40ste Jaar. Zondag, 50 November 1884. iV° 1994. DE ERFENIS. IJZEREN WEG. VERTREK EREN EIT AEESI NAAR VERTREKEREN EIT DE VOLGENDE STATIËN Aanspraak van raus LEO XIII, Wat zijn ze te beklagen De schoolwet van 1884. DENDER-BODE. ABONNESIENÏPHIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reltlamen fr. 1,00. Vonnissen op 3" bltdi.S» «ent. Dendermonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 Mechelen. 4-561 6-361 7-30d 8-12d Exp. I8 2e 3® kl8- Vi-OOd l-04d Exp. I8 28 3" kl. 2-51d 3-071 6- 9-40.1 10-08d Exp. I8 23* kl. Vniw. 4-561 6-36l 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l-04d l8 28 3« kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451 10-08d Exp. I8 2* 38 kl. ürussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E 9-09 10-23 dir. 12-00 1-04 E i kl. 2-..1 4-3t E 5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-16 10-18 E 3 kl. Leuven, Thicnen, Luik, Vervier# 4-25d 4-5616-36118 E 3 kl. 8-451 C-OOd 9-09d l2-00d l-04d Exr.l kl. 2-51d 5-58d 849d direct 9-16a 10-08 E 3 kl. 9-40 9-40 451 45/ Exp. 9-401 3 kl. 38 kl •12 d 2° 3' (1) Nota. De letter 1 beteekent langs Temonde en de Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-39 8.49 9-38 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 El8 28 38 kl. 6-38 8.49 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel langs Gend8-47 12-21 12-40 3-08 3-39 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 12 00 2-51 6-00 Nmove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-5.-» 7-30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 12-00 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E. tot Denderl. 12-002-51 5-58 En^hicn Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-55 12-00 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 s zatlz.30 6.0z Moorsel,Opwyck,Mechelen, Antwerpen 5,07 9,11 3,21 6,07 letter d laügs Denderleeuw. Calque Sno HAAR AELST UIT Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,13 9.50 10.50 E. 1* 28 38 kl. 12-22 3-07 E. 1°2838 kl. 4.42 5.54 6.50 8-25 E. 181° 38 kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E3kl. 7.31 9.00 11.08 11.55 1-58 3.00 E 3 kl. 4.43 5.58dir. 7.18 8-26 en 9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46 Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.37 2.28 5.28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Cent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9 43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.1JE.3 kl. 9.03 11.12 en 2 43E 3 kl.6.65 uit Gent haar Moertzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le- Corate5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 I.St UIT GSERAERDSBBRGEN naai Maria-Lierde, Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 \rjii 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 K 8.51 uit Denderleeuw naar j Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Anaegea Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet. UIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.41 UIT Antwerpen naar St. Nikolabs, Loeerin in Cm» 4.40 7.12 8.62 10.55 2.05 3.45 5.13 E 3 kl. (-11 l-l# 9-10 E uit Gent naai Lokeren, St. Nikolabs en Antwerpen 4.40 7.08 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,1» Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.39 "s xiterd.) 7.M 1.40 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Meorsel Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,lt EraüJü-HJJJ AïXST, 29 NOVEMBER 1884. gehouden in het Consistorie van 10 November 1884. Eer weer dige Broeders Hoe hevig de storm is die blijft woeden tegen de Kerk, en hoe talrijken zwaar daardoor onze bekommeringen zijn. Wij die gesteld zijn om over die Kerk te waken, niemand is er beter van overtuigd dan gij, die volgens den rang welken gij bekleedt, ons in dat bestuur helpt met uwen raad en uwen steun en u dikwijls mei ons te midden der moeielijke omstandig heden bevindt. Nadat Wij. door onze encijklieke brieven en met vrijmoedigheid, gelijk onze plicht en hel algemeen belang het eischen, den toeleg en de listen der geheime genootschappen deden ken nen, schijnt