D
PONT DES IRIS.
59ste Jaar
Zondag, SS3 Juni 1884
/V° 1972
Model van stembriefje
Onderrichtingen voor de kiezers.
UIZEiiEN WEG. VERTREKUREN ÏJIT AEEST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Gandidaten dei' Groiidwellelijke
en Bewarende Vereeiiising
Arrondissement Aalst.
Kiezing van 8 Juli
'1884.
Aan onze catholieke j
vrienden.
Plechtige ontvangst.
a
Catholieke 8enateurs.
Leirens.
Van Vreekem.
V
Catholieke
olksvertegen woordi
[>er.
Woeste.
DE BEDELARES
De lasten op't brood of't
liberaal fopmachien
ABÜNNEMENTPIUJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 3J December.
Dendcrmonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Lokoren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4 35 6-45
ÜSChelen. 4-56/ 6-36/ 1-Z0d 8-12rf Exp. 1° 2» 3e kl. 8-45/
H-59d 1-0 4d Exp. 1" 2° 3ekl. 2-51d 3-07/ 6-45/
10-08d Exp. I6 2e 3* kl.
lutw. 4-561 6-36i 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-45/ l-04e/Exp.
1» 2° 3* kl. 2-51d3-07/ 5-58d 6-45/10-08d Exp.
1° 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E3 kl.
9-13 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kt. 2-51 0-00 E 3* kl
:(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/6-36/8-t2d
E 3 kl. 8-45/ ü-00é! 9-13d ll-59d l-04d Exp.l«2»3"
kl. 2-51d 5-58d 8-49(1 direct 9-16d 10 08 E 3 kl.
ti) Nota De letter t beteckent langs Termonde en d
Gent, (5-00 's vrijd 7 04dir. 7-56 E3kl. 8-45 9-41
i 12-21 12-40 0-0udir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38
9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
i Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 E 1« 2« 3e kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-55 8-12 E.
3 klas lot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerusbergen, Lessen, Atb 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
lol Denderl 11-59 2-51 6-00 9-16
Bergen, Quiévram 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58
Enghien Brame, Manage, Charleroi, Namou langs Geeraerds-
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58
Sotlegem, lang3 Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel.Opwyck.Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
ANNONCENPKIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen ©p 3'e bladz. 36 cent.
Unique Stuum.
«AAR AELST DIT
Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15
Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1* 2" 3» kl. 12-22
3-15 E. 1»2»3» kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. Ie2° 3* kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E3kl. 7.30 9.00 u.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en
9.40 E. 8 kl. des zondags 11.45
Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28
5.28 8.25 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl.
Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.03 H.12E 3 kl. 11.54 6.05
uit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghion, Braine-ie-
Comte 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.44 6.59
UIT GEERAERDSBERGEN NAAR J
Maria-Lierde, Sotlegem, Moortzeele ea Geat, 5.15 vryd.
7.2« 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Denderleeuw naar
Haeltert, Burst, Hei'iele, Solteg. Audenaerde, Ausegesi
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.2# direot.
uit Sottegem langs denderleeuw naar
Aelst, (5.38 's Zalerd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.48
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokerin en Cent
4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8 0#
9-10 E
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes en Antwerpen
4.25 7.05 8 U0E 9.22 1O.50 2.20 4-15 E 2kl.5.2S 7,15
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.39 *s zaterd.) 7.56
1.40 7.48
bit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel oa
Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12
AELST, 28 JEM 1884.
Arrondissement Aalst.
Kiezing van Dijnsdag 8 Juli 1884.
Voor 't Senaat
MM. LEIRENS-ELIAERT, Leo, aftre
dend lid.
VAN VRECKEM, KarEl, aftre
dend lid.
Voor de Kamer
van Volksvertegenwoordigers
M. WOESTE, Karel, minister van
justitie
Morgen Zondag 29 Juni, zal, 1
om 3 uren namiddag, in den Kring
De Vriendschap Korte-Zoutstraat, j
eene belangrijke Vergadering gehou-
den worden tot de welke alle de Ca- 1
tholieke kiezers van 't arrondissement j
Aalst, uitgenoodigd worden.
MM. Leirens-Eliaert, Van
Vreekem en Woeste, minister j
van justitie zullen tegenwoordig wezen, j
De heeren kiezers worden verzocht j
het tegenwoordige bericht als eene j
uitnoociiging te aanschouwen.
Onze catholieke vrienden wor
den' verzocht morgen Zondag 29
Juni, ter gelegenheid der komst bin
nen onze muren van den achtbaren
M. Woeste, minister van justicie,
het nationaal vaandel aan hunne hui
zen te laten wapperen.
