40ste Jaar.
Zondag6 September f885.
iV° 2054.
HET SLEUTJE.
IJZEREN WEG. VERTREKUREN III AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Vijanden onzer Grondwet.
Bekentenissen.
Eene geldkwestie.
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3,1e bladr.öO cent.
Dendermondc. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 G-45 9-48
Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48
Mechclen. 4-561 6-361 7-30d 8-12.1 Exp. 12® 3® kl. 8-451
12-I>0d l2-39d Exp. 1"2® 3* kl. 2-51d 3-071 6-45/
9-48.1 10-08d Exp. 1® 2® 3* kl.
Antw. 4-561 fi-36l 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l2-39dExp.
1* 2" 3® kl. 2-5td 3-07/ 5-58d 6-451 9-481
10-08d Exp. 1® 2® 3® kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-li E 3 kl.
9-20 10-25 dir. 12-00 12-39 E'i kl. 2-51 4-3-» E 3 kl
5-18 des zond 5-58 en 8-49 direct 9-19 10-18 E 3 kl.
Leuven, Thienen, Luik, Vervie» 4-15J
E 3 LI. 8-4SI o-ooi 9-OM 12-00d 12-3Ml tol" 2' 3«
kl. 2-51d 3-58d 849d direct 9-19d 10-08 E3 kl.
(1) Nota De letter 1 beteekent langs Temonde en de
Gent, (5-00 's vrijd 7-04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-03 6-39
8.49 9-38 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 El® 2® 3® kl. 6-38 8.49
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs G'end) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-03 6-39
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-55 8-12 E.
3 klas lot Denderleeuw |2 00
Ninove. Geeraerdsbergen, l.essen, Alb 5-jR 7-30 8-liE.o kl.
tot üenderl. 12-00 2-51 5 58 9-16
Bergen, Quiévrain 5 55 8-12 E. tot Denderl. 12-002-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 12-00 2-51 0-00 5-58
Herzele, Sottegem, Nederbrakel en Ron3se, langs Erpe-
Meire. 5.03 7.35 12.15 2.10 6.03
Moorsel,Opwyck,Mecbelen,Antwerpen 5,05 9,11 3,21 6,07
letter d langs Denderleeuw.
Calque Saam.
Antw. 5.15 6,29 9,13 9.53 10.50 E. 1* 2® 3® kl. 12-22
3-07 E. 1°2®3® kl. 4.15 5.54 6.50 8-25 E. 1®2® 3® kl.
Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08
11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.43 5.58 dir. 7.19 8-10 dir.
8 40 9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46
Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.41 11.37 2.29
5.28 8.26 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9.43 11.07 12.31 E 3kl.
1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 8.43 10.55 1.44 4.38 7.55 8.40
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.1JE.3 kl. 9.04 10.50 11.56 en 2 43 E 3 kl.
5 31 dir. 6.05
DIT Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-
le-Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
DIT GBERABROSBERGEN NAAK
Maria-Lierde.Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd*
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
DIT DeNDERLKBDW NAAR
Haeltert, Burst, Herzele, Sotleg. Audenaerde, Ansegea
Kortryk, 6.03 0.00 9.00 12.55 6.11 7.20 direct.
dit Sottegem langs denderleeuw naar
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.ol
Uit Sottegém langs Erpe-Meire. (5.58 "s zaterd.) i.dl
12,50 3.07 4.46 9.20
Uil Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele cn
Erpe-Meire 7.10 12.00 3.40 8.12.
dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
I Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,12
AELST, 5 SEPTEMBER 1885.
Andermaal willen wij bewijzen dat wij, ka
tholieken, de voorstaanders onzer Grondwet
zijn, terwijl de liberalen als hare hardnekkige
vijanden moeten gehouden worden.
Voorzeker, aanzien wij, katholieken, onze
Grondwet niet als een volmaakt iets, als eene
verzameling van wettelijke bepalingen waar
tegen niets in te brengen valt. Doch wij aan
schouwen haar als den grondzuil waarop ons
nationaal bestaan, in 1831, gevestigd wierd.
"Wij, katholieken, houden onze Grondwet
niet als eene verklaring van grondbeginselen
wij aanzien ze alleenlijk als eene soort van
regeling van toestanden die aangenomen wor
den omdat zij zoo zijn en niet omdat zij zoo
moeten zijn of niet beter zouden kunnen zijn.