de oude haal onzer vijanden met vernieuwde kracht te woeden, zoo dat er voor ons iederea dag nieuwe beproevingen te vree zen zijn. Nogthans, welke aanslagen het vijandelijk geweld ook tegen ons berame, wij zien ze onbevreesd tegemoet. Immers wij zijn 111 vei ligheid onder de hoede en bescherming van God almachtig, die aan zijne Kerk de genade heeft gedaan om, ouder zijne leiding en door zijne hulp, aliijd te overwinnen, en om zelfs in haren strijd eene bron van toenemende grootheid te vinden. Ware dit niet reeds gebleken uit de getui genis van vroegere eeuwen, hetgeen wij tegen woordig zien gebeuren, zou er een voldoende bewijs van geven. Immers te midden den hard- nekkigen strijd die sedert lang reeds tegen de Kerk is losgebroken, vervult zij zonder vrees hare zending. Terwijl het bederf van geest en hert zoo algemeen wordt; terwijl dat t hoogste goed, het christelijk geloof, van alle kanten aan lagen en gevaren is blootgesteld, gebeuren er alom bij het christen volk talrijke feiten van uitstekende deugd en voorbeelden van eensge zindheid, liefde en moed, - en de grootste zegepraal der Kerk is wel daann gelegen. Wij zien ter zelfder tijd ook nog dat, door Gods goedheid, ongekende en uitgestrekte landstreken voor het Evangelie open gaan. In Amerika bloeit het katholiek geloof. De bis schoppen der Vereenigde Staten zullen van deze maand nog hun concilie houden, om te beraadslagen over de regelmatige ordening der kerkelijke regeltucht. Het katholiek geloof bloeit en breidt zich uit in Australièn, in de Indiën, in de landen van het Oosten, zoodanig dat er, door het dagelijks toenemend getal christenen, gedurig nieuwe apostolische vica rissen moeten benoemd worden. Bij de begrafenis van Frldolin. Maar ge en moet zoo droevig niet zijn, dochter, Ik ook, ik heb reden van weenen hebt gij den man, ik heb den zoon verloren Men moet zich troosten in Gods naam. Waar de Algoede zwaar lijden zendt, heeft Hij ook gewoonlijk groote vertroostingen voor bereid Zoo sprak grootvader tot vrouw Notburga die weenend, met saamgevouwen handen, op haren «Ach, God Ach God Zoo zei ze, terwijl bare oogen verwilderd in het rond blikten 'l is droef, zoo diep Ireurig in mijne ziel, droef en somber gelijk het soms builen is, in regen en sneeuwvlaag nu heb ik niemand meer op aarde Maar, lieve dochter, en spreek zoo niet ik heb niemand meer op aarde cn de kleine Jozef dan, die u alle dagen nieuwe vreugden bij brengt zegde Wat Africa betreft, dat nog voor een groot deel het christendom mist en in de barbaarsch- heid gedompelt ligt, toch verheugen wij ons en verwachten veel van de toekomst, als wij zien hoe de christelijke werken beoefend wor den en in bloei zijn langs de noorderlijke kusten van dat werelddeel. En zij zijn hierin groot, de verdiensten van eenen der leden uwer doorluchtige vergadering want vol iever voor het heil der alrikaansche volkeren, heeft hij in weinig jaren groote en gewichtige werken door zijnen volherdenden arbeid tot stand ge bracht. (Kardinaal Lavigerie.) Wij stellen dan ook het jgrootste belang in het heil van die landstreek, en terwijl men in Europa alom bezorgd is voor de uitbreiding van handel en beschaving op de afrikaansche kusten, laat ons trachten aan dit werelddeel nog een hooger goed te verschaffener hel Evangelie verspreiden en bewaren. En wat allerheerst onze aandacht trekt, 't is de herinnering aan eene stad die eertijds rijk en machtig was doch die nu schier niet meer bestaat. Wij willen spreken van die eertijds zoo vermogende vesting Carthago, die door de opvolgende geslachten bewonderd werd, door dien zij schitterde aan het hoofd van Africa, zoo wel in vrede als in oorlogetijd, en die wedieverde met de grootheid van Roomcn. Maar nog gi ootere bewondering verdient deze stad van liet verledene, om den luister van haar christelijk geloof. Het is inderdaad algemeen bekend, dat Carthago reeds van de vroegste lijden het christendom, dat uil Roomen naar Africa werd overgezet, heeft aangenomen en het zoo getrouw heeft bewaard, dat weinig steden met haar kunnen vergeleken worden, voor wat het getal heiligen