M. Bara wil de kommissie van onderzoek opnieuw bijeenroepen. Hij legt het verschil van stemmers en briefjes op zijne manier uit. Twee broeders zouden voor eeneu persoon genomen zijn geworden en dit zou voor ge volg hebben gehad dat er eene stem vernietigd was, omdat men dacht dat een hunner twee maal gestemd had. De kommissie heeft opzoekingen bevolen om dit punt op te helderen. Moeïer Sehrikkel. Over drie honderd jaar. zoo leest men iu het Wonderjaar, woonde moeïer Schrikkel de waarzegster in het Pieter Potstraatje zij was omringd van al wat duivelsch was doodskop pen, zwarte katten en uilen zij zelf was oud. rimpelig en leelijk, en las de toekomst in het koffiedik 't was om van zijnen stek te vallen van schrik. Onze liberalen lezen met eenen grimlach van meélijden op de lippen, soortgelijke geschie denissen en zij roepen uitDat was in den papentijd, in den tijd van dommigheid en bedrog Wij, wij gelooven aan geen Schrikkels, aan geen hel of duivel meer. Wij zijn verlichte en geleerde kleppers Zijt ge wel zeker, mijnheeren, dat gij daaraan niet meer gelooft Vandaag woont moeïer Schrikkel niet meer in een vuil, donker straatje, in een afzichtelijk hol en ze is soms niet meer oud en leelijk. Moeïer Schrikkel vandaag kondigt hare kunst aan in de groote en verlichte gazelten der hoofdsteden. Zij woont te Parijs, te Brussel, te Berlijn in prachtige kamers met tapijten en schilderijen zij geeft om zoo te zeggen audi- encie aan de dames in zijde en fluweel gekleed; zij zeifis chic en naar de mode gekleed. Men leze maar de dagbladen van Parijs, Berlijn, Weenen en Brussel en het is maar zelden dat de policie de moeïer Schrikkel van onzen tijd bij het oor kan pakken en haar het bedrog door eenige dagen gevangenis en eene goede boete doet betalen ofwel het is inge richt dat zij het straffeloos kan uitvoeren. Maar de waarzegster van onzen tijd heeft geen kliënteel meer zult gij zeggen. Gij be driegt u precies degenen, die aan niets meer, aan geen toekomend leven meer gelooven, zijn de eersten om te gaan vragen naar geheimen, die niemand hun kan doen kennen. Zij geloo ven aan God noch gebod, maar zij gelooven wat een slim wijf beweert te zien in de kaarten of in de liniën van de hand zij zeggen dat er geen hel of duivel bestaat, en zij vragen naar hetgeen er in eene andere wereld omgaat, 't geen zij eerst zullen weten als de dood hun meéneemt. Wat doet die verlichte wereld van vandaag ons lachen, en, rechtuit gezegd, wij hebben meer eerbied voor moeier Schrikkeluit het Wonderjaar, dan voor die van onzen tijd wij hebben meélijden met de menschen, welke over drie eeuwen naar het Pieter-Potstraatje gingen omdat zij niet beter wisten, en ten minste, hoe verkeerd ook. aan hel bovenna tuurlijke geloofden doch voor die welke in onzen tijd zich op stoopen laten trekken door nieuwmodische moeïer Schrikkels, hebben wij niets anders over dan eenen spotlach. Nu, als de welhebbende dames en heeren, van de verlichte klas, en die met den priester durven lachen omdat hij aan een volgend leven gelooft, zich door moeïer Schrikkel willenlaten stroopen 't is ons wel. Het spreekwoord, Mütidus vultdecipi, de wereld wilt gefopt wor den zij loochent de waarheid en zij gaat met het bedrog meé. In alle geval is het zeker, te zien in degroote bladen als de Figaro en anderen, dat de waar zeggerij, bij de vrouwen uit de rijke wereld geweldig in de mode komt... Ahmay (Handelsblad.) Kiezing te Antwerpen. Het kiescollege van 't arrondissement Ant werpen is bij koninklijk besluit bijeengeroe pen op 1 December aanstaande, ten einde overtegaan tolde benoeming van één Senateur in vervanging van M. Cogels Osy, overleden. De kandidaat der Meeling is de heer baron Ferdinand