39s,e Jaar
Zondag, 20 April 1884
/V° 1962
PONT DES ARTS.
VOLGENDE STATIËN:
VERTREKUREN UIT DE
IJZEREN WEG.— VERTREKUREN Uil AELST NAAR
Zedelijkheid en onderwijs.
DE BEDELARES
Aan de Rechterzij.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3de bladz.50 cent.
Comte 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
DIT GEERAERDSBERGEN NAAR
Maria-Lierde, Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Dendbrlbeuw naar
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, ABsegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6,11 7.20 direct.
DIT SOTTEGBH LANGS DENDERLEEUW NAAR
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.48
dit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8-60
9-10 E
dit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E Skl.5.25 7,15
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.18 "s zaterd.) 7.50
1.40 7.48
dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12
naar aelst dit
Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15
Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. V 2" 3" kl. 12-22
3-15 E. 1®2°3® kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1*2° 3* kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en
9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45
Dendermonde 5-09 's zaterd. 9-14 7.07 9.41 11.35 2.28
5.28 8.25 8 14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9.43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 1I.12E 3 kl. 11.54 6.05
dit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-ie*
•eadermende. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Meehelen. 4-561 6-351 7-30d 8-12d Exp. 1®2®3®kl. 8-451
ll-59d l-04d Exp. 1*2® 3®kl. 2-51d 3-071 6-45/
10-08d Exp. 1® 2® 3' kl.
Antw. 4-561 6-36t 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-451 l-04d Exp.
1® 2* 3® kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-45M0-08d Exp.
1® 2® 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E 3 kl.
9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 O-OC E 3« kl
(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-361 8-12d
K 3 kl. 8-451 0-00d 9-13d tl-59d l-04d Exp.1®2®3®
kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16a 10-08 3 kl.
Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38
9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2® 3® kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Alh) 5-55 8-12 E.
3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16
Bergen, Quiévram 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel, Opwyck, Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09
(1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde en de letter d langs Denderleeuw.
Culqtie Kaam.
ABLST, 19 APRIL 1884.
Is het onderwijseenebron van zedelijkheid?
Zietdaar een vraagpunt, 'twelk onlangs door
den heer Kervyn de Leltenhoveafgeveerdigde
van Eecloo, in de Volkskamer, behandeld
Wi.jrd.
De redetwist liep over de gevangenissen en
de achtbare redenaar nam deze gelegenheid
waar, om andermaal te bewijzen dat het on
godsdienstig onderwijs verre van de zedelijk
heid te bevorderen, integendeel, het getal der
misdaden merkelijk doel klimmen.
Tot staving zijner beweering, haalde de
achtbare spreker de getuigenissen aan van
ervarene mannen, welke de liberalen toch van
geene al te groote genegenheid voor de R. C.
Religie zullen verdenken.
M. Victor Cousin schrijft onder andere 't
vólgende
De vermeerdering van 't onderwijs brengt
geerie vermeerdering van zedelijkheid voort.
Men moet het onderwijs in opvoeding ver-
anderen anders wordt niets uitgewerkt.
Niet het onderwijs, maar de opvoeding en be-
zonder lijk de godsdienstige opvoeding is het,
die den mensch zedelijk maakt.
M. Moreau-Chhstophe welke bezondere on
derzoeken over de gevangenisstelsels instelde,
schrijft aldus
Het getal dergenen die in hunne misdaden
hervallen, bewijst heden, en wel zoo dat het
«niet te betwijfelen valt, dat de misdaad in
verhouding staat met het onderwijs dat men
genoten heelt uit de grootte der misdaad
kan men den graad van het onderwijs aflei-
den. Zonder godsdienstige opvoeding is het
onderwijs slechts een werktuig ter vernietiging
bestemd.
Dat dit oordeel niet gewaagd is, blijkt hier
uit dat in Frankrijk op 100 beschuldigden er
57 aangetroffen worden die een hooger onder
wijs genoten. Deze toestand spruit voort uit de
omstandigheid dat het Hoogere Onderwijs,
sedert vele jaren, van den Godsdienst gansch
is afgescheiden. Dit stelsel komt nu ook aan
't middelbaar en lager onderwijs toegepast te
worden,en voorzeker zal helde zelfde vruchten
voortbrengen, namelijk,vermindering der zede
lijkheid en vermeerdering der misdaden.
