Voor de provincie Antwerpen is de aandacht
meest gevestigd op Antwerpen alwaar onze
catholieke vrienden moedig strijden.
't Laatste nieuws welk wij uit Antwerpen
ontvangen zegt dat onze vrienden de grootste
hoop hebben van te zegepralen.
In de provinciën Namen en Luxemburg zal
de strijd niet min ernstig zijn. De laatste be
richten luiden dat de triomf der catholieke
candidaten in de meeste kantons verzekerd is,
en dat, zonder eenigen twijfel, de Bestendige
Deputatiën dezer provinciën onveranderd zul
len blijven.
Mochten alle deze zoo gunstige berichten
zich verwezenlijken en den dag van 25 Mei de
voorbode wezen van den tweeden grooten
triomf, op 10 Juni aanstaande, welke ons
moet verlossen uit de klauwen van de macon-
nieke grijpvogels die ons reeds te lang hebben
onderdrukt.
Aankomst van HH. MM. den koning
en de koningin der Nederlanden te
Antwerpen.
Zoo als het programma luidde zijn de verte
genwoordigers van het belgische hof, graaf de
Lannoy, grootmeester van het huis des konings,
luitenant-generaal Jacmart, kolonel baron
d'Anethan en graaf d'Assche, ordonnancie-offi-
ciers, naar Esschen vertrokken om de neder-
landsche vorsten, namens onzen koning te
ontvangen.
Baron Gerricke van Herwijnen, gezant van
Z. M. den koning der Nederlanden, was insge
lijks derwaarts gereisd.
Middelerwijl maakte men zich aan de statie
Stuyvenberg, gereed voor de ontvangst. Ten
elf ure bevonden zich reeds de overheden ter
plaatse M. de gouverneur, M. de burgemees
ter, de generaal-komandant der provincie, de
kolonel-plaatskommandant, de generaal der
burgerwacht, de officieren van bet leger en der
burgerwachtallen in groot uniform, de
nederlandsche konsul M. de Cankrien en an
dere hoogeplaatste personen.
Ter plaatse der aankomst was een zeer
schoon paviljoen opgericht, met roode drape-
riën en gouden franjes. Op den achtergrond
zag men de wapens van Nederland en België
en de borstbeelden van Willem III en Leopold
II.
Eene rij stoelen met roode kussens en kan
delabers met waskeersen in de twee hoekeu,
waren de meubels van dit paviljoen, ofschoon
noch stoel, noch waslicht zouden gebezigd
worden.
Voor het paviljoen pronkte het neêrlandsche
WELKOM
Dat alles was zeer wel geschikt door den
aannemer M. de Leeuw. Er bevond zich weinig
volk in de statie, omdat deze inderdaad al ie
eng is men had voor de dames eene lange
estrade opgeslagen, welke dan ook door eene
ontelbare menigte bezet was.
In de statie, was verder loegelaten eene
deputatie van de Hollandsche Club, die verlang
de H.M. de koningin een bouquet aan te bieden.
Die bloemtuil was inderdaad prachtighij
bestond uit geele roozen en orchideeën op de
breede linten las men aan Ncerland's koningin,
de Hollandsche Club, Antwerpen 20 Mei.
De uitgestrekte omheining van Stuivenberg
was zoo ver het oog reikte, bezet. De huizen
tegenover de standplaats waren letterlijk zwart
van menschen in de vensters op de daken, op
de dakgoten hadden de nieuwsgierigen zich
genesteld. Zelfs op den nok van een dak stond
een groote kerel recht, met de twee handen in
de broekzakken, zoo rustig of hij op den platten
grond hadde gestaan.
Het was 11.50 toen de trompetten in de verte
de veldmarsch blaasden en de muziek het bel-
gisch volkslied aanhief. Koning Leopold kwam
inde statie aan. Langzaam reed de trein langs
de troepen, die den ijzeren weg bezet hielden.
Een luid gejuich steeg op toen de trein in de
statie stil hield. De koning droeg het grootlint
van den Nederlandschen Leeuw op het uniform
van generaal-opperbevelhebber des legers.
Iedereen merkte op dat koning Leopold
sedert zijn leste bezoek in Antwerpen veel
zilver in zijnen blonden baard heeft gekregen.
De koning scheen opgeruimd hij was blijk
baar feestelijk gestemd, om zijnen gekroonden
nabuur te ontvangen.
Z. M. was vergezeld door generaal Nicaise
en baron de Wyckersloot.ordonnancie-officiers.
