59s,e Jaar Zondag27 April 1884. iV° 1965. PONT DES ARTS. IJZEREN WEG. VERTREKUREN Uil AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN - BH f De Encycliek. DE BEDELARES De rechten der Kloosterlinge». Verplichtend Onderwijs. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANNONCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3*1® bladz. 80 cent. Dendermende. 1-58 6-36 1-45 41-09 3-07 4-35 6-45 Lekeren. 4-56 6-36 S-45 41-09 3-07 4-35 6-45 4-561 6-351 7-30d 8-12d Exp. 1®2®3®kl. 8-45/ 11-59d 4-04rf Exp. 4* 2* 3* kl. 2-54d 3-07/ 6-45/ 10-OSd Exp. 1® 2* 3' kl. Antw4-56t 6-36: 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExr. 4® 2* 3® kl. 2-54d 3-07/ 5-58d 6-45/ 10-08d Exp. 4® 2® 3® kl. Brussel, langs Denierleeuw. 4-25 7-30 O-OO 8-12 E 3 kl. 9-15 40-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 0-00 E 3® kl (5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/6-36/ 8-12d K 3 ui- 8-45/ 0-00d 9-13d H-59d 4-04d Exp.4®2®3* kl. 4-51 d 5-58d 8-49d direct 9-16d 10 -08 E 3 kl. (4) Nota. De letter beteeken t langs Ttrmonde en de letter d langs Denderleeuw. Gent, (5-00's vrijd 7-04dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 ft-00 dir. 3.08 E 1® 2® 3® kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Nmove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E. tot Denderl.11-59 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel,Opwyck,Mechelon,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 8,09 Coiqae Sana. HAAR ABLST DIT Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1® 2® 3® kl. 12-22 3-15 E. 1°2®3® kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1®2® 3® kl. Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 6.55dir. 7.17 8-24en 9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45 Dendermonde 5-09's zaterd. 9-14 7.07 9.41 11.35 2.28 8.28 8.25 8 14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.06 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 11.12E 3 kl. 11.54 6.05 dit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-ie- Comte 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59 DIT GSERAKRDSBERGBN NAAR Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vrydg 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 DIT DENDBRLBEUW NAAR Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem Kortryk, 6.12 O.UO 9.01 12.55 ö.U 7.20 direot. UIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR AelSt, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.00 7.48 dit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8-00 9-10 E dit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,15 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.38 *s zaterd.) 7.58 1.40 7.48 dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en Aelst5,45 10,04 4,17 7,12 .naggaufJUi.—iM'WEHJH1 1—J-uUiI ABLST, 26 APRIL 1884. De dagbladen deelden deze week den officieelen tekst meê van de Encycliek afgekondigd door Z. H. Leo XIII, Paus van Rome. Deze belangrijke bevelbrief, een zeer uitgebreid stuk, is vooral gericht tegen de helsche Secte. maconnismus gehee- ten en die zich op onze dagen aanstelt als de leidster der gouvernementen en als de gezworne vijandin van God en zijne H. Kerk. Pius IX, de roemrijke en heilige Paus werd door het maconnismus als zijn onverbiddelijkevijand onverpoosd be vochten; het kon immers niet verkrop pen dat deze groote kerkvader, met een doorzichtig oog, het bedrog en gevaar der geheime maatschappijen had ontmaskerd en met den vinger aangewezen. Sedert zijne dood, had het macon nismus weêr veld gewonnen vooral bij de kortzichtigen aan dewelke men had wijsgemaakt dat er een groot verschil bestond tusschen den voorgaanden en den tegenwoordigen Paus. Men had hen doen gelooven dat er met Leo XIII te onderhandelen was, dat er bij hem toegevingen te vinden waren. Het maconnismus miskende hier door de eeuwige waarheid