M. Fernand Desportes, algemeene sekretaris
van de Vereeniging der gevangenissen van
Frankrijk, zegde
a Het eenige middel om de kinderen van het
volk te beletten, dieven, inbrekers, moordenaars
te worden, is hun den Catechismus te leeren
dat is, de tien geboden Gods en het Evange-
lie. Deze geboden alleen kunnen op gunstige
wijze de zedenleer meêdeelen, omdat die
wetten alleen de belooning en de straffen
a met zich medevoeren.
Ik heb, zoo vervolgt de schrijver, de droe-
vige ondervinding dat het wereldlijk onderwijs
zoo als men het begrijpt en toepast, ons een
afschuwelijk geslacht (une généraiion abomi-
nable) voorbereidt, waartegen het Staatsgezag
a zoo de Staat nog bestaan zal, verplicht zal
YAN DB
Novelle,
NAAR HET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF.
3® Vervol®.
Mijne liefde, Senor, was eene vrolijke liefde, want
dagelijks kon ik bij haar zijn de grensmuren die in
mijn vaderland gewoonlijk de geliefden scheiden, en
die de liefde smartelijk, anstig, vol verdriet en mis
moedig makeu,die grenspalen scheidden ons niet. En
wanneer ik in de toekomst zag, boe lachend kwam
zij mij niet voorMijn oom beminde mij als een zoon
indien ik zijne wenken goed verstond, zoo scheen hel
hom niet onaangenaam, als ik de liefde zijner dochter
zocht te winnen en van mijnen vader konde
ik geene verhindering verwachten, want Laura
stamde af uit edel bloed en de rijkdom harer moeder
was bekend..Hoe malig mijne liefde was, kunt gij
reeds daaruit zien, dat ik daar beminde, waar het
zoo geheel goed ging zonder smart of leed. Want
gewoonlijk ontslaat de liefde uit de aangename op
merking, dat men aan de geliefde misschien niet mis
haagt heefteven als de brand onder de daken
voortsluipt, en, door eenen muur tegengehouden,
plotseling verteerend opwaarts ten hemel stijgt, zoo
is hel ook met de liefde. De kleine neiging groeit
aan. De hinderpalen, die onoverwinnelijk schenen,
dienen tot spoorslag; men gelooft een vuur te gevoe
len,'dat slechts inde armen der geliefde kan afgekoeld
zijn den stok te gebruiken in plaats van
't Evangelie.
Ziedaar geëerde lezers, wat deze geleerde i
mannen denken inzake van volksonderwijs 1
Mochten de oogen van vele tot hiertoe nog
verblinden open gaan door deze waarschuwin
gen van onpartijdige heeren, van mannen
welke zonder vooroordeel spreken en zich
enkel steunen op onbetwistbare bewijzen. Ja,
mochten de verblinden eindelijk zien en be
grijpen dat 't ongodsdienstig, of liever, liberaal
onderwijs, 't welk heden in onze Staatsscho
len gegeven wordt, een geslacht zal vormen
bij 't welk de zedelijkheid op den laagsten trap
zal staan, en 't welk tot alle schelmerijen, tot
alle misdaden, tot alle gruweldaden zal be
kwaam zijn!...
Ten slotte herhalen wij wat HH. onze Bis
schoppen, in 1879, met zooveel waarheid ver
klaarden, namelijk, dat het ongodsdienstig
onderwijs gevaarlijk is voor geloof en zeden,
en dat, in belang der samenleving zelve, de
school moet godsdienstig wezen, omdat een
onderwijs zonder God, zonder godsdienstige
leering, de opkomende geslachten in eenen
afgrond van zedeloosheid en verderf zal doen
nederstorten en ons naar de barbarschheid
der vroegere eeuwen terugvoeren.
