Mei 1884.
X" 1966.
PONT DES ARTS.
VOLGENDE STATIËN:
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.08 7.4i
dit Antwerpen naar St. Nikolabs, Lckkrkn in Ciht
VERTREKUREN UIT DE
IJZEREN WEG.VERTREKUREN UIT AELST NAAR
M. Pieter Mertens,
Staatsfinanciën.
DE BEDELARES
Volkskamer.
Comte 5.47 8.42E «.52 44.48 2.20 S.40 6.69
WIT GZKRAXROSBERGEN NAAR J
Maria-Lierde,Sollegem, Moorlzeele en Gaat, 5.15 vrydw
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 I 1.51
DIT DenBKRLEBÖW NAAR J 1
Haeltert, Burst, Herzoio, Solteg. Audenaerde, Ansereil
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet!
UIT SoTTECHM LANGS DENDERLEEUW NAAR
9 to E 2 i0'55 2,05 3'4' 8',!ï E i
dit Gent naar Lokeren, St. NmeLAEs en Antwerps*
4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,ll
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.33 *a zaterd.) 7.81
1.40 7.48
wit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel oa
Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12
FRANKS
NAAR AELST DIT
Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15
Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 40.50 E. 4® 2® 3® kl. 12-22
3-15 E. 1® 2*3® kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1® 2® 3® kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en
9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45
Dendermonde 5-09 's zaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28
5.28 8.25 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9.43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 11.12E 3 kl. 11.54 6.05
dit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le-
'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
DE.
II II 11 I I —WW—M
ANNONCENPR1JS, per drukregelGewone 20 cent. Reklamen fr. 4,00. Vonnissen ap 3<® bladz. 86 cant.
Deadermeide. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Lakaraa. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Mechelen. 4-561 6-361 7-30J 8-12d Exp. !®2®3®kl. 8-451
ll-59d l-04d Exp. 1«2® 3* kl. 2-51d 3-07/ 6-45/
10-08d ïxp. 1® 2® 3' kl.
Antw. 4-561 6-36/ 7-30<f 8-12dExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExp.
1® 2® 3® kl. 2-54d 3-07/ 5-58d 6-45/ 10-08d Exp.
1® 2® 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E3 kl.
9-13 10-23 dir. 11-59 1-04 E 3 kl. 2-51 O-OP E 3'kl
(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/ 6-36/ 8-12d
E 3 kl. 8-45/ 0-0üd 9-13d !l-59d l-04d Exp.1®2®3®
kl. 2-5id 5-S8d 8-49d direct 9-16d 10 -08 E 3 kl.
(4) Nota. De letter beteekent langs Tcmonde en d
Gent, (5-00's vrijd.) 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38
9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2e 3® kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 8-12 E.
3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
tot Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16
Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E. tot Denderl.11-59 2-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs GeeraerdS'
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58
Soltegera, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel,Opwyck,Mechelen.Antworpen 5,07 9,27 3,21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
Culque Sanm.
AELST17 MEI 1884.
KANTON AELST.
Grondwettige en Bewarende
Vereeniging.
Candidaat voor de Provinciale Kiezing
van Zondag 25 Mei 1884
geneesheer, te Gyseghem.
Het wetsontwerp nopens het algemeen bud-
jet van den Staat 't welk aan de Kamerleden
komt behandigd te worden, leert ons dat de
ontvangsten, in 1881, beliepen
tot fr. 296,777,623.06
ep de uitgaven tot 302,837,975.51
Het tekort was dus fr. 6,060,352,45
In 1882 beliepen de ont
vangsten tot fr. 301,110,994,23
en de uitgaven tot 316,323,898.16
Of een te kort van fr. 15,212,903,93
In 1883, beliepen de ont
vangsten tot
en de uitgaven tot
fr. 303,424,943.08
322,979,772.16
Dus een tekort van
fr. 19,554,829.08
Tijdens de bespreking, in de Kamer, der
nieuwe belastingen en rechten van verledene
jaar, beweerde M. Graux, minister van finan
ciën, dat zij, de nieuwe belastingen, het eerste
jc\ar, slechts omtrent de 7 millioen 500 duizend
franks zouden opbrengen, 't geen een tekort
van 12 millioen liet bestaan voor 1884. Doch
de Kamerleden deelden zijne zienwijze niet, en
schatten de vermeerdering van ontvangsten op
13 millioen franks.
