38ste Jaar
Zondag, I *2 hujusti 111115
N° 1926.
IJZEKENWEG. VERTREKUREN UIT AELST AAAK
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
't Is de Staat die betaalt!...
EENE KALE JUFFER
Het liberalisnius en de
landbouw.
Waartoe de belastingen moeten
dienen.
DE
ER-BODE
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt mei 51 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op ZA" bladz. 50 cent.
Deodermonde. 4-56 6-35 8-45 it-09 3-09 6-40 10.08
Lokeren.
4-56 6-33 8-45 11-09 3-09 6-40
Mechelen. 4-561 C-351 7-3UJ 8-1 2d Exp. kl. 8-451
I l-59d l-04d Exp. i*2« 3* kl. 2-51d 3-09/ 5-08d
6-401 lU-Oöd Exp. 1' 2* 3* kl.
\ntw. 4-56t 6-351 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l-04dExp.
1" 2* 3' kl. 2-5id 3-091 5-58d6-4«»< 10-08dExp.
1" 2* 3e kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12
E 3 kl.9-13 10-25 dir. i 1-59 1-04 EH kl. 2-51 5-05 E 3« kl
(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 F. 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-381 8-12d
E 3 LI. 8-451 O-OOd 9-13d (lt-59d tot Leuven) l-04d
Exp. 1* 2* 3' kl. 2-51d 5-58d 8 49d direct 9-16d 10 08 E
3 kl.
(1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde en de
Gent, (5-00 's vrijd 7-04dir. 7-56 E3 kl. 8-44 9-41
12-21 12-4(i 0-00 dir. H-08 3-37 5-59 E 3kl. 6-04 6-38
8 49 Exp 3 kl. 9-38 en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 38 5 59 E 2' 3* kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs (lend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. llanys Alli) 5-55 8-12 E.
3 klas lol Denderleeuw 1 1-59 2-51 6-00
Ninove. Geeraerdsbergen, Lessen. Ath 5-55 7 30 8-12E 3 kl.
lol Dcnderl 11-59 2-51 6 00 9-H
Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E tot üenderl.l 1-59 2-51 5-58
Enghicn Braine, Manage, Charleroi, Namen lanqs Geeraerds
bergen 5-55 M-59 2-51 0-00 5 58
Soltegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel.Opwyck.Mechelen,Antwerpen 5,07 9.27 3,'21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
Calque Siiuiu.
NAAR AELST UIT
Ath 6.48 10.19 1.18 4.08 7.57 9 15
Anlw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1' 2* 3* 'A. 12 22
3-15 E. 102°3* kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1*2° 3» kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 u.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8.10 E3 kl.
8-24 en des zondags 11.45
Dcndermonde 7.07 9.41 1 1.35 2.27 5.28 8.24 10 54
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.48
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1 42 4.29 8.24 9.25
l.okcren 6.33 8.48 10.57 1.46 4.44 7.52
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 1I.12E 3 kl. 11.54 6.04
uit Gent naar
Moortzeeie, Soltegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-e-
Coratc 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT GBERAERDSBERGEN NAAR
Maria-Lierde, Soliegem, Moorizeele en Gent, 5.15 vryd.
7.2: 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 5.50 E 8.51
uit Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, Hczele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 direct.
A 1 /"IT S°TTEGEM DENDERLEEUW NAAR
AeJst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48
uit Antwerpen naar St. Nirolaes, Lokeren en Gent
4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8-00
9-10 E
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4./23 7.05 8 00E 9.22 1'».50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,15
Dit Sotlegem langs Erpe-Meire. 7.50 1.58 7.4»
uit Antwerpen (zuid) naar Opvvyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
AELST. II AUGUSTI 1883.
Wanneer het volk bittere klachten
laat hooren over de altijd klimmende
geldverspillingen in zake van liberaal
onderwijs en opbomving van scholen
veroordeeld om ledig te staan, dan
vindt men altijd aan t liberalisnius
verkochte zielen, die zich verhaasten
uitte roepen: Waarom klaagt gij
Maar 't is ae Staat die betaalt!!
