Mei 1884. X" 1966. PONT DES ARTS. VOLGENDE STATIËN: Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.08 7.4i dit Antwerpen naar St. Nikolabs, Lckkrkn in Ciht VERTREKUREN UIT DE IJZEREN WEG.VERTREKUREN UIT AELST NAAR M. Pieter Mertens, Staatsfinanciën. DE BEDELARES Volkskamer. Comte 5.47 8.42E «.52 44.48 2.20 S.40 6.69 WIT GZKRAXROSBERGEN NAAR J Maria-Lierde,Sollegem, Moorlzeele en Gaat, 5.15 vrydw 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 I 1.51 DIT DenBKRLEBÖW NAAR J 1 Haeltert, Burst, Herzoio, Solteg. Audenaerde, Ansereil Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet! UIT SoTTECHM LANGS DENDERLEEUW NAAR 9 to E 2 i0'55 2,05 3'4' 8',!ï E i dit Gent naar Lokeren, St. NmeLAEs en Antwerps* 4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,ll Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.33 *a zaterd.) 7.81 1.40 7.48 wit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel oa Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12 FRANKS NAAR AELST DIT Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 40.50 E. 4® 2® 3® kl. 12-22 3-15 E. 1® 2*3® kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1® 2® 3® kl. Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06 11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en 9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45 Dendermonde 5-09 's zaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28 5.28 8.25 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9.43 11.06 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 11.12E 3 kl. 11.54 6.05 dit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le- 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. DE. II II 11 I I —WW—M ANNONCENPR1JS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 4,00. Vonnissen ap 3<® bladz. 86 cant. Deadermeide. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Lakaraa. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Mechelen. 4-561 6-361 7-30J 8-12d Exp. !®2®3®kl. 8-451 ll-59d l-04d Exp. 1«2® 3* kl. 2-51d 3-07/ 6-45/ 10-08d ïxp. 1® 2® 3' kl. Antw. 4-561 6-36/ 7-30<f 8-12dExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExp. 1® 2® 3® kl. 2-54d 3-07/ 5-58d 6-45/ 10-08d Exp. 1® 2® 3® kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E3 kl. 9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 O-OP E 3'kl (5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/ 6-36/ 8-12d E 3 kl. 8-45/ 0-0üd 9-13d !l-59d l-04d Exp.1®2®3® kl. 2-5id 5-S8d 8-49d direct 9-16d 10 -08 E 3 kl. (4) Nota. De letter beteekent langs Tcmonde en d Gent, (5-00's vrijd.) 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2e 3® kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E. tot Denderl.11-59 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs GeeraerdS' bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58 Soltegera, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel,Opwyck,Mechelen.Antworpen 5,07 9,27 3,21 6,09 letter d langs Denderleeuw. Culque Sanm. AELST17 MEI 1884. KANTON AELST. Grondwettige en Bewarende Vereeniging. Candidaat voor de Provinciale Kiezing van Zondag 25 Mei 1884 geneesheer, te Gyseghem. Het wetsontwerp nopens het algemeen bud- jet van den Staat 't welk aan de Kamerleden komt behandigd te worden, leert ons dat de ontvangsten, in 1881, beliepen tot fr. 296,777,623.06 ep de uitgaven tot 302,837,975.51 Het tekort was dus fr. 6,060,352,45 In 1882 beliepen de ont vangsten tot fr. 301,110,994,23 en de uitgaven tot 316,323,898.16 Of een te kort van fr. 15,212,903,93 In 1883, beliepen de ont vangsten tot en de uitgaven tot fr. 303,424,943.08 322,979,772.16 Dus een tekort van fr. 19,554,829.08 Tijdens de bespreking, in de Kamer, der nieuwe belastingen en rechten van verledene jaar, beweerde M. Graux, minister van finan ciën, dat zij, de nieuwe belastingen, het eerste jc\ar, slechts omtrent de 7 