4isle Jaar.
Zondag51 Januari 1886.
2055.
IJZERENWEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Landbouw en Godsdienst
Eene Ontmoeting.
Afdoende schoolstatistiek.
Budjet van Oorlog.
Vuige laster.
DE DEN DER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34* bladz. 50 cent.
Gysegera, Audegem, Dendermonde, Zele en Lokeren 4-56
6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48.
Mecbelen. 4-561 6-361 7-30d 8-lld Exp. 1 i* 3* kl. 8-451
li-OOd 1-04d Exp. 1* 2* 3* kl. i-51d 3-07: 6-45/
9-48.J «0-18(2 Exp. 1* i' 3* kl.
Aulw. 4-56t 6-36: 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-451 1 -04(2 Exp.
1* 2* 3* kl. 2-51 d 3-071 5-58d 6-451 9-481
10-18(2 Exp. 1*4* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4-25 7-30 8-11 E 3 kl. 8-36
10-23 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E 3' kl
5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-19 10-18 E 3 kl.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-5616-36:8-11 d
E3 kl. 8-451 8-36d 12-OOd l-04d Exp. 1* 2« 3* kl.
2-51(2 5-58d 849d direct 9-19d 10 18 E 3 kl.
Gent, (5-00 's vrijd 7-04 dir. 7-55 E3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-01 6-39
9-50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
(1) Nota. De lettor 1 beteekeut langs Termonde en de
Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 El* 2* 3* kl. 6-38
Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-45
12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-52 7-30 8.11
E. 3 klas lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11
E 3 kl. lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 9-16
Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw
12-00 2-51 5-58
Engbien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. lot Denderleeuw 12-00
2-51 0-00 5-58
Herzele, Sotlegem, Nederbrakel en Ronsse, langs Erpe-
Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03
Moorsel.Opwyck,Mecbelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,19 6,16
letter d langs Denderleeuw.
Calque Saam.
NAAR AELST ÜIT
Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15
Antw. 5.15 6,29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22
1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl.
Brussel 6.20 direct 7.18 E3kl. 7.31 9.00 11.08
11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40
9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46)
Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.42 11.34 2.27
5.28 8.26 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 7-46 9.43 11.07 12.31 E 3kl.
1 58 4 14 (4.39 's zondags) 5.06 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11.12 11.56 en 2 53 E 3 kl.
6.05
dit Gent naar
Moortzeele, Sotlegem, Geeraerdb., Engbien, Braine-
le-Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
DIT GBERAERDSBERGBN NAAR
Maria-Lierde, Sotlegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
dit Dbnderlbeüw naar
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem
Kortryk, 6.03 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direct.
DIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR AALST
(5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.31
Uit Sotlegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.38 's H
8.00 12,53 4.45 9.11
Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sotlegem, Herzele en
Erpe-Meire naar Aalst 6.59 12.00 3.40 8.05.
dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Mooraei en
Aelst5,45 10,04 4,17 7,12
AELST, 50 JANUARI 1880.
De Scribenten van 't liberalismus en der
vrijdenkerij, lieden die nooit verder zien dan
hunnen neus lang is en gewoonelijk over alles
zonder eenig onderzoek oordeelen, brengen
gemeenelijk onze landlieden het verwijl toe
dat zij, in onze eeuw van licht, nog aan hunne
godsdienstige overtuigingen getrouw blijven.
Niets is ourechtveerdiger en dwazer.