Legrelle, bankier te Antwerpen. De liberalen hebben besloten bij de kiezing van 1 December niet op te komen. KUNST-EN LETTERNIEUWS. Tusschen de menigvuldige kalenders, die tegen het einde des jaars verschijnen, kunnen wij niet nalaten eene bijzondere onderschei ding aan het Maria-Almanak toe te kennen. Hel is de zevende maal dat dit jaarboekje, door den eerw. heer Daems, met medewerking van Vlaamscheen Hollandsche letterkundigen uitgegeven, in de drukkerij van M. L. Tay- mans-Nezy, te Lier, te voorschijn komt, in den beginne als prachtuitgave, thans als volksboek in het bereik van alle beursen. Is de vorm var» het boek veranderd, de inhoud is evenwel altoos even belandwekkend, afwisselend en stichtend gebleven de prijs van het boek, niet zijne waarde is gedaald. Het Maria-Almanak van dees jaar bevat be nevens een volledige dagwijzer en inlichtingen over den staat der geestelijkheid iu zuid-en Nederland en eene tabel der jaarmarkten, eene reeks mengelingen in dicht en proza, allen de H. Maagd betreffende, waarvan de meesten, hetzij om de wetenswaardige bijzonderheden die zij bevatten, hetzij om hunne litterarische waarde, met smaak gelezen zullen worden. Het zijn beschrijvingen van beroemde heilig dommen, stichtende feiten van het leven van gekende mannen, wonderdadige genaden door de tusschenkomst der Moeder Maagd beko men, uitboezemirigen van liefde en gods vrucht lot Maria, eenvoedige legenden, roe rende verhalen, kortom eene verzameling van keurige tafereeltjes, Maria ter eere opgehan gen, wier aanzien het vertrouwen in hare goedheid en hare macht doet vermeerderen. Onze eeuw, die uit alles practisch nut weel te trekken, bedient zich van almanakken, om kennissen, kunsten en wetenschappen onder het volk ie verspreiden. Er bestaat geen vak of het bezit zijn kalender. De godsvrucht tot Maria moest het hare hebben en dit heeft de eerw. heer Daems haar bezorgd. Al wie het verspreiden dezer godsvrucht aan 't harte ligt zullen deze onderneming aanmoedigen, met zich dit kleine boekje, dat slechts 50 centie men kost, aan te schaffen en het in hunne om geving te doen kennen. Zij zullen er zich dub bel over beloven ten eerste door de aange name lezing, en ten tweede door de vrome opwekking die zij er zullen in vinden. PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN. Zijn benoemd Pastoor te Stekene, de E. H. C. Van Wambeke, onderpastoor te Gent in 0. L. V. op Sint-PietersOnderpastoor van Sint-Baafs te Gent, de E. H. Van den Fonteyne, S. T. B., onderpastoor in de groote kerk te SI. Nikolaas. Volkskamer. De Volkskamer hield zich in den loop dezer week onledig met de bespreking van hel wetsontwerp betrekkelijk den kunst-en lettereigendom. ALLERHANDE NIEUWS. Donderdag morgend heeft men alhier in 't gesticht der Eerw. Broeders van Maria, den genaamden Jozef Slagmulder, dienstknecht, oud 20 jaren, in zijn bed verstikt gevonden. De ongelukkige welke iu een vochtig en killig kamertje sliep, beging de onvoorzichtigheid van aldaar een vuur van houtkolen aanteleg gen. Jozef Slagmulder was een deftige en goede bediende. Wilt gij de ongevallen en den last ver mijden, gebruik de saamgepersten mut saard gij zult er zekerheid, spaarzaamheid, zuiverheid en gemak bij vinden voor het aan steken van vuren van allen aard. Talrijke cer tificaten. Vraagt prospectus. Entrepot te Ca- pelle-ten-Bosch. Aanzienlijken afslag voor den handel. De bond der Katholieke Kringen, onder voorzitterschap van M. Woeste, heeft zijne bureelen samengesteld. De afgeveerdigde le den hebben den polilieken toestand onder zocht, zoo als hij zich bij de nadering der kie zingen zal voordoen. Vier weken geleden werd in eene her berg der Violettenstraat tc Brussel, eene brui loft