Koning Leopold richtte het woord lot ver
schillende overheden, onder ander tot ridder
Pycke, gouverneur.
Niet lang wachtte men toen het kanonschot
in de verte, de komst van den trein, waarop
zich HH. nederlandsche MM. bevonden, aan
kondigden.
Toen reeds steeg uit de dichtgepakte menigte
een luid hoerrah op.
De trein naderde, de trompetten weêrklon-
ken, het wien neerlandsch bloed werd aangehe
ven door de muziekkorpsen, het volk jubelde
en de kanonschoten deden den omtrek daveren.
Langzaam kwam de trein binnen, doch van
zoo verre het volk dichtgepakt stond, jubelde
men den koning der Nederlanden, de vorst van
een broedervolk, te gemoet.
In de halt weerklonk het Leve de koning.
De portels werden geopend en koning Leo
pold haasste zich in de koninklijke berline te
treden bij omhelsde koning Willem, en zich
diep buigende, kusste hij koningin Emma de
hand.
Toen koning Willem uitsteeg ging er een
geestdriftig gejubel op. Z. M. scheen ons toe
ontroerd te zijn. Hij is een nog schoon en flink
man, met tamelijk lang wit hair, en nog geens
zins gebogen.
Z.M. dioeg de uniform van generaal der gre
nadiers, hetgeen zijne hooge gestalte nog beter
doet uitkomen. De koning hield den mantel
aan 't schijnt dat Z. M. nog altijd eenigzins
lijdend is.
Zeer minzaan groette de koning rechts en
links met de hand.
De belgische overheden werden aan Z. M.
voorgesteld door Z. M. den koning der Belgen,
waarna de eerste de vertegenwoordigers van
zijn Huis aan den lesten voorstelde.
Alsdan steeg H. M. koningin Emma, aan de
hand van onzen koning, uit het rijtuig. Geest
driftig werd H. M. begroet. De koningin was
in 't zwart gekleed even als de dames van haar
gevolg.
H. M. is eene schoone, lieftallige jonge
vrouw, frisch en blozend van kleur, met aan
gename gelaatstrekken, en die bij hare ver
schijning alleen, aller harten gewonnen had.
Mej. Hector bood H. M. den bovengemelden
bloemtuil aan, die zij met eene blijkbare vol
doening aannam.
De voorstellingen waren afgeloopen de
vorstelijke gasten stegen in, de portels werden
dicht geslagen, en langzaam, onder het einde
loos gejubel des volks, het presenteeren der
wapens en hel weergalmen van het hollandsch
volkslied, reed de trein langs de binnenvesten
om aan de poort, in snelle vaart, Brussel te
bereiken
Vier-of vijf-en-vijftig jaren is het geleden
dat koning Willem, toen een kind van dertien
jaren, de zuidelijke Nederlanden verliethet
moet den vorst indruk maken het land weêr
te zien, nu alle oneenigheid is uitgewischt en
de twee volken weêr de hand hebben in-een
gelegd.
HH. MM. de Koning en de Koningin
der Nederlanden te Brussel.
In de Nloorderstatïe.
Veertien dagen heeft men gewerkt aan de
versiering der Noorderstalie zij is dan ook
waarlijk prachtig. De koninklijke salons zijn
geschilderd en met vlaggen en bloemen ver
sierd.
De toegang tot de statie is natuurlijk verbo
den, en de wachten zijn overal verdubbeld. De
overheden en de uitgenoodigden, voorzien van
eene kaart, geteekend door den statieoverste,
worden allen toegelaten.
Een estrade, die vijf honderd personen kan
bevatten, is opgericht op vijftien waggons van
een koopwarentrein. De personen die op de
estrade stonden, bevonden zich op slechts
eenige meters afstand van de plaats waar de
koninklijke trein moest stilhouden.
Een bataillon grenadiers, onder het bevel
van kolonel baron van Bode, deed den eere-
dienst in de statie. Een Twintigtal gendarmen
waren hier en daar geplaatst.
De leden der nederlandsche kolonie, met
den nederlandschen konsul en doktor Huyve
naar, voorzitter der nederlandsche Weldadig
heidsmaatschappij aan 't hoofd, bevonden zich
in twee voorbehoudene waggons. In een ande
ren waggon, zag men den minister van bui-
tenlandsche zaken, M. Frèreden minister
van financiën, M. Graux den minister van
openbare werken, IV). Olin Mevr. en Mej. Gra-
try, M. Van den Bulcke, kabinets-overste van
den minister van buitenlandsche zakenver
scheidene afgeveerdigden, waaronder MM.
