men zich verzekere of deze lokalen behoorlijk
onderhouden en gezond gemaakt of ontsmet
zijn
c) Het toezicht over de ontsmetting der vaar
tuigen, waarmede de dieren in de haven geko
men zijn.
Art. 3. Zoo een dier, dat deel maakt van
een vervoer langs zee, sterft, mag het niet in
de rivier of vaart geworpen worden, noch ont
scheept zonder voorafgaandelijk door den vee
arts der haven onderzocht te zijn.
Indien de veearts de opening van het dier
noodig oordeelt, om den besmettelijken aard
der ziekte te kunnen bepalen, doet hij met de
noodige voorzorgen om alle besmetting ie
voorkomen, het dier overbrengen naar eene
behoorlijke plaats, waar onmiddelijk wordt
overgegaan tot de opening.
In afwachting van den uitslag dezer bewer
king, worden de dieren van de lading als ver
dacht beschouwd en afgezonderd aan boord of
in eene besloten plaats gehouden.
De veearts doet volgens den uitslag van zijn
onderzoek, de noodige maatregelen nemen
in overeenkomst met de schikkingen welke
in het binnenland van kracht zijn.
Art. 4. Bij de ontscheping, geschiedt het
onderzoek der dieren, naar verkiezen van den
veearts, aan boord, gedurende de ontscheping
of in de daartoe opzettelijk bestemde beluiken.
Voor de inscheping gebeurt dit onderzoek
hetzij op de kade, hetzij in gezegde beluiken.
De onderzoeken geschieden bij klaren dag.
Art. 5. De scheepsmakelaars zenden,
zooveel mogelijk eenen dag op voorhand,
schriftelijk aan den veearts der haven bericht
van het uur en de plaats van aankomst der
dieren bestemd om voor den uitvoer inge
scheept te worden, alsook van het uur en de
plaats van inscheping.
De scheepmakelaars geven insgelijks aan
gezegden veearts schriftelijk kennis
aVan de aanslaande aankomst hunner met
dieren bevrachte vaartuigen, zoohaast die
vaartuigen op de kusten worden geseind
b) Van het waarschijnlijk uur en de plaats
der ontscheping.
Art. 6. Het eereloon, aan den veearts der
haven verschuldigd, is vastgesteld op 4 franken
per uur de uren wachtens veroorzaakt door
onjuiste aanduidingen, zijn ten laste van den
makelaar.
Art. 7. De scheepmakelaars stellen ter
beschikking van den veearts het persooneel
en de voorwerpen, benoodigd voor de bewa
king en de behandeling der dieren, gedurende
het onderzoek.
Art. 8. Plaatselijke policie-agenten zijn
aanwezig bij elk onderzoek van inscheping of
ontscheping.
Art. 9. Wanneer de veearts erkend heeft
dat al de dieren van eene kudde vrij zijn van
de teekenen eener besmeltelijkke ziekte, be-
stadigd hij het feit door een getuigschrift,
gelijk aan hetgeen bij het huidig besluit is
gevoegd, en hij verklaart de kudde, volgens
het geval, toegelaten tot vrijen doorgang in
het land of tot de inscheping.
Art. 10. Indiende veearts de kenteekenen
bestatigt, welke het bestaan eener besmette
lijke ziekte doen vermoeden, vraagt hij de
onmiddelijke opsluiting der aangetaste of
besmet verdachte dieren hij waakt op de
toepassing der noodige maatregelen.
Art. 11. Wanneer de samenstelling eener
ingevoerde, of voor den uitvoer naar de haven
gebrachte kudde niet in overeenkomst is met
de aangifte van verzending of met den vracht
brief, worden al de dieren der kudde aanzien
als van besmettelijke ziekte verdacht en als
dusdanig behandeld, tenzij, tot voldoening van
den veearts, bewezen worde dat het feit der
verdwijning van een of meer beesten der
kudde niet veroorzaakt is door het bestaan
noch zelfs door het verdenken eener besmette
lijke ziekte.
Art. 12. De gebouwen en beluiken, be
stemd om hel vee te ontvangen, moeten, zoo
veel mogelijk, gelegen zijn in de nabijheid der
kaden van ontscheping of inscheping der die
ren.
Deze gebouwen en beluiken, evenals de
bruggen, leuningen en gangen, dienende ter
inscheping of ontscheping, moeten zoodanig
gemaakt zijn dat de dieren niet kunnen ont
snappen,
Vooraleer gebruikt te worden, moeten zij
aangenomen wezen door eenen afgevaardigde
van den minister van binnenlandsche zaken.
