4Iste Jaar Zondag14 Februari 1886. 2057. HERBERG EN SPEL IJZEREN WEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Budjet van oorlog. rijslelling in Mililiczaken. ATaamsche belangen. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS 6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34* bladz. 50 cent. Gysegem, Audegem, Dendermonde, Zele en Lokeren 6-36 8-45 i 1-09 3-07 4-35 fi-45 9-48. Hechelen. 4-561 6-361 7-30d 8-lld Exp. 1 2° 3* kl. 12-OOd 1-04d Exp. 1' 2" 3* kl. 2-51d 3-071 9-48.1 10-i8d Exp. 1® 2® 3* kl. Volw. 4-56t 6-361 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-451 1-04d 1® 2* 3* kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451 10-I8d Exp. 1* 2* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 8-11 E 3 kl. 10-25 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E 5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direcl 9-19 10-18 E 3 kl Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-3618- E 3 kl. 8-451 8-36i1 12-OOd 1-04i Exp. 2* 3; 2-51d 5-58d 849d direct 9-19d 10 18 E 3 kl. G«Dt (5-UO 's vrijd 7-04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45 41-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-ol 9-50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 (i) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde 8-451 6-45/ Exp. 9-481 -lid kl. 9-41 39 Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 42-21 12-40 0-00 dir. 3 08 El® 2' 3* kl. 6-38 Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-45 12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-52 7-30 8.11 E. 3 klas lot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Nmove, Geeraerdsbergcn, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 42-00 2-51 5-58 9-16 Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Engbicn Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds- bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00 2-51 0-00 5-58 Herzele, Sottegem, Nederbrakel en Ron3se, langs Erpe- Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03 Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,49 6,46 letter d langs Denderleeuw. Calque Snnrn. NAAR ABLST DIT Ath 6.48 40.24 4.48 4.06 7.57 9.45 Antw. 5.15 6.29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22 1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl. Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08 11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40 9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46) Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.42 11.34 2.27 5 28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Geot 6 35 7.39 E 3 kl. 7-46 9 43 11.07 12.31 E 3kl. 1 58 4 14 (4.39 's zondags) 5.06 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl. Lessen 7.0» 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11.12 11.56 en 2.53 E 3 kl. 6.05 dit Gert naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Brain*- te-Comle 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59 DIT GEBRAERDSBBRGBN NAAR Maria-Lierde,Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 DIT DbNDERLKBUW NAAR Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegen Kortryk, 6.1)3 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direct, DIT SOTTEGEM LANGS DENDERLEEUW NAAR AALS 7 (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.28 5.00 7.51 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.38 's z. 8.00 12,53 4.45 9.11 Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele Erpe-Meire naar Aalst 6-59 12.00 3.40 8.05. dit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsei es Aelsl5,45 10,04 4,17 7,12 AELST, 13 FEBRUARI 1886. In zitting der Volkskamer van 5 Februari 11. besprak onze achtbare vertegenwoordiger M. De Sadeleer verscheidene zaken welke wij als zeer belangwekkend voor onze geëerde lezers oordeelen. Daarom willen wij de rede voering door hem