He benoemingen zijn voor de vlaamsche
provinciën de volgende
Vlaanderen voorloopig, M. A. J. Marlet, met
verblijf te Gent.
Kempen (Antwerpen.) bepaald, M. Van de
Putte, met verblijf te Turnhout.
Kempen (Limburg,) voorloopig, M. Van der
Rijst, met verblijf te Hasselt.
Brabanl, voorloopig, M. G. Gillekens van
de landbouwschool te Vilvoorde, met verblijf
aldaar.
Hierbij is gevoegd eene cirkulaire van M.
den minister van landbouw, die inlichtingen
geeft over de werkzaamheden van het korps
landbouwkundigen, door den Slaat ingesteld.
Dezen zullen zich in gedurende betrekking
moeten houden met de landbouwers, raden en
kommissiën, de tentoonstellingen, konferen-
ciën, jaarmarkten, en de onderwijzers der
lagere scholen, welke lesten verzocht worden
de konferenciën. die telken jare eenen volledi-
gen leergang zullen vormen, bij te wonen.
Er zal daarenboven een aantal proefvelden
ingericht worden, om het landbouw-ondervvijs
volgens de behoeften der streek aanschouwe
lijk te maken.
Het getal proefvelden zal ten minste vijf per
provincie bedragen zij zullen door de Staats-
landbouwkundigen bestuurd worden onder
toezicht van de landbouwinspektie van den
Staat.
Driemaal gestorven.
Wij lezen in La Paix een uittreksel van eene
onuitgegeven memorie van M. Coomans, de
hoofdopsteller van dit blad
Ik ben oud genoeg om verscheidene per-
sonagen gezien en gekend te hebben, die
eene rol hebben gespeeld in de hislorieke
drama's waai van onze provinciën onder de
oostenrijksche en fransche overheersching het
tooneel zijn geweest. Een dezer personen, een
nederig, moedig, ongeleerd, doch verstandig
landman, wiens vertrouweling en boezem
vriend ik was, heeft het wonderbaarste leven
geleid, dat ooit een schiijver van waarschijn
lijke romans zou hebben durven drooinen.
Jan Clauwaert gezegd de luider, omdat hij
de klokken luidde in de abdij van Afiligem
lusschen Aalst en Assche nam in 1789,
alsdan 25 jaren oud, deel aan den veldslag van
Turnhout met de vrijwilligers van Van der
Meersch, en bekwam er eene kwetsuur, welke
hem noglhans niet belette den veldtocht der
Maas meê te doen, onder de bevelen van den-
zellden generaal, die nog steeds zegevierde.
In den slag van Anseremme werd hij doar
eenen kogel te midden van het voorhoofd
getroffen en zijn naam werd op het bulletijn
der gesneuvelden gebracht, dat naar Brussel
gezonden werd.
«Wanneer men hem met andere ziellooze ge
zellen in een gemeeiizamen put wilde stoppen,
protesteerde hij zoodanig hard, dat men hem
in eene hul neérlegde van den berg waar goed
hartige Walen hém met broederzorgen om
ringden, alhoewel hij geene lettergreep van
hunne taal verstond en dat hij de uniform had
aangetrokken van eenen Oostenrijker, die hij
daags te voren gedood en ontkleed had.
De monikken van Afiligem zongen voor
hem eene lijkmis, die hij wel verdiend had,
en benoemden een anderen luider. Op het
einde van den zomer, in 1790, eischte Jan
onverwachts zijne bediening terug en men
spoedde zich hem in zijn ambt te herstellen,
terwijl men hem tevens met gelukwenschin-
gen overlaadde. Hij deed vooral twee oorzaken
van zijn lang stilzwijgen kennen hij kon niet
lezen en zijne schijndood had hem belet zijne
krijgsgezellen te verzoeken in zijnen naam een
getuigschrift dat hij nog leefde aan zijne gees-
lelijke, burgerlijke en militaire oversten te j
zenden.
Jan luidde moedig, at en dronk goed in zijne
dierbare abdij, lot in 1797, tijdstip waarop hij,
met toelating der monikken. zich bij de pa
triotten in de Kempen ging voegen, die er
streden tegen de republiekaansche dwinge
landen, invoerders der hatelijke loting in het
veroverde, uitgeplunderde en tot slavernij ge
brachte Belgie.