Art. 13. De plaatsen en lokalen, dienende
om de dieren te herbergen, die bestemd zijn
om ingescheept te worden, of die ontscheept
werden, zijn. onder opzicht van gezondheids-
policie, gelijk gesteld met de lokalen en plaat
sen vermeldt in art, 21 van het koninklijk be
sluit van 20 September 1883.
Brussel, den 26 September 1883.
G. Rolin-Jaequemyns.
Wordt voortgezet).
laDgzaam en met een beteekenend hoofdknikken
maar zij is in alles zoo nauw gezet, ja zelfs gierig.
Nochtans wil ik daaruit niet afleiden dat schuldige
gedachten in haar zijn opgekomen, om
Daaraan durf ik ook niet denken, antwoordde
M. Tournet, en toch kan ik mij de zaak niet verklaren.
In alle geval is hel zeker dat men den sleutel van
ondei mijn hoofdkussen heeft weggenomenwellicht
kan ik dien nacht zwaar geslapen hebben. Maar,
voegde hij er aarzelend bij, terwijl hij zijne hand aan
het voorhoofd bracht, zou mijn zoon soms geene
vrienden geholpen of zelf schulden gemaakt kunnen
hebben En zou hij..
Werp dit vermetel vermoeden van u, mijnheer,
sprak de klerk op crnstigen loon, terwijl hij de rech
terhand vooruil bracht uw zoon, meen ik, is tol
zulke lage en onleerende daad niet in staat. Veron
derstel zells, hetgeen ik, moeielijk aanneem
dat hii zich in geldelijkeverlegenbeid heeft bevonden
dat hij zelfs schulden beeft gemaakt, zou bij dan lot
diefstal zijne toevlucht hebben genomen Zou hij
niet eerder berouwvol u zijnen misstap hebben be
kend, u eene som gevraagd en plechtig beloofd
hebben van nooit meer hel pad van eer te verlaten
zoo denk ik zou uw zoon, die uw goed bert kent,
gehandeld hebben Nog een3, ik kan, en gij ook kunt
hem met grond niet verdenken.
M Tournet scheen door de woorden van Ernest
in twijfel gebracht. Hij durfde noch aan de plichtig-
heid van zijnen zoon, noch aan die van Regina geloo-
ven Nochtans hadden de achterdochtwekkende uit
drukkingen bij hem hun uitwerksel gehad. Na eenige
öogenblikken bepeinzirig, zeide hij
Ernest, daar komt mij iets te binnen.
En wal dan, mijnheer
Ik wil Regina eens op de proef stellen. Mor
gen zullen wij meer welen.
Maar, mijnheer, men mag in eene zoo gewich
tige zaak niet onbezonnen te werk gaan, zegde de
klerk op huichelachtigen toon men kan zoo gemak
kelijk dwalen.
Laat mij begaan, Ernest, hervatte de laken-
o Le Patriote riep, eenigen tijd geleden, de
aandacht in op de trekzucht der heeren Jot-
trand en Janson, vertegenwoordigers van Brus
sel en aldaar gehuisvest, welke,sedert jaren.de
parlementaire vergoeding van 200 dikke gul
dens ter maand opstrijken.
Die twee onbaatzuchtige en belangelooze
liberalen op hun fatsoen, hebben zoo maar,
zonder eenig recht, 't bagatelleke van 63 dui
zend franks opgestreken.
Om den slechten indruk eeniger male te
keer te gaan door de afkondigingen van Le
Patriote veroorzaakt, ging minister Bara zoo
verre, in volle Kamer, te verklaren dat het een
sedert lang aangenomen gebruik was, en
daarbij, dat zekere leden der catholieke min
derheid, te Brussel wonende, ook de parle
mentaire vergoeding ontvingen.
Deze woorden van M. Bara wierden op de
krachtdadigste wijze gelogenstraft.
Nu, geene rekening houdende van de logen
straffing aan M. Bara door de catholieken gege
ven, geven de Indépendance beige en andere or
ganen van 't liberaal ministerie nu te verstaan
dat onze achtbare vertegenwoot diger, M. Woeste,
ook geen hoegenaamd recht zou hebben om
de parlementaire vergoeding te ontvangen
Waarom als M. Woeste, even als MM. Jottrand
en Janson, geen recht zou hebben om de par
lementaire vergoeding te ontvangen waarom
zeggen zij het niet vlakaf
Ja, waarom Omdat zij er zouden meê
vuil vallen... Immers, 't is hier gekend en ge
weten dat onze achtbare vertegenwoordiger,
reeds twee jaren vóór dat hij door het kiezers
korps van ons arrondissement naar de Kamer
wierd gezonden, zijne wettelijke woonstede te
Blankenberghe had gevestigd.
