40"te Jaar Zondag, 26 Juli 1883 iV° 2028. IJZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT A EEST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Aan de landbouwers. Op roermakers. Landbouw. NDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS 6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. Deodermonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48 Lokoren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48 Mechelon. 4-564 6-36* 7-30d 8-i2d Exp. I''2«'3« kl8-451 12-00d l2-39d Exp. 1e2e 3* kl. 2-51d 3-071 6-45/ 9-48./ 10-08d Exp. l*i*3'kl. \nlw. 4-561 6-36/ 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-45/ 12-39dExp. 2« 3« kl. 2-51d 3-07/ 5-58d 6-45/ 9-48/ 10-08d Exp. 1®2«3® kl. Brussel, lanqs Denderleeuw. 4 25 7-30 O-Ot) 8-12 E 3 kl. 9-20 10-23 dir. 12-00 12-39 E 3 kl. 2-51 4-3t E 3 kl 5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direet9-l9 10-18 3 kl. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-56/6-36/8-12d E 3 kl. 8-45/ d-OOd 9-09d l2-0ödl2-39d Exr.l«2*3- kl. 2-51d 3-58d 849d direct 9-19d 10 08 E3 kl. (i) Nota. De letter boteckent langs Termonde en de Gent, (5-00 's vrijd 7 04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-03 6-39 8.49 9-38 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1" 2" 3' kl. 6-38 8.49 Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langs (.end) 8-47 12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-03 6-39 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 12 00 2-51 5-58 Ninove. Geeraerdsbcrgen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12L.3 Li. tot üenderl 12-00 2-51 5-58 9-16 Bergen, Uuiévrain 5-55 8-12 E tot Denderl. 12-002-51 5-58 EnrbiCD Braille, Manage, Charleroi, Namen longs Gesnierd». henen 5-55 1-2-00 1-31 0-00 5 58 Henele Solleeem, Nederbrakel en Ronsse, langs irpe- Meire. 5.03 7.35 12.15 2.10 Moorsel, Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,05 9,11 3,21 6,07 letter d langs Denderleeuw. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone SO cent. Reklamen fr. 1,00, Vonnissen op 3"« bladz.SO cent. Calque Saam. NAAR AELST UIT Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15 Antw. 5.15 6,29 9,13 9.53 10.50 E. 1* 2* 3' kl. 12-22 3-07 E. 1®2*3* kl. 4.15 5.54 6.50 8-25 E. 1*2° 3* kl. Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl7.31 9.00 11.08 11 55 1-56 3.U0 E 3 kl. 4.43 5.58dir. 7.19 8-10 dir. 8 40 9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46 Denderraonde -4-10 's zaterd. 7.07 9.41 11.37 2.29 5.28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9.43 11.07 12.31 E 3kl. 1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8,23 9.45 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 8.43 10.55 1.44 4.39 7.55 8.40 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.1JE.3 kl. 9.04 10.50 11.56 en 2.43 E 3 kl. 5 31 dir. 6.05 uit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine- le.Comto5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.58 UIT GEERAERDSBBRGEN NAAR i Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vry<J| 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 b.50 E 8.51 uit Denderleeuw naar Uaeltert, Burst, Harzele, Solteg. Audenaerde, Ansegem Kortryk, 6.03 0.U0 9.00 12.55 6.11 7.20 direct. uit Sottegem langs denderleeuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.00 7.51 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.39 *s zaterd.) 