De Catholieke Aalstenaars mogen met
fierheid de eer vieren welke aan hun
nen geleerden, moedigen en heldhaf-
tigen Vertegenwoordiger komt te beurt
te vallen.
Op Zondag 20 Mi 1884, zal onze
achtbare Volksvertegenwoordiger, M.
WOESTE, minister van justicie, alhier
door de Burgerlijke en Geestelijke
Overheden van ons arrondissement,
plechtiglijk ontvangen worden.
Een Banket zal hem te dezer gele
genheid aangeboden worden.
De orde der Feestelijkheden zullen
later afgekondigd worden,
1
m
2
1
Iedere kiezer ontvangt aan het kiesbureel een stembriefje van den Voorzitter.
Met dit stembriefje begeeft hij zich in den afgeslotene lessenaar.
Aldaar moet hij, met den stempel, die op den lessenaar ligt, het wit
rondeken in 't midden van het ZWART VIERKANT dat boven aan (ie lijst der
ZWART MAKEN, derwijze dat gansch het vierkant
Novelle,
NAAR HET HOOCDUITSCI1 VAN WILHELM IIAUFF.
Het verstrekte aan Jozefa in deoogenvan haren
vriend tot geenen geringen roem, dat zij juist dien
dichter lol haren lieveling gekozen had, die ook hem
boven allen aantrok. Wel is waar moest bij haar dik
wijls bij voorlezingen van die voortrellelijke dichtin
gen ter hulp komen, om deze of die duistere gelijke
nis op te helderen maar zij begreep spoedig, haar
natuurlijke lakt cn haar fijn gevoel, die zoo geheel
in den dichter leefde, liet haar veel raden, eer dat
nog haar vriend zekerheid gegeven had.
Er lietat toch, zeide zij op zekeren dag, eene
wereld vol gedachten in dezen Hesperus Iedere
menschelijke gewaarwording bij vreugde en smart,
bij lief en leed ligt daar ontleed voor ons hij weet
ons, terwijl wij den zachtcn geur eencr bloem inzui
gen, derzelver binnenste declen, derzclver teedcre
bladeren, derzelver fijnste meeldraadjes te beschrij
ven, zonder dat hij dezelve vernielt of ontbladerd,
want dat, geloof ik, is hel groole, diepe geheim van j
dezen meester, dat bij iedere diepere gewaarwording I
Candidaten staat,
zwart zij.
Hij stemt aldus voor de heeren Senateurs en Volksvertegenwoordiger.
De kiezers moeten denstempel hard in de inktdoos drukken, om goed
inkt te kunnen vatten.
De kiezers moeten alvorens hun stembriefje toe te vouwen, wel nazien of de
inkt wel goed droog is. Wanneer men het kiesbriefje toevouwt zonder die
ten hoogste noodzakelijke voorzorg te nemen, loopt men gevaar een
geplekt briefje te geven, dat is te zeggen een kiesbriefje dat nietig kan verklaard
worden.
Daar onze tegenstrevers het wijs besluit hebben genomen van zich in 't strijd
perk niet te wagen, schijnen ons alle verdere aanbevelingen voor 't oogenbiik
overbodig.
De liberale drukpers die rtiet weet hoe de
aandacht van 't kiezerskorps al te leiden van
de politieke schelmerijen en de schandalige
geldverkwistingen door hare maconnieke
meesters gepleegd, zoekt nu 't volk tegen 't
calholiek ministerie op te ruien met het ge
rucht in omloop te brengen dat M. Malou een
inkomgeld op de vreemde granen, en bij ge
volg een recht op 't brood gaal heffen.
Dat dit gezegde loutere valschheid of logen-
taal is, dat weten de liberale penneknechten
zoo go.'d dan wij maar zie, 't is van ouds
gekend dat bij de liberalen alle middelen, zells
j de oneerlijksten, goed zijn om hunne politieke
j tegenstrevers te benadeeligen en bij 't volk
verachtelijk te maken. En wat meer is, reeds
duizende malen is 't bewezen geweest, dat
men eerder worsten in een hondenkot zou
vinden dan politieke eerlijkheid en zedelijkheid
bij de liberalen.
Te Gent en elders verspreidt men het ge
rucht dal liet catholiek ministerie een inkom-
recht van 5 franks per 100 kilogr. op de gra
nen wil heffen, 't geen, volgens zekere Lutens
in den Gemeenteraad zegde, de prijs van 't
brood 6 centimen per kilogr. zou doen ver
meerderen.