uitgesproken laten volgen De h«er De Sadeleer. Vooreerst breng ik hulde aan de pogingen door den achtbaren generaal Pontus aangewend in 'l belang des legers en lol verzachting der krijgslasten voor de bevolking. j lk zal de amendementen stemmen die door de regeering worden voorgesteld. Doch ik houd er i aan vooraleer die amendemenien te bespreken, de aandacht der Kamer te vestigen op zekere puuten waar de bevolking vooral belang bij heen. Vooreerst, wat de plaatsvervanging betreft, vind ik dat de achtbare heer d'Oullremont ze gisteren te atreng heeft beoordeeld hij veroordeelde het stelsel de plano. Volgens hem zijn ie vrijwilligers met pre mie slechte kerels, die wanorde in 't leger verwek ken. Integendeel denk ik dat het meerendeel dier vrij willigers goede soldaten zijn doch er bestaal te hunnen opzichte een soort van vooroordeel in l' leger. Wij moeten deze vijandige gezindheid bestrijden al onze mihtiewetten hebben de plaatsvervanging behouden. Deze berust op eerbiedwaardige redenen; daarenboven is het altijd verstaan geworden dal de plaatsvervanging door de regeering zou vergemak kelijkt worden Welnu de Staal heeft, tot in de laatste jaren, zijne verplichtingen te dien opzichte zeer slecht vervuld. Dat was te wijlen aan de wijzigingen toegebracht aan 'l stelsel der agenten van aanwerving. Sindsdien heeft men, wel is waar, onze klachten aanhoord en 't getal dier agenten vermeerderd. Ik stel overigens met voldoening vast men, van 1885 af, plaatsvervangers kon bezorgen aan al wie *t begeerde. Wij welen het, den grooteren voorraad van plaats vervangers beeft men te danken aan de heerschende laudbouw-en nijverheidcrisis Men zou,dil zoo zijnde, den offlcieelen prijs der plaatsvervangers kunnen breDgen lol min dan 1600 franks lk houd hel voor zeker dal het departement van oorlog de noodige manschappen zou vinden, indien het den prijs der plaatsvervanging op 1,400 franks verlaagde. De kas van plaatsvervanging verkeertin een bloeienden slaat. Den 31 December 1882 had zij 21,742,060 franks in portefeuille, ofschoon bare lasten maar ongeveer 8 millioen beliepen. Toch gaat men voort met de inkomsten der porte feuille te kapilaliseeren is dat wel noodig Volgens mij met, en mij dunkt dal die zoo gunstige toestand er wel zou kunnen toe bijdragen om de vermindering va« den prijs der plaatsvervanging te verwekken. Insgelijks weosch ik eenige moorden te zeggen over het aanwerven vanjvrijwilligers. Naar luid van arlikel 1 der wet op de militie, gebeurt de aanwer ving door vrijwillige dienstneming en door jaarlijk- sche oproepingen van manschappen. Men heeft het met reden gezegd men moet de vrijwillige dienstnemingen vergemakkelijken dit is het doel hetwelk de wet van 1870 heefi beoogd, want zij stelt de vrijwillige dienstneming op den eersten rang. Welnu, de statistieken bewijzen dat de uitslagen niet hebben beantwoord aan de verwachting van den wetgever. Vertelling van V. Seeburg, NAGEWERKT DOOR L. MERCELIS. 1® Vervolg. Het gaat niet meer, Joris, tusschen mij en, u zei de oude met gebroken doch beraden stem. Wij zullen scheiden ik blijf hier, gij zult vertrekken. Ga, en zorg roor uw eigen korstje, dit zal u van den speelduivel verlossen. Nog liever zie ik u van deur tot deur bedelen gaan, dan door mijne toegevendheid uw wangedrag goed te keuren, U beteren, of den voet niet meer over mijnen dorpel zetten Kies Will gij het eerste met, dan krijgt gij bel tweede. En nu, mijn zoon, ga, ga verre van uwen vader, hoe verder hoe liever ga, en kom nooit meer onder mijne oogen dan wanneer gij een ander mensch zult zijn. Nooit nog heeft er een pliebtvergeten mensch op het Krie- kenboomhof thuis gewoond gij ook, zult het niet. Maak uw pakje gereed j voor dezen nacht geef ik u nog slapen morgen heb ik met u nog strenge reke ning te maken, en is afgedaan, dan... Hij eindigde niet, de vader, maar wees met de lin kerhand, sirak voor hem in de