De volgende regelen die wij ontleeuen aan
de merkweerdige studie van M. de graaf de
Falloux over Olivier de Serres, de groote land
bouwkundige ten tijde van Hendrik IV, bewij
zen klaar en duidelijk waarom de landlieden
christenen zijn en waarom zij bidden en hopen
a Geen beroep, zegt de geleerde fransche
schrijver, is zoo christelijk, in de strenge of
stipte uitdrukking van dit woord, dan de land-
landbouw, dan de natuurlijke verbeteringen
der voortbrengsels van den grond. De landbou
wer verwacht slechts van den Hemel de goede
belooning zijner werkzaamheden 't is hemel
waarts dat hij, met hoop of vrees, zijn bezweet
voorhoofd verheft. Bij de mecanische nijver
heden schijnt het menschelijke genie, door de
kracht zijner uitvindingen, de elementen te
overmeesteren en de plaats van God in te
nemen, en, door den hoogmoed van den goeden
uitval verdwaald, kan het zijnen meester ver
gelen en legen hem het mirakel zijner gunsten
keeren. Ook schijnt de Voorzienigheid, opzet
telijk, de grootste gevaren te hechten aan de
wonderbaarste uitvindingen, ten einde oogen-
blikkelijk de les der nietigheid met de vervoe
ring van 't genot te vermengen. In het werk
van den landbouwer, in zijne roemrijkste over
winningen is zulke straf niet mogelijk. Wan
neer hij het zaad aan de aarde toevertrouwt,
is 't aan God dat hij het toevertrouwthij weet
het, hij gevoelt het, hij ziet het. God is hem
volstrekt noodzakelijk op iedere uur van den
dag, op iederen dag des jaars. De kruin des
booms gelijk den wortel, de bloem gelijk den
oogst, niets kan den bijstand Gods missen, en
het is onbetwistbaar dat de volkeren die zich in
Europa, het meest met den landbouw onledig
houden te zelfdertijd de christelijkste zijn.
Dank zij God en dank zij ook de levendigheid
van den nationalen geest, heeft Belgie zijne
landelijke bevolkingen ongeschonden weten te
bewaren. Hel maconniek liberalismus heeft
wel gepoogd dien heilzamen toestand te kren
ken, doch telkenmale stiet het tegen de onver
breekbare Calholieke en Vlaamsche rots en
moest het met verbrijzelden schedel in zijne
onderaardsche krochten terugtrekken.
God geve dat het aldus blijve voortduren en
dat wij altijd onze christelijke en zedelijke
landlieden, of gelijk de liberalen hen heelen,
onze ploegen die in God gelooven, mogen blijven
behouden.
Zoolang het aldus zal blijven duren, zullen
wij mogen gerust zijn en met vertrouwen de
toekomst van ons geliefde vaderland aan
schouwen A. X.
Het was op een kouden maandagavond van Novem
ber. In de woning der weduwe Sleyers te Z. was alles
stilslechts van tijd lot tijd hoorde men een droevig
stenen uit eene armoedige bedstede hel was de
moeder, die sedert eene week aan do koorts leed.
Aan eene tafel, waarop een flauw lamplicht brandde,
was bare dochter gezeten, die ïeverig met naaiwerk
bezig was.
Trees, mijn kind, zeidc de moeder, geef mij
nog eens te drinken, want mijne keel is als brandend.
Het is dan nog niet beter, lieve moeder, zeide
het meisje zachijes, lerwijl zij bet glas met citroen
water van de tafel nam en het der zieke aanbood.
De hevige hoofdpijn is nog niet over, was het
antwoord, doch ik hoop, dat ik toch spoedig zal her
steld zijn. Maar waar is Adolf voegde zij er bij. Ten
acht ure heeft hij toch met zijn werk gedaan, en ik
meen dat het reeds negen geslagen is. Hij houdt
zeker weer maandag met eenige zijner kameraden.
Het is toch ongelukkig
Ja, zeker ongelukkig, zegde Trees, terwijl
haar werk hervatle, en die ellendige drank zal hem
nog ongelukkiger maken Zaterdag avond is hij half
dronken 't huis gekomen gisteren was hel niets
minder, en straks zal het gewis weer hetzelfde zijn.
En daarbij vrees ik, dat hij zich eene ziekte op hel
lijf zal halen, of dal hem zijn baas zal doorzenden.
En dan
En bij deze woorden vvischte het meisje eene train
uit bare oogen.
God God zuchtte de moeder, wat zal er toch
van ons geworden
Wees bedaard hervatte Trees, troostend, en
tracht wat te rusten dit veel spreken zou uwo
hoofdpijn nog verorgeren daarbij hebt gij mij nog
om voor u te zorgen.
De heer minister van openbaar onderwijs
komt nu weêr een nieuw bewijsstuk te voegen
bij dezen die hij reeds, op verzoek van M.
Frère-Orban, aan de Volkskamer heeft afge
leverd.