en deed afbraak aan de eenheid der Kerk, en dien hypokrieten maconnieken aanval komt de Encycliek in eens te vernieti gen. Geene toegeving is er voor het kwaad in de Kerk te vinden; wat de eerste Paus bevocht, zal de laatste ook be vechten; wat de eerste heeft veroor deeld, zal de laatste ook veroordeelen De banvloek dien Z. H. Leo XIII heden tegen het maconnismus uit spreekt, is dezelfde die reeds vroeger werd uitgesproken. Ook zal hij machtig bijdragen om andermaal de godver- loochenende leerstelsels en helsche strekkingen dier geheime Vereeniging als eene verdelgende ramp voor de samenleving, voor troon en volk te doen aanschouwen. Het spijt ons dat wij dit stuk zoo merkweerdig zoowel onder godsdiens tig als staatkundig opzicht in zijn geheel niet kunnen meêdeelen, 't welk de vorsten, of zij tot de R. C. Religie behooren of niet, zal waarschuwen en wellicht eindelijk de oogen doen openen. VAN DK Novelle, NAAR HET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF. 4® Vervolg. Senor God moge u voor eenen dergolijken brief iii genade bewaren Zij bekende mij, dal zij den Zwitser reeds lang bemind had, toen zij mij volstrekt niet kendedat zij uil vrees voor den toorn harer moeder, die alle vreemdelingen baatte, hem altijd terug gehouden bad, van ombaiehaud aan te houden; dal zij, door de dreigingen mijner tante gedwongen, mijne liefde zicb had laleo welgevallen. Zij nam al de schuld op zich zij zwoer met de heiligste eeden.dat Tannensee mij dikwijls alles had willen bekennen, en slechts door hare smeekingen, door hare vrees, van later geslrenger bewaakt te worden, zich had laten terughouden. Zij'zinspeelde op een verschrikkelijk geheim, dat de eer van hare familie zou bezoedelen, zoo ik haar en de kapitein niet door de vlucht hielp. Zij bezwoer mij van mijn tweegevecht af te zien, want wanneer hij viel, zoo hleel er aan haar, zijne gemalinniets anders over, dan zich het leven ie benemen. Zij eindigde daarmede,mijne grootmoedig heid in te roepen, en dal zij mij eeuwig zou achten, maar nooit beminnen. Gij zult toegeven, dat zulk een brief, even als koud water, alle vlammen der liefde blusschen kan hij bluschte zelfs mijne gramschap. Echter kon ik het mijner eer niet vergeven, dal ik bedrogen was, daar- ou begaf ik mij op bef bepaalde uur Aaar de plaats 1 Vrijdag der verledene week besprak het Senaat, 't budjet van justicie. De achtbare en moedige heer Lammens sprak eene diepdoor dachte redevoering uit, waarin de minislerieele politiek meesterlijk aan den schandpaal werd genageld. Wij knippen uit die prachtige rede voering 't volgende uit waarop wij de ernstige aandacht onzer geëerde lezers inroepen. Na in naam der vrijheid geprotesteerd te hebben tegen de aanslagen die de liberale ma- connieke partij, vertegenwoordigd'door 't mini sterie, tegen de vrijheden en den eigendom der kloosterlingen beraamt, zegde de heer Lammens De religieuzen zouden in den minister van justicie eenen verdediger moeten vinden^ van hunne grondwettelijke rechten,en 't is in 't mi nisterie van justicie,dat men de wapenssmeedt welke tegen die rechten zullen gebruikt worden. De wetgeving die men ons voorbereidt, is de wetgeving van den wettelijken diefstal, zij is gegrond op het princiep eigendom is dief stal. Men gaat thans zoover dat men den kloos terling die een huis bouwtde Zuster van Liefde, die een weezenhuis opentden we reldlijke zelf, die eene school sticht, durft voorstellen als oproerlingen, die de wet willen ontwijken. Door de grondwettelijke rechten van de godsdienstige vereenigirigen te verdedigen, verdedigen- wij om zoo te zeggen eene per soonlijke zaak. Er is om zoo te zeggen geen enkel van ons, catholieken, die aan den arme en aan God, niet een zoon of eene dochter ge geven heeft. Die religieuzen zijn onze kinderen zijn de zuiverste telgen van het catholieke volk. Onze weêrstand zal hevig en krachtdadig