D PONT DES IRIS. 59ste Jaar Zondag, SS3 Juni 1884 /V° 1972 Model van stembriefje Onderrichtingen voor de kiezers. UIZEiiEN WEG. VERTREKUREN ÏJIT AEEST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Gandidaten dei' Groiidwellelijke en Bewarende Vereeiiising Arrondissement Aalst. Kiezing van 8 Juli '1884. Aan onze catholieke j vrienden. Plechtige ontvangst. a Catholieke 8enateurs. Leirens. Van Vreekem. V Catholieke olksvertegen woordi [>er. Woeste. DE BEDELARES De lasten op't brood of't liberaal fopmachien ABÜNNEMENTPIUJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 3J December. Dendcrmonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Lokoren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4 35 6-45 ÜSChelen. 4-56/ 6-36/ 1-Z0d 8-12rf Exp. 1° 2» 3e kl. 8-45/ H-59d 1-0 4d Exp. 1" 2° 3ekl. 2-51d 3-07/ 6-45/ 10-08d Exp. I6 2e 3* kl. lutw. 4-561 6-36i 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-45/ l-04e/Exp. 1» 2° 3* kl. 2-51d3-07/ 5-58d 6-45/10-08d Exp. 1° 2* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E3 kl. 9-13 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kt. 2-51 0-00 E 3* kl :(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/6-36/8-t2d E 3 kl. 8-45/ ü-00é! 9-13d ll-59d l-04d Exp.l«2»3" kl. 2-51d 5-58d 8-49(1 direct 9-16d 10 08 E 3 kl. ti) Nota De letter t beteckent langs Termonde en d Gent, (5-00 's vrijd 7 04dir. 7-56 E3kl. 8-45 9-41 i 12-21 12-40 0-0udir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 i Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1« 2« 3e kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas lot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerusbergen, Lessen, Atb 5-55 7-30 8-12E.3 kl. lol Denderl 11-59 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévram 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58 Enghien Brame, Manage, Charleroi, Namou langs Geeraerds- bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58 Sotlegem, lang3 Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel.Opwyck.Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09 letter d langs Denderleeuw. ANNONCENPKIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen ©p 3'e bladz. 36 cent. Unique Stuum. «AAR AELST DIT Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1* 2" 3» kl. 12-22 3-15 E. 1»2»3» kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. Ie2° 3* kl. Brussel 6.19 direct 7.15 E3kl. 7.30 9.00 u.06 11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en 9.40 E. 8 kl. des zondags 11.45 Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28 5.28 8.25 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.06 12.31 E 3kl. 1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl. Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 H.12E 3 kl. 11.54 6.05 uit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghion, Braine-ie- Comte 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.44 6.59 UIT GEERAERDSBERGEN NAAR J Maria-Lierde, Sotlegem, Moortzeele ea Geat, 5.15 vryd. 7.2« 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, Hei'iele, Solteg. Audenaerde, Ausegesi Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.2# direot. uit Sottegem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zalerd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokerin en Cent 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8 0# 9-10 E uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen 4.25 7.05 8 U0E 9.22 1O.50 2.20 4-15 E 2kl.5.2S 7,15 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.39 *s zaterd.) 7.56 1.40 7.48 bit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel oa Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12 AELST, 28 JEM 1884. Arrondissement Aalst. Kiezing van Dijnsdag 8 Juli 1884. Voor 't Senaat MM. LEIRENS-ELIAERT, Leo, aftre dend lid. VAN VRECKEM, KarEl, aftre dend lid. Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers M. WOESTE, Karel, minister van justitie Morgen Zondag 29 Juni, zal, 1 om 3 uren namiddag, in den Kring De Vriendschap Korte-Zoutstraat, j eene belangrijke Vergadering gehou- den worden tot de welke alle de Ca- 1 tholieke kiezers van 't arrondissement j Aalst, uitgenoodigd worden. MM. Leirens-Eliaert, Van Vreekem en Woeste, minister j van justitie zullen tegenwoordig wezen, j De heeren kiezers worden verzocht j het tegenwoordige bericht als eene j uitnoociiging te aanschouwen. Onze catholieke vrienden wor den' verzocht morgen Zondag 29 Juni, ter gelegenheid der komst bin nen onze muren van den achtbaren M. Woeste, minister van justicie, het nationaal vaandel aan hunne hui zen te laten wapperen. De Catholieke Aalstenaars mogen met fierheid de eer vieren welke aan hun nen geleerden, moedigen en heldhaf- tigen Vertegenwoordiger komt te beurt te vallen. Op Zondag 20 Mi 1884, zal onze achtbare Volksvertegenwoordiger, M. WOESTE, minister van justicie, alhier door de Burgerlijke en Geestelijke Overheden van ons arrondissement, plechtiglijk ontvangen worden. Een Banket zal hem te dezer gele genheid aangeboden worden. De orde der Feestelijkheden zullen later afgekondigd worden, 1 m 2 1 Iedere kiezer ontvangt aan het kiesbureel een stembriefje van den Voorzitter. Met dit stembriefje begeeft hij zich in den afgeslotene lessenaar. Aldaar moet hij, met den stempel, die op den lessenaar ligt, het wit rondeken in 't midden van het ZWART VIERKANT dat boven aan (ie lijst der ZWART MAKEN, derwijze dat gansch het vierkant Novelle, NAAR HET HOOCDUITSCI1 VAN WILHELM IIAUFF. Het verstrekte aan Jozefa in deoogenvan haren vriend tot geenen geringen roem, dat zij juist dien dichter lol haren lieveling gekozen had, die ook hem boven allen aantrok. Wel is waar moest bij haar dik wijls bij voorlezingen van die voortrellelijke dichtin gen ter hulp komen, om deze of die duistere gelijke nis op te helderen maar zij begreep spoedig, haar natuurlijke lakt cn haar fijn gevoel, die zoo geheel in den dichter leefde, liet haar veel raden, eer dat nog haar vriend zekerheid gegeven had. Er lietat toch, zeide zij op zekeren dag, eene wereld vol gedachten in dezen Hesperus Iedere menschelijke gewaarwording bij vreugde en smart, bij lief en leed ligt daar ontleed voor ons hij weet ons, terwijl wij den zachtcn geur eencr bloem inzui gen, derzelver binnenste declen, derzclver teedcre bladeren, derzelver fijnste meeldraadjes te beschrij ven, zonder dat hij dezelve vernielt of ontbladerd, want dat, geloof ik, is hel groole, diepe geheim van j dezen meester, dat bij iedere diepere gewaarwording I Candidaten staat, zwart zij. Hij stemt aldus voor de heeren Senateurs en Volksvertegenwoordiger. De kiezers moeten denstempel hard in de inktdoos drukken, om goed inkt te kunnen vatten. De kiezers moeten alvorens hun stembriefje toe te vouwen, wel nazien of de inkt wel goed droog is. Wanneer men het kiesbriefje toevouwt zonder die ten hoogste noodzakelijke voorzorg te nemen, loopt men gevaar een geplekt briefje te geven, dat is te zeggen een kiesbriefje dat nietig kan verklaard worden. Daar onze tegenstrevers het wijs besluit hebben genomen van zich in 't strijd perk niet te wagen, schijnen ons alle verdere aanbevelingen voor 't oogenbiik overbodig. De liberale drukpers die rtiet weet hoe de aandacht van 't kiezerskorps al te leiden van de politieke schelmerijen en de schandalige geldverkwistingen door hare maconnieke meesters gepleegd, zoekt nu 't volk tegen 't calholiek ministerie op te ruien met het ge rucht in omloop te brengen dat M. Malou een inkomgeld op de vreemde granen, en bij ge volg een recht op 't brood gaal heffen. Dat dit gezegde loutere valschheid of logen- taal is, dat weten de liberale penneknechten zoo go.'d dan wij maar zie, 't is van ouds gekend dat bij de liberalen alle middelen, zells j de oneerlijksten, goed zijn om hunne politieke j tegenstrevers te benadeeligen en bij 't volk verachtelijk te maken. En wat meer is, reeds duizende malen is 't bewezen geweest, dat men eerder worsten in een hondenkot zou vinden dan politieke eerlijkheid en zedelijkheid bij de liberalen. Te Gent en elders