4Iste Jaar
Zondag14 Februari 1886.
2057.
HERBERG EN SPEL
IJZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Budjet van oorlog.
rijslelling in Mililiczaken.
ATaamsche belangen.
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS 6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34* bladz. 50 cent.
Gysegem, Audegem, Dendermonde, Zele en Lokeren
6-36 8-45 i 1-09 3-07 4-35 fi-45 9-48.
Hechelen. 4-561 6-361 7-30d 8-lld Exp. 1 2° 3* kl.
12-OOd 1-04d Exp. 1' 2" 3* kl. 2-51d 3-071
9-48.1 10-i8d Exp. 1® 2® 3* kl.
Volw. 4-56t 6-361 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-451 1-04d
1® 2* 3* kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451
10-I8d Exp. 1* 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 8-11 E 3 kl.
10-25 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E
5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direcl 9-19 10-18 E 3 kl
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-3618-
E 3 kl. 8-451 8-36i1 12-OOd 1-04i Exp. 2* 3;
2-51d 5-58d 849d direct 9-19d 10 18 E 3 kl.
G«Dt (5-UO 's vrijd 7-04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45
41-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-ol
9-50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
(i) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde
8-451
6-45/
Exp.
9-481
-lid
kl.
9-41
39
Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 42-21
12-40 0-00 dir. 3 08 El® 2' 3* kl. 6-38
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-45
12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-52 7-30 8.11
E. 3 klas lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58
Nmove, Geeraerdsbergcn, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11
E 3 kl. tot Denderleeuw 42-00 2-51 5-58 9-16
Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw
12-00 2-51 5-58
Engbicn Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds-
bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00
2-51 0-00 5-58
Herzele, Sottegem, Nederbrakel en Ron3se, langs Erpe-
Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03
Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,49 6,46
letter d langs Denderleeuw.
Calque Snnrn.
NAAR ABLST DIT
Ath 6.48 40.24 4.48 4.06 7.57 9.45
Antw. 5.15 6.29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22
1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl.
Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08
11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40
9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46)
Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.42 11.34 2.27
5 28 8.26 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Geot 6 35 7.39 E 3 kl. 7-46 9 43 11.07 12.31 E 3kl.
1 58 4 14 (4.39 's zondags) 5.06 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl.
Lessen 7.0» 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11.12 11.56 en 2.53 E 3 kl.
6.05
dit Gert naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Brain*-
te-Comle 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
DIT GEBRAERDSBBRGBN NAAR
Maria-Lierde,Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
DIT DbNDERLKBUW NAAR
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegen
Kortryk, 6.1)3 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direct,
DIT SOTTEGEM LANGS DENDERLEEUW NAAR AALS 7
(5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.00 7.51
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.38 's z.
8.00 12,53 4.45 9.11
Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele
Erpe-Meire naar Aalst 6-59 12.00 3.40 8.05.
dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsei es
Aelsl5,45 10,04 4,17 7,12
AELST, 13 FEBRUARI 1886.
In zitting der Volkskamer van 5 Februari 11.
besprak onze achtbare vertegenwoordiger
M. De Sadeleer verscheidene zaken welke wij
als zeer belangwekkend voor onze geëerde
lezers oordeelen. Daarom willen wij de rede
voering door hem uitgesproken laten volgen
De h«er De Sadeleer. Vooreerst breng ik
hulde aan de pogingen door den achtbaren generaal
Pontus aangewend in 'l belang des legers en lol
verzachting der krijgslasten voor de bevolking. j
lk zal de amendementen stemmen die door de
regeering worden voorgesteld. Doch ik houd er i
aan vooraleer die amendemenien te bespreken, de
aandacht der Kamer te vestigen op zekere puuten
waar de bevolking vooral belang bij heen.
Vooreerst, wat de plaatsvervanging betreft, vind
ik dat de achtbare heer d'Oullremont ze gisteren te
atreng heeft beoordeeld hij veroordeelde het stelsel
de plano. Volgens hem zijn ie vrijwilligers met pre
mie slechte kerels, die wanorde in 't leger verwek
ken.
Integendeel denk ik dat het meerendeel dier vrij
willigers goede soldaten zijn doch er bestaal te
hunnen opzichte een soort van vooroordeel in l'
leger.
