinders te ver
bieden zich aldaar van den schooldwang le
kwijten.
De ouders blijven vrij voor hunne kinders
de school te verkiezen die hun vertrouwen
bezit, doch de Staat matigt zich het recht, aan
in de vrije scholen te dringen ten einde ie
onderzoeken of zij aan de vereischten van
't verplichtend onderwijs beantwoorden. Be
antwoorden zij, volgens den Staat, aan die
vereischten niet, dan kan men er de school
plicht niet vervullen.
En.om in de vrije scholen aan de schoolplicht
te kunnen voldoen moeten zij het programma
der officieele scholen volgen.
Wij vragen hel, wal blijft er nog van de
vrijheid van onderwijs over?.... En wie zou er
durven betwisten dal het art. 17 onzer Grond
wet hierdoor niet feitelijk ;zal afgeschaft
wezen Immers als een vader verplicht is
aan zijn kind, een onderwijs te laten geven,
volgens een programma dat hij niet alleen
afkeurt maar uit alle de krachten zijner ziel
versloot als tegenstrijdig aan zijne godsdiens
tige of politieke gevoelens, bestaat het art. 17
onzer Grondwet dan nog wel voordien vader
en ook voor dat kind, in andere woorden,
bestaat de vrijheid van onderwijs nog voor
hen?
Veronderstellen wij, een catholieke familie
vader, een dorp bewoonde alwaar het vrije
onderwijs bij gebreke aan hulpmiddelen niet
is konnen ingericht worden; die familievader
zal verplicht zijn, op straf van boet en gevan
genis, zijne kinders tegen zijne overtuiging,
tegen zijnen wil en dank, naar de oflicieele
school te zenden en zal het art. 17 onzer
Grondwet, voor hen ook niet feitelijk zijn
afgeschaft, in andere woorden, zal de vrijheid
van onderwijs nog voor dien familievader en
zijne kinders bestaan?
Dus. durven beweren dat het art. 17 onzer
Grondwet, de vrijheid van onderwijs bekrach
tigende, niet feitelijk door 't wetsontwerp op
't verplichtend onderwijs wordt afgeschaft,
is de middagzon loochenen.
Wij willen voor heden onze bemerkingen
hierbij bepalen. Wij voegen er nogthans bij
dat de handelwijze onzer liberale regeerders
heel zonderling mag geheeten worden. Verle
den week bestreden zij uit gansch hunne
krachten het voorstel van wijziging aan onze
grondwet door den radikalen groep voorge
steld, en geen wetgevende zittijd wordt geslo
ten zonder dat de eene of andere wet wordt in
leven geroepen door de welke onze Grondwet
langs bestuurlijke wegen wordt verkrenkl of
vernietigd.
Die handelwijze is niet ridderlijkzij gelijkt
aan deze van een laffen moordenaar die zijn
slachtoffer van tijd tot tijd gevaarlijke wonden
fransch verslonden, waren te dom om zich aan hen
gelegen le laten.
Juffer Elisa, de baronsdochler, was van een gansch
tegenstrijdig gevoelen. Zacht en leeder van inborst,
wist zij dc genoegens van het buitenleven - naar
waarde le schatten, Ofschoon de afke6r van hare
edele ouders voor de dorpelingen, of liever de boe
ren, zooals zij deze gewoonlijk noemden, haar niet
toeliet met do inwoners van het dorpje in aanraking
te komen,toch werd zij van allen opgemerkt, bewon
derd om hare maagdelijke schoonheid en bemind om
de engelachtige zachtmoedigheid welke zij van verre
in hare bevallige gelaatslrekkeu konden lezen.
liet was haar zoo lief geworden, op hare dagelijk-
sche wandelingen de gezonde buitenlucht in te
ademen en de lachende natuur te bewonderen, dat
alles wat haar omringde haar dierbaar, haar gansch
eigen werd.
Het zou haar oneindig leed gedaan hebben, in het
schoone jaargetijde gescheiden tc zijn van hare
statige, met groen beladene hoornen, hare kwelende
vogelen en hare frische bloemen.
