Gezondheidepolitie der huisdieren. (Vervolg.) XV. Gezondmaking. Renigheid. Ont smetting. Onkosten. Art. 54. De stallen en de hokken alsme de de voertuigen, andere dan de in art. 56 opgenoemde, gediend hebbende voor dieren welke aangedaan zijn van aanstekende ziekten, of verdacht zijn als aangedaan, worden ont smet volgens de bepalingen vastgesteld door den minister van binnenlandsche zaken. Dit zal ook gebeuren met de gereedschap pen en andere voorwerpen, die in aanraking geweest zijn met deze dieren en niet kunnen vernietigd worden ingevolge dezelfde bepalin gen. Art. 55. Het reinigen, gezondmaken en ontsmetten der wagons die gediend hebben tot het vervoer van herkauwers, peerden, muildieren, muilezels en zwijnen, alsook der aan de besturen der spoorbanen toehoorende gereedschappen die in aanraking geweest zijn met deze dieren, zal gebeuren naar de bepa lingen van een reglement, vastgesteld door de ministers van binnenlandsche zaken en van openbare werken. Dit zelfde reglement is toepasselijk op de wagons, voorwerpen en gereedschappen dezer besturen, die in het land weêrkomen, na ge diend te hebben voor het vervoer of het ge bruik dezer dieren, tenzij het bewezen ware ter volle voldoening des bestuurs, dal dit ma teriëel gansch ontsmet is in het land, vanwaar het terugkeert. Art. 56. De gezondmaking, reiniging en ontsmetting der wagons, gereedschappen en andere voorwerpen, in voorgaande art. ver meld, worden bewaakt door de veeartsen, te diert einde aangeduid door den minister van binnenlandsche zaken deze zullen voor deze bewaking zich regelen naar de bepalingen bedoeld in gezegd art. alsook naar de onder richtingen betreffende dezen dienst. Uit dien hoofde worden hun op het budjet van binnenlandsche zaken reiskosten en eer loon toegekend. Art. 57. De schepen welke tot het over brengen van dieren gediend hebben, alsook de gereedschappen en andere voorwerpen, die aan boord of tijdens het laden of lossen in aanraking met hen geweest zijn, zullen gezond gemaakt of ontsmet worden volgens de voor schriften der ontsmetting van de wagons der spoorbanen. De onkosten dezer bewerkingen zijn ten laste der reeders of eigenaars der schepen Art. 58. De kosten van afmaking, ver nietiging der doode lichamen, vervoer, proef tijd, in verzekeringneming, ontsmetting alle andere onkosten veroorzaakt door de uit voering der in huidig besluit voorziene maat regelen, zijn ten laste der eigenaars of houders der dieren. In geval van weigering zich te gedragen naar de bevelen der overheid, zullen deze maatregelen van ambtswege uitgevoerd wor den door de zorgen van het plaatselijk be stuur, ten koste van gezegden eigenaar of houder. De onkosten der bewerkingen zullen des- gevallende door het plaatselijk bestuurd geïnd worden gelijk in zake van rechtstreeksche be lastingen. §XVI. Verplicht onderzoek. Art. 59. Alle houder van dieren is ver plicht te aller tijd zijne dieren en de stallen of andere plaatsen te bunnen gebruik te laten onderzoeken door de agenten, welke daartoe door de bevoegde overheid regelmatig aan zocht zijn. XVII. Bijzondere maatregelen. A. Verdachte dieren. Duur der verdenking. Art. 60. Een dier, dat betwijfeld of ver dacht is, besmet te zijn door aanstekende ziekte, houdt niet op, zulks te wezen dan indien, sedert! het verdwijnen der laatste be schadiging of van het laatste zieketeeken er verloopen zijn a) Zestig dagen in geval van snot, van worm, of van aanstekende longziekte b) Een-en-twintig dagen, ingeval van schurft, van schaapspokken of van rolkreupel c) Vijftien dagen, in geval van tongblaar of mondspruw d) Tien dagen, in geval van razernij of van pestkool. Art. 61. Een dier, dat verdacht is, smet stof opgedaan te hebben, houdt op