He benoemingen zijn voor de vlaamsche provinciën de volgende Vlaanderen voorloopig, M. A. J. Marlet, met verblijf te Gent. Kempen (Antwerpen.) bepaald, M. Van de Putte, met verblijf te Turnhout. Kempen (Limburg,) voorloopig, M. Van der Rijst, met verblijf te Hasselt. Brabanl, voorloopig, M. G. Gillekens van de landbouwschool te Vilvoorde, met verblijf aldaar. Hierbij is gevoegd eene cirkulaire van M. den minister van landbouw, die inlichtingen geeft over de werkzaamheden van het korps landbouwkundigen, door den Slaat ingesteld. Dezen zullen zich in gedurende betrekking moeten houden met de landbouwers, raden en kommissiën, de tentoonstellingen, konferen- ciën, jaarmarkten, en de onderwijzers der lagere scholen, welke lesten verzocht worden de konferenciën. die telken jare eenen volledi- gen leergang zullen vormen, bij te wonen. Er zal daarenboven een aantal proefvelden ingericht worden, om het landbouw-ondervvijs volgens de behoeften der streek aanschouwe lijk te maken. Het getal proefvelden zal ten minste vijf per provincie bedragen zij zullen door de Staats- landbouwkundigen bestuurd worden onder toezicht van de landbouwinspektie van den Staat. Driemaal gestorven. Wij lezen in La Paix een uittreksel van eene onuitgegeven memorie van M. Coomans, de hoofdopsteller van dit blad Ik ben oud genoeg om verscheidene per- sonagen gezien en gekend te hebben, die eene rol hebben gespeeld in de hislorieke drama's waai van onze provinciën onder de oostenrijksche en fransche overheersching het tooneel zijn geweest. Een dezer personen, een nederig, moedig, ongeleerd, doch verstandig landman, wiens vertrouweling en boezem vriend ik was, heeft het wonderbaarste leven geleid, dat ooit een schiijver van waarschijn lijke romans zou hebben durven drooinen. Jan Clauwaert gezegd de luider, omdat hij de klokken luidde in de abdij van Afiligem lusschen Aalst en Assche nam in 1789, alsdan 25 jaren oud, deel aan den veldslag van Turnhout met de vrijwilligers van Van der Meersch, en bekwam er eene kwetsuur, welke hem noglhans niet belette den veldtocht der Maas meê te doen, onder de bevelen van den- zellden generaal, die nog steeds zegevierde. In den slag van Anseremme werd hij doar eenen kogel te midden van het voorhoofd getroffen en zijn naam werd op het bulletijn der gesneuvelden gebracht, dat naar Brussel gezonden werd. «Wanneer men hem met andere ziellooze ge zellen in een gemeeiizamen put wilde stoppen, protesteerde hij zoodanig hard, dat men hem in eene hul neérlegde van den berg waar goed hartige Walen hém met broederzorgen om ringden, alhoewel hij geene lettergreep van hunne taal verstond en dat hij de uniform had aangetrokken van eenen Oostenrijker, die hij daags te voren gedood en ontkleed had. De monikken van Afiligem zongen voor hem eene lijkmis, die hij wel verdiend had, en benoemden een anderen luider. Op het einde van den zomer, in 1790, eischte Jan onverwachts zijne bediening terug en men spoedde zich hem in zijn ambt te herstellen, terwijl men hem tevens met gelukwenschin- gen overlaadde. Hij deed vooral twee oorzaken van zijn lang stilzwijgen kennen hij kon niet lezen en zijne schijndood had hem belet zijne krijgsgezellen te verzoeken in zijnen naam een getuigschrift dat hij nog leefde aan zijne gees- lelijke, burgerlijke en militaire oversten te j zenden. Jan luidde moedig, at en dronk goed in zijne dierbare abdij, lot in 1797, tijdstip waarop hij, met toelating der monikken. zich bij de pa triotten in de Kempen ging voegen, die er streden tegen de republiekaansche dwinge landen, invoerders der hatelijke loting in het veroverde, uitgeplunderde en tot slavernij ge brachte Belgie. Hij werd in den slag van Herenthals gewond en bijna met eenige