Het mogelijk tekort op dezen voet gerekend,
zou dus, voor 1884, slechts tot 6 millioen 500
duizend franks beloopen.
Het wetsontwerp waarvan hooger spraak,
verklaart dat wanneer men dit tekort van fr.
6,500,000 bij de buitengewone uitgaven voegt
welke tot fr. 73,500,000 beloopen, men een
totaal bereikt van fr. 80,000,000, 't welk gansch
zal gedekt worden door het overschot of boni
op de leéning in 1883 aangegaan en ook door
andefie buitengewone middelen.
Nu, indien men het tekort van 6 millioen en
half op rekening der buitengewone uitgaven
schrijft, zou het tekort, voor 1884, slechts nog
de bagatel van 180,000 franks bedragen.
Jndien dit waar is, dan verdient minister
Graux niet alleen een standbeeld te Brussel,
maar ook in onze negen provincie-hoofdste
den
Novelle,
NAAR IET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF.
6" Vervolg.
Geloof mij, Fröben, iedere vrouw, zelfs de gering
ste, bemerkt zeer spoedig aan den man, zelfs eer zij
nog zijne betrekkingen kent, of hij veel in de vrou
wenkringen verkeerd heeft, of niet. En oDgelwijleld
ligt er in zulke kringen iets, dat dien fijnen takt, dat
teedere gevoel schenkt, om altijd in het gesprek
uit te kiezen, wat juist voor vrouwen geschikt is, wat
het meeste hare aandacht boeiteen graad van be
schaving, die eigentlijk aan geenen man moest ont
breken. Gij zult mij dit des te minder betwisten,
voegde zij er bij, daar gij, zoe als duidelijk le
zieu is, een deel van uwe beschaving aan mijn geslacht
te danken bebt.
Daar ligt ieta waars in, merkte de jonge man
op bepaaldelijk het laatste wil ik toegeven, dat
vrouwen minder op mijne denkwijze, dan op de ma
nier om de gedachte uit te drukkeo, invloed hadden.
Mijne betrekkingen noodzaakten mij in den laatsten
lijd veel in de groote wereld, vooral in dames-kringen
te leven Maar juist in die kringen wordt bet mij
eerst recht duidelijk, hoe weinig eigentlijk de vrou-
wee, of om mij anders uit te drukken, hoe weinige
vrouwen, in dit grootsche leven en werken passen.
En waarom j
Ik wil hot' u zeggen, ielfs met gevaar, dat gij j
hoos op mi.' wordt. Kot is eenes *boone karaktertrek i
Doch ongelukkiglijk voor ons allen is dit
zoo verleidend tafereel dat men ons voorspie
gelt, slechts een liberaal fopmachien.
En inderdaad, de opbrengst der belastingen
gedurende den eersten trimester van 4884, is
8 4/2 millioen min dan de opbrengst van den
eersten trimester van 1883, en zulk een uitslag
is van aard om aan de belastingschuldigen
sombere vooruitzichten voor oogen te brengen.
Immers, het tekort kan, door de vermindering
der ontvangsten, een totaal bereiken dat de
slechtste vooruitzichten van 1883 nog zal over
treffen, bij zooverre, dat, wil men het Staats
bankroet vermijden, de heffing van nieuwe en
zware belastingen noodzakelijk zullen wezen.
