czorgen. Ik weet niet hoe debelgische over
heden gehandeld hebben, doch is het geene
verwonderlijke bijzonderheid, dat het juist m
de vaderstad van M. Frère-Orban is dat de
oproer is losgeberslen
Atgeveerdige Bebel zegt dat het niet de
wetgeving, of de Kerk is die deri oproer ver
oorzaakt heeft, het is de belgische burgerij
zelf die deze bloedige tooneelen heeft uitge
lokt, en het is de Staatsregeering die er aan
leiding toe geeft. (De socialistische afgeveer-
digde wordt tot de orde geroepen
Wij hebben tot heden niets gewaagd over
de zaak Vander Smissen zij was van weinig
belang voor ons arrondissement.
M. Vander Smissen, volksvertegenwoordiger
van Brussel, toebehoorende aan eene der
deftigste familiën onzer Stad, werd door zekere
fransche rat van oneerlijkheden beschuldigd.
Wie is die fransche ral? Zekere burggraaf
du Pleix de Cadignaneen nietdeug die om
zijne verkwistingen onder voegdij werd ge
steld, en die verder nog,om zijne bedriegerijen
en aftroggelarijen, alhier te lande, door 't Ge
recht tot gevangenis en boete is veroordeeld
geweest.
M. Vander Smissen was een zijner talrijke
slachtoffers en nog wel een der meest beproef
de. Die fransche rat heeft hem niet alleen zijn
geld maar ook de vreugde des huisgezins ont
stolen. De liberale drukpers zette die aftrog-
gelaar en dief aan M. Vander Smissen te be
schuldigen van oneerlijke handelwijze en hij
deed hel immers hij kon hierbij weinig ver
liezen, zijne eer was toch naar de maan. Een
boekwerkje verscheen en de liberale drukpers
viel er als verhongerde tigers op; M. Vander
Smissen afbreken, hem zijn ontslag van volks
vertegenwoordiger doen geven en eene kiezing
te Brussel, dat was 'l doel.
Doch M. Vander Smissen, bood het hoofd
aan 't liberaal orkaanovertuigd van zijne
onschuld en van zijnen deftigen handel beriep
hij zich op den tuchtraad der advokaten. De
tuchtraad samengesteld uit liberalen, die een
hardnekkiger politieken haat tegen hem voe
den, pluisde alles uit zoo verre het kon.
De uitspraak van den tuchtraad was dat SI.
Vander Smissen eerlijk en deftig had gehandeld,
dat er niets ten zijnen laste kon gelegd worden
.en niet den minsten blaam verdiende....
En zoo eindigde den deloyalen oorlog dien
de liberalen tegen M. Vander Smissen uit
loutere kiesberekeningen hebben gevoerd
stakers te gapen zij waren omringd door
eenige straatbengels en jeugdige werklieden.
Toen de groep die van de Statie terugkomt
de werkstakers ziet staan, wordt er geroepen
Zie de socialisten zijn daar!.. Eenige straat
bengels beginnen 't geroep te herhalen en te
fluiten. Dit geroep doet eenig volk samenscho
len. De zes werkstakers trekken onmiddelijk
de Lange Zoutstraat in, gevolgd door een
tweehonderdtal personen meest al bengels van
12 tot 15 jaren die schuifelen of wel roepen:
Ahou de socialisten de luirikken zijn daar
En zoo vervolgt de bende haren weg langs de
Korte Zoutstraat en Keizerlijke Plaats... Een
grappenmaker wellicht roept in de Korte
ZoutstraatMensehen, sluit uwe walerblinden
de socialisten komen ;...En onmiddelijk wordt
dit bevel door zekere vreesachtige lieden uit
gevoerd.... Er werd met deze grap eens fel
gelachen.
Op de Keizerlijke Plaats roepen eenige kna
pen, die vermaak in 't spel vinden Vivat 't
republiekAhou'! vivat de socialisten enz.
De politie neemt er een van bij de kraag, doch
laat hem onmiddelijk weêr los.
Eindelijk wordt de samenscholing zonder
eenigen tegenstand door de policie uiteenge
dreven. Om 9 1/2 ure was alles rustig.