8.60 12,50 3.07 4.46 9.20 Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele et Erpe-Meire 7.10 12.00 3.40 8.12. uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel on Aclst5,45 10,04 4,17 7,11 ABLST, 25 JULI 1885. Helpt u zelve zoo lidpe u God...! Het is reeds twaalf jaren geleden dat ik, in j een landbouwschrift van dien tijd, den storm- kreetover den toestand des landbouws aan hief, deszelfs verval bestaligde en zijnen vol strekten ondergang, bij gebrek aan spoedige hulpmiddelen, voorzegde. De beste hulpmid del tot behoud en redding welke ik durfde voorstellen, bestondt in de samenzwering der landbouwers. Ik zegde en bewees, dal de on dergeschiktheiddes landbouws voor oorsprong had en heeft de afwezigheid eener wel inge richte verdediging; dat onze nijverheid, de belangrijkste van allen, geen aangestelde voor- staanders bezal, dewijl de Landbouw-comicen, instelling op het papier om te lachen, nooit of nooit iets ten gunste des landbouws voort brachten, en zich zelf dikwijls aan onze moe- dernijverbeid vijandig toonden, gelijk er na nog eenigen gedaan hebben, met zich tegen de voorgestelde vergoedingsrechten te verzetten. Deze gedachten zijn mij bijgebleven en heb ben zich nog versterkt door den hopeloozeu toestand in den welken de landbouw langzaam verdwijnt en sterft en welken tlians door nie mand meer geloochend wordt. Nu dat men in de Kamer der Volksvertegen woordigers, het landbouwvraagstuk op eenige uren tijds komt optelossen en beslist heelt dat er voor de landnijverheid niets te doen is noch kan gedaan worden nu, dat wij zoo oiimeé- doogeud van vrienden,zoo weials van vijanden, behandeld zijn, voel ik mij innig getroffen en aangezet om te protesteren, en tot mijne be roepsgenoten te zeggen en te herhalen: Verde digt u zeiven door de vereeniging, door de samen zwering zooniet alles is verloren. Het is erkend en onbetwistbaar dat den land bouw en den buiten, van altijd uitgezogen zijn geweest ten voordeele der groote steden, der groote handnijverheden, koophandel, vervoer diensten, enz. Ik zeg uitgezogen door een bestuurlijk huishoudkundig stelsel welk niet opgehouden heeft het land te beheerendoor onrechtvaardige belastingendouanen en fiscale lollen van allen aard door de uitvoe ring van overgroote openbare werken soms teenemaal onnuttig en onvruchtbaar, maar altijd zoo verdeeld en daargesteld dat de land bouw en de buiten er weinig of geen voordeel van genieten door de groote centralisatie der besturen, civiele lijst, leger, rechtbanken, alles tot profijt der groote steden zonder vergoeding voor den buiten door de overtollige gunsten aan den grooten handel en nijverheids-cen trums, in een woord, door al de bestuurlijke en wetgevende maatregels welke in liet stoffe lijk en staatkundig orde genomen worden en altijd onze nijverheid slBchtofferen aan hare zuigelingen. Welke is de oorzaak dezer ver drukking! Alleenlijk de afwezigheid van ern stige verdedigers, de alwezigheid eener wel ingerichte partij van den landbouw en den buiten Onze verdienstenrijke vertegenwoordiger, wijlen Mr De Nayer, eene der zeldzame zoo niet de eenigste bevoegde landbouwvoorstaan- der welke in de Kamer ooit zetelde, kende zeer wel deze schreeuwende toestand,en indien hij lang verdwenen zijn. Waar zijn nog die model boerderijen ingericht naar de regels der werk tuigkunde, der wetenschap, boekhouden, enz. wanneer ze moeten opbrengen....! Mijnheer G. Ville, de geleerde fransche landbouwkundige, maar die sommigen den Parijsisohen kwakzalver noemen,die ons allen naar Brussel trok om zijne voordrachten te aanhooren, vertrouwde aan een mijner vrien den toe dat hij van deze zaken, van zijnen landbouw bad afgezien na er 300,000 fr. in verspeeld te hebben.Ziedaar den uitslagvan den landbouw door de wetenschap geleid en uitgeoefend. Neen, de landbouw, wat men ook zegge, is geene wetenschap