En het schijnt hen dat, na die voor
hen afdoende antwoord welke zij
komen te geven, er niets meer te ant
woorden valt....
Heden dat het ministerie in tegen
woordigheid van een schrikwekkend
tekort staat, dat het meer dan 22 mil-
lioenen nieuwe belastingen eischt om
het budget in evenwicht te brengen,
is het heel gemakkelijk die zolte ant
woord, namelijk dat het de Staat is die
betaalt, tot in den grond af te breken...
Inderdaad, 't is de Staat die be
taalt,... maar!... ja, maar dat men ons
zegge waar de Staat de geldmiddelen
gaat zoeken om zijne school, militaire
en- andere dwaasheden te dekken
Vraagt het aan zekere belastingbe
talers: aan de kooplieden, nijveraars,
landbouwers, winkeliers en werklie
den, en deze zullen u zeggen dat het
met de in zuren arbeid gewonnen gel
den is, die de Staat hen afperst, dat
deze laatste betaalt!
t Is de Staat die betaalt
Waarlijk maar de Staat vergeet nooit
van jaarlijks bij ons te komen aanklop
pen om ons eene rekening of contri
buliebiljet in handen Ie steken die
men gehouden is op tijd en stond te
betalen, indien men zich niet wil bloot
stellen aan nog meer te moeten afdui-
men.
't Is de Staat die betaalt
Ja, 't is de waarheid, maar 't is ook
de Staat die ontvangt en hij geeft ons
▼eel min terug dan hij ons afneemt.
Dit is eene onbetwistbare waarheid
tegen de welke men niets in te bren
gen weel. Immers waar de Staat ons
een frank afneemt, bewijs hij ons nog
voor geen tien centiemen diensten.
Novelle van A. V. BlILTYNCK.
Overgenomen uit de Belgische Illustratie.
Met do grootste beleefdheid vroeg hij mij de
inlichtingen welke hij verlangde en na dezelfde
bekomen te hebben, verlrok hij onmiddellijk. Doch
hij deed hoe langer hoe meer zaken mei mijnheer
P.; zijno bezoeken werden mcnigvuldiger en meer
dan eens vernieuwde zich de gelegenheid dal wij
elkandor moesten ontmoeten. Weldra waren wij
goede kennissen en zonder hem te bekennen dat ik,
even als hij, van Antwerpen was, wistik het gesprek
zoo ver te brengen, dat ik van hem alles vernam
wat hij wist, over mijnen vader en over het alge
meen gevoelen onder de Antwerpsche kooplieden
ten zijnen opzichte.
Langzamerhand voelde ik mij aangetrokken tot
Hendrik, zoo heette die nieuwe vriend, die mij als
eene zuslor behandelde. Goedheid en rechtschapen
heid stonden op zijn gelaat te lezen cn ik kon nicl
langer werêstaan aan de zucht om hem, die zulks
ten volle waardig was, den vei trouwelmg te maken
van den toestand waarin ik mij bevond.
Met groote deelneming nam hij kennis van mijne
wederwaardigheden en met de goedheid van eencn
broeder troostte hij mij, toen ik mij beklaagde over
de moeielijkheden van mijn leven in het midden
van lieden, die niets dan verachting voor mij over
hadden.
Op zekeren namiddag, dat mijne meesters zamen
waren uitgegaan en dat ik, niet overlast zijnde van
schrijfwerk, aan het venster zat te breien, zag ik
Hendrik van verre aankomen, langs dc dreef die
naar onze woning geleidde. Ik voelde mij als ge-
Het meerderendeel van de gelden
die de Staat ons afperst dient ora an
dere zware lasten, namelijk den mili
tairen dienst en de burgerwacht welke
men ons op den hals legt, te betalen!,.
Wanneer zal men dan eindelijk toch
eens begrijpen dat de Staat niets van
niet kan maken, en dat wij, arme be
lastingschuldigen, het zijn, welke alle
de zotte ondernemingen, alle de mili
taire dwaasheden, alle de geldverspil
lingen in zake van scholen van den
Staat, uit te boeten hebben
Het oogenblik is goed gekozen om
eens de valschheid van de liberale
drogrede 7 is de Staat die betaalt
te doen uitschijnen. Overigens 't volk
zal het weldra best ondervinden, wan
neer het kortelings de vermeerderingen
der inkomende rechten zal te dragen
hebben en dan nog bovendien de con
tributiebiljetten merkelijkzal verzwaard
vinden.