dit te we zen, indien sedert de laatste aanraking of de laatste samenwoning met een ziek dier, er verloopen zijn, zonder dat bij het dier bescha digingen of zieketeekens verschijnen a) Vijf-en-veertig dagen, in geval van snot (kwadendroes), van worm of van aanstekende longziekte bEen-en-twintig dagenin geval van schurft of van rotkreupel c) Vijftien dagen, in geval van tongblaar of mondspruw d) Tien dagen, in geval van koolziekte of schaapspokken. B. Kantonnementen. Weiden. Art. 62. De machtiging om andere dieren in de beemden en weiden te leiden, waar, in gevolge art. 5 verdachte dieren opgehouden geweest zijn, kan maar door den burgemees ter toegestaan worden na een tijdverloop van vijf-en-veertig dagen voor het snot, den worm en de aanstekende longziekte van een-en- twintig dagen voor de tongblaar of mond spruw, pestkool, schaapspokken, rolkreupel en schurft. Art. 63. Het beloopen der weiden, die met pestkoolkiemen besmet zijn, kan verboden worden. De duur van dit verbod wordt bepaald door de Regeering op advies van eenen bijzonde ren afgevaardigde. C. Opnieuw bezetten der stallen, hokken, enz. Art. 64. De lokalen, waar dieren verble ven hebben, die door eene besmettelijke ziekte aangedaan waren, mogen niet opnieuw bezet worden, dan bij toelating van den burgemees ter, en ten minste tien dagen na het verdwij nen van het laatste ziektegeval en het voltrek ken der ontsmettingsbewerkingen. D. Aanstekende longziekte. 1° Verdachte dieren. Verkoop. Vervoer. Art. 65. Alle runddier, verdacht van aan gedaan te zijn door de aanstekende longziekte, of van de smetstof hiervan te hebben opge daan, mag verkocht worden voor het verbruik, op voorwaarde van ter plaatse afgemaakt te worden of rechtstreeks naar het slachthuis vervoerd, waar het zal afgezonderd gehouden worden tot het oogenblik der slachting, welke moet geschieden binnen de 24 uren na de aankomst ter bestemming. De burgemeester neemt de noodige voor zorgen opdat het vervoer derwijze gebeure dat alle gevaar van verbreiding der ziekte verme den worde, door zich te gedragen naar de on derrichtingen welke des betreffende door den minister van binnenlandsche zaken gegeven zijn. 2° Benuttiging van het vleesch. Art. 66. Het vleesch der vier kwartieren met bijbegrip der nieren en der tong van runddieren, welke uit hoofde van aanstekende longziekte afgemaakt zijn en erkend als door deze ziekte besmet, kunnen ten gebruike gele verd worden op gelijkvormig advies van den Rijksveearts. Het vleesch der dieren mag niet vervoerd worden dan nadat het volkomen koud gewor den is. De afval, uitgenomen het roetende huid moet vernietigd worden volgens de bepalingen van art. 35. In geval de aanstekende longziekte besta digd wordt bij een dier, dat zonder bevel der overheid afgemaakt is in een slachthuis, dat onder het toezicht staat van eenen beëedigden veearts, zal deze beslissen of er ja dan neen reden bestaat om het vleesch van dit dier ten verbruik te leveren. 3° Mestingstallen. Proeftijd. Art. 67. In de plaatsen en de gestichten waar gewoonlijk de aanstekende longziekte heerscht, mag geen runddier in de stallen of andere lokalen ter mesting gebracht worden en bij de andere diensten geplaatst, zonder voorafgaandelijk aan eenen proeftijd van vijf tien dagen onderworpen te zijn geweest in een afzonderlijk lokaal, dat door bijzonder perso neel bediend wordt. De minister van binnenlandsche zaken wijst de plaatsen aan, waar deze maatregel van toe passing is. Wordt vooortgezel Katholieke Onderwijzers. Wij roepen de aandacht der belanghebbenden op de volgende punten 1° Het gouvernement vereischt hier en daar de teruggaaf der beurzen, die niet betaald zijn. Men moet derhalve eerst en vooral onderzoe ken, of men wel wezenlijk die sommen ontvan gen heeft, waarvan de teruggaaf gevraagd wordt. De omzendbriel van den minister van openbaar onderwijs, meégedeeld door den gouverneur, spreekt van de teruggaaf van de sommen verschuldigd aan den Staat. Zekere arrondissementskommissarissen en zekere of- ficieele inspekteurs ('t zij door onwetendheid, 'l zij door overmaat van iever), vragen ook de terugbetaling van sommen verschuldigd aan de provincie. Men moet in elk geval, geen rekening houden van dezen lesten eischt. 