gevierd. Inden loop van het feest ont stond er twist tusschen den bruidegom en den schoonvader de twist liep zoo hoog dat de policie er moest tusschenkomen en het was enkel op bedreiging van proces-verbaal op te maken, dat de kommissaris er in gelukte de gemoederen tot kalmte te brengen. Na het feest, toen iedereen naar huis gekeerd was, verdween plotseling de bruid zonder dat men kon gissen waar zij gebleven was. Thans is dat raadsel opgelostmen heeft haar lijk maandag avond uit de vaart van Charleroi op- gevischt. Een beenhouwer met twee zijner vrien den, dijnsdag avond door de Magdalenastraat te Brussel komende, ontmoette een paar ken nissen met welke hij niet al te goed in akkoord was. Men richtte elkander eerst eenige grove woorden toe, daarna slagen en eindelijk mes steken. Een der vechters viel weldra door twee messteken getroffen, ten gronde, terwijl de pleger der misdaad de vlucht nam. Hij is des anderendaags aangehouden en ter beschikking van het gerecht gesteld. De gekwetste is niet in gevaar. Een dezer leste dagen kwam eene deftige dame in een huis der Luxemburgscheslraat te Brussel, om eene gemeubeleerde kamer te buren. Het vertrek beviel haar niet en zij ging heen, maar niet zonder eene gedenkenis meé te nemen. Drie briljanten brochen, die in eene opene schuif lagen, waren verdwenen. Het Journal de Bruxelles brengt ons de tijding van een ongeluk dat woensdag in de Noorderstatie te Brussel heeft plaats gehad. De beurstrein, die niet anders dan 's woens dags dienst doel en ten 10 ure 49 uit Antwer pen vertrok, kon bij zijne aankomst te Brussel defrein niet doen werken, waardoor de trein voortstoomde en tegen den dam heurtoirten rechte kwam, welken hij verbrijzelde. De lokomotief, de fourgon en de rijtuigen zijn erg beschadigd en verscheidene reizigers, alsook een treinwachter, zijn gekwetst. Brusselsche ratten. Dat het niet altijd vreemde ratten zijn die hun heil te Brussel komen zoeken blijkt hieruit, dat het bestuur der mestpacht zich verplicht dacht een middel te zoeken om van een legioen lastige (viervoe tige) knagers verlost te zijn. Men bestelde eene zekere hoeveelheid vergif. Om de kracht van het vergif te beproeven, gaf men hel te eten aan eenige ralten, die inde val gevangen waren en zie, in plaats van dood te vallen, werden de diertjes vroolijk, dik en vet genoeg om in den prijskamp van vette ratten bekroond te worden. De stad heeft dus van dat vergif moeten af zien, uit vrees dat het al de ratten van 10 uren iu 't ronde naar Brussel zou gelokt hebben, om zich vet te mesten. Verleden maandag bood zich een vreem deling in het poslbureel der Rue dela Chancel- lerie aan, om eenen postbon van 17 fr. te vra gen. Toen hij bediend was, vroeg hij, voor hij den eersten bon betaalde, een tweeden van 23 fr. Terwijl de klerk het tweede stuk opstelde maakte de kerel zich van het eerste meester en nam de vlucht. Zijn signalement is naar de policie gezonden, maar men heeft hem nog niet kunnen opsporen. Te Si-Gilles bij Brussel werden de gebu- ren van het gemeentehuis woensdag uit hun nen slaap gewekt door de kreten van eene zinnelooze, die zich sedert den avond in het policiebureel bevond. Deze arme vrouw was in hare verstandvermogens gekrenkt, door dat men haar, op valsche kwaadsprekerij steunen de, uit hare werkposten had doorgezonden. Zij waande zich altijd achtervolgd en wilde zich vergiftigen. Schrikkelijke gevolgen der lastertaal Misdadige aanslag. Een kerel heeft maandag, bij middel van een helseh machien, gepoogd een huis in de rue du Chatelain, te Elsene, waar behalve den voomaamsten huur der, de herbergier D..., verscheidene huis houdens woonden, in brand te steken. Vrouw D... begaf zich zaterdag rond twee ure