iV 2007 VLUCHTELING VOLGENDE STATIËN: VERTREKUREN UIT AELST NAAR IJZEREN WEG. VERTREKUREN UIT DE De Kerkhofkwestie. ABONNEMENTPIUJS: 6 KRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met SI December. ANNONCENPRIJS, per drukregelt Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3" bladi.SO cent. Comlo 5.47 8.12E 8.5*2 14.18 2.80 5.40 8.51 UIT G3ERAERÖSBKRGEN NAAR .Uaria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vry«la 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 I 8.51 uit Dbnderleeuw naar j Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegom Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet. UIT SOTTBGBM LANGS DBNDERLEBUW NAAR Aelst, (5.38 "s Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.48 uit Antwerpen naar St. Nikolaks, Lokerin en Gent 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 6.13 E 3 kl. 6-51 8-88 9-40 E uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaks en Antwerpe» 4.40 7.08 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,1» Uit Sottegem langs Erpo-Meire. (5.38 *s zaterd.) 7.5» 1.40 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel on Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12 Denderinonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-10 Lokoren. 1-50 6-36 8-45 1 1-09 3-07 4-35 6-45 9-40 Macüclen. 4-561 6-364 7-30d 8-l*2d Exp. 1®2®3"kl. 8-451 12-OOd 1-0 4d Exp. 1*2* 3'kl. 2-51d 3-071 6-45/ 9-40./ l0-08d Exp. le 2® 3' kl. V'.il'.v. 4-561 6-361 7-30d S-l-iiiExp. 3 kl. 8-45/ l-04dExp. 1® 2® 3® kl. 2-5ld 3-071 5-58d 6-45/ 9-40/ 10-08d Exp. i«2®3® kl.- 5 russel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-1-2 E 3 kl 'J-09 10-25 dir. 12-00 1-04 E'i kl. 2-51 4-35 E 3® kl 518 dos zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-16 10-18 6 3 kl. Leuven, Thicnen, Luik, Ycrvicrs 4-25d 4-56/ 6-36/ 8-1 "2d E 3 kl. 8-45/ e-OOd 9-ü9d 12-Oöd l-04d Exp.l®2®3' kl. 2-5ld 5-58d 849d direct 9-16d 10 08 E 3 kl. (i) Nota. De letter t beteckeut langs Terraonde en de Gonl, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 1*2-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-39 8.49 9-38 10 32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2* 3® kl. 6-38 8.49 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-39 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas lot Denderleeuw 12 00 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbcrgen, Lessen, Atb 5-55 7.30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 12-00 2-51 6 00 9-16 Bergen, Quiévrain 5 55 8-12 E tot Denderl.12-002-51 5-58 Engbien Braiue, Manage, Charleroi, Namon langs Geeraerds- bergen 5-55 1*2-00 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen5,07 9,11 3,21 6,07 letter d langs Denderleeuw. NAAR AELST UIT Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,13 9.50 10.50 E. 1® 2® 3® kl. 12-22 3-07 E. 1°2®3® kl. 4.42 5.54 6.50 8-25 E. 1® 2® 3® kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08 11.55 1-58 3.00 E 3 kl. 4.43 S.58dir. 7.18 8-26 en 9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46 Dendermonde 5-09 's zaterd. 7.07 9.41 11.37 2.28 5.28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9.43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.1JE.3 kl. 9.03 11.12 en 2.43E 3 kl.6.05 uit Gent naar Moortzeele, Sotlegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le AELST, 58 FEBRUARI 1885. Weinige dagen geleden snauwde de Door- nijksclie bezetene Bara, 't ministerie en zijne Meerderheid op spoitenden toon toe: Indien gij over de hedeudaagsclie rechtsleer in zake van kerkhoven niet te vrede zijl, legt dan een wetsontwerp neer. En noch 't ministerie, noch iemand der gansche Rechterzijde antwoorddeMen zweeg Wat moeten wij uit die stilzwijgendheid afleiden Niets anders dan dat wij wellicht nogmaals tegenoverde zelfde onverschilligheid staan van onze katholieke ministers ten opzichte onzer zoo gegronde grieven. Immers, indien wij ons te dien opzichte