En wat meer is, M Woeste verblijft geduren
de een deel des jaars te Elserie (Ixelles) en niet
te Brussel. Nu. indien het bewezen of door
vonnis bestatigd wierd dat M. Woeste te Blan
kenberghe geene woonstede heeft verkregen,
dan zou hij zijn domicilium te Elsene en niet te
Brussel hebben, en bijgevolg, even als de ver
tegenwoordigers van BrusselMM. Scailquin,
De Meur, Guillery, Goblel, Couvreur, Féron,
Robert, Bergé, Vanderkindere en Arnouldwel
ke ook allen de omgrenzende gemeenten van
Brussel bewonen, met volle recht de parle
mentaire vergoeding genieten Is dat
klaar?.... Advies aan zekere liberale herberg
predikanten!
Dat Tist Lummels een bloodaard is en Lammen
uit 't Verbond een lafaard, bewijzen zij ten volle door
hunne handelwijze en houding.
Tist Lummels die belachelijke grootspreker, de
eerste en de grootste onder de lummels, durft er
niet aan beginnen de broek van den Denderbode eens
duchtig le spannen, om hem te straffen over zijne
vermetelheid van te durven neêrschrijven dat er
onder de liberale lummels verdrukkers run weduwen
en opeters van weezen,enz enz..aangetroffen worden.
En nogthans Tist, de groote Tist, de Tist der libe
rale Tisten, deed de plechtige belofte eens aan den
Denderbode zijne kwade streken af le lecren... en
Tist,... de groote Tist,... de Tist der liberale 'listen
toont dal hij een ellendige bloodaard is
Lammen schreef in 't Verbond van 23 December
1883, dat een zijner vrienden hem iets had verteld
rakende het Bureel van Weldadigheid onzer stad,
dat hem ganscli onsteld had. God van den Hemel,
riep Lammen uit, wat gaat er toch in onze goede stad
Aalst om en Lammen beloofde verder zijne infor
meerkazak aan le trekken.
Zeven nummers van 't Verbond zijn sedertdien
verschenen en Lammen heeft tot hiertoe geen woordje
meer gerept over die misbruiken of onrechtveerdig-
heden door ons Bureel van Weldadigheid gepleegd!
Indiener waarlijk misbruiken of onrechlveerdig-
heden door ons Bureel van Weldadigheid gepleegd
worden,waarom dezelve niet openbaar aangeklaagd
Doch, neen, de waarheid is dat Lammen geen enkel
wel bepaald feil zou kunnen aanhalen en dat hij enkel
de heeren Bestuurders van die liefdadige instelling,
uit politieke berekening, heeft willen in verdenking
brengen Ja, dit is de waarheid, en in die om
standigheid, is Lammen uit 't Verbond in onze oogen
een ellendige liberale lafaard, die 't princiep
van den liberalen voorvader Voltaire heeft bewerk
stelligd
Liegt en blijft liegen, liegt altijd en overal, er zal
altijd toch iels van overblijven
Tabaksplantage.
In zitting der Volkskamer van Dijnsdag 12
februari jl. heeft de heer Graux, minister van
financiën,op ondervraging van den heer Struye,
volksvertegenwoordiger van Yperen, verklaard
dat de taks per tabaksplant in de cantons
Geerardsbergen en Ninove le betalen op 2 1/2
centiemen is bepaald.
Dus genomen dat gemiddeld 260 planten
op één aar geplant worden, zullen de planters
nu per aar fr. 6,50 in plaats van fr. 1,50 of 5
franks meer le betalen hebben.
Wij herhalen wat wij vroeger zegden deze
nieuwe rechten zullen de dood veroorzaken
van de tabaksplantage, en aldus de landbouw-
krisis in ons arrondissement groolelijks ver
ergeren.
koopman.
Tegen den avond kleedde zich M. Tournet, legde
den sleutel zijner kas opzijn bed, sloot het kantoor,
hetwelk door Ernest was verlaten, en zeide
Regina, ik ga dezen avond naar mijnen vriend
te Rival, met wien ik over gewichtige zaken te han
delen heb. Ik zal den nacht bij hem doorbrengen en
Slechts morgen terug zijn. Mijn zoon is sedert twee
dagen bij een zijner vrienden le Evreux. Derhalve
zult gij alleen le huis wezen.