millioen 500 duizend franks zouden opbrengen, 't geen een tekort van 12 millioen liet bestaan voor 1884. Doch de Kamerleden deelden zijne zienwijze niet, en schatten de vermeerdering van ontvangsten op 13 millioen franks. Het mogelijk tekort op dezen voet gerekend, zou dus, voor 1884, slechts tot 6 millioen 500 duizend franks beloopen. Het wetsontwerp waarvan hooger spraak, verklaart dat wanneer men dit tekort van fr. 6,500,000 bij de buitengewone uitgaven voegt welke tot fr. 73,500,000 beloopen, men een totaal bereikt van fr. 80,000,000, 't welk gansch zal gedekt worden door het overschot of boni op de leéning in 1883 aangegaan en ook door andefie buitengewone middelen. Nu, indien men het tekort van 6 millioen en half op rekening der buitengewone uitgaven schrijft, zou het tekort, voor 1884, slechts nog de bagatel van 180,000 franks bedragen. Jndien dit waar is, dan verdient minister Graux niet alleen een standbeeld te Brussel, maar ook in onze negen provincie-hoofdste den Novelle, NAAR IET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF. 6" Vervolg. Geloof mij, Fröben, iedere vrouw, zelfs de gering ste, bemerkt zeer spoedig aan den man, zelfs eer zij nog zijne betrekkingen kent, of hij veel in de vrou wenkringen verkeerd heeft, of niet. En oDgelwijleld ligt er in zulke kringen iets, dat dien fijnen takt, dat teedere gevoel schenkt, om altijd in het gesprek uit te kiezen, wat juist voor vrouwen geschikt is, wat het meeste hare aandacht boeiteen graad van be schaving, die eigentlijk aan geenen man moest ont breken. Gij zult mij dit des te minder betwisten, voegde zij er bij, daar gij, zoe als duidelijk le zieu is, een deel van uwe beschaving aan mijn geslacht te danken bebt. Daar ligt ieta waars in, merkte de jonge man op bepaaldelijk het laatste wil ik toegeven, dat vrouwen minder op mijne denkwijze, dan op de ma nier om de gedachte uit te drukkeo, invloed hadden. Mijne betrekkingen noodzaakten mij in den laatsten lijd veel in de groote wereld, vooral in dames-kringen te leven Maar juist in die kringen wordt bet mij eerst recht duidelijk, hoe weinig eigentlijk de vrou- wee, of om mij anders uit te drukken, hoe weinige vrouwen, in dit grootsche leven en werken passen. En waarom j Ik wil hot' u zeggen, ielfs met gevaar, dat gij j hoos op mi.' wordt. Kot is eenes *boone karaktertrek i Doch ongelukkiglijk voor ons allen is dit zoo verleidend tafereel dat men ons voorspie gelt, slechts een liberaal fopmachien. En inderdaad, de opbrengst der belastingen gedurende den eersten trimester van 4884, is 8 4/2 millioen min dan de opbrengst van den eersten trimester van 1883, en zulk een uitslag is van aard om aan de belastingschuldigen sombere vooruitzichten voor oogen te brengen. Immers, het tekort kan, door de vermindering der ontvangsten, een totaal bereiken dat de slechtste vooruitzichten van 1883 nog zal over treffen, bij zooverre, dat, wil men het Staats bankroet vermijden, de heffing van nieuwe en zware belastingen noodzakelijk zullen wezen. Het is dus onbetwistbaar dat onze financiën, voor 4884, in eenen belreurensweerdigen toestand verkeeren, en laat ons eens onder zoeken welken haren toestand, in 4885, zal wezen Het budjet voorgesteld voor 1885, kondigt eene vermeerdering van uitgaven aan beloo- pende tot 5,034,932 franks, 't Zijn waarlijk wonderlijke bestuurders onze liberale minis ters hoemeer de ontvangsten verminderen, hoemeer ook de uitgaven vermeerderen, 'tIs altijd sterker om sterker gelijk bij de gooche laars. Nu, dit is alles nietHet liberaal minis terie heeft onlangs twee wetsontwerpen aan geboden die, voor onze financiën, de rioodlot- tigslc govulgon sullen trelrbcii WIJ willen spreken van de wetsontwerpen op de Nationale Reserve en op 't verplichtend Onderwijs. Milli- oenen en millioenen zullen door deze twee kankers verslonden worden, die bij liet tekort gevoegd, dit laatste