Men rijst vooral de matigheid en den takt
van den heer Politie commissaris in deze om
standigheid.
Deze voorvallen van Dijnsdag avond worden
dan ook druk besproken, en gelijk het gemeen
lijk gaat, elkeen weet iets meer dan een ander.
Oh het was zeker de socialisten van Gent
gingen woensdag avond op Aalst afkomen. Ze
zouden hier te Aalst komen oproer maken om
aldus de troepen uit Gent te trekken en dan
aldaar te kunnen opspelen zonder vrees van
verontrust te worden.
Nog meer andere dommigheden worden uit
gekraamd. Wat wij niet konnen aannemen, 't
is dat ernstige lieden, er geloof aan hechten,
en de hulp en bijstand van de policie en der
gendarmerie gaan inroepen Zelfs zeker
ofliciertje der Burgerwacht is om er zich van
te bedoelden.
Natuurlijk gaan dus ook Dijnsdag avond veel
nieuwsgierigen eens naar de socialisten kijken.
Op bevel van den heer minister van inwen
dige moeten, van 't oogenblik dat de minste
voorteekenen van onlusten zich voordoen, de
trommelaars der Burgerwacht geconsigneerd
worden. Nu, omtrent 7 ure zag men de trom
melaars naar 't Stadhuis trekken en zie, 't kon
niet meer missen de socialisten uit Gent kwa
men af en dit lokte nog verre uit 't meeste volk
naar de Merkt. De straatbengels en jeugdige
werklieden van 15 lot 18 jaar, zijn weêr in
overgroote meerderheid tegenwoordig. Geen
wonder zij hadden zich den avond te voren
goed vermaakt. Op zeker oogenblik waren de
Lange Zoutstraat en 't gedeelte der Groote
Merkt dat ernaast gelegen is grauw van volk.
Geen enkele kreet wordt gehoord't volk
blijft zich daar ophouden zonder te weten
waarom.
De policie drijft eindelijk de groepen uiteen
zonder eenig geweld en op eerste aanzoek,
wordt er gehoorzaamd.
Eene bende nogthans vormt zich aan 't stad
huis en trekt de molenstraat af. In 't voorbij-
;aan wordt een vensterglas ingeworpen bij
Generaal Vander Smissen.
Luitenant-generaal baron Vander Smissen
is, en te recht, de held van den dag zijn
naam lag dezer dagen op ieders lippen.
Generaal Vander Smissen is een oud-leerling
der militaire school. Op 1 juni 1845, bekwam
hij den graad van onder-luitenant der infante
rie. Hij was toen 20 jaar oud, en heeft bijge
volg nu den ouderdom van 63 jaren bereikt.
Hij werd aide-de-camp van den generaal-
majoor. Deus en daarna van baron Chazal,
minister van oorlog.
Op dit tijdstip ging bij van hel 2e regiment
jagers te voet tot hel regiment der grenadiers
over.
In 1864 werd in ons land een mexikaansch i jujv Qustaaf j)e Clercq.
vrijwilligerskorps gevormd. Barori Vander -- -
Smissen, alsdan kapitein, werd met het bevel
daarover gelast.
Hij bekwam hetzelfde jaar den graad van
majoor en het bevelhebberschap over het
belgisch korps in Mexiko, in hoedanigheid van
kolonel.
In dien veldtocht onderscheidde zich kolo
nel Vander Smissen bijzonder.
Op 16 juli 1865, behaalde hij eenen schitte
renden zegepraal in den veldslag van Lorna,
ontnam den vijand 6 stukken kanon en maakte
165 krijgsgevangenen.
Het volgende jaar hield hij te Ixmiquilpan
een heldhaftigen strijd vol tegen veel talrijker
legermachten dan de zijne. Twee peerden
werden onder hem doodgeschoten.
Dit korps werd op 12 december 1866 ont
bonden. Baron Vander Smissen hernam den
graad van majoor in het belgisch leger, bij het
K* linifM'pr'impni pn wpivl nrdnnnanr.ie-ofiip.ipp
'linieregimenten werd ordonnancie-oflicier
van den konir.g.
