41ste Jaar Zondag, I November fff US /V° 2042. STAP VOOR STAP. IJZEREN WEG.VERTREKUREN UIT AELSÏ NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN: De Schooluitgaven cu sic liberalen. Reserveleger. Gelogenstraft. DE DENDER-BODE ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met ,31 December. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34e bladz.50 cent. Gvsegem, Audegem, Joodermonde, Zele en Lokeren 4-56 6-36 8-4.1 11-09 3-07 4-3.1 6-45 9-48. Mechelen. 4-561 6-36/ 1-30d 8-1 td Exp. l»2»3»kl. 8-451 12-UOd 1-044 Exp. 1» 2« 3* kl. 2-51d 3-07/ 6-45/ 9-48./ 10-18d Exp. 1* 2* 3* kl. AOtw. 4-561 6-36/ 7-30d 8-ltdËxp. 3 kl. 8-45/ 1-04d Exp. 2» 3" kl. 2-514 3-07/ 5-58d 6-41/ 9-48/ 10-1 Öd Exp. t»i* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 8-11 E 3 kl 8 36 10-25 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E 3' kl 5-18 dos zond.) 5-58 en 8-49 direci 9-19 10-18 E 3 kl. Leuven, Thiencn, Luik, Verviers 4-254 4-56/6-36/8-114 e 3 kl. 8-41/ 8-364 12-OOd 1-044 Exp. 2» 3' kl. 2-514 1-58d 849d direct 9-l9d 10 18 E 3 kl. Gent (5-00 s vrijd 7-lT4dir. 7-55 E3 kl. 8-45 9-41 .12-24 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-01 6-39 9^50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 li) Nota. He letter beteckent langs Termonde en de Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 El» 2" 3' kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-4.1 12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Ath) 5-52 7-30 8.11 E. 3 klas lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Ninove. Geeracrdsbergen, Lessen. All» 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. lol Denderleeuw 12-00 2-51 5 58 9-16 Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Engbicn Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerd«- bergen 5-52 7-30 8-11 E3 kl. tol Denderleeuw 12-00 2-.11 0-00 5-58 Herzele, Sotlegem, Nederbrakel en Ronsse, langs Erpe- Meire. 5.03 7.35 12.15 6.03 Moorsel,Opwyck,Meubelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,19 6,16 letter d langs Denderleeuw. Uulque Ai num. NAAR abi.st uit Atb 6.48 10.24 1.18 4.06 ,7.57 9.45 Antw. 5.15 6,29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22 1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl. Brussel 6.20 direci 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08 11 55 1-16 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40 9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46) Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.42 11.34 2.27 5.28 8.26 9.14 Geeracrdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 7-46 9 43 11.07 12.31 E 3kl. 1.58 4 14 (4.39 's zondags) 5.M6 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl. Leasen 7.09 10.4.1 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11 12 11.56 en 2 53 E 3 kl. 6.05 uit Gent naar Moortzeele, Sottegcm, Geeraerdb., Enghien, Braiue- ii - Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59 UIT GEERAHRDSBERGBN NAAK Maria-Lierde, Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.2< 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 UIT 0BNDERLEBUW NAAR Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Aosegem Kertryk, 6.03 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direcl- UIT SOTTEGEU LANGS DENDERLEEUW NAAR AALST (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.31 Uit Sotlegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.58 *s z.) 8.00 12,50 4.46 9.20 Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sotlegem, Herzele en Erpe-Meire naar Aalst 7 10 12.00 3.40 8.12. uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorse! en