39s,e Jaar Zondag, 20 April 1884 /V° 1962 PONT DES ARTS. VOLGENDE STATIËN: VERTREKUREN UIT DE IJZEREN WEG.— VERTREKUREN Uil AELST NAAR Zedelijkheid en onderwijs. DE BEDELARES Aan de Rechterzij. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3de bladz.50 cent. Comte 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59 DIT GEERAERDSBERGEN NAAR Maria-Lierde, Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Dendbrlbeuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, ABsegem Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6,11 7.20 direct. DIT SOTTEGBH LANGS DENDERLEEUW NAAR Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.48 dit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8-60 9-10 E dit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E Skl.5.25 7,15 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.18 "s zaterd.) 7.50 1.40 7.48 dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12 naar aelst dit Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. V 2" 3" kl. 12-22 3-15 E. 1®2°3® kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1*2° 3* kl. Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en 9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45 Dendermonde 5-09 's zaterd. 9-14 7.07 9.41 11.35 2.28 5.28 8.25 8 14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9.43 11.06 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 1I.12E 3 kl. 11.54 6.05 dit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-ie* •eadermende. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Meehelen. 4-561 6-351 7-30d 8-12d Exp. 1®2®3®kl. 8-451 ll-59d l-04d Exp. 1*2® 3®kl. 2-51d 3-071 6-45/ 10-08d Exp. 1® 2® 3' kl. Antw. 4-561 6-36t 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-451 l-04d Exp. 1® 2* 3® kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-45M0-08d Exp. 1® 2® 3® kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E 3 kl. 9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 O-OC E 3« kl (5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-361 8-12d K 3 kl. 8-451 0-00d 9-13d tl-59d l-04d Exp.1®2®3® kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16a 10-08 3 kl. Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2® 3® kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Alh) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévram 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel, Opwyck, Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09 (1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde en de letter d langs Denderleeuw. Culqtie Kaam. ABLST, 19 APRIL 1884. Is het onderwijseenebron van zedelijkheid? Zietdaar een vraagpunt, 'twelk onlangs door den heer Kervyn de Leltenhoveafgeveerdigde van Eecloo, in de Volkskamer, behandeld Wi.jrd. De redetwist liep over de gevangenissen en de achtbare redenaar nam deze gelegenheid waar, om andermaal te bewijzen dat het on godsdienstig onderwijs verre van de zedelijk heid te bevorderen, integendeel, het getal der misdaden merkelijk doel klimmen. Tot staving zijner beweering, haalde de achtbare spreker de getuigenissen aan van ervarene mannen, welke de liberalen toch van geene al te groote genegenheid voor de R. C. Religie zullen verdenken. M. Victor Cousin schrijft onder andere 't vólgende De vermeerdering van 't onderwijs brengt geerie vermeerdering van zedelijkheid voort. Men moet het onderwijs in opvoeding ver- anderen anders wordt niets uitgewerkt. Niet het onderwijs, maar de opvoeding en be- zonder lijk de godsdienstige opvoeding is het, die den mensch zedelijk maakt. M. Moreau-Chhstophe welke bezondere on derzoeken over de gevangenisstelsels instelde, schrijft aldus Het getal dergenen die in hunne misdaden hervallen, bewijst heden, en wel zoo dat het «niet te betwijfelen valt, dat de misdaad in verhouding staat met het onderwijs dat men genoten heelt uit de grootte der misdaad kan men den graad van het onderwijs aflei- den. Zonder godsdienstige opvoeding is het onderwijs slechts een werktuig ter vernietiging bestemd. Dat dit oordeel niet gewaagd is, blijkt hier uit dat in Frankrijk