40ste Jaar. Zondag, 13 Maart I88S. M° 2009. VLUCHTELING IJZEREN WEG. VERTREK EREN Uil A EEST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Congo-Staat. DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt roet 31 December. Dendermonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 G-45 9-40 Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-40 Mechelen. 4-561 6-361 7-30d 8-1 2d Exp. 1*2*3*kl. 8-451 12-00d l-04d Exp. l85*3*kl. 2-5id 3-071 6-451 9-40.1 l0-08d Exp. 48 28 3* kl. Vniw. 4-561 6-36l 7-30d 8-lidExp. 3 kl. 8-451 1-04dExp. 2* 38 kl. 2-51d 3-071 5-584 6-451 9-401 40-08d Exp. I8 28 38 kl. ürussel. langs Dendirleeuw. 4-25 7-30 0-00 8-12 E 3 kl. 9-09 10-25 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-35 E 3* kl 5-18 dus 7.ond.) 5-58 en 8-49 direct 9-16 10-18 E 3 kl. Leuven, Thienen, Luik, V.erviers 4-25d 4-5616-3618-12d E 3 kl. 1-451 0-004 9-l)9d 12-004 1-044 Exp.18 28 38 kl. 2-514 5-584 8494 direct 9-46a 10-08 K3 kl. (1) N®ta. Do letter 1 beteekeit langs Termonie en de Gent, (5-00 's vrijci 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-39 8.40 9-38 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 O-00 dir. 3 08 El8 2' 38 kl. 6-38 8.49 Doornyk, Nouscron, Kortrvk, Ryssel (langs Gend) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-39 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas lol Denderleeuw 12 00 2-51 6-00 Ninove, Georaerdsbergen, Lessen, Atb 5-55 7-30 8-12E.3 kl. tot Denderl. 12-00 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E tot Denderl.12-002-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds- bergen 5-55 12-00 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,07 9,11 3,21 6,07 letter 4 langs Denderleeuw. ANNONCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op bladz.58 cent. ^iMMiagaaa Calque Snnna. NAAR AKLST DIT Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15 Anlw. 5.15 6,30 9,13 9.50 10.50 E. I8 28 38 kl. 12-22 3-07 E. 1»2838 kl. 4.42 5.54 6.50 8-25 E. I8 2" 38 kl. Brussel 6.20 direct 7.15 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08 11.55 1-58 3.00 E 3 kl. 4.43 5.58 dir. 7.18 8-26 en 9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46 Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.37 2.28 5.28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9.43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl. Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.1 JE.3 kl. 9.03 11.12 en 2.43E 3 kl.6.05 dit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le- Corate 5.47 8.12E 8.52 14.18 2.20 5.44 8.5» DIT CEERAIRDSBBRGIN NAAR Maria-Lierde.Sotlegem, Moortzeele en Geit, 5.15 vry4< 7.24 8.35 dir. 9.54 14.58 4.48 5.50 E 8.11 DIT DbNDBRLRKDW NAAI Haoltert, Burst, Herzele, Solteg. Audenaerdt, Aiaegea Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.14 7.20 direeL DIT SOTTEGIH LANGS IINDKILKIDW NAAI Aelst, (5.38 's Zalerd.) 7.50 12.06 1.18 5.00 7.48 dit Antwirpin naai St. Nikolais, Lokerzn in Gkkt 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.13 I 3 kl. 6-88 Mt 9-tOE dit Gint naar Lokirin, St. Nikolais in Antwiipm 4.40 7.08 S.OOE 9.22 10.50 1.20 4-15 E 2kl.5.!S 7,lt Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.38 't zalerd.) 