Na deze woorden wenschte hij haar den goeden
avond en verliet de woning
Na het avondmaal genomen te hebben, sloot Regina
deuren en vensters en nam vervolgens haar breiwerk
in de hand. Toen de huisklok tien uren sloeg, begaf
zij zich Ier ruste, na alvorens nog eenmaal den vol
genden brief gelezen te hebben, dien zij in den
namiddag van hare moeder had ontvangen
u Geliefde dochter,
Ontvang mijnen dank voor de twintig franks,
die gij mij gezonden hebt, en voor do weuschen die
gij voor het behoud mijner gezondheid vormt. Gij
zegt mij in uwen brief, dal gij dagelijks aan mij
denkt, dagelijks voor mij bidt. Ook ik slier eiken
morgen, eiken avond mijue bede voor u tot God,
opdat Hij over u zou waken, u beschermen en u
zogenen. Mijn hert zegt mij, dat God mijne wen-
schen, mijne beden zal verhooren en vervullen
immers. Hij heeft een lang en gelukkig leven beloofd
aan de kinderen, die hunno ouder3 liefhebben en
ee«C Vaarwel, geliefde dochter, ik verlang zoo vurig,
naar hetoogenblik om u ie zien, om u aan mijn hert
le drukken. Ik hoop dat die gelukkige dag weldra
zal komen.
Vaarwel
(Jwe u liefhebbende moeder,
Lucia Ferrant.
Wordt voortgezet
Eer. middeltje om bel schoolenkwest te doen ver
geten, is de beweering, dat de kantwerkscholen 75
milliocn aan het nationaal werk onttrekken.
Men begrijpt dat dit cijfer een gapers-bedrog is.
Nationaal W6rk, is werk binnen 't land gedaan; doch
de kantwerkscholen in Belgie hebbt 11 het recht zich
nationaal te noemen gelijk wie ook.
De scholen werken en de arme kinderen varen er
goed bij.
Werkt men niet in deze scholen, dar. roept men
dat men daar luiaards kweektwerkt men, dan be
weert men dal men het recht niet heeft om le wer
ken.
Is dal logiek 7
KIESKRONIJK.
De konservatieve vereeniging van IJperen
heeft zich zaterdag in algemeen vergadering
vereenigd om den kandidaat aan le duiden, die
den 20 dezer, aan het kiezerskorps moet voor
gesteld worden, namens de catholieke partij.
De vereeniging was zeer talrijk bijna 300
kiezers waren aanwezig.
De advokaat René Colaert werd als kandi
daat uitgeroepen.
Deze keus doet hopen dat het arrondisse
ment IJperen in M. Colaert een weerdigen
opvolger zal vinden van M. Biebuyck de ca
tholieke kandidaat geniet de algemeene ach
ting hij spreekt zeer gemakkelijk en bezit
uitgebreide kennissen.
Men leest in den National
Wij denken te weten, dat M. L. Le Poutre,
in tegenwoordigheid der liberale kandidatuur
van M. Leloup, weigert zich als kandidaat te
laten voorstellen, in vervanging van M. Bie
buyck. Hij heeft aan zijne politieke vrienden
verklaard, dat hij zich geheel ter hunner be
schikking bevond, wanneer zij hem dachten
noodig te hebben om den zegepraal te helpen
bewerken der progressisten.
RECHTERLIJKE KRONIJK.
Vrijspraak. In hare zitting van woensdag
heeft de 6e korrektionneele kamer van het hof
van beroep van Brussel, de vrijspraak be
krachtigd uitgesproken door de rechtbank van
Leuven, ten gunste van eenen vrijen onder
wijzer van Hevere. De betichte was vervolgd
van schandelijke feiten, op eene geteekende
aanklacht later erkende men dat het handtee-
ken valsch was.
Militie lichting van 1884.
Ten Stadhuize van Aelst, (Zaal van Militie),
telkens om 9 uren 's morgens.
1* EN 2e VEREENIGDE ZITTIJDEN
bestemd tot het onderzoek van de reklamen
der militianen uitgestelden der klassen van
1881, 1882 en 1883 gebracht ten hoofde der
lotiDgsregisters, alsmede van de militianeu
welke tijdelijk van den dienst of van de inlijving
zijn ontslagen geworden overeenkomstig de
artikels 29 en 28 der wet en van diegenen
welke voor de lichting van 1884 aan de loting
hebben deel genomen
Maandag 10 Maart 1884 voor de militianen van
het 25* militie kanton of de stad Aelst.
Dijnsdag 11 Maart, voor de militianen van het
26* militie kanion,Moorsel.
Woensdag 12 Maart, voor de militianen van het
27e militie kaaton, Lede.
Donderdag 13 Maart, voor de militianen van het
28' militie kanton, Oordegem.
Vrijdag 14 Maart, voor de militianen van het
29' militie kanton, Haellert.