In 1875, werd bij generaal-majoor benoemd
en werd opvolgentlijk de bevelhebber van 6e
brigade voetvolk (11" en 12 linieregimenten) te
Luik en der O' brigade voetvolk (5" jagers te
voet, grenadiers en karabiniers te Brussel.
In 1879,werd hem, met den graad van luite
nant-generaal, het kommandement der 4" af-
deeling voetvolk, waarvan het hooldkwartier
te Brussel is, toevertrouwd. Hij verliet dien
post slechts om bevelhebber te worden van
eene der twee militaire omschrijvingen.
Dit bevelhebberschap, het hoogste dat in
Belgie beslaat, oefent hij nu nog uit,
Generaal Vander Smissen is meteen zeldza
me wilskracht, met een vast karakter begaafd.
Met een enkelen oogslag heeft hij den toestand
gemeten en zijne beslissingen volgen zeer
spoedig.
Zijn woord is scherp, gelijk het lemmer van
een zweerd. Van praten houdt hij niet en nooit
gedoogt hij lange besprekingen.
Weinig zeggen en veel doen ziedaar de
stelregel, waar hij zich steeds naar schikt.
Kortom, hij is in den vollen zin des woord
soldaat, zegt de Patriate.
Generaal Vander Smissen is lang en mager.
Zijne gelaatstrekken zijn lijn ononderscheiden.
Grijze knevels bedekken zijn dunne, geslolene
lippen en teekenen moed en stoutmoedigheid
op gansch zijn uiterlijk af.
Samenscholingen te Aalst.
Onze Stad heeft ook den tegenslag gevoeld
van de socialistische bewegingen die thans in
't land heerschen. Verhaasten wij ons te ver
klaren dat zij van weinig ernstigen aard
waren.
Maandag lest hadden een zestal polijsters
der marmerslijperij van MM. Sleenliout en Van
den Berg he, St-Jansstraat, het werk gestaakt,
om rede hunne meesters verklaard hadden dat
zij den tot nu toe betaalden dagloon nimmer
konden betalen daar het werk te slecht gaat.
Deze werklieden hadden den maandag en
dijnsdag overgebracht zonder lawijt te maken;
zij hadden geene centen en dan kon er ook
geen genever gedronken worden.
Dijnsdag in den vooravond gingen de opge
roepen militianen binnen en eenige kamara
den, vrienden en ook al lievetjes hadden hen
tol aan de Statie uitgeleide gedaan.
Na 't vertrek der treinen van 6 1/2 ure, kee-
ren deze laatsten huiswaarts. Ter Groote
markt, aan den Luienhoek staan de 6 werk-
De bende begeeft zich naar de Vaart en houdt
stil voor het fabriek der Naamlooze Maatschap
pij J.-B. .lelie en Ci0. Hier worden eenige kre
ten gehoord en drij kleine vensterruitjes inge
slagen. De politie drijft de rustsloorders uit
een. Een gedeelte begeeft zich naar '1 statie
plein doch hier was de gendarmerie aanwe
zig. Deze dreigde er tusschen te komen en al
die zoogezegde socialisten kiezen het hazenpad
alsof zij den duivel in persoon hadden ontmoet.
De eenen vluchten, vervolgd van de policie de
Koophandelstraat, de anderen de Nijverheid
straat in. In 't voorbijloopen wordt een venster
glas ingeworpen bij M. Bartholomeus Verpont.
Later bemerkte men nog hier en daar een
groepje, doch om 9 1/2 ure waren de straten
zoo rustig als op een gewonen dag.
Donderdag avond worden er weêr samen
scholingen bestatigd, doch altijd zonder kwaad-
aardigen geest. Schromelijk veel volk bevindt
zich ter Groote Merkt tusschen 8 en 9 ure.
Geen geroep of geschreeuw bijna wordt ge
hoord. De groepen worden door de policie en
gendarmen zonder tegenstand uiteengedreven.