Beeckman en Van der Steen. De ministers
plaatsen hunne damen en gaan zich vervol
gens voegen bij het diplomatisch, korps en de
hoogere overheden, die zich in de receptie
salons bevinden.
Eenige munieten voor 1 uur meldt de statie
overste dat de trein te Schaarbeek in 't zicht
is. De trompetten weerklonken de troepen
presenteeren hunne wapens de koningin en
de gravin van Vlaanderen in iijke zwarte toi
letten, de graaf van Vlaanderen in groot uni
form van luitenant-generaal, met het grootlint
van den nederlandschen Leeuw, prins Baude-
wijn in uniform van leerling der millitaire
school, nemen plaats op het gaanpad. Zij zijn
vergezeld van hun gevolg, leden van het diplo
matisch korps en ministers
Ten 1 uur 5 minuten komt de koninklijke
trein in de statie iedereen ontbloot zich het
hoofd de muziek der grenadiers speelt het
Wilhelmus van Nassauwen, en vervolgens het
Wien neerlandsch bloed.
De koninklijke berline houdt juist stil recht
over het vaandel der grenadiers. Koning Wil
lem stapt de eerste uit het rijtuig, kust eerbie
dig de hand der koningin en van de gravin van
Vlaanderen, drukt de hand aan den graaf van
Vlaanderen, die hem zijn zoon, prins Baude-
wijn, voorstelt. Koningin Emma komt vervol
gens uit het rijgtuig. Zij wordt ontvangen door
onze koningin. De twee vorstinnen omhelzen
elkander op de hartelijkste wijze. De twee ko
ningen passeeren vervolgens voor het front
der troepen. Willem III buigt zich voorlede
ren officier die met den degen groet.
Op het oogenblik wanneer de twee vorsten
zich voor de leden der nederlandsche kolonie
bevinden, doen deze warme toejuichingen
hooren. Twaalf jonge meisjes, in 't wit gekleed,
bieden HH. MM. prachtige bloemtuilen aan.
Vervolgens gaat men in de receptiesalon,
waar de voorstelling van de leden van het diplo
matisch korps, ministers, enz., plaats heeft.
Ten 1 uur 15 minuten is alles geëindigd.
Laat ons die brave soldaten die zich gin
der bevinden, niet te lang laten wachten, zegde
koning Willem, terwijl hij op de troepen wees,
die zich op de Nalieplaats bevonden.
IVatieplaats.
Op de Natieplaats stonden gerangschikt
het 2* lanciers, langs den rechter en linker
kant; twee eskadrons van het 1* jagers te
peerd, op den Boulevard van den Botanieken
Hof; drie batterijen van het 5e artillerie, te
midden der plaats. Aan het hoofd der batterijen,
voor de groote poort der statie, bevonden zich
generaal Van der Smissen en zijn staf.
Reeds van voor 11 ure bevond zich eene
overgroote menigte volk voor de statie; tot
zelf op het dak der statie stonden verscheidene
nieuwsgierigen.
Rond 12 1/2 ure komen vier rijtuigen van
hel Hof, waarin zich de koningin, de graaf en
de gravin van Vlaanderen, prins Baudewijn en
hun gevolg bevinden, op de Natieplaats aan.
Een eere-pikét van grenadiers is voor de
groote poort der statie geplaatst.
Van op de Natieplaats kan men niets zien
van al wat binnen in de statie gebeurt. Rond
1 uur en eenige minuten ziet men verscheidene
lakeien uit de statie komen en bloemtuilen
neêrleggen in de koninklijke rijtuigen. Vijf
minuten later komen de vorsten- uit de statie.
De rijtuigen komen vooruit koning Willem,
koning Leopold en de graaf van Vlaanderen
slappen in het eerste rijtuig. Koning Willem
blijft een oogenblik recht staan in het rijtuig
en groet met de hand. Langs alle kanten hoort
men niets als Leve de koning! r
De toejuichingen waren nog geestdriftiger,
toen koningin Emma met onze koningin en
prins Baudewijn in het tweede rijtuig stapten.