Kortom, onze Grondwet is een verdrag, tus-
schen de verschillige politieke partijen ge
sloten, 't welk, indien het getrouwelijk wordt
uitgevoerd of nageleefd, alleen geluk en vrede
in Belgie kan verzekeren.
Daarom hebben, wij, katholieken, nooit
onze Grondwet miskend of verkrenkt, en zul
len wij haar nooit miskennen of verkreuken,
want wij weten dat hare kracht, niet gelegen
is in hare innerlijke waarde, maar wel in
hare onschendbaarheid welke, in 1831, werd
uitgeroepen.
De liberalen deelen onze zienwijze over de
Grondwet nietzij keuren ze af. Volgens hen,
is onze Grondwet het natuurlijk volkenrecht.
Zij is de onschendbare bekrachtiging van de
rechten der Belgen, als menschen, als burgers
en als volk Zij is de hoogste uiting van t recht
eens redelijk volks! Zoo spraken de libe
ralen eenige jaren geleden, en zij wilden ons,
katholieken, pramen den knie voor dte Grond
wet te buigen en haar als het opperste goed
te aanbidden en te vereeren En omdat wij
ons hieraan niet wilden noch konden onder
werpen, waren wij, volgens de liberalen, ge-
zwoorne vijanden onzer Grondwet.
Edochwat zijn de tijden veranderdDie
zelfde Grondwet welke de liberalen ons als
't opperste goed wilden doen aanbidden, is nu
heden door en door slecht geworden, bij zoo
verre dat ze dadelijk zou dienen veranderd te
worden.
De oorlog dien 't liberalismus tegen onze
Grondwet voert, duurt sedert lang.
Eerst begon men de Grondwet met woorden
en daden af te breken. Meer dan eens werd zij
op bestuurlijke wijze verkracht. De radikalen,
de bondgenoten der doctrinairen, eischten
openlijk de herziening onzer reeds ernstiglijk
geschonden Grondwet. Heerke Janson, hun
Schier een half uur, dat hij ter ruste lag, bleven
verschillende gedachten hem door het hoofd woe
len, die vooral hierop neêrkwamcn, dal hij zoo ge
makkelijk zijne weddingschap verdiende, en tevens
dc dwaasheid van zoovelen aangaande spook en
heks kon brandmerken. Terwijl hij aldus zijnen geest
voedde, meende hij een geluid te hooren in hel mid
den van den nacht.
Inbeelding, zegt hij, en niets dan inbeelding,
zooals het nog den laalsten namiddag het geval voor
velen was, die met mij in de Wilde Man vergaderd
waren.
Na nu nog eenigen tijd zich in het bed wakker go
houden te hebben, meent hij andermaal een geluid
binnen de gordijnen zijner legerstede op te vangen.
Inbeelding! geestverzwakking van het lang
durig waken zegt hij wederom het zijn de
nachtvogels rond den bouw het is de wind, die de
eene of andero deur of dakvenster doel rammelen.
Verder bekommerde bij er zich niet over en legde
zijn afgemat hoofd oogenblikkolijk op het oorkussen
neder.
Geen slaap wilde zijne oogleden sluiten, geene
rust zijn vermoeid lichaam versterken.
Wederom trof een geluid zijne ooren.
Dit geluid klonk voortdurend hoorbaarder, en
scheen zich uit die richting voort te planten, waar
de deur N® tl, of liever waarde torentrap aange
troffen werd.
Wonderlijk is het, dacht Ferdinand ten rechte,
opperhoofd, riep openbaarlijk uit dat de ver
rotte steenen uit onze Grondwet moeten ver
dwijnen. En de doctrinairen huiverden bij deze
verklaring, 't Was onvoorzichtig, 't was hoogst
gevaarlijk eene schendende hand te slaan aan
de grondzuil waarop ons nationaal gebouw
rust En Frère, de groote lama van 't.dof"
trinarismus verklaarde plechtiglijk dat hij alle
gemeenschap met de radikale waaghalzen af
brak De toestand was hoogst gespannen.