zijn. De redenaar las eene protestatie tegen de uitvoering van de fransche dekreten van 1879, gedaan door M. de Laboulaye een echte libe raal. Vele onzer tegenstrevers begrijpen deze taal niet, doch zij die altijd spreken van vrijheid van geweten, weten de vrijheid van anderen niet te eerbiedigen. De 1300 kloosters die in België bestaan, bewijzen allen overgroote diensten. Onder vraagt het land. Het overgroote leger van ongelukkigen zal u antwoorden, dat er geen enkel dezer kloosters is, dat niet nuttig, niet onmisbaar is. Ik heb niet kunnen ontdekken waar de groote eigendommen der religieuzen zijn. Gij hebt schoon te spreken over de opeenstapeling voor het gevecht. De kapiteiu gevoelde zeker diep hoe zeer hij mij beleedigd had ofschoon bij een beter vechter was dau ik, verdedigde hij zich slechts en het is zijne schuld niet dat ik met mijne hand bier tusschen duim en wijsvinger in zijnen degen liep, zoo dat ik buiten slaat was voort te vechten. Ik gaf hem, terwijl ik verbonden werd, Laura's brief. Hij las, hij bad mij smeekend, hem te vergeven ik deed zulks met een zwaar hart. De geschiedenis mijner liefde is ten einde, don Fröbenio want vijf dagen daarna was Donna Laura met den Zwitser verdwenen. En met uwe hulp vroeg Fröben. Ik hielp zoo goed het ging. Wel is waar was de smart mijner taule grootmaar in deze omstan digheden was hel beter dat zij hare dochter nooit weder zag, dan dat de oneer over haar huis kwam. Grootmoedig man 1 Hoe oneindig veel moet u dit gekost hebben. Waarlijk, het was eene harde beproeving. Dat was het, antwoordde de oude met eenen somberen grimlach. In het begin geloofde ik, dat deze wonde uooit genezen zoude de tijd doet veel, mijn vriend Ik heb hen nooit weder gezien, nooit van hen gehoord,slechts eenmaalnoemdende nieuws bladen den overste Tannensee als een dapper man, die onder de Iroepen van Napoleon in den slag van Brienne langen lijd den vijand tegenstand geboden had. Of het dezelfde is, of Laura nog leeft, weet ik niet te zeggen. Toen ik echter in deze stad kwam, die galerij bezocht, en na twintig lange jaren mijne Laura weder zag, juist zoo, als zij in de dagen harer jeugd was, toen gingen de oude wonden weder open, en nu gij weet, dat ik haar dagelijks bezoek. VIII. Mot eenen omslachtigen ernel, zoo als hol aan don der rijkdommen bij de (kloosterlingen, hel openbaar geweten zal er tegen protesteeren. En onze zonen, onze dochters, die den kloos terstand hebben verkozen, denkt gij dan dat zij de uitoefening kunnen vereenigen van de grootste zelfopoffering, met den dorst naar goud Denkt gij dat de zoon van M. Malou, dat de dochter van M. de Limburg-Strirum, dat de tanten van M. Rolin-Jaequemyns den klooster stand hebben aangenomen om rijk te worden? (Zeer wel, rechts Vergeel niet dat dit erfdeel, nagejaagd door de Jakobijnen van het toekomende, het erfgoed is van de catholieke liefdadigheid. Onze kloos terlingen leven zoo eenvoudig als de armste- werklieden. Onze Zusterkens der Arme, en onder haar, Mijnheeren, bemerk ik eene gra vin de Robiano,leven van het overschot dat van de tafel der ouderlingen komt. De communards zullen eens eene teleur stelling ondervinden, wanneer zij, dronken van jenever en liberalismus, dank aan uwe ophit singen, onze kloosters zullen bestormen. Past op dat zij, wanneer zij er niet gevon den hebben wat zij verhoopten, zich niet wen den tot uwe kasteelen,Mijnheeren der linkerzij, tot uwe parken en uwe wintertuinen Thans word de eigendom bedreigd. Men heeft genoeg toegegeven aan den anti-gods- dienstigen haat. Het hoort aan den Senaat toe, daartegen in te gaan. Indien ik een oproep doe aan uwe gevoe lens van orde, is dit niet in het belang onzer kloosterlingen, zij hebben mij niet gelast hen te verdedigen. Zij zullen onder andere klimaten hun heilig ambt uitoefenen. Deze manhaftige woorden van den Kortrijk- schen Senateur zullen, in 't