3° Het gebeurt dat zekere agenten, 't zij offi cieele inspekteurs, 't zij veldwachters, zich te vreden stellen, mondelings, den brief van den gouverneur meê te deelen, of enkel toelaten er lezing van te nemen en onraiddelijk antwoord eischeri. Dat men vlakaf weigere te ant woorden, zoolang men geen schriftelijke meè- deeling der stukken ontvangen heeft. Enkel op deze wijze zal men in staat zijn te oordeeleu over de weerde van het reklaam. Overigens, voor hetgeen de studiebeurzen aangaat, men vraagt geen antwoord voorden 1* februari aanstaande. Straatbladjes van Brussel en elders, welker opstellers hunne pen in vuiligheid en venijn doppen, schrijven dagelijks iets voor de beest in hunne feuilletons, en iets voor den geest in hunne hoofdartikelen. Lezers van den trottoir en van den bureau vergasten zich met dat voedsel en worden vrijdoeners en vrijdenker. W ij gaan in den feuilleton niet zien, dat stinkt. Maar uit de bovenste artikels komen soms valsche denkbeelden, die eommis-voya- geurs van den liberalen winkel rondleuren, met het inzicht om de Kerk van Christus af breuk te doen. Het zal niet slecht zijn een dezer staaltjes u voor oogen te leggen. Ziet ge, schrijft de Chronique, Maria-Mag- dalena is in de kerk eene heilige Paulus is een heilige Augustinus is een heilige en nogthans wat waren ze de eerste een slecht vrouwspersoon, de andere een vervolger dei' christenen, de derde een vrijdenkerallen dus kazakdraaiers die komen in de kerk en worden hoog verheven. Ziedaar het Christen dom. Voor zulke redeneering staan onze vrijden kers stom en verbaasd, en roepen met eene beestachtige voldoening uitDe Chronique heeft het waar geloofin de kerk zijn niets dan kazakdraaiers. Maar lieve smeerige ventjes, sinds het catho licismus bestaat, sinds dat Christus aan het kruis voldaan heeft voor 's menschen zwakhe den en boosheden, zijn er vele zielen, die, getroffen door de gratie des hemels, kazak gedraaid hebben van het kwaad naar het goed. De goede moordenaar aan het kruis, was een kazakdraaier de centinier, onder het kruis was een kazakdraaierConstantijn, Clovis, waren kazakdraaierFranciscus-Xave- rius en zoo vele anderen die goed en wellust verlieten, waren kazakdraaiers allen die het kwaad vaarwel zegden, het menschelijk op zicht verachtten om boetvaardigheid te doen, waren kazakdraaiers. Edoch, zij draaiden van het kwaad naar het goed. En gij, domme spotters, opgevoed mis schien in de vreeze des Heeren door een brave moeder, door godsdienstige meesters, gij draait van rechts naar links, van de benedic tie tot de maledictie, van de kerk naar de kroeg, van uwen plicht tot den afval, van het kribbeken van Bethlehem tot den trog van de Loge. Blijft daar eet uw buiksken vol en laat ons gerust, Onafhankelijke .Daar is iets in de handelwijs der liberale gazetten, dat doet zien hoe oneerlijk zij in hun ziel zijn. Geen dag gaat er voorbij, of ze halen oneer lijke daden, schandelijke historiën, vuiligheid van allen aard aan, die gepleegd worden door katholieken, door priesters, door monikken en nonnen. Maar, hebt ge al opgemerkt dat die historie- kes opgescharreld worden heil Europa door zonder dat het mogelijk is om ie weten, of er wel een