Landgenoten, overweegt dit alles welj'tis
nog tijd, heden is er nog remedie aan de
kwaalverjaagt de voorstaanders van '1 god
deloos onderwijs van 't bewind en vervangt
ze door mannen welke 't onderwijs zullen
herinrichten op zijne ware grondvesten, de
tien geboden en het Evangelie, zonder de
welke het geene goede vruchten voortbrengen
kan
Ziehier een stuk, dat zeker belangrijk is, en
wij onze lezers moeien meêdeelen. Het werd
door de Conservatieve Vereeniging van Gent
aan de Rechterzij van Kamer en Senaat gezon
den
Aan de heeren leden der Rechterzij in den Senaat
en in de Kamer van Volksvertegenwoordigers
van België.
Mijnheeren,
Reeds van nu af bekommert zich het land
met de wetgevende kiezingen der maand Juni
aanstaande.
Het erkent de belangrijkheid eener stemming
die, ofwel het voorspel moet zijn van nieuwe
vijandelijkheden van wege het gouvernement,
ofwel het sein der verlossing en der bevredi
ging-
De catholieken begrijpen, dat hunne zege
praal afhangt van de vereeniging van al de
krachten der bewarende denkwijze zij weten
dat zij, om tot die eenheid te geraken, zich
moeten scharen rond de uitmuntende mannen,
welke zij zich terzelfriertijd tot volksvertegen
woordigers en tot aanvoerders hebben gekozen.
Het is, overigens, niet alleen het bewustzijn
der noodwendigheden van den aanstaanden
kiesstrijd dat de catholieke kiezers tot u doet
komen. Zij houden er ook aan, mijnheeren, u
volmondig hunne vurige dankbaarheid uit te
drukken.
worden. Men spreekt die dame aan het traliewerk,
men zendt brieven aan de kamenier, men schetst
droomend en wakend haar beeld, hare gestalte met
zulke bekoorlijke Irekken, want let hiertoe zag men
haar niet anders dan gesluierd en onder de bedek
kende mantille. Eindelijk, hel zij door list of geweld
vallen de scheidsmuren. Men vliegt er heen, geleidt
de verworvene naar de kerk en beziet den schat
naderhand een weinig nauwkeuriger.
Even als op eenen schoonen weidegrond, (die
slechts een lapijt is over een grondeloos moeras),
uwe voeten uilgleidende neder zinken, en bronnen
uit de diepte opborrelen zoo is hel ook hier. leder
oogenblik vertoont zich een nieuwe luim bij de dame
eiken dag ligt zij den sluier en de mantille van haar
hart vrijer, en op het einde zoudt gij liever weder
aan het traliewerk staan, om liefdeklachten te zingen,
om nooit weder te keeren.
VII.
Bij den hemel, gij zijteen scherpe crilikus, ant
woordde Fröben bloozend, er ligt iels waars in dat
gene wat gij zegt, maar zoo geheel Neen, want
dan moest die godenvonk, die brandend in bel hart
slaat, die zalige oogenblik, waarin de helft van eene
minuut voor het begrip voldoende is, die zoude
moeten liegen, en toch geloof ik aan eene hemelsche
afkomst.
Ik versta wat gij zeggen wilt, sprak Don
Pedro die oogenblik is hemelsch schoon, maar het
rust zeer dikwijls op eene bittere misleiding Hoor
verder. Mij verbitterden, mij hinderden geene grens
palen, en toch beminde ik zoo vurig als ooit eenig
jong cavalier in Spanje. De eenige hinderpaal kon
Laura's hart zijn,en haaroog had mij immers zoodik
wijls bekend, dat het 't mijne zoo gaarne ontmoette.
Al die kleine bewijzen yan mijne teederheid, zoo
als men deze in dien toestand geeft, nam Donna
Op elk gebied, waarop het gouvernement en
de meerderheid onrust, wanorde en oorlog
hebben gezaaid, hebben zij altijd de Rechterzij
der Kamers, welsprekend, vaderlandslievend,
krachtdadig, ontembaar op hunnen weg ont
moet.