aan de herstelling onzer grie ven mochten verwachten, zou een der minis ters of wel een der leden van de meerderheid den uildager onmiddelijk hebben toegeroepen: Die wet zult gij hebben Maar, neen, de woorden werden niet uitgesproken!.... Wij zeggen wellicht nogmaals staan wij tegenover de zelfde onverschilligheid, en wie zou er anders over denken Eri inderdaad, onder 't voorgaande katho liek ministerie, werden verzoekschriften be kleed met 800 duizend handteekens de Volks kamer toegezonden welke de oplossing der Kerkhofkwestie eischten, in andere woorden, welke vroegen dat onze katholieke rechten en vrijheden in zake van begravenis zouden erkend en geëerbiedigd worden. En die verzoekschriften werden wel is waar niet in de scheurmand geworpen, maar men verdook ze zoo diep in de kartons dat ze nooit meer te voorschijn kwamen. Het ministerie cn zijne meerderheid was toen bang van 't gehuil en getier der logiegas- ten men handelde als flauwhertige lieden, en 't gevolg is geweest dat de toestand tot hiertoe onveranderd is gebleven, dat onze Kerkhoven als voorheen door dc logiegaslen zijn onthei ligd en geschonden geworden, en dat de katholieke burgemeesters welke moed genoeg hadden om de bevelen der logie over 't hoofd te zien met hel dekreet van prairial jaar XII,toe te passen gelijk het in rechte moet toegepast worden, tot boete, ja zelfs, tot gevangenis straf veroordeeld werden. Onze medeburgers zullen zich nog wel herinneren dat de heer Van Wambeke, onze achtbare Burgemeester, ook door 't Beroeps hof van Gent werd veroordeeld omdat hij het lijk van een hollandschen protestantschen schipper op 't verzoek dezes echtgenote, in '1 ongewijde deel van ons gemeentelijk kerk hof had laten begraven. Bemerken wij ter loops dat de ontgraving van dit lijk door 't liberaal ministerie niet bevolen werd, 't geen de veroordeeling is van de volksplagende han delwijze der liberalen in de kwestie der kerk hoven. DE KINDEREN VAN den door T. D. H.TEMME. ^«o»— 2® VERVOLG. Het was Iaat in den namiddag, wij waren in April en het was zeer koud 's avonds moest het nog kou der worden. Hel lichte kleedje had haar niet tegen de koude kunnen beschermen in den warm, wollen doek kon zij zich inwikkelen. De jonge mar. zegde iels, toen hij haar het doek omhing, mijn oor kon het niet verstaan, maar mijn hart verstond het des te duidelijker Wees niet boos op mij, lieve, het is maar een eenvondige doek, gij weet... en hij verwarmt u op reis. iij snikte luid. Nu snelde zij naar don waggon Het was de eerste, de reinste, de onschuldigste liefde, welke zich had moeten scheiden. De trein reed verder ik z3g den jongen man nog lang aan de heg staan en de waggons nakijken tot hij zijne beminde zeker niet meer zien kon. Hel schoone aanvallige en weemoedige beeld wilde maar niet uil mijne gedachten gaan ;de groene heg, de bloeiende voorjaarsbloemkes, dc knappe jongeling en het schoone meisje met haar armoedig kleedje, hare tranen, den vcrwarmenden rouwdoek, hare liefde, onschuld en smart van sphejdep. Zouden zij elkander wederzien In geluk, in liefde in onschuld Zij ging naar de groote, vrome zondige residentie, en zij was zoo schoon en onschuldig... De trein hield nog eens stil, hel was de laatste Nu heden begint het zelfde spel. M. Bara daagt de katholieke Meerderheid spottend uit de kerkhofkwestie te durven oplossen. Ja, op- 1 nieuw wil hij 't ministerie bang maken, voor 'l maconniek gehuil en gelier, en ongelukkig- lijk voor ons, toont alles aan dat de logie I weêr in hare helsclie werking zal slagen, i Geen wonder dal de logie toi het behoud van 't beslaande dekreet ieverig werkt, want de rechtbanken zijn door hare handlangers be- i volkt en deze leggen het uit en passen liet toe naar haren wensch... Eene nieuwe wet zou hare plannen gansch in duigen slaan. Zou het dan toch waarheid zijn dat het ka tholiek gouvernement de kwestie der kerkho ven niet zou oplossen Zou er dan toch geen einde gesteld