Hij werd in den slag van Herenthals gewond
en bijna met eenige honderden lotelingen ge
fusilleerd hij keerde nogtans gelukkig naai
de abdij terug, doch vond dezelve uitgeplun
derd, verlaten en in de handen der overwel
digers. Daar hij geenen stiel kende en arm en
verlaten was, vreezende zijne familie, die ver
antwoordelijk voor zijne desertie was, moei
lijkheden te veroorzaken, vluchtte Jan naar
Luxemburg, dat hij een gansch jaar doorliep,
ten koste der pastoors aan wie hij het gevaar
lijk geheim van zijn bestaan durfde toever
trouwen.
Op zekeren dag werd Jan door eenen goed-
hartiger. gendarm aangehouden, en hij was op
het punt eindelijk gefusilleerd te worden, doch
hij gelukte er in dien vertegenwoordiger der
stervende fransche republiek ten zijnen op
zichte gunstig te stemmen. Hij nam dan ook
dezes aanbieding aan, hem als vrijwilliger in
te lijven mits eene onder elkander te ver
deden premiein den dienst van den toe
komenden keizer.
Jan deed wat duizenden belgische soldaten
dedenhij diende zijne tirannen en vermenig
vuldigde zijne akelige daden, overal waar zij
hem geleidden. Hij oefende zijnen dienst uil
als simpel soldaat, in de slachterijen van Oos
tenrijk en Pruisen, en onder ander te Jéna,
waar hij voor dood werd achtergelaten en als
dusdanig op het papier van den overwinnaar
werd opgeschreven. Bericht van dit tweede
overlijden werd naar zijn dorp en naar de
overlevende monikken gezonden, die niet na
lieten nog eene lijkmis voor de ziel van Jan te
celebreeren.
Na omtrent een jaar was Jan genezen hij
deed naar zijne bloedverwanten schrijven,
doch kreeg geen antwoord; de brief was niet
ter bestemming gekomen, misschien werd hij
niet verzonden. Hij kon eindelijk naar zijn
regiment terugkeeren, dat, na verscheidene
roemrijke slachtingen, bijna geheel ging uit
sterven in Rusland. Jan werd krijgsgevangen
genomen en blootvoets langs gene zijde van
het Ouralische gebergte geleid, waar hij al de
ellende van Siberië leerde kennen, tot aan zijne
vrijstelling in 1819. Hij heeft die chronologi
sche bijzonderheid, noch de aardrijkskundige
bemerkingen van zijne lange reis, altijd te
voet, dikwijls ongeschoeid, door Rusland,
Hongarie en Duitschland niet kunnen bepalen.
Ik ben er slechts met moeite in gelukt die
afstanden op de landkaart aan te teekenen.
Wanneer hii in zijn dorp weergekeerd was, over de gevolgen der losbandigheid en ontucht,
hoorde hij er een deïden akt van overlijden en hen 8elael al hei kwaad aan te wtjaen.dat
voorlezen. Hij werd als een geliefkoosd spook
ontvangen, zijne neven zorgden voor hem en
pochte noch klaagde ooit. In Sibene had hij
met het scheermes omgegaan, hij werd op
nieuw barbier en leefde lang. Hij schoor mij
voor de eerste maal. en deed voor den lesten
keei den baard af aan eene menigte van zijne
medeburgers die hij overleefde, want hij zeil
stierf maar \oor goed, bijna schielijk, wanneer
hij omtrent honderd jaren oud was, en nog m
volle gezondheid van lichaam en geest, alhoe
wel hij ongeletterden driemaal gestorven was.
Kieskronijk.
Het kiezerskorps van het arrondissement
Virton is bijeengeroepen om op 17° dezer loo-
pende maand over te gaan tot de benoeming
van een volksvertegenwoordiger, in vervan
ging van M. Bouvier, overleden.
De kandidaat der liberale Associatie is
M. Ensch, advokaat te Arlon.
M. Mernier, aan den welken in 1884, slechts
een vijftal stemmen ontbrak om als de geko
zene uitgeroepen te worden, heeft, op aan
dringen zijner vrienden, de katholieke kandi
datuur aanveerd.
De strijd zal hevig wezen, doch alles voor
spelt dat de zegepraal der katholieken verze-
kerd is.
STERFGEVAL.
Zaterdag avond 26 September, is alhier in
den nog jeugdigen ouderdom van 51 jaren, na
eene langdurige ziekelijkheid onderstaan met
de allergrootste onderwerping aan den Wil
Gods, overleden den heer
.Jozef Verleysen,
Sekrelaris der Stad Aalst, en Ltd-Sekretaris van
hel Bureel der Kerkmeesters onzer St-Jozefkerk.