half woord van waar is Over de liberale vuiligheid, over de liberale oneerlijkheid hier in België, zwijgen die deftige gazelten nogtans. Hier pakt men officieele onderwijzers voor smeerlapperijen bij den kraag, of liever men laat ze zooveel mogelijk loopen en de libe rale gazetten zwijgen. Hier worden een half dozijn officieele onder wijzers achtereen, in Vlaanderen vooral, ver oordeeld en de liberale gazelten zwijgen. Hier trekken liberale ambtenaars, liberale klerken, liberale geldmannen met de kas door en de liberale gazelten zwijgen. En zoo voorts. Zouden die liberale gazelten niet eerlijker doen, wanneer zij ons meer vertelden wat hier, in hun eigen huishouden, gebeurt, dan ons gedurig vertelseltjes op te disschen van paters en nonnen, welke nieuwskens niemand kan controleeren, omdat zij verre van hier gebeuren, en die daarom dan ook alle of groo- tendeels gelogen zijn Het gezond verstand zegt Ja. M. Edmont Picard werpt in den National zïy ne uitdagende oorlogsverklaring in het licht. Hij, radikaal, zegt dat het woord van Gam- betta eene dwaasheid is maar dat het moet hermaakt worden en men zeggen moet Le doctrinaire, voila l'ennemi. De liberale pruiken-partij moet weg, en ook zij wordt bang, zegt M. Picard zij voelt de radikale bajonnetten reeds achter in de lenden. De doktrinaire partij is de partij der hypo- krieten, der plaats-inpalmers, die nooit genoeg hebben die zich opkroppen met allerhande nationaal goed, geld en plaatsen, tot berstens, toe, en aan de anderen, aan de werkliê, niets laten dan verslaving, onvoldoende werkloon en werk tot dat ze vallen.... De oorlogsverklaring van M. Picard is, men ziet het, gepeperd. In juni, zegt hij, zullen de radikalen den dok- tnnairen-liberaal aan boord klampen. De doktrinairs te Brussel wordenbang, voegt M. Picard er uitdagend bij. Opgraving te Turnhout. Turnhout, 23 Januari. Het was 7 ure en nog pikdonker een der tigtal gendarmen vatten post aan het kerkhof. De weg werd aan twee kanten afgesloten' door drie gendarmen te peerd aan eiken kant. Vóór de poort stonden insgelijks zes gendar men te peerd en nog een dozijn te voet. Heel die toerusting is inderdaad totaal nutte loos, en maakt de opgraving nog maar des te haatlijker, omdat zij doet zien dat zij met dwang en willekeur gebeurt. Eenige leeraars der middelbare school waren middelerwijl op het kerkhof geslopen, om ge- getuigen te zijn van de groote officieele plech tigheid. Het was half acht. Daar verscheen de commissaire spécial, die het bevel ging nemen over de kerkhofschen ding eenige vrienden van den tandmeester Brebart vergezelden den vertegenwoordiger der openbare macht, alsmeden de koramissa- ris van policie. Op de gedane vraag wees de grafmaker de plaats aan, waar Brebart was neergelegd. Eenige minuten later verschenen er vier grafgravers uit Antwerpen, want men had wel gevreesd dat niemand te Turnhout de hand aan dat werk zou willen leenen. Op eenen stootwagen brachten de vier gra vers eene nieuwe kist aan, en er werd met het graven begin gemaakt. Ten 8 ure was de kuil opengemaakt en begon men de kist, waarin Brebart lag, naar boven te halenaan de voeten was de kist gespleten. Nu werd het deksel van de kist gevezen en opgelichtdoch men zag daar binnen niemen- dalle dan een vuilen, geheel natten lijkdoek. Het gezicht scheen niet bijzonder aangenaam te zijn en de commissaire spécial deed onmid dellijk de kist weêr toemaken, en haar in de nieuwe kist sluiten. De kist werd opgepakt en gebracht naar de )laats, waar men den lesten catholieken doode )egraven heeft, en waar zeker Brebart niet zou willen liggen als hij nog iets te zeggen had paar was een graf gemaakt voor eene begra fenis, die ten 9 ure moest plaats hebben. Het