verspreidt men het ge rucht dal liet catholiek ministerie een inkom- recht van 5 franks per 100 kilogr. op de gra nen wil heffen, 't geen, volgens zekere Lutens in den Gemeenteraad zegde, de prijs van 't brood 6 centimen per kilogr. zou doen ver meerderen. Toen M. Malou, in 1882, sprak van een in- komrecht van 50 centiemen en niet 3 franks op de granen te heffen, was dit om 't budjet van wegen en middelen, dat een j tekort aanbood, in evenwicht te brengen. Maar wat voegde M. Malou erbij Vooraleer dat men tol de heffing van zulk een inkomrècht zijne toe vlucht mag nemen, moet men, zegde hij, onder ander de schooluitgaven verminderen, in een woord, alle mogelijke spaarzaamheden invoeren. Nu heden dat M. Malou eu zijne vrienden 't bewind in banden hebben, dat zij de nutte- looze schooluitgaven kunnen verminderen en alle mogelijke besparingen invoeren, zouden zij nu eerst eene belasting op de granen gaan j heffen, en dit tegenstrijdig aan de uitdrukke- lijke verklaring hierliooger aangehaald Nog meer, onze catholieke ministers welke, pas geledennog van de minderheid deelmaak- ten en zich alsdan met kracht en geweld verzet hebben tegen de nieuwe belastingen onder het gevallen liberaal ministerie Frère- Bara-Graux gestemd, zouden nu hunne regee ring, om zou te zeggen, inhuldigen met de herstelling van eene belasting op de granen vroeger door het ministerie Malou van 1871 afgeschaft?... Men make dit wijs aan snullen gelijk Tist Lummels, Kobe Kalot, en andere meer of miti gediplomeerde uilen Tot 1872, bestonder een inkomrècht op de vreemde granen, en wie schafte het af?... Niemand anders dan het catholiek ministe rie Malou.... Op 21 December 1872, werd dit inkomrècht door een catholiek ministerie aan wiens hoofd M. Malou stond afgeschaft, en nu zou een ander catholiek ministerie aan wiens hoofd weer dien zelfden M. Malou staat, dit inkomrècht herstellen Maar denken de liberalen dan toch dat de niet beschrijft, maar aanduidt, en toch weder niet vlnchtig aanduidt, maar als door het fijne mikros- koop eener gelijkenis, ons eenen diepen blik laat werpen in de menschelijke ziel, waar de eene ge dachte nevens de andere opstijgt, en waar het oog, verrast, maar tevens verrukt over de wondervolle schepping, in eenen traan overvloeit. Gij hebt, antwoordde de gastvriend, zoo als het mij toeschijnt, heeft hij in deze woorden zijn geheim werkelijk uitgesproken. Mij slaat anders, ik heken het openhartig, niets zoo zeer in den grond mijner ziel tegen, als de in he' oog vallende moeite, die een schrijver zich geeft, om aan den lezer recht, klaar en duidelijk te maken, wat zijn held en zijne heldin, of een derde, vierde persoon, hier of daar gevoeld of gedacht hebben. Maar onze dichter 1 Hoe eerlijk, hoe rijk is ook hierin zijne vinding wij leven, wij denken, wij weenen onwillekeurig met Victor en Clolild'as bleekere wangen, hare klaoglooze treurig heid treft ons dieper dan eenige beschrijving zulks zeggen kan, en in hel warme, zachte geluk der min- nenden wenschten wij een straal der avondzon to zijn, die in het prieel om hunne omhelzing speelt of wel die nachtegaal, die het vrome feest hunner zaligheid met hare glasheldere stem begeleidde. Hel is zonderling, merkte Jozefa op, de draad van dezen roman, datgene wat men deszelfs geraamte noemt, zoude ons bij indere in het minst met belang rijk, en misschien zelfs gezocht, vervelend toeschij nen. Zes verlorene, verruilde, wedergevondene zonen, terwijl bij voorbeeld, Waller Scott er gewoon lijk maar eenen heeft, cn zelfs de schrijver van Wal- ladmore in zijne parodie, zich met twee te vreden stelteene jooge dame, die lot hare ziele-smarl door haren broeder bemind wordt, maar die zelve zijnen vriend bemint een klein, simpel hof in duodecimo, eene pastorij vol ralten en kinderen, en een adellijk kasteel waar onedelen wonen stel u deze gewoone- lijkc dingen voor in eene reeks, zoo hebt gij eene van onze gewoone romans van verloren zonen, enz., en niet eens een recht verdriet, om mij zoo uit te drukken, als misschien de moord van Le Beau door