Woensdag jl. had de plechtige begravenis te
midden van eenen grooten toeloop van vrien
den en kennissen plaats.
De heer Van Wambeke, onze achtbare Bur
gemeester, sprak ten sterfhuize de volgende
Lijkrede uit, welke wij ten volle bijtreden,
omdat zij ons getrouwelijk het gansche leven
van onzen vriend en medestrijder terugspie
gelt.
Ziehier de vertaling dezer Lijkrede
Mijn heer en
De dood die niemand spaart, komt ons, in
den bloei zijns jaren, te ontrukken den lieer
Jozef Verleysen, Sekretaris der Stad Aalst,
sedert 1870. 't Is een gevoelig verlies voor het
Bestuur aan'l welk de overledene zijne gan
sche werkdadigheid had toegewijd.
Alhier geboren den 50 Oktober 1854, legde
M .Verleysen zich van kindsbeen afloeop de
ernstige studiën, ondanks de moeielijkheden
die de jongelingen op dien levenstijd ontmoe
ten. Niets ontmoedigde hem, vastberaden alle
hinderpalen te overwinnen, kwam hij er, door
veel moed en krachtdadigheid, toe de opper-
klerk van een belangrijk notariaat te worden,
in het welk hij werkzaam bleef tot dat hij tot
het ambt van Stadssekretaris werd benoemd.
Vastberaden van karakter, leerde hij wel
dra grondig de wijdloopige en verwarde regels
van het bestuurlijke recht, en loste haar met
behulp eener uitgestrekte memorie en van I
1 eene wijze toepassing op.
Ik heb hem van nabij kunnen waardeeren,
en mag tol zijnen lof zeggen, dal hij een uil-
muntende raadsman was in de oplossing der
grootste bestuurlijke moeielijkheden. Sedert
'twee jaren leed hij aan eene kwijnende ziekte,
doch langen tijd wist hij de kwaal die hem on-
i dermijnde te overmeesteren, tot op den dag
wanneer hij, door lijden uitgeput, zich binnen
huis moest houden.
Van 't begin der oprichting van de nieuwe
Sint-Jozefskerk, was hij de ziel der Commis
sie, en T is te meerderen deele aan zijne
bekwaamheid en kefinissen dat deze laatste in
de voltrekking van dees werk bijna onover
winnelijke hinderpalen te boven kwam.
Echtgenoot aan zijne plichten toegedaan,
zorgvolle lamilievader, laat hij aan zijne gade
en kinderen den naam achter van een werker
te zijn geweest, welke de achting verdiende
van alle dezen welke hem hebben kunnen
waarderen.
Overtuigde kristene, in de gevoelens eener
overtuigde godvruchtigheid door eene kristene
moeder opgevoed, transigeerde hij nooit met
zijne leerstelsels en overtuigingen hij was
een der krachtdadigste voorstaanders der ka
tholieke partij in deze Stad.
Zonder vrees zag hij de dood zijn ziekbed
naderen, alles hopende van God welke de
deugd beloont en zijne dienaren in zijnen
schoot ontvangt.
In naam van T Stedelijke Bestuur, ont
vangt, onze beminde Sekretaris, ons laatste
vaarwel
W erkmaus-erisïs.
GIFTEN, tol hulp van de Slachtoffers der Werkmans-
Crisis t'Aalsl 5e Lijst.
Bedrag van de vorige Lijsten Fr. 9,112,58
MM. Hip Borreman, Statiestraat
Verdunnen,
Jan Beeckman,
C. Van der Snickl,
Wed. Moyersoen-Van den Hende,
Aug bo Buysscher,
Onbekend,
Dr Is Bauwens,
Uruvvé,
M. Van de Walle-De Praeter, Gent.
E. H Cools, priester,
Uaens-Mayart,
Maria Daens,
Anna Daens,
Onbekend,
Onbekend,
Wed. De Paepe De Bièvre,
De Galan-Daens,
Erveu Van den Brempl,
Naamloos,
Ph. Schellaert, winkel.
B. Van Breugel, rentenier,
E H. Haems, ondorp.
De Dsmen van Maria,
Zusters Hospitaal,
Colette Van Mol,
Aalst.
Achterstraat.
Achterstraat.
Werf.
Achterstraat.
Molenstraat.