En niettegenstaande dit alles, zal
men nog lieden aanireften dom genoeg
om zich door de liberale kiesbraken
te laten wijsmaken dat het de Staat is
die alles betaalt
Het liberalismus verduikt zijne haatvolle
verachting voor dc bevolkingen van het platte
land niet. Frère, de groote pacha dier partij,
dorst baar eens van op liet parlementair
spreekgestoelte bel verachtend verwijt naar
bet lioeld slingeren a Gij zijl ploegen die in
God gclooven.
Men ziet dagelijks hoe '1 liberalismus de
buitenlieden als slaven, naar goeddunken aan
belasting en- heerendienst onderworpen, be
handelt, ben slechts de vrijheid en 't geld
oveilaiende die liet hen niet afnemen kan.
Terwijl de groote nijveraars en kooplieden
in plezieren en vermaken de ontelbare in
tresten hunner millioenen verkwisten en er
slechts aan den Staat een hoogst gering
deeltje moeten van laten, terwijl de ofïicieele
luirikken, als echte renteniers leven, worden
de landbouwers onder de drukkendste lasten
verpletterd, en behouden zij 't leven dank aan
de korst zwart brood die zij zich door een on
verpoosd werken er. zwoegen verschaffen.
't Is eene onbetwistbare waarheid dat de
grond welke 't minst opbrengt, ook 't meest
belast is. Alvorens voor zijn eigen te werken,
moet de landsman er eerst aandenken een
aanzienlijk deel zijner winst ten voordeele
der Staatskas te laten vallen.
neigd om hem te gemoel le snellen, doch een gevoel
van schaamte voor de aanwezige dienstboden hield
mij terug Ik bleef dan op mijnen stoel en weldra
slapte Hendrik welgemoed het huis binnen. Na mij
volgens gewoonte beleefd gegroet le hebben cn
nadat ik hem een zacht welkom had toegefluis
terd, sprak hij
Mejuffer, is mijnheer P. te huis Ik wensch
hem voor dringende zaken le spreken.
Het spijt mij, mijnheer, antwoordde ik, u te
moeten melden dat mijnheer P eerst tegen den
avond zal te huis komen doch misschien kan ik u
van dienst zijn
Ik hoop bet, mejuffer, hernam hij, het betreft
onze wederzijdsche rekening.
Zeer wel, mijnheer, wees zoo goed mij naar
het kantoor te volgen.
Met zichtbaar genoegen verwijderde Hendrik
zich met mij uit do tegenwoordigheid der dienst
boden en nauwelijks waren wij alleen, ol hij sprak
mij aldus aan
Maria wat is daar 200 even zegde, was
alleen om de dienstboden geen argwaan te doen
opvallen. Het was niet uw meester, maar u die ik
wenschtte te spreken.
Mij, Hendrik gij komt dus niet voor zaken
Voor handelszaken, neen, maar voor eene zaak
van uiterst gewichtiger belang.
En die mij betreft Maar ik begrijp u niet,
Hendrik, in Gods naam verklaar u.
Welnu, zooals gij wenscht, Maria, ik zal mij
verklaren. Sedert langen lijd grieft het mij onein
dig, u hier alleen, verlaten en ongelukkig te zien.
Sedert lang ben ik er op bedacht geweest u eene
plaats te bezorgen die beter dan deze voor u geschikt
is. Welnu, indien gij wilt, die plaats is lhan6 ge
vonden.
Heb dank, goede vriend, voor het belang dat
gij in mij stelt. Maar ik ben bang voor het onzekere
Zijt gij wel verzekerd dal de plaats welke gij mij
aanbiedt beter dan deze voor mij geschikt is
Of ik het zeker ben, Maria' Hier zijt gij sla
vin, in uwe nieuwe plaats zult gij gebiedster zijn.