Wij moeten deze vijandige gezindheid bestrijden
al onze mihtiewetten hebben de plaatsvervanging
behouden. Deze berust op eerbiedwaardige redenen;
daarenboven is het altijd verstaan geworden dal de
plaatsvervanging door de regeering zou vergemak
kelijkt worden
Welnu de Staal heeft, tot in de laatste jaren, zijne
verplichtingen te dien opzichte zeer slecht vervuld.
Dat was te wijlen aan de wijzigingen toegebracht
aan 'l stelsel der agenten van aanwerving. Sindsdien
heeft men, wel is waar, onze klachten aanhoord en
't getal dier agenten vermeerderd.
Ik stel overigens met voldoening vast men, van
1885 af, plaatsvervangers kon bezorgen aan al wie
*t begeerde.
Wij welen het, den grooteren voorraad van plaats
vervangers beeft men te danken aan de heerschende
laudbouw-en nijverheidcrisis Men zou,dil zoo zijnde,
den offlcieelen prijs der plaatsvervangers kunnen
breDgen lol min dan 1600 franks
lk houd hel voor zeker dal het departement van
oorlog de noodige manschappen zou vinden, indien
het den prijs der plaatsvervanging op 1,400 franks
verlaagde.
De kas van plaatsvervanging verkeertin een
bloeienden slaat. Den 31 December 1882 had zij
21,742,060 franks in portefeuille, ofschoon bare
lasten maar ongeveer 8 millioen beliepen.
Toch gaat men voort met de inkomsten der porte
feuille te kapilaliseeren is dat wel noodig Volgens
mij met, en mij dunkt dal die zoo gunstige toestand
er wel zou kunnen toe bijdragen om de vermindering
va« den prijs der plaatsvervanging te verwekken.
Insgelijks weosch ik eenige moorden te zeggen
over het aanwerven vanjvrijwilligers. Naar luid van
arlikel 1 der wet op de militie, gebeurt de aanwer
ving door vrijwillige dienstneming en door jaarlijk-
sche oproepingen van manschappen.
Men heeft het met reden gezegd men moet de
vrijwillige dienstnemingen vergemakkelijken dit is
het doel hetwelk de wet van 1870 heefi beoogd,
want zij stelt de vrijwillige dienstneming op den
eersten rang.
Welnu, de statistieken bewijzen dat de uitslagen
niet hebben beantwoord aan de verwachting van den
wetgever.
Vertelling van V. Seeburg,
NAGEWERKT DOOR L. MERCELIS.
1® Vervolg.
Het gaat niet meer, Joris, tusschen mij en, u
zei de oude met gebroken doch beraden stem. Wij
zullen scheiden ik blijf hier, gij zult vertrekken. Ga,
en zorg roor uw eigen korstje, dit zal u van den
speelduivel verlossen. Nog liever zie ik u van deur
tot deur bedelen gaan, dan door mijne toegevendheid
uw wangedrag goed te keuren, U beteren, of den
voet niet meer over mijnen dorpel zetten Kies Will
gij het eerste met, dan krijgt gij bel tweede. En nu,
mijn zoon, ga, ga verre van uwen vader, hoe verder
hoe liever ga, en kom nooit meer onder mijne oogen
dan wanneer gij een ander mensch zult zijn. Nooit
nog heeft er een pliebtvergeten mensch op het Krie-
kenboomhof thuis gewoond gij ook, zult het niet.
Maak uw pakje gereed j voor dezen nacht geef ik u
nog slapen morgen heb ik met u nog strenge reke
ning te maken, en is afgedaan, dan...
Hij eindigde niet, de vader, maar wees met de lin
kerhand, sirak voor hem in de verte henen. Daarna
stond hij op, en verliet met tragen tred de wijde
huiskamer.
Joris had den moed niet zijnen vader na te zien, of
hem een woord van rouwkoop en herieuerouw toe
te sturen. Op zijne knieën vallen, zich met zijnen
vader verzoenen en zijne fout bekenoeo, dit woü of
zou bij niet; de vermamngenen bedreigingen zijns va
der* waren tegen zij a versteend hert, gelijk de pijl op
Waaraan moet men de onverschilligheid toeschrij
ven, die wij waarnemen Zoo de Duitscher, zoo
over eenige dagen Bismarck het erkende, krijgszuch
tig ter wereld komt, dat is niet het geval met den
Belg. Stellig hebben do Belgen geen zin voor de
krijgsloopbaau.
I)e lieer Coomans. Daarom zijn wij onzijdig.
(Gelach.)