maar een be drijf 't welk een onafgebroken zwoegen ver- eischt van persoonelijke proeven, ondervin ding, bestuur en bewaking in de harde en veelvuldige bewerkingen van het landelijke leven bet welk teenemaal onvereenbaar is met de noodwendigheden en bet verfijnde genot van 't hedendaagscl) bestaan en gansch onmo gelijk zonder zekere ontberingen en opofferin gen welke,wel is waar, zedelijke vergoedingen laten, maar die ongelukkiglijk te weinig begre pen of geacht worden. Het verval des land bouws is dus geenzins aan gebrek van weten schap bij onze boeren toeteschrijven 't is hun lasteren zulks te beweren, zij, de gekende beste landbouwers van de wereld en die aan zienlijken vooruitgang deeden zoolang er voordeel bij was ol dat zij voor hunnen arbeid beloond werden. Een vermaarde Districkt-commissaris, die men beter te Gheel zou geplaatst hebben dan met dees boog ambt te bekleeden, schreef in zijn verslag van 4884, gehoorzamende misschien aan een ordewoord, dat het verplichtend on derwijs den landbouw zou redden. Deze be spotting der gezonde rede, deze versmading van het grootste gedeelte der belgische bevol king, de zedelijkste en volgens alle statistie ken de geleerdste heb ik bier willen aanhalen om gelaakt te worden. Deze laatste jaren beeft het onderwijs zich zeer 'uitgebreid bij alle standen in stad en dorp...; maar, in weerwil van deszelfs welda den, die onbètwistbaar zijn, is het nochtans herkend en durf ik vastellen, dat de lucht der scholen aan den landbouw nadeelig en vijan dig was en strekte om denzelven te doen mis achten en verlaten. In plaats van het dorps kind het bedrijf van vader te doen achten, de vrijheid, de schoonheden van het buitenleven te doen beminnen en het aan den geboorte grond te hechten, heeft de heerscliende peda gogie zich toegelegd, om de nuttigste der nij verheden te doen minachten in den geest barer leerlingen, welke zij opbracht, be kwaam tot alles uitgenomen om landbouwer te blijven, die verfoeide tlavensliel, het erfdeel van de laatste leerlingen der klasse terwijl de eerste bestemd zijn om hooger te klimmenom.... te worden. Ziedaar hoe men de jongheid op voed en den landbouw vereert. Is bet te ver wonderen dat de velden verlaten worden en de plaatszoekers, de luiaards en halve geleerden in zoo groot getal komen dat zij wellicht eene reden van onrust en eene bestendige bedrei ging voor het bestuur zullen daarstellen. De wetenschap zal dan de boerderij niet redden evenmin als het landbouw-crediet welk de Staat komt in te richten, zonder dal bel ge vraagd werd om 't recht te hebben ons te kon- nen weigeren 't geen \yij vragen. Buiten eeni- dank aan onzen armen toestand rijk wordt ware de grootste weldaad welke aan onze der groenselzaden. Wij ontleenen hem deze en waarvan geenen enkelen in dezen tijd bekwaam nijverheid kan toegebracht worden. regelen zou zijn om de gemakkelijkste pachthoeve te be- i Denderleeuw, 16 Juni 1885. j De erwten en boonen zijd uitnemend rijk sturen en er van te leven. Wanneer wij de ge- j aan proteïne. In droogen staat bevatten zij lijkheid vragen van politieke, bestuurlijke en j fiscalen wetten, van het douanen-stelsel, houd 17|7rj+ WÏ1 rl^ viuimptcolniui^ men ons voor oproermakers en uithongeraars j »Wttl >>fl uc Ijiiieioei I ij van 't volk. Wanneer wij de evenredige ver deeling vragen van voordeelen, bescherming, er niet meer op aandrong'twas dat wij alsdan ge groote boerderijen, welke eene uilzonde- eenen betrekkelijke.! welstand genoten. Hij ring zijn en waarmede ik mij met bez.ghoude vroeg voor den landbouw recht en redelijke j mag de pachter met ontleenen of hij wordt bescherming maar was