en koene martelaars betreft, die uit deze eerste stad van Africa voortkwamen. Van de vroegste tijden af, genoten de bis schoppen van Carthago den voorrang en het gezag van het primaatschap over geheel Africa, n latere tijden, door de invallen der barbaren, is aan den geestelijken zoowel als aan den wereldlijken luister van Carthago een einde gemaakt en werd de stad zelve verwoest maar toch bleef zij de eer barer vroegere ver diensten'behouden, en vooral het voorrecht van den aartsbisschoppelijken zetel, die door het leven vol deugden en de marteldood van den grooten Cijprianus werd geheiligd. Door deze overwegingen en door de vader lijke liefde tot de christenen aangespoord, vurig wenschende de bediening der heilige belangen ginder meer en meer te bevestigen, hebben wij gemeend dat de lijd gekomen was om aan Carthago, krachtens ons apostolisch gezag, den luister van den aartsbisschoppelij ken zetel weêr te geven, en wij hebben gelast dat daarover aan u allen de apostolische brie ven zouden ter hand gesteld worden. Wij twij felen geenzins of, in uwen uitnemenden iever voor het welzijn der Kerk, het herleven, om zoo te zeggen, van dezen ouden aartbisschop- pelijken stoel zal door u met vreugde vernomen worden. Met even veel vreugde, daar zijn wij van overtuigd, zult gij ons besluit vernemen, door hetwelk wij aan uwe verhevene vergadering eenige doorluchtige mannen toevoegen, die zich verdienstelijk hebben gemaakt jegens de Kerk, en zich hoogelijk onderscheiden door hunne geleerdheid, hunne deugden, hunne ondervinding en in de bedieningen welke zij uitoefenen. (De weerdigheid van kardinaal werd toege kend aan den reeds in petto benoemden Mgr Laurenzi verder aan Mgr Celesia, van Paler mo Mgr Monescilloy Viso, van Valencia Mgr Massaia, missionnaris in Africa Mgr Gangebauer, van WeenenMgr Conzales y Diaz Tuuon, van Sevilla Mgr Gori Merosi, Mgr Masotti, Mgr Verga). Lezer, hebt gij nog geene tranen van mede lijden vergoten over het ongelukkig lot der afgedankte onderwijzers? Of zou uw hart van steen zijn dat gij daar ongevoelig aan blijft Immers als ge de liberalen hoort klagen en te werk gaan, dan zoudt ge zeggen dat al die meesters nu op straat liggen en hun brood moeten gaan vragen, ai! ai! ai! Wilt gij eens eene van die droevige historiën hooren Luistert Mijnheer Jules, de schoolmeester van mijn dorp is 27 jaar oud. Hij is de zoon van eenen schoenmaker die goed op zijn leder moet klop pen om aan zijn brood te komen. De oudste broeders van Jules zaten nog al vroeg naast vader op het stoelke om den stiel te leeren doch Jules was de jongste, en daar zijn vader >eisde al helpers genoeg te hebben, zónd hij Jules naar de normaalschool. Hij betaalde daarvoor iets van 100 fr. 's jaars en zelfs die honderd franken werden hem nog toegesteken als 't nood deed. Voor die honderd of misschien voor die 50 fr. leerde de schoenmakersjongen drie jaar lang vlaamsch, fransch en meer andere dingen, en werd aldra Mijnheer Jules Intusschen moest pachter Claes, de gebuur van daar neven, die er anders nog al warmtjes in zal, alle mogelijke besparingen doen om aan zijnen zoon te kunnen laten wat fransch leeren op een pensionnaal, dat 400 a 500 fr. 's jaars kostte. De loting kwam. Pachter Claes moest voor zijnen zoon bij de 2000 fr. betalen om hem vrij te koopen, of wel hem laten soldaat worden 't was wreed in de slechte boerenjaren, en er viel misschien wel een traan op die 2000 fr. waarvoor de pachter zijn goed had moeten belasten. Mijnheer Jules integendeel dacht op geene lotinghij wist nauwelijks of men voor hem een goed of een slecht nummer getrokken hadhem was het eender, hij was vrij. Hetzelfde jaar bekwam Mijnheer Jules een diploom bij werd hulponderwijzer met eenen trek van 1200 fr. dus iets van 4 fr. per dag. Zooveel hadden zijne broeders 't huis nooit gewonnen, maar voor Jules was 't maar een begin de schoone dagen gingen eerst komen. De wet vau 79 kwam op Jules' hoofdonder wijzer, een brave katholieke, gaf zijn ontslag en Jules werd hoofdonderwijzer met eene jaarwedde van 2500 a 3000 fr. want minder mocht de gemeenteraad niet