Zaterdag 15 Maart, voor de militianen van het
30' militie kanton, Herzele.
Maandag 17 Maart, voor de militianen van het
31' militie kanton, Steenhuyze-Wvnhuyze.
Dijnsdag 18 Maart, voor de militianen van het
32' militie kanion, Soltegem.
Woensdag 19 Maart, voor de militianen van hel
33* militie kanton, Geerardsbergen.
Donderdag 2<> Maart, voor de militianen van het
34* militie kanton, ldegem.
Vrijdag 21 Maart, voor de militianen van het
35' militie kanton, Ninove.
Zaterdag 22 Maart, voor de militianen van het
36* militie kanton, Meerbeke.
Derde zittijden
bestemd om op de reklamen te beslissen, op-
zichtens welke, gedurende de vorige zittijden
geene uitspraak is gedaan
ARRONDISSEMENT AELST
den Maandag 7 April 4884, voor de militianen
van al de kantons van het arrossendiment.
ALLERHANDE NIEUWS.
Wij berichten onze geëerde gea-
bonneerden welke over het verloopene
jaar 1883 nog niet betaald hebben, dat wij hen
kortelings eene kwittantie door de Post zullen
laten aanbieden
Wij hopen dat elkeen op eerste verzoek zal
gelieven te betalen ten einde ons dubbel werk
en onkosten te sparen.
Catharinisten.Wij herinneren
onze geëerde lezers de luisterrijke Too-
neelfeest welke Maandag aanstaande 18 Fe
bruari, om 6 uren 's avonds, ter Schouwburg
zaal, zal gegeven worden ten voordeele van
den Catholieken Schoolpenning. Naar men ons
verzekert belooft deze feest hoogst aantrekke
lijk te wezen. Wij sporen dus onze vrienden aan,
zich maandag in zoo groot getal mogelijk ten
Schouwburge te laten vinden, ten einde aldus
een overvloedige oogst aan 't groot werk onzer
tijden te verzekeren.
De schandalige rekeningen van het
schoolenkwest zitten de linkerzij geweldig
dwars: zij voelen dat het hoog noodig is de
aandacht hiervan af te leiden en van wat
anders le doen klappen.
Hier trekt men een pastors-historie van den
dag daar raast men over de doode-hand en
tienden ginder beweert men dat de kant-
werkschoolen 75 millloen aan het nationaal
werk onttuekken nu weêr dat M. Woeste on
regelmatig zijn vergoeding van Kamerlid trekt,
enz.
Het een en het ander is niet anders als een
volksbedrog en eene poging, om het schoolen
kwest te doen vergeten.
M. Woeste trekt zijne vergoeding zoo recht-
veerdig als iemand reeds in 1862, dus twee-
jaar voor dat hij lid der Kamer werd. had hij
zijn domicilium te Blankenberghe, en al zou
hij dat niet hebben, dan nog zou hij recht heb
ben op de vergoeding dewijl hij te Elsene ver
blijft als hij te Brussel is.
Men begrijpt dus, het zijn niet anders als
middeltjes om de kwestie te verplaatsen het
blijft eene waarheid dat tot nu toe de school-
inkwisiteurs hunne vette vergoedingen niet
hebben goed gemaakt.
Lc Bien public vraagt wat zekere profes
sor van Gent, M. De Ridder, toch wel gedaan
heeft, om iu de lijsten van betaling van het
schoolenkwest te figureeren
In de proces-verbalen of verslagen komt
zijnen naam niet voormaar wel in de lijsten
van betaling.
Ons dunkt dat die vraag antwoord verdient.
M. Olin kreeg met het school-enkwest
per dag of liever per zitting, 308 fr.
308 fr. 0111 een paar uren te zitten.
Wat geelt M. Olin, minister geworden, aan
eenen barreelwachter
Vroeger kregen die wachters 2 fr. 2 fr. 50
per dag M. Olin bracht dit dagloon op 40
centimen en stelde vrouwen aan.
Maar als nu de man verongelukt op den
spoorweg, krijgt de vrouw 80 ceniimen.
308 fr. voor M. Olin voor eenige uren.
80 centimen voor eenen bareelwachter.
Met hetgeen M. Olin won in eenige uren kon
hij 13 1/2 zakken tarwe koopen, of 61 zakken
aardappels.
Met hetgeen een bareelwachter wint, kon hij
nog geen brood koopen, aangezien te Namen
het brood 56 1/2 centiem kost, zegt Le Patri
ote.