Aelst5,45 10,04 4,17 7,12 AELST, 51 OCTOBER 1885. Honderden gemeenten telt men in 't land welker openbare financiën in eeuen erbarme- lijken toestand verkeeren ondanks de druk kendste belastingen van allen aard waaronder hare inwoners gebukt gaan. Deze betreurenswaardige toestand is het gevolg der schandalige geldverkwistingen in schoolzaken waartoe het weggevaagde liberaal ministerie Frère-Bara en Cie haar gepraamd heeft. In vele gemeenten is de toestand nijpend de laatste duit werd aan nuttelooze scholen en aan nog veel nutieloozere onderwijzers ver- kwetterd, bij zooverre dat men zich in de on mogelijkheid bevindt zelfs in de dringendste, in de noodzakelijkste uitgaven te voorzien.... En aan nieuwe belastingen valt er in de meeste dezer gemeenten niet te denken, want om den onverzadelijken slokzucht van den schoolwolf te voldoen, heeft men reeds alles belast wat voor eenige belasting vaslbaar is. De gemeenten vooral waar 't liberalismus troont en die blindelings den weg volgden die Piel Faro van vermaledijde gedachtenis, haar aanwees zitten tot over de ooren in den krot. Zij hebben scholen gebouwd, echte paleizen, zij hebben aan de onderwijzers en onderwijze ressen prinselijke jaarwedden toegestaan, zij zijn nu ten gronde geruïneerd en kunnen niet meer betalen 't Is aldus dat, in zekere gemeenten, die welfde onderwijzers nu te vergeefs de betaling hunner jaarwedden eischen, maar Joos zit in de kas en onmogelijk er hem uit te verjagen. De liberalen wijten dezen toestand toe aan 't katholiek minisierie, 't welk, zeggen zij, de toelagen van den staat in zake van onder wijs verminderd heelt, 't Is waarheid, liet huidige ministerie heelt de staatsloelagen ver minderd, maar dit was een zijner eerste plich ten. Het belang der schatkisl, of beier gezegd, der belastingbetalers legden hem uildrukkkelijk dien maatregel op... Had het katholiek mini sterie geen onmiddelijk einde gebracht aan deze geldverkwisting, de schandelijkste aller geldverkwistingen watzouerzijn voorgevallen liet gevallen liberaal ministerie had ons reeds 26 millioen nieuwe belastingen op den hals gelegd, en niettegenstaande zwol bet tekort gedurig met eene verbazende snelheid. Het budjet van 18B5, door M. Graux opge maakt, deed een tekort voorzien van 10 mil- lioen en voorzeker zou er eenen langen sieert aan gehangen hebben. En inderdaad, het huidige ministerie heeft de voorziene ontvangsten met 6 millioen ver minderd en bleef nog veel onder de wezen lijkheid. Van den anderen kant deed het voor 10 millioen besparingen en niettegenstaande zal het veel last hebben om de twee einden des jaars aan een te knoopen. Laat ons nu eens veronderstellen dat de liberalen aan 't bewind bleven, wat zou er dan gebeurd hebben Het is onbetwistbaar EEN VERHAAL NAAR L. A OHO AN- dat de schandalige geldverkwistingen in schoolzaken zouden hebben blijven voortdu ren, en dat, bijgevolg, het lekort lol ten minste 16 millioen zoude hebben beloopen. Hoe zou men weêr in dees tekort voorzien hebben Onnoodig bijna bet te zeggen men zou ons weêr eene geheele reeks nieuwe be lastingen op den rug hebben gelegd, in andere woorden, men zou ons weêr eens duchtig gepluimd hebben, en velen van ons zouden plat geruïneerd zijn geweest. Hel katholiek ministerie heeft hier wijselijk gehandeld en verdient onze dankbare erken tenis. Immers met de Staatsloelagen voor 't lager onderwijs te verminderen heeft het ons van onvermijdelijke nieuwe belastingen be vrijd. Dat is onbetwistbaar en wij dagen de liberale penlakeien uit het te durven weder leggen. De liberale schrijvelaars zeggen verder nog De gemeenten winnen