't Is eene vergelijkende tabel van 't getal der
lagere scholen, van de bewaarscholen en der
scholen voor volwassenen in de verschillige
steden en gemeenten des lands, aan de toe
zicht van den Staat onderworpen en bestaan
de op date 31 December 1883 en op deze van
20 November 1885.
Ziethier eenige uittreksels dezer tabel
Lagere scholen. In 1883, getal scholen
4,787 in 1885 3,994, dus eene vermindering
van 793. Onderwijzend personeel in 1883
8,657; in 1885 7,838; vermindering 819.
Bevolking der scholen, in 1883315,687 in
1885 403,535. Verschil in meer 57,»48.
Private aangenomene lagere scholen, bestierd
door wereldlijken. In 1883, getal scholen 8;
in 1885 863, zij eene vermeerdering van 855.
Onderwijzend personeel in 1883: 8; in
18851,456, zij eene vermeerdering van
1,448. Bevolking der scholen in 1883 123
in 1885 82,044, zij eene vermeerdering van
81,921 leerlingen.
Private aangenomene lagere scholen bestierd
door geestelijke onderwijzers. Getal scholen
in 1883 2 in 1885 674. Verschil in meer
672. Getal onderwijzers, in 1883 4 in
1885 1,446. Verschil in meer 1,442. Be
volking der scholen, in 1883202 in 1885
77,866, zij eene vermeerdering van 77,664
leerlingen.
Gemeentelijke bewaarscholen. Getal scho
len in 1883 850 in 1885 635 verminde
ring 215. Onderwijzend personeel in 1883
1,408 in 1885 1162 vermindering 246.
Bevolking der scholen, in 1883 62,482 in
1885 62,023, zij eene vermindering van om
trent de 2,400 leerlingen.
Private bewaarscholen aan de toezicht onder
worpen. Getal scholen, in 1883 13 in
1885 212. Onderwijzend personeel in
1883 23 in 1885 296. Schoolbevolking
in 1883: 1,133 in 1885 20,836.
Gemeentelijke scholen voor volwassenen.
Getal scholen, in 1883 2,686 in 1885
1,757, zij eene vermindering van 929 scholen.
Bevolking in 1883 88,848 in 1885
57,693, zij eene vermindering van 30,953 leer
lingen.
Private scholen voor volwassenen aan de toe
zicht onderworpen. Getal scholen in 1883
27 in 1885 59. Bevolking der scholen in
1883 661 in 1885 1,961.
Deze statistiek is de verheerlijking van
't catholiek ministeriezij bewijst dat het,
door de wet van 1884, den schoolvrede heeft
weten te bewerken en aldus het vaderland van
den burgeroorlog heeft gered, dien de onge
lukswet van 1879 eindelijk aou verwekt heb
ben.
Reeds was het elf ure, en nog werkte het deugd
zame kind ieveiig voort en wachtte zij op baren
broeder. Deze kwam eindelijk waggelend het huis
binnen, zag wild en woest in 'l ronde, morde eenige
onverstaanbare woorden en ging strompelend naar
bed. De ellendeling bevond zich weêr in bedronken
toestand bij had weer een deel van zijn dagloon in
den drank verspild, zonder op zijne zieke moeder te
denken zonder te denken aan zijn vijfjarig broertje
Frans, dat half lam was zonder te denken dal zijne
zuster dag en nacht werkte om in de benoodigheden
van het huisgezin te voorzien Trees meende hem
thans geen woord te moeten zeggen zij legde hel
kleed waaraan zij bezig was, ter zijde, en begaf zich
ook ter ruste. Lang echter ontvlood de slaap harer
oogen, daar de droevige gesteltenis van hel huisgezin
steeds voor haren geest zweefde.
Des anderendaags 's morgens ten 9 ure verliet
Adolf het bed, en zette zich, zonder een woord te
spreken, voor het vuur. Hij liet zijn hoofd, dal nog
door den drank was bedwelmd,op zijne beidehanden
leunen.