is in dien kuil dat men den vrijdenker heeft neergelegd, alzoo tusschen twee catho lieken, wier leer en geloof hij in zijn leven zoo verachtte. De commissaire spécial en de vrienden van Brebart strooiden aarde op de kist —en de kuil werd gevuld. Men heeft nutteloos de catholie ken gekrenkt, en de wet van prairial moedwil lig verscheurd. Romdom het kerkhof in het veld stonden ongeveer 200 personen. De menigte bleef zeer kalm enkel werd er zoo wat gelachen toen men de kist op eene berrie van het een naar het ander graf droeg. Het volk weet dat het tegen het geweld der bajonnetten niets kan doch in zijn hart heeft het een diep misprijzen voor die kerkhofschen ding. Kwaart voor 9 ure was alles afgeloopen de commissaire spécial trok af en ook de menigte ginguit-een. Een policie-agent bleefop het kerkhof waken; geen de minste incidenten hebben er plaats gehad. De snul vraagt waarom de eene heer zooveel en de andere zooveel ontvingen De eerste en opperste kwestie, volgens ons, is te weten of die heeren de gelden waarvan spraak ten rechte of ten onrechte hebben ont vangen. Hebben zij die gelden ontvangen over ver koop of levering aan de stad gedaan, ofwel, om ze tot een bepaald doel ie gebruiken, dan hebben zij dezelve ten rechte genoten. En indien dit zoo is, wat weet de lummel uit T Verbond er tegen in te brengen De lummel zegt wel niet dat die heeren de aangeduide sommen te onrechte ontvingen, maar hij geeft het genoegzaam te verstaan vooral wie tusschen de regels lezen kan. Hoe kan men dit anders begrijpen.... Im mers, indien de stad hare schuld betaalde en de bedoelde heeren de hen verschuldigde gel den ten rechte ontvingen, kan hierin nu eeni ge ernstige beknibbeling tegen het Bestuur gevonden worden De stad deed wat ze moest doen en de heeren ontvingen wat hen toekwam.... Welk kwaad is er ingelegen Nu, indien de lummel wil besluiten dat de bedoelde heeren de gelden hun, in 1879, be taald ten onrechte genoten, dat hij duidelijk Doch wij weten het op voorhand de lummel zal hierover ook al weer den bek in de plui men houden hij zal zwijgen als een graf even als over zijne logen der zoogezegde nieuwe belastingen die door onzen Gemeente raad kwamen gestemd te worden, en die ons de gelegenheid heeft verschalt aan onze mede burgers de verregaande kwadetrouw van den hersenloozen lummel voor oogen te brengen. Indien wij den lummel met de zelfde maat wilden meten, zouden wij slechts eene der stadsrekeningen van de jaren 50 te doorsnuf felen hebben, en, hem op onze beurt, eens uitleg te vragen over zekere gedane betalingen. Ja, wij zouden den lummel rekeningskens kun nen voor den neus leggen, die, voor aldijd zullen getuigen van de schandelijke geldver spillingen die zijne liberale vriendekens hier gepleegd hebben en die wij hedendaagsch nog moeten bezuren Ook is de vermaardheid, die zekere liberale lummels in dien tijd, hebben verworven, een der bezonderste oorzaken ge weest van den val, in 1866, van de partij der vreemde gelukzoekers En nu ten slotte, o groote lummel der lum- ds, uwe zoogezegde doodende pillen doen op ons zooveel eft'ekt als een visikatorie op een houten been de pillen van andere klep pers dan gij, o groote lummel, hebben ons on gedeerd gelaten. Integendeel, wij hebben die liberale pillendraaiers, op onze beurt, zekere Doederkens toegediend en zij gingen er van op ïol of wierden met volkomene machteloosheid geslagen. En gij, onnoozele Tist, ge zijt de tiende kwakzalver sedert de dood van Gommar die gelast is De Denderbode af te breken of te doen zwijgen, en even als denegen anderen zult gij de pijp ook al weldra moeten terugge ven aan den verachtelijken reiger die langs hier met eenen liberalen storm kwam overge waaid voor