Doctrinairen en radikalen waren op elkander
ten sterkste verbitterd en slingerden zich van
wederzijde eenen vloed van snoode beleedigtn-
gen naar't hoofd... Later kwam men lot be
daardheid en pogingen tot toenadering der
beide groepen die het liberale kamp yerdeelen
werden aangewend. Men lukte hierin einde
lijk, en de doctrinairen onderwierpen zich
weldra, omdat zij weien dat, zonder de mede
hulp der radikalen het in den grond geslagene
liberale kraam niet kan heropgerecht worden,
En de doctrinairen, die groote aanbidders
onzer Grondwet, zijn nu schaamteloos genoeg
om te verklaren dat onze Grondwet door en
door slecht is en spuwen nu op 't gene zij
vroeger aanbaden. Heden zingen zij allen zon
der onderscheid koekoek een zang Onze
Grondwet moet herzien worden.
En waarom is onze Grondwet nu door en
door slecht volgens de liberalen
Dat is gemakkelijk te begrijpen. Onze Grond
wet is voor de liberalen maar goed tot zoolang
zij aan hunne politieke belangen voordeelig is.
Zij zien immers in onze Grondwet geene wet
gemaakt voor alle Belgen, maar eene wet die
hen alleen moet gunstig zijn... Recht, vrijheid,
volkswil en gelijkheid beteekenen niets zoo
lang zij niet beteekenen aan de liberalen alles
en aan hunne tegenstrevers me/s.'... En heden
dat onze Grondwet door onze katholieke minis
ters naar haren geest en letter wordt toege
past, in andere woorden, dat de liberalen ze
tot hun uitsluitelijk profijt niet kunnen gebrui
ken, is zij nu zoo door en door slecht gewor
den,.dat ze onmiddelijk moet herzien of gewij
zigd worden.... Begrepen geëerde lezers
Wee ons indien de veereenigde liberalen
ooit hun doel bereiken
Men verlieze uil 't oog niet dat indien men
aan onze Grondwet raakt men den grondzuil
raakt waarop zij onze onafhankelijkheid, ons
Volksbestaan, gevestigd heeft Doet men een
hoeksteen springen, dan zal met der tijd het
gansche gebouw instorten.
Onze liberalen spelen hier met vuur... maar
wat raakt hen datVerga, liever het Vader-
lanp dan hunnen haal tegen God, tegen zijne
Kerk en tegen hare kinderen af te leggen, wel
ke hen de wijzigingen aan onze Grondwet
doet eischen
Katholieken 't is onze opperste plicht de
Grondwet te verdedigen tegen de aanslagen
die 't liberalismus haar voorbereid.... Wij
behooren tot de bewarende gezindheid, en
laat ons onze grondstelsels getrouw blijven,
't is te zeggen, bewaren wat onze vaderen ge-
sticht hebben.... En hiertoe zijn geen andere
middels dan moedig te werken en te zwoegen
opdat onze partij aan 't bewind zou blijven, en
ons voor 't overige krachtdadiglijk tegen de
onvaderlandsche ondernemingen der liberalen
te verzetten Want, wij herhalen het, laten
wij de liberalen den grondzuil ondermijnen
waarop onze vaderen ons volksbestaan hebben
gebouwd, dan zal het weldra met 't geliefde
Vaderland gepast wezen, daar wij van de lijst
der onafhankelijke volkeren zullen verdwijnen
Zekere liberale schrijvelaars doen soms, in
eenen aanval van rechtzinnigheid, bekente
nissen welke de waarheid ten volle aan 't
daglicht brengen.
De Meuse, het luiksche liberaal orgaan, be
vatte dezer dagen een schrijven, 't welk, op
eene ongenadige wijze, de waarheid zegde aan
de liberale kliek en hare hoofdmannen.
Onze partij, schrijft de Meuseheeft gemis
aan oprechte politieke mannen noch Frère,
noch Bara, noch Janson, doet het blad ver
staan, mogen als doorzichtige en bekwame
politiekers aanschouwd worden. Gansch de
liberale partij mist die hoedanigheid, omdat
zij altijd met partijschap handelt en dat eigen
baat, in andere woorden, zorgen van goed aan
't Staatsgeldschoielke te kunnen lekken en
trekken, altijd bij de libéralen de eerste en
voornaamste zaak is.