7.58 1.40 7.48 dit Antwirpin (zuid) naar Opwyck, Meerael ei Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12 AELST, 14 MAART 1885. Dijnsdag jl. deelde de lieer Beernaertliet hoofd des ministeries, de stukken meè betrek- kelijk de Congo-Conferencie onlangs te Berlijn gehouden, en legde ter zelfderlijd een wetsont- werp neêr tot erkenning van den Congo-Staat. Het is ons inzicht niet hier de stukken af te j kondigen waarvan den heer Beernaert lezing gal wij willen hier slechts de Congo-kwestie in korte woorden behandelen. Onze geëerde lezers weten reeds dat de Congo-Staat een bijna onafmetelijk gewest is van Midden-Afrika, zicli uitstrekkende tot aan de bronnen van den Nyl en tot over het meer Tangancia, volgende de oevers van den Congo- Stroom en zijne bijrivieren en uitkomende aan den Atlantischen Océaan. Dit uitgestrekte grondgebied werd ten ge volge der Conferentie van Berlijn, door alle de Europeesche Mogendheden en door de Ver- eenigde-Staten van Amerika, als onafhanke- lijken Staat erkend. Het gebied over dezen nieuwen Staat is toegewezen aan «de Belgisch- Afrikaansclie Vereeniging. Deze vereeniging werd gesticht door Z. M. Leopold II, onze koning, welke reeds groole sommen geld opofferde om het werk van Midden-Afrika in den toestand te brengen waar het heden in verkeert. Ja, vele millioenen heeft de Congo-Staat reeds verslonden en in deze millioenen voorzag grootendeels onze Koning mits de opoffering van een deel zijner persoonlijke fortuin. Leopold II. welke men als de eigenaar van den Congo-Staat beschouwde, kon met ait uitgestrekte grondgebied op den hals niet blijven zittenhet zou weldra zoovee hebben opgeslokt dat er niets meer zou overblijven.... Van den anderen kant de Congo brengt niets of weinig op. Die toestand kon dus met blijven duren.' Onvermijdelijk moest liet beheer van den nieuwen Afrikaanschen Staat in handen overgaan van de eene of andere mogendheid machtig genoeg om het te konnen uithouden. Duitschland wierd gewaar dat de Congo- Staat eindelijk aan Frankrijk zou te beurt vallen, en dit mocht hel niet toelaten. Engeland wierd ten rade en ter hulpe ge roepen en de Engelschen deelden hieromtrent de meening der Duitschers. De beide mogendheden besloten dat Frankrijk geen meester van den Congo-Staat mocht wor den en dat zij, om dit te beletten, eene Euro peesche Conferencie zouden bijeenroepen. In dezeConferencie zouden zij voorstellen de on afhankelijkheid van den Congo-Staat uit te roepen en hem te plaatsen onder het beheer van de Belgisch-Afrikaansche Vereeniging met Z. M Leopold II als keizer of koning aan 't hoofd. Z. M. onze koning verdiende zulks, vol gens de Duitschers en de Engelschen, omdat hij reeds veel geld voor de Afrikaansche be schaving heeft opgeofferd en daarbij de Vorst is van een onzijdig, klein en onschadelijk land. Zoo de Duitschers en de Engelschen het geschoteld en lepeld hadden, zoo gebeurde het. De plechtige akte welke de onafhankelijk heid van den Congo-Staat uitroept, brengt mede dat de volledigste vrijheid van handel en nijverheid langs den Congo, de Niger en de bijrivieren aan alle natiën gewaarborgd is. Buiten rechten van vergoeding mag er niets geheven worden. Dus alle landen staan gelijk, allen hebben de zelfde kansen, alleen het land 't welk den Congo-Staat als geschenk zal krijgen, zal er den last van te dragen hebben. Men had vooreerst gedacht dat dit ge schenk aan België zou ten deele vallen, dat Z. M. Leopold II keizer van den Congo-Staat zou worden, met verplichting van zijne onaf hankelijkheid te bewaren en te verdedigen.... De overgroote meerderheid onzer landge noten is dit gedacht vijandig. Tot de bescha ving van tot hiertoe wild gebleven volken medebelpen, is eene hoogst menschlievende daad. Verder coloniën zijn meestal eene bron van voorspoed voor een land. Doch men oor deelt dat alle de middelen in soldaten en geld waarover ons land beschikt, ontoereikend zou den