vijand van Staatsmoei- 0,,m n,t ,a ppnft rp£rftl hftwezen door de daad- alerij. Het was hij die, onder Piercot, de inrichting van het liooge landbouwonderwijs deed mislukken 't welk zoo het voorgesteld was en nu tocli bestaat, ontoegankelijk is voor wezenlijke boeren, en 't welk gedurende zijn vijf-en-twintigjarig bestaan, onze nijverheid zoo zeer heeft weten vooruit te zetten, dat zij nagenoeg teenemaal om zeep is. Wil ik hierdoor zeggen dal het onderwijs in landbouw van geene noodzakelijkheid en de wetenschap zonder nut is Geenzins, maar dit wil zeggen dat men aan de wetenschap niet meer prijs moet hechten dan zulks verdient en zich niet inbeelen, dat men den toestand zal verbeteren door de scholen, bovenal niet den ken, dat de boeren aan geleerdheid of be kwaamheid ontbreken, voor de leiding huns bedrijfs meer dan de andere standen. De ge schrevene wetenschap in landbouw is niet volstrekt noodig maar de wetenschap der ondervinding en bovenal de wetenschap van het werk zijn teenemaal onontbeerlijk en arm. Dit is eene regel bewezen door de daad zaken en de ondervinding van altijd, immers waarop kan hij ontleenen? Op zijne veldvruch ten wier gelukking afhangt van de verschillende natuurelementen die niemand voorzien noch wederhouden kan.Zoo lang men het niet zal ge vonden hebben om te luchtgesteltenis te rege len, en de hitte en droogte, de koude, regen, wind, enz. te verdeelen naar de noodwendig heden van allen en van iedereen, mag de pachter zijne veldvruchten niet escompteren gelijk de handelaar zijne geleverde waren, dan met gevaar van zich spoedig builen te boereu ook zal het landbouw-crediet als eene doode letter onbekend blijven en tot niets dienen. Het is zonderling dat men in de hooge krin gen bij het bepleiten van het landbouwvraag stuk die punten vermijdt, welke de eerste zoo niet de eenigste zijn welke zouden moeten onderzocht worden De noodwendigheden van den landbouw,zijne gesteldheid tegen over andere bedrijven en staten, koophandel enz.; de ongelijkheid waaraan hij lijdt en die men maken g'eheeï het "bedrijf "uitDe zedeleer der jaarlijks "verzwaart, dit alles is met inzicht fabel De landsman en zijne kinderen zal altijd weggelaten om het inwendige onzer zaken te waar 'blijven en in den huidigen crisis of om- beknibbelen, om ons voor onbekwamer, uit te wenteling ziju het de werkers die zich alleen maken en ons te stellen onder de voogdij van recht houden-, terwijl de geleerden en kundi- eenen bureelkrabber uit het ministerie van "en uitvinders van stelsels en wetenschappe- eenen geleerden maar vet betaalden conferen- lijkê bewerkingen omverretuimelen of sedert 1 ciervan eenen fabrikant van kunslvetten, die en vergoeding tot de welke wij recht hebben, en bewijzen dat onzen toestand onverdragelijk wordt, toont men ons, of schijnt men ons te zeggen, 't kan zijn, maar weet dat gij toch maar boeren zijl en... lijden moet, en gaal bet nu slechter 't zal misschien beteren als gij zult slimmer worden, daarom, gaat naar de schoolverdubbelt uwe opbrengst, kweekt vee, bebouwt groensels, zaait ajuin en wor tels, enz.... maar ondertusschen vergeet de ontvanger niet.... en later, later, als 't zoo voortgaat, zullen wij zien wat er voor u te doen is.... u van droog brood laten leven ol van honger laten bezwijken....! Dusdanig is de uitspraak der Volkskamer, dank aan de overheerschiug der groote steden, op de reklamen der landbouwers. Is zij niet verhe ven de bezorgdheid onzer wetgevers voor de landliën Ik eindigen besluit dat liet dringend nood zakelijk is eenen Bond interichten van al de landbouwers des lands, of in andere woorden, van eene partij te vormen