namiddag naar de zolderkamers, waar eenige werklieden in de week logeeren, die des zondags naar hunne woningen in de om liggende dorpen trekken. Op eene der zolder kamers ontdekte de vrouw eene streep bus kruit, die leidde naar eene plaats, waar eene met petrool doorweekte vod aan het bed was vastgemaakt- De policie, ter plaatse geroepen, bestatigde dat op al de kamer* dergelijke strepen poeier langsheen de plinten en onder de bedden ge strooid lagen, en deze stonden daarenboven in gemeenschap met eene lont welker uiteinde in een gat van den plankenvloer verdween. Men deed de kamer daaronder, waarvan de bewoner afwezig was, door eenen slotmaker openen en zag dat de lont ook het plafond doorboorde, langs den muur neerdaalde, yvaar, op manshoogte, eenige kleêren hingen zij liep verder naar beneden achter een bed en was daar vastgemaakt aan eene brandende keers van 50 a 60 centimeters legte. Op een gegeven oogenblik moest de vlam zich dus aan de lont meédeelen en deze, het vuur voortplantende zou alzoo in eenige sekonden al de zolderka mers in vuur en vlam gezet hebben. Tot overmaat van voorzorg, waren overal waar het mogelijk was petroolvodden aan de dwarslalten onder de bedden vastgemaakt en zelfs een strooizak geplaatst naast eenen hoop linnen, die insgelijks met petrool doortrokken was. Op de kamer, waar men het begin van die helsche kombinatie vond, woont zekere S., 60 jaar oud. barreehvachter, met zijnen zoon, een jongeling van 17 jaar, welke beiden des morgens naar de kermis van Tourine-la-Grosse vertrokken waren. S..., vader had met vrouw D... een glas bier gedronken en haar verzocht, 5 frank, welke hij haar overhandigde aan zijnen ande ren zoon, die in den loop van den dag met verlof uil het leger kwam, te geven, opdat hij hen eveneens op gemelde kermis zou komen vinden. De policie heeft op zijne kamer papieren in beslag genomen waaruit schijnt te blijken dat S... lid is van verschillige revolutionnaire maatschappijen. De policie-agent Cherbonnier vertrok aan stonds, voorzien van een mandaat van aan houding naar Tourine-la Grosse en maandag morgend ten 3 ure reeds bracht hij de beide gevangenen naar den amigo, van waar zij spoedig naar de gevangenis van St-Gilles over gebracht werden. Had de misdadige poging gelukt, dan zou eene vreeselijke ramp gebeurd zijn. Volgens de berekening had de keeis tol 2 of 3 ure des nachts kunnen branden eer zij de lont aanstak. Op de mansarden moesten op dit oogenblik vier personen slapen terwijl de bewoners der lagere verdiepingen veel talrijker zijn. De meubelen vanS... waren van over twee maanden verzekerd. Chronique De Chronique deelt eenige inlichtingen meé over den persoon, die verdacht wordt de gru welijke poging tol brandstichting, hierhooger verhaald, gepleegd te hebben. Hij was vroeger kurassier. Door zijn goed gedrag geraakte hij tot den graad van briga dier. Later werd hij werkman bij den ijzeren- weg waar hij den arm brak. Om hem schadeloos te stellen, werd hij tot zaalwachter benoemd, doch hij was niet te vreden, hetgeen teweeg bracht dat zijne over sten ook over hem te klagen kregen, Hij bekwam zijn ontslag. Toen doorliep hij de stad, en vooral den omtrek der Kamer, eene plakkaart op de borst dragende, met het opschrift Snappen werkman, in dienst van den Staat gekwetst, weggezonden zonder pensioen Hij deed den Staat een proces aan en be kwam een vonnis in zijn voordeel, waardoor hij een maandgeld van 45 fr. verkreeg. In 1875 verscheen hij voor het assisenhof van Henegouw voor moordpoging op zijne schoonmoeder, doch werd vrijgesproken. Sedertdien tijd wordt hij voortdurend door den geest van vervolging geplaagd, en er is geen overheidspersoon die niet reeds eene klacht ten laste van dezen of genen van hem ontvangen heeft. Zijne geleerdheid is verre boven zijnen stand en hij is zeer streng op het kapittel eerlijk heid. Alles doet denken dat de gewaande anar chist een zinnelooze is. 1 Sedert eenige dagen is te Gent veel spraak van een nieuw uitgevonden kamma- chien, dat geroepen is om de weef-en spin- nijverheid geheel 't onderste boven te zetten. De uilvinding is gedaan door een korlrijksch werkman, die te Rijssel werkt. 