Het is dus onbetwistbaar dat onze financiën,
voor 4884, in eenen belreurensweerdigen
toestand verkeeren, en laat ons eens onder
zoeken welken haren toestand, in 4885, zal
wezen
Het budjet voorgesteld voor 1885, kondigt
eene vermeerdering van uitgaven aan beloo-
pende tot 5,034,932 franks, 't Zijn waarlijk
wonderlijke bestuurders onze liberale minis
ters hoemeer de ontvangsten verminderen,
hoemeer ook de uitgaven vermeerderen, 'tIs
altijd sterker om sterker gelijk bij de gooche
laars. Nu, dit is alles nietHet liberaal minis
terie heeft onlangs twee wetsontwerpen aan
geboden die, voor onze financiën, de rioodlot-
tigslc govulgon sullen trelrbcii WIJ willen
spreken van de wetsontwerpen op de Nationale
Reserve en op 't verplichtend Onderwijs. Milli-
oenen en millioenen zullen door deze twee
kankers verslonden worden, die bij liet tekort
gevoegd, dit laatste tot eene verhouding ver
pletterend voor Land] en Volk zullen doen
klimmen.
Landgenoten, uit hel bovenstaande kunt gij
gemakkelijk afleiden, dat blijven, de liberalen
aan 't bewind, het jaar 1885, ons nogmaals
nieuwe belaslingen zal meèbrengen.... Indien
de liberalen in de aanstaande kiezingen triom
feren, dan zullen zij hunnen triomf als eene
goedkeuring van bun gedrag en handelwijze
aanschouwen... en wee ons dan Dan zul
len zij er met de vuile voeten doorgaan, dan
zullen zij ons het laatste druppeltje zweet af
persen, in andere woorden, onze beurs totaal
uitstroopen
Gij zijt verwittigdLandgenoten Overweegt
alles wel.... Herinnert u dat voor de liberalen
stemmen, stemmen is voor de onvermijdelijke
verzwaringen der belastingen in geld en bloed,
dat integendeel stemmen voor de catholiekeri,
stemmen is voor mannen welke er zich uit alle
hunne krachten zullen op toeleggen om de be
lastingen van allen aard, zoo veel het mogelijk
is, te verminderen, en daarbij de vrede te her
stellen tusschen de zonen van 'teeneen 'i zelfde
Vaderland, welke door den onvaderlanschen
schoolstrijd en andere partijwetten in over
winnaars en overwonnen, in andere woorden,
in twee vijandelijke kampen zijn verdeeld tot
groot nadeel van 't algemeen welzijn
van den nieuweren tijd, dat meD in de grootere krin
gen ingezien heeft, dat het spel eigentlijk slechts
eene schoolziekte of eene modieuze dekmantel voor
armoede des geestes is. Men heeft daarom whist,
boston, faro en dergelijken aan de oudere heeren eu
aan cenige dames overgelaten, die toch geen gesprek
voereD kunnen In Frankrijk spelen wel is waar in
gezelschap, heeren van twintig tol dertig jaren; maar
dit zijn slechts de armzaiige schepsels, die zich naar
eenige Engelsche dandys gevormd hebben, of die
zeiven gevoelen, dat hun hel vernuft ontbreekt, welk
zij in het gesprek noodzakelijk hebben moesten.
Sedert dat men nu, hel zij in groote of kleine kringen
de zoo genoemde conversatie maakt, dat is, dat men
zich om den schoorsteen of in Duilschland om den
sofa zet, daarbij thee drinkt, en ongemeen geestrijke
gesprekken houdt, zijn de vrouwen voorzeker builen
haar recht spoor gedwaald.
Ik bid u, gij zijl veel te gestreng, hoe zouden
dan
Laat mij uitspreken, ging Fröben ijverig voort
eene dame van het zoogenaamde goede gezelschap
ontvangt iedere week avond-bezoeken te huis zes
maal in de week bezoekt zij anderen. In zulke gezel
schappen dansen ten hoogste de jonge lieden eenige
malen, behalve op groote bals, die reeds zeldzamer
voorkomen. De overige kring van heeren en dames,
onderhoudt zich. Er zijn nu builengewoon beschaafde,
waarlijk geestrijke mannen, die iD mannenkringen
stom en vervelend, bij dames ongemeen scherpzinnig
en woordenrijk zijn die eenen rijkdom van maat
schappelijke beschaving, van algemeene kennis ont
vouwen, die iedereen doen verbaasd slaan. Het is
geene ijdelheid, wat deze mannen schitterend of wel
sprekend maakt hel is hot gevoel, dat het belang
rijke van hunne wetenschap meer voor vrouwen, dan
voor mannen geschikt is, die meer stelselmatig zijn
die detzelver eischen hooger spannen.