Het liberaal blad somt eenige der politieke
misslagen op die de liberale partij beging toen
zij 't bewind in handen had. Ouder deze mis
slagen treffen wij op eersten rang aan de
kasteelen en forten van Antwerpen, de ge
durige zwelling der budjetten, het gestadig
klimmen der belastingen, enz. Dat alléén,
joepl de Meuse uit, is voldoende om te bewij
zen dat gij, liberale partij, geen loyaal noch
goedkoop gouvernement hebt kunnen samen
stellen.
Die waarheid is hard in den mond van een
politieke» vriend en voorslaander, doch de
Meuse drukt den duim nog geweldiger op de
verkankerde wonde.
Het wegzenden van den Nuncius, zegt het
blad, was eene dommigheid, eene gekheid;
deze gezant des Pauzes was een politieke
priester, de eenige met den welken het liberaal
ministerie kon onderhandelen door zijne tus-
schenkomst, zou men de Bisschoppen hebben
kunnen wederhouden «die niets dan dweepers
zijn.
De schoolwet van 1879 zelfs wordt 't geval
len of liever 't gevloekte liberaal ministerie
als eene wraakroepende zonde te laste gelegd.
Door die wet, roept de Meuse uit, hebt gij
uwe schoolmeesters bedorven; want gij ver
vulde hun hoofd met hooveerdige zaken die
met hunnen slaat niet overeenkwamen gij
deedt hen gelooven dat zij de grootste poli
dat dit geluid juist van uit de richting der kamer
schijnt te komen, wier sleutel bij de anderen niet
aanwezig was, en die misschien wel met voorbe
dachtheid kon teruggehouden zijn.
Onderlusschen wordt hel geluid al duidelijker en
duidelijker.
Neen,., zegt hij, het schijnt geen gekras, noch
gefladoer van uil of vleermuis... neen... het is geen
gezucht of geblaas van den wind... neen,., hel klinkt
niet meer gelijk het gekraak van deur of venster,.
maar voetstappen hoor ik Het dof geklots van na
derende voetstappen vang ik steeds hoorbaarder op...
Indien ik mij niet bedrieg is het de gang van eenen
mensch. Ja, ik verneem klaarder hoe iemand klot
send met eene keten van den torentrap afstrompelt.
Nu hield ik zooveel mogelijk mijn adem in, zoo
gaat mijn oud oom verder voort, terwijl hij zijn kroes
ten bodem too ledigde, en hem weêr oogenblikkelijk
vulde.
Hij hernam de geschiedenis als volgtIn mijne
borst sloeg de hartader hijgend en jagend, als wilde
zij er uil ontsnappen boe onverschrokken ik ook
immer in andere omstandigheden was, werd het mij
nu zeer benauwd om het harte hier in 't midden
van den nacht alleen,... geen vriendenarm voor mij
gewapend... ik misschien aangerand door eene bende
roovers,... misschien is dit slot een schuiloord voor
die gevreesde booswichten, die in zoo menige plaats
hunne sporen met geweld cn bloed geteekend heb
ben
Deze en andere gedachten zag ik als een stormpas
voor mij heentrekken. Ik wilde mij nogthans onbe
vreesd toonen, eu boezemde mijn hart moed in. Ik
wilde zooveel mogelijk eene onversaagdheid, alware
het dan ook maar uitwendig, aan den dag leggen,
en het spook, heks, of wat het ook zijn moge, rid
derlijk onder de oogen zien. Nu ik toch eenmaal in
dezo schrikwekkende omstandigheden verkeer, en
dat in 't holle van den nacht en beroofd van vrienden
hulp, moe! ik mij in dit onvermijdelijke maar schik
ken, en hoop aldus van mijne stoutmoedigheid het
publiek den volgenden dag wederom te kunnen
overtuigen.
Aldus mijmerend bij mij zeiven, greep i'^den
degen, die iiaast de legerstede hing, en sloot vervol-
tiekers des lands waren en de wereld op
hunnen duim draaide.
En terwijl men aldus de hersenpan van de j
schoolmeesters op hol bracht, vernederde men
de gemeentebesturenmen verpletterde hen on
der gedurig klimmende lasten,men plaagde hen
met commissaires spèciaux, en dwong hen nut-
telooze maar kostelijke schoolpaleizen te
bouwen.
Kortom de liberale partij miskende de belangen
des volks, gaat de Meuse voort, en het schijnt
wel dat die partij niets leert, want, met nu de
wijziging der grondwet te eisphen, slaat zij
andermaal den bal op eene ellendige manier
mis.