honderden lotelingen ge fusilleerd hij keerde nogtans gelukkig naai de abdij terug, doch vond dezelve uitgeplun derd, verlaten en in de handen der overwel digers. Daar hij geenen stiel kende en arm en verlaten was, vreezende zijne familie, die ver antwoordelijk voor zijne desertie was, moei lijkheden te veroorzaken, vluchtte Jan naar Luxemburg, dat hij een gansch jaar doorliep, ten koste der pastoors aan wie hij het gevaar lijk geheim van zijn bestaan durfde toever trouwen. Op zekeren dag werd Jan door eenen goed- hartiger. gendarm aangehouden, en hij was op het punt eindelijk gefusilleerd te worden, doch hij gelukte er in dien vertegenwoordiger der stervende fransche republiek ten zijnen op zichte gunstig te stemmen. Hij nam dan ook dezes aanbieding aan, hem als vrijwilliger in te lijven mits eene onder elkander te ver deden premiein den dienst van den toe komenden keizer. Jan deed wat duizenden belgische soldaten dedenhij diende zijne tirannen en vermenig vuldigde zijne akelige daden, overal waar zij hem geleidden. Hij oefende zijnen dienst uil als simpel soldaat, in de slachterijen van Oos tenrijk en Pruisen, en onder ander te Jéna, waar hij voor dood werd achtergelaten en als dusdanig op het papier van den overwinnaar werd opgeschreven. Bericht van dit tweede overlijden werd naar zijn dorp en naar de overlevende monikken gezonden, die niet na lieten nog eene lijkmis voor de ziel van Jan te celebreeren. Na omtrent een jaar was Jan genezen hij deed naar zijne bloedverwanten schrijven, doch kreeg geen antwoord; de brief was niet ter bestemming gekomen, misschien werd hij niet verzonden. Hij kon eindelijk naar zijn regiment terugkeeren, dat, na verscheidene roemrijke slachtingen, bijna geheel ging uit sterven in Rusland. Jan werd krijgsgevangen genomen en blootvoets langs gene zijde van het Ouralische gebergte geleid, waar hij al de ellende van Siberië leerde kennen, tot aan zijne vrijstelling in 1819. Hij heeft die chronologi sche bijzonderheid, noch de aardrijkskundige bemerkingen van zijne lange reis, altijd te voet, dikwijls ongeschoeid, door Rusland, Hongarie en Duitschland niet kunnen bepalen. Ik ben er slechts met moeite in gelukt die afstanden op de landkaart aan te teekenen. Wanneer hii in zijn dorp weergekeerd was, over de gevolgen der losbandigheid en ontucht, hoorde hij er een deïden akt van overlijden en hen 8elael al hei kwaad aan te wtjaen.dat voorlezen. Hij werd als een geliefkoosd spook ontvangen, zijne neven zorgden voor hem en pochte noch klaagde ooit. In Sibene had hij met het scheermes omgegaan, hij werd op nieuw barbier en leefde lang. Hij schoor mij voor de eerste maal. en deed voor den lesten keei den baard af aan eene menigte van zijne medeburgers die hij overleefde, want hij zeil stierf maar \oor goed, bijna schielijk, wanneer hij omtrent honderd jaren oud was, en nog m volle gezondheid van lichaam en geest, alhoe wel hij ongeletterden driemaal gestorven was. Kieskronijk. Het kiezerskorps van het arrondissement Virton is bijeengeroepen om op 17° dezer loo- pende maand over te gaan tot de benoeming van een volksvertegenwoordiger, in vervan ging van M. Bouvier, overleden. De kandidaat der liberale Associatie is M. Ensch, advokaat te Arlon. M. Mernier, aan den welken in 1884, slechts een vijftal stemmen ontbrak om als de geko zene uitgeroepen te worden, heeft, op aan dringen zijner vrienden, de katholieke kandi datuur aanveerd. De strijd zal hevig wezen, doch alles voor spelt dat de zegepraal der katholieken verze- kerd is. STERFGEVAL. Zaterdag avond 26 September, is alhier in den nog jeugdigen ouderdom van 51 jaren, na eene langdurige ziekelijkheid onderstaan met de allergrootste onderwerping aan den Wil