Goed, ik kan mij zulke maDnen denken, maar
verder.
Door zulke mannen krijgt bet gesprek bonding,
De Volkskamer besprak deze week 't wets-
ontwerp betrekkelijk de buurtspoorwegen.Onze
jeugdige vertegenwoordiger, M. De Sadeleer
i sprak te dezer gelegenheid een redevoering
uit in de welke hij handelde over den toestand
der financiën van onze gemeenten ten opzichte
j van bet wetsontwerp. Wij laten hier een deel
dezer redevoering volgen, welken ons onder
andere aantoont in welkebetreurensweerdigen
staat de financiën van de overgroote meerder
heid onze^gemeenten.uit oorzaak derongeluks
wet, verkeeren
De beer De Sadeleer
Vooraleer het ontwerp aan te nemen, moet de
Kamer dan ook onderzoeken welk financiëel aandeel
de gemeenten er in zullen dragen dit punt stel ik
mij voor hoofdzakelijk le behandelen.
Kan men zich goedsmoeds aansluiten bij d6 ont
worpen financiëele combinatie, en als deze wordt
aangenomen, roepen wij dan geen wezenlijk gevaar
in 't leven voor onze gemeentelijke financiën
De heer Jamme vestigde zaterdag, met zijne lange
ondervinding op 't gebied van bestuurlijke zaken,
onze aandacht op dit punt. Met reden beknibbelde hij
het monopolie dat men wil verleenen hij stelde vast
hoe de gemeenten in schulden zitten en welk verschil
er beslaat tusschen de buurtwegen en de buurtspoor
wegen:
Het achtbaar lid deed ook het gevaar uitschijnen
dat er voor de gemeenten zal in bestaan, niet alleen
belang te moeten hebben in de baan die over haar
]and.
In de vorige zittingen heeft men getracht aan de
Kamer te doen begrijpen dal die solidariteit nagenoeg
onbeduidend zal zijn en dat iedere gemeente hare
bijzondere rekening in de onderneming zal hebben.
Dal is eene volledige dwaling. Wanneer het winst
aandeel zal moeten geregeld worden, zal men voor
eerst eene algemeene rekening, eene rekening van
exploitatie moeten opmaken, en volgens art. 23 der
statuten zal men van de ruwe opbrengst van iedere
lijn moeten aftrekken vooreerst hafe eigene kosten
van exploitatie, vervolgens hel aandeel in de alge
meene kosten van bestuur, bepaald volgens hare bij
drage in de ruwe opbrengst van iedere exploitatie.
De solidariteit bestaat dus 't is onbetwistbaar. De
drie vierden van de winsten zullen, na zekere ver
mindering in het ontwerp van statuten voorzien, in
het reservefonds gestort worden, en de lijn die de
winsten zal opgeleverd hebben, zal slechts een gering
aandeel in de winsten ontvangen.
Daarenboven, men weet hoegenaamd niet welke
kosten de gemeenten zullen moeten dragen men
kan onmogelijk bepalen welke hare lasten zullen zijn.
Welnu, allen weten wij dat solidariteit iets hoogst
gevaarlijk is vele financiëele rampen dezer laatste
jaren werden juist veroorzaakt door de solidariteit
welke de ondernemingen onderling verbond.
Ik stel dus vast, eensklaps, dat het voorgestelde
stelsel een wezenlijk gevaar aan onze gemeenten zal
doen loopen uit hoofde harer deelneming in de
exploitatiekosten, en naderdeels, dat de haar voor
behouden winsten meestentijds ijdel zullen zijn.