geven. Voor die 2500 a 3000 fr. iets van 9 fr. daags, gaf Jules het onderwijs aan de 20 of 25 kinderen die hem bleven. Zoo ging het vijf jaar en ieder jaar werd ten minste een bankbriefje van 1000 fr. in Jules coffrefort weggelegd want met 1500 fr. kon hij deftig rondkomen. Doch helaas aan alles is een einde. De katholieken kwamen boven om alles te beder ven. Ingevolge van de nieuwe wet werden op de gemeente van Jules de katholieke scholen aangenomen en vermits er twee gemeente scholen waren, werd die van Jules afgeschalt. Nu 'zit Mijnheer Jules zonder plaats en... misschien zonder trek Hola Mijnheer Jules behoudt de twee derden van zijnen trek, dus over de helft. En hoelang moet dit duren Wel dit moet duren tot hij eene andere plaats zal hebben die ook 1600 fr. opbrenge. Welnu, lezer, is dit geene droevige historie? Zoudt ge daar geene tranen bij vergieten Terwijl alles zoo slecht gaat, terwijl zoovele werklieden zonder werk en zonder brood zitten, heeft Mijnheer Jules eene daghuur van 5 a 6 fr. om niets te doen En te Brussel maakt men revolutie omdat de schoolmeesters toch zoo slecht behandeld worden. Wat heeft Jules gelachen als hij dit hoordet. iV. B. Wij geven dit voorbeeld, omdat het meest voorkomt. Vele andere onderwijzers, meerjaren dienst hebbende, trekken meer; en geen enkele heeft minder dan 1000 fr. (Gazette van Kortryk). si inr^Tr.! Liegen en vervalsclien. Het is nóg niet genoeg dat de liberalen da gelijks het princiep van hunnen aartsvader Voltaire Liegt en blijft liegen in practijk stellen, neen, ze moeten bovendien nog snoo- delijk vervalsclien. Volgens de Etoile Beige, de schaamtelooze komeer, zou M. Woeste in de Volkskamer, bij eene onderbreking, gezegd hebben Ik ken de kroon niet.En natuurlijk worden die woorden door de eerlooze liberale pennekneehten geëx ploiteerd als had onze achtbare Volksverte genwoordiger, een uitroep van verachting jegens de Kroon laten ontsnappen. Wat is nu de waarheid Toen M. Bara de woorden uitsprak dat tal de wraak der rechterzij zijn, antwoordde hem M. Woeste Houdt dat gedacht voor u, ik ken de wraak niet. De snelschrijvers hebben dus kroon aange- teekend in plaats van wraak. Bij 't aanvangen der zitting van Dijnsdag lest, riep onze achtbare vertegenwoordiger de aandacht op deze zaak in en protosteerde tegen de woorden die hem door de snelschrijvers in den mond werden gelegd. Hij verklaarde wraak en niet kroon te hebben gezegd, gelijk alle de leden welke naast hem zijn gezeten het getuigen en eindigde met het Bureel der Kamer te verzoeken maatregelen te nemen opdat zulke betreurlijke vergissingen nimmer zouden voor vallen. En ondanks deze zoo duidelijke verklaring blijft de Etoile te verstaan geven dat hij het woord kroon wezenlijk uitsprak En dan beweren de liberalen het monopolium der politieke eerlijkheid te bezitten 19 October. Wij roepen nogmaals de aandacht in op de statistieke tafel, te Cent verschenen. In eene tafel, opgemaakt door M. Rolin, ten gevolge der kiezingen van 1881, was de ver houding der gemeenteraden de volgende Liberale raden. 922 Katholieke raden. 1106 Onafhankelijke of onzijdige. 583 Niet bekende. 161 Vandaag is die verhouding als volgt Liberale raden. 642 Katholieke raden. 1658 Onafhankelijke, gemengde. 261 Dat is kort en goed gezegd. Aan welken kant is, na den 19 October, de meerderheid En het is op den uitslag van die kiezirig dat men er in gelukt is het ministerie te verbrok kelen Ongehoord, inderdaad. De Bien public meldt ons dat in de laatste zitting des Gemeenteraads van Gent, M. Dauge, Schepen van Openbaar Onderwijs, oflicieellijk een feit heeft bevestigd, 't welk reeds in Volkskamer en door de Dagbladen was aan gekondigd, namelijk, dat het onderwijs van den Godsdienst of beter gezegd van den Ca/e- chismus, voortaan zal deel maken van 't pro gramma der leervakken in de gemeente scholen der stad Gent le volgen. Ten gevolge van een accoord gesloten tusschen Z. H. Mgr Bracq en het Schepenen-College zal de Cate chismus door de Geestelijkheid ouderwezen worden. Dit is waarlijk de schoonste wraak die M. Jacobs ooit kon droomen Immers hij ziet