Adolf, zegde hem de moeder op bedroefden
toon, gij bebt zeker gisteren avond weêr in den
geneverwinkel geweest en zijl nu niet in slaat om
naar uw werk te gaan. Gij zult ons allen nog in het
ongeluk en in de ellende storten. Acb, gij weet, dat
uw vader zaliger u zoo dikwijls tegen die rampzalige
gewoonte van drinken heeft gewaarschouwd
Ja 't is waar, de drank is mijn ongeluk, sprak
de zoon, en die kameraden, die kameraden
O, wijt bel aan geene knmeraden, hervatte de
moeder, wijl het liever aan u zeiven alleen. Wie
dwingt u om u dronken te maken, waardoor gij de
plichten als mensch en als kristen vergeet en u
zeiven in hel verderf dompelt. Ja, God weel waartoe
u de drift naar den drank nog zal brengen
De zieke vrouw weende bij deze woorden ook
hare dochter en de kleine Frans stortten overvloedi
ge tranen.
Het verslag van M. Nothomb over dit bud
jet, in naam der middensektie opgemaakt, is
verschenen.
Ziehier hoe de verslaggever zich, betreffen
de het krediet van 224,000 fr., voor het inrich
ten van 53 officiersplaatsen, uitdrukt
Een aantal kwestiën van groot belang
zijn, betreffende dit punt, in de sektiën opge
worpen en de middensektie heeft hieraan al
hare aandacht moeten wijden.
M. de minister vroeg het aanstellen van
36 lc kapiteins voor voetvolk,
8 kapiteins-bevelhebbers voor ruiterij,
6 id. id. voor artillerie,
2 1® kapiteins voor de genie,
1 2e kapitein voor den trein.
Van eeneu anderen kant wordt er een
krediet van 76,000 fr. gevraagd voor het ver
nieuwen van kleedingstukken, die door het
langdurig verblijf in de magazijnen, in on
bruik zijn geraakt.
Dit leste voorstel ontmoette geene mel-
densweerdige tegenkanting, doch voor het
eerste was dit het geval niet. Men heeft be
weerd dat achter dien maatregel een begin
van inrichting der nationale reserve verscho
len was, en dus aanleiding tot nieuwe ver
zwaringen van het oorlogsbudjet zou geven.
De middensektie, de inzichten van het
gouvernement wenschende te kennen, heeft
aan hetzelve verschillende vragen doen toeko
men, betreffende die inrichting.
Men begeert van het gouvernement volledi
ger uitleggingen te ontvangen, betreffende het
doel der voorgestelde wijzigingen en vooral,
of de wijzigingen voortkomen uit het inzicht,
de reserve daar te stellen.
Op eene dergelijke vraag heeft de minister
reeds in den vorigen zittijd geantwoord, en
doen zien hoe volgens hem de reserve zou
moeten ingericht worden.
Zijn oordeel is, gelijkvormig aan het oor
deel der groote krijgskommissie van 1871.
Zoo, bij ongeluk, ons land door oorlog be
dreigd werd, zijn het de oudste en vooral de
11', 12* en 13* militaire klassen, aan welke
men de noodige vollediging der getalsterkte,
voor de nationale verdediging, zou moeten
toevertrouwen. Endaar sedert langen tijd de
koning het recht heeft de klassen op te roepen,
kan men zeggen dal de reserve feitelijk be
slaat, zonder eenige persoonlijke lasten op te
leggen.
De minister is ook nog van oordeel dal
met hel oog op de mogelijkheid van oorlog,
hoe ver dit ook verwijderd zij, toch de kaders
van het leger altijd op voorhand moeten inge
richt zijn.
Daar het gouvernement echter vooraf
weet, dat het dergelijk voorstel geéne kans
zou hebben in de Kamer te gelukken, ont
houdt het zich, dit te doen.
Maar het is ten minste noodzakelijk, aan
de bestaande schikkingen alle mogelijke kracht
dadigheid bij te zetten, welke maatregelen ten
andere niet zeer kostbaar zijn en bij wijze van
amendementen in het budjet voorkomen.
Ach Adolf, ging de moeder, na eenige oogen-
blikken voort, zie toch van uwe ongeregelde levens
wijze af, en stort mij door uwe schuld niet vroeg
tijdig in hel grafzorg even als uwe ieverige zuster
voor uw ongelukkig broertje, dal daar zit te weenen
Meer kon de arme vrouw niet uitbrengen het
snikken belette haar zulks.