op 100 beschuldigden er 57 aangetroffen worden die een hooger onder wijs genoten. Deze toestand spruit voort uit de omstandigheid dat het Hoogere Onderwijs, sedert vele jaren, van den Godsdienst gansch is afgescheiden. Dit stelsel komt nu ook aan 't middelbaar en lager onderwijs toegepast te worden,en voorzeker zal helde zelfde vruchten voortbrengen, namelijk,vermindering der zede lijkheid en vermeerdering der misdaden. M. Fernand Desportes, algemeene sekretaris van de Vereeniging der gevangenissen van Frankrijk, zegde a Het eenige middel om de kinderen van het volk te beletten, dieven, inbrekers, moordenaars te worden, is hun den Catechismus te leeren dat is, de tien geboden Gods en het Evange- lie. Deze geboden alleen kunnen op gunstige wijze de zedenleer meêdeelen, omdat die wetten alleen de belooning en de straffen a met zich medevoeren. Ik heb, zoo vervolgt de schrijver, de droe- vige ondervinding dat het wereldlijk onderwijs zoo als men het begrijpt en toepast, ons een afschuwelijk geslacht (une généraiion abomi- nable) voorbereidt, waartegen het Staatsgezag a zoo de Staat nog bestaan zal, verplicht zal YAN DB Novelle, NAAR HET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF. 3® Vervol®. Mijne liefde, Senor, was eene vrolijke liefde, want dagelijks kon ik bij haar zijn de grensmuren die in mijn vaderland gewoonlijk de geliefden scheiden, en die de liefde smartelijk, anstig, vol verdriet en mis moedig makeu,die grenspalen scheidden ons niet. En wanneer ik in de toekomst zag, boe lachend kwam zij mij niet voorMijn oom beminde mij als een zoon indien ik zijne wenken goed verstond, zoo scheen hel hom niet onaangenaam, als ik de liefde zijner dochter zocht te winnen en van mijnen vader konde ik geene verhindering verwachten, want Laura stamde af uit edel bloed en de rijkdom harer moeder was bekend..Hoe malig mijne liefde was, kunt gij reeds daaruit zien, dat ik daar beminde, waar het zoo geheel goed ging zonder smart of leed. Want gewoonlijk ontslaat de liefde uit de aangename op merking, dat men aan de geliefde misschien niet mis haagt heefteven als de brand onder de daken voortsluipt, en, door eenen muur tegengehouden, plotseling verteerend opwaarts ten hemel stijgt, zoo is hel ook met de liefde. De kleine neiging groeit aan. De hinderpalen, die onoverwinnelijk schenen, dienen tot spoorslag; men gelooft een vuur te gevoe len,'dat slechts inde armen der geliefde kan afgekoeld zijn den stok te gebruiken in plaats van 't Evangelie. Ziedaar geëerde lezers, wat deze geleerde i mannen denken inzake van volksonderwijs 1 Mochten de oogen van vele tot hiertoe nog verblinden open gaan door deze waarschuwin gen van onpartijdige heeren, van mannen welke zonder vooroordeel spreken en zich enkel steunen op onbetwistbare bewijzen. Ja, mochten de verblinden eindelijk zien en be grijpen dat 't ongodsdienstig, of liever, liberaal onderwijs, 't welk heden in onze Staatsscho len gegeven wordt, een geslacht zal vormen bij 't welk de zedelijkheid op den laagsten trap zal staan, en 't welk tot alle schelmerijen, tot alle misdaden, tot alle gruweldaden zal be kwaam zijn!... Ten slotte herhalen wij wat HH. onze Bis schoppen, in 1879, met zooveel waarheid ver klaarden, namelijk, dat het ongodsdienstig onderwijs gevaarlijk is voor geloof en zeden, en dat, in belang der samenleving zelve, de school moet godsdienstig wezen, omdat een onderwijs zonder God, zonder godsdienstige leering, de opkomende geslachten in eenen afgrond van zedeloosheid en verderf zal doen nederstorten en ons naar de barbarschheid der vroegere eeuwen terugvoeren. Landgenoten, overweegt dit alles welj'tis nog tijd, heden is er nog remedie aan de kwaalverjaagt de voorstaanders van '1 god deloos onderwijs van 't bewind en vervangt ze door mannen welke 't onderwijs zullen herinrichten op zijne ware grondvesten, de tien geboden en het Evangelie, zonder de welke het geene goede vruchten voortbrengen kan Ziehier een stuk, dat zeker belangrijk is, en wij onze lezers moeien meêdeelen. Het werd door de Conservatieve Vereeniging van Gent aan de Rechterzij