verte henen. Daarna stond hij op, en verliet met tragen tred de wijde huiskamer. Joris had den moed niet zijnen vader na te zien, of hem een woord van rouwkoop en herieuerouw toe te sturen. Op zijne knieën vallen, zich met zijnen vader verzoenen en zijne fout bekenoeo, dit woü of zou bij niet; de vermamngenen bedreigingen zijns va der* waren tegen zij a versteend hert, gelijk de pijl op Waaraan moet men de onverschilligheid toeschrij ven, die wij waarnemen Zoo de Duitscher, zoo over eenige dagen Bismarck het erkende, krijgszuch tig ter wereld komt, dat is niet het geval met den Belg. Stellig hebben do Belgen geen zin voor de krijgsloopbaau. I)e lieer Coomans. Daarom zijn wij onzijdig. (Gelach.) De lieer 1%'othooib. Cesar heeft nochtans het tegendeel gezegd De heer De Sadeleer. Cesar heeft hulde ge bracht aan hun moedig karakter En dit is niet ver anderd maar de moed is onafhankelijk van het mili tarism lk acht het voor 't departement van oorlog een plicht, al ie doen wat mogelijk is opdat er meer en meer vrijwilligers toegelaten worden. Welnu, er zijn klachten opgerezen over de moei lijkheden waarop men stool om als vrijwilliger te worden aanvaard De achtbare baron de Coninck heeft in den Senaat zelfs te verstaan gegeven dal de officieren stelsel matig vijandig zijn aan de vrijwilligers die zich aan bieden. De heer Paternoster. Dat moet ge niet ge- looven. De heer generaal Pontus, minister van oor log Dal is te eenenmale onjuist en dat is onmoge lijk De heer De Sadeleer. Nochtans zal ik tot staving mijner opmerkingen de statistiek inroepen. De bevolking is van jaar lol jaar toegenomen en nochtans is 't getal der jaailijksche inschrijving van vrijwilligers, dal in 1877 1,373 bedroeg, in 1879 gedaald tot 1,273 Het neemt van lieverlede af en valt in 1880 op 924, en zoo 't waar is dal het later weer wat geklommen is en dat het 1,171 beloopt in 18x5, toch is de tegenwoordige loeslaud nog minder gunstig dan in 1840. Immers, toen was er een totaal van 1 1,545 vrij willigers onder de wapens ln 1865 waren er nog niet meer dan 9,064 en, in 187", enkel 8,379 ln 1876 bereikt het effectief maar 6,600 in 1881, 7,741., en in 18 2, 8,209. Dat is de loestand, ondanks de gestadige vermeer dering der bevolking. Dus schijnt het mij dat de vrijwillige dienstneming niet de aanmoedigingen heeft gekregen welke de wetgever er in t87u wilde aan geven. In üezelfde gedachtenordc zal ik een woord zeg gen over de mogelijkheid die er bestaat om den werkdadigen dienst, voor zekere klas vau miliciens, te verminderen. Zdo is voorde linietroepen de diensttijd 28 maan den, terwijl hij voor de keurtroepen karabiniers en grenadiers, 36 maanden bedraagt. De argumenten, door den heer minister vooruit gezet in antwoord op de aanmerkingen dienaangaan de door de middenafdeeling gemaakt, schijnen mij niet afdoende te wezen. Volgens mij beslaat er geene noodzakelijkheid voor dien verschillenden duur van diensttijd. Eindelijk weosch ik me» een paar woorden uit te leggen waarom ik zal stemmen voor de amendemen ten die de achtbare minister heeft voorgesteld. De 224,uii0 frank die gevraagd worden voor 't aanstellen van 53 kapiteins, is eene kleine som. En wat aangaat het krediet van 76,"00 frank voor de kleeding, dal is een maatregel van loutere voorzorg. Overigens zullen die amendemenien de begrooting van oorlog niet verhoogen, zooals men ziel,uit hoofde der besparingen op andere eapiltcls gedaan. Gisteren heeft men wel is waar gezegd dal de verhooging tastbaar zou worden, indien brood en en vleesch duurder werdendoch wij hoeven ons niet te bekommeren om den dog van morgen, en heden hebben wij ons slechts bezig te houden met de hegrooting van 1886. eenen rotsblok, komen afbreken. Het scheen dus ge daan tusschen beiden hel kind zou van zijnen vader gaan. Voorzeker hel viel Joris wel hard zoo plots en schandelijk aan de deur gezel te worden, bij spijlte wel