Neen,roept de Meuse de liberale leiders toe:
Vous n'êtes pas des hommes d'élatGij zijt
geene staatsmannen En eenige regels hooger
riep het blad uitde liberale partij heeft
noch hoofdmannen, noch vlag, noch grond
beginsels. Dit laatste verwijt vooral is waar
heid.
En deze onbewimpelde bekentenissen wor
den afgelegd door een der voornaamste liberale
organen des lands Ook zijn zij de verrecht-
veerdiging van onzen onverpoosden strijd en
de bekrachtiging van 't vonnis door 't land op
10 Juni 1884, plechtiglijk uitgesproken 't welk
't onvaderlandsch liberaal ministerie tot der
dood veroordeelde
Men zou dit artikel ook mogen titelen Een
stap achteruil, want hetgeen wij thans te
Parijs zien gebeuren, is verre van overeen
stemmig te zijn met de hedendaagsche voor
uitgaande beweging.
Over eenige jaren wierd er tusschen Frank
rijk, Zwitserland, Italië, Griekenlanden Belgie
eene overeenkomst gesloten met naam rUnwn
Laline, volgens dewelke de gouden en zilveren
geldstukken dezer verschillige landen in alle
die landen als wettige munt zouden beschouwd
worden.
Immers die vijf landen hebben heizelfde
geldstelsel, 't is te zeggen, de frank als eenheid
mei een aantal vermenigvuldigingen of onder-
verdeelingen in goud, zilver of in koper.
Deze overeenkomst vergemakkelijkte de
handelsbetrekkingen tusschen de vijf landen
1 en het vereffenen der rekeningen, zonder dat
men tol eenen wisselaar zijne toevlucht moest
nemen, dus zonder nutteloozen onkost.
j Alles was dus om ter best en, dewijl de tijd
j veel vermag, was het te hopen dat in 't vervolg
andere landen insgelijks het stelsel van den
frank als eenheid zouden aannemen en zich
bij de Llnion Laline aansluiten. Van lieverlede
was het dus mogelijk eene en dezelfde munt
over de gansche wereld gangbaar en wettig
te maken. Welnu, verre van bijlreders te
winnen, staat de Union Laline om ontbonden
te worden ten minste ziet ons land zich ver
plicht ervan af te scheiden.
Geschied zulks, de Fransche, Zwitsersche,
Italiaansche en Grieksche zilverstukken, zullen
hier geene wettige munt meer zijn.
Ziethier wal hiervan de oorzaak is
Wanneer de Union Laline tot stand kwam,
was het sinds lange jaren aanveerd en vast
gesteld dat een kilogram goud in weerde gelijk
staat met 15 1/2 kilogr. zilver. Men stelde
diensvolgens vast dat het geld naar die gege
vens moest geslegen worden, en men besloot
insgelijks terzelfder tijd, dat ieder der vijf
landen een onbepaald getal gouden en zilveren
muntstukken mocht slaan, mits die enkele
voorwaarde dat het gewicht en de metaal-
weerde der speciën gelijkvormig zouden zijn
aan de beschrijving der overeenkomst.
Maar sinds dit tijdstip hebben de zilver
mijnen veel meer zilveren staven ter markt
gebracht dan dat men het ooit had durven
veronderstellen die groote hoeveelheid zilver
deed natuurlijk den prijs ervan merkelijk
dalen, derwijze dat het verschil van 1 tot
15 1/2 voor de geldspeciën als onwrikbaar aan
veerd niet meer juist is jegens de marktprijzen
der gouden en zilveren metalen; thans is het
goud achttien maal meer weerd dan het zilver;
dit laatste heeft dus opzichteos het goud eene
weerdevermindering van 15 °/0 onderstaan.
Doch veronderstellen wij slechts eene ver
mindering van 10 om niets te overdrijven!
wat gebeurt er
Iemand die 100,000 fr. bezit in goud, gaat
naar de markt en koopt er voor zijn gouden
geld, zilveren staven. Aan den huidigen prijs
ontvangt hij er ruim 350 kilogrammen, welke
hij naar de Muntenfabriek draagt om dezelve
in geldspeciën te doen veranderen.
Alle onkosten betaald wint hij 10,000 fr.;
want voor zijne 100,000 fr. in gouden geld,
krijgt hij 110,000 fr. in zilveren geld.