worden aan de schandelijke verkrenkingen en onthei ligingen onzer katholieke kerkhoven uit lou teren godsdiensthaat gepleegd Zou het dan zoo moeielijk wezen de holland- sche wetgeving hier in te voeren welke aldaar elkeen bevredigt Wij hopen dat er, bij gebrek aan 't ministerie, onder de katholieke volksvertegenwoordigers toch een man zal aangetroffen worden welke den moed hebbe een wetsontwerp voor te stellen 't welk een einde zal brengen aan eenen slaat van zaken die alle ware R. Katho lieken zoo zeer bedroeft. Ja, stelt men geen einde aan den onverdra- gelijken toestand dien wij heieven, dan zal de ontmoediging weldra de warmste verdedigers van '1 katholiek ministerie aangrijpen en zul len zij in hunne moedeloosheid uitroepen Wal baat het ons te werken en le zwoegen om liberalen van 'l bewind te verjagen, en het in handen onzer vrienden te plaatsen, wanneer deze laatsten zich eenvoudig bepalen met te leven Men zegt te Brussel Vele dagbladen, zoo van het buiten- als het binnenland, zijn opgevuld met lof-artikels ter eere van Koning Leopold, omdat hij zich zoo onvermoeid en belangloos heeft bezig gehouden met het stichten van een nieuw rijk iu het land der Zwarten. Dat kan inderdaad een goed werk zijn, zoowel voor de beschaving in het algemeen, als voor Belgie in het bijzonder. Wij zijn gelukkig dal de zaak tot een goed einde gebracht is, want zij verwekte aan ons Hol groote bekommernissen, en er gingen weken voorbij dat er niets gesproken werd dan van de conferencie en van Congo. o Nu deze moeielijkheid achter den rug is, gaat men zich druk bezighouden met de werk- looze werkliê, met de moeielijkheden in den Borinage, met de wetten die bij gebrek van handteeken hare volle uilvoering nog niet kre gen want het zal niet gezegd worden dat men meer aan Congo dan aan België zelf dacht. Men kan dan ook binnen kort een krach- tigen vooruitgang te gemoet zien voor onze statie voor de residentie ik was uilgestegen om mij wat vruchten te koopen, de trein hield slechts een oogenblik stil, ik had te lang verloefd, de coupé, waarin ik gezeten had, rolde mij al voorbij toen ik aankwam, een condieteur opende snel een portel van een rijtuig derde klas, en schoof of liever duwde mij naar binnen. Zoo kwam ik nog moó. |k keek naar eene plaats om, daar zag ik iets wat ik niet gezocht had, achter ineen zat het schoone, jonge meisje, wier bevallig beeld niet uil mijne ge dachten wilde wijken. Zij zat alleen op eene bank. Zij zag er nog betraand uit, maar weende niet meer zij bekeek en belaste den doek, welken den beminden haar geschonken had Do liefde bekeek en betaste hem, waarom ook niot de ijdelheid van het jonge meisje Hel trok mij aan, ik naderde haar, en ging naast haar op do bank zitten. Hoe scboon en onschuldig was zij, na ik haar van nabij zag. Ik moesteen gesprek met haar aanknoopen. Gaat gij naar de residentie vroeg ik. Ja, antwoordde zij schuchter, blozende. Gaat gij er voor het eerst heen Ik behoor er 't huis. Dan waart gij zeker op bezoek in het dorp, waar gij op den trein zijt gekomen Zij bloosde opnieuw Ik had haar dus zien instij gen, ik had dus ook haar afscheid, hare tranen ge zien. Zij vergat in hare verwarring mij te antwoor den Gij behoeft niet verlegen te worden, zegde ik wal ik daar gezien heb, heeft mij verheugd gij naamt afscheid van een braaf jongman. Moget gij hem spoedig gelukkig wederzien. Jk had haar hart al gewonnen. Ja, hij is braaf, zegde zij, en was niet meer schuchter; zij zag mij met bare heldere, glinsterende oogen aan. Ik moest nog meer van haar welen. binnenlandsche politiek, en dat zal, heel het land door, met reden toegejuicht worden. De Chronique beweert te weten dal de rech terzij van den Senaat, in de kwestie, der be noeming van een lid aan het Cassatiehof, met wit briefke zal stemmen. Wat weet het blad daarvan Heeft de meer derheid de Chronique bekend gemaakt met hare stemming Het schijnt integendeel dat de rechterzij zal stemmen voor