welke de belangen van den buiten altijd en voor alles zal voor slaan, en zich toeleggen om onze nijverheid op te beuren en haar de plaats te doen be kleeden tol de welke zij recht heeft. Door alle wettige middelen zou de Bond eischen De politieke gelijkheid tusschen steden en dorpen eene wezenlijke vertegenwoordiging van den buiten in de Wetgevende Kamers. Vermindering der soldaterij, der militaire en bestuurlijke lasten. Grondige wijziging van het belastingstelsel. De roerende waardenactiën, obligatien, hypotheken, volgens derzelver inkomen aan geslagen en belast. Gelijkheid tusschen in-eu uitlandsche voort brengsels. Afschaffing der belasting op de inlandsche granen, en andere grondvruchten, zoo lang de vreemde voortbrengsels van gelij ken aard van alle rechten ontslagen zijn, dus afschaffing van den grondlast voor velden en meerschen. Herziening der wet op de erfenisrechten. Als vergoeding Bevoordeeligde tarieven en bescherming voor de nijverheden op den builen gevestigd en met den landbouw verbonden zoo als Maalderijen, Brouwerijen, Suikerijbran- derijen, enz., met bezondere voordeelen voor kleine inrichtingen aan landhoeven. Herstelling der landbouwstokerijen geheel verpletterd onder de slagen van den fiscalen staat. Inrichting en voltooiing der buurtwegen en gemeenschapsbanen. Eene som van vijftig millioenen (beloop van de vruchtelooze bekos tiging aan bet monsterpaleis te Brussel) in eens aan den buiten gegund om de landbou wers uit bet modder te helpen. Inrichting van leergangen voor volwassenen, met programma zooveel mogelijk als volgt Landbouw-Scheikunde, natuurlijke weten schappen. huisdieren lichaamsbouw, ontle- diging, gezondheidsleer, behandeling der ge- meene ziekten, verlossing. Landelijk wetboek. Kostumeerrecht. Koopvernielende gebreken, enz. enz. Deze leergangen zouden nagenoeg moeten ingericht worden op den voet der muziek en teeken scholen. Verders achting en bescherming voor den Landbouw in wetten, besturen en scholen in plaats van hem te behandelen als een slaaf en te gebruiken als een aambeeld. Met dergelijk te volledigen programma zou de Bond, welke op weinige jaren, van eene groote politieke macht zou beschikken, de ongelijkheid tusschen stad en dorp, tusschen landbouw en andere bedrijvigheden herstellen en onzen toestand zooniet in voorspoed bren gen dan toch ten minsten verdragelijk maken. Is dit te zeggen dal de huidige crisis kon gansch vermeden worden Neen, want gelijk in de Bijbelsche geschiedenis zeven magere koeien de zeven vette verslonden zoo ook waren wij na de jaren van voorspoed, die onze ouders gekend hebben, jaren van tegenspoed te verwachten doch nooit zou onze val zoo diep, zoo doodelijk geweest hebben, waren wij met rechtveerdigheid en gelijkheid behan deld en beschermd geweest daarom ook, ik herhaal liet, is de inrichting van eenen Land- bouwersbond de eerste middel, bet machtigste Een monster van afschuw zou de vader zijn, die koelbloedig zijn kind zoude slooten tot het zedenbederf. Een gruwel zou de man zijn, die de zedeloosheid van zijne vrouw zou doen be werken. Welnu, de vrijmetselarij wil de schandigste losbandigheid in al de standen der samenleving. Zij is immers de kerk van den duivel, opgericht tegen de Kerk van God. Wij lezen in een officieel stuk der vrijmet- serij aangeboekt in het werk van Crétineau Joly al'Eglise Romaine en [ace de la revolution. (Deel II, boek 3) Ons einddoel is dat van Voltaire en der fransche revolutie, te weten de vernietiging van het katholicismus voor altoos, ja zelfs van alle kristelijk begrip. Onze arbeid is het werk niet van eene maand, niet van een jaar hij kan jaren en