1 Twee personen uit Gent, hadden te Gent- brugge eene wedding aangegaan om het spoe digst te rijden met pèerd en rijtuig het was reeds donker en zij hadden geen licht aan hun rijtuig. Nabij de Brugskens kwam er van Lede- berg eene bakkerskar, met een peerd bespan nen. H. F. reed er met zulk geweld tegen, dat het peerdje ten gronde viel en zoozeer gekwetst werd. dat het arme dier de ingewanden uit liet lijf hingen, zoo dat het ter plaatse moest afge maakt worden. H. F. werd uit zijn rijtuig ge slagen, brak zich den duim en bekwam kneu zingen aan het aangezicht. Proces-verbaal werd ten hunnen laste door de policie van Genibrugge opgemaakt. Tengevolge van den sterken vorst zijn de overstroomde meerschen rond Gent met eene ijsschaal van 4 centimeters dikte bedekt. De pastoor van Ars.Onze lezers hebben wellicht reeds liooren spreken van den braven pastoor van Ars die in zijn leven reeds vele wonderen deed. Uit Ars wordt nu aan den Univers gemeld dat daar op 13 Oktober het stoffelijk overschot van den eerweerdigen dienaar Gods, den pas toor van Ars, Jean Bapt. Marie Vianney, onder de voorschrevene pleegvormen en in tegen woordigheid der vereischte getuigen, is opge graven. Onder eed werd de verklaring afgelegd, dat het graf onaangeroerd was gebleven sinds 16 Augusti 1859. toen de zerk er op geplaatst was daarna wierd de kist naar de trappen van het hoogaltaar overgebracht en daar geopend. Het lijk van den eerweerdigen dienaar Gods wierd ongeschonden bevonden, lag in de oor spronkelijke houding en was volkomen erken baar. Ook het priesterlijk gewaad hoewel ver kleurd, wasgoed bewaard gebleven. Ofschoon op straffe van excommunicatie, alle uiterlijk godsdienstig eerebewijs verboden was. kon men toch niet verhinderen dat de parochianen van Ars en de aanwezige vreemdelingen op verschillende wijzen aan hun gevoel van eer bied en vereering lucht gaven. De schoone dagen van vroeger, toen duizenden pelgrims naar Ars stroomden, schenen teruggekeerd. Wal op 13 oktober geschiedde, was de laatste pleegvorm van het proces der Zaligverklaring van den pastoor van Ars, den geloovigen zoo dierbaar, en weldra hoopt men door de geheele Kerk als heilig te mogen vereeren, dengene die reeds nu door velen word, genoemdde heilige pastoor van Ars. Op verlangen van Mgr den Bisschop van Belley heeft Mgr Caprara het kruis, 't welk de vingers van den eerbiedwaardigen dienaar Gods nog omkneld hielden, meégenomen om hetZ. H, ten geschenke aan te bieden. Luchtsteen. Het schijnt dat boven ons de sterren- en planeetenwereld leelijk begint af te brokkelen. Er vallen rechts en links luchtsteenen, onder andere in Pennsylvanië zou er een gevallen zijn van 75 meters lengte op 9 meters breedte. Volgens een geleerde vallen er per dag 60,000 kilos luchtsteenen, doch veelal in de zee. Met allen eerbied voor de wetenschap gesproken, zouden wij wel eer.s willen weten waarop men die berekening grond. De Viso heeft in den nacht van 16 oktober een natuurverschijnsel bewondering en schrik verwekt. Het was pikdonker. Eensklaps wer den al de huizen door een wit- en roodachtige helderheid verlicht. Men bemerkte eenen vuur bal die uit het Oosten kwam, de lucht in bewe ging bracht en een verlicht spoor van omtrent 60 meters lengte achterliet. De