M. Bara wil de kommissie van onderzoek
opnieuw bijeenroepen. Hij legt het verschil
van stemmers en briefjes op zijne manier uit.
Twee broeders zouden voor eeneu persoon
genomen zijn geworden en dit zou voor ge
volg hebben gehad dat er eene stem vernietigd
was, omdat men dacht dat een hunner twee
maal gestemd had.
De kommissie heeft opzoekingen bevolen
om dit punt op te helderen.
Moeïer Sehrikkel.
Over drie honderd jaar. zoo leest men iu het
Wonderjaar, woonde moeïer Schrikkel de
waarzegster in het Pieter Potstraatje zij was
omringd van al wat duivelsch was doodskop
pen, zwarte katten en uilen zij zelf was oud.
rimpelig en leelijk, en las de toekomst in het
koffiedik 't was om van zijnen stek te vallen
van schrik.
Onze liberalen lezen met eenen grimlach van
meélijden op de lippen, soortgelijke geschie
denissen en zij roepen uitDat was in den
papentijd, in den tijd van dommigheid en bedrog
Wij, wij gelooven aan geen Schrikkels, aan
geen hel of duivel meer. Wij zijn verlichte en
geleerde kleppers
Zijt ge wel zeker, mijnheeren, dat gij daaraan
niet meer gelooft
Vandaag woont moeïer Schrikkel niet meer
in een vuil, donker straatje, in een afzichtelijk
hol en ze is soms niet meer oud en leelijk.
Moeïer Schrikkel vandaag kondigt hare kunst
aan in de groote en verlichte gazelten der
hoofdsteden. Zij woont te Parijs, te Brussel,
te Berlijn in prachtige kamers met tapijten en
schilderijen zij geeft om zoo te zeggen audi-
encie aan de dames in zijde en fluweel gekleed;
zij zeifis chic en naar de mode gekleed.
Men leze maar de dagbladen van Parijs,
Berlijn, Weenen en Brussel en het is maar
zelden dat de policie de moeïer Schrikkel van
onzen tijd bij het oor kan pakken en haar het
bedrog door eenige dagen gevangenis en eene
goede boete doet betalen ofwel het is inge
richt dat zij het straffeloos kan uitvoeren.
Maar de waarzegster van onzen tijd heeft
geen kliënteel meer zult gij zeggen. Gij be
driegt u precies degenen, die aan niets meer,
aan geen toekomend leven meer gelooven, zijn
de eersten om te gaan vragen naar geheimen,
die niemand hun kan doen kennen. Zij geloo
ven aan God noch gebod, maar zij gelooven
wat een slim wijf beweert te zien in de kaarten
of in de liniën van de hand zij zeggen dat er
geen hel of duivel bestaat, en zij vragen naar
hetgeen er in eene andere wereld omgaat,
't geen zij eerst zullen weten als de dood hun
meéneemt.
Wat doet die verlichte wereld van vandaag
ons lachen, en, rechtuit gezegd, wij hebben
meer eerbied voor moeier Schrikkeluit het
Wonderjaar, dan voor die van onzen tijd wij
hebben meélijden met de menschen, welke
over drie eeuwen naar het Pieter-Potstraatje
gingen omdat zij niet beter wisten, en ten
minste, hoe verkeerd ook. aan hel bovenna
tuurlijke geloofden doch voor die welke in
onzen tijd zich op stoopen laten trekken door
nieuwmodische moeïer Schrikkels, hebben wij
niets anders over dan eenen spotlach.
Nu, als de welhebbende dames en heeren,
van de verlichte klas, en die met den priester
durven lachen omdat hij aan een volgend leven
gelooft, zich door moeïer Schrikkel willenlaten
stroopen 't is ons wel. Het spreekwoord,
Mütidus vultdecipi, de wereld wilt gefopt wor
den zij loochent de waarheid en zij gaat met
het bedrog meé.
In alle geval is het zeker, te zien in degroote
bladen als de Figaro en anderen, dat de waar
zeggerij, bij de vrouwen uit de rijke wereld
geweldig in de mode komt... Ahmay
(Handelsblad.)
Kiezing te Antwerpen.
Het kiescollege van 't arrondissement Ant
werpen is bij koninklijk besluit bijeengeroe
pen op 1 December aanstaande, ten einde
overtegaan tolde benoeming van één Senateur
in vervanging van M. Cogels Osy, overleden.