wezen om in de noodwendigheden te voorzien die het beheer van dit verre uitge strekte land met zijne wilde volkstammen en vooral zijn moorauauig Klimaat iuo «aroi. schen. Dit oordeel valt, volgens ons, geenzins te betwisten.... Hadden wij de macht van Frankrijk, van Engeland, van Duitschland, van Oostenrijk of van Rusland, ja, dan ware het geschenk van den Congo-Staat niet te ver- stooten. Maar nu De mededeelingen door den heer Beernaert dijnsdag 11. in de Volkskamer gedaan, en wel ke door katholieken en liberalen zoo geestdrif tig toegejuicht wierden, hebben slechts betrek op de bijtreding of goedkeuring te geven aan de algemeene akte der conferencie van Berlijn. De kwestie te welen tot wat punt ons land zich later door den keus van den Congo-Vorst zal verplichten, blijft voor 't oogenblik voor behouden. Indien men de inlichtingen aan goede bron geput mag gelooven, dan zou er geene gevaar lijke inmenging voor Belgie in de Congo-zaken te vreezen zijn. Z. M. onze koning zou aan de Kamers slechts machtiging vragen om den titel van keizer of koning van den Congo- Staat te mogen aanveerden, doch hij zou geen zins het inzicht hebben voor te stellen dat Belgie.door opofferingen van manschappen en geld,lot de stichting en 't behoud van 't Congo- Koningdom medewerke. Ieder dezer beide koningrijken zou onafhankelijk blijven van 't andere de lotgevallen van 't eene zouden op deze van 't andere geen invloed hebben. Indien deze nieuwsmare waarheid is, dan zal Leopold II handelen volgens de verlangen van de overgroote meerderheid zijns volks, 't welk te recht vreest dat de Congo-Staat, on- DE KINDEREN door T D. H. TEMME. «o» 48 VERVOLG. De eigenaar had bet volraaaksle, gewichtigste en soliedste kruideniersgezicht. In Berlijn zijn de ge zichten der hofraden zoo. Hij mat olie, woog koffie en suikereerlijk en volgens zijn geweten vertelde hij mij De gordelmaker Lohmann, ja, ja, die man is bekend, en ook do man was mij in der tijd bekend. De man heeft veel kwaad gesticht, en daarvoor veel ongeluk moeten lijden bij wilde zich met de re geering, wetgeving en volksbelang en hoe al die dingen beeleo, bemoeien, welk een goed onderdaan aan den koning, aan de hooge overheid moet over laten, als de zaken goed en ordentelijk moeten loo- pen. Hij heeft er toe bijgedragen om een slechten tijd voor on3 te verwekken mijn winkel is tot op den huidigen dag nog niet gewordeD, wat hij voor den ongelukkigen revolutietijd was. Daarom is het hem dan ook slecht gegaan ik meen den gordel maker Lohmanc, hij moest naar vreemde landen vluchten, en is eindelijk in een land gekomen, dat geen koning en geen heer, bijgevolg geene van Gods gestelde overheid heeft, waar alzoo eeuiederzijn eigen heer is, en doen en laten kan, wat hij wil - daar gaal alles hals over kop revolutie en rebellie, moord en doodslag zijn daar tc huis geen mensch is van zijn leven en zijn eigendom zeker, en daar heeft ook Lohmann zijn verdiend loon gevonden, hij is aan den bloeddorst van het volk opgeofferd geworden. Ik moest den goeden man, die met een benijdens waardig geloof vertelde, toch in de reden vallen. Opgeofferd vroeg ik verwonderd. Levend geofferd, antwoordde hij met zijne onomstootelijke overtuiging, zij hebben in dat land alle jaren een feest, dat het slingerfeesl heetal het volk is dan verzameld, en er moeteen menseb ge offerd worden zij slingeren hem zoo lang tot dat hij den adem uitblaast. En hoe heet dat land Zwitserland. Zwitserland Gij verwondert u daarover mijnheer, maar gij kunt dagelijks in onze Kreuzzeitung lezen, hoe ver schrikkelijk het er in