Juffer Elisa had, zooals meest altijd het geval is
met kinderen die alleen zijn, een onbeperkt vermogen
op hare ouders; het was dus alleen om harentwille
dat de baron er in toestemde, eiken zomer,gedurende
eenige maanden, zijn buitengoed D. te komen be
wonen.
Daar het kasteel echter op weinig afsland van do
slad B gelegen was, vergoedde de baron zich de
verveling welke hij zich oplegde door elke week een
of meer dagen met zijne beminnelijke wederhelft in
de slad te gaan doorbrengen.
Elisa ging zelden of nooit mede; zij bleef dus op
die dagen met knechten en meiden alleen op het
landgoed. Het was haar echter door hare ouders
streng verboden eenigen gemeenzamen omgang met
de dienstboden to hebben. Zulks moest het meisje,
hoezeer zij ook de eenzaamheid lief had weldra ten
hoogste vervelen. Zij bad dus haren vader, in de stad
veroorzaakt om het dan eindelijk als de kans
klaar is, den genadeklop toe te dienen.
En nu ten slotte, aarzelen wij niet te zeggen
dal het belgische volk al die dwingelandij niet
langer dulden zal. De familievaders, de arnisten
gelijk de rijksten, zullen het vaderlijk gezag
dat hen door God is opgelegd tegen de schan
delijke aanmatigingen van 't goddeloos libera-
lismus weten te verdedigen.
Noch boeten, noch gevangenis zullen hen
afschrikken!... Ja, zij zullen hen hunne laatste
duit, hun laatste stukje brood laten ontrooven,
hen in 't gevang laten werpen, liever dan de
zielen hunner kinderen te leveren in de klau
wen van die duivels in menschenvleesch, die
hun tijdelijk en eeuwig ongeluk gezworen
hebben
Dat de liberalen zich het vlaamsch, de taal
van het volk. bitter weinig aandragen zooals
al wat het volk betreft, zien wij dagelijks voor
onze oogen
Ziethier een nieuw bewijs van de onverschil
ligheid, de kwaadwilligheid zelfs waarmee de
Vlamingen door het liberaal gouvernement be
handeld worden.
Dezer dagen verscheen als getuige voor de
correctioneele rechtbank van Gent een gen
darm uit Deynze. Deze man kon geen woord
vlaamsch de belichte van zijnen kant verstond
geen woord fransch. De rechtbank vond zich
genoodzaakt hare toevlucht te nemen toteenen
vertaler.
De brigadier der gendarmen te Deynze is
insgelijks een waal, die absoluut geen woord
vlaamsch verstaat.
Is dat met de Vlamingen den zot niet houden
Hoe kunnen zulke lieden de wetsovertre
dingen vaststellen? En welke waarde hebben
de processen-verbaal opgesteld door gendar
men die de taal niet spreken van de betichten.
Wanneer zal het gouvernement aan dat
schreeuwend onrecht toch eens een einde
stellen wanneer zullen de Vlamingen niet
meer als vreemdelingen in hun eigen land
behandeld worden
Dat de geuzen de catholieken uit alle postjes
en ambten verdrijven, om hun eigen in de
plaats te foefelen, dat zien wij alle dagen en
wij nemen er bijna geen acht meer op: daarom
zijn ze geus en t van alle rechtveerdigheid be
roofd.
Maar, dat zij om eenen geus te begunstigen
en te vetten, arme kleine weezen achteruit
stooten en hun het brood om zoo te zeggen
uit den mond rooven, zie dat is eene zaak die
ik niet kan verdragen en die mijn bloed van
verontweerdiging doet koken.
Over eenigen lijd stierf er in eene kleine
stad die wij zouden kunnen noemen, een
beambte van eene administratie. Deze beambte
bewoonde een fraai huis dat hem toebehoorde
en als bureel der administratie gebruikt wierd.
De arme weezen, door het afsterven van
ergens naar eene gezelschapsjuffer voor haar om te
zien. De baron, wien tol hiertoe alleen de zorg en de
iiefde voor zijn kind weerhouden hadden zijne uil
slapjes naar dc stad tc vermenigvuldigen, wenschte
niets beters dan Elisa's verzoek in te willigen en
speeöig was dan ook de verlangde gezelschapsjuffer
gevonden
II.