den looneelkundigen kampstrijd van Kortrijk oP Zondag 24 Februari aanslaande. Wij wenschen onze jeugdige vrienden veel geluk en bijval en vooral een goeden uitslag STERFGEVAL. Dijnsdag is in den gezegenden ouderdom van 84 jaren, te Yperen overleden den achtbaren heer. Bie- buyk, ouderdom deken der Kamer van Volkvertegen woordigers. Do plechtige Begrafenis heeftbedenzalerdag plaats gehad. PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN. De E. H, Venneman wordt onderpastoor te Massemen. Waarom die agent op het kerkhof blijft is een raadsel; hel publiek zal aan hetgrafniets doen. Misschien wil men beletten dat Brebart terug uit zijn graf komt en naar zijn ouden kuil terug keert, omdat men hem nu, tegen zijne opinie in, op gewijden grond heeft begraven. (Handelsblad). Verscheidene malen reeds kondigde 't Ver bond eene lijst af van heeren onzer stad welke, in 1879, op 't krediet bestemd voor de onvoor ziene uitgaven mjn of meer belangrijke som men hebben ontvangen, De lummel uit 't Verbond komt nu, op zijne beurt, zondag jl. met die lijst voor de pin. Land van Riem. De Tooneelfeest zondig jl. door ons kunstminnend Gezelschap gegeven had als naar gewoonte een uitgelezen publiek naar onze Stedelijke Schouwburgzaal gelokt. Alles is maar een gedacht is een onbeduidend kluchtspel, 't welk verre was van in den smaak der toehoorders te vallen, ondanks het op eene nog al on berispelijke wijze wierd opgevoerd Wij raden onze vrienden aan allo stukjes van dien aard onmecdoogend aan kant te laten, want zij dienen lot niets anders dan om de goede faam die 't Land van Riem geniet, min of meer le bevlekken. Veva, eene voortreffelijke zedenschets, wierd mees terlijk opgevoerd De heer Jacobs en Mevr Parmen- tier hebben zich waarlijk overtroffen. i\. Jacobs vooral loonde dal bij meester in 't vak is Dat dit stukje ganscb in den smaak viel van alle de aanwezigen, getuigen de herhaalde donderende toe juichingen waarmeé de tooneelisten begroet werden. Na het eindigen van dees zoo waardig stukje bood de heer Voorzitter, in name des Gczelschaps en uit innige erkentenis, de jeugdige juffer Eekels een ge schenkje aan. liet donderend handgeklap 'l welk zich liet booren, getuigde dal gansch de zaal er meê instemde. Boer en Baron is voor ons een stuk dat weinige kunstweerde bezit dit werk is niet rijpelijk genoeg overwogen geweest. De zedeles is plat en weinig stichtend; noch zelfsopoffering, noch edelmoedigheid zijn in gansch't stuk te bemerken.|De onnatuurlijke toestanden zijn veelvuldig. De proza is te kortbondig en de verzen zijn onverdreven lang. Wal de muziek betreft, deze was overheerlijk, en doorweven met betooverende muzikale gedachten Deze muzikale compositie is het gewrocht van den heer GustaufPape, werkend lid van 't Gezelschap, welk hierdoor getoond heeft dat erin hemde noodige sloffe wordt aangetroffen om eens een ware kunste naar le worden, indien hij zich met icver en vlijt aan de studie dezer schoone kunst wil toewijden. De uilvoering van Boeren Baron liet weinig te wen schen over de acteurs hebben in 'l algemeen hunne rollen op eene kundige en deftige wijze vertolkt De zang van zekere acteurs en dechooren waren onder vele punten berispelijk, doch dit is, naar men ons verzekerd heeft, toe te schrijven aan de weinige repitilién die gehouden wierden. Na het eindigen van 'tstuk nam de heer Doktor Bauwens, Eere-voorzitter, het woord, en schilderde in eene krachtdadige en sierlijke taai, het schoone, hel edele en het bekoorlijke vao de gezangen in 'tstuk vervat ter bewondering van 'l publiek af, en bood deu jeugdigen componist, onder daverende toejui chingen, een eerekroon aan Sommige personen zullen wellicht met ons verslag geene al te