Gods, overleden den heer .Jozef Verleysen, Sekrelaris der Stad Aalst, en Ltd-Sekretaris van hel Bureel der Kerkmeesters onzer St-Jozefkerk. Woensdag jl. had de plechtige begravenis te midden van eenen grooten toeloop van vrien den en kennissen plaats. De heer Van Wambeke, onze achtbare Bur gemeester, sprak ten sterfhuize de volgende Lijkrede uit, welke wij ten volle bijtreden, omdat zij ons getrouwelijk het gansche leven van onzen vriend en medestrijder terugspie gelt. Ziehier de vertaling dezer Lijkrede Mijn heer en De dood die niemand spaart, komt ons, in den bloei zijns jaren, te ontrukken den lieer Jozef Verleysen, Sekretaris der Stad Aalst, sedert 1870. 't Is een gevoelig verlies voor het Bestuur aan'l welk de overledene zijne gan sche werkdadigheid had toegewijd. Alhier geboren den 50 Oktober 1854, legde M .Verleysen zich van kindsbeen afloeop de ernstige studiën, ondanks de moeielijkheden die de jongelingen op dien levenstijd ontmoe ten. Niets ontmoedigde hem, vastberaden alle hinderpalen te overwinnen, kwam hij er, door veel moed en krachtdadigheid, toe de opper- klerk van een belangrijk notariaat te worden, in het welk hij werkzaam bleef tot dat hij tot het ambt van Stadssekretaris werd benoemd. Vastberaden van karakter, leerde hij wel dra grondig de wijdloopige en verwarde regels van het bestuurlijke recht, en loste haar met behulp eener uitgestrekte memorie en van I 1 eene wijze toepassing op. Ik heb hem van nabij kunnen waardeeren, en mag tol zijnen lof zeggen, dal hij een uil- muntende raadsman was in de oplossing der grootste bestuurlijke moeielijkheden. Sedert 'twee jaren leed hij aan eene kwijnende ziekte, doch langen tijd wist hij de kwaal die hem on- i dermijnde te overmeesteren, tot op den dag wanneer hij, door lijden uitgeput, zich binnen huis moest houden. Van 't begin der oprichting van de nieuwe Sint-Jozefskerk, was hij de ziel der Commis sie, en T is te meerderen deele aan zijne bekwaamheid en kefinissen dat deze laatste in de voltrekking van dees werk bijna onover winnelijke hinderpalen te boven kwam. Echtgenoot aan zijne plichten toegedaan, zorgvolle lamilievader, laat hij aan zijne gade en kinderen den naam achter van een werker te zijn geweest, welke de achting verdiende van alle dezen welke hem hebben kunnen waarderen. Overtuigde kristene, in de gevoelens eener overtuigde godvruchtigheid door eene kristene moeder opgevoed, transigeerde hij nooit met zijne leerstelsels en overtuigingen hij was een der krachtdadigste voorstaanders der ka tholieke partij in deze Stad. Zonder vrees zag hij de dood zijn ziekbed naderen, alles hopende van God welke de deugd beloont en zijne dienaren in zijnen schoot ontvangt. In naam van T Stedelijke Bestuur, ont vangt, onze beminde Sekretaris, ons laatste vaarwel W erkmaus-erisïs. GIFTEN, tol hulp van de Slachtoffers der Werkmans- Crisis t'Aalsl 5e Lijst. Bedrag van de vorige Lijsten Fr. 9,112,58 MM. Hip Borreman, Statiestraat Verdunnen, Jan Beeckman, C. Van der Snickl, Wed. Moyersoen-Van den Hende, Aug bo Buysscher, Onbekend, Dr Is Bauwens, Uruvvé, M. Van de Walle-De Praeter, Gent. E. H Cools, priester, Uaens-Mayart, Maria Daens, Anna Daens, Onbekend, Onbekend, Wed. De Paepe De Bièvre, De Galan-Daens, Erveu Van den Brempl, Naamloos, Ph. Schellaert, winkel. B. Van Breugel, rentenier, E H. Haems, ondorp. De Dsmen van Maria, Zusters Hospitaal, Colette Van Mol, Aalst. Achterstraat. Achterstraat. Werf. Achterstraat. Molenstraat. :,G0 20,00 5,00 5,00 20,00 2,00 5,00 50,00 200,00 100,00 50,00 5C.00 10,00 5,00 50,00 10,00 10,00 10,00 2,00 10,00 10,00 10,00 25,00 25,00 10,00 10,00 Opbrengst Fr. 9821,58 hunne ondervinding in hunne geneeskundige loopbaan heeft opgedaan. De Gazette zegt dat