De lieer 1%'othooib. Cesar heeft nochtans het
tegendeel gezegd
De heer De Sadeleer. Cesar heeft hulde ge
bracht aan hun moedig karakter En dit is niet ver
anderd maar de moed is onafhankelijk van het mili
tarism lk acht het voor 't departement van oorlog
een plicht, al ie doen wat mogelijk is opdat er meer
en meer vrijwilligers toegelaten worden.
Welnu, er zijn klachten opgerezen over de moei
lijkheden waarop men stool om als vrijwilliger te
worden aanvaard
De achtbare baron de Coninck heeft in den Senaat
zelfs te verstaan gegeven dal de officieren stelsel
matig vijandig zijn aan de vrijwilligers die zich aan
bieden.
De heer Paternoster. Dat moet ge niet ge-
looven.
De heer generaal Pontus, minister van oor
log Dal is te eenenmale onjuist en dat is onmoge
lijk
De heer De Sadeleer. Nochtans zal ik tot
staving mijner opmerkingen de statistiek inroepen.
De bevolking is van jaar lol jaar toegenomen en
nochtans is 't getal der jaailijksche inschrijving van
vrijwilligers, dal in 1877 1,373 bedroeg, in 1879
gedaald tot 1,273 Het neemt van lieverlede af en
valt in 1880 op 924, en zoo 't waar is dal het later
weer wat geklommen is en dat het 1,171 beloopt in
18x5, toch is de tegenwoordige loeslaud nog minder
gunstig dan in 1840.
Immers, toen was er een totaal van 1 1,545 vrij
willigers onder de wapens ln 1865 waren er nog
niet meer dan 9,064 en, in 187", enkel 8,379 ln
1876 bereikt het effectief maar 6,600 in 1881,
7,741., en in 18 2, 8,209.
Dat is de loestand, ondanks de gestadige vermeer
dering der bevolking.
Dus schijnt het mij dat de vrijwillige dienstneming
niet de aanmoedigingen heeft gekregen welke de
wetgever er in t87u wilde aan geven.
In üezelfde gedachtenordc zal ik een woord zeg
gen over de mogelijkheid die er bestaat om den
werkdadigen dienst, voor zekere klas vau miliciens,
te verminderen.
Zdo is voorde linietroepen de diensttijd 28 maan
den, terwijl hij voor de keurtroepen karabiniers en
grenadiers, 36 maanden bedraagt.
De argumenten, door den heer minister vooruit
gezet in antwoord op de aanmerkingen dienaangaan
de door de middenafdeeling gemaakt, schijnen mij
niet afdoende te wezen. Volgens mij beslaat er
geene noodzakelijkheid voor dien verschillenden
duur van diensttijd.
Eindelijk weosch ik me» een paar woorden uit te
leggen waarom ik zal stemmen voor de amendemen
ten die de achtbare minister heeft voorgesteld.
De 224,uii0 frank die gevraagd worden voor 't
aanstellen van 53 kapiteins, is eene kleine som. En
wat aangaat het krediet van 76,"00 frank voor de
kleeding, dal is een maatregel van loutere voorzorg.
Overigens zullen die amendemenien de begrooting
van oorlog niet verhoogen, zooals men ziel,uit hoofde
der besparingen op andere eapiltcls gedaan.
Gisteren heeft men wel is waar gezegd dal de
verhooging tastbaar zou worden, indien brood en
en vleesch duurder werdendoch wij hoeven ons
niet te bekommeren om den dog van morgen, en
heden hebben wij ons slechts bezig te houden met
de hegrooting van 1886.
eenen rotsblok, komen afbreken. Het scheen dus ge
daan tusschen beiden hel kind zou van zijnen vader
gaan. Voorzeker hel viel Joris wel hard zoo plots en
schandelijk aan de deur gezel te worden, bij spijlte
wel hel dak, waar hij het daglicht gekregen, zijne
moeder zien sterven en met zijne zuster gespeeld
had, te moeten waarwei zeggen, om verre van huis
als bedelaar te leven maar drift en speelduivel be
haalden nogmaals de overhand, en de raadgevingen
van geweien en bewaarengel werden verstooten.
De jongen bracht den avond en een groot deel van
den nacht met drinken en zwetsen in de herberg
over. Spelen deed hij dien avond niet om be
ter te schijnen dan hij inderdaad was Hij wilde dal
men het gedrag van zijnen vader afkeurde, dat men
later in het dorp zou hooren zeggen dat de pachter
van hel Kriekenboomhof zijnen zoon voor het kaart
spel ml den huize had gejaagd.