land, goedkeuring vinden bij alwie aan 't liberalismus niet is verslaafd. Haast en spoed is zelden goed, zegt 't spreek woord, en 't heeft gelijk. Op 10 April 11. stemde de Volkskamer in galop een wetsont werp 't welk verschillige wijzigingen aan ons kiesstelsel toebrengt. Onder anderen werd bepaald dat de pro- vinciale-en gemeentekiezingen voortaan op een Zondag zullen gebeuren. Het ministerie had voorgesteld de gemeen tekiezingen te houden op den laatsten Zondag der maand October. Doc^j op de volgende bemerking van minister Rolin werd den derden Zondag genomen. De laatste Zondag, zegde hij, zou de dag van Allerheiligen kunnen wezen en dit zou misschien eene hinder- nis kunnen veroorzaken. Ik stel dus voor den derden Zondag te bepalen. (Zie Kamerjaar boeken, 10 April 1884, bladz. 1143.) En de Vergadering nam dien voorstel aan zonder te doen opmerken dat de perste Novem ber nooit den laatsten Zondag van October wezen kan. Dat toont ons hoe de wetten tegenwoordig worden aaneengeflansd Is 't te verwonderen dat M. Picard met hofmeester van eenen prins van P..., eenen man uit een oud kasliljaansch geslacht pastte, had Don Pedro de San Montanjo Ligez zijne geschiedenis voorgedra gen. Toen hij geëindigd had, dronk hij een weinig Aeres-wijn, liglte zijnen hoed op, streek zich over voorhoofd en kiu, en zeide tot den jongon man naast hem Wat ik aan weinig menschen vertrouwd beb, dat heb ik aan u omstandig verhaald, don Fröbenio, niet om u uil te lokken, mij met een dergelijk ver trouwen te vergelden, ofschoon uw geheim zoo veilig in mijne borst zoude rusten, als het stof der Konin gen van Spanje in hel Escuriaal I Ofschoon ik in gespannen verwachting zij om te weten, in hoe ver gij belaog in die dame stelt maar nieuwsgierigheid past aan den ouderdom niet, en daarmede gedaan. FröbeB dankte den oude voor zijne mededeoling. Met genoegen zal ik u mijnen kleinen roman ten beste geven, zeide hij glimlachend het belreft de geheimen van geene dame, en eindigt reeds daar waar andere beginnen, maar zoo gij net mij vergunt, zal ik morgen verhalen, want voor heden zal bet waarschijnlijk te laat zijn. Volkomen op uw gemak, antwoordde de Don, zijne hand drukkende. Uw vertrouwen zal ik wetea te eeren Zoo scheidden zij de Spanjaard begeleidde den jongen man beleefd lot aan den dorpel van zijne voorzaal, en Diego lichtte hem tot op de straat. Volgens zijne gewoonte ging Fröben den volgenden dag in de galerijhij stond lang vcor het portret, en inderdaad dacht hij op dezen dag meer aan den oude dan aan de geschilderde dame maar bij wachtte langer dan een uur de oude kwam niet. Met klok slag twee uur ging hij in de wandeling, ging met langzame schreden rond den vijver, haalde dikwijls zijnen verrekijker uit den zak en keek de lange wan deling af, maar de eerwaardige gestalte van zijnen ouden vriend wilde zich niet vertoonen te vergeefs keek hij naar de dunne, zwarte beenen, naar den honderden tegenstrijdigheden aanwijst in de wetten door 't liberaal ministerie en zijne slaafsche meerderheid, op eenige oogenblikken en zonder voldoende onderzoek, 't hoopge- worpen 't Wordt hoog tijd, dat er bekwamere man nen aan 's lands bestuur gesteld worden Elkeen hoopt dat het kiezerskorps er met Juni aanstaande voor zorgen zal —TiT3XSfts£©S«mi Het verslag der middensektie over liet ver plichtend onderwijs, opgemaakt door M. Wa- gener, is thans aan de leden der Kamer uitge deeld. Het vormt een lijvig boekdeel van 80 bladzijden druks. Het is onmogelijk in ons blad, eene volledige ontleding van dat uitgebreid dokument te geven. Wij moeten er ons bij bepalen de bijzon derste punten ervan meê te deelen. M. Wageneer beweert, in navolging van M. Laurent, dat de vrijheid van den vader des huisgezins, om zijne kinderen op te voeden of niet op te voeden, noGh in het natuurlijk recht, noch in de wet voorkomt. Indien een vader de plichten jegens zijne