Niemand zal verwonderd zijn te vernemen
dal soortgelijke verrichten meermaals geschied
zijn te Brussel alleen heeft men binst deze
weinige jaren die sedert het ontstaan der Union
Laline verloopen zijn, niet min danöOOmillioen
in vijffrankstukken geslegen.
En deze honderden miljoenen vijffrankstuk
ken zijn overal in de vijf landen der Union
verspreid geweest.
Indien de Muntfabriek van ieder land slechts
geld zou geslegen hebben voor rekening van
dit of van deszelfs inwoners, de wederzijdsche
winst ware voor elk, naar evenredigheid,
gelijk gebleven en de mogelijke onaangenaam
heden vroeg of laat door het inroepen der
zilverstukken te veroorzaken,zouden insgelijks
naar evenredigheid gelijkelijk door elk der
vijf landen moeten geleden worden.
Zoo is het niet ongelukkiglijk: elke Munten
fabriek mocht werken voor hetzij wie, en daar
de Belgische fabriek het goedkoopst werkt, is
iedereen naar ons land gekomen om er het
zilver in vijffrankstukken te doen veranderen.
Het zilver door Franschen, Zwitsers, Italia
nen en Grieken in geldspeciën veranderd, is
bijgevolg Belgische munt.
gens zorgvuldig de gordijnen van bot ledekant, waar
slechts eene kleine opening bleef.
Opstaan scheen de lijd, bij al die bedrijven, niet
meer toe te laton, want de vreemde voetstappen
waren do deur mijner kamer te zeer nabij.
Bij hel sluiten der gordijuen was er echter eene
kleine opening gebleven om den binnentredende in
de kamer te kunnen bespieden, en na te gaan of ik
bestand zou zijn mijne krachten met dien vreemde
ling te melen, indien er gevaar zou zijn om handge
meen te moeten worden.
Het vuur dal in den open haard vourtdurend een
weinig brandde, wierp nog genoegzaam licht van
zich af om den binnentreder in de kamer bij den
eersten oogslag te kunnen beschouwen.
Zoo gedacht, zoo gedaan.
Het duurde nu slechts een oogwenk meer, toen
een vreemdeling, die door den benedengang trap
pelde en eene keten scheen voort te sleuren, halt
nam voor zijne kamerdeur.
De deur werd geopend daar trad een oude man
binueD. Men groote moeite en zichtbare afmatting
moet hij zijn uitgemergeld en waggelend lichaam
voortslepen, terwijl in waarheid, gelijk ik thans
duidelijk vernam, eene ijzeren keten aan zijn rech
ter benedenbeen vastgeklonken was.
Hij zette zich bij het smeulend vuur neêr.
Ik zag nu zeer klaar den man die reeds langen tijd
het gevreesde spook dezer omstreken uitmaakte. Ik
zag hem hij was een grijzaard, hij hel vuur neerge
hurkt, meer aan den dood, dan aan een levend wezen
gelijk.
Zijn lichaam was als een geraamte. Zijn hoofd
droeg diepe sporen van lijden cn smart. Dal uitge
mergeld wezen raapte met zijne vermagerde en
knokkigo vingers de stukken hout op, die half ver
brand rond den vuurhaard verspreid lagen zoo kon
hij het wegstervend vuurnieuw voedsel verschaffen,
ten einde zijne van koude sidderende ledematen te
warmen.
Het zilverwit haar golfde hem verward over de
schouders, een lange baard, borstellig vooruitste
kend, bedekte zijne kin, cn nog een gedeelte van
zijn aangezicht. Het voorhoofd was van rimpels als
doorpleegd, de oogen keerden zich in diepe holten
en waren van de tranenstorting onlglansd. Wanneer
men er nog bijvoegt dat een half versleten kleed dit
van smarten afgebeuld geraamte bedekte, dan is
deze man, of volgens de taal der lichtgeloovigen, het
spook van liet Sleulje geschetst, zooals mijne oogeD,
zegt Ferdinand, proefondervindelijk kunnen getuigen.
Zoo zat dan deze grijzaard, gelijk de lezer hem tot
dusverre heeft leeren kennen, al zuchtend en steu
nend in 't vuur te staren, het hoold leunend tegen
zijne spichtige vingers lk hoorde hem kermen en
eenige woorden stamelen, die ik evenwel niet ver
slond.