tot eene verhouding ver pletterend voor Land] en Volk zullen doen klimmen. Landgenoten, uit hel bovenstaande kunt gij gemakkelijk afleiden, dat blijven, de liberalen aan 't bewind, het jaar 1885, ons nogmaals nieuwe belaslingen zal meèbrengen.... Indien de liberalen in de aanstaande kiezingen triom feren, dan zullen zij hunnen triomf als eene goedkeuring van bun gedrag en handelwijze aanschouwen... en wee ons dan Dan zul len zij er met de vuile voeten doorgaan, dan zullen zij ons het laatste druppeltje zweet af persen, in andere woorden, onze beurs totaal uitstroopen Gij zijt verwittigdLandgenoten Overweegt alles wel.... Herinnert u dat voor de liberalen stemmen, stemmen is voor de onvermijdelijke verzwaringen der belastingen in geld en bloed, dat integendeel stemmen voor de catholiekeri, stemmen is voor mannen welke er zich uit alle hunne krachten zullen op toeleggen om de be lastingen van allen aard, zoo veel het mogelijk is, te verminderen, en daarbij de vrede te her stellen tusschen de zonen van 'teeneen 'i zelfde Vaderland, welke door den onvaderlanschen schoolstrijd en andere partijwetten in over winnaars en overwonnen, in andere woorden, in twee vijandelijke kampen zijn verdeeld tot groot nadeel van 't algemeen welzijn van den nieuweren tijd, dat meD in de grootere krin gen ingezien heeft, dat het spel eigentlijk slechts eene schoolziekte of eene modieuze dekmantel voor armoede des geestes is. Men heeft daarom whist, boston, faro en dergelijken aan de oudere heeren eu aan cenige dames overgelaten, die toch geen gesprek voereD kunnen In Frankrijk spelen wel is waar in gezelschap, heeren van twintig tol dertig jaren; maar dit zijn slechts de armzaiige schepsels, die zich naar eenige Engelsche dandys gevormd hebben, of die zeiven gevoelen, dat hun hel vernuft ontbreekt, welk zij in het gesprek noodzakelijk hebben moesten. Sedert dat men nu, hel zij in groote of kleine kringen de zoo genoemde conversatie maakt, dat is, dat men zich om den schoorsteen of in Duilschland om den sofa zet, daarbij thee drinkt, en ongemeen geestrijke gesprekken houdt, zijn de vrouwen voorzeker builen haar recht spoor gedwaald. Ik bid u, gij zijl veel te gestreng, hoe zouden dan Laat mij uitspreken, ging Fröben ijverig voort eene dame van het zoogenaamde goede gezelschap ontvangt iedere week avond-bezoeken te huis zes maal in de week bezoekt zij anderen. In zulke gezel schappen dansen ten hoogste de jonge lieden eenige malen, behalve op groote bals, die reeds zeldzamer voorkomen. De overige kring van heeren en dames, onderhoudt zich. Er zijn nu builengewoon beschaafde, waarlijk geestrijke mannen, die iD mannenkringen stom en vervelend, bij dames ongemeen scherpzinnig en woordenrijk zijn die eenen rijkdom van maat schappelijke beschaving, van algemeene kennis ont vouwen, die iedereen doen verbaasd slaan. Het is geene ijdelheid, wat deze mannen schitterend of wel sprekend maakt hel is hot gevoel, dat het belang rijke van hunne wetenschap meer voor vrouwen, dan voor mannen geschikt is, die meer stelselmatig zijn die detzelver eischen hooger spannen. Goed, ik kan mij zulke maDnen denken, maar verder. Door zulke mannen krijgt bet gesprek bonding, De Volkskamer besprak deze week 't wets- ontwerp betrekkelijk de buurtspoorwegen.Onze jeugdige vertegenwoordiger, M. De Sadeleer i sprak te dezer gelegenheid een redevoering uit in de welke hij handelde over den toestand der financiën van onze gemeenten ten opzichte j van bet wetsontwerp. Wij laten hier een deel dezer redevoering volgen, welken ons onder andere aantoont in welkebetreurensweerdigen staat de financiën van de overgroote meerder heid onze^gemeenten.uit oorzaak derongeluks wet, verkeeren De beer De Sadeleer Vooraleer het ontwerp aan te nemen, moet de Kamer dan ook onderzoeken welk financiëel aandeel de gemeenten er in zullen dragen dit punt stel ik mij voor