:,G0
20,00
5,00
5,00
20,00
2,00
5,00
50,00
200,00
100,00
50,00
5C.00
10,00
5,00
50,00
10,00
10,00
10,00
2,00
10,00
10,00
10,00
25,00
25,00
10,00
10,00
Opbrengst Fr. 9821,58
hunne ondervinding in hunne geneeskundige
loopbaan heeft opgedaan.
De Gazette zegt dat die voorschriften altijd in
het leger bestaan hebben, maar dat zij nooit
toegepast werden, daar zij als onwettig be
schouwd worden.
Zou het dan wettiger zijn die pest te laten
voortwoekeren
PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN.
De E H. Debecq, pastoor van Nedcrecname heelt
zijn ontslag gegeven Hij wordt vervangen door den
E. H Van Mieghem, onderpastoor te Denderbelle. Do
E. 11 Van den Keere is survaillant benoemd in het
collegie van Geeraardsbergen
allerhande nieuws.
Naar 't schijnt heeft men alhier een mees
terstuk ontdekt van den vermaarden Rubens.
Deze schilderij verbeeldt Christus de wereld
zegenende de grootte is 80 cent. op 62. Zij
draagt het jaartal 1614 en twee spaansche
stempels. Dees meesterstuk kan alle dagen
bezichtigd worden bij M. Michiels, kleermaker,
Zonnestraal, en is te koop
Eenige bladzijden uil het dag-reisboek eens
zendelings. 1' Vervolg. Het is noodig den
berg te 'beklimmen. Ziehier de wijze op dewel
ke die beklimming geschied. In eene stand
plaats. aan den voet des bergs, verandert men
van stoomtuig of machieu. Do trein wordt
maar uit vier wagons samengesteld. Indien er
meer wagons zijn, moet men twee stoomtui
gen nemen. De opklimming begint, maarzoo
gij het wel denken kunt, gaal deze niet ras
vooruit. Men rijdt altijd rond den berg. Namate
wij klimmen wordt het gezicht waarvan wij
genieten verrukkerdcr. Van den eenen kant
vertoont zich de berg bijna steil als eenen
muur van den anderen kant dringt liet oog
in eenen onmeetbaren afgrond, die schrik in
boezemt en aan velen de haren doet te berge
reizen, en met reden, want moest de trein
ontriggelen, men zou onfeilbaar in stukken en
brokken in de diepte van den afgrond neder-
komen. Daar men gestadig ronddraait, kan
men dikwijls boven het hoofd ontwaren de
plaats welke men welhaast zal moeten over
trekken. Welk prachtig schouwspel! Wij staan
allen aan het venster van onzen wagon ten
einde te beter te kunnen zien, en wij zijn als
in verrukking vervoerd bij het aanschouwen
van die schoone natuur. Na twee uren te heb
ben geklommen bereiken wij, God dank, zon
der ongeval de kruin des bergs alwaar eene
standplaats is en de treiri stil houdt. Wij be
vinden ons in den sneeuw, ook is het er waar
lijk koud, maar geen wonder want wij bevin
den ons tusschen de 3 k 4000 meters boven
den effen grond. Ieder van ons neemt zijn zak
boekje, teekent er op aan 10 uren 55 van
den morgend 14 Oktober, Semenering (naam
der statie) in den sneeuw. Deze berg eene
middelmatige breedte hebbende van 200 kilo
meter, hadden wij drij kwaart uurs noodig om
den berg langs de andere zijde af te dalen.
Gedurende liet overige der reis volgen wij
gestadig de vallei van de eciie of andere ri\ier
teneinde niet gedwongen te zijn, bij honder
den onderaar.Ue'ie gangen te moeten dooiloo-
pen daar die h-ndstreek zeer bergachtig is,
hoeft men er talrijke tunnellen te maken.
Eerst h liben wij de Mure Vallei die ons
leid door gansch Siyrie bangs Bruck en Graetz.
In deze laatste sta l houdt de trein gedurende
eene halve uur stil, om aau de reizigers den
tijd te laten in hel hotel der statie te noenma
len. Vervolgens is hel de vallei der Dave, eene
der groole rivieren van Oostenrijk, en de val
lei der Pave, alle deze valleien zijn zeer dich
terlijk. Menigvuldige spitsbergen met eeuwigen
sneeuw bedekt, ruwe steenrotsen, schrikver
wekkende afgronden, in een woord men ont
moet er al wat de natuur in majesteit en afgrij
selijkheid vervat en te midden van dat alles
rollende talrijke rivieren hunne wateren met
eene vervaarlijke snelheid en dikwijls door
wondere watervallen onderbroken, vooruit.