hierbij nietsde Staal heeft orde in zijne financiën gebracht, hij heeft het tekort uitgedoofd en zietdaar alles. De ge meentekas blijft ledig, en wil men ze weêr aanvullen nieuwe belastingen zijn noodig Indien Joos in de gemeentekas van vele ge meenten blijft huizen, 't is dal de gemeentc- overheid het wil. Zijn zij heden niet meester en denkt er iemand aan hen meer te doen verteeren dan hunne middelen het toelaten Dat zij de jaarwedden der onderwijzers en onderwijzeressen verminderen, dat zij de schooluitgaven binnen de redelijke palen bren gen. Vóór 1879 bepaalden deze uitgaven zich tót het noodzakelijke; de jaarwedden beliepen dan niet tot fabelachtige cijfers, zij waren in evenredigheid der diensten, die de onderwij zers en onderwijzeressen bewezen en van hunnen stand. Men heeft hen beter betaald dan de rechters, de officieren van 't leger en tal van andere beambte welke veel grootere studiën hebben moeten doen dan zij. Vele advokaten en geneesheeren zouden zich ge lukkig achten, konden zij elk jaar zooveel winnen dan de onderwijzers en onderwijze ressen in de groote steden.... In der waarheid wij begrijpen niet waarom de gemeenten in die geldverkwistingen moeten blijven volherden Er is nog iets anders. Een groot getal ge meenten geven hel lager onderwijs kosteloos zoowel aan rijken als aan armen. Dat is, vol gens ons, een schreeuwend misbruik. Wij kunnen aannemen dat de armen en de werk lieden hunne kiuders kosteloos naar de school zenden, maar waarmeê wij niet kunnen in stemmen, 't is dat begoede lieden niets te betalen hebben voor 't onderwijs hunner kin deren. Dit is een waar schandaal, want hel gebeurt dat de armen betalen en de rijken niet. En inderdaad, de Bureelen van Weldadig heid zijn verplicht eene som in hun budjet te schrijven voor 't onderwijs der arme kinders. Dit is eene som die van bet erfgoed der armen word algenomen't is eene som bestemd om hen ter hulpe te komen die ben onttrokken wordt. Bij gevolg du», is bel onderwijs niet kosteloos voor de armen, aangezien de Buree- leu van Weldadigheid voor hen moeten beta- 1. Schilderachtig ligt in het Noord-Oosten van Bohe- men, diep in het Reuzengebergte, een klein dorpkc. De zindelijke, hier en daar verstrooide hutten, de kleine kerk met hare begraafplaats, de stilte en de diepe rust die er overal heerschen, schijnen te zeg gen dat hier, ver van het gewoel der wereld, een eenvoudig en tevreden volk woonl. De bewoners zijn arm. De landbouw kan op den ouvruchlbaren bodem van bel gebergte slechts weinig voedsel aanbrengen en brengt niets dan wal haver, en op de zonnige plaatsen wat schrale rogge voort. Daarom legt men zich meer op de veeteelt toe, en het leven op de bergen komt nagenoeg met hel leven in Tyrol en Zwiterland overeen. Velen leven van het weven, velen van het smokke len. Nood leert bidden, maar leert dikwijls ook zon digen. De naburige grens, het aan sluiphoeken rijke gebergte, begunstigen dien verboden handel en in donkere nachten, bij storm en onweer, wordeu op onbetreden paden zware pakken met allerlei goederen aangehaald. Daarbij vindt de smokkelaar in iedere hut vriendelijk onthaal en bescherming. Een weinig bezijden dc huizen van het dorp, op len. De kosteloosheid van 't onderwijs aan de rijken gegund is eene wraakroepende onrecht- veerdigheid aan de welke een einde moet gebracht worden. De rijken mogen hierin niet meer vooideelen hebben dan de armen, wel integendeel. Doch wanneer men de rijken even als de armen zal doen betalen, zullen zij slechts op den zelfden voet geplaatst zijn. Zij zullen overigens zich niet te beklagen hebben aangezien men hen slechts een