den hofjonker, of hel treurige einde van den lord ir. hel vijfde bedrijf. Maar welk een leven, welk eene wereld ontstaat uil deze geschiedenis, wanneer die dichter deze met zijnen bloemenmanicl omhangt Welk eene geestrijke lucht, hooger en reiner dan iedere aardsche, stroomt ons toe uit de vereerende liefde van Victor en Clolilde voor hunnen leermeester Emmanuel welke weemoed uit de misleidingen van een koud leven, wanneer Victor en dal beminnens waardige wezen elkander miskennen, niet vinden welke zaligheid eindelijk, wanneer hunne zielen, ouder den nachtelijken sterrenhemel, in de smart dei- scheiding zich ontsluiten en overstroomde in liefde Ja, riep de jonge man, onze dichter is een groole muzikus. Hij heeft een afgespeeld, oud, lang gehoord thema voor zich maar terwijl hij de ge dachten op eene manier uit, die ons zoo verrassend, zoo nieuw toeschijnt, dat wij het thema vergelen, en slechts op de wendingen achi geven, waar hij over gaat, waarin hij de hemelsladdcr in toonen, even als een engel op en afloopt, en ons eenen geopenden zaligen hemel toont, terwijl wij misschien even als Jakob in de wezenlijkheid op een zeer hard leger liggen Dan is hij spoedig weder zacht als eene fluit, doordringend als eene hoboë nu eens vol, roerend, even als de waldhoorn, uit de verte, dan bruist hij voort als de krachtigste diepste bassen, majestueus, verheven, somtijds slechts zacht lispelende, even als eene moolsharp, of in weemoed opgelost, gelijk de loonen der harmonika Hoe zeer wijt ik hem dank, zeide Jozefa teêr hartig, dat hij verzoent, dat hij dc wonden van onz» weemoedigheid heeltHel had immers in zijne macht geslaan, om Clotilda te laten bezwijken, in de smart van onbeanlwoordde liefde vóór haren dood zoude Victor haar nog toegeroepen hebben Ik beminde n immers boven alles, en dan ware zij glimlachend ingesluimerd. Verbeeld u de onbeschrij felijke smart, de verbittering legen het noodlot, indien wij deze menschen zoo hadden zien .cn onder gaan, zonder hoop, zonder troost! Maar dat ware immers niet mogelijk geweest; Victor zoude niet zoo lang bemind hebben; hij zoude zich aan Joachime of aan de Vorstin overgegeven hebben, want een man kan toch zonder beantwoordde liefde niet lang beminnen Gelooft gij dal inderdaad hernam Fröben weemoedig glimlachende. O, hoe weinig moet gij ons kennen, hoe min moet gij van ons denken, zoo wij niet eens den moed bezaten, om gedurende dit korte leven getrouw te beminnen, zelfs zonder be mind te worden. Bij vrouwen houd ik dit voor mogelijk, zei de schoone vrouw liefde zonder wederliefde is een diep ongeluk, en vrouwen zijn er toch meer toe ge schapen, om gedurende een geheel aerdsch leven een stil lijden te verdragen, dan gij. De man zou zulk eene smart van zich afwerpen, of de gloeijende kommer moest hem verteren Noch hel een noch het ander ik leef toch nog en bemin, zei Fröben, verstrooid voor zich ziende. Gij bemint I riep Jozefa, op eenen zoo bijzon deren loon, dat de jonge man verschrikt opzag zij sloeg hare oogen neder, toen zijn blik haar ontmoet te een hoog rood vloog over haar gelaal en ging even zoo spoedig in eene diepe bleekheid over. Ja, zegde bij, terwijl het hem met moeite ge lukte, dit op eenen schertsenden loon te zeggen liet geval, dal gij veronderstelt, is hel mijne, en nog bemin ik, misschien bedaarder, maar niet min der innig dan op deu eersteB dag ik bemin zelfs bijna zonder hoop, want de dame van mijn hart Belgen totaal liet geheugen verloren hebben I Denken zij wellicht, de liberale schrijvelaars, dat de Belgen vergeten hebben, dat het de liberale pacha Frère en zijne sleepdragers, die zoogezegde volksvrienden, waren, die zich tegen den voorstel van afschaffing van 't inkomrècht op .de vreemde granen, in 1872, ten sterkste heb'ben verzet De liberale logenaars beweren verder nog, dat de lieer Beernaert, in de laatste kiesver- gadering te Thielt, eene verklaring heeft ge daan ten gunste van een inkomrècht op de granen. Welnu, M. Beernaert heeft over die nieuwe belasting geen enkel woord gesproken Geen enkel woordje M. Mulle de Terschueren sprak van eene der gelijke belasting maar 't was om liaai- af t© keuren en te be strijden Onze geëerde lezers kunnen nu oordeelen tot welke schandelijke en oneerlijke middelen de liberalen hunne toevlucht nemen om 't kiezerskorps te misleiden en het met de aanstaande Senaatkiezingen voor de liberale candidaten te doen stemmen Maar 't zal tevergeefs wezen l..