Toen M. Malou, in 1882, sprak van een in-
komrecht van 50 centiemen en niet 3
franks op de granen te heffen, was dit om
't budjet van wegen en middelen, dat een
j tekort aanbood, in evenwicht te brengen. Maar
wat voegde M. Malou erbij Vooraleer dat men
tol de heffing van zulk een inkomrècht zijne toe
vlucht mag nemen, moet men, zegde hij, onder
ander de schooluitgaven verminderen, in een
woord, alle mogelijke spaarzaamheden invoeren.
Nu heden dat M. Malou eu zijne vrienden
't bewind in banden hebben, dat zij de nutte-
looze schooluitgaven kunnen verminderen en
alle mogelijke besparingen invoeren, zouden
zij nu eerst eene belasting op de granen gaan
j heffen, en dit tegenstrijdig aan de uitdrukke-
lijke verklaring hierliooger aangehaald
Nog meer, onze catholieke ministers welke,
pas geledennog van de minderheid deelmaak-
ten en zich alsdan met kracht en geweld
verzet hebben tegen de nieuwe belastingen
onder het gevallen liberaal ministerie Frère-
Bara-Graux gestemd, zouden nu hunne regee
ring, om zou te zeggen, inhuldigen met de
herstelling van eene belasting op de granen
vroeger door het ministerie Malou van 1871
afgeschaft?... Men make dit wijs aan snullen
gelijk Tist Lummels, Kobe Kalot, en andere
meer of miti gediplomeerde uilen
Tot 1872, bestonder een inkomrècht op de
vreemde granen, en wie schafte het af?...
Niemand anders dan het catholiek ministe
rie Malou.... Op 21 December 1872, werd dit
inkomrècht door een catholiek ministerie aan
wiens hoofd M. Malou stond afgeschaft, en nu
zou een ander catholiek ministerie aan wiens
hoofd weer dien zelfden M. Malou staat, dit
inkomrècht herstellen
Maar denken de liberalen dan toch dat de
niet beschrijft, maar aanduidt, en toch weder niet
vlnchtig aanduidt, maar als door het fijne mikros-
koop eener gelijkenis, ons eenen diepen blik laat
werpen in de menschelijke ziel, waar de eene ge
dachte nevens de andere opstijgt, en waar het oog,
verrast, maar tevens verrukt over de wondervolle
schepping, in eenen traan overvloeit.
Gij hebt, antwoordde de gastvriend, zoo als het
mij toeschijnt, heeft hij in deze woorden zijn geheim
werkelijk uitgesproken. Mij slaat anders, ik heken
het openhartig, niets zoo zeer in den grond mijner
ziel tegen, als de in he' oog vallende moeite, die een
schrijver zich geeft, om aan den lezer recht, klaar
en duidelijk te maken, wat zijn held en zijne heldin,
of een derde, vierde persoon, hier of daar gevoeld
of gedacht hebben. Maar onze dichter 1 Hoe eerlijk,
hoe rijk is ook hierin zijne vinding wij leven, wij
denken, wij weenen onwillekeurig met Victor en
Clolild'as bleekere wangen, hare klaoglooze treurig
heid treft ons dieper dan eenige beschrijving zulks
zeggen kan, en in hel warme, zachte geluk der min-
nenden wenschten wij een straal der avondzon to
zijn, die in het prieel om hunne omhelzing speelt
of wel die nachtegaal, die het vrome feest hunner
zaligheid met hare glasheldere stem begeleidde.
Hel is zonderling, merkte Jozefa op, de draad van
dezen roman, datgene wat men deszelfs geraamte
noemt, zoude ons bij indere in het minst met belang
rijk, en misschien zelfs gezocht, vervelend toeschij
nen. Zes verlorene, verruilde, wedergevondene
zonen, terwijl bij voorbeeld, Waller Scott er gewoon
lijk maar eenen heeft, cn zelfs de schrijver van Wal-
ladmore in zijne parodie, zich met twee te vreden
stelteene jooge dame, die lot hare ziele-smarl door
haren broeder bemind wordt, maar die zelve zijnen
vriend bemint een klein, simpel hof in duodecimo,
eene pastorij vol ralten en kinderen, en een adellijk
kasteel waar onedelen wonen stel u deze gewoone-
lijkc dingen voor in eene reeks, zoo hebt gij eene
van onze gewoone romans van verloren zonen, enz.,
en niet eens een recht verdriet, om mij zoo uit te
drukken, als misschien de moord van Le Beau door
den hofjonker, of hel treurige einde van den lord ir.