hel dak, waar hij het daglicht gekregen, zijne moeder zien sterven en met zijne zuster gespeeld had, te moeten waarwei zeggen, om verre van huis als bedelaar te leven maar drift en speelduivel be haalden nogmaals de overhand, en de raadgevingen van geweien en bewaarengel werden verstooten. De jongen bracht den avond en een groot deel van den nacht met drinken en zwetsen in de herberg over. Spelen deed hij dien avond niet om be ter te schijnen dan hij inderdaad was Hij wilde dal men het gedrag van zijnen vader afkeurde, dat men later in het dorp zou hooren zeggen dat de pachter van hel Kriekenboomhof zijnen zoon voor het kaart spel ml den huize had gejaagd. Hel sloeg juist middernacht als Joris de herberg verliet om naar huis te keeren. Zwaar woog hem het hoofd op de schouders, zwaar van 't overtollig bier drinken en rieszazen doch zwaar nog woog de on rust op zijne ziol, hel droef gedacht van het vaderdak te moeien verlaten, om in den vreemde te gaan leven waar hij niets dan een ellendig bestaan te gemoet zag. Een oogenblik kreog het zalig gedacht naar de kamer zijns vaders te gaan om hem vergiffenis le vragen edoch het vervloog snel als de weerlicht, en Joris bleef de stijfhoudige jongeling van vrooger. Het mag gaan zooals hel wil, toegeveo en doe ik niet, bromde bij binnen 's monds ik hen geen straatjongen meer, en groot en oud genoeg ommijuen eigen gang le gaan. Zonder gebed of kruisteeken legde hij zich te sla pen Vreeselijke eo verwarde droomen folierden zijne inbeelding zuchtend en stenend kroop hij deen en weder op zijn bed en als hij 's morgends ontwaakte stonden koude zweetdroppelen op zijn voorhoofd, en Ten overige, indien dal moest gebeuren, dan zou mcD zeer wel kunnen bezuinigen op andere posten, in eene begrooting van 45 millioen. Maar 't komt er op aan de beteekenis der nieuwe bepalingen goed af te teekenen. Wordt dat door onze tegenstrevers gedaan Klaarblijkelijk neen. 153 Indien er inderdaad spraak \V3S van de hervorming die zij aanduiden, zou ik ze niet stemmen. Doch ik houd mij aan de verklaringen door den minister gedaan in de memorie van toelichting en in 'l verslag der middenafdeeling. 't Geldt de uilvoering van wet telijke bepalingen die reeds beslaan sedert 30 jaren in artikels 3 en 4 der militiewet. De noodzakelijkheid eener spoedige mobielmaking in geval van oorlog, rechtvaardigt dien maatregel. De achtbare verslaggever heeft, evenals de regee ring, de juiste beteekenis der overgelegde amende menten doen uitschijnen en ik zal ze stemmen in dien zin doch ik wil mijne vrijheid lot de stemming voorbehouden, voor 't geval dat men mij bewijzen zou dat ik mij vergis. (Goedkeuring rechts.) Wij laten voor de belanghebbenden hier eenige beslissingen volgen, welke in 1884, in militiezaken, door de herzieningsraden, de beroeps-en verbrekingshoven genoemen zijn Vrijstellingen. -- Wettelijk bloedverwant schap. De vrijstelling van den dienst voor 2 broeders kan niet toegestaan worden, dan voor wettelijk bloedverwantschap, in hetwelk de halve broeders zoo van vaders-als van moederszijde begrepen zijn. Onwettigheid. De onwettige is niet vrij» als steun van zijne moeder. Afwezigheid. De loteling die, na aftrek van den lijd, dien hij in eene tucht-compagnie zou doorgebracht hebben, niet meer dan 9 maanden van de twee eerste jaren van zijn korps afwezig is geweest, maakt zijn broeder vrij. Werkelijke dienst. Wordt voor een jaar ontslagen, de tweede van een huisgezin van 3 zonen, waarvan de oudste als loteling van het vorig jaar in werkelijken dienst is. Desertie. De broeder van den loteling, die als deserteur van de kaders is geschrabt,wordt niet ontslagen. Eenig, wettig kind. De vrijstelling wordt niet toegestaan ten titel van eenig kind, dan op vooorwaarde dat het huisgezin niet welheb bend zij zonder daarom behoeftig te zijn. Familie. De loteling wiens huisgezin niet in weihebbenden staat verkeert, heeft