van Kamer en Senaat gezon den Aan de heeren leden der Rechterzij in den Senaat en in de Kamer van Volksvertegenwoordigers van België. Mijnheeren, Reeds van nu af bekommert zich het land met de wetgevende kiezingen der maand Juni aanstaande. Het erkent de belangrijkheid eener stemming die, ofwel het voorspel moet zijn van nieuwe vijandelijkheden van wege het gouvernement, ofwel het sein der verlossing en der bevredi ging- De catholieken begrijpen, dat hunne zege praal afhangt van de vereeniging van al de krachten der bewarende denkwijze zij weten dat zij, om tot die eenheid te geraken, zich moeten scharen rond de uitmuntende mannen, welke zij zich terzelfriertijd tot volksvertegen woordigers en tot aanvoerders hebben gekozen. Het is, overigens, niet alleen het bewustzijn der noodwendigheden van den aanstaanden kiesstrijd dat de catholieke kiezers tot u doet komen. Zij houden er ook aan, mijnheeren, u volmondig hunne vurige dankbaarheid uit te drukken. worden. Men spreekt die dame aan het traliewerk, men zendt brieven aan de kamenier, men schetst droomend en wakend haar beeld, hare gestalte met zulke bekoorlijke Irekken, want let hiertoe zag men haar niet anders dan gesluierd en onder de bedek kende mantille. Eindelijk, hel zij door list of geweld vallen de scheidsmuren. Men vliegt er heen, geleidt de verworvene naar de kerk en beziet den schat naderhand een weinig nauwkeuriger. Even als op eenen schoonen weidegrond, (die slechts een lapijt is over een grondeloos moeras), uwe voeten uilgleidende neder zinken, en bronnen uit de diepte opborrelen zoo is hel ook hier. leder oogenblik vertoont zich een nieuwe luim bij de dame eiken dag ligt zij den sluier en de mantille van haar hart vrijer, en op het einde zoudt gij liever weder aan het traliewerk staan, om liefdeklachten te zingen, om nooit weder te keeren. VII. Bij den hemel, gij zijteen scherpe crilikus, ant woordde Fröben bloozend, er ligt iels waars in dat gene wat gij zegt, maar zoo geheel Neen, want dan moest die godenvonk, die brandend in bel hart slaat, die zalige oogenblik, waarin de helft van eene minuut voor het begrip voldoende is, die zoude moeten liegen, en toch geloof ik aan eene hemelsche afkomst. Ik versta wat gij zeggen wilt, sprak Don Pedro die oogenblik is hemelsch schoon, maar het rust zeer dikwijls op eene bittere misleiding Hoor verder. Mij verbitterden, mij hinderden geene grens palen, en toch beminde ik zoo vurig als ooit eenig jong cavalier in Spanje. De eenige hinderpaal kon Laura's hart zijn,en haaroog had mij immers zoodik wijls bekend, dat het 't mijne zoo gaarne ontmoette. Al die kleine bewijzen yan mijne teederheid, zoo als men deze in dien toestand geeft, nam Donna Op elk gebied, waarop het gouvernement en de meerderheid onrust, wanorde en oorlog hebben gezaaid, hebben zij altijd de Rechterzij der Kamers, welsprekend, vaderlandslievend, krachtdadig, ontembaar op hunnen weg ont moet. Het land, dat met aandacht naar uwe rede voeringen heelt geluisterd, heeft de zekerheid bekomen dat gij niet alleen schitterende spre kers zijt in de minderheid, maar dat gij weldra krachtdadige en wijze bestuurmannen zult zijn vastberaden aangaande de politiek die moet gevolgd worden en onwankelbaar getrouw aan de verwezenlijking van het betrachte doel. Wij herinneren slechts uwe bijzonderste ver klaringen Gij zult niet aarzelen de wet van 1879 op het lager onderwijs, die bestendige grief(1) te doen verdwijnen. Gij vraagt niets beter dan ze af te schaffen (2) en hare overlijdensakte te doen opstellen door den ambtenaar van den burgerlijken stand. (3) Gij zult aan België schenken eene kiesher- vorming welke het stemrecht zal uitbreiden binnen de palen der Grondwet en het zal zui veren van de bedriegerijen en Chineezerijen, welke men sedert vijf jaren heeft opeengesta peld. (4) In plaats van het stelsel der vereeniging van al de macht in handen van het gouverne ment, dat lieden wordt toegepast, zult gij den nationalen weg, den weg der onafhanke lijkheid van de verschillende besturen volgen. (S). Gij zult aan de provincie en aan de ge meente het