die voorschriften altijd in het leger bestaan hebben, maar dat zij nooit toegepast werden, daar zij als onwettig be schouwd worden. Zou het dan wettiger zijn die pest te laten voortwoekeren PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN. De E H. Debecq, pastoor van Nedcrecname heelt zijn ontslag gegeven Hij wordt vervangen door den E. H Van Mieghem, onderpastoor te Denderbelle. Do E. 11 Van den Keere is survaillant benoemd in het collegie van Geeraardsbergen allerhande nieuws. Naar 't schijnt heeft men alhier een mees terstuk ontdekt van den vermaarden Rubens. Deze schilderij verbeeldt Christus de wereld zegenende de grootte is 80 cent. op 62. Zij draagt het jaartal 1614 en twee spaansche stempels. Dees meesterstuk kan alle dagen bezichtigd worden bij M. Michiels, kleermaker, Zonnestraal, en is te koop Eenige bladzijden uil het dag-reisboek eens zendelings. 1' Vervolg. Het is noodig den berg te 'beklimmen. Ziehier de wijze op dewel ke die beklimming geschied. In eene stand plaats. aan den voet des bergs, verandert men van stoomtuig of machieu. Do trein wordt maar uit vier wagons samengesteld. Indien er meer wagons zijn, moet men twee stoomtui gen nemen. De opklimming begint, maarzoo gij het wel denken kunt, gaal deze niet ras vooruit. Men rijdt altijd rond den berg. Namate wij klimmen wordt het gezicht waarvan wij genieten verrukkerdcr. Van den eenen kant vertoont zich de berg bijna steil als eenen muur van den anderen kant dringt liet oog in eenen onmeetbaren afgrond, die schrik in boezemt en aan velen de haren doet te berge reizen, en met reden, want moest de trein ontriggelen, men zou onfeilbaar in stukken en brokken in de diepte van den afgrond neder- komen. Daar men gestadig ronddraait, kan men dikwijls boven het hoofd ontwaren de plaats welke men welhaast zal moeten over trekken. Welk prachtig schouwspel! Wij staan allen aan het venster van onzen wagon ten einde te beter te kunnen zien, en wij zijn als in verrukking vervoerd bij het aanschouwen van die schoone natuur. Na twee uren te heb ben geklommen bereiken wij, God dank, zon der ongeval de kruin des bergs alwaar eene standplaats is en de treiri stil houdt. Wij be vinden ons in den sneeuw, ook is het er waar lijk koud, maar geen wonder want wij bevin den ons tusschen de 3 k 4000 meters boven den effen grond. Ieder van ons neemt zijn zak boekje, teekent er op aan 10 uren 55 van den morgend 14 Oktober, Semenering (naam der statie) in den sneeuw. Deze berg eene middelmatige breedte hebbende van 200 kilo meter, hadden wij drij kwaart uurs noodig om den berg langs de andere zijde af te dalen. Gedurende liet overige der reis volgen wij gestadig de vallei van de eciie of andere ri\ier teneinde niet gedwongen te zijn, bij honder den onderaar.Ue'ie gangen te moeten dooiloo- pen daar die h-ndstreek zeer bergachtig is, hoeft men er talrijke tunnellen te maken. Eerst h liben wij de Mure Vallei die ons leid door gansch Siyrie bangs Bruck en Graetz. In deze laatste sta l houdt de trein gedurende eene halve uur stil, om aau de reizigers den tijd te laten in hel hotel der statie te noenma len. Vervolgens is hel de vallei der Dave, eene der groole rivieren van Oostenrijk, en de val lei der Pave, alle deze valleien zijn zeer dich terlijk. Menigvuldige spitsbergen met eeuwigen sneeuw bedekt, ruwe steenrotsen, schrikver wekkende afgronden, in een woord men ont moet er al wat de natuur in majesteit en afgrij selijkheid vervat en te midden van dat alles rollende talrijke rivieren hunne wateren met eene vervaarlijke snelheid en dikwijls door wondere watervallen onderbroken, vooruit. Eindelijk komen wij te Trieste aan om 10 ure van den avond. Daar wij zeer vermoeid zijn van reizen, verhaasten