Nu, wat middelen wendt 'het gouvernement
aan om den landbouw ter hulp le komen
Niets, volstrekt niets Verre van daar.
Het ontrukt hem meer en meer zijne sterkste,
zijne dapperste zonen om er de kazernen meê
te bevolken. Hoevele landbouwers zijn er niet
gedwongen werklieden te bezigen, terwijl hun
ne zonen de beste jaren hunner jeugd bij de
soldaterij slijten
Wat doet het liberaal ministerie om den
verkwijnenden landbouw te beschermen tegen
de uitheemscbe mededinging en bezonderlijk
tegen deze van Noord-Amerika Belast het
de vreemde granen, vleesch, boter, enz., enz.?
Opent bet nieuwe uitwegen naar den vreemde?
Verbetert bet de wegen en banen Vermin
dert het den vervoerprijs langs vaarten en
ijzeren wegen Neen, voorwaar het liberaal
ministerie doet niets ten voordeele van den
nationalen landbouw immers het haat en
veracht de landbouwers omdat zij ten meer-
derendeele aan 't voorvadetlyk H. Geloof zijn
getrouw gebleven
Maar 't is nog alles niet. Het liberaal minis
terie heeft in uitvoering der ongelukswet van
1879, vele gemeenten gedwongen nieuwe scho
len te bouwen die er in 't geheel niet noodig
waren. Overal heeft men om de onkosten
hierdoor veroorzaakt te kunnen dekken, zijne
toevlucht tot de leening moeten nemen, waar
van de intresten en ook de aflossingen door de
belastingschuldigen zullen moeten gedragen
worden.
De landbouwers worden van den eenen kant
door ondragelijke lasten verpletterd, terwijl
van den anderen kant hunne nijverheid verre
is van winstgevend te zijn. Heden treil men in
zekere provinciën hectaren en hectaren lande
rijen aan die. bij gebrek aan pachters, onbe-
ploegd blijven liggen.... Het is dus niet te ver
wonderen dat de landbouwerszonen weigeren
hunne ouders op te volgen en den buiten
verlaten om in de sleden een stiel aan te lee-
ren en een bedrijf of ambt te zoeken dat lien
gemakkelijker aan 't dagelijks brood doet ge
raken
Heeft men dus ongelijk le zeggen dat de
landbouwnijverheid verkwijnt door de hinder
palen die haar omarmen en haar verworgen?..
Wij denken het niet, en wij hebben overi
gens de overtuiging dat alle verstandige lieden
die gevoelens deelen en met ons zeggen dat
bet de schuld is van T liberaal ministerie dat
de landbouwnijverheid in zulken bedenkelij-
ken toestand verkeert!
Proces Bernard van Doornik.
De waarheid is eindelijk aan T licht geko
men. De liberale drukpers welke zulk een
oorverdoovend gedruisch miek over deze zaak
die zijhet qroot schandaal van Doorniknoem
de, ziet nu heden haar helsch gebouw van las
ter en eei rooverij als een kaartenhuis ten
gronde stortenMen kent bet laffe doel dat
de gewetenlooze liberale scribenten beoogden.
De misdaad door Bernard bedreven wilden
zij op den hals Mg. Du Rousseau laden, ziet-
Hier ziet men met verachting op u neer, daar zal
men u eeibiedigen en aan uwe minste wenschen
gehoorzamen. Want. Maria, ik aarzel met langer
hel 11 le verklaren, de plaats welke ik u aanbied,
is niet hij vreemde meesters, maar aan mijne zijde,
in een woord ik wensch van u mijne echigenoolo
le maken.
Met een gil van vreugde vloog ik hem in de ar
men. 0, ik had niet noodig hem te bekennen hoe
juist hij de gevoelens mijns harten geraden had
Doch op eens kreeg ik het ijskoude bewustzijn van
mijnen toestand terug. Ik wong mij los uil de
armen van den verwonderden Hendrik, een tranen
vloed ontviel mijne oogen en ik stamelde
0 neen, Hendrik, laat mij., waarom hebt gij
mij dat schoone droombeeld voor het oog getoo-
verd Gij wist immers ook wel dal het niet kan ver
wezenlijkt worden.