De kandidaat der Meeling is de heer baron
Ferdinand Legrelle, bankier te Antwerpen.
De liberalen hebben besloten bij de kiezing
van 1 December niet op te komen.
KUNST-EN LETTERNIEUWS.
Tusschen de menigvuldige kalenders, die
tegen het einde des jaars verschijnen, kunnen
wij niet nalaten eene bijzondere onderschei
ding aan het Maria-Almanak toe te kennen.
Hel is de zevende maal dat dit jaarboekje,
door den eerw. heer Daems, met medewerking
van Vlaamscheen Hollandsche letterkundigen
uitgegeven, in de drukkerij van M. L. Tay-
mans-Nezy, te Lier, te voorschijn komt, in den
beginne als prachtuitgave, thans als volksboek
in het bereik van alle beursen. Is de vorm var»
het boek veranderd, de inhoud is evenwel
altoos even belandwekkend, afwisselend en
stichtend gebleven de prijs van het boek,
niet zijne waarde is gedaald.
Het Maria-Almanak van dees jaar bevat be
nevens een volledige dagwijzer en inlichtingen
over den staat der geestelijkheid iu zuid-en
Nederland en eene tabel der jaarmarkten, eene
reeks mengelingen in dicht en proza, allen de
H. Maagd betreffende, waarvan de meesten,
hetzij om de wetenswaardige bijzonderheden
die zij bevatten, hetzij om hunne litterarische
waarde, met smaak gelezen zullen worden.
Het zijn beschrijvingen van beroemde heilig
dommen, stichtende feiten van het leven van
gekende mannen, wonderdadige genaden door
de tusschenkomst der Moeder Maagd beko
men, uitboezemirigen van liefde en gods
vrucht lot Maria, eenvoedige legenden, roe
rende verhalen, kortom eene verzameling van
keurige tafereeltjes, Maria ter eere opgehan
gen, wier aanzien het vertrouwen in hare
goedheid en hare macht doet vermeerderen.
Onze eeuw, die uit alles practisch nut weel
te trekken, bedient zich van almanakken, om
kennissen, kunsten en wetenschappen onder
het volk ie verspreiden. Er bestaat geen vak
of het bezit zijn kalender. De godsvrucht tot
Maria moest het hare hebben en dit heeft de
eerw. heer Daems haar bezorgd. Al wie het
verspreiden dezer godsvrucht aan 't harte ligt
zullen deze onderneming aanmoedigen, met
zich dit kleine boekje, dat slechts 50 centie
men kost, aan te schaffen en het in hunne om
geving te doen kennen. Zij zullen er zich dub
bel over beloven ten eerste door de aange
name lezing, en ten tweede door de vrome
opwekking die zij er zullen in vinden.
PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN.
Zijn benoemd Pastoor te Stekene, de
E. H. C. Van Wambeke, onderpastoor te Gent
in 0. L. V. op Sint-PietersOnderpastoor van
Sint-Baafs te Gent, de E. H. Van den Fonteyne,
S. T. B., onderpastoor in de groote kerk te
SI. Nikolaas.
Volkskamer. De Volkskamer hield
zich in den loop dezer week onledig met de
bespreking van hel wetsontwerp betrekkelijk
den kunst-en lettereigendom.
ALLERHANDE NIEUWS.
Donderdag morgend heeft men alhier in
't gesticht der Eerw. Broeders van Maria, den
genaamden Jozef Slagmulder, dienstknecht,
oud 20 jaren, in zijn bed verstikt gevonden.
De ongelukkige welke iu een vochtig en killig
kamertje sliep, beging de onvoorzichtigheid
van aldaar een vuur van houtkolen aanteleg
gen. Jozef Slagmulder was een deftige en
goede bediende.
Wilt gij de ongevallen en den last ver
mijden, gebruik de saamgepersten mut
saard gij zult er zekerheid, spaarzaamheid,
zuiverheid en gemak bij vinden voor het aan
steken van vuren van allen aard. Talrijke cer
tificaten. Vraagt prospectus. Entrepot te Ca-
pelle-ten-Bosch. Aanzienlijken afslag voor den
handel.
De bond der Katholieke Kringen, onder
voorzitterschap van M. Woeste, heeft zijne
bureelen samengesteld. De afgeveerdigde le
den hebben den polilieken toestand onder
zocht, zoo als hij zich bij de nadering der kie
zingen zal voordoen.