M. Eekman, president van het Hof van Beroep, die meer rechtheeft tot de benoeming, dan de kandidaten welke de geu- zerij vooruitzet. La Paix zegt dat verschillende schoolmees ters en schoolmeesteressen weigeren plaatsen aan te nemen, die hun door liberale gemeen ten worden aangeboden, ofschoon zij bij deze plaatsen niets zouden verliezen. Dat is zeer begrijpelijk, zegt het blad daar zijn er diesedert het bestaan der wet van 1879 gewoon zijn niets meer te doen, aangezien zij geene kinderen in de school hadden zij heb ben het werken dus verleerd. Met dit al is dat renleniersleven, ten koste van het algemeen, eene groote ergenis voor een aantal kleine ambtenaars, die voor jaar-in jaar-uit hard te werken slecht betaald wor den. Middelerwijl wandelen en luierikken zekere schoolmeesters en meesteressen en worden nog daarenboven als a martelaars aanzien. Hoe wonder toch! De liberale schrijvelaars, die zonderlinge verdedigers der openbare zedelijkheid, welke altijd zoo gereedstaan om den onbeduidendsten misstap door een pries ter, kloosterling en voorname katholiek be gaan over de daken uit te bazuinen, zwijgen weêr als versmoord over de heldendaden van M. Bockstael, liberale volksvertegenwoordiger van Bergen. Wij hebben verledene week doen zien welke bekwamen administrateur die liberale M. Bock stael is, de man, die jaarlijks 20 duizend franks opstreek en voor de rechters verklaarde dat de bank aan welker hoofd hij slaat, affairen deed waar zotten alleen hun geld konnen inste ken Ja, nu reppen de liberale schrijvelaars geen enkel woordje over deze zaak.... maar moest het een persoon wezen, slechts van zeer verre aan de katholieke partij gehecht, ge zoudt ze hooren tempeesten.... Ze zouden geen modder genoeg uit de liberale goot kunnen opscheppen om hem naar 't hoofd ie slingeren.... Maar zie nu, is 'l wachtorder ronken De kiezing van een lid der Kamer van Volks vertegenwoordigers in vervanging van M. Ortmans-Hauzeur, overleden, welke Maandag 2 Maart aanst. te Verviers zal plaatsgrijpen Woont hij in het dorp vroeg ik. Ja, hij werkt daar in eene fabriek. Maar hij is zeker toch geen gewoon fabriekar beider. Zij bloosde weder, maar nu V3n vreugde en trots. Hij is timmerman, nu nog knecht, maar binnen eenige maanden is hij meester, en dan. En dan Zij sloeg beschaamd de oogen neer. Ik wist wel wat haren en dan beteekende. Waart gij daar op bezoek herhaalde ik mijne vroegere vraag. Neen, ik ben daar al negen jaren. Wonen uwe ouders in het dorp Mijne ouders zijn dood Zij zegde dit smartelijk zij was in den rouw. Al laDg vroeg ik. Mijne moeder sedert aoht dagen. Woonde zij in het dorp Neen in de residentie, daar is zij gestorven. Hare moeder was al acht dagen dood, en zij ging cr nu eerst naar toe. Zij kon die gedachte zeker op mijn gezicht lezen. Mijoe verwanten hebben mij eerst gister kennis van moeders overlijden gegeven, zegde zij snel mijne zuster schreef mij, dat ik moest komen, en zond mij geld voor de reis zij zal mij aan de statie wachten. Eene gedachte kwam bij mij op, ik wilde haar als avontuurlijk, wonderlijk toeval verwdrpen, maar hoe dikwijls speelt io het leven een avontuurlijk, wonderlijk toeval eene rol Het jongste kind van don ouden Lohmann viel mij ip, zijne Geertrui, die nu, zeveutien jaar oud zou zijn die hij boven zijne andere kinderen beminde, het schoonste en liefste kind, dal men zien kon. Het meisje aan mijne zijde kon, moest zeventien jaren zijn, en een schooner, liever kind kon mer. zeker niet zien. Leven uwe verwanten in de residentie vroeg zal tot eene hevige worsteling aanleiding geven. i De kandidaat der katholieken is de heer Losleyer, advokaat, oud-gemeenteraadslid van i Verviers, een man van ongemeen talent en om j zijne kristeue en burgerlijke deugden alge meen geacht. De vereenigde doctrinairs en radikaleri stel len de kandidatuur voor van den heer Joseph Vandresse, molenaar en gemeenteraadslid, een gewezen katholiek, dus een overlooper of