bewezen dienst j doet betalen. j De moeielijke toestand waarin de Staats- financiën verkeeren en liet tekort werden door j de geldverkwistingen in schoolzaken yeroor- i zaakt. De zelfde oorzaak heeft de zelfde uitwerk- - seis gehad voor wat de gemeentelijke financiën betreft, zij heeft ze lol op den bodem uitgeput. I Om het tekort uit te dooven, heeft de Staat een einde gebracht aan de buitensporige uit gaven in schoolzaken. Dat de gemeenten zijn voorbeeld volgen, dal zij de buitensporige en nuttelooze uitgaven afschaffen en weldra zal 't evenwicht in hare financiën hersteld wezen. De gemeentebesturen die de traditiën der ongelukswet willen blijven volgen zullen alleen in den krot blijven zitten en er altijd dieper en dieper in zakken.'t Is hunne schuld, en zullen er al de verantwoordelijkheid van te dragen hebben... En, wanneer zij over haren genepen toestand zullen klagen, zal men haar te recht mogen toe roepen Gij hebt het aldus gewild een matigen heuvel, staat een ouden molen. De zware wieken staan lang stil, en alleen bij sterken wind knarsen en kraken en bewegen zij zich zocht, als om na lange rust haar oud werk eens weer te hervatten. Een lage muur omgeeft het kleine torenvormige gebouw, dat op do hullen aan zijne voeten uit de hoogte neêrziet. Een dertigtal passen eraf, aan de helling des heuvels, slaat de woning van den mole naar, of, zooals bij in den ganschen omtrek heet, van den Bergmuider. Het is een der aanzienlijkste buizen van het dorp, met sleenen onderbouw. Die mulder was een ruw, onhandelbaar man. Zijne vrouw was vroeg gestorven, zonder hem een kind achter te laten, en dus woonde hij met eene meid, en een herder in het huis. Hij werd voor rijk, maar daarbij voor zeer gierig gehouden daarom had men hel in het dorp niet met hem op, en hij liet zich daar ook zelden zieD. Hel was een avond in den nazomer, toen zich in de groote benedenkamer in het molenhuis tweo mannen bevonden. De eene lang en krachtig gebouwd met een scherp loerend oog en grijs haar, zal aan de tafel en rookte Hij droeg een leeren broek, blauwwollen kousen, en lago schoenen 't was de mulder. De andere, een jong man met bleek gezicht, ook in de hier gebruikelijke dracht gekleed, slond mei den hoed in beide handen voor hem. En ik zeg voor 't laatst dat ik mijn geld moei hebben, sprak de oude op barschcn toon ouders wordt liet huis geruimd 1 Maar bedenk, mulder, mijne oude moeder heeft daar nu al zoolang gewoond en is ziekelijk en zwak gij zult er haar toch niet uitjagen 7 De jonge man deed kennelijk moeite, om zich in te houden. Dat is weer het oude liedje, ik wil mijn geld en daarmeé gedaan 1 Met hel oog op de Kamerkiezingen van 1886, j eischen de liberale gazetten nu dat het ka- j tholiek ministerie een wetsontwerp op het reserveleger zou voordragen. Vast en zeker zal het ministerie aan deze berekende eischen der liberalen geen gehoor j leeuen. Immers het ware zijne eigene dood teekenen. Moest het ministerie een wetsont- werp op de nationale reserve voordragen, gansch hel land zou met verontweerdiging protesteeren. Men zou onze katholieke minis ters te recht de miskenning hunner plechtige belofte verwijten. Zij verklaarden dat zij de militaire lasten niet zouden verzwaren en wat zou de inrichting van een reserveleger anders dan eene verzwaring wezen, 't Volk weet maar al te wel, wie de militaristen zijn in ons land. 