hoofdzakelijk le behandelen. Kan men zich goedsmoeds aansluiten bij d6 ont worpen financiëele combinatie, en als deze wordt aangenomen, roepen wij dan geen wezenlijk gevaar in 't leven voor onze gemeentelijke financiën De heer Jamme vestigde zaterdag, met zijne lange ondervinding op 't gebied van bestuurlijke zaken, onze aandacht op dit punt. Met reden beknibbelde hij het monopolie dat men wil verleenen hij stelde vast hoe de gemeenten in schulden zitten en welk verschil er beslaat tusschen de buurtwegen en de buurtspoor wegen: Het achtbaar lid deed ook het gevaar uitschijnen dat er voor de gemeenten zal in bestaan, niet alleen belang te moeten hebben in de baan die over haar ]and. In de vorige zittingen heeft men getracht aan de Kamer te doen begrijpen dal die solidariteit nagenoeg onbeduidend zal zijn en dat iedere gemeente hare bijzondere rekening in de onderneming zal hebben. Dal is eene volledige dwaling. Wanneer het winst aandeel zal moeten geregeld worden, zal men voor eerst eene algemeene rekening, eene rekening van exploitatie moeten opmaken, en volgens art. 23 der statuten zal men van de ruwe opbrengst van iedere lijn moeten aftrekken vooreerst hafe eigene kosten van exploitatie, vervolgens hel aandeel in de alge meene kosten van bestuur, bepaald volgens hare bij drage in de ruwe opbrengst van iedere exploitatie. De solidariteit bestaat dus 't is onbetwistbaar. De drie vierden van de winsten zullen, na zekere ver mindering in het ontwerp van statuten voorzien, in het reservefonds gestort worden, en de lijn die de winsten zal opgeleverd hebben, zal slechts een gering aandeel in de winsten ontvangen. Daarenboven, men weet hoegenaamd niet welke kosten de gemeenten zullen moeten dragen men kan onmogelijk bepalen welke hare lasten zullen zijn. Welnu, allen weten wij dat solidariteit iets hoogst gevaarlijk is vele financiëele rampen dezer laatste jaren werden juist veroorzaakt door de solidariteit welke de ondernemingen onderling verbond. Ik stel dus vast, eensklaps, dat het voorgestelde stelsel een wezenlijk gevaar aan onze gemeenten zal doen loopen uit hoofde harer deelneming in de exploitatiekosten, en naderdeels, dat de haar voor behouden winsten meestentijds ijdel zullen zijn. Maar, zal ons de heer minister van financiën tegen werpen, die vrees is ongegrond. Het misbruik zal even moeieiijk zijn in zake van buurtwegen. Ik erken dal België, sedert 4o jaar, een bewonde- ringswaardigen vooruitgang heelt gedaan in zake van buurtwegen. De heer De Bruyn heeft vastgesteld d§t men gedurende die veertig jaar meer dan 160 millioen frank heeft uitgegeven voor de verbetering der eigen lijke buurtwegen. achtergrond, leven vrouwen, vooral geestrijke vrouwen, zullen zich onder elkanderbij verre na niet zoo levendig onderhouden, als dit geschiedt, wanneer ook maar een mao, als hel ware, als getuige en scheidsrechter daarbij zit. Terwijl nu door zulke mannen allerlei scherpzinnige en belangrijke zaken op de baan gebracht worden, verheffen zich de vrou wen onnatuurlijk. Om toch een woord mede te spre ken, om geestig en beschaafd te schijnen, moeten zij alles in het werk stellen; als het ware, al de schroe ven van haren geest opdraaien om haar rijkelijk aandeel aan den algemeenen vloed van het gesprek te geven, waarin h6t gezelschap zich baadt. Doch, vergeef mij, dit fonds is gewoonlijkspoedig uitgeput; verbeeld u, eengeheelen winter alle avonden geest rijk te moeten zijn, welke marteling Neen maar, gij maakt het toch te erg gij over drijft. Gewis ik zeg maar, wal ik gezien, zelf beleefd heb. Sedert dat in lateren lijd zulke conversatien mode zijn geworden, wordeu de meisjes geheel anders opgevoed dan vroeger, die arme schepsels wat moeten zij nu niet al leerén, van haar tiende tot aan haar vijftiende jaar Geschiedenis, aardrijkskunde kruidkunde, natuurkunde, zonder nog van zooge noemde teekenkunde en