kinderen niet vervult, moet de Staat er zich meê gelasten. De wetgever zou niet alleen het recht, maar ook den plicht hebben, het minimum te bepalen van opvoeding en onderwijs, welke de ouders aan de kinderen moeten bezorgen. De middensektie stelt voor het onderwijs verplichtend te maken van zes tot ten volle dertien jaren, zooals in Frankrijk. Hel zou echter niet meer verplichtend zijn voor de kinderen, die op den ouderdom van twaalf jaren, met voldoening een exaam zouden on dergaan over de bijzonderste vakken des programmas van 't lager onderwijs. Het gouvernement sluit zich bij dat voorstel niet aan. De minister van openbaar onderwijs verwerpt het exaam. Eene lange briefwisseling ontstond tusschen het gouvernement en de middensektie, zonder dat men het is kunnen eens worden. Terwijl het gouvernement het onderwijs slechts verplichtend wil maken tot den ouder van ten volle twaalf jaren, heeft de middensek tie in al de artikels van het ontwerp, in plaats van 12 jaren, 13 jaren gesteld. De sektie heeft geen veranderingen voorge steld aan de straffen, welke het gouvernement in zijn ontwerp heeft opgenomen. Honger lijden.... Zij kunnen nooit genoeg schreeuwen tegen catholieke scholen, de Geuzen Maar zij zwij gen zoo zorgvuldig wat er in sommige offlci- eele paleisscholen omgaat Maar voor de Tribunalen komt het tocb som tijds uit. Ziehier eene stichtende historie over de Officieete normaalschool voor mammezellen te Luik. Een radicaal blad La Liberté had de Bestuur ster en de Proviser dier normaalschool beticht van de maramezellen-leerlingen geen eten ge noeg te geven. Daar volgde een proces op en dat kwam laatst voor het Tribunaal te Luik. Uit de de-J batten blijkt het volgende j Eene mammezel werd aan de deur gezet omdat zij over het sten dierf klagen Twee andere klaagden over het eten aan de Doctors Charles en Liebrechl j Eene vierde deed dezelfde klacht aan eenen advokaat pleitreeder I Eene vijlde was zeer slap geworden bij gebrek aan voedsel. Maar de wreedste getuigenis tegen de offi- cieele normaalschool is die van M. Hanssens, liberale volksvertegenwoordiger Meer dan tien vaders en moeders, zegde hij, zijn bij mij komen klagen over het gebrek va» voedselik zelfwas van zin die klacht in de Kamers voor te brengen, indien het blad La Liberté ze niet gedrukt hadde. Al die ouders hebben mij gezegd dat zij boterhammen naar hunne kinderen zonden opdat zij geenen hon ger zouden hebben. Wat dunkt u Is het niet prachtig Of laat men de leerlingen schoolineesteres- kens niet te veel eten in de normaalschool opdat zij later des te gulziger zouden zijn als zij aan de groote schotel van Staat, Gemeen te en Weldadigheidsbureel zullen zitten Nog iets stichtender uit dezelfde normaal school van Luik. Eenige der leerlingen, die nog wat eerbied hadden voor de geboden van Onze Moeder de H. Kerk, hadden gevraagd van magerte krijgen in den vasten. Er werd hun geantwoord dat zij dan elk hun paart maar moesten nemen van de magere schotels die men tusschen de vette opdiende, en, als zij nog honger hadden, dat zij zich maar moesten tevreden stellen met boterham men. Is't schandeKinderen om zoo te zeg gen laten honger lijden opdat zij de geboden van de Kerk zouden overtreden En denkt dan eens wat die scholen ons kos ten Wat een geld er verkwist wordt voor die Normaalscholen En dan moeten er jonge meisjes nog honger lijden (Onafhankelijke.) Wij roepen de aandacht in op de uitspraak van het vonnis, in zake van M. Dnmont tegen Mgr Du Rousseau, bisschop van Doornik. De rechtbank heeft den eerstgenoemde ongelijk gegeven en dus niet alleen aan hem, maar ook aan heel de liberale pers en aan al de liberale schreeuwers, die deze zaak, even als zoovele andere zaken, hadden opgetimmerd om Mgr Du Rousseau, de bisschoppen en de catholieken te benadeelen. Zullen zij eindelijk geleerd hebben, die heeren liberalen, dat hunne val- sche