wij ons een hotel te zoeken waar wij het overige van den nacht zachtjes kunnen doorbrengen. Des anderen daags, na de H mis te hebben bijgewoond en het brood der sterken nog eens genoten te heb ben, bezochten wij de stad, deze is zeer fraai, de zeehave bijzonderlijk is verrukkend, en er lieerscht veel levendigheid.Te vier uren na- middag waren wij allen aan boord van den i Orion die ons naar Calcutta moest overbren- gen. Deze stoomboot Is de grootste en de 1 schoonste van alle die zich toen in de have j van Trieste bevonden, en ter uilzondering van i twee, (een fransch en een engelsch,) de groot- j ste van alle die wij gedurende onze reis gezien hebben. Eene ineengedrongene menigte volk was op den oever samengestroomd om aan het vertrek van dat machtig vaartuig aanwezig te zijn. De vaarwels worden gewisseld. De tranen vloeien. Men omhelst zich een laatste maal. Welhaast stelt de reus zich in beweging en verlaat lang zaam de haven, de zakdoeken en de hoeden worden gezwaaid nog eens ten teeken van vaarwel, (adieu) o heilvolle, ja, troostvolle uit drukking hoeveel zijn er die aan de beteeke- nis van dat woord wel denken? Adieu o, ja! tot God, tot in den HemelNogtans die vaarwels worden niet lot de missionarissen gericht, die tranen vloeien niet voor hen, want onder die (Jicht ineengesloten menigte die daarop den oever den boot mei het oog blijft volgen, ont waart men niet één wezen die de missionaris sen toelacht, zij, zij alleen zijn vergeten. En nogtans het is voor altijd. O ja vaarwel, adieu duurbare grond van Europa, op welken ik gelaten heb al wat ik bet kostelijkste, liet duurbaarste, liet beminnenswaardigste op aar de bezit. Welbeminde ouders, broeders, zus ters, bloedverwanten en vrienden, vaarwel, adieu Gij waart niet hier op den oever, gij kondet ons dus die laatste hulde niet bewijzen, gij kondet ons geen laatste maal omhelzen, ons geenen laatsten liefdevolle» glimlach toe werpen, wij waren vreemdelingen en onbe kenden voor die toegestroomde menigte, dus geen groot wonder dat wij er vergelen sche nen. Na eene schoone en gelukkige scheepvaart op de Adriatische en Middelandsche zeeën, ko men wij den volgenden maandag in den vroe- gen morgen te Alexandriën aan, waar wij balt i houden. Aanstonds begeven wij ons stede- Een nieuwe cirk.ulau*. M. Pontus heeft bij middel van eene nieuwe circulair een maatregel voorgeschreven die als een vervolg kan dienen op het verbod van i waarts, naar bet kollegie van onze paters, om sterke dranken in de kantien der kazernen te 1 er de 11. Mis te liooren en het H. lichaam des verkoopen. 'I Heeren te nutten, want hierin vinden wij altijd De minister heelt namelijk aan de officieren nieuwen moed en sterkte. Na onbelen te lieb- van het eeneeskuiidii; korps voorgeschreven ben doorloopen wij eens de stad. Deze bied op b epaald e Djd stip pen voofdraebten te geven waarlijk een hartverscheurend schouwspel aan. Bijna gansch het Europesche kwartier, dat eertijds zeer schoon moet geweest zijn, is heden maar een puinhoop meer ten gevolge der bombardeering en brandstichting. Het grootste gedeelte der forten is gansch ver nield. In de haven bevinden zich eenige der grootste engelsche oorlogschepen. Buiten de haven ligt op anker de Inflexible,» bet groot ste oorlogschip in de wereld bestaande. Hel is het eenige schip der gekende natiën, dal liet Suez-kanaal niet bevaren kan want dat kanaal heeft maar negen meters diepte, terwijl de Inflexible 10 meters diepgang heeft. Den zelfden dag nog verlaten wij Alexandriën om 4 ure van den avond en des anderendaags in den vroegen morgen bereiken wij Port-Saïd. (Wordt voortgezet.) Men gaat op de Groote Markt te Brussel, naast de staken, die de toestellen van het elektriek