Maar, zal ons de heer minister van financiën tegen
werpen, die vrees is ongegrond. Het misbruik zal
even moeieiijk zijn in zake van buurtwegen.
Ik erken dal België, sedert 4o jaar, een bewonde-
ringswaardigen vooruitgang heelt gedaan in zake van
buurtwegen. De heer De Bruyn heeft vastgesteld d§t
men gedurende die veertig jaar meer dan 160 millioen
frank heeft uitgegeven voor de verbetering der eigen
lijke buurtwegen.
achtergrond, leven vrouwen, vooral geestrijke
vrouwen, zullen zich onder elkanderbij verre na niet
zoo levendig onderhouden, als dit geschiedt, wanneer
ook maar een mao, als hel ware, als getuige en
scheidsrechter daarbij zit. Terwijl nu door zulke
mannen allerlei scherpzinnige en belangrijke zaken
op de baan gebracht worden, verheffen zich de vrou
wen onnatuurlijk. Om toch een woord mede te spre
ken, om geestig en beschaafd te schijnen, moeten zij
alles in het werk stellen; als het ware, al de schroe
ven van haren geest opdraaien om haar rijkelijk
aandeel aan den algemeenen vloed van het gesprek
te geven, waarin h6t gezelschap zich baadt. Doch,
vergeef mij, dit fonds is gewoonlijkspoedig uitgeput;
verbeeld u, eengeheelen winter alle avonden geest
rijk te moeten zijn, welke marteling
Neen maar, gij maakt het toch te erg gij over
drijft.
Gewis ik zeg maar, wal ik gezien, zelf beleefd
heb. Sedert dat in lateren lijd zulke conversatien
mode zijn geworden, wordeu de meisjes geheel
anders opgevoed dan vroeger, die arme schepsels
wat moeten zij nu niet al leerén, van haar tiende tot
aan haar vijftiende jaar Geschiedenis, aardrijkskunde
kruidkunde, natuurkunde, zonder nog van zooge
noemde teekenkunde en schilderkunst, aasthetiek,
geschiedenis der letterkunde, gezang, muziek en
dansen te spreken. Deze vakkenleertdo man gewoon
lijk eerst na zijn achttiende of twintigsto jaar recht
verstaan hij leert dezelve langzamerhand, dus gron
diger hij leert veel doör zich zei ven, weet het dus
ook beter aan te wenden, en treedt bij in zijn drieën
twintigste jaar of nog later in dezen kring, zoo draagt
hij, wanneer bij slechts halvsrwegs eenig levens-
verstand en eenige geschiktheid heeft, eene groote
zekerheid in zich zeiven Maar bel meisje Ik bid u
wanneer zulk een ongelukskind 10 het vijftiende jaar
volgepropt met de verschillendste kundigheden en
kunststukken, in de groote wereld treedt, hoe zon
derling moet haar daar alles toeschijnen Zij wordt,
ofschoon haar dikwijls hare eenaeiv. tkamer aange-
't Zijn de gemeenten die het eerste denkbeeld van
dit werk hebben opgevat. Zij hebben zich vereemgd
en waren om zoo te zeggen de ziel dier bewegiug
Doch er was een vaste grondslag voor de bijdrage
i van de Provincie en van den Staat
l Toen de gemeente tol eene uitgave besloot, wist
zij op welke medewerking zij mocht rekenen.
Inderdaad, in zaken van buurtwegen, betaalt de
j gemeente de helft der kosten, de provincie een zesde
en de Staat de twee overblijvende zesden.Maar in het
j ons voorgelegd ontwerp beslaat er geen vaste regel.
Niels bepaalt wat de tuschenkomst der provincie en
van den Slaat zal zijn- Volgens het ontwerp, schrijft
de gemeente vooreerst in voor geheel de uitgave.
5 Do lieer Graux, minister van financiën. Hoe-
genaamd niet
ii De heer De Sadeleer. Ik weet wel dat gij
ons hebt aangekondigd dat er jaarlijks een krediet
op de Staatsbegrooling zal gebracht worden; maar
in welke evenredigheid zal dit krediet verdeeld
worden Gij zegt er niets van.