aantijgingen tot hunne schande dienen Toch niet morgen zullen zij weêr iels anders uitvinden, weêr een zoogezegd schandaal, in de hoop dat het publiek alzoo hunne eigene schandalen zou vergelen. spitsen hoed, te vergeefs naar Diego met deszelfs bonte kleederen, met zonnescherm en regenmantel, hij was niet te zien. Zou hij ziek geworden zijn vroeg hij aan zich zeiven, en onwillekeurig ging hij naar het kasleelplein, en naar hel logement den Koning van Engeland om Don Pedro te bezoeken. Weg is bel geheele huishouden, weg en voort antwoordde op zijne vraag de bediende van het loge ment, gisteren avond nog ontving de prins depêches, en lieden voormiddag is zijne Hoogheid met deszelfs gevolg in zes rijtuigen naar W.... afgereisd de hof meester, die in het tweede rijtuig reed, heeft een kaartje voor u hier gelaten. Begeerig greep Fröben naar dit laatste teeken van vriendschap. Er stond niets anders op te lezen dan, Don Pedro de San Montanjo Ligez, Major de Rio S. A. enz. Verdrietig wilde Fröjen dit koele afscheid in den zak steken, toen bij op de achterzijde nog eenige met potlood geschrevene woorden bemerkte, hij las Leef wel, waarde Don Fröbenio uwe geschiedenis moet gij mij schuldig blijven groet en kus Donna Laura. Hij glimlachte over de opdracht van den ouden beer, en toch, toen hij in de volgende dagen weder voor het potret stond, was hij weemoediger dan ooit, want er was in zijn leven eene leemte ontslaan door de afreis van Dou Pedro. Hij had zich zoo gaarne met den goeden ouden onderhouden, hij had sedert lan gen tijd voor de eerste maal weder in eene nauwere betrekking met menschen geleefd, en duidelijke^ dan ooit gevoelde hij nu, dat slechts de eenzame, de hopelooze geheel ongelukkig is. Indien het portret er niet geweest was, dal hem met deszelfs eigenaar dige betoovering terug hield, zoo zou hij reeds lang Stuttgart verlaten hebben, dat voor hel overige geene bekoorlijkheid voor hem had. Toen hem dus op zeke ren dag de heeren Boiseree de getrouwe kopij tponden van dat bevalle portret,namelijkdegelithographeerde plaat, en hem dezelfde ten geschenke gaven, nam hij dit voor een wenk van het noodlot, nam afscheid van het oorspronkelijk portret, pakte de kopij zorgvuldig in, en verliet de stad zoo stil als hij delfde binaen gekomen was. Zijn oponthoud in Stuttgart had slechts het portret gegolden, dal hij in die galerij gevonden had. Toen hij de hoofdstad van Wurtemburg betrad, was bij op eene reis naar den Rhijn, en daarheên trok hij nu verder. Hij bekende aan zich zeiven, dat hem de laatste maanden bijna al te week gemaakt hadden. Hij gevoelde niet zonder beschaming en eene lichte hui vering, dal zijne droefgeestigheid, al zijn doen en laten reeds dicht aan dwaasheid gegrensd had. Hij was wel is waar onafhankelijk, had dit jaar nog tot het reizen bestemd, zonder zich een vast plan, een doel te bepalen, en wilde deze lange onderbreking van zijne reis op de aangename liggingderslad, op de heerlijke omstreken schuiven. Maar had hij dan wezentlijk die stad zoo aangenaam gevonden Had hij menschen opgezocht, leeren kennen Had hij hen niet veel meer vermeden, omdat zij zijne eenzaamheid sloorden, die hem zoo lief geworden was Had hij genot gehad van de heerlijke omstreken?Neen, zeide hij glimlachend bij zich zeiven men zou in de ver zoeking geraken, om aantooverij tegelooven Ik heb mij bedrogen, als een dwaas 1 lk heb mij opgesloten in mijne kamer, om te lezen. En heb ik dan inderdaad gelezen Stond niet baar beeld op iedere bladzijde Gingen mijne schreden verder dan lol liaar, of om eens onder hel gowoel der menigte heên en weer te gaan Is het niet reeds razernij, om op zulke lange wegen eene schaduw na te jagen, loder miesjes- gezicht opmerkzaam te beschouwen, of ik niet den kleinen mond van de onbekende gelieide weder herkende (Wordt voortgeut J

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1