Adolf anlwoorde niet hij ging heen, zonder dal
men aan hem kon bespeuren, dat de teedere moeder
woorden eenig uitwerksel op hem hadden te weeg
gebracht.
Neen, Adolf verbeterde zich nietbij was doof
voor de liefderijke vermaningen, en verwaarloosde
meer en meer zijne plichten als werkman in één
woord, hij bleef een verachtelijke dronkaard, die
eindelijk de heiligste banden van de natuur verbrak
hij verliet zijne moeder, zuster en broertje, ondanks
hunne tranen en smuekingen, hij zou en wilde sol
daat worden. Daar, zeide hij, zou hij volop naar zijn
genoegen kunnen leven daar zou hij vrij en onaf
hankelijk kunnen zijn.
God wille deu ongelukkigen jongeling tot be
tere gevoelen brengen, zuchtte de moeder, en ons
bijslaan.
De ontaarde zoon was vertrokken. Geeno tijding
bekwam men van hem alleenlijk vernam men, na
een jaar, dat bij gedeserteerd was, in het fransch
legioen had dienst genomen, en naar Algiers was
gezonden.
II.
Het was in de maand juli. De aloude kerk van
Scberpeobeuvel was met bedevaarders vervuld, die
hunne smeekende beden tot de H Maagd zeDden,
om troost en bulp in hun lijden te bekomen Onder
deze waren moeders, die de genezing van hunne
kinderen kwamen afsmeeken kinderen, die voor
hunne gebrekkigen vader of moeder kwamen bidden.
Hoe aandoenlijk, hoe zielroerend is zulk een
schouwspelBezie die bedevaarders, die daar in
Eene andere vraag is deze, welke ambten
de nieuwe officieren zullen te vervullen heb'
ben.
Het antwoord hierop is, dat de bijgevoeg-
j de officieren van minderen rang, die het voor-
werp van de amendementen des budjets zijn,
in de mobilisatie der korpsen en vooral in het
kontrool der in verlof zijnde mannen zullen
1 gebruikt worden, opdat het gouvernement alle
mogelijke oproeping des te gemakkelijker zou
verwezenlijken.
De sektiën hebben voorgesteld dezefunk-
I tiën te doen vervullen door officieren, die geen
werkelijk kommando bezitten of wel door ge-
pensionneerde officieren.
Doch hierop wordt gezegd dat de gepen-
sionneerden van geen enkel korps (bataillon
of kompagnie) meer deelmaken.
Deze en andere ophelderingen van het
gouvernement hebben de meerderheid van de
sektie met het voorstel des ministers verzoend
en deze heeft dan ook met 5 stemmen tegen 2
het voorstel der gevraagde wijzigingen aange
nomen.
De reserve wordt niet ingericht, en kan
dit niet, dan krachtens eene bijzondere wet.
Niets in dit voorstel kan die inrichting doen
voorzien, maar het goevernement neemt enkel
de noodige maatregelen om in geval van eene
oproeping der klassen, de noodige middelen
van uitvoering te bezitten.
Het is niet genoeg dat de koning in het
uiterste oogenblik de noodige troepen kunne
bijeenroepen, maar die bijeenroeping moet
ook ernstig en mogelijk zijn, en dat is zij op
dit oogenblik niet.
De voorgestelde benoemingen hebben dus
geen ander doel, dan een krachtdadige voor
zorgsmaatregel daar te stellen om den huidi-
gen staat van zaken te doen ophouden.
De sektiën vragen verder dat de dienst der
aalmoeseniers van het leger terug ingericht
worde.
Doch steunende op het koninklijk besluit
van 23 april van 't verleden jaar, waarbij ver
goedingen worden toegestaan aan de pries
ters, die in sommige garnizoenen den geeste
lijken dienst waarnemen, oordeelt de minister
die herinrichting niet noodzakelijk. Hij be
looft tevens voort te gaan, met de leemten,
die zich zouden voordoen, aan te vullen.