Wij hebben daar zoo even het rijtuig van den
baron van Lommerdale pijlsnel door de stralen van
hel dorp stadwaarts zien rollen. De meesters van het
landgoed zijn dus afwezig. Spoeden wij ons der
waarts om met de nieuwe gezelschapjutfer van Elisa
kennis te maken.
Zie, daar treden beide meisjes, die reeds vrien
dinnen schijnen le zijn, den arduinen trap af die van
uil het kasteel naar den bloementuin geleidt. Welk
verschil in houding en kleeding! Elisa in hagelblank
gelaal, den blos der jeugd op de wangen, een lachje
op de roode lipjes en eene roos in het blonde haar
gestrengeld, huppelt levendig en vroolijk, als het
beeld der argelooze onschuld. Maria zoo noemt zich
de nieuwaangekomene, ziet er eenige jaren ouder
uit dan Elisa, zij draagt een kleed van donkerbruine
kleur, hare wangen zijn bleek, een diepe rimpel
doorploegt reeds haar voorhoofd en om haren mond
speelt wel een glimlach, doch iets denkends, zells
iets bitters ligt er in besloten Zekere eene herinne
ring aan doorgestane rampen die haar gemoed be
kommert.
Elisa, die hare zoo ernstig gestemde gezellin
lachend vooruitgeloopen is, staat plotseling stil en
zet zich neder op eeno bank in het lommer van een
schoonen kastanjeboom.
Kom, Maria, zegt zij lot hel meisje dat lang
zaam nadert, kom, verlaat uwe droomerijen, zet u
hier eens néér aan mijne zijde en volbreng thans
uwe belofte gij weet wel, niel waar, dat ge mij
belooofd hebt uwe geschiedenis
hunnen beminden vader, van alle levensmid-
delen beroofd, vroegen van hun huis aan de
administratie te mogen verhuren, voor eene
zeer geringe som.
De administratie antwoordde dat zij zulke
aanzienlijke huur niet kon betalen aangezien
den slechten staat van de kas.
Maar wat vernam men eenige dagen later?..
De administratie had een ander huis gehuurd:
dit huis was slechter gelegen, was kleiuer, en
kostte tweemaal zooveel van huur als dat der
arme weezen, maar liet hoorde toe aan eenen
geus, en dat was genoeg.
Zulke broodroovers handelwijs kan niet
genoeg geschandvlekt worden; zij toont ons
hoe wreed en onmenschelijk sommige geuzen
zijn, als er maar kwestie is geld te verdienen.
(Mechelsche Courant.)
Redevoering uitgesproken door den heer
Emiel Van Mossevelde, van Audegem.
Gaarne voldoen wij aan 't verzoek 't welk
ons werd gedaan van de redevoering aan onze
geëerde lezers meétedeelen welke den heer
Van Mossevelde in zitting van 10 juli uitsprak,
ten voordeele der verleening van een krediet
van 1000 franks, als toelage der provincie tot
het bestrijden der onkosten van oprichting
eens model-hoppevelds met droogerij te Aelst.
Mijne lleeren
«Dewijl ik mijn mandaat houd van een deel der
hoppestreek van deze provincie en dat ik van
den anderen kant handel in hoppe drijf,reken ik
het mij lot eene plicht u eenige uitleggingen te
geven over 't onderwerp waarvan spraak is in
't verslag des heeren De Clippele.
De vraag des heeren ministers van inwen
dige betrekkelijk de tusschenkomst der pro
vincie in de onkosten van oprichting eens
proef-hoppevelds te Aelst, zal, ik twijfel er
geenzins aan, door den Raad ingewilligd wor
den met de bereidwilligheid die zijne belang
rijkheid veroorlooft.
De provinciale Commissie van Landbouw
preesjn hare jaarlijks'che verslagen van 1878
en 1879 het gedacht aan eener tusschenkomst
van den Staat voor de verbeteringen in deze
belangrijke nijverheid in te voeren. De Land-
bouw-Maatschappij dezer provincie stelde zich
op hare beurt in betrekking met 't gouverne
ment om dit doel te bereiken. Heden dat deze
kwestie rijpelijk onderzocht, in onze Wetge
vende Kamers besproken, en als van groot
nut is erkend geweest, kunnen wij onze mede
werking niet weigeren, aan een werk 't welk
geroepen is om bij ons heilzame nieuwigheden
in te voeren betrekkelijk den bouw en de droo
ging der hoppe. De toelage waarvan spraak
in 't verslag is gering; hel geldt slechts eene
som van duizend franks eens gegeven. Dit kre
diet, ik heb er de overtuiging van, zal met een
parigheid toegestaan worden ik mag mij dus
onthouden op dit punt verder aan te dringen.