kazakkeerder. Indien onze partijgenoten van Verviers op hunne hoede zijn dan alleen is de verkiezing van M. Loslever verzekerd, want, men vergete het niet, de liberalen zullen met de razernij der wanhoop, alle de machten, alle de invloe den, alle geweld, alle de kuiperijen der logiën ten voordeele van den liberalen kandidaat in werking stellen, De laatste berichten uit Verviers melden dat onze katholieke vrienden vol hoop zijn, en om zoo te zeggen van den triomf verzekerd zijn. Sedert de herhaalde nederlagen die't ma conniek liberalismus, in 1884, leedt, zou men waarlijk zeggen dat het grootste getal der liberale, penlakeien stapel zot zijn geworden. Hoort liever wal die jannen zoo al durven beweeren en uitkramen De kiezingen die een noodlotligeii uitglag voor de liberale partij opleveren zijn geene ernstige kiezingen, ze zijn maar 't gevolg van bedrog en omkooperij. Geene andere kiezin gen mogen als de ware uitdrukking van den wil des volks aanschouwd worden, dan deze bij de welke de liberale kandidaten triomferen. Een katholiek ministerie al is het samenge steld uit al wat Belgie 't bekwaamst, 't def tigst, 't geleerdst en 't eerlijkst onder zijne zonen telt, is een samenraapsel van domme en eerlooze lieden.... Geen bekwaamheid, geene geleerdheid, geene deftigheid, geene eerlijk heid is te vinden dan bij de liberalen, roepen de maconnieke huurlingen uit, en ach Heere 't volk weet er van te spreken. Z. M. de Koning als hij grondwettelijk han delt is alles wat men maar denken kan; geene beleedigingen, geene versmadingen, geene verwenschingen worden hem dan gespaard, maar... ja, maar als hij gehoor leent aan 't straatgehuil door de logie gestookt en aan de valsche berichten hem door liberale bedrie gers in de oor gefluisterd... oh dan is hij de beste, de wijste der koningen. De officieele onderwijzers zonder leerlingen alleen zijn mannen vol bekwaamheid, geleerd heid en zedelijkheid die alom het licht ver spreiden, maar de katholieke vrije onderwij zers welke liet vertrouwen der familièn bezitten zijn volgens hen domooren cu slech terikken. De kiezers, de geestelijken, de ouders welke de heillooze en volksruineerende liberale politiek bevechten zijn het schuim van Belgie, maar.... de kroeghouders, de handelsreizigers, de schurken, de socialisten, enz., die't libe- ik - Ja. Gij zijt de jongste uwer broeders en zusters Ik ben de jongste. Gij zult nu zoo wat zeventien jaren zijn In de volgende maand wordt ik zou oud. [3 uw vader ook dood Al lang. Is hij ook in de residentie gestorven Neen in den vreemde. Waar Wij weten bet nietbij is sedert vele jaren weg, en wij hebben niets meer van hem gehooid. Heet gij Geertrui Lobmann Mijn God riep zij verschrikt. Heet gij zoo Ik heet zoo, maar hoe kent gij mij Ik ken uw vader, hij leeft. Hij leeft Mijn vader Waar Waar In Zwitserland, in Zurich, ik kom van hem, op zijn verzoek ben ik hier heen gereisd om naar de zijnen le vernemen. Zij was doodsbleek geworden, zij kon niet spre ken, maar zij moest luid weenen. Wat gaf zij er om dat de menschen naar haar keken zij zag het niet eens. Ik moest haar weder tot bezinning brengen waardoor kon ik dat beter dan door den groet baars vaders. Uw vader, zegde ik, heeft mij opgedragen al zijne kinderen le groeten, en het hartelijkste zijne Geertrui, de jongste en de liefste van allen. Zij had er toen niet veel aeht op geslagen. Wist hij dat moeder dood was? was hare eerste vraag. Neen, maar hij heeft die al lang verwacht. Ja, ja, het is haar al slecht gegaan, en zij is in het armeobuis gestorven, zooals mijnezuster schrijft. Ik kan niet zeggen, hoe mij die paar woorden van hel weenende meisje door hel hart sneden. De arme oude vluchteling uit Zurich stond mij voor den geest ralendom voorstaan zijn de eer en de roem des Vaderlands Waarlijk mag men niet vrij weg zeggen i dat dezen die zulke grove dwaasheden uitkra men de kolonie van Gheel ontvlucht zijn It edit en op 't Graan. De