Vier weken geleden werd in eene her
berg der Violettenstraat tc Brussel, eene brui
loft gevierd. Inden loop van het feest ont
stond er twist tusschen den bruidegom en
den schoonvader de twist liep zoo hoog dat
de policie er moest tusschenkomen en het
was enkel op bedreiging van proces-verbaal
op te maken, dat de kommissaris er in gelukte
de gemoederen tot kalmte te brengen. Na het
feest, toen iedereen naar huis gekeerd was,
verdween plotseling de bruid zonder dat men
kon gissen waar zij gebleven was. Thans is
dat raadsel opgelostmen heeft haar lijk
maandag avond uit de vaart van Charleroi op-
gevischt.
Een beenhouwer met twee zijner vrien
den, dijnsdag avond door de Magdalenastraat
te Brussel komende, ontmoette een paar ken
nissen met welke hij niet al te goed in akkoord
was. Men richtte elkander eerst eenige grove
woorden toe, daarna slagen en eindelijk mes
steken. Een der vechters viel weldra door twee
messteken getroffen, ten gronde, terwijl de
pleger der misdaad de vlucht nam. Hij is des
anderendaags aangehouden en ter beschikking
van het gerecht gesteld. De gekwetste is niet
in gevaar.
Een dezer leste dagen kwam eene deftige
dame in een huis der Luxemburgscheslraat te
Brussel, om eene gemeubeleerde kamer te
buren. Het vertrek beviel haar niet en zij ging
heen, maar niet zonder eene gedenkenis meé
te nemen. Drie briljanten brochen, die in eene
opene schuif lagen, waren verdwenen.
Het Journal de Bruxelles brengt ons de
tijding van een ongeluk dat woensdag in de
Noorderstatie te Brussel heeft plaats gehad.
De beurstrein, die niet anders dan 's woens
dags dienst doel en ten 10 ure 49 uit Antwer
pen vertrok, kon bij zijne aankomst te Brussel
defrein niet doen werken, waardoor de trein
voortstoomde en tegen den dam heurtoirten
rechte kwam, welken hij verbrijzelde. De
lokomotief, de fourgon en de rijtuigen zijn erg
beschadigd en verscheidene reizigers, alsook
een treinwachter, zijn gekwetst.
Brusselsche ratten. Dat het niet altijd
vreemde ratten zijn die hun heil te Brussel
komen zoeken blijkt hieruit, dat het bestuur
der mestpacht zich verplicht dacht een middel
te zoeken om van een legioen lastige (viervoe
tige) knagers verlost te zijn. Men bestelde eene
zekere hoeveelheid vergif.
Om de kracht van het vergif te beproeven,
gaf men hel te eten aan eenige ralten, die inde
val gevangen waren en zie, in plaats van dood
te vallen, werden de diertjes vroolijk, dik en
vet genoeg om in den prijskamp van vette ratten
bekroond te worden.
De stad heeft dus van dat vergif moeten af
zien, uit vrees dat het al de ratten van 10 uren
iu 't ronde naar Brussel zou gelokt hebben,
om zich vet te mesten.
Verleden maandag bood zich een vreem
deling in het poslbureel der Rue dela Chancel-
lerie aan, om eenen postbon van 17 fr. te vra
gen. Toen hij bediend was, vroeg hij, voor hij
den eersten bon betaalde, een tweeden van
23 fr. Terwijl de klerk het tweede stuk opstelde
maakte de kerel zich van het eerste meester
en nam de vlucht. Zijn signalement is naar de
policie gezonden, maar men heeft hem nog niet
kunnen opsporen.
Te Si-Gilles bij Brussel werden de gebu-
ren van het gemeentehuis woensdag uit hun
nen slaap gewekt door de kreten van eene
zinnelooze, die zich sedert den avond in het
policiebureel bevond. Deze arme vrouw was
in hare verstandvermogens gekrenkt, door dat
men haar, op valsche kwaadsprekerij steunen
de, uit hare werkposten had doorgezonden.
Zij waande zich altijd achtervolgd en wilde
zich vergiftigen. Schrikkelijke gevolgen der
lastertaal
Misdadige aanslag. Een kerel heeft
maandag, bij middel van een helseh machien,
gepoogd een huis in de rue du Chatelain, te
Elsene, waar behalve den voomaamsten huur
der, de herbergier D..., verscheidene huis
houdens woonden, in brand te steken.