Leve de liberale volksvrienden
Ten gevolge der reklamen, gedaan tegen
den onmenschelijken dienst die men aan de
treinwachters oplegt, had liet bestuur eenig-
zins dezen dienst gewijzigd, door aan deze
agenten anderhalf uur rust te verleenen, om
hun toe te laten te eten. Het schijnt dat. men
geoordeeld heeft, dat men deze formaliteit ge
makkelijk kon afschaffen, want, sedert den 1
februari, heeft men den vorigen dienst erin-
gericht dat is achttien achtereenvolgende
uren dienst. Wat zijn zij toch vrienden van de
lagere klassen
Een arrest van liet beroepshof van Brus
sel, woensdag uitgebracht, op het verslag van
den raadsheer M. Pecher, beslist dat M.
Jottrand te Brussel woontZal hij nu nog
voortgaan de parlementaire schadevergoeding
te ontvangen, en zal dit ongehoord schandaal
niet eindigen voor den 13 juni aanstaande
Een blad van Brussel, zeer vijandig aan
dz geestelijkheid, de National, zeg het volgende
over het schoolonderzoek
0 De waarheid verplich ons te zeggen dat
men het geld van 't land op eene schandalige
wijze heeft verkwist, Volgens de label welke
wij hebben megedeeld, heeft men kunnen
zien dat zekere volksvertegenwoordigers,
welke slechts eenige ziuingen hebben bijge-
woond, daarvoor duizenden frank hebben
ontvangen.
De Chronique vraagt waar het naar toe
gaat, De dieven hebben de stoutmoedigheid
reeds zoover gedreven, de koperen versiersels
der gasbuizen in het Justiciepaleis te stelen!
De Kleine Patriot maakt de liberalen van
Brussel inderdaad razendie niet alleen wer
pen zij tegen dat stuk de ellendigste opmerkin
gen uitmaar nu komen er farceurs, die de
orde der vertooning willen stooren. Zoo heeft
zekere persoon geweigerd den hoed af te doen
onder de vorstelling verder begon hij te roo-
ken en eindelijk onder hef spelen der Marseil
laise zoodanig te jubileeren en te schreeuwen,
dat men hem aan de deur heeft .moeten zetten.
Hoe die Kleine patriot de groote liberalen patri
otten toch het leven kan bitter maken
De Patriote zegt dat de senateur M. L.
Janssens-Smits te St Nicolaas ernstig ziek is.
Al wie den achtbaren Vlaming kent zal de
vurigste wenschen laten hooren voor zijn
herstel.
Misdaad van Molenbeek.—
Pieter Xavier heeft zaterdag, ten 4 ure namid
dag, de gevangenis verlaten, en den nacht
doorgebracht in een logement op den Zavel te
Brussel.
Ziehier eenige bijzonderheden die Xavier
zelf aan een brusselsch dagbladschrijver over
zijne lotgevallen heeft meêgedeed .-
Op het oogenblik zijner aanhouding woonde
hij te Montrouge. Het was vijf ure 's morgens,
zoo vertelt hij, en Lodewijk, mijn leerjongen,
die bij mij inwoonde, was juist opgestaan, toen
men op de deur klopte.
Ik lag nog te bed en bevool den kleine de
deur te openen. Twee heeren traden binnen.
Gij zijt wel Pieter Xavier? vroegen zij mij.
Ik antwoordde bevestigend zij zegden dat zij
mijne getuigenis noodig hadden in eene be
langrijke zaak. Diensvolgens verzochten zij mij
meê te gaan. Ik stond op, zegde aan mijn leer
jongen mij te volgen met den gereedschapszak
en wij vertrokken.
Ten 6 ure 30 min. 's morgends kwam ik in
de prefektuur aan ten 10 ure 30 min. werd ik
eerst in het kabinet gebracht van M. Macé. Na
eene lange ondervraging toonde men" mij een
lint, dat ik aanstonds erkende als hebbende
mij toebehoord. Dit lint had ik in 1880 van
mijne schoonzuster gekregen ik had het lang
gedragen voor een krawat, ook was het door
gebruik rost geworden. Ik had dit lint achter
gelaten in de kamer die ik bewoond had in de
rue du Berceau, alsook een kleinen blauwen
foulard, welke men mij denzelfden dag toonde
en die ik ook erkende.
Ziehier hoe ik iu het bezit gekomen ben van
dezen foulard, die even als hel lint in zeer
slechten slaat was. Ik had gedurende twee
dagen bij M. D... die thans te Luik woont, doch
op dit tijdstip nabij de Place Communale te St-
Jans-Molenbeek woonde, gewerkt. Men was
bezig met verhuizen en ik was gelast de schil
derijen en andere versierselen van den muur
te doen.