Eindelijk komen wij te Trieste aan om 10
ure van den avond. Daar wij zeer vermoeid
zijn van reizen, verhaasten wij ons een hotel
te zoeken waar wij het overige van den nacht
zachtjes kunnen doorbrengen. Des anderen
daags, na de H mis te hebben bijgewoond en
het brood der sterken nog eens genoten te heb
ben, bezochten wij de stad, deze is zeer fraai,
de zeehave bijzonderlijk is verrukkend, en
er lieerscht veel levendigheid.Te vier uren na-
middag waren wij allen aan boord van den i
Orion die ons naar Calcutta moest overbren-
gen. Deze stoomboot Is de grootste en de 1
schoonste van alle die zich toen in de have j
van Trieste bevonden, en ter uilzondering van i
twee, (een fransch en een engelsch,) de groot- j
ste van alle die wij gedurende onze reis gezien
hebben.
Eene ineengedrongene menigte volk was op
den oever samengestroomd om aan het vertrek
van dat machtig vaartuig aanwezig te zijn. De
vaarwels worden gewisseld. De tranen vloeien.
Men omhelst zich een laatste maal. Welhaast
stelt de reus zich in beweging en verlaat lang
zaam de haven, de zakdoeken en de hoeden
worden gezwaaid nog eens ten teeken van
vaarwel, (adieu) o heilvolle, ja, troostvolle uit
drukking hoeveel zijn er die aan de beteeke-
nis van dat woord wel denken? Adieu o, ja! tot
God, tot in den HemelNogtans die vaarwels
worden niet lot de missionarissen gericht, die
tranen vloeien niet voor hen, want onder die
(Jicht ineengesloten menigte die daarop den
oever den boot mei het oog blijft volgen, ont
waart men niet één wezen die de missionaris
sen toelacht, zij, zij alleen zijn vergeten. En
nogtans het is voor altijd. O ja vaarwel,
adieu duurbare grond van Europa, op welken
ik gelaten heb al wat ik bet kostelijkste, liet
duurbaarste, liet beminnenswaardigste op aar
de bezit. Welbeminde ouders, broeders, zus
ters, bloedverwanten en vrienden, vaarwel,
adieu Gij waart niet hier op den oever, gij
kondet ons dus die laatste hulde niet bewijzen,
gij kondet ons geen laatste maal omhelzen,
ons geenen laatsten liefdevolle» glimlach toe
werpen, wij waren vreemdelingen en onbe
kenden voor die toegestroomde menigte, dus
geen groot wonder dat wij er vergelen sche
nen.
Na eene schoone en gelukkige scheepvaart
op de Adriatische en Middelandsche zeeën, ko
men wij den volgenden maandag in den vroe-
gen morgen te Alexandriën aan, waar wij balt
i houden. Aanstonds begeven wij ons stede-
Een nieuwe cirk.ulau*.
M. Pontus heeft bij middel van eene nieuwe
circulair een maatregel voorgeschreven die
als een vervolg kan dienen op het verbod van i waarts, naar bet kollegie van onze paters, om
sterke dranken in de kantien der kazernen te 1 er de 11. Mis te liooren en het H. lichaam des
verkoopen. 'I Heeren te nutten, want hierin vinden wij altijd
De minister heelt namelijk aan de officieren nieuwen moed en sterkte. Na onbelen te lieb-
van het eeneeskuiidii; korps voorgeschreven ben doorloopen wij eens de stad. Deze bied
op b epaald e Djd stip pen voofdraebten te geven waarlijk een hartverscheurend schouwspel
aan. Bijna gansch het Europesche kwartier, dat
eertijds zeer schoon moet geweest zijn, is
heden maar een puinhoop meer ten gevolge
der bombardeering en brandstichting. Het
grootste gedeelte der forten is gansch ver
nield. In de haven bevinden zich eenige der
grootste engelsche oorlogschepen. Buiten de
haven ligt op anker de Inflexible,» bet groot
ste oorlogschip in de wereld bestaande. Hel is
het eenige schip der gekende natiën, dal liet
Suez-kanaal niet bevaren kan want dat
kanaal heeft maar negen meters diepte, terwijl
de Inflexible 10 meters diepgang heeft. Den
zelfden dag nog verlaten wij Alexandriën om 4
ure van den avond en des anderendaags in den
vroegen morgen bereiken wij Port-Saïd.