jaren, misschien wel eene eeuw duren doch in onze gelederen sterft de strijder, maar de strijd houdt aan. (BI. 83 en 84.) Verplettert den vijand, wie hij ook zij verplettert den machtige onder 't gewicht van logen en lastertaal. Maar bovenal verdelgt hem in zijne kiem men moet zich het eerst wenden tot de Jeugd, die moeten wij eerst ver leiden, zij is nog onbekend met het kwaad, die moeten wij lokken onder de vaandels der vrij metselarij. (BI. 87.) Het droombeeld der vrijmetselarij zal waarheid worden door het eenvoudigste aller middelen, een middel dat zijn steun vindt in de menschelijke hartstochten zelve dus op gericht de batterijen, elke hartstocht gevleid de slechtste zoowel als de edelste. (BI. 90.) Wij moeten de zedenleer aanranden en dus het hart doorwonden. (BI. 105.) a Het katholicismus is evenmin vervaard van eenen scherpen dolk, als de koningdom- men maar deze twee grondzuilen der maat schappelijke orde zullen instorten door zede- bederf laten wij dus op verleiding uitgaan, en dit nooit moede worden. Met recht zeide Ter- tulianus, dat het bloed der martelaren christe nen voortbrengt, 't Is in onze raadsvergade ringen besloten geene christenen meer te dul den daarom geene martelaren gemaakt, maar de ondeugd onder het volk gepopulariseerd dal het de ondeugd inademe door zijne vijf zintuigen, die opslorpe en er verzadigd van worde. Maakt bedorven harten, en gij zult geen katholiek meer vinden. (BI. 148.) De beste dolk om de Kerk in 't hart te treffen, is het zedebederf. Aan 't werk dan, ten einde toe. (VI. Gazet van Brussel.) Daar is 't alweer Het ministerie wil al de moeielijkheden doen ophouden die uit onze geusche kieswetten ontstaan moeilijkbeden die zoo menigvuldig zijn dat een Gerechtshof vandaag wit en mor gen zwart oordeelt over eene en dezelfde Lies zaak. Weet gij wat de geuzen daar tegen in te brengen hebben Het eenigste wat ons overblijft, zegt de Précurseur van Antwerpen, is ge weld gebruiken. Wij willen van on der revolutie maken tegen bet minis terie dat boven is. Zij zijn altijd en overal dezelfde die fameuze eerbiedigers van de Wet. Als zij boven zijn mag goen katholiek zijn recht eischen of zij scheeuwen dat hij de Wet niet eerbiedigt. Als zij niet aan 't roer zijn geven zij den bras van de Wet en beloven Revolutie te maken en geweld te gebruiken. Over de spijzende waarde der erwten en boonen. Meestal ziet men de buitenlieden zich het gansche jaar door voeden met gering brood en aardappels. Het ware hun nogtans gemakkelijk voedzamere en tevens goedkoopere spijzen te winnen, welke hen meer zouden geschikt maken om weérsland te bieden aan den harden arbeid op het veld. Een geleerde duitsche scheikundige, be stuurder van een dier gestichten, in den laat- sten tijd beroemd geworden onder de bena ming van statiën van landbouw-chimie, Dr werktuig van redding. Moch'te dit ontwerp Grouven, heeft belangwekkende opgaven in sedert lang opgevat zich verwezenlijken het J het licht gegeven over de voedende waarde 24 t. h. inhoud. Men behoeft dan ook niet verwonderd te wezen indien deze vruchten behoorlijk kunnen dienen tot basis aan de Revalenta Arabica. Om een volmaakt voedsel uit te maken-moeten ze geëten worden met spijzen, arm aan proteïne. Gelijke hoeveelheden van boonen of erwten en brood, met een weinig vet bijv., zouden zeer wel te pas komen. Hun uitsluitend gebruik als voedsel zou in het lichaam zooveel stikstof brengen als de uit sluitende voeding bij middel van vleesch; de verteering zoo echter moeilijker wezen; De groenselzaden, als voedsel bij menschen en dieren gebezigd, brengen even zoo veel krachten voort als het vleesch. Door hunne