licht dragen, ook nog gaskandelabers plaatsen, teneinde vergelijkende proeven te nemen over de lichtsterkte en den prijs. De gazetverkoopers die woensdag hel leste nummer van l'Echo te koop boden, rie pen la mort de l'Echo du Parlement Een heer, die van de reis kwam, vond bij zijne thuiskomst, in een der zakken van zijnen overjas, een glazen buisken van 17 mil limeters doorsnee, met grijsachtig groen poeier gevuld, en zijnde aan weêrszijden met kurk dicht gestopt. De eene kurk was met eene naald doorboord en de andere, voorzien van eene kleine zwamlont die reeds vonkte. De heer heelt het voorwerp aan de policie over handigd, die zal onderzoeken of men hier met eenen aanslag, of met eene slechte grap te doen heeft. Woensdag heeft een spoorwegbeambte» te Derdermonde, den genaamde J. Spelkens- een oud-pension-naris van Hoogstraten, aan gehouden, op lietoogenblik dat bij nabij de brug over de Scbelde.een stuk ijzer op de rails legde. De schurk verklaarde dit gedaan te heb ben, om voor een twintigtal jaren gevangen gezet te worden. Groote brand te Brussel. Gedurende den afgeloopen nacht is het oudste magazijn van Brussel, de Groote Olifant geheelen, in de Paternosterstraat 19 en 21, afgebrand. Rond 1 uur verspreidde de schrikverwek kende tijding zich door de slad, daar het ge vaar merkelijk vergroot werd door de aanwe zigheid van drogerijen en andere brand en ontplofbare stoffen. Op bet eerste alarm snelden de pompiers der kazerne, met kapitein Allo aan 't hoofd, ter plaatse der ramp toe, met al het noodige mate rieel tot redding en bestrijding van het vuur. Men wist niet hoe de brand aanvang beeft genomen, doch alles deed vreezen dat hij zich verder zou uitbreiden. Ook heeft men eene ontzaggelijke massa water op het vuur moeten werpen, om het te overmeesteren en de naast liggende huizen te vrijwaren. De schrik was zoo groot dat de bewoners uit de Groote- en Kleine Violetstraten reeds volop hunne meubelen verhuisden. De schade is zeer groot, doch gedeeltelijk door verzekeringsmaatschappijen gedekt. Het nederlandsch gouvernement heeft aan Belgie en Engeland voorgesteld eene over eenkomst te sluiten, om den handel in blanke meisjes te beletten. BevolverschotenEen boekbinder van 's Hertogenbosch, F. S... oud 47 jaar, verbleef sedert drie maanden te Antwerpen, ten huize van zijne zuster. Dezer dagen was hij door deze gelast geweest huishuur op te halen* S... volbracht die taak, doch deed het geld op. De zuster had hem toen haar huis ontzegd, en dijnsdag had S... den sleutel moeten afgeven. 's Avonds, omtrent 10 ure, verscheen hij voor de woning en loste een revolverschot door een der vensters. Er had aanstonds een samenscholing van volk plaats, en twee poli cie-agenten, van dienst op de De Keizerlei, N. Odart en Victor De Leu, snelden toe- S... vluchtte de Vestingstraat in, achtervolgd door de agenten en het volk. Weldra keerde bij zich om, en loste een schot op de agenten, die j gelukkig konden terzij springen en zich onder eene poort verschuilen. I Aan de Rijfslraat meende de agent De Leu den kwaaddoener te grijpen, doch deze loste een derde revolverschot, dat den agent aan den linkerpols trof. Vervolgens wierp bij zijnen revolver weg. De agent Odart maakte zich toen met behulp der omstanders, van den kerel meester en bracht hem naar het policiebureel der De Key- serlei. Na de eerste zorgen ontvangen te hebben van Dr Hertz, is Victor De Leu naar het gasthuis gevoerd. De kogel is woensdag morgend uit de wonde gehaald. S... heeft in zijn verhoor bij de policie ver klaard dat hij niet wist wat bij deed. Het voor gevallene met zijne zuster had hem geheel op hol gebracht. De kerel is in de gevangenis opgesloten, en ter beschikking gesteld van den