De koninklijke rijtuigen begaven zich ver
volgeus naar de Paleizenplaats. De troepen
zijn in de volgende orde gerangschikt, te be
ginnen van aan den boulevard van den Bota
nieken Hof; het regiment der genie, de kom-
pagnie-veldtelegrafisten, het 5° artillerie, de
karabiniers, de grenadiers, het 2e jagers te
voet, hel 10' linie, waarvan de rangen staan
tol op de Paleisplaats. Een eskadron van het
1" jagers te peerd sluit den boulevard af op de
Zijstraat. Op de Paleizenplaats bevinden zich
de twee regimenten gidsen het le met den
rug naar het paleis; het 2e met den rug naar
Park.
Op den doortocht der vorsten, presenteeren
de troepen de wapens en de muzieken spelen
opvolgeritlijk de twee nederlandsche volks
liederen.
Er heeft geen défilé meer plaats gehad.
Voor liet Koninklijk Daleia.
Van aan de koninklijkestraal, langs het Park
tot aan de Hertogelijkestraat, bevonden zich
twee regimenten gidsen, jagers te peerd en hel
2e regiment lanciers. Voor de bijzonderste
poort van het Paleis had men de leerlingen der
militaire school geplaatst. Aan de gazlanteerns,
rechtover het Paleis waren de wapenschilden
van Nederland en Belgie vastgemaakt. Op hel
Paleis der Akademie wapperde de vlag, even
als op het paleis des konings-
Rond 1 1/4 ure komen langs de kant der
Koninklijke straat, de rijtuigen van het Hof
aan.
De stoet verschijnt langs de Hertogelijke
straat. Weinig volk, en weinig toejuigingen.
De Rijtuigen rijden langs eene zijpoort het
Paleis binnen.
De dejeuner der vorsten heeft geduurd lot
3 ure. Koning Willem en koningin Emma heb
ben alleen deel genomen aan den dejeuner
met Leodold II, koningin Maria Hendrika, den
graaf en de gravin van Vlaanderen.
Toen do stoel zich rond 3 ure wederom in
beweging stelde, bevonden er zich 2 a 3 dui
zend personen op de Paleizenplaats. De vor
sten werden geesdriftig toegejuicht. Koning
vVillem zag er zeer vergenoegd uit.
Op liet Stadhuis.
Ten 3 ure had de betooging plaats op de
Groote Markt. Gansch het stadhuis was ge
vlagd, met kleurige wapens, met trofeeën en
naamcijfers der twee koningen behangen. Ook
het Broodhuis droeg versieringen, onder het
jemaintiendrai, ik zal handhaven de ne
derlandsche zinspreuk.
Beneden, boven, op straat gelijk in de ven
sters en daken, woelde een zee van men
schen. Nooit, zegt een ooggetuige, zag men
eene zoo ontelbare menigte bijeen. De eere-
dienst werd volbracht door de speciale korp
sen der burgerwacht. De brusselsche maat
schappijen waren daar met vlaggen en stan
daarden al de aanwezige leden droegen de
nederlandsche kleuren op de borst.
Het gebulder van het kanon heeft bericht ge
geven dat de koningen het paleis verlaten heb
ben. De geestdrift klimt ten top, als de trom
petten de veldmarch blazen en de hofrijtuigen
verschijnen. Hoeden zwaaien, duizenden en
duizenden stemmen jubelen, het leve de koning
weèrklinkt heinde en verre.
Binnen het stadhuis worden de daar aanwe
zigen door een elektriek gebel van de konin-
lijke komst verwitligd. Zes herauten, in het
kleedsel der I5C eeuw en op de balkons der
torens geplaast, blazen op bazuinen. Zes ande
re herauten antwoorden op dezelfde wijze.
De ontvangst is letterlijk onbeschrijflijk.
De toejuichingen zijn zoo hevig, dat zij de
muziek verdooven.
De redevoeringen schenen op zij geschoven.
Toen de Koningen aankwamen, heeft de burge
meester enkel gezegd Sire, Mevrouw, ik
richt u het welkom toe. De stad Brussel, die u
zag geboren worden, Sire, is gelukkig u weêr
te zien. d
Het gulden boek werd'doorZ. M.den Koning
en door II. M. de koningin geteekend in neder
landsche taal. Ook onze koning, de koningin,
de graaf en de gravin van Vlaanderen teeken
den.
Nu begaven zich de vorsten naar het balkon
en toen heeft er eene betooging plaats gehad,
zooals men er zeker nooit eene te Brussel ge
zien heeft. Bij 't verschijnen van Koning Willem
op het balkon verdubbelden zoo mogelijk de
toejuichingen, het neerlandsch volkslied weer
klonk, de bazuinen lieten zich andermaal hooren
en vlaggen en standaarden bewogen zich boven
de hoofden.