Vrouw D... begaf zich zaterdag rond twee
ure namiddag naar de zolderkamers, waar
eenige werklieden in de week logeeren, die
des zondags naar hunne woningen in de om
liggende dorpen trekken. Op eene der zolder
kamers ontdekte de vrouw eene streep bus
kruit, die leidde naar eene plaats, waar eene
met petrool doorweekte vod aan het bed was
vastgemaakt-
De policie, ter plaatse geroepen, bestatigde
dat op al de kamer* dergelijke strepen poeier
langsheen de plinten en onder de bedden ge
strooid lagen, en deze stonden daarenboven
in gemeenschap met eene lont welker uiteinde
in een gat van den plankenvloer verdween.
Men deed de kamer daaronder, waarvan de
bewoner afwezig was, door eenen slotmaker
openen en zag dat de lont ook het plafond
doorboorde, langs den muur neerdaalde, yvaar,
op manshoogte, eenige kleêren hingen zij liep
verder naar beneden achter een bed en was
daar vastgemaakt aan eene brandende keers
van 50 a 60 centimeters legte. Op een gegeven
oogenblik moest de vlam zich dus aan de lont
meédeelen en deze, het vuur voortplantende
zou alzoo in eenige sekonden al de zolderka
mers in vuur en vlam gezet hebben.
Tot overmaat van voorzorg, waren overal
waar het mogelijk was petroolvodden aan de
dwarslalten onder de bedden vastgemaakt en
zelfs een strooizak geplaatst naast eenen hoop
linnen, die insgelijks met petrool doortrokken
was.
Op de kamer, waar men het begin van die
helsche kombinatie vond, woont zekere S.,
60 jaar oud. barreehvachter, met zijnen zoon,
een jongeling van 17 jaar, welke beiden des
morgens naar de kermis van Tourine-la-Grosse
vertrokken waren.
S..., vader had met vrouw D... een glas
bier gedronken en haar verzocht, 5 frank,
welke hij haar overhandigde aan zijnen ande
ren zoon, die in den loop van den dag met
verlof uil het leger kwam, te geven, opdat hij
hen eveneens op gemelde kermis zou komen
vinden.
De policie heeft op zijne kamer papieren in
beslag genomen waaruit schijnt te blijken dat
S... lid is van verschillige revolutionnaire
maatschappijen.
De policie-agent Cherbonnier vertrok aan
stonds, voorzien van een mandaat van aan
houding naar Tourine-la Grosse en maandag
morgend ten 3 ure reeds bracht hij de beide
gevangenen naar den amigo, van waar zij
spoedig naar de gevangenis van St-Gilles over
gebracht werden.
Had de misdadige poging gelukt, dan zou
eene vreeselijke ramp gebeurd zijn. Volgens
de berekening had de keeis tol 2 of 3 ure des
nachts kunnen branden eer zij de lont aanstak.
Op de mansarden moesten op dit oogenblik
vier personen slapen terwijl de bewoners der
lagere verdiepingen veel talrijker zijn.
De meubelen vanS... waren van over twee
maanden verzekerd. Chronique
De Chronique deelt eenige inlichtingen meé
over den persoon, die verdacht wordt de gru
welijke poging tol brandstichting, hierhooger
verhaald, gepleegd te hebben.
Hij was vroeger kurassier. Door zijn goed
gedrag geraakte hij tot den graad van briga
dier. Later werd hij werkman bij den ijzeren-
weg waar hij den arm brak.
Om hem schadeloos te stellen, werd hij tot
zaalwachter benoemd, doch hij was niet te
vreden, hetgeen teweeg bracht dat zijne over
sten ook over hem te klagen kregen,
Hij bekwam zijn ontslag. Toen doorliep hij
de stad, en vooral den omtrek der Kamer,
eene plakkaart op de borst dragende, met het
opschrift
Snappen werkman, in dienst van den Staat
gekwetst, weggezonden zonder pensioen
Hij deed den Staat een proces aan en be
kwam een vonnis in zijn voordeel, waardoor
hij een maandgeld van 45 fr. verkreeg.
In 1875 verscheen hij voor het assisenhof
van Henegouw voor moordpoging op zijne
schoonmoeder, doch werd vrijgesproken.
Sedertdien tijd wordt hij voortdurend door
den geest van vervolging geplaagd, en er is
geen overheidspersoon die niet reeds eene
klacht ten laste van dezen of genen van hem
ontvangen heeft.