recht op de vrijstelling, in art. 27, n. 3. der wet ver meld, zoo hij als eenige, wettige afstammeling kan beschouwd worden, tengevolge van li chaamsgebreken eener zuster, die daardoor kan aanzien worden als niet beslaande. De vrijstelling als onmisbare steun der grootouders of van een hunner, kan niet toe gestaan worden, dan aan den loteling wiens vader en moeder overleden ziju. De wet bepaalt den ouderdom niet van de weezen,,om de vrijstelling toe te staan aan den broeder die hen onderhoudt. Op de studenten in de wijsbegeerten blijven de overgangsschikkingen der wet van 29 Au gustus 1883 toegepast, zoo de lotelingen op het oogenblik van het in voege brengen der sloegen hert en pols in koortsacbatige snelle bewe ging Haastig trok hij zijne Zondagskleedtren aan, ging op den kant van hel bed zitten, en wachtte de komst zijns vaders af. Men klepte juist voor de Mis toen deze binnenkwam Smeekcnd en ondervragend bezag de vader zijn kind Ho er lag zooveel weedom zooveel liefde in dien eersten oogenblik Edoch dit duurde maar een oogenblik, en seffens nam het aan gezicht des ouden zijne vroegere ernstige, strenge uitdrukking aan Gij gaat nog eens met mij naar de kerk, sprak hij op bevelenden toon. Joris stond op cn volgde zijnen vader, zoDder een woord tegen te spreken. In de kerk knielden zij ne vens elkander neder. Joris bad nietin zijn bin nenste woelden toorn en wraakzucht. Toen hij event- wel, in het midden der Mis, als alles doodstil was, eenen zijdelingschen blik op zijnen vader wierp, en twee dikke tranen over diens bruine wangen zag rol len, ho, toen werd het hem duister in de ziel. Had bij naar dien wenk dergerade geluisterd 1 Maar neen, seffens sloeg hij de oogen neer, om die tranen uiet te zien die hem zijn wangedrag verwelen De mis was uileerbiedig waren de bidders uit de kerk gegaan om hun dagelijks werk te hernemen. Vader en zoon zalen nog alleen De oude pachter van hel Kriekenboomhof nam alsdan de hand vau Joris, en leidde hem lol voor eenen der zijaltaren. Ziet gij, sprak hij. met halfluide slem, het beeld van Onze Lieve-Vrouw van Goeden Raad Op den dag uwer Eerste Communie heb ik u onder hare bescherming gesteld Voorwaar, gij hebt mij en Haar veel oneer aangedaan. Maar toch Zij is en blijft im mers uwe moeder, en zal u weten te vinden en te beschermen, dan zelf, als gij in het diepste der ellen de zult gevallen zijn. Daarna zweeg de vader, nam de handen le zamen, en bleef eene wijl in stil gebed voor bet wonderdadig beeld neérgeknield zitten. Van daar ging hij uit de wet, zich tot den geestelijken staat bereiden, de 21 jaren niet bereikt hebben en niet tot eene welhebbende familie behooren. Overeenkomstig art. 28 wordt de loteling, die bedienaar van den katholieken eerendienst is, bepaald ontslagen. De wet staal geene enkele vrijstelling of ver zachting toe, ten voordeele eener stiefmoeder. De NIET INGELIJFDE LOTELING, die ten gevolge van het overlijden zijns vaders, de onmisbare steun der moeder geworden is, kan voorlovpig ontslagen worden, wanneer dit overlijden na zijne aanduiding voor den dienst heeft plaats gehad. De loteling, wiens broeder reeds bepaald ontslagen is, als steun der familie, kan niette min als steun der weduwe ontslagen worden, zoo buitengewone ongelukken den toestand van het huisgezin veel verergerd hebben. De jaarlijksche vernieuwing der vrijstelling van den dienst is onderworpen aan de voort during der oorzaak, die er aanleiding toe gaf. Huisgezinnen van drie zonen. Wanneer in een huisgezin van drie zonen, de tweede en de derde geroepen zijn om te zamen aan de loting deel te nemen, is er reden om den derde vrij le stellen op voorwaarde, dat de andere van bet contingent deelmake en bepaald ingelijfd worde. Huisgezinnen van vier zonen. Wordt niet ontslagen, de derde van vier zonen, waarvan de oudste, in werkelijken dienst zijnde, meer dan,9 maanden gedurende de twee eerste