Koning Willem was getroffen over dat groot-
sche schouwspel hij wendde zich tot koning
Leopold en drukte hem vurig de hand. Ook
onze koning was ontroerd. Dergelijke volkstoo-
neelen ziet men, in waarheid, niet iederen dag.
Het volk jubelde den koning der Nederlanden
toe niet zooals hel een ander vreemd vorst
zou toejuichen, maar met eene hartelijkheid,
met eenen geestdrift, die van een gelukkig
weêrzien spraken.
Na een tiental minuten in het balkon geble
ven te zijn verlaten de vorsten het stadhuis en
stijgen in rijtuig. I11 het eerste rijtuig zitten de
twee koningen en graaf van Vlaanderen in het
tweede de twee koninginnen en de gravin van
Vlaanderen. De andere rijtuigen worden bezet
door het gevolg van koning Willem en konin
gin Emma.
De "Wapenschouwing.
Nooit, neen, nooit heeft men eene betooging
gezien die aan deze kan vergeleken worden.
Wij vinden geen woordenmeerom degeestdrift
de volks voor de nederlandsche vorsten uit te
drukken.
Die geesdrift breidt zich in alle de straten
uit. Alle vensters,alle balkons alle dakken,den
trap van St-Gudula alles is zwart van
menschen.
Paleis van .ïustïcïe.
Het was eenige minuten na 4 uren, toen de
vorsten in het paleis van justicie aankwamen,
waar M. Bara minister van justicie, en verder
de magistratuur hen zouden ontvangen.
Koning Willem was de eerste, achter hem
volgde koning Leopold en koningin Emma
koning VVillem wachtte de koningin der Belgen
om haar den arm te geven. Het bezoek duurde
niet lang. Bij den terugkeer ging H. M. de
koningin der Belgen naast M. Wellens, en
koning Willem sprak eenige woorden met M.
Bara.
Erg ongeval.
De triomfale wandeling van den koning der
Nederlanden door de stad Brussel, moest he
laas droevig eindigen. Op de Paleizenplaats
wachte eene overgroote menigte de terugkomst
der vorsten af. Daar alles deed vermoeden dat
zij van het justiciepaleis zouden terugkeeren
langs de Regenstraal en de Koninklijkeplaats,
had het volk zich meestal langs dezen kant ge-
plaats.
Eensklaps hoort men gerucht en men ziet
langs den anderen kant der Paleizenplaats de
in 't rood gekleede pikeurs van de Koninklijke
rijtuigen verschijnen. De vorsten kwamen dus
langs een anderen kant dan hetpubhek gedacht
had onmiddelijk had eene beweging plaats
de menigte liep lachend en schreeuwend de rij
tuigen te gemoet.
Op dit oogenblik hoorde men eensklaps
noodkreten. De peerden van het rijtuig, waarin
zich M. Heyvaert bevond, waren op hol gegaan.
De voetknecht die zich op den bok bevond,
word ten gronde geworpen.
Nog eenige minuten en de peerden zouden
langs achter de menigte mannen, vrouwen en
kinderen bereiken, die van niets wisten en den
tijd niet hadden om zich uit de voeten te ma
ken. Eensklaps hoort men een vreeselijk ge
schreeuw De peerden springen inderdaad,
zonder dat nog iemand had kunnen pogen om
ze tegen te houden, op de menigte. Op dit
oogenblik kwamen juist de koninklijke rijtuigen
aan.
Eeir aantal personen vielen onder de peer
den, waarvan een, gelukkiglijk, ook neêrtui-
melde. Dit was een verschrikkelijk oogenblik.
Men zag niets dan een hoop volk, gevallen
onder de peerden en onder het rijtuig. Hel was
een algemeen geschreeuw.
Dit alles gebeurde onder de oogen der vor
sten, zeer aangedaan door deze gebeurtenis.
De toejuichingen hadden opgehouden en
men dacht aan anders niets meer dan aan de
gekwetsten eenigen werden in hel paleis ge
dragen, anderen in de naburige huizen. Ge-
neesheeren werden onmiddelijk geroepen.
Op het oogenblik dat wij ons blad ter pers
leggen zegt la Gazette, is de lijst der gekwet
sten als volgt opgesteld
M. Crabay, Zalerdagplaats, n. 9. Het rijtuig
is hem over het lichaam gereden. Inwendige
kwetsuren.