Zijne geleerdheid is verre boven zijnen stand
en hij is zeer streng op het kapittel eerlijk
heid.
Alles doet denken dat de gewaande anar
chist een zinnelooze is.
1 Sedert eenige dagen is te Gent veel
spraak van een nieuw uitgevonden kamma-
chien, dat geroepen is om de weef-en spin-
nijverheid geheel 't onderste boven te zetten.
De uilvinding is gedaan door een korlrijksch
werkman, die te Rijssel werkt.
1 Twee personen uit Gent, hadden te Gent-
brugge eene wedding aangegaan om het spoe
digst te rijden met pèerd en rijtuig het was
reeds donker en zij hadden geen licht aan hun
rijtuig. Nabij de Brugskens kwam er van Lede-
berg eene bakkerskar, met een peerd bespan
nen. H. F. reed er met zulk geweld tegen, dat
het peerdje ten gronde viel en zoozeer gekwetst
werd. dat het arme dier de ingewanden uit liet
lijf hingen, zoo dat het ter plaatse moest afge
maakt worden. H. F. werd uit zijn rijtuig ge
slagen, brak zich den duim en bekwam kneu
zingen aan het aangezicht. Proces-verbaal
werd ten hunnen laste door de policie van
Genibrugge opgemaakt.
Tengevolge van den sterken vorst zijn
de overstroomde meerschen rond Gent met
eene ijsschaal van 4 centimeters dikte bedekt.
De pastoor van Ars.Onze lezers hebben
wellicht reeds liooren spreken van den braven
pastoor van Ars die in zijn leven reeds vele
wonderen deed.
Uit Ars wordt nu aan den Univers gemeld
dat daar op 13 Oktober het stoffelijk overschot
van den eerweerdigen dienaar Gods, den pas
toor van Ars, Jean Bapt. Marie Vianney, onder
de voorschrevene pleegvormen en in tegen
woordigheid der vereischte getuigen, is opge
graven.
Onder eed werd de verklaring afgelegd, dat
het graf onaangeroerd was gebleven sinds 16
Augusti 1859. toen de zerk er op geplaatst
was daarna wierd de kist naar de trappen van
het hoogaltaar overgebracht en daar geopend.
Het lijk van den eerweerdigen dienaar Gods
wierd ongeschonden bevonden, lag in de oor
spronkelijke houding en was volkomen erken
baar. Ook het priesterlijk gewaad hoewel ver
kleurd, wasgoed bewaard gebleven. Ofschoon
op straffe van excommunicatie, alle uiterlijk
godsdienstig eerebewijs verboden was. kon
men toch niet verhinderen dat de parochianen
van Ars en de aanwezige vreemdelingen op
verschillende wijzen aan hun gevoel van eer
bied en vereering lucht gaven. De schoone
dagen van vroeger, toen duizenden pelgrims
naar Ars stroomden, schenen teruggekeerd.
Wal op 13 oktober geschiedde, was de laatste
pleegvorm van het proces der Zaligverklaring
van den pastoor van Ars, den geloovigen zoo
dierbaar, en weldra hoopt men door de geheele
Kerk als heilig te mogen vereeren, dengene die
reeds nu door velen word, genoemdde heilige
pastoor van Ars.
Op verlangen van Mgr den Bisschop van
Belley heeft Mgr Caprara het kruis, 't welk de
vingers van den eerbiedwaardigen dienaar
Gods nog omkneld hielden, meégenomen om
hetZ. H, ten geschenke aan te bieden.
Luchtsteen. Het schijnt dat boven ons
de sterren- en planeetenwereld leelijk begint
af te brokkelen.
Er vallen rechts en links luchtsteenen, onder
andere in Pennsylvanië zou er een gevallen
zijn van 75 meters lengte op 9 meters breedte.
Volgens een geleerde vallen er per dag 60,000
kilos luchtsteenen, doch veelal in de zee. Met
allen eerbied voor de wetenschap gesproken,
zouden wij wel eer.s willen weten waarop men
die berekening grond.
De Viso heeft in den nacht van 16 oktober
een natuurverschijnsel bewondering en schrik
verwekt. Het was pikdonker. Eensklaps wer
den al de huizen door een wit- en roodachtige
helderheid verlicht. Men bemerkte eenen vuur
bal die uit het Oosten kwam, de lucht in bewe
ging bracht en een verlicht spoor van omtrent
60 meters lengte achterliet. De vuurbal dreef
boven Viso op eene kleine hoogte, een ver
spreidde een solferachligen geur. Zijn door
tocht maakte een gerucht als dat van een
kanonbal. Na eenige minuten hoorde men twee
verschrikkelijke ontploffingen.