zelfbestuur teruggeven dat onze inrichtende wetten hun gegeven hadden. (6) Er is voor u maar een middel om te ant woorden op de aanvallen tegen de gemeente vrijheden, 't is van ze te vermeerderen (1) De belofte dezer drie groote hervormingen is, gij weet het wel, mijnheeren, begroet ge worden met de eenparige toejuichingen der bevolking, want zij ziet daarin het onmidde- lijk te gebruiken geneesmiddel tegen de kwalen waarover zij zich het meeste beklaagt. (8) Doch, nog andere klachten zijn ook wettig en gij zult ze aanhooren nog andere rechten zijn miskend en geschonden geweest gij zult ze herstellen. Gij gelooft met het land, dal wij op militair gebied, de grenspalen van het geen moet gedaan worden, zoo niet overschre den, ten minste bereikt hebben, zoowel onder het opzicht der uitgaven als onder dal der per soonlijke lasten. (9) Gij wilt, gelijk het land, dat het leger ver heven zij boven de worstelingen, de twisten en belangen der partijen. (10) Niet alleen zij die hem op 1 Juni 1882 hebben gehoord, maar al de catholieken hebben M. (1) M. Woeste, in de Katncr, 28 Februari i884. (2) M. Jacobs, in de Kamer, 15 November 1883. (3) M. Malou, te S Nicolaas, t Juoi 1882. (4) M Jacobs, te Antwerpen, 2 Februari 1884 (5) M. Malou, redevoering hooger aangeh (6) M Beernaert, te Gent, 30 April 1882. (7) M. Beenaert, te Gent, 30 April 1882. (8) M. Malou, redevoering als boven. (9) M, Malou, redevoering als boven. (tb) M. Jacobs, te Antwerpen, 2 Februari 1884, Laura goedhartig aan en na drie maanden vergun de zij mij, haar mijn gevoel te bekennen. Hare ouders hadden de zaak reeds lang bemerktmijn oom gaf mij zijne toestemming, en zegde dal hij, uit hoofde van de goede diensten die ik bewezen had, den Koning om eene majoors-patent verzocht had. Tegelijk met hel berigt van mijne verhooging moest ik aan mijnen vader mijne liefde bekennen, en hem zijne toestemming vragen. !k geloofde zulks; ach, waarom heb ik het gedaan Zoude mon niet altijd eenen demon achter zich vermoeden, die ons hel geluk als een fraai speelgoed geeft, alleen om het plotseling te verbreken Korten tijd na de verzekering van mijn geluk, had ik kennis gemaakt met eenen kapitein van een regiment Zwitsers, voor wien ik vriendschap op vatte, en dien ik dagelijks in mijn huis geleidde. Hel was 6en scboooe, blonde jongeling, met heldere blauwe oogen, blank van huid en met roode wangen. Hij zoude te week er uit gezien hebben voor eenen soldaat, indien de beroemde wapenfeiten die hij ver richt had, niet in ieders mond leefden. Des te gevaar lijker was hij voor de vrouwen. Zijne geheele verschijning was zoo nieuw in dil land, waar de zon de gezichten donker kleurt, waaronder zwart hadr zwarte oogen fonkelen en wanneer hij van de ijsber gen, van den eeuwigen sneeuw van zijnen geboorte grond verhaalde, zoo luisterdemen gaarne naar zijne gesprekken, en menige dame had misschien reeds beproefd om het ijs van zijn hart te smelten. Op zekeren morgend kwam een vriend bij mij, die mijne liefde voor Laura kende, en gaf mij in allerlei geheimzinnige gesprekken le verstaan dat ik op mijne hoede moesl zijn, of zonder het majoors- paleDt mijne nicht huwen, terwijl er anders nog vele dingen gebeuren konden, die mij niet aangenaam zouden zija. Ik was verbaasd, ondervroeg nauwkeu riger en vernam, dat donna Laura, bij eene gehuwde Malou warm toegejuicht, toen hij teSl-Nicolaas zegde a De Grondwet heeft de regelen vastgesteld volgens welke de burgerlijke macht en de geestelijke overheid, ieder in haren werkkring onafhankelijk zijn en deze onafhankelijkheid is vastgesteld geworden opdat iedereen, in de maat zijner krachten, zou meêwerken aan alles wat het welzijn der samenleving aanbelangt. d Van de eerste dagen af der verbreking van de diplomatische betrekkingen tusschen België en den H. Stoel is de rechterzij eenparig ge weest om te verklaren dat, wanneer zij aan het bewind zou terugkomen, deze fout oogenblik- kelijk zou hersteld worden. Aan het bewind terugkomende zult gij, Mijnheeren, de belangen ter harte nemen van landbouw, handel en nijverheid, welke voor het land levensbelangen