Een bende trekt nogmaals de Molenstraat af,
doch wordt op de Vaart uiteengedreven. Een
persoon wordt aangehouden en naar de wacht
geleid, voor beleediging jegens den brigadier
der gendarmerie. Die persoon bleef op de brug
staan en de brigadier gebood hem zijnen weg
vooi ttezetten en de eerste antwoordde Wat
moet een menscli toch al verdragen van 'nen snot
neus. Vier andere personen worden nog aan
gehouden en voor gansch den nacht naar 't
stedelijk gevang overgevoerd. Deze jannen
waren nochtans geene fabriekwerkers, het
waren landbouwers uit Schaerbeke.
Om 9 1/2 ure was alles rustig.
Vrijdag avond worden er geene samenscho
lingen meer bestatigd.
De correspondentie uit Aalst aan Le Patriote
van Brussel, heeft gansch onze bevolking doen
lachen. Welke aprilvisch E11 zeggen dat
Le Bien Public en L'Escautdie zwanzerij
ook overnamen
Le Patriote van vrijdag schrijft dat hij
door iemand die valschelijk gebruik heeft ge
maakt van den naam eens deftigen persoons
uit onze stad werd gefopt....
Wanorders in 't Walenland.
Het is ons onmogelijk een verhaal meê te
deelen van alle de gruweldaden en schelme
rijen die rond Charleroi gepleegd werden. Wij
moeten ons bepalen te spreken over de bezon-
dersle gebeurtenissen
Brand der glasblazerij van ,11. Baudoux
le Jumel.
Deze nijveraar heeft. of liever had eene
groote glasblazerij te Jumel. Zij was eene der
schoonste van geheel den kom van Charleroi,
en over de 1200 werklieden werkten er,
Hoort naar het verhaal van hetgeen er met dit
nijverheidsgesticht in wedervaren, in dien
akeligen achternoen van Vrijdag 26 Maart.
In de glasblazerij van M. Baudoux slaan
de werkstakers letterlijk alles aan stukken.
Ook het kasteel van den eigenaar, dat nevens
de glasblazerij staat, wordt aan de vernieling
prijsgegeven, 't Is rond éeti ure als de bende
opdaagt. Er zijn veel vrouwen en kindeien
bij, die uitgehongerd zijn en de boterhammen
der werklieden stelen.
't Is eene vrouw, die ademloos op het kas
teel van M. Baudoux kwam geloopen, die
dezen toeriep
c Haast u, vlucht, zij komen
Wie, vrouw, wie komt er
Wel, de werkstakers Zij hebben het
vooral op M. Baudoux gemunt. Vlucht zij
gaan u vermoorden, alles vernielen en in
brand steken
't Is maar al te waar Kort daarop ver
schijnt de akelige bende, en dadelijk zijn de
glasblazerij en het kasteel eene prooi van
plunder en vernieling. Meubels, schilderijen,
porcelein en zilverwerk worden door de ven
sters op den koer geworpen.
Men haalt de rijtuigen uit de slalingen en
maakt van dal als een vreugdevuur De wijn
kelder wordt vernield, en de verdwaalde op
standelingen slaan alles in stukken. Sommigen
klimmen op de dakken, om daar alles te ver
nielen. Het gerucht is in omloop dat verschilli-
ge werkstakers, die in de kelders smoordron
ken lagen, daar levende verbrand zijn
In de fabrieken wordt alles in stukken
geslegen. Onbewerkt glas, kassen, gereedschap,
alem. niets wordt gespaard.
Toen daarna alles werd in brand gesteken,
was het schouwspel waarlijk bedroevend en
ontzettend, want het kasteel en de glasblazerij
en waren grootsch en prachtig Als men de
vernielers door de lichtelaaien gloed aan hun
vernielend werk bezig zag, dacht men aan de
losgeborsten hel
Te middernacht brandde nog alles, en te
Charleroi zag men de vlammen zich helder op
den zwarten hemel afteekenen.
Door dit feit van verdwaaldheid, zullen
een duizendtal werklieden voor jaren van allen
arbeid beroofd zijn.
De schaê wordt gerekend op 2 millioen
frank.
Het is zeker dat er tusschen de woestelin
gen werklieden der fabriek van M. Baudoux
waren want om op zoo korten tijd zulke ver
nieling aan le richten, moest men de plaats
kennen.