prokureur des koniugs. In zijn geboorteland, waar bij in bet leger gediend heeft, is bij tot 10 jaar tucht huisstraf veroordeeld geweest voor een aan slag op een onderofficier. Woensdagavond ten 9 ure is een stout moedige diefstal gepleegd in den winkel van M. Thoré, hologiemaker en goudsmid, St-Jo- risplein, 51, te Antwerpen M. Thoré, zijne vrouw cn een vriend bevon den zich op dat uur in de keuken achter den winkel, toen eensklaps de vitrienruit door een steenworp verbrijzeld werd. M. Thoré snelde naar buiten en zag een kerel vluchten in de richting der Kiliaanstraat. Hij liep liern achter na, doch aan hel Justicie-paleis moest hij de achtervolging staken. De kwaaddoener had vijf gouden kettingen uit de vilrien gestolen voor den winkel had hij, om goed te kunnen vluchten, zijn schoeisel een paar versleten sloffen, laten staan. In zijne vlucht heeft hij twee kettingen ver loren die terug gevonden en aan M. Thoré bezorgd zijn. De weerde der drie nog vermiste kettingen beloopt 540 Ir. Do schade, door den steenworp en het springen der ruit veroorzaakt wordt geschat op ongeveer 100 fr. Een slachtoffer. Daags na een spoor wegongeval kwam een ouderling tusschen de vermorzelde waggons en verwrongen rails rondsnuffelen en zoeken. Wal zoekt gij, mijn goede oude, vroeg een beambte. Mijnheer, ik ben een der slachtoffers. En zonder de minste kwetsuur Zoekt gij eene vrouw Een zoon Neen, mijn paraplu. De beambte zocht rond, wierp de stukken bout fcn ijzer op zij en vroeg eindelijk Is bij dat, vriend Juist, dat is hij. Nu gij moogt van geluk spreken er zoo afgekomen te zijn. Zoo, gij noemt dat geluk Zie eens er zijn twee bolijnen in gebroken. De beroemde fransche schilder Meisson- nier is levens een groot plantenliefhebber. Zijn tuinman is bovendien een bekwaam kruidkun dige, die een zeldzame kennis der verschillen de zaadsoorten bezit althans het was Meis- sonnier nog niet mogen gelukken, hem eenig zaad te laten zien dat hij niet kende. Toch wilde hij hem eens foppen en op zeke ren dag vertoonde hij zijn tuinman een pakje met gedroogde haringkuit, hem vragende: kent ge dit zaad De tuinman beschouwde het aandachtig en antwoordde eindelijk a dat is zaak van Polpus fluscimus, een zeker zeld zame tropische plant. Duurt dit lang eer dit zaad opkomt vroeg zijn patroon. Niet veel langer dan veertien dagen luidde het antwoord. Zie zoo, dacht Meissonnier, ditmaal zal ik hem toch vangen en deelde aan een zijner vrienden mede, welke grap bij en zij eens met zijn tuinman hebben zouden. Tegen den tijd dat bet zaad moest opkomen, verzocht hij hen te dineeren na den afloop van het diner liet hij zijn tuinman ontbieden en vroeg hem zouden mijn vrienden de zaailingen, uit dat zaad voortgekomen, eens mogen zien Met genoegen, was zijn antwoord en allen volgden den tuinman in de vrolijkste stemming, vol verwachting om dat botanische wonder oogenschouw te ne men en zich reeds bij voorbaat verheugende, hoe die wij:e tuinman met beschaamde kaken zou staan. In de kweekkas gekomen, lichtte de tuinman voorzichtig een glazen stolp op, en wie schetst de verbazing der spotters Even boven den grond vertoonde zich een aantal gezouten haringkoppen. Allen barstten in een schater lach uit, behalve .Meissonnier, die beschaamd afdroop en zijn tuinman zeker nooit meer op de proef zal stellen. Eene vrouw had te St-Truyen met 3 kin deren plaats genomen op den trein van 8 ure. Het portier van den waggon slecht gesloten zijnde, vielen twee der kleinen onder het rijden builen liet rijtuig. De moeder werd door de andere personen met moeite belet hen achterna te springen. Aan de eerste statie liep zij terug om de lijken der kinderen op te zoeken, toen zij in de verte een werkman met de