Casimir Roggem, 5 jaar, St Annastraat, 13,
Inwendige kwetsuren.
M. Marck, van Kessel-Loo. Lichte wonden.
Mej. Englen, Dublinstraat n. 32. gebroken
voet.
Mej. Peeters, Dublinstraat. Lichte wonden.
M. W. Hoeckx. Bergenschensteenweg 341.
gebroken been. Is naar het St-Jansgasthuis ge
bracht.
Mej. Marie Donithy Rogierstraat, 162, zeer
erg gekwest, heeft een stamp van het peerd op
het hoofd bekomen en lijdt aan inwendige
kwetsuren.
Deze juffer is reeds overleden.
Mej. Maria Decock, Schouwburgstraat, 12,
erg gekwets.
Mej. Maria Denil, Rivierstraat, 16, inwendige
kwetsuren.
Mej. Mathilda Colard. Inwendige kwetsuren.
Mad. Francisca Vanisseghem, Hoogstraat,
116. Lichtelijk gekwetst.
HH. MM. hebben inlichtingen doen nemen
over den toestand der gekwetsen.
's Avonds.
De verlichting van het Park, was uitgesteld
tot woensdag avond, omdat men voor slecht
weêr vreesde. De verlichting in de stad heeft
nochtans plaats gehad.
De ministeries en eenige hotels waren prach
tig verlicht, alsook al de openbare gebouwen.
In het Park verdrong zich eene ontzaggelijke
menigte vele personen wisten niets van het
uitstellen van het feest.
21 Mei.
Reeds lang vóór de vorsten het paleis verla
ten, had eene ontelbare menigte post gevat op
de Paleizenplaats.
Op hel oogenblik dat de galarijtuigen, langs
den grooten zuilengang uitrijden, weergalmen
geestdriftige toejuichingen.
Het belgisch hof heeft woensdag den rouw
afgelegd. De koningin der Belgen draagt een
blauw kostuum, de gravin van Vlaanderen een
rozenkleurig Koning Willem is inburgersklee-
ding. De koning en de graaf van Vlaanderen
zijn groot uniform van luitenant-generaal.
Twee nederlandsche eeredamens en gene-
raals-ordonnaucie-officiers maken deel van het
gevolg, De minister M. Frére Oaban bevindt
zich in het leste rijtuig.
De Koninklijke stoet verlaat ten 11 ure 25
m. het paleis, en rijdt voorbij het Hertogelijk
paleis, waarvan de tuin bezet is door de hol-
landsche kolonie, in groot getal aanwezig.
Op dat oogenblik nadert eene arme vrouw
het rijtuig van de koningin der Nederlanden.
Zij biedt een smeekschrift aan, dat door gene
raal Nicaise wordt aangenomen.
Die vrouw is eene hollandsche moeder, wo
nende te Luik, wier zoon in Nederland tot drie
jaren tuchthuisstraf veroordeeld is, omdat hij
zijne militaire kleeding verkocht had. De arme
moeder komt de genade van haren zoon af-
smeeken.
De stoet begeeft zich naar het hotel van den
nederlaudschen gezant, waar ten 12 ure het
dejeuner moet plaats hebben.
De gezant en zijne echtgenoote ontvangen
hunne koninklijke gasten aan den ingang der
vestibuul, die met bloemen en planten versierd
is.
Er zijn 25 genoodigden op het dejeuner. Tij
dens den maaltijd werd een prachtige bloem
korf aangebracht een geschenk der Sociétés
d'Agrement van Brussel.
Ónder de genoodigden zijn de gezant van
Duitschland, M. Buis, burgemeester enz.
Diner in 't Daleis.
Een banket van 70 koevertcn heeft maandag
avond in hel Hof plaats gehad, ter eere van
IIH. MM. den koningen de koningin der Ne
derlanden.
De graaf en de gravin van Vlaanderen waren
er ook tegenwoordig, alsook de personen van
de koninklijke Huizen, de ministers, de bevel
hebber van het leger en der burgerwacht, de
burgemeester en schepenen van Brussel, enz.
Bij het nagerecht heeft Z. M. de koning der
Belgen in zeer verhevene bewoordingen op de
gezondheid van zijne koninklijke bezoekers en
op den voorspoed der Nederlanden gedronken.
Z. M. Willem III heeft geantwoord door een
toast te brengen aan HH. belgische MM. en aan
den roem van België.
Z. M. heeft verklaard dat hij, als Brusselaar,
zeer bewogen was over het schitterend ont
haal dat men hem gedaan heeft, en dat hij uit
het diepste zijns harten dronk op den roem
en den voorspoed van België.