dezen zijn werk bijtreden die het met de meeste hevigheid bestreden. Later wanneer de politieke driften zullen gekoeld wezen, ja, wanneer de hevigsten tot bedaardheid zullen teruggekeerd zijn, dan zul len wij langzamerhand de vijanden der school wet van 1884, de eene voor, de andere na, die zoo vervloekte en vermaledijde wet zien toe passenEn zoo zal welhaast, dank aan 't katholieke ministerie, de rust en vrede onder de zonen van 't eene en 't zelfde vader land hersteld wezen en een einde gebracht zijn aan de schandaligste geldverkwistingen die ooit in eenig land bestadigd werden HANDELEN NIJVERHEID Men leest in 't Handelsblad Tabak. Men zendt ons de volgende op merkingen Het nieuws betrekkelijk de vermindering der liberale lasten op den tabak, en in uw blad van eergisteren door uwen korrespondent van Brussel meêgedeeld, zal niet dan met de grootste voldoening hier en in het land verno men worden. De verzwaring van lasten op den tabak die de Anlwerpsche handel aan de enkele stem van onzen dierbaren burgemeester, M. de Wael nog te danken heeft bracht inderdaad een der aloude en bloeiendste nijverheden van het land te niet, en dit zonder voordeel voor 's lands kas, daar alleenlijk vreemde smokke laars er nut hebben uit getrokken en er dage lijks nog uit trekken. Doch, naar men ons verzekert, schijnen zekere personen nu te vreezen dat eene ver mindering van rechten, hoe zeer ook te ver langen, door eene te plotselijke toepassing, de belangen van handel, nijverheid en land bouw nieuwe schade zou toebrengen. De handelaars en fabrikanten hebben se dert meer dan één jaar hunnen voorraad op gedaan met partijen tabak, welke met 70 fr. rechten per 100 kilos geslagen werden. Indien nu het gouvernement van 70 (ranken tot een minder cijfer terugkwam, hetgeen iedereen wenscht, zouden dan niet allen welke voorraad bezitten, op hunnen bestaanden voorraad het verschil verliezen dat men reeds minder zou te betalen hebben Welnu, men vreeze dat niet. Juist om zulke nadeelige gevolgen te ver mijden. is het klaar dat het bestuur den noodi- gen tijd zou laten voorbijgaan, niet alleenlijk om een wetsontwerp neêr te leggen, maar wel ook om die wet uitvoerbaar te maken. M. Beernaert heeft laten hooren dat hij den financieelen uitslag van het naaste jaar wil grootvader, en hij wiegde de kleine engel op zijne armen, hij drukte hem op zijn hert, alsof hij zijne eigen kind. zijn eigen vleesch en bloed was. Dat is het juist dal mij zoo pijnigt,» sprak vrouw Notburga hem legen, een kind van drij jaren Zoo klein nog en zoo jong !Arm bloedje datgeenen vader meer heelt Hij wordt eens grooter en ouder viel haar grootvader in de rede, hij wordt ouder eens. Do jaren vliegen snel voorbijen gezond en sterk gelijk hij is, zal hij opgroeien en jeudig worden, als malsche zomertarwe Dal is het ergste van al, klonk hel verkropt antwoord der moeder, bleef hij klein, o, ik ware geruster Maar, wil hij, grooter geworden, moeders lessen niet meer kennen, zijn eigen meester zijn, en alleen, wat zal ik, mijn God, arme weduwe dan vermogen, als vader, dien de kinderen zouden vree- zen, vergelen en weg is Het herie 2al mij breken voer ze voort. O! mocht mijn goede Fndo- lin mij komen halen, om vreedzaam met hem op het kerkhof le slapeu. De goede God zou voor den armen kleinen zorgen Zij kon niet verder de brave vrouw, hare stam versinacotte in schreien en snikken. Maar, mijne dochter, en blijf zoo loch niet schreien het zal zoo erg niet zijti, als ge wel meem. Bij die woorden zette de oude man zich voor Not burga neder kleine Jozef begreep niet wat er ge beurde, en blij en lachend keek hij grootvader in zijno oogen. En deze, mijn kleine zei hij bin- nen's monds, en schrei niet kind, uw schreien doet mij zeerOf liever, ja, schrei, schrei u uit in Godes naam. Als hel hert vol ismoethet overloopen. gelijk de beek die met stort- en plasregens over stroomd. Geen mensch en kan daartegenschrei uw lijden uit, maar dan, wees getroost, en zie ge rust de toekomst tn... ten anderen ik ook, ik ben nog daar, om te helpen waar ik helpen kan....» Er volgde een lang stilzwijgenNotburga