Betreffende de vraag ol de militairen van
de korreklie van Vilvoorde niet aan ontgin
ningswerken of andere ondernemingen van
openbaar nut zouden kunnen gebruikt worden,
belooft de minister binnen kort eene klas van
belooning of eene beproevingsklas in te rich
ten, en die te benuttigen voor dergelijke wer
ken. Men is op dit oogenblik bezig met hunne
woningen in 't kamp van Beverloo in te rich
ten.
Op de vraag, waarop zich de bezuiniging
van 300,000 fr. steunt, in het budjet vermeld,
zegt de minister dat die voortkomt uit den
lagen prijs der tarwe die het dagelijksch rant
soen brood van 18 op minder dan 16 centie
men gebracht heeft.
Kan men, vragen de sektien, den dienst
tijd der soldaten niet verkorten, om daarin de
noodige hulpbronnen voor de mogelijke in
richting der reserve te vinden
Neen, zegt de minister. Eene verminde
ring van diensttijd zou te betreuren zijn. om
dat de soldaten, al kennen zij de afzonderlijke
krijgsbewegingen en den wapenhandel, toch
nog niet genoeg in de bewegingen op breede
schaal ervaren zijn. Tot staving zijner woor
den haalt de minister eenige voorbeelden uit
andere landen aan.
Op eene vraag betreffende het krijgsmate-
rieel dat in den vreemde gemaakt wordt, is
het antwoord, dat de kanonnen, door onze
staalnijverheid voortgebracht, niet tegen die
van Krupp kunnen opwegen. Overigens beie-
vert het departement van oorlog zich, in al
zijne bestellingen de nationale nijverheid zoo
veel mogelijk te bevoordeelen.
Betreffende het maken van gekonserveer-
de levensmiddelen vernemen wij verder uit
het verslag, dat er bij de militaire slachterij te
Antwerpen eene inrichting zal gevoegd wor
den, tot bereiding van die levensmiddelen.
De daartoe vereischte onkosten zullen
door de gewone inkomstmiddelen gedekt
worden.
stille godsvrucht zijn neergeknield vol betrouwen
steunen zij op de Koningin des Hemels, die hen
door hare bemiddeling helpen en redden kan. O,
hoe schoon, hoe verheven is de christene gods
dienst welken verzachtenden balsem weet hij in
het lijdend herte te storten
Reeds was het avond geworden en had de menig
te zich naar de verschillende logislhuizcn begeven,
toen nog een meisje op eene bank voor hel beeld
des Zaligmakers, buiten de kerk, vurig en ingeto
gen zat te bidden. Op eenige slappen van haar be
vond zich ook een man, op wiens gelaat wanhoop
te lezen was, en die zijne blikken naar de kerk ge
richt hield. Bij het aanschouwen van hel biddende
meisje, scheen hij getroffen en droogde met zijne
band de tranen af, die over zijne wangen biggelden.
Hij trad nader, doch bleef op een kleinen afstand
van het neergeknield meisje slaan, en zeide
0 God, waarom kan ik mijn hert niet tot u ver
heffen Waarom durf ik u niet om vergiffenis smee-
ken Maar neen, ik ben te misdadig geweest
De biddende werd door deze woorden uit bare
mijmering gewekt, zag verschrikt op en verliet de
bidbank.
Vrees niet, zegde de vreemdeling, ik ben slechts
hier gekomen met het oogmerk om den angst mijner
ziel aan God te kennen te geven maar ik weel, ik
durf niet hoopen, dal God mij zal verhooren.
En waarom niet? zeide het meisje door deze
woorden meer gerust gesteld. God is immers onein
dig bermbertig, en bij hem is er vergiffenis voor alle
misdaad.
Hel is waar, zegde de vreemdeling maar ik
heb zoovele misdaden bedreven, zonder eens aan
God to denken..