dal land uitziet, waar geen recht en wet is, en geweld en onrecht heerschen. Maar ik ken dat land, ik heb er twaalf jaren gewoond en verzeker u... De goede man zag mij verwonderd aan, en schudde het hoofd mijne verzekeringen waren hier dus te vergeefs, eene enkele misschen niet. Lohmann leeft ook nogniemand in Zwitser land heeft hem eenig leed gedaan integendeel, hij heeft alle hulp gevonden welke hij verlangde. Ik kon den man eindelijk naar de familie Lohmann vragen hij had een nieuw goddelijk strafgerecht. De menschen hebben, na de vlucht van den man nog maar korten lijd in deze straat gewoond tegen den man werd, wegens hoogverraad gepro cedeerd men kon hem niet ter dood brengen, om dat hij er niet was, maar om de proceskosten werd zijn huis verkocht. Nu vloog en stoof de familie overal heen. De ziekelijko vrouw werd uit medelij den in het stads armeDbuis opgenomen, het jongste kmd wend naar eene zuster der vrouw, in een nabu rig dorp gebracht, waar zij in een fabriek werkzaam is de zoon is thar.s bij de politie aangesteld ais sergeant, of, zooals sommigen zeggen, als stille agent, ik weet hel niet precies de tweede dochter is een slecht vrouwraensch geworden, die met offi cieren en andere voorname heeren omgaatalleen de oudste dochter is e6ne brave vrouw geworden, danks de gewichtigste opofferingen voor ons land een bij loterij gewonnen olifant zou wor den Kerkhofkwestie. De oplossing der kerkhofkwestie is eene dringende noodzakelijkheid geworden. Wij begrijpen niet waarom het huidige ka tholiek ministerie zich tegen die oplossing zou verzetten, en aldus beletten dat er een einde gebracht worde aan den ouverdragelijken toe stand dien wij reeds al te lang hebben moeten verduren?... Onze eischen zijn rechtveerdig en gegrond zij zijn noch tegenstrijdig aan de Grondwet, noch krenken de rechten van andersdenken den De National, een orgaan van lieden die meestal tot geenen bepaalden eeredienst toe- behooren en waarvan de overgroote meerder heid de Godheid verloochenen, kondigde dezer dagen een artikel af waarin onze katholieke rechten ten volle erkend worden, in andere woorden, waarin erkend wordt dat wij, ka tholieken, grootelijks gelijk hebben de oplos sing der kerkhofkwestie te eischen. Ziethier hoe de National 2ich uitdrukt De liberale toepassing van het dekreet van prairial eischt dat elke mensch, zoodra hij dood is, wel te verstaan, begraven worde nevens den laatst begravene, zonder eenig onderscheid van geloof of godsdienst. Volgens dit schoon stelsel worden de krïs- leneiiTiiei geweiu vei iiionbM ...v,. de vrijdenkers; Luther wordt de buurman van den Paus; Judas ligt nevens Jesus, en de deken van Ste-Gudula naast den voorzitter der Vrije Gedachte. Zoo willen het de liberalen. De katholieken hooren langs dit oor niet. Zij beweeren het recht te hebben hunne eigene kerkhoven te bezitten en, zoowel na hunnen dood als gedurende hun leven, van de vijanden van hunnen godsdienst gescheiden te blijven. Dat de joden, zeggen zij, dat de protes tanten en de Turken zich doen begraven waar zij willen, maar wij willen te zamen begraven liggen, en orize rangen zorgvuldig sluiten voor de ongeloovigen. Spijts de liberalen van alle kleur, welke sedert twintig jaren van het burgerlijk kerkhof het thema maken van al hun geschreeuw, moe ten wij verklaren dat de katholieken in deze zaak geheel en al gelijk hebben. Voor den katholiek eindigt niet alles met hel leven. De begraving is eene plechtigheid van groot godsdienstig belang. De vrijheid der eerediensten, door de Grondwet erkend, moet aan eiken godsdienst