Het land, dat met aandacht naar uwe rede
voeringen heelt geluisterd, heeft de zekerheid
bekomen dat gij niet alleen schitterende spre
kers zijt in de minderheid, maar dat gij weldra
krachtdadige en wijze bestuurmannen zult zijn
vastberaden aangaande de politiek die moet
gevolgd worden en onwankelbaar getrouw aan
de verwezenlijking van het betrachte doel.
Wij herinneren slechts uwe bijzonderste ver
klaringen
Gij zult niet aarzelen de wet van 1879 op het
lager onderwijs, die bestendige grief(1) te
doen verdwijnen.
Gij vraagt niets beter dan ze af te schaffen
(2) en hare overlijdensakte te doen opstellen
door den ambtenaar van den burgerlijken stand.
(3)
Gij zult aan België schenken eene kiesher-
vorming welke het stemrecht zal uitbreiden
binnen de palen der Grondwet en het zal zui
veren van de bedriegerijen en Chineezerijen,
welke men sedert vijf jaren heeft opeengesta
peld. (4)
In plaats van het stelsel der vereeniging
van al de macht in handen van het gouverne
ment, dat lieden wordt toegepast, zult gij
den nationalen weg, den weg der onafhanke
lijkheid van de verschillende besturen volgen.
(S).
Gij zult aan de provincie en aan de ge
meente het zelfbestuur teruggeven dat onze
inrichtende wetten hun gegeven hadden. (6)
Er is voor u maar een middel om te ant
woorden op de aanvallen tegen de gemeente
vrijheden, 't is van ze te vermeerderen (1)
De belofte dezer drie groote hervormingen
is, gij weet het wel, mijnheeren, begroet ge
worden met de eenparige toejuichingen der
bevolking, want zij ziet daarin het onmidde-
lijk te gebruiken geneesmiddel tegen de kwalen
waarover zij zich het meeste beklaagt. (8)
Doch, nog andere klachten zijn ook wettig
en gij zult ze aanhooren nog andere rechten
zijn miskend en geschonden geweest gij zult
ze herstellen. Gij gelooft met het land, dal
wij op militair gebied, de grenspalen van het
geen moet gedaan worden, zoo niet overschre
den, ten minste bereikt hebben, zoowel onder
het opzicht der uitgaven als onder dal der per
soonlijke lasten. (9)
Gij wilt, gelijk het land, dat het leger ver
heven zij boven de worstelingen, de twisten
en belangen der partijen. (10)
Niet alleen zij die hem op 1 Juni 1882 hebben
gehoord, maar al de catholieken hebben M.
(1) M. Woeste, in de Katncr, 28 Februari i884.
(2) M. Jacobs, in de Kamer, 15 November 1883.
(3) M. Malou, te S Nicolaas, t Juoi 1882.
(4) M Jacobs, te Antwerpen, 2 Februari 1884
(5) M. Malou, redevoering hooger aangeh
(6) M Beernaert, te Gent, 30 April 1882.
(7) M. Beenaert, te Gent, 30 April 1882.
(8) M. Malou, redevoering als boven.
(9) M, Malou, redevoering als boven.
(tb) M. Jacobs, te Antwerpen, 2 Februari 1884,
Laura goedhartig aan en na drie maanden vergun
de zij mij, haar mijn gevoel te bekennen. Hare
ouders hadden de zaak reeds lang bemerktmijn
oom gaf mij zijne toestemming, en zegde dal hij,
uit hoofde van de goede diensten die ik bewezen
had, den Koning om eene majoors-patent verzocht
had. Tegelijk met hel berigt van mijne verhooging
moest ik aan mijnen vader mijne liefde bekennen,
en hem zijne toestemming vragen. !k geloofde zulks;
ach, waarom heb ik het gedaan Zoude mon niet
altijd eenen demon achter zich vermoeden, die ons
hel geluk als een fraai speelgoed geeft, alleen om het
plotseling te verbreken
Korten tijd na de verzekering van mijn geluk,
had ik kennis gemaakt met eenen kapitein van een
regiment Zwitsers, voor wien ik vriendschap op
vatte, en dien ik dagelijks in mijn huis geleidde.