Gedurende het bezoek op het stadhuis wees
M. Buis aan koning Willem, de schilderingen
oud Brussel voorstellende.
O, Ik ken ze zeer goedzegde de koning.
Eenigen tijd nadien vroeg Z. M. of de gilde
van St-Joris nog bestond.
Zeker, Sire antwoordde M. Buis.
Ik verzoek u mij die gilde straks aan te
wijzen. Mijn vader was a koning van de ver-
eeniging.
Er is eene medalie geslagen ter gedachtenis
van koning Willem's bezoek te Brussel-
In het midden der feesten doen zekere libe
rale bladen hun best, om het M. Buis, burge
meester onaangenaam te maken. Elk zijner
maatregels word gekritikeerd, en onder andere
dezen, dat men de vlag der jagers van Chaste-
leer niet zou uitpakken en men de Brabangonne
niet spelen zou... De eerste kritiek is belache
lijk en wat de tweede betreft, men heeft te
Amsterdam niet anders gespeeld dan de Bra-
banQonne, men geeft ons hier Wien Neérlands
bloed terug.
Met wat niaiseries die gazetjes zich toch al
bezig houden
Koningin Emma.
Koningin Emma is eene bevallige vrouw, met
aschblond hair en zachtzinnige blauwe oogen.
Even als hare moeder is zij zeer bijziende.
Allen zijn het eens om hare uitstekende
eigenschappen van hart en geest te roemen.
Behalve het duitsch, hare moedertaal, spreekt
koningin Emma zeer goed het fransch, het en-
gelsch en hel nederlandsch.
Op het oogenblik harer verloving kende zij
geen woord nederlandsch. Men zond haar een
professor, gelast haar in drie maanden de
politieke en letterkundige geschiedenis van
Nederland, alsook de nederlandsche taal te
leeren,
Wanneer ik in den Haag zal zijn, zegde zij
tot haren leeraar, zal ik al den tijd hebben om
de geschiedenis en de letterkunde van mijn
rneuw vaderland volkomen te bestudeeren.
Voor het oogenblik is het beter enkel de taal
te leeren. Ik verzoek u dus uwe dochter mee
te brengen, zij zal mijne gezellin zijn, en met
haar hoop ik in eenige maanden tijd veel aan
leeren.
Dat geschiedde, en toen graaf van Lynden
van Sandenburg, minister van Buitenlandsche
zaken, te Arolsen kwam om het huwelijkskon-
trakt namens den koning te teekenen, sprak
zij hem in 't nederlandsch aan.
Koning Willem.
Willem werd geboren te Brussel den 28
meert 1817. Hij is de zoon van den held van
Waterloo en zijne moeder was de grootvorstin
Anna Paulowna, dochter van den czaar Paul I.
De pasgeboren prins werd, volgens den
protestantschen ritus, gedoopt op 28 mei 1817
in den Auguslijnenlempel, welke toen tol kapel
voor 't hof diende. Ter dier gelegenheid hadden
te Brussel groote feesten plaats. Het hof bogaf
zich met groote plechtigheid,met kamerheeren,
paadjes, hellebardiers, enz., in vergulde rij
tuigen, van het paleis der Wetstpaat naar den
Augustijnentemhel, langs den Treurenberg en
de Wol vengracht.
Het paleis waar de prins geboren is, was het
hotel van Oranje, thans het ministerie van
buitenlandsche zaken.
In 1820 brande het hotel af. De prins van
Oranje, vader van koning Willem, ging toen
het hotel bewonen, thans ingenomen door het
ministerie van openbare werken, Koninklijke
plaats. Dat hotel is in de geschiedenis van
Brussel gekend onder den naam van hotel van
Hoogstraeten het is de gewezen residencie
der graven van Lalaing.
Later werd het paleis der ïlertogelijkstraat
aan den prins van Oranje ten geschenke gebo
den, ten tilil van nationale gift, even als het
kasteel van Tervueren.
De jonge prins van Oranje is opgevoegd in
dit paleis thans het paleis der Akademie ge
worden. Het is daar dat de revolutie van 1830
hem verraste met de prinses zijne moeder. Tol
in 1842 werd het paleis van den prins van
Oranje onveranderd bewaard, zooals het door
de prinses, in hare overijlde vlucht verlaten
was. Aan de nieuwsgierigen toonde men op
eene werktafel een tapijtwerk en een paar
handschoenen, op het leste oogenblik wegge
worpen.