Dclieer Graux, minister van financiën. Onder
voorbehouding van nader onderzoek, denk ik dat het
niet 't minste bezwaar zou opleveren dit aandeel te
bepalen, of in de wet zelve of door een algemeen
reglement. Men zou misschien dezelfde grondslagen
voor de buurtspoorwegen als voor de gewone buurt
wegen kunnen aannemen.
Do heer De Sadeleer. Het ware misschien
hoogst moeieiijk voor de buurtspoorwegen te werk
gaan als voor de buurtwegen.
Al de gemeenten hebben immers in dezelfde mate
belang in het verkrijgen van steenwegen. Met de
buurtspoorwegen zal dat anders gelegen zijnhet
belang zal kunnen verschillen.
Fr AullencetBeonion^iin welker grondgebied dno»>
eene lijn zal doorsneden worden ener nochtans zeer
weinig voordeel bij zullen hebben.
De lieer Graux, minister van financiën. Met
de buurtwegen is dat juist hetzelfde.
De heer De Sadeleer. Neen, dat is gansch
iels anders. De buurtspoorwegen zullen reizigers
vervoeren.
De heer Graux, minister van financien. En
ook landbouwvoortbrengselen.
De heer De Sadeleer. Ongetwijfeld! Maar
voor den landbouw zullen de nieuwe lijnen voordee-
len opleveren welke volgens de gemeenten zulleD
verschillen
Dus zal het zeer moeilijk zijn eenen vasten regel
te stellen om de geldelijke bijdragen te bepalen Men
zal de willekeur en misschien zelfs de onrechtvaar
digheid van den Staat moeten duchten, want de
Slaat, langs alle kanten lastig gevallen, zal soms
gemeenten kunnen ondersteunen wier geldelijke
toestand weinig schitterend zal zijn, alleen omdat
zij slecht bestuurd zullen zijn.
Men dient nog een verschil vast te stellen hetgene
bestaat voor de buurtwegen en hetgene men voor do
buurtspoorwegen voorstelt.
In de Statistieken van het jaarboek van 4833, duidt
men de verschillende bronnen van krediet aan, welke
bijdroegen tot de buurtspoorwegen. Volgens die
statistieken, stel ik vast dat, van 1841 tot 4882, de
totale hulpverleeningen van wege de gemeenten
meer dan 8,009,000 fr. beloopen.
Het spreekt van zelf dat, met het voorgestelde
stelsel, deze 8,090,000 fr. geheel verloren zullen zijn.
Daarenboven moet er gewezen worden op dit ge
wichtig verschil, door den achtbaren heer Neujan
aangetoond. Als het werk voltooid was, hield de
tusschenkomst der gemeenten gansch op, terwijl de
gemeenten zich voorlaan onbepaald zullen verbin
den zij zullen niet weten tot hoeverre hare ver
plichtingen kunnen strekken.