Toen ik begon met de vergulde garnituren
der gordijnen los te maken, vroeg ik aan de
dienstmeid of zij geen oude vod had, om het
stof af te doen. Zij gaf mij toen dezen foulard,
die ik in mijnen zak stak.
Xavier verhaalde vervolgens zijne verschil
lende konfroutatiën met Augustina Jeanquart,
Florentina Peterken de twee kleine vrien
dinnen van Maria Walschaerl en met ver
scheidene andere personen. Op de volgende
wijze legt hij uit, hoe hij den dag van 26
december 1882 heeft doorgebracht.
Na tol 's middags gewerkt te hebben, zegt
hij, ging ik zooals naar gewoonte, mijn mid
dagmaal nemen in de rue du Berceau.
Ik was toen werkman en nachtwachter in
een werkhuis van kleur steendruk, in de Mom-
maertstraat, daar ik geen werk kon vinden als
behanger.
Ik keerde terug naar het werkhuis, toen ik
aan den boulevard deVObservatoire twee heeren
ontmoette, die ik niet kende en die mij vroegen
of ik hun geen kleinen dienst zou willen bewij
zen. Ik antwoordde dat ik het met alle plezier
doen zou, indien het slechts in mijne macljt
was. Ik moest hen eenvoudignaar het gemeen
tehuis van St-Joost- ten-Noode vergezellen, om
getuige te zijn bij eene geboorteverklaring. Ik
stemde toe.
Men deed ons een kwartier wachten, wij
dronken een glas bier en vervolgens verliet ik
mijne nieuwe kennissen. Ik haastte mij om
niet te laat in mijn werkhuis te komen. Onge
lukkiglijk was de brug, die ik moest overgaan,
geopend ik ging langs den anderen kant, doch
daar ontmoette ik een kameraad met wien ik
een glas bier ging drinken in den Chien Verl
kortom daar het reeds 2 1/2 ure was, besloot
ik van slechts rond 4 1/2 ure naar mijn werk
te gaan.
Ten 4 ure was ik in de herberg van vrouw
B..., rue Ribeaucourt, toen de leerjongen van
ons werkhuis bier kwam halen. Hij zegde mij
dat men zou werken tot 7 ure.
Ik bevool hem aan van niet te zeggen dat hij
mij in de herberg gezien, en begaf mij rond 5
ure naar het werkhuis. Ik ging rechtstreeks
naar mijne kamer, daar ik niet door de plaats
wilde passeeren, waar zich al mijne gezellen
bevonden. Zoodra deze hun werk afgedaan
hadden, draaide ik de gaz uit en ging mijn
avondmaal nemen in de rue Ribeaucourt
Ten tien ure 's avonds kwam ik thuis.
Dit is het verhaal door Xavier gedaan. Mr
Moreau, advokaat van Xavier, zal waarschijn
lijk eene petitie zenden naar den minister van
justicie om eene schadevergoeding te verkrij
gen voor zijn kliënt, die zich nu totaal zonder
middelen van bestaan bevindt.
Xavier zou zoo spoedig mogelijk naar Parijs
willen terugkeeren waar hij gedurende zeven
tien jaar gewoond heeft, alvorens in 1880 naar
Brussel te komen. Wanneer men hem aange
houden heeft, won hij tien fr. daags en zijne
klienteel begon talrijker te worden nu bezit
hij niets meer dan zijn gereedschap. Zijne klee
deren zijn aan verschillende ontledingen on
derworpen geweest en kunnen niet meer
gebruikt worden.
Er blijft nu le weten wat er van Pieter Xavier
zal geworden en hoe hij terug naar Frankrijk
zal kunnen keeren, waarde eenige bloedver
wanten die hij nog heeft, wonen
In den nacht van zaterdag tot zondag
zijn dieven gekomen in de kerk van St-Cathe-
rina-Lombeek. Langs eene venster en bij mid
del van eene leer zijn zij binnen geraakt. De
offerblokken zijn opengebroken, de ciboriën
en over 't algemeen al de voorwerpen die
eenige weerde hadden, zijn meêgenomen. De
daders zijn niet gekend.
Er wordt te Gent veel gesproken over de
benoeming tot hoogleeraar van burgerlijk
recht, te Gent, van een piepjong advokaatje,
de zoon van zijn vader. Vader Dauge is reeds
hoogleeraar aan 8000 fr. en schepene aan
5000 fr. De zoon Dauge was tot nu toe enkel...
sergeant bij de burgerwacht. Vandaag is hij
met eenen leergang belast, morgen zal hij ge
titeld hoogleeraar zijn.