hel vijfde bedrijf. Maar welk een leven, welk eene
wereld ontstaat uil deze geschiedenis, wanneer die
dichter deze met zijnen bloemenmanicl omhangt
Welk eene geestrijke lucht, hooger en reiner dan
iedere aardsche, stroomt ons toe uit de vereerende
liefde van Victor en Clolilde voor hunnen leermeester
Emmanuel welke weemoed uit de misleidingen van
een koud leven, wanneer Victor en dal beminnens
waardige wezen elkander miskennen, niet vinden
welke zaligheid eindelijk, wanneer hunne zielen,
ouder den nachtelijken sterrenhemel, in de smart dei-
scheiding zich ontsluiten en overstroomde in liefde
Ja, riep de jonge man, onze dichter is een
groole muzikus. Hij heeft een afgespeeld, oud, lang
gehoord thema voor zich maar terwijl hij de ge
dachten op eene manier uit, die ons zoo verrassend,
zoo nieuw toeschijnt, dat wij het thema vergelen, en
slechts op de wendingen achi geven, waar hij over
gaat, waarin hij de hemelsladdcr in toonen, even als
een engel op en afloopt, en ons eenen geopenden
zaligen hemel toont, terwijl wij misschien even als
Jakob in de wezenlijkheid op een zeer hard leger
liggen Dan is hij spoedig weder zacht als eene fluit,
doordringend als eene hoboë nu eens vol, roerend,
even als de waldhoorn, uit de verte, dan bruist hij
voort als de krachtigste diepste bassen, majestueus,
verheven, somtijds slechts zacht lispelende, even als
eene moolsharp, of in weemoed opgelost, gelijk de
loonen der harmonika
Hoe zeer wijt ik hem dank, zeide Jozefa teêr
hartig, dat hij verzoent, dat hij dc wonden van onz»
weemoedigheid heeltHel had immers in zijne
macht geslaan, om Clotilda te laten bezwijken, in
de smart van onbeanlwoordde liefde vóór haren
dood zoude Victor haar nog toegeroepen hebben
Ik beminde n immers boven alles, en dan ware zij
glimlachend ingesluimerd. Verbeeld u de onbeschrij
felijke smart, de verbittering legen het noodlot,
indien wij deze menschen zoo hadden zien .cn
onder gaan, zonder hoop, zonder troost! Maar dat
ware immers niet mogelijk geweest; Victor zoude
niet zoo lang bemind hebben; hij zoude zich aan
Joachime of aan de Vorstin overgegeven hebben,
want een man kan toch zonder beantwoordde liefde
niet lang beminnen
Gelooft gij dal inderdaad hernam Fröben
weemoedig glimlachende. O, hoe weinig moet gij
ons kennen, hoe min moet gij van ons denken, zoo
wij niet eens den moed bezaten, om gedurende dit
korte leven getrouw te beminnen, zelfs zonder be
mind te worden.
Bij vrouwen houd ik dit voor mogelijk, zei de
schoone vrouw liefde zonder wederliefde is een
diep ongeluk, en vrouwen zijn er toch meer toe ge
schapen, om gedurende een geheel aerdsch leven
een stil lijden te verdragen, dan gij. De man zou
zulk eene smart van zich afwerpen, of de gloeijende
kommer moest hem verteren
Noch hel een noch het ander ik leef toch nog
en bemin, zei Fröben, verstrooid voor zich ziende.
Gij bemint I riep Jozefa, op eenen zoo bijzon
deren loon, dat de jonge man verschrikt opzag zij
sloeg hare oogen neder, toen zijn blik haar ontmoet
te een hoog rood vloog over haar gelaal en ging
even zoo spoedig in eene diepe bleekheid over.
Ja, zegde bij, terwijl het hem met moeite ge
lukte, dit op eenen schertsenden loon te zeggen
liet geval, dal gij veronderstelt, is hel mijne, en
nog bemin ik, misschien bedaarder, maar niet min
der innig dan op deu eersteB dag ik bemin zelfs
bijna zonder hoop, want de dame van mijn hart
Belgen totaal liet geheugen verloren hebben I
Denken zij wellicht, de liberale schrijvelaars,
dat de Belgen vergeten hebben, dat het de
liberale pacha Frère en zijne sleepdragers, die
zoogezegde volksvrienden, waren, die zich
tegen den voorstel van afschaffing van 't
inkomrècht op .de vreemde granen, in 1872,
ten sterkste heb'ben verzet
De liberale logenaars beweren verder nog,
dat de lieer Beernaert, in de laatste kiesver-
gadering te Thielt, eene verklaring heeft ge
daan ten gunste van een inkomrècht op de
granen.