Doch daar ik in staat ben uithoofde mijner
hoedanigheid van koopman in dees artikel, u
inlichtingen te geven welke aan uwe stemming
een karakter van gezag kunnen bijzetten, denk
ik uw verlangen te moeten voorkomen met u
Het meisje zette zich naast hare meesteres en
sprak: Mijne droomerijen, mejull'er, zijn enkel
lieurige herinneringen aan betere dagen, toen ik
eens onbekommerd al de genoegens der jeugd genoot.
Mijne treurigheid komt uit niets anders voort dan uit
het herdenken der geschiedenis welke gij zoo vurig
verlangt te kennen. Misschien ware het thans onge
past de zoo vroolijke stemming van uw hart, door
hel verhaal van mijn ongeluk, ic bederven.
Oneen, Maria! vrees dat niet. Nauwelijks eenige
dagen kennen wij elkander en reeds stel ik hel
hoogste belang in alles wat u betreft. Gij zijl ook zoo
goed; wie zou u niet beminnen' Verhaal mij dus
uwe geschiedenis en vrees niet'mij te bedroeven, ik
zal mij gelukkig achten tranen te storten, indien ik
daarmede eenige verzachting aan uw leed kan toe
brengen.
Heb dank, mejuffer, voor dit bewijs uwer ge
negenheid, lk voel mij gelukkig een hart gevonden
te hebben, waarin ik met vertrouwen het wee dat
mij den boezem doorgrieft mag uitstorten.
Even als gij, mejulfer, werd ik in den schoot der
weelde geboren Mijne ouders waren, wel is waar,
geene edellieden, doch mijn vader was een der
rijkste kooplieden van hel handeldrijvende Antwer
pen. Hij beminde mijne moeder, zijne aangebeden
vrouw, en mij, de eenige spruit van zijnen echt, niet
eene onbegrensdo liefde Hij was rijk, maar om die
twee geliefde wezens nog gelukkigor te makon,
wilde hij nog rijker zijn.
Zijne overdrevene liefde maakte hem roekeloos
iu den koophandel. Hel bijna onfeilbaar gelukken van
al zijne ondernemingen bracht in hem zulk een vast
vertrouwen in zijne eigene kunde en schranderheid
leweeg, deed hem zoo vast op zijne gelukster reke-
uen, dal hij niet vreesde zijne huishonding op den
rijkston en schitterendste» voet in te richten, terwijl
geene oudernemiDg, hoe gewaagd zij anderen ook
voorkwam, hem afschrikte. Meer dan eens zette hij
het grootste deel zijner fortuin in eena op het spel,
de groote voordeelen aan te wijzen die planters
en kooplieden zullen trekken uit de oprichting
van een proef-hoppeveld in 't centrum van den
hopbouw in onze provincie.
kwestie welke ons onledig houdt,
Mijne Heeren, is onder opzicht des landbouws,
allerbelangrijkst. In den huidigen toestand
van den akkerbouw, is het noodzakelijk lot de
ontwikkeling van den bouw der nijverheids-
planten mee te werken welke alleen in staat
zijn de hem omringende gevaren af te weren.
De hoppesoorten van ons land zijn onbe
twistbaar van goede hoedanigheid en van aard
om met vele vreemde voortbrengsels mede te
dingen. De oorzaak van hare mindere kwali
teit berust slechts in 't gebrek aan zorgen bij
de verschillige werkzaamheden vóór dat zij
aan 't verbruik worden geleverd. Onder dit
opzicht, hebben onze planters den voofnitgang
niet gevolgd, en wij kunnen niet géfioeg de
oprichting goedkeuren van dit' igé&icht te
Aelst, het centrum van dezen touw en hhhdel
in België, t Is daar dat ipen fien zal leeren
om aan hunne voortbrengsels eene dubbele
waarde te doen verkrijgen.