zijn. Hel is ook M. Malou die, te St-Nikolaas het woord voerende, in zijnen naam en in dien zijner vrienden, gezegd heeft Misschien heeft men zekere belangen te zeer vergeten, bij voorbeeld die van landbouw, handel en nijverheid.... Waarom zou men, in plaats van dat oorlogsmachien het ministerie van openbaar onderwijs niet een machtig werktuig van vrede, voorspoed en vooruitgang inrichten voor die groote takken van den nationalen rijkdom De maatschappelijke vraagstukken zullen in u, ten bekwame tijde, de bezorgdheid vinden om ze te onderzoeken, het verstand om ze te begrijpen en de vrijheid om ze op te lossen. Eindelijk, is het niet onder u dathet vlaamsch gedeelte van het land zijne beste vrienden, de meest overtuigde en standvastigste verdedigers van zijne rechten, de welsprekendste tolken zijner eischen telt Ja, mijnheeren, gij hebt aan het land plech tige beloften voor de toekomst gedaan, voor den dag waarop onze edele en vaderland- sche zaak zal gezegenpraald hebben Deze beloften heeft het land met geluk en dankbaarheid aanveerd. Het is overtuigd dat gij die zult verwezenlijken, want het twijfelt noch aan uwe trouw van het gegeven woord, noch aan uwe moed, noch aan uwe krachtdadig heid. Vol vertrouwen in u belooft het u zijne standvastige ondersteuning, zijne volkomene verkleefdheid. Welkdanig ook de moeilijkheden zijn welke de toepassing u voorbehoudt, altijd zult gij de katholieken en, aan uwe zijde, al uwe landge noten die rechtzinnig gehecht zijn aan de eer lijke toepassing onzer instelingen,bereid vinden om u te helpen, om zich rond u te scharen opdat gij, in alle omstandigheden, op hunne zoo talrijke en eensgezinde rangen wijzende, zoudt kunnen zeggen tot alwie het zou schijn en te vergeten ziedaar de natie, 't is van haar dat wij onze macht ontvangen, eerbied voor haren wil Gent, 4 April 1884. De ondervoorzitters: Baron DELLA FAILLE enJ. CASIER. De raadsleden V. COOREMAN, burchtgraaf DEMOERMAN D'HARELBEKE en P. DE SMET- DE NAEYER. De schatbewaarder Alfr. DE KERCHOVE. vriendin, nu en dan met eenen man te zamen kwam, die in eenen mantel gehuld, in het huis sloop. Ik liel mijnen vriend vertrekken en bedaukte hem, lk ge loofde er niets van, maar een doorn van ijverzucht en wantrouwen was in mij achter gebleven. Ik dacht na over Laura's gedrag jegens mij, ik vond hetzelve onveranderd zij was lieftallig, goedig jegens mij zoo-als vroeger liet hare hand, en zelf haren schoonen mond kussen, maar daarbij bleef het ook want nu eerst bevreemdde hel mij, hoe koel zij bij mijne om helzing was zij drukte mijne hand niet weder, wanneer ik de hare drukte, zij gaf mij geerie kus terug. De twijfeling kwelde mij de vriend kwam weder stookte door bepaalde narichten het vuur heviger san, en ik besloot bij mij zeiven, om de schreden mijner dame oplettender te bewaken. Wij middag maalden gewoonlijk le zamen, mijn oom, mijne tante, mijne schoone nicht en ik. Op den avond van den dag, toen mijn vriend mij voor de tweede maal gewaarschuwd had, vraagde mijne tante onder het eten aan hare dochter of zij haar gezelschap wilde houden op het balkon Zij antwoordde, dal zij, aan eene vriendin aeloofd had haar te bezoeken. Waarschijnlijk zag ik haar daarbij scherper aan, want zij sloeg hare oogen neder en bloosde. Een uur voor het donker werd, ging zij naar die dame. Toen het duister was, sloop ik naar het genoemde huis en hield er de wacht; eene 'razende ijverzucht greep mij aan, toen ik eene ver momde gedaante dicht langs de huizen naar mij toe zag sluipen. Ik plaatste mij voor de huisdeur, de ge daante kwam naderbij en wilde mij zacht op zijde schuiven, doch ik vatte dezelve bij hel kleed, zeg gende Senory wie gij ook zijt, op dit oogenblik ge loof ik eenen man van eer voor mij le hebben, en bij uwe eer eisch ik u op, mij te woord te staan j De bijgevoegde schatbewaarder F. LEFE VERRE DE TEN HOVE. De sekretaris Th. LEGER, advocaat. De bijgevoegde sekretarisA. LIGY,advocaat. Onthouding. Wij laten hfer, volgens de Annates parlemen- taires, de vertaling volgen der redenen opgege ven door M. Pirmez. voor zijne onthouding