Wanhoop niet, zeide het meisje deelnemend
ik zeg nog eens dat God oneindig bermhertig is Hij
vergeeft den berouwhebbenden zondaar, hoe menig-
vuldig ook zijne misdaden zijn. j
De vreemdeling scheen bewogen. j
De Etoile beige spreekt, op hare derde blad
zijde, van de aanspraak door den Paus gehou
den in het laatste consistorie. Z. H. heeft daar
in doen uitschijnen, ter gelegenheid der ver
effening door zijne tusscherikomst, van het
geschil tusschen Spanje en Duitschland,
betreffende de Karolijnsche eilanden, hoe be
voegd het Pausdom zou zijn om het welzijn
der menschheid te bezorgen, indien het in
volle vrijheid zijnen weldadigen invloed kon
uitoefenen.
De Etoile maakt daarop de volgende bemer
king
Eeuwen lang heeft men het Pausdom aan
't werk gezien zijne zoogezegde bevrediging
heeft nooit in iels anders beslaan dan in het
aanhitsen van burger- en godsdienstoorlogen,
zooals men er thans hel voorbeeld van ziet in
Ierland UI
De Etoile weet, zoo goed als iemand, dat
het Pausdom in Ierland nooit iets heeft gedaan
dan al zijnen invloed gebruikt om de Iersche
beweging te bedaren en dat het meer gedaan
heeft, voor het behoud van den vrede in dat
ongelukkig land, dan het Engelsch gouverne
ment met al zijne macht.
Sedert onheugelijke lijden liggen de onge
lukkige Ieren stoffelijk en zedelijk verpletterd
onder de dwingelandij der Engelschen, die er
gepoogd hebben niet alleen den katholieken
godsdienst, niet alleen de landstaal, maar de
bevolking zelve uit te roeien en door eene
Engelsch-protestantsche te vervangen.
De Iersche beweging is tweederleide eene
strijd op wettigen grond, voor het terugbeko
men van de rechten en de vrijheid der Iersche
bevolking en wordt door de geestelijkheid
aangemoedigd de andere vereenigt zich in
geheime genootschappen en gebruikt de dyna
miet tot wapen deze wordt door de Kerk en
Gij hebt een goed, een medelijdend hert, zeide
bij ik zie dal gij deel in mijn ongeluk neemt. Ik wil
u dan ook in eenige woorden verhalen, wat mij
op hel dwaalspoor gebracht heeft: ik had dougdzame
ouders, die mij vroegtijdig den ïever tot bet werk
en tol de deugd inprintten ik leefde gerust en tevre
den, en begon reeds een tamelijk goed dagloon te
verdienen Dit was, met de winst van mijne zuster,
een zekere steun voor het huisgezin, en dit welhaast
noodzakelijk werd, daar mijn vader stierf Mijn plicht
was hel dtts. mijnen iever en werkzaamheid te ver
dubbelen helaasik deed zulks nietik kreeg
neiging lot den drank die drift nam meer en meer
toe, en ik hield een groot deel van hel weekloon
achter, dat meestal in den geneverwinkel werd ver
teerd, terwijl men t'buis dikwijls uaar een stuk
brood snakte En ik spotte met de liefderijke verma
ningen mijner moeder en zusterik deed meer, ik
verliet baar, ik verliet een nog jongen gebrekkigen
broeder, en ik werd soldaat....
Het meisje had deze woorden niet tot het einde
gehoord; zij viel op de bidbank half in zwijm neder.
0, wat scheelt u, zeide de vreemdeling, heeft
u mijn verhaal te zeer getroffen O, God, straf
mij, maar heb medelijden met dit meisje....
Mijn broeder' mijn broeder Adolfzegde het
meisje, ik ben uwe zuster Tberesia Sleyers! Dauk,
dank, bermherlige Hemel, dat ik u wedervind.
Theresia, gij mijne zustermaar is hel geene
begoocheling, voegde hij er bij, terwijl hij haar
nauwkeurig bij hel maanlicht beschouwde. O I ja,
mijn hert zegt het mij, gij zijt mijne zuster, die ik
zoo dikwijls bedroefdde; acb, vergeef het mij ik
heb reeds zooveel geleden....
Alles is vergeteo en vergeven, antwoordde
Theresia, onder hel storten van overvloedige tranen,
en drukte baren broeder in bare armen, die ook van
aandoening en vreugde weende.
Leeft onze goede moeder nog, welke ik, belaas
zooveel herteleed veroorzaakt heb? en boe is het