Een geluk komt nooit alleen, zoo wordt
ons geschreven uit Lokeren. In onze gemeen
te was een huisgezin waarvan dit jaar niet
minder dan vier zoons moesten deelnemen
aan de loting, een paar tweelingen die in het
zelfde jaar aan de gelukkige ouders werden
geschonken. Welnu, bij de loting die plaats
had, hebben alle vier de jongelingen zulk ge
lukkig nummer getrokken, dat ze buiten dienst
vallen, en nog zonderlinger mag het heeten
dat ook de getrokken goede nummers elkander
omtrent volgen.
Men kent eenige der ongehoorde mis
bruiken die in het armbestuur van Gent be
staan. M. Van Loo, armmeester, heeft twee
brochuren daarover geschreven, die groote
opschudding verwekt hadden. Men had ver
wacht dat het armbestuur daarop een antwoord
zou gegeven hebben, of ten minste de mis
bruiken zou doen ophouden. Maar neen; men
heeft M. Van Loo eenvoudig afgezet, zonder
hem te durven of le kunnen de reden dier
afzetting kenbaar te maken. Maar de armen,
wier belangen M. Van Loo zoo moedig verde
digd heeft, hebben hem meer erkentelijkheid
bewezen. Zij hebben uitgelegd om hem eene
hulde te brengen, onder den vorm van een
schoon geteekend en prachtig ingelijst dank-
schrift- Het is een meesterstuk, dat uit de pen
van M. Cnudde komtdeze heeft van de arme
lieden alle betaling voor zijnen arbeid gewei
gerd. Wij wenschen geluk 'aan M. Van Loo,
M. Cnudde en de armenaan hun allen strekt
het huldebewijs ter eer.
Zondag namiddag rond 4 ure, had in de
Hamerstraat, buiten de Brugschepoort te Gent,
een hevig gevecht plaats tusschen twee ge-
buren, Feys en Eeckhaute. De moeder van
dezen leste met haren man, die blind is, kwa
men zich insgelijks in het gevecht mengen.
De moeder van Eeckhaute duwde haren man
tegen Feys, die door den eerste vastgegrepen
werd eene worsteling ontstond tusschen
beiden, terwijl de moeder van Eeckhaute met
een stoofhaak Feys aanviel. Deze nogtans
gelukte erin te ontsnappen. Hij liep naar huis,
wapende zich met eene zware metserschup,
en bracht den blinde eenen hevigen slag op
hoofd toe. waardoor het linkerkaakbeen ver
brijzeld werd. Vader Van Eeckhaute is in deer-
nisweerdigen toestand naar het gasthuis ge
bracht. Naar het schijnt zal men moeten over
gaan tot het uithalen van het linkeroog. De
kommissaris.ter plaatse gekomen, wilde over
gaan lot de aanhouding van Feys deze had
zich echter in zijn huis gebarrikadeerd, en het
was onmogelijk hem in handen te krijgen; hij
is er, men weet niet juist hoe. in gelukt tijdens
den nacht te ontsnappen. Feys is een zeer
gevaarlijke kerel, die reeds verscheidene ver
scheidene veroordeelingen voor slagen en
gewelddaden^ondergaan heeft.
Een brugsche glasschilder, schrijvende
naar eenen fabrikant van Charleroi om eenig
glas te commandeeren, zegde dat 't hem speet
geene groolere eommande te kunnen doen
daar veel stielen en de zijne eerst van
al plat gelegd zijn ten gevolge der plagerijen
waarmee hel ministerie de kerken overlaadt.
Glaschilders, fijnschilders, beeldhouwers,
fabrikanten van kerkornementen, borduurders,
passementwerkers, koper-en zilverdrijvers,
enz., al stielen die voor de schoolwet wel
gingen, schrijft de schilders in kwestie, zijn
nu dood, en de duizeud en èène kwelling die
een kleingeestig gouvernement nog dagelijks
uitvindt, zijn niet geschikt om ze te doen her
leven.
Dat is de zuivere waarheid, zegt de Stan
daerd van Vlaanderen daarop.
Men leest in 't Burgerswelzijn van Brugge
Wij hebben destijds de samenstelling ge
meld van een komiteil ingericht om de noodige
gelden in te zamelen, ten einde met de op
brengst ervan, eene prachtige kas te doen
maken, bestemd om de stoffelijke overblijfsels
van graaf Karei den Goede, te bevatten. Onze
koningin heeft ook het hare willen bijdragen
tot de verheerlijking der relikwiën van den
graafmartelaarzij heeft eene luisterijke kroon
doen vèrveerdigen, welke boven dè kas zal
prijken. Evenals de kroon, waarmeê de kas
van het H. Bloed versierd is, de geheugenis (e