de vrije uitoefening van zijne plechtigheden waarborgen. En is het niet klaar dat die eeredienst niet meer vrij is, zoodra hij niet meer kan uitgeoefend worden dan in omstandigheden welke de godsdienst afkeurt De katholieke godsdienst keurt de menge ling der lijken al; de Slaat legt ze op. Dat de Slaat dan niet zegge dat hij de vrijheid van den katholieken godsdienst beschermt. Het is zeker dat de Staat, in deze kwestie, schande lijk gelogen heeft. Bewondert gij niet met mii de drift der doktriuairs die, na geheel hun leven tegen de pastoors gebast te hebben, zich onteerd zou den gelooven indieu zij niet in gewijde aarde werden begraven Zij zouden, gedurende hun leven, voor al het goud der wereld in geene kerk gegaan zijn; eens overleden aanzien zij het voor de grootste schande niet bij de ge- loovigeu begraven te worden. Waar de katho lieken niet liggen is voor hen.... de honden- hoek Moest het katholiek gouvernement eene wet maken waarbij de doklrinairs verplicht worden zich op het katholiek kerkhof te doen begraven, zij zouden revolutie maken binnen de vier-en- twintig uren. Zoo zijn de doklrinairs Zietdaar de waarheid Laat ons hopen dat het Katholiek Ministerie eindelijk zonder aarzelen de handen aan 't werk zal slagen om de kwestie der kerkhoven zoo spoedig moge lijk op te lossen om aldus tot de herstelling onzer gegronde grieven onder dit opzicht te geraken, gelijk het ons overigens door 't ka tholiek programma beloofd werd Verwereldlijkt Meisjesweeshuis van Bergen. Gelijk overal was de opleiding der wees meisjes te Bergen aan nonnen toevertrouwd. Het archi-liberaal bestuur dezer stad, kon die toestand niet blijven dulden. Om te beant woorden aan de liberale, of liever, raacon- Hjfie\$oraen, 'tis te zeggen* moest de oplei ding der weesmeisjes aan wereldlijke perso nen. gansch van godsdienstige vooroordeelen ontdaan, toevertrouwd worden. De nonnen wierden brutaal weg uit 't ge sticht verbannen, en een wereldlijk personeel aan welks hoofd dame We Moise, geboren Eulalia Hannicq, geplaatst wierd, kwam de geestelijke dochters vervangen. De liberalen van Bergen verwachtten dat hieruit veel goeds voor de weesjes zou voort spruiten. Immers, volgens de liberale leer, leveren de wereldlijke en oflicieele onderwij zers alleen waarborgen van bekwaamheid, van zedelijkheid en deftigheid op zij en zij alleen zijn bekwaam om opvoedings-gestich- ten te besturen en de jeugd een degelijk onder wijs te verschaffen. De geuzen van Bergen en bijzonderlijk M. Houzeaude tegenwoordige zaagstoel der Volkskamer, staan nu droef te kijken met hunne wereldsche bestuurster, waarvan zij zooveel goeds verhoopten. Die model-bestuurster, volgens de liberalen moest donderdag der verledene week voor de correctioneele Rechtbank van Bergen verschij nen onder beschuldiging van ontvreemdingen, misbruik van vertrouwen, aftroggelarijen en vervalsching van geschrift. Wat vooral iets schoons is in deze zaak, is dat terwijl die wereldlijke bestuurster de schel merijen aan 't plegen was waarover zij terecht stond, zij, in een openbaar verslag van den afgeveerdigden-bestuurder, M. Dever, over haar zoo bekwaam als deftig bestuur, tot in en het gaat haar goed, zij was een solied meisje, dat met de andere familie niets te doen wilde hebben. Ik vroeg dcu kruidenier het eerst naar deze oud ste dochter dat het hjar goed zou gaan, bad de oude Lohmann al voorspel, maar op een anderen grond Zij had geen hart Zij heeft een rijken kouzenfabrikant getrouwd, en woont hier dicht bij, in hel groote schoone huis aan den linkerkant, aan het einde van de