groote vrede hebben,doch wij herinneren dat wij vooral willen getrouw blijven aan onze leus Cuique Suum. Het verheugde ons grootelijks de achtbare heer Eere-Voorzitter welgemeende dankzegging te hooren toesturen aan de heeren leden der symphonic, welke altijd met de meeste bereidwilligheid en belangloos heid 't Land van Riem ten dienste staan om door de uitvoering van overheerlijke stukken zijne feesten meer cn meer luister bij tc zetten. Wij denken hier als tolk van de gewoonelijke aan wezigen aan de feesten van Land van Riem, te mogen optreden, en, op onze beurt, onze welver diende dankbetuigingen toe le sturen aan de heeren leden der symphonie en aan hunnen verdienstelijken director, den heer Guslaaf Cammaerl, over de hoogst aangename en kunstvolle ouvertures en fantasiên met de welke zij ons reeds zoo dikwerf vergastten, en welke eene wezenlijke aantrekkelijkheid uitmaken voor de feesten die 't Gezelschap ons aanbiedt. Naar men ons bericht heeft 't Land van Bieni een drama en een blijspel-operette ter studie gelegd ALLERHANDE NIEUWS. Advies aan wie't behoort. Hevigo klachten worden op dit oogenblik gehoord over het leggen van hoppestaken op 't plein aan het fabriek des hee ren Jelie. Op 't oogenblik zijn dc staken er derwijze en zoo menigvuldig gelegd, dat het verkeer er door gestremd wordt en het hoogst gevaarlijk is zich des avonds langs daar te begeven. Verscheidene inwo ners en vreemdelingen hebben reeds tegen die slaken gestruikeld, zijn gevallen en hebbenzich min of meer erg bezeerd Men vraagt niet dat er daar geene staken meer zouden mogen gelegd worden, maar men verzoekt maatregelen om liet kwaad te keer le gaan. Wij roe pen de aandacht onzer politie op de zaak in. De kamer heeft zich met dat onderzoek des budjels van juslicic onledig gehouden Plaatsgebrek dwingt ons, ons gewoonlijk kort verslag ter zijde te laten. Gedurende den storm die dezen nacht woedde, werd de houtenmolen te Liedekerke ten gronde geworpen en totaal aan splinters geslagen. Vooruitgang. Weet gij, lezer, waarin te genwoordig de groote vooruitgang bestaat te Brussel, hert en hersenpan van Bclgién. De Chronique zal liet u zeggen Met niewjaar hebben de brusselsche han delaars en neeriiigdoende lieden hunne reke ningen aan hunne schuldenaars gezonden, maar.zij worden door niemand betaald. Daartegen wordt er versehrikkelijk veel ge danst en de theaters zijn vol volk er wordt geëten en gebrast en langs alle kanten is er koncert en komedie Een Standbeeld. De Journal de Bruxelles stelt voor een standbeeld op te richten aan M. Graux. minister van financiën. Het voetstuk zou natuurlijk moeten bestaan uit eene leege kas, met gaten langs alle kanten. De minister zou daarop starn in de houding welke hij aan neemt als hij in de Kamer den lof uitspreekt van de verledene. tegenwoordige en toekomen de school verkwistingen. Op het voetstuk zou men in groote letters schrijven Aan den meest imposeerenden minister (au ministre le plus imposant) die ooit bestaan heelt, aan den minister van het deficiet van 65 miljoen in vijf jaren, de geruïneerde, maar toch dankbare lastenbetalers. De koning en de koningin van Holland, gaan in het begin van den zomer een bezoek brengen aan den koning en de koningin der Belgen, Men zegt dat zulks zou gebeuren reeds in de maand April. Een deel van het koninklijk paleis te Brussel wordtin gereedschap gebracht om het hollands!) vorstenpaar le ontvangen. Men zegt wonderen over de versieringder zalen, en koning Willem en koningin Emma zullen er de schoonste schilderijen der hollandsche school kunnen bewsnderen. Vezder zal men in Brussel voor die komst ook veel gereedschap maken. Zekeren H... bevond zich maandag op de linie van den ringspoorweg.tusschen