schilderkunst, aasthetiek, geschiedenis der letterkunde, gezang, muziek en dansen te spreken. Deze vakkenleertdo man gewoon lijk eerst na zijn achttiende of twintigsto jaar recht verstaan hij leert dezelve langzamerhand, dus gron diger hij leert veel doör zich zei ven, weet het dus ook beter aan te wenden, en treedt bij in zijn drieën twintigste jaar of nog later in dezen kring, zoo draagt hij, wanneer bij slechts halvsrwegs eenig levens- verstand en eenige geschiktheid heeft, eene groote zekerheid in zich zeiven Maar bel meisje Ik bid u wanneer zulk een ongelukskind 10 het vijftiende jaar volgepropt met de verschillendste kundigheden en kunststukken, in de groote wereld treedt, hoe zon derling moet haar daar alles toeschijnen Zij wordt, ofschoon haar dikwijls hare eenaeiv. tkamer aange- 't Zijn de gemeenten die het eerste denkbeeld van dit werk hebben opgevat. Zij hebben zich vereemgd en waren om zoo te zeggen de ziel dier bewegiug Doch er was een vaste grondslag voor de bijdrage i van de Provincie en van den Staat l Toen de gemeente tol eene uitgave besloot, wist zij op welke medewerking zij mocht rekenen. Inderdaad, in zaken van buurtwegen, betaalt de j gemeente de helft der kosten, de provincie een zesde en de Staat de twee overblijvende zesden.Maar in het j ons voorgelegd ontwerp beslaat er geen vaste regel. Niels bepaalt wat de tuschenkomst der provincie en van den Slaat zal zijn- Volgens het ontwerp, schrijft de gemeente vooreerst in voor geheel de uitgave. 5 Do lieer Graux, minister van financiën. Hoe- genaamd niet ii De heer De Sadeleer. Ik weet wel dat gij ons hebt aangekondigd dat er jaarlijks een krediet op de Staatsbegrooling zal gebracht worden; maar in welke evenredigheid zal dit krediet verdeeld worden Gij zegt er niets van. Dclieer Graux, minister van financiën. Onder voorbehouding van nader onderzoek, denk ik dat het niet 't minste bezwaar zou opleveren dit aandeel te bepalen, of in de wet zelve of door een algemeen reglement. Men zou misschien dezelfde grondslagen voor de buurtspoorwegen als voor de gewone buurt wegen kunnen aannemen. Do heer De Sadeleer. Het ware misschien hoogst moeieiijk voor de buurtspoorwegen te werk gaan als voor de buurtwegen. Al de gemeenten hebben immers in dezelfde mate belang in het verkrijgen van steenwegen. Met de buurtspoorwegen zal dat anders gelegen zijnhet belang zal kunnen verschillen. Fr AullencetBeonion^iin welker grondgebied dno»> eene lijn zal doorsneden worden ener nochtans zeer weinig voordeel bij zullen hebben. De lieer Graux, minister van financiën. Met de buurtwegen is dat juist hetzelfde. De heer De Sadeleer. Neen, dat is gansch iels anders. De buurtspoorwegen zullen reizigers vervoeren. De heer Graux, minister van financien. En ook landbouwvoortbrengselen. De heer De Sadeleer. Ongetwijfeld! Maar voor den landbouw zullen de nieuwe lijnen voordee- len opleveren welke volgens de gemeenten zulleD verschillen Dus zal het zeer moeilijk zijn eenen vasten regel te stellen om de geldelijke bijdragen te bepalen Men zal de willekeur en misschien zelfs de onrechtvaar digheid van den Staat moeten duchten, want de Slaat, langs alle kanten lastig gevallen, zal soms gemeenten kunnen ondersteunen wier geldelijke toestand weinig schitterend zal zijn, alleen omdat zij slecht bestuurd zullen zijn. Men dient nog een verschil vast te stellen hetgene bestaat voor de buurtwegen en hetgene men voor do buurtspoorwegen voorstelt. In de Statistieken van het jaarboek van 4833, duidt men de verschillende bronnen van krediet aan, welke bijdroegen tot de buurtspoorwegen. Volgens die statistieken, stel ik vast dat, van 1841 tot 4882, de totale hulpverleeningen van wege de gemeenten meer dan 8,009,000 fr. beloopen. Het spreekt van zelf dat, met het voorgestelde stelsel, deze 8,090,000 fr. geheel verloren zullen zijn. Daarenboven moet er gewezen worden op dit