M. Baudoux is zelfs een gewezen werkman
die het door vernuft en vlijt tot eene sctioone
fortuin had gebracht. Nog onlangs had hij zeer
veel en kostelijke verbeteringen aan zijne ge
stichten gedaan.
Nader over de vernieling van M. Baudoux.
Men kan zich geen gedacht maken der ver
nieling van de groote gestichten en het kasteel
van M. Baudoux.
De bende, die van alle kanten was aange
groeid, beliep wel tol 5000 man. M. Baudoux
werd verwittigd dat men op zijne gestichten
aankwam doch aangezien er nog 6 lot 700
man wrochten, dacht hij dat men enkel het
werk wilde doen staken.
De bende had geene moeite om binnen te
dringen, aangezien het werk nog aan den gang
was. De muiters stormden zoo geweldig op de
gestichten los, dat men alles moest verlaten en
er aan geen keeren te denken was. Iedereen
zocht zijn heil in de vlucht.
Een peloton lanciers trachtte te vergeefs de
aanvallers uiteen te jagen. De steenregen was
zoo groot, dat geene mogelijkheid was voort
te gaan. De lanciers charcheerden tol twee
maal toe. De kommandanl kreeg eenen kassei
steen tegen het hoofd en werd zwaar gekwetst.
Ware de kleine troep lanciers niet achteruit
geweken, zij zou letterlijk onder de steenen
verpletterd zijn geworden.
Eene tweede bende werkstakers kwam de
eerste versterken. Nu herbegon de vernieling.
Men stormt de bureelen binnen, meri vernielt
boeken, papieren, registers men breekt al
wat er in de magazijnen is men wil nog meer
doen. M. Baudoux inoet er aan, huilen die
willden ;men wil hem in eenen ketel met gloei
end glas werpen. Wie weet of het Niet gebeurd
ware indien de nijveraar zijne redding niet ge
zocht had in de vlucht, hij met geheel zijne
familie....
Alles moet branden, schreewt men, en op
honderd punten gelijk bersten de vlammen los
en vernielen een der schoonste gestichten van
het land, waar de nieuwste inrichtingen waren
bijeen gebracht door het vernuft van den nij
veraar.
Van de gestichten vielen de razende in het
kasteel, en van den zolder tot den kelder was
het eene verwoesting. In de kelders heeft men
gebrast, tot dat er velen dronken waren, en
deze zijn dan ook in de kelders verkoold ge
vonden I Zij konden niet meer op noch verder.
.Middelerwijl werd het kasteel op de ver
schrikkelijkste wijze geplunderd wal niet
kon meêgenomen worden, werd verbrijzeld en j
door de vensters geworpen, en als er niets
meer te vernielen was, stak men het aan de l
vier hoeken in brand
Beneden wil men de vernieling nog volko- j
mer maken men giet op hel binnenplein 1
petrool op de meubels, op de rijtuigen, en
alles vlamt! Al die vlammen vormen eenen on-
meetlijken vuurberg, die om zoo te zeggen den
hemel in brand steekt
Oe plunderaars zijn als razend. Velen zijn
smoordronken andere liggen in het slijk langs
de wegen en in de velden.
Men ziet er ook die dekleêren van M. Bau
doux hebben aangedaan, en zij dwingen de
nieuwsgierigen hun te groeten. In den omtrek
dwalen kerels rond, die beleedigen en aanra
den alwie eenen hoed draagt. Op den weg
worden voorbijgangers uitgeplunderd, onder
voorwendsel eene almoes te vragen. Arme
vrouwen dwong men geld te geven.
Eerste botsing te Roux
De Gazette de Charleroi geeft bijzonderheden
over heigeen er te Roux en verder in den om
trek gebeurd is.
Hel was vrijdag achternoen. Eene bende
trok naar de glasblazerij van M. Monseu. De
troepen waren niet in tijds kunnen opdagen.
Een vijftigtal werkstakers boden zich voor de
fabriek aan en eischten 30 frank. Toen zij deze
hadden, dwongen zij M. Monseu met hen in de
werkhuizen te gaan en le werk te doen staken.