Men veronderstelt dat de vuurbal alsdan is
opengespat en in de zee verdwenen. Deze ont
ploffingen werden waargenomen niet alleen te
Viso, maar ook in de naburige gemeenten
Ischitella, Rodi en Pesschici.
Schipbreuk der De Graeve.
Verhaal van den kapitein. De kapitein
Leonce De Graeve, der stoomsloep die zijnen
naam draagt, geeft het volgende verhaal van
de schipbreuk die door hel geheele land zoo
veel deelneming verwekte.
Op maandag, 9 dezer verlieten wij, rond 2
ure namiddag de haven van Oostende naar de
gewone plaats onzer vischvangst.
Rond 10 ure 's avonds kwamen de mannen
der ekwipagie, die de wacht hadden, mij be
richten dat een dichte rook de kiel opvulde.
Ik begaf mij naar het voordek en bestatigde
dat er brand aan boord ontstaan was.
Ikbevool aanstonds alle mogelijke reddings
middelen, maar het was te vergeefs. Bij het
oplichten der luiken sloeg de vlam en den rook
zoo zeer naar buiten, dal wij moesten wijken.
Het vuur moet aanvang genomen hebben in
liet koolmagazijn en breidde zich met groote
snelheid uit eer het een uur verder was viel
het dek in en stortte den grooten mast, waar
van den voet verbrand was, in zee.
Ik gaf thans bevel de boot te water te bren
gen en, na alle mijne beschikbare noodsignalen
vertoond te hebben, moest ik het schip verlaten.
Wij zetleden koers naar de kust en ontmoet
ten rond 1 uur de engelsche smak Echodie
ons aan boord nam.
Op de plaats der ramp teruggekeerd, zagen
wij den ongelukkigen Degiaeve geheel in vlam
staan zonder dat er nog iets van te redden
was. Hij verbrandde tot aan de waterlijn en
verdween rond 5 ure in de diepte. Van ons
schip bleef er geen spoor meer over.
De ekwipagie werd den lle te Maarsluisaan
land gezet en kwam denzelfden avond te
Oostende aan.
Men meldt uit Hoogstraten, dat een
aantal landloopers aldaar uit het bedelaars
gesticht ontsnapt zijn. Dus, opgepast voor de
deuren en kassen.
De korrektionneele rechtbank van Luik
heeft eene slechte grap duur betaald gezet.
Een persoon van Battice gaf aan twee ande
ren, onder voorwendsel van hen op een bit
tertje te onthalen, eene sterke purgatie, met
jenever gemengd. De justicie heeft hem, zoo
wel als den apotheker, die het poeier bediende
dat een zeker vergif bevat, tot eene maand ge
vangenis veroordeeld.
Eon soldaat van Tonkin.
De Patriote bevat het uitgebreid verhaal der
lotgevallen van een inboorling der provincie
Luik, die, na in 1882 in het fransche leger
ingelijfd te zijn, naar Tonkin gezonden werd,
waar hij aan de veldtochten van Sontay, Bac-
Nin en Lankron deelnam, alsook aan de over
winning op de zwarte vlaggen.
Ziek geworden, werd hij naar de ambulance
van Hanoi gezonden, daar4 maanden verpleegd
en vervolgens, na door de doktors ongenees
baar verklaard te zijn, terug naar Europa ge
zonden, nadat hij eerst nog twee maanden in
het hospitaal van Algiers en aan de mineraal
bronnen van Alzeux had doorgebracht.
Te Marseille ontscheept, gaf de militaire
overheid hem 22 frank om naai Parijs te reizen.
Toen hij er aankwam met nog fr. 2,75 iri den
zak en zich tol het liefdadigheidskomileit der
Dames de France richtte, verzocht men hem
14 dagen later terug te komem.
Alsdan besloot hij, hoe ziek hij ook was, de
reis te voet te ondernemen. Hij leefde van
aalmoezen, van onderstand hem door dezen of
genen maire verleend en bereikte eindelijk
Brussel, zonder kruis of duit in den zak en
door ziekte en vermoeienis uitgeput.