bij de stemming over het schoolonderzoek Indien ik het goedkeurend dagorde niet gestemd heb, is het omdat wij sedert eenige dagen twee nieuwe verslagen ontvangen heb ben van de commissie van onderzoek, dit van M. Vanderkindere en dit van M. Le Hardy de Beaulieu. Ik aanzie deze twee verslagen als hebbende eene even duidelijke als betreurensweerdige strekking om een onzer groote grondwettelijke vrijheden te niet le doen. Het is duidelijk en ik zal het eerlang be wijzen, dat er nooit voorstellen gedaan werden zoo strijdig met de vrijheid van onderwijs, als die welke in deze verslagen bevat zijn. Nu, ik wil geenen stap, geenen enkelen stap op die helling doen, uit vrees van uit te slibberen. Ik wil uit al mijne krachten de strek kingen dezer twee verslagen bestrijden. Ik ben overtuigd dat het grootste deel onzer kollegas die het dagorde gestemd hebben, hunne zienswijze niet hebben willen uiten over die verslagen maar ik vreesde, door al de daden der commissie van onderzoek goed te keuren, mijnen tegenstand te verzwakken. Het is daarom dat ik het dagorde niet ge stemd heb. i) Het Schoolenkwest. De afkondiging der uitgaven van 't school- enkwest hebben de liberalen Kamerleden die met de voskens in den zak zitten en nog lekke- baarden als zij aan alle jiip lekkere portiën en fijne wijnen denken die zij binnenlapten, in eene razende woede doen ontsteken.... In hunne razernij riepen zij uit Men las- tert ons op eene eerlooze wijze die laste- ringen zullen wij in volle Kamer weêrleggen en onze lasteraars beschamen Nu, de Kamer heeft zich, eenige dagen gele den, met de bespreking der uitgaven van 't schoolenkwest onledig gehouden, en uit die bespreking is gebleken dat de catholieke dag bladen welke decijlers der smeer-en andere partijen van 't schoolenkwest meèdeelden, op verre na als geene lasteraars mogen gehouden worden. Immers de cijfers welke wij destijds afkon digden zijn nog verre beneden de waarheid gebleven. Ja, men heeft de staatskoe nog meer afgemolken als wij het zegden. En daarbij men molk en bleef melken omdat het beest van de krachtigste melk gaf, die de liberale vriende kens zoo spoedig vetten deed Doch, dat de liberalen verstoord zijn, dat zij woedend zijn van gramschap, laat zich gemak kelijk begrijpen. Wie schreeuwt er niet als men den duim wat te hard op zijne wonde drukt Bij 't eerste geluid mijner slem zag ik hem schrik ken hij bezon zich eenen oogenblik en antwoordde toen Wal wilt gij Zweer mij hij uwe eer, voer ik voort, dat gij niet wegens donna Laura de Tortosi in dil huis gaat. Wie vermeet zich, mij over mijne schreden rekenschap af te vorderen riep hij met eene doffe, veranderde stem. Aan zijne uitspraak bemerkte ik, dat bij een vreemdeling moest zijn een somber voorgevoel steeg in mijne ziel op. De kapitein de San-Montanio waagt het! «antwoordde ik, en scheur de hem, eer hij er op bedacht was, den mantel van het gezicht het was mijn vriend Tannensee, de Zwitser. Hij stond daar, als een misdadiger, onbekwaam om een woord te spreken, lnlusschen had ik mijnen degen getrokken, en sprakeloos van woede, Wees ik hem aan, hel zelfde le doen. Ik heb geene ande re wapens bij mij deu eenen dolk, antwoordde hij. Reeds was ik voornemens, hem zonder aarzelen mijnen degen door het lichaam te jagen maar toen hij zoo onbewegelijk en op alles gevat voor mij stond, kon ik die schrikkelijke daad niet volvoeren. Ik behield nog zoo veel bezinnig, datik hem bepaalde, mij den volgenden morgend buiten de poort der stad rekenschap te geven. De deur hield ik bezethij be loofde het mij, en ging heên. Nog lang hield ik de wacht, tot dat eindelijk de draagkoets voor Laura gebracht werd, en er haar zag instijgen daarop volgde ik haar langzaam naar huis. De martelingen der ijverzucht lieten mij geen slaap op mijn leger vinden, en zoo hoorde ik omtrent middernacht voetstappen mijne kamer naderen. Men klopte aan vrewonderd sloeg ik mijnen mantel om, en sloot de deur open het was de oude dienst meid van Laurai, die niij eenen brief overgaf, en "haastig weder vertrok.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1