Herhaalde keeren is er spraak geweest van den
geldelijken toestand onzer gemeenten. De achtbare
namerwas, zonder geoade in alle kringen medegesleep t
zij moet schitteren, moet praten, moet hare' kennis
uitkramen, en hoe spoedig zal zij daarmede ten
einde zijn Gij glimlacht Hoor verder. Zij heeft nu
geenen tijd meer, om hare schoolwetcnschap uit le
breiden spoedig eischt men nog meer van haar Zij
moet zoo goed als oudere petsonen,over voorwerpen
van kunst, over letterkunde kunnen medespreken Zij
verzamelt alzoo den geheelen dag alle mogelijke
kunst van uitdrukkingen, leest dagbladen, om een
oordeel te krijgen over bet nieuwste boek, en iedere
avond is eigenlijk een examen, eene schoolproef voor
haar, waar zij datgene op eene geschiekte manier te
pas moet brengen, wat zij geleerd heeft. Dat een man
van ware beschaviag, van ware kundigheden voor
zulk een gesnap, voor zulk eenehalfbeschavinggruwt,
kunt gij ligt denken hij zal deze slechte gewoonte
j eerst belachelijk, daarna gevaarlijk vinden hij zal
j deze Overbeschaving vervloeken, welke de vrouwen
uit haren stillen kringscheurt en haarlot half mannen
maakt, terwijl de mannen half vrouwen worden,
dewijl zij zich gewennen, over alles op vrouwen
manier te spreken en te snappen; hij zal vooredelere
j vrouwen die huiselijke stilte terugwenschen, die
eenzaamheid, waarin zij te huis zijn, en in allen
gevalle schooner schitteren, dan in eenen van die
geestrijke kringen
Er ligt iets waars in datgen#, wat gij daar zeidet,
antwoordde de vrouw van Faldnergeheel kan ik
daarover niet oordeelen, dewijl ik nooit het geluk of
het ongeluk had, om in die kringen te leven. Maar
mij schijnt ook dkkr, even als oreral, het minder
goede slechts uit overdrijving voort te komen. Het is
waar, wat gij zegt, dat aan ons vrouwen een engere
kring is aangewezen, die huiselijkheid die eenmaal
ons beroep is. Wij zullen zonder waar gehalte zijn,
wij zullen ons in een onzeker veld begeven, wanneer
wij dezen kring geheel en al verlaten. Maar wilt gij
ons geheel van de vreugde van een geestrijk onder
houd met mannen berooven Hèt is waar, zeven
zulke ayonden ip do week, moeten lot over feescba-
heeren Beernaert en Jamme gewaagden er reeds van
in uit debat. Dit is een hoofdzakelijk bestanddeel der
discussie, hetwelk men niet uit het oog mag verlie-
Indien al de buurtwegen op dit oogenblik
moesten gelegd worden, zou men er zeker de helft
van de 460,000,000 welke zij hebben gekost, niet
meer aan kunnen besteden
Met spijt stellen wij vast de ontwikkeling der
buurtwegen een merkelijken stilstand ondergaat.
Men wil, zegt men, de wet op de buurtspoorwegen
uitvaardigen ten einde dienst aan de gemeente te
bewijzen. Welnu, de eerste opwerping, in de druk
pers en elders, zoodra het ontwerp gekend was, is
geweest, dat de gemeenten niet zouden kunnen
voorzien in de geldelijke tusschenkomst welke men
haar zou vragen.
De lieer Graux, minister van financiën. Maar da
gemeenten zullen niets moeten betalen zij zullen
enkel een waarborg geven aan de Nationale Maat
schappij.
De heer De Sadeleer. Niettemin is 't waar
dat zij zich verbinden. Geeft gij aau de gemeenten
buurtspoorwegen zonder dat het haar iets kost
Welnu, ik zegde het reeds, de financiëele toestand
der gemeenten is zwaar belast.
Ik zal het voorbeeld van Oost-Vlaanderen aanhalen
Volgens de eigene bekentenis van den arrondisse-
ments-commissaris van Gent, was de geldelijke tóa'
stand, voor 4881, ongunstig in een-groot getai ge
meenten de arrondissement-comissarissen van
Oudenaarde, Aalst, Dendermonde stellen denzelfden
hachelijken toestand vasten verklaren datonbetwist
baar er een stilstand voortkomt in de onderneming
van werken voor de buurtwegen, en dat deze stil.
<ünnd moet toegeschreven worden aan de bekrompen
middelen der gemeenten.
Is dan het oogenblik goed gekozenom de gemeen
ten te overhalen tot werken, die ongetwijfeld nuttig,
maar niet van allereerste noodzakelijkheid zijn T
Men weet dat de aanvragen tot het bekomen van
toelagen voor buuitwegen aanhetprovinciaal bestuur
worden gericht. Tot in 1881 was het getal aanvragen
zoo groot dat de kredieten dikwijls voor verscheide
ne jaren op voorhand besproken waren maar sedert
twee jaren is dit niet meer zoo, en de achtbare voor
zitter van den Provincialenraad van Oost-Vlaanderen
stelde zulks reeds vasl iD zijn verslag in 4882.