Binst drongen 150 andere werkstakers in de
bureelen, begonnen de papieren te scheuren,
sloegen de vensters uit, vernielden zoo wat
6000 meters glas. braken 5 tonnen petrool in
stukken, verspreidden dit nat in de magazijnen
en bureelen, en staken er toen vuur aan.
M. Monseu was gelukkig genoeg den brand
te kunnen blusschen.
Verder poogden de werkstakers bij M. Jou-
niaux, direkteur van de mijn Nord de Charleroi
binnen te dringen. Niet gelukkende, vielen zij
de werkhuizen met steenen aan. M. Jouuiaux
had den tijd zijne famillie en wat hij kostbaarst
had in veiligheid te brengen.
Eensklaps verschijnt eene compagnie jagers,
die van Charleroi komt Kapitein Bulot voert
het bevel. Deze ziet gauw met wal volkje hij
te doen heeftgewapende, stoute, uitdagende
wezens.
De kapitein doet de gebruikelijke waarschu
wingen, doch de vernielers gooien ze naar de
maan. Vuur, kommandeert de overste.
Smertkreten en gehuil. Als de damp opklaart,
ziet men de oproermakers vluchtten vier
dooden liggen ten gronde.
Twee der dooden zijn jongelingen van 16 en
17 jaar een dezer is een limineerder van Mon-
eeau, Thibaut geheeten zijn vader is zijn lijk
den volgenden morgen komen afhalen.
De gekwesten zijn meestal geraakt aan de
beenen de kogels zijn door en door gevlogen.
Ten 3 ure kwam majoor Van Vinckeroy aan,
met een eskadron van het 4' lanciers en drie
compangniën jagers.
Tweede botsing te Roux.
Eene tweede botsing is te Roux tusschen
muiters en troepen gebeurd,en hier volgt er
't kort verhaal van.
Zoo rond de tachtig werstakers kwamen
verleden zaterdag opdagen, met de roode vlag
aan 't hoofd.
Dicht de glasblazerij van M. Bougard werd
hun den weg gesperd door het 2e jagers te
voel. De bende weigerde terug te keeren
zij wilde, kost wat kost, vooruit dringen.
De troepen hadden voor zending den weg af
te sluiten, eri geweld te gebruiken als men
weigerde te gehoorzamen.
Op de weigering der schuwe bende, die
altijd vooruit drong, werd er vuur gegeven,
't Was een vreeselijke stond. Er waren acht
dooden en riegen gekwetsten, van welke laat
ste er vier in den namiddag stierven.
Er zijn dus te Roux 17 dooden en 11 gekwes
ten van de twee schermutselingen in de twee
dagen.
Verscheidene werkstakers zijn door de ko
gels getroffen en hebben zich, men weet niet
langs waar, verwijderd.
De gekwetsten worden, zooveel mogelijk, i
door de muiters op hunne vlucht meêgenomen j
trouwens er wordt gevreesd, en met reden,
nendrong.
De oude ziekelijke prior kwam bij om te
onderhandelen.
Wat wilt gij vroeg hijgeld welnu ik
zal u 100 fr. geven en vertrekt dan.
De 100 fr. werden door de voorsten van de
troep aangevat en dezen vluchtten er meê
weg.
De volgenden wilden nu ook 100 fr. hebben
en toen dezen even als hunne voorgangers,
het hazenpad kozen, ging het altijd voort tot
men op den duur reeds 700 fr. gegeven had.
Hei gedrang en gewoel nam toe. Eene kloos
terzuster werd omgeworpen en de troep, door
eene vrouw die het gesticht kent, aangeleid,
drong het klooster binnen.
De bandieten doorliepen alle vertrekken van
den kelder tot den zolder, zich meester mi-
kende van al wat zij grijpen konden.
Op het gesmeek der Zusters lieten zij de
kostschooljuffers ongemoeid, maar braken de
kassen open en namen al de kleêren der kin
deren meê. Eene vrouw stool een spiegel
een man zegde Ik ben al twee jaar getrouwd en
ik heb nog geen horlogie en hij nam eene pen-
duul onder den arm.
Al de schoenen, het lijnwaad, 50 kilos sui
ker, balen koffie, voor 300 fr. boter, een zetel,
alles, alles wat niet te heet of te zwaar was,
werd gestolen.