de statiën der Rogierslraal en den Leuvenschensteenweg te Brussel, toen een reizigerstrein aankwam. H... ging den trein te gemoet, ondanks het noodgefluit. De ongelukkige werd natuurlijk want de machinist kon den trein niet doen stil houden getroffen en zeer erg gekwetst. Zijn toestand is zeer wanhopig. De twee kleine vriendinnen der vermoor. de Marie Walschaert, Augustina Janquart en Florenlina Peterken, hebben dezer dagen de kostschool verlaten en zijn bij hunne ouders te St-Jans-Molenbeok terug gekeerd. Het pro ces dezer beruchte en geheimzinnige zaak zal welhaast aanvangen. Op de linie van Luttre zijn reeds al de schikkingen genomen, om, te rekenen van den 1 februari aanstaande, de koepons af te halen bij het afstappen der reizigers. Men vertelt het volgende dat wel zou kunnen in verband staan met de verdwijning der kleine Josephina De Lange. Verleden vrij dag morgend kwam een persoon bellen aan de fabriek van MM. Baertsoen en Buysse, Dender- mondschen steenweg, te Gent en vroeg naar twee meisjes aldaar werkende, en oud 11 en 16 faar. Hij zegde dat hunne moeder plotseling ziek geworden was en zij onmiddelijk naar huis moesten komen wilden zij haar nog levend zien. De meisjes vroegen en bekwamen de toelating om naar huis te gaan, maar een oom, die al daar insgelijks werkzaam is, ging ook meê. Te huis gekomen, vond men de moeder zoo gezond als maar mogelijk is, en de droefheid veran derde oogenblikkelijk in de grootste vreugde. Men vraagt zich echter af welke de drijfveer was van den persoon die deze valsche tijding naar de fabriek heeft gebracht. Eenieder ver onderstelt dat de bedoelde persoon hoopte de meisjes alleen te zullen zien komen, om ze dan onderweg op te lichten. In den schoot der Liberale Associatie van Gent, is beraadslaagd over het opnemen iu die maatschappij van zooveel werklieden mogelijk, die stemrecht uitoefenen, tegen den zeer klei nen inkomprijs van twee frank per jaar. Vele leden van het bestuur waren het voorstel vijau- dig. M. de burgemeester Lippens, voorzitter der Associatie, deed echter gelden, dat het stemrecht in handen van het volk een zeer ge vaarlijk wapen is, dat hun op de eene wijze mag gegeven, doch op de andere moet ontno men worden. Het bureel heeft berekend, dat binnen vijf jaar de meerderheid niet meer in handen der tegenwoordigekiezers,maar in han den van het volk zal zijn, zoodat noch hij M. Lippens noch zijne kollega's meer zeker zullen zijn als burgemeester en raadsleden te leven en te sterven. Hel voorstel is naar eene kommisie gezonden. Blijft te weten of de nieu we kiezers aan dien groven haak zullen bijten. Men schrijft uit Gent dat de waarschijn lijke afschaffing der invoerrechten op de katoe nen garens en de onsamenhangende handelwij- ze van het gouvernement in zijn huishoudelijk bestuur, eerlang voor gevolg zal hebben de sluiting eener gentsche spinnerij, alwaar on geveer 500 werklieden gebezigd worden. Deze lesten zouden reeds verwittigd zijn dat zij zich, binnen een bepaald tijdverloop, elders werk moeten aanschaffen. De fabriek, waarvan hier boven spraak is, wordt in de stad door ieder een genoemd en men voegt er bij dat verschei dene andere spinnerijen van Gent dit voorbeeld zullen volgen. Inderdaad, zoodra de engelsche katoenen garens hier vrij mogen inkomen, is de strijd tegen de vreemde konkurencie voor onze gentsche spinners onmogelijk. Zoo zal het gouvernement, als het in zijne dwalingen volhardt, de schuld zijn dat, op een gegeven oogenblik, duizenden werklieden te Gent zich zonder werk en bijgevolg zonder brood zullen bevinden. Een dagblad meldt dat het studiekomiteit van den Opper-Congo, welke de stomboot

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 2