In 1883 betreurde dezelfde yoorzitler dal, bij gebrek
aan geldmiddelen, vele gemeenten zich in de noodza
kelijkheid hadden bevonden af te zien van hunne
vragen om-subsidie.
Uit dit alles blijkt dat de financiëele toestand der
gemeenten zeer slecht is. Dit blijkt uitofflciëelestuk
ken in 1883 moesten, van de 79 vragan om hulpgel
den voor de buurtwegen van Oost-Vlaanderen, er 53
van de hand gewezen worden.
De provincie heeft hare gewone toelaag niet gege
ven, wat aan de gemeenten ook de toelagen van den
Slaat heeft doen verliezen. Men heeft alzoo ruim
400,000 fr. alleen voor Vlaanderen verloren.
De heer Bouvier. Dat alles heeft met de buurt-
spoorwegeh niets gemeens (Rumoer, rechts.)
De heer De Sadeleer. Hebt gij dan de voor
gaande sprekers niet gehoord Allen hebben gespro
ken over den geldelijken toestand der gemeenten.
Rechts hij verstaal bet niet.
De heer Bouvier. Ja wel, ik versta dat gij
obstructionisme wilt doen, ten nadeele van de wet
op het verplichtend onderwijs.
De heer De Sadeleer. Wanneer het een poli
tiek wetsonwerp geldt, waaraan zells geen gevolg
kan gegeven worden in dezen zittijd, zooals uwe
vraag tot onderzoek naar de kloosters...
De heer Bouvier. Men zal ze terug voorstellen
wees maar gerust
ving of tot uitputting; geleiden maar zoude hier dan
geen middenweg te vinden zijn
Ik heb mij misschien te sterk uitgedrukt, ik
wilde
Laat mij ook uitspreken, zeide zij, hem zacht
terugdringende gij zeidet zelf, dat vrouwen onder
elkander zeldzamer een zoogenoemd geestrijk gesprek
lang voortzetten. Ik woel maar al te wel,hoe pijnlijk
in een vrouwen-gezelschap eene zoogenoemde
geestrijke dame is, aan welke alles ijdel schijnt, wat
niet algemeen, niet belangwekkend is. Wij voelen
ons beangstigd, en willen ten laatste met ons weinige
wetenschap liever voor eenen manbloozen, dan voor
eene vrouw. Gewoonlijk wordt, wanneer slechte
vrouwen te zamen zijn, of meisjes, over het huis
houden, de buren, misscjiien ook nieuwtjes, of zelfs
moden gesproken maar moeten wij dan geheel lot
dezen kring bepaald zijn Moet dan, wat algemeen
belangrijk en beschavend is, ons geheel vreemd
blijven
Mijn hemelGij miskent mij, wilde ik dan dsU
Het is waar, voer zij ijverigervoort,hetis waar,
de mannen bezitten die diepe, meer geregelde be
schaving, die geordende helderheid, die iedere half-
beschaving, of zelfs den schijn van wetenschap
uitsluit of gering acht Maar hoe gaarne luisteren wij,
vrouwen, naar een gesprek der manDen, dal aan
voorwerpen grenst, die niet zoo geheel ver van ona
liggen bij voorbeeld, over een interessant boek, dat
wij gelezen, over beelden, die wij gezien hebben
wij leeren zeker zeer veel, wanneer wij daarbij toe
luisteren of zeiven medespreken mogen ons oordeel
dal wij in stilte gemaakt hebben, vormtzichen wordt
juister, en voor iedere beschaafde vrouw moet zulk
een onderhoud aangenaam zijn Ook geloof ik nauwe-
lijks dat de mannen ons dit ten kwacje .zullen duiden
1 indien wjj slechts, voegde zij er glimlachend bij,
niet zelvei. willpnschiUeren, of den bescheiden kring
verlaten, die ons eenmaal aangewezen is.
(Wordt wrtjimi.)