Ik zou nog beter dé belangrijkheid van
dezen maatregel kunrren doen uhschijnen, met
u lezing te geven van de redevoering welke
de heer C. Verbrugghent Afgevaardigde van
Aelst, in zitiing der Kamer van Volksvertegen
woordigers van fl .Mei uitsprak, doch om geen
tijd-tirverliezen, verdoek ik u de jaafboeken
der Kamer te raadplegen. Echter indien er
leden zijn welke begeeren dat ik er lezing van
geef, ik boud mij gansch ter hunner beschik
king om aan hunne vraag te beantwooreen.
De toelage van 1000 franks werd toegestaan.
Davidsfondg.
Ten einde eene verbroedering onder al de
leden van het Davidsfonds van het gansche
land te weeg te brengen, biedt in augusti aan
staande het brugsche Davidsfonds een schoon
feest aan al de afdeelingen van Belgie, die dus
uUgenoodigd zijn om te Brugge de dagen van
27 en 28 augusti vreugdevol en vermakelijk te
komen slijten.
Geen twijlel of deze poging bekomt den bes
ten uitslag, want een uitstapje naar Brugge is
altijd aangenaam in den zomer, ten eerste
orndat Brugge het zien weerd is, en ten tweede
omdat Blankenberghe er zoo dicht bij ligt met
zijn* heerlijk strand, met zijn pracluigen zeedijk
en zijne frissche zee.
Voeg daarbij de aantrekkelijkheid van het
aangeboden feestde nieuwsgierigheid aller
leden van liet Davidsfonds om met elkander
kennis te maken de geschiktheid van het
tijdstip op hetwelk de plechtigheden plaats
grijpen, en het zal niemand verwonderen te
vernemen dat men niet bij honderden maar bij
duizenden zal afkomen.
En niemand zal de moeite beklagen want de
brugsche leden van liet Davidsfonds hebben er
moed op, om het verblijf hunner konfraters
zoo aantrekkelijk mogelijk te maken.
(Burgerwelzijn.)
en telkens bracht de uilslag hem nieuwe winsten
aan.
Inlusschcn sleet ik onbezorgd de dagen mijner
kindsheid, omringd door de zorgen mijner liefderijke
moeder, wier armen ik slechts verliet, toon ik later
eene schitterende opvoeding zou gaan ontvangen in
eene beroemde kostschool.
O, hoeverre zijn die ongelukkige stonden reeds
van mij verwijderdIk herinner mij nog wel hoe
soms als eene donkere wolk over hel gelaal mijner
anders zoo opgeruimde moeder zweefde; toen wist
ik echter nog niet wal zulks beteckende Dit had
ongetwijfeld plaats in die oogenblikken, wanneer
zij vreesde dat haar geliefde echtgenoot, door zijne
al ie groote roekeloosheid en winzucht, wel eens
gevaar kon loopen zijne fortuin tc verliezen zooals
hij die gewonnen had; dan wanneer zij vermoedde
dat een slag van hel noodlot, dat reeds zoovele roe-
keloozen heelt ten onder gebracht, ook licrn kon
treffen en voor altijd beider bestaan, de toekomst van
haar kind kon vernietigen.
In die omstandigheden werd ik, op mijn veer
tiende jaar, naar de kostschool gezonden. Dat ik
bitter schreide toen ik afscheid moest nemen van
mijne ouders, de eenige wezens welke ik op aarde
beminde, is gemakkelijk te begrijpen. Ik bleef iD
gestadige, drukke briefwisseling met die goedo
moeder, uil wier omhelzing ik mij niel dan met
de grootste moeite had kunnen losrukken. Uit hare
brieven vernam ik hoe vurig zij somwijlen mijnen
vader smeekle, zich met zijne fortuin, waarmede
wij ruim genoeg hadden om onbekommerd, volgens
onzen rang tc leven, uit den handel terug te trekken.
Daartegen wist hij zoovele bezwaren in te brengen
dat bidden noch tranen niets aan zijn besluit kon
veranderen De spekulaliezucht was, helaas! bij,
vader een ontembare drift, een tweede natuur ge
worden en hij wilde van geen rusten hooren.
Wordt voortgezet.