weende, grootvader in diepe gedachten, zag starlings voor zich henen, kleine Jozef speelde in grootvaders baard en met het kruis dat hij aan den hals droeg. Al wie hel ongeluk heeft, zijnen lieven vader of zijne goede moeder, in de enge plankenkist, uit den huize te zien dragen die hen volgt tot op het kerk hof, en ze daar in den grafkuil ziet zinken, die ook zal onvermijdelijk, bij de wederkomst in het vaders- huis dit gevoelen vooral inzijn herle gewaarworden gevoelen van leegheid, gevoelen van leemteoveral ontbreekt, er iets. De plaats waar vader of moeder aan de familielafel zalen, die plaats is leeg; de groote leunstoel, waarin zij 's avonds, van werken moé, kwamen uitrusten, die stoel is leeg al de plaatsen en hoeken, waar men dagelijks, ja; gedurig vaderen moeder ontmoette, allen zijn ze leeg de stem, die lieve, ernstige en tevens zoele vader- of moederstemme, die op tijd gebieden, vermanen, troosten, schertsen en bidden kon, die stemme, men hoort ze niet meer. Bij eiken stap, bij elke schrede, op weg of pad, in huis en hof, overal gemist men iels. Van daar dan, datonzeggelijk en beklemmend gevoel van eenzaamheid, leemte en leegheid, dat het hart komt verkroppen en de ziele benauwen. Over eenige uren had vrouw Notburga haren echt genoot naar het kerkhof vergezeld het was een koude, donkere en sneeuwachtige wintermorgen En nu, oh zij vondl alles zoo eenzaam thuis, zij voelde zich zoo verlaten op de wereld nog maar negen-en- twintig jaar oud en alreeds weduwe. Notburga of Notelken, want zoo was men gewoon haar le noemen, om de stille, schuchtere beminne lijkheid van haar wezen, behoorde tol eene achtbare familie, die uil het Zwitsersch Rijndal oorspronkelijk was. Haar vader was een landman, die eene voorname pachthoeve bewoont, en daarom ook voor tamelijk welhebbend doorging. Van kindsbeen afhad Notelken zich met naald- en breiweik onledig gehouden hare vier broeders hielpen vader in het bewerken des velds, terwijl zij zich meer en meer in allerlei hand werk oefende. Zij was bijzouder behendig in het handteeren der naald, en werd weldra eene voorna me naaister, kleermaakster en borduurster. Werk had zij, meer dan zij doen kon, alhoewel op tijd en stond, hare moeder een handje aanstak als er veel te snijden en te maken viel. Heel eentonig was dan ook haar leven Dagen en dagen, weken en weken zat zij, in de kleine buiskamer, met naald en scheer te werken op zon- en feestdagen tweemaal naar de dorpskerk, en dan, van tijd lot tijd eene kleine wandeling met moeder of eene vriendin op der. dichterlijken Rijnoever, dit was alles. Zij verlang de, zij en kende niet meerZij was gelukkig tevreden en vergenoegd, in haar eentonig leven, wat zou zij meer begeeren Zoo ging het, tot haar drij en-lwinligste jaar, toen zij plots op drij weken tijds, moeder en vader ver- loor. Onder den indruk der eerste smart die broeders en zusters, in den reinslen zin van godsdienstige gela tenheid voelden en verdroegen, beloofden zij aan elkander samen in den huishouden le blijven. Alles ging goed in den beginnemaar, waar geea vader geene moeder meer is, daar en is er geen middenpunt in de familie, daar ontbreekt er eenheid. De vier broeders en kwameu niet meer overeen -. de eerste wilde zóó, de tweede wilde anders de derde woü hetgeen niet een der twee oudsten verlangden, on de vierde, zoo dacht hij toch, zou het verder dan zijne drij broeders brengen en zoo dachten en zoo deden zij alle vier, elk op zijne wijze. Notelkei sprak eerst van overeenkomen, later dacht zij geraadzaam er niet meor tusschen te spreken vrede en eendracht sche nen haar onmogelijk, en, ging de lamilie uiteen zij wist altijd wal haar te doen stond. Pas had men eenige dagen het droevig jaarfeest van vaders en moeders afsterven gevierd, toen de vijf kinderen huis cn hof verkochten, en de opbrengst onder elkander deelden. De broeders scheidden van een twee van hen zochten, in den Nicuwe-Wereld, vooruitgang en geluk Notelken trad in echt met Fridolin, die lang al naar hare band gestaan bad. (Wsrdt voortgeset.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1