Hel sloeg juist middernacht als Joris de herberg
verliet om naar huis te keeren. Zwaar woog hem het
hoofd op de schouders, zwaar van 't overtollig bier
drinken en rieszazen doch zwaar nog woog de on
rust op zijne ziol, hel droef gedacht van het vaderdak
te moeien verlaten, om in den vreemde te gaan leven
waar hij niets dan een ellendig bestaan te gemoet
zag.
Een oogenblik kreog het zalig gedacht naar de
kamer zijns vaders te gaan om hem vergiffenis le
vragen edoch het vervloog snel als de weerlicht, en
Joris bleef de stijfhoudige jongeling van vrooger.
Het mag gaan zooals hel wil, toegeveo en doe
ik niet, bromde bij binnen 's monds ik hen geen
straatjongen meer, en groot en oud genoeg ommijuen
eigen gang le gaan.
Zonder gebed of kruisteeken legde hij zich te sla
pen Vreeselijke eo verwarde droomen folierden zijne
inbeelding zuchtend en stenend kroop hij deen en
weder op zijn bed en als hij 's morgends ontwaakte
stonden koude zweetdroppelen op zijn voorhoofd, en
Ten overige, indien dal moest gebeuren, dan zou
mcD zeer wel kunnen bezuinigen op andere posten,
in eene begrooting van 45 millioen.
Maar 't komt er op aan de beteekenis der nieuwe
bepalingen goed af te teekenen. Wordt dat door onze
tegenstrevers gedaan Klaarblijkelijk neen.
153 Indien er inderdaad spraak \V3S van de hervorming
die zij aanduiden, zou ik ze niet stemmen. Doch ik
houd mij aan de verklaringen door den minister
gedaan in de memorie van toelichting en in 'l verslag
der middenafdeeling. 't Geldt de uilvoering van wet
telijke bepalingen die reeds beslaan sedert 30 jaren
in artikels 3 en 4 der militiewet. De noodzakelijkheid
eener spoedige mobielmaking in geval van oorlog,
rechtvaardigt dien maatregel.
De achtbare verslaggever heeft, evenals de regee
ring, de juiste beteekenis der overgelegde amende
menten doen uitschijnen en ik zal ze stemmen in
dien zin doch ik wil mijne vrijheid lot de stemming
voorbehouden, voor 't geval dat men mij bewijzen
zou dat ik mij vergis. (Goedkeuring rechts.)
Wij laten voor de belanghebbenden hier
eenige beslissingen volgen, welke in 1884, in
militiezaken, door de herzieningsraden, de
beroeps-en verbrekingshoven genoemen zijn
Vrijstellingen. -- Wettelijk bloedverwant
schap. De vrijstelling van den dienst voor 2
broeders kan niet toegestaan worden, dan
voor wettelijk bloedverwantschap, in hetwelk
de halve broeders zoo van vaders-als van
moederszijde begrepen zijn.
Onwettigheid. De onwettige is niet vrij»
als steun van zijne moeder.
Afwezigheid. De loteling die, na aftrek
van den lijd, dien hij in eene tucht-compagnie
zou doorgebracht hebben, niet meer dan 9
maanden van de twee eerste jaren van zijn
korps afwezig is geweest, maakt zijn broeder
vrij.
Werkelijke dienst. Wordt voor een jaar
ontslagen, de tweede van een huisgezin van
3 zonen, waarvan de oudste als loteling van
het vorig jaar in werkelijken dienst is.
Desertie. De broeder van den loteling, die
als deserteur van de kaders is geschrabt,wordt
niet ontslagen.
Eenig, wettig kind. De vrijstelling wordt
niet toegestaan ten titel van eenig kind, dan
op vooorwaarde dat het huisgezin niet welheb
bend zij zonder daarom behoeftig te zijn.
Familie. De loteling wiens huisgezin niet
in weihebbenden staat verkeert, heeft recht
op de vrijstelling, in art. 27, n. 3. der wet ver
meld, zoo hij als eenige, wettige afstammeling
kan beschouwd worden, tengevolge van li
chaamsgebreken eener zuster, die daardoor
kan aanzien worden als niet beslaande.
De vrijstelling als onmisbare steun der
grootouders of van een hunner, kan niet toe
gestaan worden, dan aan den loteling wiens
vader en moeder overleden ziju.