Men weet dat koning Willem een hartstoch
telijk liefhebber is van muziek. In zijn kasteel
vari het Loo heeft hij eene ruime koncertzaal
doen inrichten, die onder de schoonste van
Europa geteld wordt.
Koning Willem spreekt dikwijls in 't publiek
hij is een goed redenaar. Hij heeft daarentegen
een heiligen afschuw voor de redevoeringen
van anderen. In Nederland aarzelt hij niet om
dikwijls de overheden, die eene toespraak tot
hem richten, te midden hunner redevoeringen
te laten staan.
Men heeft hem van officieele zijde beloofd
dat hij te Brussel aan geen redevoeringen zou
blootgesteld zijn. De overheden hebben bevel
gekregen van te zwijgen.
Tijdens eene handels-en finacieele krisis,
waarvan geheel Europa heeft te lijden gehad,
heeft koning Willem een schoon voorbeeld van
zelfsopofleringen vaderlandsliefde gegeven. Hij
heeft afstand gedaan van het derde zijner
burgerlijke lijst, sedert dan trekt hij in plaats
van 12 honderd duizend, slechts 8 honderd
duizend florijnen.
Donderdag woonden HH. MM. de koningen
en koninginnen de paardenkoersen van Boits-
fort bij.
Bedevaart naar Lede.
Nogmaals hebben wij onze gelukwenschingen toe-
testuren aan het zoo ijverig genootschap van don
II. Franciscus-Xavcrius, over de plechtige bedevaart,
welke het verleden Donderdag naar Lede, gedaan
heeft. Te vergeefs zouden wij den indruk pogen te
beschrijven welken men gevoelt bij hel zien voor
bijtrekken van den langen stoet, samengesteld uit
ouderlingen en jonkheden, rijken en armen, burgers
en werklieden. Welke stichting Op ieders gelaat
staal.de deugd, de drift tot het goed te lezen. Geen
wonder dat de aartsbisschop van Mechelen, Mgr
Decbamps, eens uitriep Wij kunnen God niet ge
noeg bedanken over de inrichting van dit achtbaar
genootschap Veel, al teveel hebben de goddeloos
heid en het zedebederf op onze dagen de overhand
al te veel gebeurt er in onze samenleving, hetwelk
een christen hart bedroeft en bang maakt voor de
toekomst. Maar indien de geest des kwaads verer
gert, zoo wint, God zij lof, de geest des goeds ook
aan. Zien wij hoe het genootschap der Xaverianen
gedurig aangroeit en bloeit; in dit genootschap vin
den wij lioost dit genootschap, waar honderden en
honderden vereenigd zijn, om dagelijks te bidden en
alzoo de straffen des Hemels van ons af tekeeren;
waar men voor doel heeft christelijke en deugdzame
huishoudens te slichten, de misbruikeu en misdaden
uit le roeien, tot veredeling van den mensch, dit
genootschap speurt ons aan en verschaft ons nieu
wen moed, ijver en opwekking.
De optocht naar Lede van die 4 h 500 die zoo god
vruchtig baden en zich bereidden om aan 0.-L.-V. tot
Lede eene heilige Communie op te dragen, is in de
beste orde geschied. Bij hunne terugkomst hebben
zij waarlijk het volk gesticht door hunne godsdiens
tige gebeden en liederen.
Overwegen wij dus welk ongelukkig hart hij heeft,
hij die zulke zaken onverschillig aanschouwt, ja, hoe
klein en verkeerd van verstand hij is, hij die daar
mede durft spottenMaar wij, wij zeggen met eer,
in naam der stad Aalst Achtbaar Genootschap van
St. Iranciscus-Xaverius, lof en dank zij u Met
innige vreugd en hartelijk genoegen bestatigen wij
uwen moed en uwen bloeienden toestand Blijf
voortgaan op dien weg van deugd en zaligheid, en
weel dat gij niet alleen uwe talrijke loden sticht,
edelen ijver inboezemt en troost, maar daarbij nog
een rede van troost, opwekking en vreugde zijl voor
de gausche bevolking der stad.
P RI ESTER LIJKE BENOEMINGEN
De E. H. L. Mazy, coadjutor te Baaigem, is onderpastoor
benoemd te Bazel, in opvolging van den E. II. Roeigicrs, ont
slaggever. Hij wordt te Baaigem vervangen door den E. H.
A, Joos, priester in het Seminarie.