vuurbal dreef boven Viso op eene kleine hoogte, een ver spreidde een solferachligen geur. Zijn door tocht maakte een gerucht als dat van een kanonbal. Na eenige minuten hoorde men twee verschrikkelijke ontploffingen. Men veronderstelt dat de vuurbal alsdan is opengespat en in de zee verdwenen. Deze ont ploffingen werden waargenomen niet alleen te Viso, maar ook in de naburige gemeenten Ischitella, Rodi en Pesschici. Schipbreuk der De Graeve. Verhaal van den kapitein. De kapitein Leonce De Graeve, der stoomsloep die zijnen naam draagt, geeft het volgende verhaal van de schipbreuk die door hel geheele land zoo veel deelneming verwekte. Op maandag, 9 dezer verlieten wij, rond 2 ure namiddag de haven van Oostende naar de gewone plaats onzer vischvangst. Rond 10 ure 's avonds kwamen de mannen der ekwipagie, die de wacht hadden, mij be richten dat een dichte rook de kiel opvulde. Ik begaf mij naar het voordek en bestatigde dat er brand aan boord ontstaan was. Ikbevool aanstonds alle mogelijke reddings middelen, maar het was te vergeefs. Bij het oplichten der luiken sloeg de vlam en den rook zoo zeer naar buiten, dal wij moesten wijken. Het vuur moet aanvang genomen hebben in liet koolmagazijn en breidde zich met groote snelheid uit eer het een uur verder was viel het dek in en stortte den grooten mast, waar van den voet verbrand was, in zee. Ik gaf thans bevel de boot te water te bren gen en, na alle mijne beschikbare noodsignalen vertoond te hebben, moest ik het schip verlaten. Wij zetleden koers naar de kust en ontmoet ten rond 1 uur de engelsche smak Echodie ons aan boord nam. Op de plaats der ramp teruggekeerd, zagen wij den ongelukkigen Degiaeve geheel in vlam staan zonder dat er nog iets van te redden was. Hij verbrandde tot aan de waterlijn en verdween rond 5 ure in de diepte. Van ons schip bleef er geen spoor meer over. De ekwipagie werd den lle te Maarsluisaan land gezet en kwam denzelfden avond te Oostende aan. Men meldt uit Hoogstraten, dat een aantal landloopers aldaar uit het bedelaars gesticht ontsnapt zijn. Dus, opgepast voor de deuren en kassen. De korrektionneele rechtbank van Luik heeft eene slechte grap duur betaald gezet. Een persoon van Battice gaf aan twee ande ren, onder voorwendsel van hen op een bit tertje te onthalen, eene sterke purgatie, met jenever gemengd. De justicie heeft hem, zoo wel als den apotheker, die het poeier bediende dat een zeker vergif bevat, tot eene maand ge vangenis veroordeeld. Eon soldaat van Tonkin. De Patriote bevat het uitgebreid verhaal der lotgevallen van een inboorling der provincie Luik, die, na in 1882 in het fransche leger ingelijfd te zijn, naar Tonkin gezonden werd, waar hij aan de veldtochten van Sontay, Bac- Nin en Lankron deelnam, alsook aan de over winning op de zwarte vlaggen. Ziek geworden, werd hij naar de ambulance van Hanoi gezonden, daar4 maanden verpleegd en vervolgens, na door de doktors ongenees baar verklaard te zijn, terug naar Europa ge zonden, nadat hij eerst nog twee maanden in het hospitaal van Algiers en aan de mineraal bronnen van Alzeux had doorgebracht. Te Marseille ontscheept, gaf de militaire overheid hem 22 frank om naai Parijs te reizen. Toen hij er aankwam met nog fr. 2,75 iri den zak en zich tol het liefdadigheidskomileit der Dames de France richtte, verzocht men hem 14 dagen later terug te komem. Alsdan besloot hij, hoe ziek hij ook was, de reis te voet te ondernemen. Hij leefde van aalmoezen, van onderstand hem door dezen of genen maire verleend en bereikte eindelijk Brussel, zonder kruis of duit in den zak en door ziekte en vermoeienis uitgeput. Het weldadigheidsbureel, dooreen kommis- sarig van policie ingelicht heeft hem eene kostelooze