Hel was 6en scboooe, blonde jongeling, met heldere
blauwe oogen, blank van huid en met roode wangen.
Hij zoude te week er uit gezien hebben voor eenen
soldaat, indien de beroemde wapenfeiten die hij ver
richt had, niet in ieders mond leefden. Des te gevaar
lijker was hij voor de vrouwen. Zijne geheele
verschijning was zoo nieuw in dil land, waar de zon
de gezichten donker kleurt, waaronder zwart hadr
zwarte oogen fonkelen en wanneer hij van de ijsber
gen, van den eeuwigen sneeuw van zijnen geboorte
grond verhaalde, zoo luisterdemen gaarne naar zijne
gesprekken, en menige dame had misschien reeds
beproefd om het ijs van zijn hart te smelten.
Op zekeren morgend kwam een vriend bij mij,
die mijne liefde voor Laura kende, en gaf mij in
allerlei geheimzinnige gesprekken le verstaan dat ik
op mijne hoede moesl zijn, of zonder het majoors-
paleDt mijne nicht huwen, terwijl er anders nog
vele dingen gebeuren konden, die mij niet aangenaam
zouden zija. Ik was verbaasd, ondervroeg nauwkeu
riger en vernam, dat donna Laura, bij eene gehuwde
Malou warm toegejuicht, toen hij teSl-Nicolaas
zegde
a De Grondwet heeft de regelen vastgesteld
volgens welke de burgerlijke macht en de
geestelijke overheid, ieder in haren werkkring
onafhankelijk zijn en deze onafhankelijkheid
is vastgesteld geworden opdat iedereen, in de
maat zijner krachten, zou meêwerken aan alles
wat het welzijn der samenleving aanbelangt.
d Van de eerste dagen af der verbreking van
de diplomatische betrekkingen tusschen België
en den H. Stoel is de rechterzij eenparig ge
weest om te verklaren dat, wanneer zij aan het
bewind zou terugkomen, deze fout oogenblik-
kelijk zou hersteld worden.
Aan het bewind terugkomende zult gij,
Mijnheeren, de belangen ter harte nemen van
landbouw, handel en nijverheid, welke voor
het land levensbelangen zijn.
Hel is ook M. Malou die, te St-Nikolaas het
woord voerende, in zijnen naam en in dien
zijner vrienden, gezegd heeft
Misschien heeft men zekere belangen te
zeer vergeten, bij voorbeeld die van landbouw,
handel en nijverheid.... Waarom zou men, in
plaats van dat oorlogsmachien het ministerie
van openbaar onderwijs niet een machtig
werktuig van vrede, voorspoed en vooruitgang
inrichten voor die groote takken van den
nationalen rijkdom
De maatschappelijke vraagstukken zullen in
u, ten bekwame tijde, de bezorgdheid vinden
om ze te onderzoeken, het verstand om ze te
begrijpen en de vrijheid om ze op te lossen.
Eindelijk, is het niet onder u dathet vlaamsch
gedeelte van het land zijne beste vrienden, de
meest overtuigde en standvastigste verdedigers
van zijne rechten, de welsprekendste tolken
zijner eischen telt
Ja, mijnheeren, gij hebt aan het land plech
tige beloften voor de toekomst gedaan, voor
den dag waarop onze edele en vaderland-
sche zaak zal gezegenpraald hebben
Deze beloften heeft het land met geluk en
dankbaarheid aanveerd. Het is overtuigd dat gij
die zult verwezenlijken, want het twijfelt noch
aan uwe trouw van het gegeven woord, noch
aan uwe moed, noch aan uwe krachtdadig
heid. Vol vertrouwen in u belooft het u zijne
standvastige ondersteuning, zijne volkomene
verkleefdheid.