't Zijn de liberalen en niet de katholie ken, die om de bekrachtiging hunner weiten van vervolging gemakkelijker te verkrijgen aan de militaire eischen aan hoogerhand uit gedrukt, hebben toegegeven. En 't geen de katholieke ministers tot hiertoe nooit deden zullen zij ook nooit doen, want zij weten dat de overgroote meerderheid des lands van geene verzwaring der militaire lasten wil hooren Indien de liberalen loch zoo overtuigd zijn dal het land de inrichting eener nationale reserve begeert, dat ze deze inrichting in hun aanstaande kiesprogramma opnemen, en ze zullen het dan eens te meer ondervinden hoe zeer de militaristen door 't volk verfoeid worden Men heeft lest weêr uitgestrooid dat Paus Pius IX van de Logie had deel gemaakt; die beweering is dezer dagen nogmaals voor den dag gekomen en de aanneming zou bestatigd zijn door een siuk, in eene Lógie van Beieren gevonden. De Chaine d'Union, het vrijmetselaarsblad van Parijs, kondigt nu eenen brief af waarin verklaard wordt, dat bet nieuws van die aan neming une inepte soltise, eene domme dwaas heid is Dat er nooit een groot-Logie in Beieren beslaan heeft Dat het koninklijk huis van Beieren geenen Wilhelm van Wirsselbach kent als koning van Beieren of als grootmeester der Logie Dat de zoogezegde diploom van Paus Pius niet bestaat in de twee Logiëu van Neurenberg. Men weet niet van waar die domme uit vinding komt,zegt de brief, en de inzender raadt de Br.-.s aan voortaan binnen de grenzen der waarheid te blijven, en dus op te houden hunne tegenpartij met leugens te bevechten. Ja, Chaine d'Union, die raad is boter tegen de galg gekletst! Die heeren zullen uitvindsels blijven uitwerpen daarin zijn zij thuis Volgens de Patriote zou het liberalism op eene voortdurende manier in het paleis werk zaam zijn, om de uitvoering der wetten tegen te werken en onmogelijk te maken. Dit vooral is het geval met de wet op het onderwijs. Wanneer, zegt het blad, zal M. Thonissen openlijk en krachtig aan den Koning zeggen, dat die houding niet weerdig is voor eenen minister, die enkel en alleen de nauwgezette uitvoeder der wet is Een liberale ministerie zou dien toestand geen acht-en-veertig uren hebben uitgestaan. Zoo denkt er ook het land over. De Nederlandsche bladen halen een schoon gezegde aan van den afgestorven Minister Mod derman, die eens, Minister zijnde, een Katho liek ontving die hem eene plaats kwam vragen. Deze, wetende dat Modderman een protestant was, meende den vogel af te schieten met te zeggen dat hij, alhoewel Katholiek, toch niet veel aan zijn Geloof hield- De Minister gaf diert blazer en blozer de volgende les Dan kan ik geeue betrekking voor u vinden. Gij zijt ge boren en opgevoed in de Katholieke Kerk, de verhevenste instelling in de wereld, en gij weet dat niet te wardeeren Ik ben overtuigd, dat iemand, die geen prijs stelt op zijn geloof, niet geschikt is om zijnen Koning te dienen immers hij weet niet hoe hij verplicht is zijnen God te dienen. Ziedaar een snuifje dat ook voor vele lauwmoedigen en blozers in België, zou kunnen te pas komen HANDEL EN NIJVERHEID. De Vlaamsche Bakkersgazet bevat soms zeer nuttige wenken voor personen die andere vakken dan den bakkersstiel beoefenen en menig graanhandelaar, boterverkooper, enz., zou daarin dikwijls raadgevingen vinden, die hem in zijnen handel zeer goed ie pas komen, j Wij vinden in het nummer van deze week de j twee volgende, die wij in de aandacht der vakkundigeri aanbevelen I Middel tegen koornwormen. In een pakhuis I te Soissons, waar 200 hektolilers tarwe lag, welke gedeeltelijk door den koornworm was aangetast, werd toevallig ougebuild kempzaad en ongebroken kemp geborgen. Den volgen den morgend was men zeer verbaasd, de bal ken van de zoldering bedekt te zien met koorn- wormen, welke naar het dak vluchtten. De tarwe werd herhaalde malen door elkander geschud en gedurende 6 of 7 