En waarom niet sprak hij.
Waarom niet Weet gij dan niet, Hendrik, dat
ik de dochter van een bankroetier ben dat op mijn
naam eene vlek kleeft, waarmede ik den uwen niet
kan, niet mag bevuilen
Maar wal schuld hebt gij daaaraan, Maria Ik
vraag u immers naar geen fortuin.
Neen, vriend, dat weel ik Maar ben ik dan niet
verplicht mijn leven le wijden aan het uitwisschen
der vlek welke op mijnen naam kleeft Mag ik wel
iets in de wereld bezitten, zoolang de schulden
mijns vaders onbetaald zijn. Ik zou dus moeten
eischen dat gij niet alleen uwe tegenwoordige for
tuin maar gansch dc toekomst in dien grondeloozen
kolk wierpt Gij ziet dus wel dat een huwelijk tus-
scben ons onmogelijk is.
Neen, Maria, ik bemin u, en ik zie niets dan
mijne liefde voor u. Niets kan mij weörhonden het
voornemen uit te voeren dat ik heb ongevat, u tot
mijne vrouw te maken Gij kent nu mijn besluit, ik
wil alles voor u opofferen. Daar gij echter le zeer
ontroerd zijl, schenk ik u veertien dagen ter over
weging
Hendrik neen, duizendmaal neen riep ik uit.
Zooveel opoffering zal ik nooit aannemen.
daar hun doel
Met ge rechte rlijk verhoor 't welk op T einde
der verledene week te Doornik plaats greep,
1 beeft Mgr Du Rousseau op eene schitterende
wijze gewroken over de valsche beschuldigtn-
gen en laffe aantijgingen die liberale eerlooze
pennelikkers over gansch 't land hebben uit
gebazuind.
Donderdag der verledene week, trad Mgr
Dn Rousseau als getuige in de zaak op.
Bernard die lol dan toe allen met eenen on-
gemeenen overmoed had aanschouwd, en met
alles had den spot gedreven, werd bij de ver
schijning van Mgr van Doornik met eene soort
van verplettering geslagen; hij kon den aanblik
van zijn gewezen overste niet verdragen en
wendde als een ware bloodaard zijn gelaat vol
schaamte naar de andere zijde af...
In eene waardige, krachtdadige en te zelf-
dertijd meiischlievende taal, herstelde Mgr Du
Rousseau de feiten onder haar waar daglicht.
Zijne verklaringen waren klaar, duidelijk, on
bewimpeld en aan hare rechtzinnigheid bleef
geen twijfel over.
Nooit, verklaarde hij, heb ik er in toege
stemd dat Bernard de gelden aan 't bisdom
behooreride naar den vreemden zou doen over
voeren. Ik was, voegde hij er bij, voornemens
de sommen inden inventaris te laten opne
men gelijk overigens de lieer advokaat De
Lunisheere bet mij aangeraden bad.
Toen Bernard, aan welken men de gelden
bad toevertrouwd, den brief van den beer De
Lanlsheere las en dus vernam dat bij ging
verzocht worden dezelve naar 't Bisdom terug
te brengen, gaf hij blijken van eene hevige
ontroering.... Geen wonder, hij zou zijne ont
vreemdingen niet langer meer kunnen verdui
ken, en, om hieraan te ontsnappen, vluchtte
hij naar Amerika.
Reeds acht maanden vóór zijne vlucht had
hij zij 11 Bisschop hedrogen. Toen Mgr hem
het openingswoord van de geldkist vroeg, gaf
hij valsche letters op, letters, die niet eens
op deknoppen te vinden waren Deze otibe-
hendigheid van Bernard ontsluierde zijne plan
nen.
Het gerecht ondervraagde Mgr Du Rousseau
betrekkelijk 't feit dat hij zijnen ontrouwen
kassier niet had aangeklaagd. Doch Mgr ant
woordde met plechiige en kalme stem tien
bisschop is een vader en een vader klaagt zijn
kind niet aan. ik tekende dat hij tot betere ge
voelens, tot zijne plicht zou terugkeeren, iets waar
toe ik niets verwaarloosd heb.