De wet bepaalt den ouderdom niet van de
weezen,,om de vrijstelling toe te staan aan den
broeder die hen onderhoudt.
Op de studenten in de wijsbegeerten blijven
de overgangsschikkingen der wet van 29 Au
gustus 1883 toegepast, zoo de lotelingen op
het oogenblik van het in voege brengen der
sloegen hert en pols in koortsacbatige snelle bewe
ging Haastig trok hij zijne Zondagskleedtren aan,
ging op den kant van hel bed zitten, en wachtte de
komst zijns vaders af. Men klepte juist voor de Mis
toen deze binnenkwam Smeekcnd en ondervragend
bezag de vader zijn kind Ho er lag zooveel weedom
zooveel liefde in dien eersten oogenblik Edoch dit
duurde maar een oogenblik, en seffens nam het aan
gezicht des ouden zijne vroegere ernstige, strenge
uitdrukking aan
Gij gaat nog eens met mij naar de kerk, sprak
hij op bevelenden toon.
Joris stond op cn volgde zijnen vader, zoDder een
woord tegen te spreken. In de kerk knielden zij ne
vens elkander neder. Joris bad nietin zijn bin
nenste woelden toorn en wraakzucht. Toen hij event-
wel, in het midden der Mis, als alles doodstil was,
eenen zijdelingschen blik op zijnen vader wierp, en
twee dikke tranen over diens bruine wangen zag rol
len, ho, toen werd het hem duister in de ziel. Had bij
naar dien wenk dergerade geluisterd 1 Maar neen,
seffens sloeg hij de oogen neer, om die tranen uiet te
zien die hem zijn wangedrag verwelen
De mis was uileerbiedig waren de bidders uit de
kerk gegaan om hun dagelijks werk te hernemen.
Vader en zoon zalen nog alleen De oude pachter van
hel Kriekenboomhof nam alsdan de hand vau Joris,
en leidde hem lol voor eenen der zijaltaren.
Ziet gij, sprak hij. met halfluide slem, het
beeld van Onze Lieve-Vrouw van Goeden Raad Op
den dag uwer Eerste Communie heb ik u onder hare
bescherming gesteld Voorwaar, gij hebt mij en Haar
veel oneer aangedaan. Maar toch Zij is en blijft im
mers uwe moeder, en zal u weten te vinden en te
beschermen, dan zelf, als gij in het diepste der ellen
de zult gevallen zijn.
Daarna zweeg de vader, nam de handen le zamen,
en bleef eene wijl in stil gebed voor bet wonderdadig
beeld neérgeknield zitten. Van daar ging hij uit de
wet, zich tot den geestelijken staat bereiden,
de 21 jaren niet bereikt hebben en niet tot eene
welhebbende familie behooren.
Overeenkomstig art. 28 wordt de loteling,
die bedienaar van den katholieken eerendienst
is, bepaald ontslagen.
De wet staal geene enkele vrijstelling of ver
zachting toe, ten voordeele eener stiefmoeder.
De NIET INGELIJFDE LOTELING, die ten
gevolge van het overlijden zijns vaders, de
onmisbare steun der moeder geworden is, kan
voorlovpig ontslagen worden, wanneer dit
overlijden na zijne aanduiding voor den dienst
heeft plaats gehad.
De loteling, wiens broeder reeds bepaald
ontslagen is, als steun der familie, kan niette
min als steun der weduwe ontslagen worden,
zoo buitengewone ongelukken den toestand
van het huisgezin veel verergerd hebben.
De jaarlijksche vernieuwing der vrijstelling
van den dienst is onderworpen aan de voort
during der oorzaak, die er aanleiding toe gaf.
Huisgezinnen van drie zonen. Wanneer in
een huisgezin van drie zonen, de tweede en de
derde geroepen zijn om te zamen aan de loting
deel te nemen, is er reden om den derde vrij
le stellen op voorwaarde, dat de andere van
bet contingent deelmake en bepaald ingelijfd
worde.
Huisgezinnen van vier zonen. Wordt niet
ontslagen, de derde van vier zonen, waarvan
de oudste, in werkelijken dienst zijnde, meer
dan,9 maanden gedurende de twee eerste jaren,
van zijn korps ajwezig is geweest, te rekenen
van zijne inlijving die waarvan de tweede
zijnen diensttijd volbrengt en de vierde nog
den vereischten ouderdom niet bereikt heelt
wordt niet ontslagen de tweede van vier
zonen, waarvan de derde in dienst is en de
vierde den vereischten ouderdom niet heeft
bereikt.