(Wordt voortgezet.)
Men gaat op de Groote Markt te Brussel,
naast de staken, die de toestellen van het
elektriek licht dragen, ook nog gaskandelabers
plaatsen, teneinde vergelijkende proeven te
nemen over de lichtsterkte en den prijs.
De gazetverkoopers die woensdag hel
leste nummer van l'Echo te koop boden, rie
pen la mort de l'Echo du Parlement
Een heer, die van de reis kwam, vond
bij zijne thuiskomst, in een der zakken van
zijnen overjas, een glazen buisken van 17 mil
limeters doorsnee, met grijsachtig groen poeier
gevuld, en zijnde aan weêrszijden met kurk
dicht gestopt. De eene kurk was met eene
naald doorboord en de andere, voorzien van
eene kleine zwamlont die reeds vonkte. De
heer heelt het voorwerp aan de policie over
handigd, die zal onderzoeken of men hier met
eenen aanslag, of met eene slechte grap te
doen heeft.
Woensdag heeft een spoorwegbeambte»
te Derdermonde, den genaamde J. Spelkens-
een oud-pension-naris van Hoogstraten, aan
gehouden, op lietoogenblik dat bij nabij de
brug over de Scbelde.een stuk ijzer op de rails
legde. De schurk verklaarde dit gedaan te heb
ben, om voor een twintigtal jaren gevangen
gezet te worden.
Groote brand te Brussel. Gedurende
den afgeloopen nacht is het oudste magazijn
van Brussel, de Groote Olifant geheelen, in de
Paternosterstraat 19 en 21, afgebrand.
Rond 1 uur verspreidde de schrikverwek
kende tijding zich door de slad, daar het ge
vaar merkelijk vergroot werd door de aanwe
zigheid van drogerijen en andere brand en
ontplofbare stoffen.
Op bet eerste alarm snelden de pompiers
der kazerne, met kapitein Allo aan 't hoofd, ter
plaatse der ramp toe, met al het noodige mate
rieel tot redding en bestrijding van het vuur.
Men wist niet hoe de brand aanvang beeft
genomen, doch alles deed vreezen dat hij zich
verder zou uitbreiden. Ook heeft men eene
ontzaggelijke massa water op het vuur moeten
werpen, om het te overmeesteren en de naast
liggende huizen te vrijwaren.
De schrik was zoo groot dat de bewoners
uit de Groote- en Kleine Violetstraten reeds
volop hunne meubelen verhuisden.
De schade is zeer groot, doch gedeeltelijk
door verzekeringsmaatschappijen gedekt.
Het nederlandsch gouvernement heeft
aan Belgie en Engeland voorgesteld eene over
eenkomst te sluiten, om den handel in blanke
meisjes te beletten.
BevolverschotenEen boekbinder van
's Hertogenbosch, F. S... oud 47 jaar, verbleef
sedert drie maanden te Antwerpen, ten huize
van zijne zuster.
Dezer dagen was hij door deze gelast geweest
huishuur op te halen* S... volbracht die taak,
doch deed het geld op. De zuster had hem toen
haar huis ontzegd, en dijnsdag had S... den
sleutel moeten afgeven.
's Avonds, omtrent 10 ure, verscheen hij
voor de woning en loste een revolverschot
door een der vensters. Er had aanstonds een
samenscholing van volk plaats, en twee poli
cie-agenten, van dienst op de De Keizerlei, N.
Odart en Victor De Leu, snelden toe-
S... vluchtte de Vestingstraat in, achtervolgd
door de agenten en het volk. Weldra keerde bij
zich om, en loste een schot op de agenten, die
j gelukkig konden terzij springen en zich onder
eene poort verschuilen.
I Aan de Rijfslraat meende de agent De Leu
den kwaaddoener te grijpen, doch deze loste
een derde revolverschot, dat den agent aan den
linkerpols trof. Vervolgens wierp bij zijnen
revolver weg.
De agent Odart maakte zich toen met behulp
der omstanders, van den kerel meester en
bracht hem naar het policiebureel der De Key-
serlei.
Na de eerste zorgen ontvangen te hebben van
Dr Hertz, is Victor De Leu naar het gasthuis
gevoerd. De kogel is woensdag morgend uit de
wonde gehaald.
S... heeft in zijn verhoor bij de policie ver
klaard dat hij niet wist wat bij deed. Het voor
gevallene met zijne zuster had hem geheel op
hol gebracht.