De getuigenis van Mgr Du Rousseau wierd
met de grootste aandacht aanhoord, en ver
oorzaakte een hevigen indruk op de aanwezi
gen.
Het is ons onmogelijk de verdere getuige
nissen te ontleden. Het blijkt ontegenspreke
lijk dat Bernard zich bedrieglijk de gelden van
T bisdom heeft toegeëigend en met voorbe
dachten rade is te werk gegaan. Reeds acht
maanden vóór zijn vertrek leerde hij de engel-
sche taal aan, en verwisselde hij europesche
geldtitels legen engelsche en amerikaansche.
Hendrik drong niet verder aan Tijd zou raad
geven, zegde hij. en ofschoon zichtbaar uit zijoe
baan geslagen door de onverwachte wending van
ons gesprek, stelde hij alles in 'l werk om mij op te
vrolijken. Eindelijk nam hij afscheid en vertrok mei
een spoedig weêrzien.
Nazwelijks was hij vertrokken, of eene smart
waaronder ik meende te zullen bezwijken, overviel
mij. Al dal geluk dat ik slechts had mogen droomeu
was dan voor mij misschien voor altijd verdwenen.
O, mijn vader, riep ik uit, wal hebt gij uw kind
ongelukkig gemaakt
En Hendrik Hij zou terug keeren binnen veertien
dagen. En zou ik altijd zoo als lieden kunnen
weérstaan O neen, ik mochl hem niet meer weder
zien
Arme vriendin zuchtte Elisa. En dal was de
reden waaraan ik het geluk van uw bezit te danken
heb.
Helaas ja, mejuffer. Veertien dagen later ver
liet ik hel huis van mijnheer P. rn begal mij naar de
stad B., waar ik het geluk had uw heer vader te ont
moeten, die mij io zijne dienst nam.
Maria's verhaal was geëindigd.
Elisa, door zooveel ongeluk lol in het diepste
harer ziel getroffen, trok hare gezellin lot zich en
omhelsde haar met lianen in de oogen.
Ongelukkige vriendin, sprak zij, wat heb ik
medelijden met zooveel doorgestane smarten Thans
zijt gij, God lof, door uwe heldhaftige vlucht, in
goede handen gevallen. Mijne vriendschap blijft u
voor hel leven toegezegd, en ondervindt gij wel 6ens
aan de handelwijze van sommigen, ten uwen opzichte
dat gij in dienst van anderen zijt, van mij toch hebt
gij gcene andere behandeling te verwachten, dan de
genegenheid welke een meisje van mijne jaren hare
oudste zuster kan toedragen
Zoo troostte Elisa hare vriendin, die het goede
meisje met dankbare blikken aanschouwde. Op eens
herinnerde zich Maria dal zij nog aan den vriend
haars vaders bare verandering van woonplaats niet
had bekend gemaakt.
Dat is inderdaad eene plichiige vergetelheid,
Bij het verhoor van zaterdag laatst ver
klaarde M. Leopold Dumont, broeder van den
afgestelden bisschop Dumont, onder eed, dat
zijn broeder nooit van zijne fortuin heeft ver-
'eefd voorde noodwendigheid van zijn bisdom.
Gedurende zijn bisschopschap, zegde hij, heeft
hij alleenlijk zijn inkomen cn zijne schadeloos-
stelling als bisschop verteerd. Dat mag ik mei
volle zekerheid zweren.
Het rekwisitorium van 't openbaar ministe
rie was verpletterend voor Bernard. De heer
prokureur des konings wees met nadruk op
de schandelijke ontvreemding der gelden
welke, zooals de beschuldigde het wel wist,
moeten dienen tot onderhoud van oude en
gebrekkelijke priesters. Het orgaan des ge
rechts eindigde met de veroordeeling-van den
betichte Bernard te eischen.
De pleitrede van den verdediger, Mr de Mot,
was onbeduidend en zoutloos men kan niet
meer; men verwachtte zich aan sterkere ar
gumenten van wege dien radikalen arend
Heden zaterdag heeft de Rechtbank uitspraak
gedaan; doch zij is ons tot hiertoe onbekend.