Het weldadigheidsbureel, dooreen kommis-
sarig van policie ingelicht heeft hem eene
kostelooze reiskaart bezorgd om naar Dolhain-
Limburg, in de provincie Luik, bij zijne ouders
terug te keeren.
Uit ArlonDe winter vertoont zich vroeg.
Na dal het drie of vier nachten sterk gevrozen
heeft, is het maandag beginnen te sneeuwen,
zoodat de spoorweglijn van Luxemburg door
prachtige winterlandschappen loopt.
De papieren schoorsteenen. Men kent
de papieren deuren en vensters, de papieren
raderen van den ij/.erenweg en de bootjes
ziehier nu de beurt der schoorsteenen. In
eene fabriek van Breslau, heeft men er eene
gemaakt van achttien meters, met behulp van
saamgeperste papierblokken, bijeengevoegd
door behulp van een kiezelachtig ciment. De
gedane proefnemingen hebben den besten uit -
slag opgeleverd onder 't oogpunt van sterkte,
van veerkrachten van onverbrandbarheid. De
koopprijs is minder dan die der steenen schou
wen. Voegen wij hierbij dat sedert eenigen
tijd een rijtuigmaker van Londen, bevallige,
sierlijke, sterke en lichte rijtuigen in papier
vervaardigt.
FRANKRIJK
Verschrikkelijke moord. Een bloedig
drama heeft de gemeente Haute-Rivoire(Rhóne)
in de grootste verslagenheid gedompeld
Zekere Boichon wilde in het huwelijk treden
met eene zeer deftige en deugdzame juffer,
Marie Noailly geheeten.
Boichon kwam veel bij de ouders van dit meisje
in huis en leefde met hen op vriendschappelijken
voet.
Marie wilde uogtans van geen huwelijk met
hem hooien spreken en bleef volkomen onver
schillig aan al wat Boichon met dit doel inspande.
Om van zijn kwellen voor goed verlost te zijn,
verliet zij zelfs het ouderlijke huis, vestigde
zich als kleermaakster te Besseny, en schreef
naar Boichon een vriendelijken brief, om hem
te verzoeken aan baar niet meer te denken.
Wanneer Boichon later vernam dat het meis
je met een anderen persoon in den echt zou
treden, kocht hij eenen revolver en twaalf kar
doezen en begaf zich naar Haute-Rivoire.
Buiten bet dorp ontmoette hij de ongelukkige
en loste twee schoten op haar.
Zij zakte ineen. De moordenaar was wreed
genoeg nog een derden kogel door de hersens
van zijn slachtoffer te jagen.
Het meisje bezweek.
Men is er nog niet in gelukt den woestaard
aan te houden, doch zijn signalement werd in
alle richtingen gezonden.
M. Pasteur zet zijne inentingen tegen de
razernij met het beste gevolg voort. Een dertig
tal personen die van razende dieren gebeten
werden, worden thans door hem verzorgd.
Onder deze bevinden zich drie juffers van eene
familie, die verwant is aan de prinsen Ponia-
lowski. Zij werden gebeten dooreenen hond,
die afgemaakt werd op bet bevel van eenen
veearts, nadat deze bij hel dier al de kenteekens
der razernij had bevonden. Tol hiertoe hebben
de juffers slechts aan eene lichte koorts geleden.
M. Pasteur drukt de vaste hoop uit baar te zul
len redden.
De verkoop van het sociaal-democratisch
blad Ni Die-u ni Maitre, dal uit Beigie in de
omliggende landen wordt ingevoerd tot opruiing
van het volk, is verboden door de regeering der
fransche republiek, na langdurige beraadslaging
in den ministerraad. Door den minister van
binneplandsche zaken is aan de prefekten de
last gezonden «de cirkulalie en verkoop van
dit blad te beletten.
Ontploffing in eene stokerij. Eene ver
schrikkelijke ontploffing heeft woensdag mor
gend te Parijs, in de alsemslokerij en de entre
pots van M. Edmond Joanne plaats gehad.
Deze stokerij is op den hoek der Quai de la
Tournelle en der rue des Bernardins gelegen.
De ramp had ten tien ure plaats.
Op dit oogenblik stonden eene groote hoe
veelheid tlesschen en stoopen, met likeur ge
vuld, op de binnenplaats.
Werklieden laadden dezelve op groote wagens
voor hel vervoer der bestellingen in de stad.