De kerel is in de gevangenis opgesloten, en
ter beschikking gesteld van den prokureur des
koniugs. In zijn geboorteland, waar bij in bet
leger gediend heeft, is bij tot 10 jaar tucht
huisstraf veroordeeld geweest voor een aan
slag op een onderofficier.
Woensdagavond ten 9 ure is een stout
moedige diefstal gepleegd in den winkel van
M. Thoré, hologiemaker en goudsmid, St-Jo-
risplein, 51, te Antwerpen
M. Thoré, zijne vrouw cn een vriend bevon
den zich op dat uur in de keuken achter den
winkel, toen eensklaps de vitrienruit door een
steenworp verbrijzeld werd. M. Thoré snelde
naar buiten en zag een kerel vluchten in de
richting der Kiliaanstraat. Hij liep liern achter
na, doch aan hel Justicie-paleis moest hij de
achtervolging staken.
De kwaaddoener had vijf gouden kettingen
uit de vilrien gestolen voor den winkel had
hij, om goed te kunnen vluchten, zijn schoeisel
een paar versleten sloffen, laten staan.
In zijne vlucht heeft hij twee kettingen ver
loren die terug gevonden en aan M. Thoré
bezorgd zijn. De weerde der drie nog vermiste
kettingen beloopt 540 Ir. Do schade, door den
steenworp en het springen der ruit veroorzaakt
wordt geschat op ongeveer 100 fr.
Een slachtoffer. Daags na een spoor
wegongeval kwam een ouderling tusschen de
vermorzelde waggons en verwrongen rails
rondsnuffelen en zoeken.
Wal zoekt gij, mijn goede oude, vroeg een
beambte.
Mijnheer, ik ben een der slachtoffers.
En zonder de minste kwetsuur Zoekt
gij eene vrouw Een zoon
Neen, mijn paraplu.
De beambte zocht rond, wierp de stukken
bout fcn ijzer op zij en vroeg eindelijk
Is bij dat, vriend
Juist, dat is hij.
Nu gij moogt van geluk spreken er zoo
afgekomen te zijn.
Zoo, gij noemt dat geluk Zie eens er
zijn twee bolijnen in gebroken.
De beroemde fransche schilder Meisson-
nier is levens een groot plantenliefhebber. Zijn
tuinman is bovendien een bekwaam kruidkun
dige, die een zeldzame kennis der verschillen
de zaadsoorten bezit althans het was Meis-
sonnier nog niet mogen gelukken, hem eenig
zaad te laten zien dat hij niet kende.
Toch wilde hij hem eens foppen en op zeke
ren dag vertoonde hij zijn tuinman een pakje
met gedroogde haringkuit, hem vragende:
kent ge dit zaad De tuinman beschouwde
het aandachtig en antwoordde eindelijk a dat
is zaak van Polpus fluscimus, een zeker zeld
zame tropische plant. Duurt dit lang eer
dit zaad opkomt vroeg zijn patroon. Niet
veel langer dan veertien dagen luidde het
antwoord.
Zie zoo, dacht Meissonnier, ditmaal zal ik
hem toch vangen en deelde aan een zijner
vrienden mede, welke grap bij en zij eens met
zijn tuinman hebben zouden.
Tegen den tijd dat bet zaad moest opkomen,
verzocht hij hen te dineeren na den afloop
van het diner liet hij zijn tuinman ontbieden
en vroeg hem zouden mijn vrienden de
zaailingen, uit dat zaad voortgekomen, eens
mogen zien Met genoegen, was zijn
antwoord en allen volgden den tuinman in
de vrolijkste stemming, vol verwachting om
dat botanische wonder oogenschouw te ne
men en zich reeds bij voorbaat verheugende,
hoe die wij:e tuinman met beschaamde kaken
zou staan.
In de kweekkas gekomen, lichtte de tuinman
voorzichtig een glazen stolp op, en wie schetst
de verbazing der spotters Even boven den
grond vertoonde zich een aantal gezouten
haringkoppen. Allen barstten in een schater
lach uit, behalve .Meissonnier, die beschaamd
afdroop en zijn tuinman zeker nooit meer op
de proef zal stellen.
Eene vrouw had te St-Truyen met 3 kin
deren plaats genomen op den trein van 8 ure.
Het portier van den waggon slecht gesloten
zijnde, vielen twee der kleinen onder het rijden
builen liet rijtuig. De moeder werd door de
andere personen met moeite belet hen achterna
te springen. Aan de eerste statie liep zij terug
om de lijken der kinderen op te zoeken, toen
zij in de verte een werkman met de kinderen
zag aankomen. Zij hadden geene enkele schram
bekomen.