Welkdanig ook de moeilijkheden zijn welke
de toepassing u voorbehoudt, altijd zult gij de
katholieken en, aan uwe zijde, al uwe landge
noten die rechtzinnig gehecht zijn aan de eer
lijke toepassing onzer instelingen,bereid vinden
om u te helpen, om zich rond u te scharen
opdat gij, in alle omstandigheden, op hunne
zoo talrijke en eensgezinde rangen wijzende,
zoudt kunnen zeggen tot alwie het zou schijn
en te vergeten ziedaar de natie, 't is van haar
dat wij onze macht ontvangen, eerbied voor
haren wil
Gent, 4 April 1884.
De ondervoorzitters: Baron DELLA FAILLE
enJ. CASIER.
De raadsleden V. COOREMAN, burchtgraaf
DEMOERMAN D'HARELBEKE en P. DE SMET-
DE NAEYER.
De schatbewaarder Alfr. DE KERCHOVE.
vriendin, nu en dan met eenen man te zamen kwam,
die in eenen mantel gehuld, in het huis sloop. Ik liel
mijnen vriend vertrekken en bedaukte hem, lk ge
loofde er niets van, maar een doorn van ijverzucht
en wantrouwen was in mij achter gebleven. Ik dacht
na over Laura's gedrag jegens mij, ik vond hetzelve
onveranderd zij was lieftallig, goedig jegens mij
zoo-als vroeger liet hare hand, en zelf haren schoonen
mond kussen, maar daarbij bleef het ook want nu
eerst bevreemdde hel mij, hoe koel zij bij mijne om
helzing was zij drukte mijne hand niet weder,
wanneer ik de hare drukte, zij gaf mij geerie kus
terug.
De twijfeling kwelde mij de vriend kwam weder
stookte door bepaalde narichten het vuur heviger
san, en ik besloot bij mij zeiven, om de schreden
mijner dame oplettender te bewaken. Wij middag
maalden gewoonlijk le zamen, mijn oom, mijne
tante, mijne schoone nicht en ik. Op den avond van
den dag, toen mijn vriend mij voor de tweede maal
gewaarschuwd had, vraagde mijne tante onder het
eten aan hare dochter of zij haar gezelschap wilde
houden op het balkon
Zij antwoordde, dal zij, aan eene vriendin aeloofd
had haar te bezoeken. Waarschijnlijk zag ik haar
daarbij scherper aan, want zij sloeg hare oogen neder
en bloosde. Een uur voor het donker werd, ging zij
naar die dame. Toen het duister was, sloop ik naar
het genoemde huis en hield er de wacht; eene
'razende ijverzucht greep mij aan, toen ik eene ver
momde gedaante dicht langs de huizen naar mij toe
zag sluipen. Ik plaatste mij voor de huisdeur, de ge
daante kwam naderbij en wilde mij zacht op zijde
schuiven, doch ik vatte dezelve bij hel kleed, zeg
gende
Senory wie gij ook zijt, op dit oogenblik ge
loof ik eenen man van eer voor mij le hebben, en
bij uwe eer eisch ik u op, mij te woord te staan j
De bijgevoegde schatbewaarder F. LEFE
VERRE DE TEN HOVE.
De sekretaris Th. LEGER, advocaat.
De bijgevoegde sekretarisA. LIGY,advocaat.
Onthouding.
Wij laten hfer, volgens de Annates parlemen-
taires, de vertaling volgen der redenen opgege
ven door M. Pirmez. voor zijne onthouding bij
de stemming over het schoolonderzoek
Indien ik het goedkeurend dagorde niet
gestemd heb, is het omdat wij sedert eenige
dagen twee nieuwe verslagen ontvangen heb
ben van de commissie van onderzoek, dit van
M. Vanderkindere en dit van M. Le Hardy de
Beaulieu.
Ik aanzie deze twee verslagen als hebbende
eene even duidelijke als betreurensweerdige
strekking om een onzer groote grondwettelijke
vrijheden te niet le doen.
Het is duidelijk en ik zal het eerlang be
wijzen, dat er nooit voorstellen gedaan werden
zoo strijdig met de vrijheid van onderwijs, als
die welke in deze verslagen bevat zijn.