jaren, van zijn korps ajwezig is geweest, te rekenen van zijne inlijving die waarvan de tweede zijnen diensttijd volbrengt en de vierde nog den vereischten ouderdom niet bereikt heelt wordt niet ontslagen de tweede van vier zonen, waarvan de derde in dienst is en de vierde den vereischten ouderdom niet heeft bereikt. Huisgezinnen van vijf zonen. De derde van ijf zonen is dienstplichtig, zoo de oudste niet voor den dienst aangeduid was, en de tweede eenen diensttijd van 8 jaar vervult. Huisgezinnen van zeven zonen. De vijfde van zeven zonen beeft geen recht op vrijstel ling, zoo hij alleen den dienst zijner broeders kan inroepen. Uitwerksel van het reservecontingent van 1871, 1872 en 1873. De tweede van een huisgezin van twee zonen moet voor eenen diensttijd van 18 maanden bij het voetvolk ingelijfd worden, zoo zijn broeder in de reserve gediend heeft. Vrijwilliger met premie. De vrijwilliger met premie wordt met den plaatsvervanger gelijk gesteld en brengt geene vrijstelling aan zijn broeder. Onderhoud van weezen. In militiezaken is het de rechter die zal beslissen, of de broe der, als onmisbare steun zijner zuster kan beschouwd worden, in geval van overlijden der ouders. De aanduiding voor den dienst heeft voor gevolg, den loteling het volgende jaar dienst plichtig te maken. Van dan af kan hij niet meer ontslagen worden, dan op voorwaarde dat hij zich in gevallen bevinde.bij/.onder door de wet voorzien. kerk en stapte over bet kerkhof. Eene heldere en vroolijke morgenzon goot hare blijde stralen over de graven, tusschen wier kruid en bloemen bonte vlin ders rondvlogen. Tegen den ringmuur was hel graf van Joris zijoe moeder Recbl voor die plaats bleef de vader staan.stak slomzwijgeud den vinger vooruil, bezag zijnen zoon in de oogen als wilde bij zeggen Neem afscheid Joris liet den kop diep voorover hangen, verkrokte onrustig tusschen de vingeren den rand van zijnen hoed, en herinneringen van zijne ODOozele kinderja ren stonden op zijnen geest. Voor hem zag hij het beeld zijner moeder, en de goede vrouw scheen hem treurig en smeekend aan te schouwen ho welk een strijd in dal hert, wal leed en kampte zijne ziel nv-mr bidden of spijl hebben dit kon de jongen niet: hij bleef versteend Zwijgend naderde de vader tot bij het graf. bukte zich, en plukte een klem vergeel mij nietje af Neem dit bloemeken, zei hij aan Joris, en denk dikwijls aan deze heilige plaats. Bewaar hel als een leste aandenken aan moeder zaligerwie weel of het soms geen goed woord aan uw hart zal spreken, en gij naar zijne slem, beter dan naar de mijne zult luisteren Eu nu, mijn.... jongen.... ga... God beware u.... Dij die leste woorden had de vader zich omgekeerd ijlings het kerkhof verlaten. Zonder omzien stapte hij haastig de baan in die naar hel pachlof geleidde, als vreesde hij dat zijn vadcrherl bij dit afscheid zou gebroken, en bij zijnen Joris uil zwakheid zou terug geroepen hebben Joris stond als aan den grond genageld, en zag zijnen vader met brandende oogen achterna dan trok hij zijnen hoed diep aan bet hoofd, keerde den 1 rug naar hei graf zijner moederen mompelde binnen 's monds Goed, hel zij zoo, en ik heb er geen spijl van j Daarua draaide bij de straat in die, lusscheQ de Het overlijden van een broeder na de inlij ving des lotelings, geeft hem geen recht tot vrijstelling. Vrijwilligers. De vrijwilliger, die na ver loop van zijnen diensttijd het leger verlaat, zonder bepaald verlof, kan niet als deserteur vervolgd worden. Wij lezen in de Vlaamsche Wacht In de laatste zitting van den Nederduit- schen Bond van Antwerpen heeft de heer De Beucker eene belangrijke mededeeling gedaan. Hij had, namelijk, een onderhoud gehad met Mgr Goossens, Aartsbisschop van Mechelen, die hem, namens de Belgische Bisschoppen, de volgende schriftelijke verklaring heeft over handigd Niets ligt de bisschoppen nauwer aan het han dan de vlaamsche taal te