dagen zag men de insekten wegvluchten. Sedert dien tijd is in dat pakhuis, waar jaar lijks nieuwe kemp wordt geborgen, geen koornwormen meer te vinden. Hierdoor werd het reeds vroeger aanbevolen middel tot wering van koornwormen, namelijk het neérleggeu van eenige handenvol kemp, waarin het zaad nog aanwezig is, als uitstekend bevestigd, daar de reuk van het kempzaad voor die in sekten onverdragelijk schijnt. Een even ge makkelijk toe te passen als zeker middel tegen koornwormen is. volgens Gaillot, koolteer. Brengt men eenige van deze diertjes in een glazen vat waarin een glas met koolteer is geplaatst, of dat van binnen gedeeltelijk met koolteer is bestreken, en sluit het vervolgens, dan ziet men dat de diertjes langzamerhand onbeweeglijk blijven en na verloop van 15 of 18 uren dood zijn. De lucht van de teer schijnt deze dieren zelfs te dooden, waarom zij haar ontvluchten. Gaillot beveelt het gebruik van koolteer in pakhuizen op de volgende wijze aan Men bestrijke planken met koolteer en plaatse die op regelmatige afstanden in het magazijn, zoodat de reuk overal doordringt. Zijn er werkelijk koornwormen, dan ziet men ze reeds na eenige uren tegen de muren krui pen en de vlucht nemen voor den reuk van den teer, en na korten tijd zijn ze geheel ver dreven. Intusschen kan men het middel van tijd tot lijd herhalen, opdat ze niet terug komen. Natuuren kunstboter. Een boterhandelaar te New-York zegt het volgende over de wijze waarop men boter, margarine en bulterine kan onderscheiden De markt is overladen met kunstboter, waarvan de nasmaak zoo treffend is, dat er in den smaak geen verschil is waar te nemen tusschen natuur-en kunstboter. Wij, kooplie den, hebben eene eenvoudige manier om de boter op de proef te stellen. Wij strijken na melijk liet lemmer van een mes over de boter. Is het margarine, dan ziet de plek waarover men gestreken heeft wit, en vertoonen er zich waterdruppels. Bij natuurboter verandert de kleur niet en komt er geen water te voorschijn. Ook bij liet braden kan men de proef nemen. Margarine laat ten gevolge van het water dat zij bevat, zoodra zij in de heele pan komt, een knetterend gesis hooren, terwijl boter een voudig smelt. Dat liet in de Vereenigde-Staten van Ame rika ook geen rozen sneeuwt, blijkt uit de Het oog van den jongen man tintelde, zijne borst zwoegde, hij scheen met zich zeiven le kampen. De mulder was opgestaan on ging zwijgend de j kamer op en neêr. Eindelijk bleef bij voor den jong- i man staan en zegde. Omdat gij niet zegt dat ik hard ben, wil ik nog i acht dagen wachten, maar langer geen uur. Kunt gij j mij dan de helft van het geld brengen, goed zoo niet laat ik uwe moeder en u hel huis uitzetten De jonge man was nog bleeker geworden. Ik zal er voor zorgen, bracht hij met moeile uit en ging toen zonder groeten heen hij moest lucht hebben, daar binnen werd het hem te benauwd. Met valschen lach zag de molenaar hem na. Hij echter ging regelrecht op een klein huisje toe, dat op gerin gen afstand van het huis des molenaars stond. Hij trad in do lage kamer en wierp zijnen hoed op tafel eene oudo vrouw met vriendelijke, maar lijdende trekken, stond bij zijne binnenkomen op. Hij was weêr hard zei de jongen man het geld wil hij hebben, of Hij sprak niet uit. Ik heb hem gezegd dat hij alles krijgen zal, ofschoon niet dadelijk ik wil werker, zoo hard ik kan, om de zestig gulden, die mijn arme vader van den vrek leende, terug te betalen maar hij wil niet wachten, binnen acht dagen verlangt hij de helft, of anders zet hij ons onder den blooten hemel. Hij bleef voor het kleine venster slaan, en drukte het gloeiend hoofd