ge wichtig verschil, door den achtbaren heer Neujan aangetoond. Als het werk voltooid was, hield de tusschenkomst der gemeenten gansch op, terwijl de gemeenten zich voorlaan onbepaald zullen verbin den zij zullen niet weten tot hoeverre hare ver plichtingen kunnen strekken. Herhaalde keeren is er spraak geweest van den geldelijken toestand onzer gemeenten. De achtbare namerwas, zonder geoade in alle kringen medegesleep t zij moet schitteren, moet praten, moet hare' kennis uitkramen, en hoe spoedig zal zij daarmede ten einde zijn Gij glimlacht Hoor verder. Zij heeft nu geenen tijd meer, om hare schoolwetcnschap uit le breiden spoedig eischt men nog meer van haar Zij moet zoo goed als oudere petsonen,over voorwerpen van kunst, over letterkunde kunnen medespreken Zij verzamelt alzoo den geheelen dag alle mogelijke kunst van uitdrukkingen, leest dagbladen, om een oordeel te krijgen over bet nieuwste boek, en iedere avond is eigenlijk een examen, eene schoolproef voor haar, waar zij datgene op eene geschiekte manier te pas moet brengen, wat zij geleerd heeft. Dat een man van ware beschaviag, van ware kundigheden voor zulk een gesnap, voor zulk eenehalfbeschavinggruwt, kunt gij ligt denken hij zal deze slechte gewoonte j eerst belachelijk, daarna gevaarlijk vinden hij zal j deze Overbeschaving vervloeken, welke de vrouwen uit haren stillen kringscheurt en haarlot half mannen maakt, terwijl de mannen half vrouwen worden, dewijl zij zich gewennen, over alles op vrouwen manier te spreken en te snappen; hij zal vooredelere j vrouwen die huiselijke stilte terugwenschen, die eenzaamheid, waarin zij te huis zijn, en in allen gevalle schooner schitteren, dan in eenen van die geestrijke kringen Er ligt iets waars in datgen#, wat gij daar zeidet, antwoordde de vrouw van Faldnergeheel kan ik daarover niet oordeelen, dewijl ik nooit het geluk of het ongeluk had, om in die kringen te leven. Maar mij schijnt ook dkkr, even als oreral, het minder goede slechts uit overdrijving voort te komen. Het is waar, wat gij zegt, dat aan ons vrouwen een engere kring is aangewezen, die huiselijkheid die eenmaal ons beroep is. Wij zullen zonder waar gehalte zijn, wij zullen ons in een onzeker veld begeven, wanneer wij dezen kring geheel en al verlaten. Maar wilt gij ons geheel van de vreugde van een geestrijk onder houd met mannen berooven Hèt is waar, zeven zulke ayonden ip do week, moeten lot over feescba- heeren Beernaert en Jamme gewaagden er reeds van in uit debat. Dit is een hoofdzakelijk bestanddeel der discussie, hetwelk men niet uit het oog mag verlie- Indien al de buurtwegen op dit oogenblik moesten gelegd worden, zou men er zeker de helft van de 460,000,000 welke zij hebben gekost, niet meer aan kunnen besteden Met spijt stellen wij vast de ontwikkeling der buurtwegen een merkelijken stilstand ondergaat. Men wil, zegt men, de wet op de buurtspoorwegen uitvaardigen ten einde dienst aan de gemeente te bewijzen. Welnu, de eerste opwerping, in de druk pers en elders, zoodra het ontwerp gekend was, is geweest, dat de gemeenten niet zouden kunnen voorzien in de geldelijke tusschenkomst welke men haar zou vragen. De lieer Graux, minister van financiën. Maar da gemeenten zullen niets moeten betalen zij zullen enkel een waarborg geven aan de Nationale Maat schappij. De heer De Sadeleer. Niettemin is 't waar dat zij zich verbinden. Geeft gij aau de gemeenten buurtspoorwegen zonder dat het haar iets kost Welnu, ik zegde het reeds, de financiëele toestand der gemeenten is zwaar belast. Ik zal het voorbeeld van Oost-Vlaanderen aanhalen Volgens de eigene bekentenis van den arrondisse- ments-commissaris van Gent, was de geldelijke tóa' stand, voor 4881, ongunstig in een-groot getai ge meenten de arrondissement-comissarissen van Oudenaarde, Aalst, Dendermonde stellen denzelfden hachelijken toestand vasten verklaren datonbetwist