doen kennen en liefhebben in hunne onderwijsgestichten. In hunne oogen is het, op onze dagen, een plicht zich op het Vlaamsch toe te leggener zullen te dien einde doeltreffende maatregels geno men worden. Doch gij zult begrijpen, mijn- heeren, dat de bisschoppen zeiven moeten oordeelen, welke middelen daartoe in 't werk moeten gesteld worden. Anderzijds zullen de bisschoppen noodzakelijk rekening moeten houden van den toestand, die kan verschillen van het eene bisdom lot het andere, van het eene geslicht tot het andere. In alle geval moogt gij. onder dit opzicht, volle vertrouwen hebben in de bezorgdheid uwer opperherders; meer dan iemand hebben zij er belang bij priesters te vormen die het Vlaamsch volko men machtig zijn, hetzij om het te spreken, hetzij om het le schrijven. Na deze verklaring, die met daverende toe juichingen werden begroet, voorgelezen te hebben, voegde de heer De Beucker er bij dat hij de vrijheid had genomen aan Mgr den Aartsbissctiop le vragen wanneer de maatre gelen waervan hij gesproken had, een begin van uitvoering zouden bekomen. Het antwoord van Mgr Goossens was 1* Te beginnen met Paaschen zullen al de vlaamsche kinderen in 't vlaamsch den Cate chismus leeren, in de gestichten alwaar de geestelijkheid haar invloed kan uitoefenen. 2° Te rekenen van de maand October aan staande zal hel vlaamsch in het programma der gestichten van middelbaar onderwijs erns tig de plaats bekleeden, waarop onze moeder taal recht heeft. 3® Maatregels van denzelfden aard zijn reeds genomen in het klein Seminarie van Waver en hunne uitvoering zal er zonder onderbreking voortgezet worden. Deze mededeelingen, waarvan de heer De Beucker al het belang heelt doen uitschijnen en die le danken zijn aan de werking van het Davidsfonds, hebben onder de aanwezigen eenen grooten geestdrift verwekt. HANDEL EN NIJVERHEID Bestuur der schatkist en der openbare schuld. De dragers van bevoorrechte aandeelen der Groote-Compagnie vau Luxemburg en de litu- bergen heen, naar bet verre, platte land geleidde. Het was donker-avond geworden Stil en onbe weegbaar ligt de wijde zee, als tusschen bare stanlen te slapen geen enkel schuitje is op nare grijze wa teren le zien. De bemel had zich, na eenen heelen zomerdag, mei zwarie en donderzwangere wolken overtrokken, en in hel zuiden stonden de hemelhooge bergen, met een donkerblauwen sluier omhangen, zoo zwart en somber, dal men zo nauwernood van de wolken onderscheideu kon. Dikke regendroppelen begonnen te vallen, en kwamen bet slijfzand der dorstige aarde blusschen wie nog buiten was, haastte zich den huize binnen te vlieden. Joris stond alleen voor de wijde, vlakke zee. Bang begon hem het hert te kloppen hem de zware regen- droppelen als killig ijs op zijn brandend hoofd vielen, de weeilichl, aan den gezichteinder der dreigende wolken doorliefde, en geen enkele womng op den kant van den eenzamen weg te bespeuren was. Meer dan eene heele uur, die bem eene eeuw scheen, liep hij onrustig op den oever der zee voort, ton der te weten waarop of waaraf. Geene levende ziel, geene woning, geen boom, geene plant zelfs niets dan de keien van den droeven weg, de wateren der zee, dc zwarte hemel, de vale bliksem en de romme lende donder. Waarom was hij met thuis gebleven om.. Maar neen, weg met die gedachten het uur van leedwezen is nog met gekomen... Eindelijk, daar staal eene hul op den zeekanteene soort van leemen kruipin. met rieten dak en klein zwart scbouwken, waardoor grijze rookwolken droomend ten bemel vliegen. Joris klopi aan, en dringt door bet smalle deurken binnen Hel ziet er eenzaam en siil uil binnen in dal kolje. Niet3 dan bloote balfdoorookte muren, eene bemorste tafel, twee versleten stoelen en een houlvuurken, dat warmte levens eDlicbt moest geven In den hoek eene bank. en daarop een man met norsch voorkomen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1886 | | pagina 1