Nu, ik wil geenen stap, geenen enkelen
stap op die helling doen, uit vrees van uit te
slibberen. Ik wil uit al mijne krachten de strek
kingen dezer twee verslagen bestrijden.
Ik ben overtuigd dat het grootste deel onzer
kollegas die het dagorde gestemd hebben,
hunne zienswijze niet hebben willen uiten over
die verslagen maar ik vreesde, door al de
daden der commissie van onderzoek goed te
keuren, mijnen tegenstand te verzwakken.
Het is daarom dat ik het dagorde niet ge
stemd heb. i)
Het Schoolenkwest.
De afkondiging der uitgaven van 't school-
enkwest hebben de liberalen Kamerleden die
met de voskens in den zak zitten en nog lekke-
baarden als zij aan alle jiip lekkere portiën en
fijne wijnen denken die zij binnenlapten, in
eene razende woede doen ontsteken....
In hunne razernij riepen zij uit Men las-
tert ons op eene eerlooze wijze die laste-
ringen zullen wij in volle Kamer weêrleggen
en onze lasteraars beschamen
Nu, de Kamer heeft zich, eenige dagen gele
den, met de bespreking der uitgaven van 't
schoolenkwest onledig gehouden, en uit die
bespreking is gebleken dat de catholieke dag
bladen welke decijlers der smeer-en andere
partijen van 't schoolenkwest meèdeelden, op
verre na als geene lasteraars mogen gehouden
worden.
Immers de cijfers welke wij destijds afkon
digden zijn nog verre beneden de waarheid
gebleven. Ja, men heeft de staatskoe nog meer
afgemolken als wij het zegden. En daarbij men
molk en bleef melken omdat het beest van de
krachtigste melk gaf, die de liberale vriende
kens zoo spoedig vetten deed
Doch, dat de liberalen verstoord zijn, dat zij
woedend zijn van gramschap, laat zich gemak
kelijk begrijpen. Wie schreeuwt er niet als
men den duim wat te hard op zijne wonde
drukt
Bij 't eerste geluid mijner slem zag ik hem schrik
ken hij bezon zich eenen oogenblik en antwoordde
toen
Wal wilt gij
Zweer mij hij uwe eer, voer ik voort, dat gij
niet wegens donna Laura de Tortosi in dil huis gaat.
Wie vermeet zich, mij over mijne schreden
rekenschap af te vorderen riep hij met eene doffe,
veranderde stem. Aan zijne uitspraak bemerkte ik,
dat bij een vreemdeling moest zijn een somber
voorgevoel steeg in mijne ziel op. De kapitein de
San-Montanio waagt het! «antwoordde ik, en scheur
de hem, eer hij er op bedacht was, den mantel van
het gezicht het was mijn vriend Tannensee, de
Zwitser.
Hij stond daar, als een misdadiger, onbekwaam
om een woord te spreken, lnlusschen had ik mijnen
degen getrokken, en sprakeloos van woede, Wees
ik hem aan, hel zelfde le doen. Ik heb geene ande
re wapens bij mij deu eenen dolk, antwoordde
hij. Reeds was ik voornemens, hem zonder aarzelen
mijnen degen door het lichaam te jagen maar toen
hij zoo onbewegelijk en op alles gevat voor mij
stond, kon ik die schrikkelijke daad niet volvoeren.
Ik behield nog zoo veel bezinnig, datik hem bepaalde,
mij den volgenden morgend buiten de poort der stad
rekenschap te geven. De deur hield ik bezethij be
loofde het mij, en ging heên.
Nog lang hield ik de wacht, tot dat eindelijk de
draagkoets voor Laura gebracht werd, en er haar zag
instijgen daarop volgde ik haar langzaam naar huis.
De martelingen der ijverzucht lieten mij geen slaap
op mijn leger vinden, en zoo hoorde ik omtrent
middernacht voetstappen mijne kamer naderen.
Men klopte aan vrewonderd sloeg ik mijnen mantel
om, en sloot de deur open het was de oude dienst
meid van Laurai, die niij eenen brief overgaf, en
"haastig weder vertrok.