Huisgezinnen van vijf zonen. De derde
van ijf zonen is dienstplichtig, zoo de oudste
niet voor den dienst aangeduid was, en de
tweede eenen diensttijd van 8 jaar vervult.
Huisgezinnen van zeven zonen. De vijfde
van zeven zonen beeft geen recht op vrijstel
ling, zoo hij alleen den dienst zijner broeders
kan inroepen.
Uitwerksel van het reservecontingent van 1871,
1872 en 1873. De tweede van een huisgezin
van twee zonen moet voor eenen diensttijd van
18 maanden bij het voetvolk ingelijfd worden,
zoo zijn broeder in de reserve gediend heeft.
Vrijwilliger met premie. De vrijwilliger
met premie wordt met den plaatsvervanger
gelijk gesteld en brengt geene vrijstelling aan
zijn broeder.
Onderhoud van weezen. In militiezaken is
het de rechter die zal beslissen, of de broe
der, als onmisbare steun zijner zuster kan
beschouwd worden, in geval van overlijden
der ouders.
De aanduiding voor den dienst heeft voor
gevolg, den loteling het volgende jaar dienst
plichtig te maken. Van dan af kan hij niet
meer ontslagen worden, dan op voorwaarde
dat hij zich in gevallen bevinde.bij/.onder door
de wet voorzien.
kerk en stapte over bet kerkhof. Eene heldere en
vroolijke morgenzon goot hare blijde stralen over de
graven, tusschen wier kruid en bloemen bonte vlin
ders rondvlogen. Tegen den ringmuur was hel graf
van Joris zijoe moeder Recbl voor die plaats bleef
de vader staan.stak slomzwijgeud den vinger vooruil,
bezag zijnen zoon in de oogen als wilde bij zeggen
Neem afscheid
Joris liet den kop diep voorover hangen, verkrokte
onrustig tusschen de vingeren den rand van zijnen
hoed, en herinneringen van zijne ODOozele kinderja
ren stonden op zijnen geest. Voor hem zag hij het
beeld zijner moeder, en de goede vrouw scheen hem
treurig en smeekend aan te schouwen ho welk
een strijd in dal hert, wal leed en kampte zijne ziel
nv-mr bidden of spijl hebben dit kon de jongen niet:
hij bleef versteend
Zwijgend naderde de vader tot bij het graf. bukte
zich, en plukte een klem vergeel mij nietje af
Neem dit bloemeken, zei hij aan Joris, en denk
dikwijls aan deze heilige plaats. Bewaar hel als een
leste aandenken aan moeder zaligerwie weel of het
soms geen goed woord aan uw hart zal spreken, en
gij naar zijne slem, beter dan naar de mijne zult
luisteren Eu nu, mijn.... jongen.... ga... God beware
u....
Dij die leste woorden had de vader zich omgekeerd
ijlings het kerkhof verlaten. Zonder omzien stapte
hij haastig de baan in die naar hel pachlof geleidde,
als vreesde hij dat zijn vadcrherl bij dit afscheid zou
gebroken, en bij zijnen Joris uil zwakheid zou terug
geroepen hebben
Joris stond als aan den grond genageld, en zag
zijnen vader met brandende oogen achterna dan
trok hij zijnen hoed diep aan bet hoofd, keerde den
1 rug naar hei graf zijner moederen mompelde binnen
's monds Goed, hel zij zoo, en ik heb er geen spijl
van
j Daarua draaide bij de straat in die, lusscheQ de
Het overlijden van een broeder na de inlij
ving des lotelings, geeft hem geen recht tot
vrijstelling.
Vrijwilligers. De vrijwilliger, die na ver
loop van zijnen diensttijd het leger verlaat,
zonder bepaald verlof, kan niet als deserteur
vervolgd worden.
Wij lezen in de Vlaamsche Wacht
In de laatste zitting van den Nederduit-
schen Bond van Antwerpen heeft de heer De
Beucker eene belangrijke mededeeling gedaan.