tegen de koude ruiten. Weest gerust, Fransdo goede God zal ons daarom niel verlaten. Betalen kunnen wij niet, dus moeten wij weg, maar wij zullen zeker wei een ander onderkomen vinden. Neen, van hier wegjagen zal hij u nietik zal betalen Zijne slem klonk bepaald en vast. Ik zal betalen Hij zegde dat nog eens, als om aan zijne woorden meer kracht te geven. De oude vrouw zag hem verwonderd aan. Heer leid ons niet in bekoring Frans, gij hebt toch geene verkeerde dingen voor? vroeg zij angstig. Neen, moeder loch beefde zijne stem. Om Gods wil, Frans, liever honger lijden en onder den blooten hemel wonen, dan met zondig geld ons huisje behouden van wicn wilt gij geld krijgen, zeg mij, van wien Zij vouwde de handen. Op hel gezicht van den zoon vertoonde zich eene zenuwachtige trekking, terwijl hij antwoordde Naar hel lage land wil ik daar ken ik wel menschen die mij kunnen helpen en het zeker ook wel willen. Nu, Frans, gij zult niets doen dal onrecht is. Gij hebt God altijd voor oogen gehouden ik ver trouw u, kind. Dank, moederMeer zij hij niet. Eerst na eene poos begon hij weer Maar dan zal het best zijn dat ik dadelijk ga Maak u niet ongerust, over drij of vier dagen ben ik terug. Hij greep naar hoed en slok hij kuste haarGod zij met u, moeder, en voordat zij hem kom tegenhou den. viel de deur achter hem toe. Frans haastte zich het dorp door. Hij was blij, het huisje acbler zich te hebben, want hij had zijne oude moeder niet meer in de oogen kunnen zien, nu hij haar, misschien voor de eerste maal in zijn leven, had voorgelogen. De avond was regenachlig. Donkere wolken hingen aan den hemel, en de wind streek koel door het dorp. Bij het laatste huisje slond Frans stil. Hel was eene kleine, balfvervallcu hul, waarin een man woonde, dien men in de wandeling Ling Hans noemde, en voor een der stoutste en crvarendsle smokkelaars in den heelen omtrek hield. Frans klopte aan, doch kreeg geen antwoord Eerst toen hij nogmaals sterker klopte, riep eene barsche stem van binnen Wie daar Doe open, Hans, ik ben 't, wever Frans. Wat duivel Wacht, ik kom al. De zware voet stap van een man dreunde in de gang, de grendel werd afgeschoven en de deur geopend. Wat komt gij hier zoeken, Frans Kom binnen hier tusschen deur en dorpel is 't niet goed om te klappen. Zij traden in de kamer, en Ling-Ilans stak de lamp aan. Hij was een krachtige, gedrongen ge stalte met breede borst en breede schouders, waarop een vierkant hoofd metkleine, heldere grauwe oogen russto, die echter eene goedaardige uitdrukking had den Maar wal scheelt er aan 1 Gij zijt zoo wit als hier do muur. Is het niet goed, man Wal valt or dezen nacht met een gang over de grenzen te verdienen? bracht de gevraagde stotterend uit. Deze nacht ga ik niet. De smokkelaar zag Fran3 scherp en ceuigzins wantrouwig aan Zie maar zoo donker niet Denkt gij dat ik u aan de groenen wil verraden Ik vraag om andere redenen gij hebt flog tweo man noodig, heb ik van lange Steppe gehoord, neem mij meè j U II De smokkelaar zag hem met groote oogen aan Hoe komt gij op dien inval? Hoe slecht i weêr 't gaat worden boven op de bergkammen waait het een storm. Gij zijl dat niet gewoon 't is geen kinderspel j Dat weet ik en ik weet ook waarom ik het wil. Wilt gij mij meênemen. en wal brengt het op Hij vroeg haastig, en op dringenden toon. Nu, het is mij gelijk wien wij nog hebben. Maar ga zitten en vertel, hoe u dat zoo op eens in de j hersens is gekomen j Beiden namen aan de tafel plaats, en Frans ver telde in korle woorden in wat omstandigheden hij verkeerde. Wordt voor tg t set).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 1