baar er een stilstand voortkomt in de onderneming van werken voor de buurtwegen, en dat deze stil. <ünnd moet toegeschreven worden aan de bekrompen middelen der gemeenten. Is dan het oogenblik goed gekozenom de gemeen ten te overhalen tot werken, die ongetwijfeld nuttig, maar niet van allereerste noodzakelijkheid zijn T Men weet dat de aanvragen tot het bekomen van toelagen voor buuitwegen aanhetprovinciaal bestuur worden gericht. Tot in 1881 was het getal aanvragen zoo groot dat de kredieten dikwijls voor verscheide ne jaren op voorhand besproken waren maar sedert twee jaren is dit niet meer zoo, en de achtbare voor zitter van den Provincialenraad van Oost-Vlaanderen stelde zulks reeds vasl iD zijn verslag in 4882. In 1883 betreurde dezelfde yoorzitler dal, bij gebrek aan geldmiddelen, vele gemeenten zich in de noodza kelijkheid hadden bevonden af te zien van hunne vragen om-subsidie. Uit dit alles blijkt dat de financiëele toestand der gemeenten zeer slecht is. Dit blijkt uitofflciëelestuk ken in 1883 moesten, van de 79 vragan om hulpgel den voor de buurtwegen van Oost-Vlaanderen, er 53 van de hand gewezen worden. De provincie heeft hare gewone toelaag niet gege ven, wat aan de gemeenten ook de toelagen van den Slaat heeft doen verliezen. Men heeft alzoo ruim 400,000 fr. alleen voor Vlaanderen verloren. De heer Bouvier. Dat alles heeft met de buurt- spoorwegeh niets gemeens (Rumoer, rechts.) De heer De Sadeleer. Hebt gij dan de voor gaande sprekers niet gehoord Allen hebben gespro ken over den geldelijken toestand der gemeenten. Rechts hij verstaal bet niet. De heer Bouvier. Ja wel, ik versta dat gij obstructionisme wilt doen, ten nadeele van de wet op het verplichtend onderwijs. De heer De Sadeleer. Wanneer het een poli tiek wetsonwerp geldt, waaraan zells geen gevolg kan gegeven worden in dezen zittijd, zooals uwe vraag tot onderzoek naar de kloosters... De heer Bouvier. Men zal ze terug voorstellen wees maar gerust ving of tot uitputting; geleiden maar zoude hier dan geen middenweg te vinden zijn Ik heb mij misschien te sterk uitgedrukt, ik wilde Laat mij ook uitspreken, zeide zij, hem zacht terugdringende gij zeidet zelf, dat vrouwen onder elkander zeldzamer een zoogenoemd geestrijk gesprek lang voortzetten. Ik woel maar al te wel,hoe pijnlijk in een vrouwen-gezelschap eene zoogenoemde geestrijke dame is, aan welke alles ijdel schijnt, wat niet algemeen, niet belangwekkend is. Wij voelen ons beangstigd, en willen ten laatste met ons weinige wetenschap liever voor eenen manbloozen, dan voor eene vrouw. Gewoonlijk wordt, wanneer slechte vrouwen te zamen zijn, of meisjes, over het huis houden, de buren, misscjiien ook nieuwtjes, of zelfs moden gesproken maar moeten wij dan geheel lot dezen kring bepaald zijn Moet dan, wat algemeen belangrijk en beschavend is, ons geheel vreemd blijven Mijn hemelGij miskent mij, wilde ik dan dsU Het is waar, voer zij ijverigervoort,hetis waar, de mannen bezitten die diepe, meer geregelde be schaving, die geordende helderheid, die iedere half- beschaving, of zelfs den schijn van wetenschap uitsluit of gering acht Maar hoe gaarne luisteren wij, vrouwen, naar een gesprek der manDen, dal aan voorwerpen grenst, die niet zoo geheel ver van ona liggen bij voorbeeld, over een interessant boek, dat wij gelezen, over beelden, die wij gezien hebben wij leeren zeker zeer veel, wanneer wij daarbij toe luisteren of zeiven medespreken mogen ons oordeel dal wij in stilte gemaakt hebben, vormtzichen wordt juister, en voor iedere beschaafde vrouw moet zulk een onderhoud aangenaam zijn Ook geloof ik nauwe- lijks dat de mannen ons dit ten kwacje .zullen duiden 1 indien wjj slechts, voegde zij er glimlachend bij, niet zelvei. willpnschiUeren, of den bescheiden kring verlaten, die ons eenmaal aangewezen is. (Wordt wrtjimi.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1