Hij had, namelijk, een onderhoud gehad met
Mgr Goossens, Aartsbisschop van Mechelen,
die hem, namens de Belgische Bisschoppen,
de volgende schriftelijke verklaring heeft over
handigd
Niets ligt de bisschoppen nauwer aan het
han dan de vlaamsche taal te doen kennen en
liefhebben in hunne onderwijsgestichten. In
hunne oogen is het, op onze dagen, een plicht
zich op het Vlaamsch toe te leggener zullen
te dien einde doeltreffende maatregels geno
men worden. Doch gij zult begrijpen, mijn-
heeren, dat de bisschoppen zeiven moeten
oordeelen, welke middelen daartoe in 't werk
moeten gesteld worden. Anderzijds zullen de
bisschoppen noodzakelijk rekening moeten
houden van den toestand, die kan verschillen
van het eene bisdom lot het andere, van het
eene geslicht tot het andere. In alle geval
moogt gij. onder dit opzicht, volle vertrouwen
hebben in de bezorgdheid uwer opperherders;
meer dan iemand hebben zij er belang bij
priesters te vormen die het Vlaamsch volko
men machtig zijn, hetzij om het te spreken,
hetzij om het le schrijven.
Na deze verklaring, die met daverende toe
juichingen werden begroet, voorgelezen te
hebben, voegde de heer De Beucker er bij dat
hij de vrijheid had genomen aan Mgr den
Aartsbissctiop le vragen wanneer de maatre
gelen waervan hij gesproken had, een begin
van uitvoering zouden bekomen. Het antwoord
van Mgr Goossens was
1* Te beginnen met Paaschen zullen al de
vlaamsche kinderen in 't vlaamsch den Cate
chismus leeren, in de gestichten alwaar de
geestelijkheid haar invloed kan uitoefenen.
2° Te rekenen van de maand October aan
staande zal hel vlaamsch in het programma
der gestichten van middelbaar onderwijs erns
tig de plaats bekleeden, waarop onze moeder
taal recht heeft.
3® Maatregels van denzelfden aard zijn reeds
genomen in het klein Seminarie van Waver en
hunne uitvoering zal er zonder onderbreking
voortgezet worden.
Deze mededeelingen, waarvan de heer De
Beucker al het belang heelt doen uitschijnen
en die le danken zijn aan de werking van het
Davidsfonds, hebben onder de aanwezigen
eenen grooten geestdrift verwekt.
HANDEL EN NIJVERHEID
Bestuur der schatkist en der openbare schuld.
De dragers van bevoorrechte aandeelen der
Groote-Compagnie vau Luxemburg en de litu-
bergen heen, naar bet verre, platte land geleidde.
Het was donker-avond geworden Stil en onbe
weegbaar ligt de wijde zee, als tusschen bare stanlen
te slapen geen enkel schuitje is op nare grijze wa
teren le zien. De bemel had zich, na eenen heelen
zomerdag, mei zwarie en donderzwangere wolken
overtrokken, en in hel zuiden stonden de hemelhooge
bergen, met een donkerblauwen sluier omhangen,
zoo zwart en somber, dal men zo nauwernood van
de wolken onderscheideu kon. Dikke regendroppelen
begonnen te vallen, en kwamen bet slijfzand der
dorstige aarde blusschen wie nog buiten was,
haastte zich den huize binnen te vlieden.
Joris stond alleen voor de wijde, vlakke zee. Bang
begon hem het hert te kloppen hem de zware regen-
droppelen als killig ijs op zijn brandend hoofd vielen,
de weeilichl, aan den gezichteinder der dreigende
wolken doorliefde, en geen enkele womng op den
kant van den eenzamen weg te bespeuren was. Meer
dan eene heele uur, die bem eene eeuw scheen,
liep hij onrustig op den oever der zee voort, ton
der te weten waarop of waaraf. Geene levende ziel,
geene woning, geen boom, geene plant zelfs niets
dan de keien van den droeven weg, de wateren der
zee, dc zwarte hemel, de vale bliksem en de romme
lende donder. Waarom was hij met thuis gebleven
om.. Maar neen, weg met die gedachten het uur
van leedwezen is nog met gekomen... Eindelijk, daar
staal eene hul op den zeekanteene soort van leemen
kruipin. met rieten dak en klein zwart scbouwken,
waardoor grijze rookwolken droomend ten bemel
vliegen. Joris klopi aan, en dringt door bet smalle
deurken binnen Hel ziet er eenzaam en siil uil
binnen in dal kolje. Niet3 dan bloote balfdoorookte
muren, eene bemorste tafel, twee versleten stoelen
en een houlvuurken, dat warmte levens eDlicbt moest
geven In den hoek eene bank. en daarop een man
met norsch voorkomen. (Wordt voortgezet.)