reiskaart bezorgd om naar Dolhain- Limburg, in de provincie Luik, bij zijne ouders terug te keeren. Uit ArlonDe winter vertoont zich vroeg. Na dal het drie of vier nachten sterk gevrozen heeft, is het maandag beginnen te sneeuwen, zoodat de spoorweglijn van Luxemburg door prachtige winterlandschappen loopt. De papieren schoorsteenen. Men kent de papieren deuren en vensters, de papieren raderen van den ij/.erenweg en de bootjes ziehier nu de beurt der schoorsteenen. In eene fabriek van Breslau, heeft men er eene gemaakt van achttien meters, met behulp van saamgeperste papierblokken, bijeengevoegd door behulp van een kiezelachtig ciment. De gedane proefnemingen hebben den besten uit - slag opgeleverd onder 't oogpunt van sterkte, van veerkrachten van onverbrandbarheid. De koopprijs is minder dan die der steenen schou wen. Voegen wij hierbij dat sedert eenigen tijd een rijtuigmaker van Londen, bevallige, sierlijke, sterke en lichte rijtuigen in papier vervaardigt. FRANKRIJK Verschrikkelijke moord. Een bloedig drama heeft de gemeente Haute-Rivoire(Rhóne) in de grootste verslagenheid gedompeld Zekere Boichon wilde in het huwelijk treden met eene zeer deftige en deugdzame juffer, Marie Noailly geheeten. Boichon kwam veel bij de ouders van dit meisje in huis en leefde met hen op vriendschappelijken voet. Marie wilde uogtans van geen huwelijk met hem hooien spreken en bleef volkomen onver schillig aan al wat Boichon met dit doel inspande. Om van zijn kwellen voor goed verlost te zijn, verliet zij zelfs het ouderlijke huis, vestigde zich als kleermaakster te Besseny, en schreef naar Boichon een vriendelijken brief, om hem te verzoeken aan baar niet meer te denken. Wanneer Boichon later vernam dat het meis je met een anderen persoon in den echt zou treden, kocht hij eenen revolver en twaalf kar doezen en begaf zich naar Haute-Rivoire. Buiten bet dorp ontmoette hij de ongelukkige en loste twee schoten op haar. Zij zakte ineen. De moordenaar was wreed genoeg nog een derden kogel door de hersens van zijn slachtoffer te jagen. Het meisje bezweek. Men is er nog niet in gelukt den woestaard aan te houden, doch zijn signalement werd in alle richtingen gezonden. M. Pasteur zet zijne inentingen tegen de razernij met het beste gevolg voort. Een dertig tal personen die van razende dieren gebeten werden, worden thans door hem verzorgd. Onder deze bevinden zich drie juffers van eene familie, die verwant is aan de prinsen Ponia- lowski. Zij werden gebeten dooreenen hond, die afgemaakt werd op bet bevel van eenen veearts, nadat deze bij hel dier al de kenteekens der razernij had bevonden. Tol hiertoe hebben de juffers slechts aan eene lichte koorts geleden. M. Pasteur drukt de vaste hoop uit baar te zul len redden. De verkoop van het sociaal-democratisch blad Ni Die-u ni Maitre, dal uit Beigie in de omliggende landen wordt ingevoerd tot opruiing van het volk, is verboden door de regeering der fransche republiek, na langdurige beraadslaging in den ministerraad. Door den minister van binneplandsche zaken is aan de prefekten de last gezonden «de cirkulalie en verkoop van dit blad te beletten. Ontploffing in eene stokerij. Eene ver schrikkelijke ontploffing heeft woensdag mor gend te Parijs, in de alsemslokerij en de entre pots van M. Edmond Joanne plaats gehad. Deze stokerij is op den hoek der Quai de la Tournelle en der rue des Bernardins gelegen. De ramp had ten tien ure plaats. Op dit oogenblik stonden eene groote hoe veelheid tlesschen en stoopen, met likeur ge vuld, op de binnenplaats. Werklieden laadden dezelve op groote wagens voor hel vervoer der bestellingen in de stad. In de stokerij zelve waren een dertigtal ande re werklieden, bedienden van bel laboratorium, mekaniciens, stokers, enz., op hunnen post. In een naburig bureel werkte M. Joanne, vader, met zijnen zoon, die onlans het bestuur der stokerij heeft overgenomen. In een ander bureel zaten MM. Oudot en Val- lée, de boekhouder en de kassier. Onverwachts deed eene verschrikkelijke ont ploffing zich hooren. 