In de stokerij zelve waren een dertigtal ande
re werklieden, bedienden van bel laboratorium,
mekaniciens, stokers, enz., op hunnen post.
In een naburig bureel werkte M. Joanne,
vader, met zijnen zoon, die onlans het bestuur
der stokerij heeft overgenomen.
In een ander bureel zaten MM. Oudot en Val-
lée, de boekhouder en de kassier.
Onverwachts deed eene verschrikkelijke ont
ploffing zich hooren. 't was de slag van een
stoomtuig, dat in de lucht sprong.
Vensterramen en rniten werden verbrijzeld,
meubelen omvergeworpen, zolderingen stortten
iu en een ongelooflijke schrik maakte zich van
gansch het huis meester.
Terwijl eenige werklieden en bedienden,
doodsbleek van angst, te midden van rookwol
ken, die hel gebouw omringden, de vlucht na
men, hoorde men het gekerm van talrijke ge
kwetsten.
Een verschrikkelijke brand volgde op de ont
ploffing en weldra was de eerste verdieping der
stokerij maar één vuurgloed meer.
't Was een akelig schouwspel Schrik en
angst maakte zich spoedig van gansch den om
trek meester.
Men vreesde ieder oogenblik voor nieuwe en
nog verschrikkelijker ontploffingen immers de
vier uitgestrekte kelders waren met vaten alcool
opgevuld.
Gelukkig deden de ijselijke gevolgen der ont
ploffing zich tot daar niet gevoelen.
De toezieners der scheepvaart zijn eerst in
het gebouw gedrongen. Zij brachten kruiwagens
zand aan om daarmeé de vaten te bedekken.
Moest hel vuur zich tol die kelders uitbreiden,
dan bleef er van de stokerij en de omliggende
huizen geen brok over.
Het gevaar was dus groot
Intusschen waren er van alle kanten moedige
personen toegesneld om de redding der gekwet
sten werd aangevangen.
Ook de pompiers waren ter plaats om den
brand te blusschen.
De agenten der openbare veiligheid van het
5e arrondissement beletten den doortocht op de
Quai de la Tournelle en ontruimde de brug de
VArchevèchè.
Roi.d den middag was men het vuur meester,
zonder dat nieuwe rampen de eerste hadden op
gevolgd.
De fransche dagbladen bevatten de naamlijst
van de personen, die erge brandwonden bekwa
men en naar het Hótel-Dieu of naar huone wo
ning werden overgebracht.
Zij zijn dertig in getal.
Luitenant Froidevaux der sapeurs-pompiers
werd gedurende de reddingswerken gewond.
M. Edouard Joanne bekwamen slechts lichte
kneuzingen.
Een officieel onderzoek over de oorzaak dier
verschrikkelijke ramp wordt thans door M.
Guillot en Bouchez gedaan.
Naar men verneemt zouden de alsemplanten,
eene verstopping in de buizen van den ketel
veroorzaakt hebben, en zou deze, door het al te
hevig stoken, gesprongen zijn, daar de opstop
ping de verdamping had onmogelijk gemaakt.
Ontaarde moeder. Vrouw Gorin van
Herbignies wordt beticht hare drie kinderen
Clovis, oud 9 jaar, Clarisse, 7 jaar en Clemen-
ce, 5 jaar, aan barakspelers, die zich naar de
foor van Rijsel begaven, verkocht te hebben.
Zij ontving voor de kleinen eene som van
40 frank. De arme kinderen, te Rijsel aange
komen, moesten bedelen in de stralen en wer
den bij hunne terugkomst wreed mishandeld,
wanneer de opbrengst niet voldoende was,
De kleine Clovis wist op zekeren dag te ont
vluchtten en nam zijn zusterke Clarisse met
zich meé. Beide kwamen uitgeput te Herbig-
nies aan.
Het helsche wijf, hunne moeder (Injoeg de
kinderen terug.
Deze dwaalden nu in het wilde rond, totda t
bet jongske legen eenen muur dood van honger
en kou neerzakte.
M. Dutertre, professor bij het kpllegievap
Avernes, vond het knaapje in dien ellendigen
toestand en nam het meé naar zijn huis.
Het kind vertelde alles, doch wist niet waar
Clarisse gebleven was.
De kleine Clemence bevindt zich denkelijk
nog altijd bij de barakspelers.
M. Dutertre heeft de rechterlijke overheid
verwittigd en het parket heeft een onderzoek
ingesteld.