lage prijzen kunnen ze in veel omstandigheden met voordeel liet vleesch vervangen, ten min ste tot een zeker punt. De arme werkman zou derhalve meermaals en in hoeveelheid erwten en boonen in zijne spijzing dienen in te voeren. Erwten of linzen met spek en brood, groensels met boonen en vet, maken een voedsel uil dat veel gezonder en verkloekender is, dan andere groensels met spek en boter, dan bier en brood, dan genever en aardappelen. a De erwten en boonen worden meer ge zocht in groenen staat, dan als zij rijp zijn; en nogtans zijn ze in groenen staat in 't geheel zoo voedzaam niet. Dit komt hiervan voort dat ze vóór de rijpheid meer suiker en minder vezelen inhou den. Daarom ook laten ze zich lichtelijker ver- teeren en hebben ze eenen aangenameren smaak. Het planten eiwit en het druifsuiker in de groene erwten aanwezig vervormen zich door de rijping in caseïne. Men kookt doorgaans groene erwten en boonen in koud water en men giet dit water at als het gekookt heeft om de erwten of boo nen verder gereed te maken met vet of boter. Eene reeks van proeven heeft aan den heer Grouven bewezen, dat men door deze afkoking veel voedende zelfstandigheden verliest. Het kookwater ontneemt middelmaliglijk het derde der voedende ïelfstandigheden, en in 't bij zonder 2/5 van de proteïne. De lieer Grouven heeft ook navorschingen gedaan om te vernemen of deze verliezen niet kunnen vermeden worden door de zelfstan digbeden op eene redematigere wijze te be reiden. Van dit laatste punt uitgaande en bij vergelijking met datgene wat bij de zieding van het vleesch geschiedt, heelt hij gedacht dat, als men de groene erwten of boonen recht streeks in kokend water deed, het eiwit stijven en in de vrucht blijven zou, in plaats van over te gaan in het water dat trapsgewijze gekookt wordt. Proeven, in dezen zin genomen, heb ben aangetooud dat liet verlies van eiwit grootelijks verminderde bij de bereiding in kokend water. Het verlies der voedende be- standdeelen is des te grooter naar gelang de erwten jonger en de hoeveelheid gebezigd water grooter zijn. 11 LETTERNIEUWS. Zonder God is de titel van een nieuw verhaal van Dr Renier Snieders door het Davidsfonds uitgegeven. Het verhaal heelt tot onderwerp de schoolwet van 1878, een ding van het verledene. Evenwel zal het boek eene blijvende weerde behouden, omdat het met veel waarheid zekere toestanden alteekent op erscheidene onzer gemeenten. Het verhaal is keurig en levendig geschreven, en in zekere gedeelten is het zeer luimig, vooral in het huis houden van den schoolmeesterDe beste figuur is de nieuwe ondermeester, een rond en vrolijk karakter, en die voordeelig afsteekt bij' de karakters van schoolmeesteren gade. Dr Renier Snieders schakelt de avondturen zijner helden recht natuurlijk aaneen alwie het dorpsleven kent, vindt zijne tafereelen treffend juist. TTi T"Tv1hT j De gevolgen van de verbiedende rechten waarmee Duitschland de naaigarens bij den invoer komt te slagen, laten zich hier in ruime maatgevoelen. Zekere fabrikanten hebben reeds een deel van hun werkvolk afgedankt en deze welke zij hebben behouden mogen slechts 3 dagen ter week arbeiden. Vele werklieden worden afgedankt zonder het minste er van verwittigd te worden, in andere woorden, zonder hen hunne veertien dagen op te -zeggen, 't geen volgens ons, in deze omstandigheid, eene schreeuwende on- rechtveerdigheid is. Hadden die werklieden het fabriek willen verlaten, op een tijdstip dat 't werk overvloedig was, men zou ze verplicht hebben hunne veertien dagen te doen, waarom zou den fabrikant nu niet verplicht wezen hen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 1