« De nieuwe belasting op de vreemde granen, zeggen de liberalen, zou als een maatregel van bescherming voor onze verkwijnende land bouwnijverheid aanschouwd worden.... Laat ons een oogenbiik aannémen dat men een inkomrècht van 5 franks per 100 kilogr. op de granen zou stellen, zal dit de landbouw nijverheid kunnen redden uit den verkwijnen- den toestand waarin zij verkeert Geenzins Andere maatregelen moeten ten voordeele van de landbouwnijverheid genomen worden, en deze maatregelen zal het catholiek ministe rie op lijd en stond weten (e nemen. Volgens ons ligt de opbeuring van de land bouwnijverheid grootendeels gelegen, in de uitbreiding van 't landbouwkrediet, in de wij ziging der voortbrengselen naar gelang van de noodwendigheden der vreemde markten door liet daarstellen van uitwegen en gemakkelijk en goedkoop vervoer geopend en in de bestrij ding der periodische overstroomingen die reeds zoovele lieden hebben geruineerd, enz. enz. Daar ligt den knoop Nog een woord ten slotte. De geuzerij levert ons op dit oogenbiik een verwonderlijk schouwspel op. Nu, heden dat maar slechts het gerucht is verspreid van eene belasting op de granen, (gerucht dat zij zeil hebben uitge strooid) komen de geusche penneknechten er met geweld tegen op, maar als de gevallene kliek Frère-Graux-Bara en C°ic de bevolkingen met millioenen en millioenen nieuwe belastin gen belade, dan zwegen die zelfde geusche penneknechten en staken zelfs een handje toe Verwonderlijk niet waar, geëerde lezers, die handelwijze der liberale schrijvelaars. Wij hebben de overtuiging dat- deze schan delijke handelwijze en houding der liberalen bij alle weldenkende lieden walg en afkeer zul len verwekken en dat den dag van 8 juli een anderen Sédan voor 't liberalismus wezen zal l weet niets van mijne liefde, en toch, zoo als gij ziet, heeft de kommer mij nog niet gedood. in mag men welen, zeide zij vertrouwelijk, maar, n3ar liet Fröben voorkwam, met eene sidde rende stem, mag men weten, wie de gelukkige is Ach, ziet gij, dal is juist het ongeluk ik weet met wie zij is, noch waar zij zich ophoudt, en toch bemin ik ja, gij zult mij voor eenen tweeden Don Quichol houden, wanneer ik bekeD, dat ik baar slechts eenige keuren vlugtig zag, dal ik mij nog slechts eenige deelen van haar gelaal herinneren kan, en dat ik toch in de wereld rond dwaalde, om haar le vinden, dewijl het mij t'huis geene rust laat. Zonderling, merkte Jozefa op, hem nadenkend aanziende, zonderling het is waar, ik kan mij zulk een geval denken, maar toch maakt gij eene zeld zame uilzondering, lieve Fröben weet gij dan, of gij bemind wordt Of het meisje u getrouw is Van dit alles weel ik niets, antwoordde hij ernstig en met verborgen weemoed ik weet niets dan dat ik gelukkig zoudezijn, zoo ik dat wezen mijn noemen konde, cn ik weet maar al te goed, dat ik er misschien voor aldijd van moet afzien, en nooit geheel gelukkig wordt Hoe zeldzamer anders de jonge man zich over deze gevoelens uitliet, des te krachtiger kwamen ia dien oog6nblik alle smartender herinnering aan leer- volle oogenblikken, en eeDe weemoedigheid over hem. waartegen hij zich niet opgewassen voelde. Hij stond snel op, en ging uil het prieel naar het kasteel. Jozefa zag hem intussclien met lange blik ken achterna. Do eene traan na de andere ontrolde aan hare trillende ooghairen, cn eerst toen zij als eene bron op hare schoone hand nedervielen, wekten zij Jozefa uit hare droomerijen. Beschaamd, alsof zij zich zelve op eene geueime schuld betrapt had, bloosde zij en drukte haren neusdoek voor die verraderlijke oogen. Wordt voortgezet»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1