't was de slag van een stoomtuig, dat in de lucht sprong. Vensterramen en rniten werden verbrijzeld, meubelen omvergeworpen, zolderingen stortten iu en een ongelooflijke schrik maakte zich van gansch het huis meester. Terwijl eenige werklieden en bedienden, doodsbleek van angst, te midden van rookwol ken, die hel gebouw omringden, de vlucht na men, hoorde men het gekerm van talrijke ge kwetsten. Een verschrikkelijke brand volgde op de ont ploffing en weldra was de eerste verdieping der stokerij maar één vuurgloed meer. 't Was een akelig schouwspel Schrik en angst maakte zich spoedig van gansch den om trek meester. Men vreesde ieder oogenblik voor nieuwe en nog verschrikkelijker ontploffingen immers de vier uitgestrekte kelders waren met vaten alcool opgevuld. Gelukkig deden de ijselijke gevolgen der ont ploffing zich tot daar niet gevoelen. De toezieners der scheepvaart zijn eerst in het gebouw gedrongen. Zij brachten kruiwagens zand aan om daarmeé de vaten te bedekken. Moest hel vuur zich tol die kelders uitbreiden, dan bleef er van de stokerij en de omliggende huizen geen brok over. Het gevaar was dus groot Intusschen waren er van alle kanten moedige personen toegesneld om de redding der gekwet sten werd aangevangen. Ook de pompiers waren ter plaats om den brand te blusschen. De agenten der openbare veiligheid van het 5e arrondissement beletten den doortocht op de Quai de la Tournelle en ontruimde de brug de VArchevèchè. Roi.d den middag was men het vuur meester, zonder dat nieuwe rampen de eerste hadden op gevolgd. De fransche dagbladen bevatten de naamlijst van de personen, die erge brandwonden bekwa men en naar het Hótel-Dieu of naar huone wo ning werden overgebracht. Zij zijn dertig in getal. Luitenant Froidevaux der sapeurs-pompiers werd gedurende de reddingswerken gewond. M. Edouard Joanne bekwamen slechts lichte kneuzingen. Een officieel onderzoek over de oorzaak dier verschrikkelijke ramp wordt thans door M. Guillot en Bouchez gedaan. Naar men verneemt zouden de alsemplanten, eene verstopping in de buizen van den ketel veroorzaakt hebben, en zou deze, door het al te hevig stoken, gesprongen zijn, daar de opstop ping de verdamping had onmogelijk gemaakt. Ontaarde moeder. Vrouw Gorin van Herbignies wordt beticht hare drie kinderen Clovis, oud 9 jaar, Clarisse, 7 jaar en Clemen- ce, 5 jaar, aan barakspelers, die zich naar de foor van Rijsel begaven, verkocht te hebben. Zij ontving voor de kleinen eene som van 40 frank. De arme kinderen, te Rijsel aange komen, moesten bedelen in de stralen en wer den bij hunne terugkomst wreed mishandeld, wanneer de opbrengst niet voldoende was, De kleine Clovis wist op zekeren dag te ont vluchtten en nam zijn zusterke Clarisse met zich meé. Beide kwamen uitgeput te Herbig- nies aan. Het helsche wijf, hunne moeder (Injoeg de kinderen terug. Deze dwaalden nu in het wilde rond, totda t bet jongske legen eenen muur dood van honger en kou neerzakte. M. Dutertre, professor bij het kpllegievap Avernes, vond het knaapje in dien ellendigen toestand en nam het meé naar zijn huis. Het kind vertelde alles, doch wist niet waar Clarisse gebleven was. De kleine Clemence bevindt zich denkelijk nog altijd bij de barakspelers. M. Dutertre heeft de rechterlijke overheid verwittigd en het parket heeft een onderzoek ingesteld.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1885 | | pagina 2