kinderen zag aankomen. Zij hadden geene enkele schram bekomen. M. H. Bockstael heeft, op verzoek van den bestuurraad der maatschappij van Dro- court (koolmijnen van Pas-de-Calais) twee dagen voor de algemeene vergadering, zijn ontslag gegeven. Als volksvertegenwoordiger nog niet. O. neen Het nieuws dat er pogingen aangewend worden om de beurzen open te doen voor het oprichten van een gedenkleeken aan Bouvier, wordt door den Patriate betwist. Te Virton was 's mans populariteit zoo zeer opgevouwen, dat het liberaal gemeentebestuur er zelfs niet aan gedacht heelt de vlag halttop te hangen. Zijne ster was uitgeschitterd, en zou bij eene volgende kiezing gevallen zijn. Aanval van wespen. Een zonderling feil heelt zich dezer dagen op den weg van Ath naar Leuze voorgedaan. Een persoon, M. D..., van Lessines, langs de plaats wandelend, waar een landbouvyer kort te voren een wespennest had uitgeroeid, zag zich op eens door honderden dezer insek- ten omringd. Ten einde zijn aangezicht tegen hunne ste ken te beschermen, zette hij den kraag van zijnen frak omhoog, maar deed door die haas tige beweging zijnen hoed afvallen. Aanstonds vielen de wespen op zijn hoofd, kropen in zijn baar en zijnen hals, en veroorzaakten den armen wandelaar eene razende pijn. Wanhopig, vluchtte hij naar een huis, doch daar werd hem den toegang ontzegd door drij vrouwen die meenden met eenen zinnelooze te doen te hebben. Eene harer dreigde hem zelfs meteenen revolver neêr te schieten. Ein delijk werd hij in een ander huis opgenomen, waar men er in gelukte hem bij middel van azijn eenige hulp te brengen. M. D. leidt sedert eenige dagen, ten gevolge van dit geval, aan eene hevige koorts. De zaak van den wisselagent Ista te Luik schijnt zulke erge gevolgen niet te zullen heb ben als eerst gezegd was. De zegels zijn gelicht en er zijn nog zeer belangrijke sommen gevon den. Het schijnt omtrent zeker, dat de personen welke aan Ista hunne weerden hadden toever trouwd, geene schade zullen lijden. De Gazette de Liège doet opmerken dat de wisselagent, die zich zelfmoordde na een tekort van een half millioen in de kas gelaten te hebben, een der bijzonderste inrichters van liberale manifestatien en feesten was. Onder anderen was het ook grootendeels aan hem te wijten dat liet ongerijmde drama Barbara Ubrickde non van Krakau, te Luik ten too- neele gevoerd werd. De stad Hoei heeft het leveren der gaz aanbesteed aan M. Somzée, volksvertegenwoor diger van Brussel, aan de volgende voorwaar den 1 1 /2 centiem per kubiek meter voor de stad, 14 centiemen voor de openbare gestich ten, en 15 9/10 centiemen voor particulieren. Dit is eene vermindering van 2 1/2 c. voor de stad, en van 22 c. voor de parlikulieren. Lief huishouden. Zondag namiddag kwam de genaamde B..., koopman in gevogelte te Luik, half dronken te huis, en vroeg aan zijne dochter waar moeder was. Moeder wil niet meer te huis blijven als gij dronken zijt, was liaar antwoord. B. ontstak in woede, greep het meisje bij den halsdoek en wilde haar verwurgen, doch op het geschreeuw en getier kwamen de gebu- ren toegeschoten en B... vluchtte in den kelder waar hij zich opsloot. Korts nadien kwamen policieagentenom zich met geweld van hem meester te maken. Hij had zich in den kelder het gezicht met messte ken doorploegd en een agent bekwam nog eene snede over het gezicht. Eindelijk kon men den woestaard gevangen nemen en wegleiden, en.... 's avonds dansten moeder en dochters er lustig op los, in eene herberg der Rue Sous-l'eau, HOLLAND. Jeanne Lorrette. De Nouvelles verspreidt het nieuws dat eene wijziging zal toegebracht worden aan de straf, waartoe Jeanne Lorette veroordeeld werd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 2