Welnu, M. Beernaert heeft over die nieuwe
belasting geen enkel woord gesproken
Geen enkel woordje
M. Mulle de Terschueren sprak van eene der
gelijke belasting maar 't was om
liaai- af t© keuren en te be
strijden
Onze geëerde lezers kunnen nu oordeelen
tot welke schandelijke en oneerlijke middelen
de liberalen hunne toevlucht nemen om
't kiezerskorps te misleiden en het met de
aanstaande Senaatkiezingen voor de liberale
candidaten te doen stemmen
Maar 't zal tevergeefs wezen l..«
De nieuwe belasting op de vreemde granen,
zeggen de liberalen, zou als een maatregel van
bescherming voor onze verkwijnende land
bouwnijverheid aanschouwd worden....
Laat ons een oogenbiik aannémen dat men
een inkomrècht van 5 franks per 100 kilogr.
op de granen zou stellen, zal dit de landbouw
nijverheid kunnen redden uit den verkwijnen-
den toestand waarin zij verkeert Geenzins
Andere maatregelen moeten ten voordeele
van de landbouwnijverheid genomen worden,
en deze maatregelen zal het catholiek ministe
rie op lijd en stond weten (e nemen.
Volgens ons ligt de opbeuring van de land
bouwnijverheid grootendeels gelegen, in de
uitbreiding van 't landbouwkrediet, in de wij
ziging der voortbrengselen naar gelang van de
noodwendigheden der vreemde markten door
liet daarstellen van uitwegen en gemakkelijk
en goedkoop vervoer geopend en in de bestrij
ding der periodische overstroomingen die
reeds zoovele lieden hebben geruineerd, enz.
enz. Daar ligt den knoop
Nog een woord ten slotte. De geuzerij levert
ons op dit oogenbiik een verwonderlijk
schouwspel op. Nu, heden dat maar slechts
het gerucht is verspreid van eene belasting op
de granen, (gerucht dat zij zeil hebben uitge
strooid) komen de geusche penneknechten er
met geweld tegen op, maar als de gevallene
kliek Frère-Graux-Bara en C°ic de bevolkingen
met millioenen en millioenen nieuwe belastin
gen belade, dan zwegen die zelfde geusche
penneknechten en staken zelfs een handje
toe
Verwonderlijk niet waar, geëerde lezers, die
handelwijze der liberale schrijvelaars.
Wij hebben de overtuiging dat- deze schan
delijke handelwijze en houding der liberalen
bij alle weldenkende lieden walg en afkeer zul
len verwekken en dat den dag van 8 juli een
anderen Sédan voor 't liberalismus wezen zal l
weet niets van mijne liefde, en toch, zoo als gij ziet,
heeft de kommer mij nog niet gedood.
in mag men welen, zeide zij vertrouwelijk,
maar, n3ar liet Fröben voorkwam, met eene sidde
rende stem, mag men weten, wie de gelukkige is
Ach, ziet gij, dal is juist het ongeluk ik weet
met wie zij is, noch waar zij zich ophoudt, en toch
bemin ik ja, gij zult mij voor eenen tweeden Don
Quichol houden, wanneer ik bekeD, dat ik baar
slechts eenige keuren vlugtig zag, dal ik mij nog
slechts eenige deelen van haar gelaal herinneren
kan, en dat ik toch in de wereld rond dwaalde, om
haar le vinden, dewijl het mij t'huis geene rust laat.
Zonderling, merkte Jozefa op, hem nadenkend
aanziende, zonderling het is waar, ik kan mij zulk
een geval denken, maar toch maakt gij eene zeld
zame uilzondering, lieve Fröben weet gij dan, of
gij bemind wordt Of het meisje u getrouw is
Van dit alles weel ik niets, antwoordde hij
ernstig en met verborgen weemoed ik weet niets
dan dat ik gelukkig zoudezijn, zoo ik dat wezen mijn
noemen konde, cn ik weet maar al te goed, dat ik
er misschien voor aldijd van moet afzien, en nooit
geheel gelukkig wordt
Hoe zeldzamer anders de jonge man zich over
deze gevoelens uitliet, des te krachtiger kwamen ia
dien oog6nblik alle smartender herinnering aan leer-
volle oogenblikken, en eeDe weemoedigheid over
hem. waartegen hij zich niet opgewassen voelde.
Hij stond snel op, en ging uil het prieel naar het
kasteel. Jozefa zag hem intussclien met lange blik
ken achterna. Do eene traan na de andere ontrolde
aan hare trillende ooghairen, cn eerst toen zij als
eene bron op hare schoone hand nedervielen, wekten
zij Jozefa uit hare droomerijen. Beschaamd, alsof zij
zich zelve op eene geueime schuld betrapt had,
bloosde zij en drukte haren neusdoek voor die
verraderlijke oogen. Wordt voortgezet»