middensektie. gelast met het onderzoek van het voorstel van M. Dumont betreffende de graanrechten, heeft vrijdag morgend eene zitting gehouden, onder voorzitterschap van M. Tack. AI de leden waren aanwezig, behalve M. de Liedekerke. M. de Burlet, van Nijvel, woonde de zitting bij. De middensektie ontving officieel meêdee- ling van de beschermende maatregelen in Frankrijk en Duitschland genomen. De beraadslaging was zeer belangrijk. De sektie heeft besloten zekere vragen te stellen aan het gouvernement, om zijne denkwijze te kennen. Zij zal dat antwoord afwachten, vooraleer over te gaan tot de stemming en eenen verslaggever te benoemen. Buurtspoorwegen. De Provinciale Raad van Oost-Vlaanderen zal zich, in zijnen eerslkomenden zittijd, bezig houden met de belangrijke kwestie bijzon derlijk voor den landbouw van den aanleg der buurtspoorwegen. Over de aanvraag van de nationale maat schappij der buurtspoorwegen, tot het beko men van geldelijke tusschenkomst der provin cie, voor het aanleggen dezer spoorwegen in Oost-Vlaanderen, is reeds verslag opgemaakt door den heer baron Arnold't Kint de Rooden- beke, zoon van den achtbaren Senator van Eekloo, ondervoorzitter van den Senaat. Dit merkwaardig verslag, na de kwestie onder alle oogpunten grondig te hebben on derzocht, stelt aan den provicieraad voor te beslissen dat de provincie in de aanleg- en ex ploitatiekosten der buurtspoorwegen van Oost- Vlaanderen zal tusschenkomen,bij middel van inschrijvingen op aktiën, op de volgende voor- voorwaarden 1° Dat de inschrijving der provincie nooit het vierdQ deel mag overtreffen van het nominaal kapitaal aan elke linie besteed 2C Dat de Raad, in zijnen eerstkomenden ge wonen zittijd zal beslissen of de onderschreve- ne aktièn zullen uitbetaald worden bij middel eener leening of bij middel van jaardoodingen. Eene som van 45,000 fr. zal te dien einde op het budjet van 1886 ingeschreven worden 3C De Provinciale Raad voorbehoudt zich elke vraag tot tusschenkomst voor het aanleg gen van buurtspoorwegen te onderzoeken en in ieder geval het bedrag zijner tusschenkomst vasttestellen. Deze vragen zullen in den gewo nen vorm ingediend en onderzocht worden door de Bestendige Deputatie, gelast met de maatregelen van uitvoering. Dit verslag, gedagteekend Gent, 23 Januari, is geteekendburchtgraaf Stanislas Vilain XIIII, voorzitter en baron 't Kint de Rooden- beke, verslaggever. met zijne grijze haren, zijn bleek gelaat, zijne ver brijzelde banden, zijn honger en ellende. En wai was al zijn lijden en ellende, legen de ellende en het lijden, dat de zijnen op verren afstand hadden moeten verduren, en waaronder zijne arme vrouw na lange, lange jaren, in een armenhuis eindelijk bezweken was Arme vluchteling en men haatte, men vervolgde hem. men wilde hem in een tuchthuis werpen, men kon hem geene gratie schenken En hoe gaat het met uwe verwanteH moest ik het meisje vragen. Ik weet hel niet, ik heb ze in geen negen jaren gezien, ik ben in al dien tijd geen enkelen keer in de stad geweest, maar mijn broeder was voor een paar weken bier, bij heeft mij echter niets verteld, zelfs niet, dal mijne moeder in een armenhuis was. Ik wilde naar hare eigene omstandigheden vragen, maar zij wilde, zij moest van haren vader welen zij had zoovele vragen naar hom. Hij kan leven, zegde ik. Is hij gezond Hij is gezond. En waarom heeft hij niets van zich laten hoo ren Hij was bang, dat gij u ontbeeringen zoudt op leggen om hem te ondersteunen. Denkt hij dikwijls aan ons Met de hartelijkste liefde. Ik had al hare vragen voorzien, ik verwachtte er nog meerzij sneden mij allen door het hart. Ik zocht het kind aan hel vertellen te krijgen zij deed hel zoo graag. De laatste herinnering uws vaders is het afscheid van 11 en uwe moeder. O, dat afseheid vergeet ik ook nooit, ik was toen vijfjaren oud, maar ik weet alles nog, alsof hel gister gebeurd is. Vertel het mij een3. (Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 1