Na een scherp luisteren vernam ik eindelijk hel
volgende Ogeveer dertig jaren zal het geleden zijn
dat ik bij hel vunr neergezeten, mij heb kunnen
warmen. Wal doet het vuur toch goed voor eenen
ouderling bij wien door de aderen bijna geen warm
bloed meer rondvloeien en naar hel hart lerugkeeren
kan, om alzoo hel ellendig leven nog een tijd te
rekken
En hij zuchtte nogmaals... Tranen rolde over zijne
doorgroeide wangen, tranen bevochtigden de keien
die nog voortdurend zijn rechterbeen omklemde.
Rampzalige, die ik ben sprak hij thans, ge
vloekt onder de schepselen
En een nieuwe tranenstroom vloeide uit zijne
oogen, vergezeld van gekerm en gesnik.
Dat sneed mij door de ziel, ik zuchtte eu maakte
aldus onwillekeurig een geluid.
Nauwelijks verneemt de grijsaard dal hij iu deze
kamer niet alieeu is, of hij springt op, evenals een
verschrokken hert, dat des jagers aanwezigheid
bespied heeft. Met sidderende stem roept hij
Is er iemand in deze plaats, ligt er iemand in
die bedstede
Toen ik hier op antwoordde, en de gordijnen
geheel openschoof, snelde de man ijlings uil de
kamer met zijne klotsende kelen.
Mijn geroep en waarschuwing dat er niets te
vreezen was, dat ik geen kwaad in 't schild voerde
neen,. dat alles kon niets baten, de grijsaard
vluchtte met eene gezwindheid die nog eigen was
aan zijn vermagerd lichaam.
Mijne vrees had ik nu ook volkomen afgelegd, en
was oogenblikkelijk uit de legerstede opgesprongen
om den onbekende te achtervolgen gekomen bij de
deur, waar de trap naar den toren leidt, hoorde ik
van uit de hoogte nog een dof gedommel. Dien
vreemdeling achtervolgen tot boven in den toren,
indien het mogelijk was, dit was mijn eerste en mijn
eenigste gedachte.
Die gedachte werd onmiddelijk bewerkstelligd, zij
gaf mij als 't ware snelle vleugels, terwijl ik uit
vrees van den voortvluchtige mijn hart met moed en
stoutheid wapende. Oogenblikkelijk, ja pijlsnel was
ik den torentrap opgestormd.
En wat zagen, bijna op het bovenste gedeelte van
den torentrap, daar mijne nieuwsgierige oogen?
Daar vond ik den vreemdeling, daar lag de grijs
aard sprakeloos en in bezwijming
Wellicht had de plotselinge verrassing in de bene
denkamer, en die blindelingsche overspanning in bet
wegijlen 's mans hart zoodanig getroffen, dat hij van
ontsteltenis hier nu bewusteloos neêrgezegen was.
Hij lag er als een lijk, zonder de minste beweging,
met eenen onveranderlijken en starenden blik.
Ik sprak tot hem en zeideVrees niet, gij hebt
met geen vijand te doengij bevindt u tegenover
eenen vriend. Geen antwoord kwam uit zijn veegen
mond, geen levcnsteeken gaven zijne roerlooze
oogen.
Stond ik nu iu tegenwoordigheid van een lijk, dat
nog eene ijzeren kelen aan het rechterbeen gekluis
terd hield, of was het eene bedwelming die het
zichtbare leven van den grijsaard voor het oogenblik
verborgen had Ouoplosbaar raadsel een tijd lang
dobberde ik in twijfeleindelijk keert hij van liever
lede tot het bewustzijn terug.
lk snelde thans naar beneden om daar in de kamer
den mij nog overgebleven wijn te balen om dien aan
de lippen van dezen ongelukkige te brengen bij
eiken teug scheen het leven hem met nieuwe krach
ten te bezielen.
Geen half uur was cr verloopen of de bezwekene
bevond zich wederom in zijn gewonen toestand. Na
hem herhaaldelijk gerustgesteld en verzekerd te
hebben dal hij van mijnentwege niets te duchten
had, nu ik slechts alléén in dit gebouw was, daalden
wij met langzamen tred benedenwaarts.
Wordt voorlgtxtU