straat. Ik moest mij verder verwonderen en meer weten. De vrouw van een rijken fabrikant laat hare moeder in een armenhuis sterven Hij haalde de schouders op. Men moet eerst voor zijn eigen kinderen zor gen de oude Lohmanns hadden dit ook moeten doen. Ik wilde van den eerlijken kruidenier niets meer vernemen, ik vroeg hem alleen nog den naam van den echtgenoot der oudste dochter van Lohmann, en ging naar haar toe. Het groole, schoone huis, waarin zij woonde, vond ik gauw na eenige minuten stond ik voor de rijke vrouw, die hare moeder in hel armenhuis had laten sterven, hel was eene hupsche, slimme vrouw, maar de eerste blik iu haar gelaat, in haar oog toonde mij, dat zij geen hart had. Mevrouw, ik kom van uwen vader. Zoo Ik dacht dat hij al verscheidene jaren dood was. Hij leeft in Zurich. Zoo. Ecc ander woord had zij niet, en zij rekte het lang genoeg. Ik moest haar leeren kennen. Het gaat uwen vader niet te best. Het koele gelaat vertoonde toch onrust. Zou zij toch een hart hebbeu Zij antwoordde niet. Het g3al hem zelfs slecht, vervolgde ik met zijue verbrijzelde handeu kan hij niet werken, en hij is tc Irotsch om van zijue bekenden ondersleu ning aan te nemen. Nu antwoorde zij. Ik beklaag hem, maar ben niet in staat hem te den derden liberalen of maconnieken heme verheven wierd Het nieuw verslag over den toestand van dil verwereldlijkt meisjesweeshuis, opgesteld door M. Helin, bewijst dat die liberale wereldlijke dame het gesticht het onderste boven had ge bracht. Haar gezag op de kinderen was ver dwenen zooverre ging het dat kinderen en dienstmeiden haar beleedigden. Ten einde hare hoogst laakbare handelingen zoo lang mogelijk te verduiken, gaf zij in alles aan de kinderen en dienstmeiden toe. Zij gaf feestjes die tot laat in den nacht duurden, waar er ge zongen en geklongen wierd en .de koffij en glasje cognac niet ontbraken. De weesmeisjes mochten vrijelijk en zooveel het haar luste, zelfs des avonds, uitgaan ja, zelfs schenen er briefwisselingen te bestaan tusschen de wees jongens en de meisjes, briefwisselingen, dia voorzeker toch over't schoon weder niet lie pen... Het onderwijs was verre van goed te wezen, en, 't spreekt van zelf, van godsdiens tig onderricht kon er hier toch geen spraak zijn. Het handwerk was door de meisjes wei nig of niet bekend ten einde te doen gelooven dat zij hierin min of meer handig of bedreven waren, kocht die voorbeeldige wereldlijke be stuurster afgemaakt handwerk en stelde het ten toon als zijnde door hare leerlingen ver- veerdigd. De weesjes moesten zeggen dat het haar werk was, en zoo leerde men haar liegen en bedriegen. Wat het voedsel betreft, zegt de Laatons hier staken, 't is reeds genoeg... Ziedaar de vruchten van een verwereldlijkt liefdadig gesticht die ons door een liberaal, lid der Kommissie worden voorgesteld En zulke schandelijke feiten worden besta- tigd in een meisjesweeshuis dat onder toezicht der liberalen staat, van liberalen gelijk M. Houzeau, een der grootste schreeuwers tegen de katholieke onderwijsgestichten HANDEL EN NIJVERHEID. Rechten op het garen. Dijnsdag heeft de kommissie van den duitschen Rijksdag, gelast met het onderzoek van het nieuw toltarief, de volgende voorstellen van het gouvernement aangenomen. Het getwijnd garen van jute of manilla, dat tot nu toe als bindtouw behandeld werd, wordt volgens het fijnheidsnummer gerangschikt en gelijkgesteld met het eendradig garen. Het invoerrecht voor ongeverfd, ongedrukt en ongebleekt garen, tot n. 8 engelsch, wordt op o mark gebracht. Voor kokovezels tot strengen te samen ge draaid (kokogaren), voor de fabriekatie van dekens en andere gelijksoortige voorwerpen, wordt de vrijheid van invoer toegestaan, mits een bewijs van toelating en onder toezicht der overheid. De rechten op geheel bereid naaigaren wor den gebracht op 36 mark, en die voor bereid nahzwirn op 70 mark. Het recht voor zeelen, touwen en strikken, zelfs gebleekt of geteerd, wordt vermeerderd tot 10 mark. helpen, de Z3keu gaan slecht, den handel staat stil. Dat was hare onrust geweestzij had een hart, maar voor haar geld. Ja, ja, mevrouw, viel ik haar in de rede, daar om moest uwe moeder in een armenhuis sterveB, en uwe jongste zuster werkt in eene fabriek in het nabijzijndc dorp Veroorlof mij eene vraag waarom hebt gij het kind niet in uwe fabriek genomen De fabriek behoort mijuon echtgenoot, mijn heer. Ik had haar nog eene andere vraag te doen. Uwe jongste zuster is vandaag in de stad ge komen, weet gij waarom Neen, mijnheer. Uw broeder en zuster, die hier wonen, hebben haar doen komen. Zoo? Meer zegt zij met. Ik kon haren toon niet bedwingen. Is uw broeder stille agent, mevrouw? Ja, mijnheer. En uwe zuster Charlotta leidt geen eerlijken levenswandel. Ik bekommer mij niet om haar. Mevrouw, als gij eene dochter, een schoon lief kind van zeventien jaren hadt, en wist, dat het in handen van die twee menschen was.... Ik heb geene dochter van zeventien jaren, Mijnheer. Die vrouw was zelfs mijnon toorn niet waard. Kunt gij mij de woning uwer zuster Charlotte opgeven mevrouw, dan spaart gij mij den weg naar de politie. Mijne zuster woont.... Zij noemde het nummer van een huis in eene der hoofdstraten. Ik verliet haar, om mij regelrecht naar de vrouw te begeven, in wier handen de arme Geertrui was. De kinderen van den vluchteling kende ik nu. Arme Lohmann Zou ik dat eene nog kunnen redden Zijn lievelingHel liefste en schoonste l kind, dal men zien kont In welk gevaar zij verkeerde, begreep ik nu eerst. Ik had de woning van de tweede dochter van Lohmann gevonden-, het was een elegant huis. Ik had den portier naar de dame gevraagd, die het bewoonde; de man zag mij verwonderd aan. Wilt gij naar mevrouw van Bodnitz Mevrouw van Bodnitz Nu, ja. Welken naam voerde die dame vroeger Zij heel nu nog meestal de schoone Charlotte Lohmann. Ja, bij die moet ik zija Schel dan boven aan de deur rechts. Was de schoone, lichtzinnige vrouw werkelijk gehuwd, of had zij den naam eener vrouw, eener edele dame aangenomen In de verbanning hadden wij er wel van gelezen, dal de veldwinnende reactie, de mode der zooge naamde Louishuwelijken, ook in Duitschland had ingevoerd, waarbij verachtelijke schepsels, zooals Charlotte Lohmann, om de aanraking met de politie te ODtgaan, met de heiligheid des huwelijks en een' geaebten, meest addellijken naam, haar beroep en schande, dekken moet Was dit hier ook het goval De portier wilde ik niets vragen, zijn dubbelzinnig lachen stond mij uiet aan. Ik klom naar de eerste verdieping, en schelde aan de eerste deur rechts. Eene opgeschikte kamenier opende. Bij wien moet gij zijn Bij mevrouw van Bodnitz. Mag ik uw naam weten In noemde mijnen naam, meer niet. Zij ging naar binnen, sloot de deuren liet mij in den gang staan, binnen was alles stil Na drie minuien werd de deur weder geopend, de broeder van Geertrui stond vóór mij, maar het was ook de broeder der lichtzinnige vrouw ik had het bijna verwacht, dat hij den man met onbekenden naam zou ontvangen het was mij levens een bewijs dal Geertrui hier was, en in welk gevaar zij verkeerde. (Wordt vqq&miut.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 1