In ons toekomend nummer zullen wij de
uitspraak meêdeelen.
T-.-
In den loop der bespreking, welke de zooge
zegde wet der zieken voorafging, hebben de
catholieke redenaars aan bet ministerie zijne
schoolverkwistinge.il verweten, en M. Graux
antwoordde Wij behoeven geld. ten einde
den oorlog vol te houden, welken de gees
telijkheid ons aandoet. En welk is die oor
log De schoolooi log. Wie heelt hem ver
klaard Gij, liberalen. Wij leefden vreedzaam
onder het beheer der wet van 1842. Hel onder
wijs bloeide, en Belgie schitterde op den eer
sten rang der natiën, onder het opzicht van
geleerdheid. Maar het godsdiengtig onderwijs
was in eere, en het werd gegeven onder het
toezicht der geestelijkheid de toekomstige
geslachten dreigden godsdienstig te worden,
en dus anti-liberaal. Daar moest orde in ge
bracht worden
Dank zij nogmaals de slem van een gebrek
kige. de ongelukswet werd gestemd. Het
grondstelsel der onverschilligheid deze
maatschappelijke kwaal werd tot wet ver
heven. De oorlog was verklaard.
De geestelijkheid, gehoorzamende aan de
dringenste harer plichten, verhief de stem.
De scholen rezen van alle zijden op, en be
dreigden liet veroordeelde onderwijs. Deze
scholen ondersteunen wij door ons geld, wij
vragen geene duit noch aan geus, noch aan
gouvernement. Ehwel, beereri vrekken, waar
om handelt gij niet gelijk wij Waarom betaalt
gij uw onderwijs niet met uwe eigene beurs
Wat al millioenen zoudt gij daardoor aan het
land besparen E11 dan geen nieuwe belastin
gen, meer geene drukkende lasten voor het
zegde Elisa, en die wellicht lot onaangenaamheden
zou kunnen aanleiding geven. Kom dan, lieve Maria,
spoedig uw ongelijk herstellen
En de beide meisjes slonden op van de bank en
wandelden door den hof terug naar de adellijke wo
ning des barons van Lommerdale.
VI
Ging het Maria waarlijk wel op het kasteel van
Lommerdale? Die vraag was met ja en neen te
beantwoorden. Wel is waar, was zij hier niet. zoo
als bij haren vroegeren meester, omringd van we
zens die haar met verachtig bejegenden. Wel is
waar, was zij gelukkig, omslagen le zijn van het
afgunstig karakter van mevrouw P- en kende hier
niemand, buiten hare jonge meesteres, het geheim
harer vroegere lotgevallen. In Elisa had zij eene
goede, trouwe vriendin gevonden, die haar troostte
in al hare bekommeringen en alles daartoe in het
werk stelde.
Maar de baron en de barones waren trolsche
mcnschen. Zij behandelden haar, niet zooals Elisa,
als hunne gelijke, maar denzelfden voet als de
geringste hunuer dienstboden. Wat gaf hel hun
dat het meisje in haren omgang, bij al wal zij deed
eene opvoeding en hoedanigheden verried, welke
voor dio hunner dochter niet moesten onderdoen?
Was zij niet reeds gelukkig, in hare hoedanigheid
van gezelschapsjuffer, slechts met licht werk belast
te zijn en hare meesteres, opal hare wandelingen,
werkeloos le mogen vergezellen?
Daarover ook beklaagde zich de arme weeze niet.
Alleen had zij gewild dal men haar zoo niet uil de
hoogste bezag en haar wat vriendelijker toe sprak.
De duizende middelor., welke zij aanwendde om de
vriendschap, hel vertrouwen harer meesters te
winnen, had zij met een beleren uilslag willen be
kroond zien; doch vruchteloos: men bleef koel en
droog tegenover haar; kort en gebiedend klonken
de bevelen, welke men haar gaf, en bij de minste
vergetelheid of misgreep werden de bittere beris
pingen haar niet gespaard. Wordt voortgezet.