M. H. Bockstael heeft, op verzoek van
den bestuurraad der maatschappij van Dro-
court (koolmijnen van Pas-de-Calais) twee
dagen voor de algemeene vergadering, zijn
ontslag gegeven. Als volksvertegenwoordiger
nog niet. O. neen
Het nieuws dat er pogingen aangewend
worden om de beurzen open te doen voor het
oprichten van een gedenkleeken aan Bouvier,
wordt door den Patriate betwist. Te Virton
was 's mans populariteit zoo zeer opgevouwen,
dat het liberaal gemeentebestuur er zelfs niet
aan gedacht heelt de vlag halttop te hangen.
Zijne ster was uitgeschitterd, en zou bij eene
volgende kiezing gevallen zijn.
Aanval van wespen. Een zonderling
feil heelt zich dezer dagen op den weg van Ath
naar Leuze voorgedaan.
Een persoon, M. D..., van Lessines, langs
de plaats wandelend, waar een landbouvyer
kort te voren een wespennest had uitgeroeid,
zag zich op eens door honderden dezer insek-
ten omringd.
Ten einde zijn aangezicht tegen hunne ste
ken te beschermen, zette hij den kraag van
zijnen frak omhoog, maar deed door die haas
tige beweging zijnen hoed afvallen. Aanstonds
vielen de wespen op zijn hoofd, kropen in zijn
baar en zijnen hals, en veroorzaakten den
armen wandelaar eene razende pijn.
Wanhopig, vluchtte hij naar een huis, doch
daar werd hem den toegang ontzegd door drij
vrouwen die meenden met eenen zinnelooze
te doen te hebben. Eene harer dreigde hem
zelfs meteenen revolver neêr te schieten. Ein
delijk werd hij in een ander huis opgenomen,
waar men er in gelukte hem bij middel van
azijn eenige hulp te brengen.
M. D. leidt sedert eenige dagen, ten gevolge
van dit geval, aan eene hevige koorts.
De zaak van den wisselagent Ista te Luik
schijnt zulke erge gevolgen niet te zullen heb
ben als eerst gezegd was. De zegels zijn gelicht
en er zijn nog zeer belangrijke sommen gevon
den. Het schijnt omtrent zeker, dat de personen
welke aan Ista hunne weerden hadden toever
trouwd, geene schade zullen lijden.
De Gazette de Liège doet opmerken dat
de wisselagent, die zich zelfmoordde na een
tekort van een half millioen in de kas gelaten
te hebben, een der bijzonderste inrichters van
liberale manifestatien en feesten was. Onder
anderen was het ook grootendeels aan hem te
wijten dat liet ongerijmde drama Barbara
Ubrickde non van Krakau, te Luik ten too-
neele gevoerd werd.
De stad Hoei heeft het leveren der gaz
aanbesteed aan M. Somzée, volksvertegenwoor
diger van Brussel, aan de volgende voorwaar
den 1 1 /2 centiem per kubiek meter voor de
stad, 14 centiemen voor de openbare gestich
ten, en 15 9/10 centiemen voor particulieren.
Dit is eene vermindering van 2 1/2 c. voor de
stad, en van 22 c. voor de parlikulieren.
Lief huishouden. Zondag namiddag
kwam de genaamde B..., koopman in gevogelte
te Luik, half dronken te huis, en vroeg aan
zijne dochter waar moeder was.
Moeder wil niet meer te huis blijven als
gij dronken zijt, was liaar antwoord.
B. ontstak in woede, greep het meisje bij
den halsdoek en wilde haar verwurgen, doch
op het geschreeuw en getier kwamen de gebu-
ren toegeschoten en B... vluchtte in den kelder
waar hij zich opsloot.
Korts nadien kwamen policieagentenom zich
met geweld van hem meester te maken. Hij
had zich in den kelder het gezicht met messte
ken doorploegd en een agent bekwam nog
eene snede over het gezicht.
Eindelijk kon men den woestaard gevangen
nemen en wegleiden, en.... 's avonds dansten
moeder en dochters er lustig op los, in eene
herberg der Rue Sous-l'eau,
HOLLAND.
Jeanne Lorrette. De Nouvelles verspreidt
het nieuws dat eene wijziging zal toegebracht
worden aan de straf, waartoe Jeanne Lorette
veroordeeld werd.