Een vat azijn liep leeg. De oproerlingen
meenden dat h&t bier was en vonden het te
zuur. Een stuk gebraad werd in de keuken van
het vuur gehaald de tonnekens zeep werden
in de kasserollen en ander keukengerief over-
geschept en door de vrouwen meêgenomen.
Eindelijk kwamen de gendarmen aan deze
schandalen een einde stellen, en de dieven op
de vlucht jagen.
Werkhervatting.
De tijdingen blijven voortdureud verbeteren en wij
hebben niet meer noodig den lezer dorp voor dorp
op te noemen waar de arbeid hervat is
De herneming is algemeen cd de kalmte keert zoo
wel in üc gemoedeien als in de straten terug. Het
II uu ui CU IllCl ItUCII, - 1-11 OIO III uo owdlCIl ICI Ug. nel
dat er achterna proces en veroordeeling zou geacht gaat voort met aanhoudingen, veroordeelin-
volgen.
Het wordt helder te Charleroi.
De krachtdadige handeling der militaire
overheid, zegt de Gazette, draagt goede vruch
ten en men gelooft algemeen aan eene spoe
dige herneming der zaken en de aanhouding
van een brusselschen advokaat en oproersto
ker, Roch, Splingard, aan het hoofd van eene
bende troebelmakers, versterkte deze mee-
ning.
Deze aanhouding was de hoofdgebeurtenis
van den dag en wij deelen de volgende bijzon
derheden dienaangaande meê
Hij had den nacht met drinken en tieren in
de heibergen van Marcinelle doorgebracht,
onophoudelijk de werklieden tot tegenstand
aanzettende en hen radende den revolver legen
de meesters te gebruiken.
Na den geheelen nacht gewalebakt te heb
ben begaf hij zich naar den put n. 12, waar de
bijeenkomst der werkstakers afgesproken was;
van daar naar n. 6 en de bureelen der maat
schappij.
De gebeele bende, 150 man sterk, wilde
binnendringen om met den bestuurder te on
derhandelen doch deze weigerde dit bezoek
en wilde slechts eenige afgeveerdigden ont
vangen.
Dit voorstel werd afgeslagen en de werk
stakers drongen aan. Toen dreigden men hen
met eene charge en daar die bedreiging niet
aangehoord werd, dreef men de menigte uit
een.
Splingard vluchtte in eene herbergske en
de soldaten, die zijne opgewondenheid hadden
opgemerkt en hem met eenen hamer hadden
zien zwaaien, namen hem daar gevangen.
Toen men hoorde dat het de beruchte on-
ruststoorder was, werd hij aanstonds onder
goed geleide naar het stadhuis en van daar
naar de gevangenis gevoerd.
Splingard is een soort van anarchiste de luxe.
Hij bezit eeneschoone fortuin en talrijke aan-
deelen in steenkoolmijnen en het poeiermaga-
zijn van Marcinelle
Men heeft dijnsdag teJumet twee der ge-
doodde werkstakers van Roux begraven, en
er werden redevoeringen op hunne graven
uitgesproken.
Naar het schijnt hebben de werkstakers
eenen woedenden oorlog aan den telefoon
verklaard, zoo dat M. Wollère en zijne werk
lieden, welke bezig waren de gemeenschap
tusschen Roux, Gosselies en Fontaine-l'Evê-
que te herstellen, zich van hunne gereed
schappen als verdedigingswapens hebben
moeten bedienen.
Naarmate de werklieden de palen recht zet
ten, worden zij door de werkstakers weer
omgerukt, zoodal het bestuur verplicht is ge
weest, dit werk voorloopig op te schorsen.
Het Journal de Charleroi zegt dat er in 'l ge
heel 40,000 man zonder werk zijn, waaronder
10,000 vrijwillige werkstakers.
De werkstakers uit den Borinage verwijten
op bitteren toon die van Charleroi hunne
brandstichtingen en plunderingen, en zeggen
dat zij den toestand door die gruweldaden,
(dommigheden zeggen zij) veel erger gemaakt
hebben.
Zie hier hoe een Horain zich uitdrukte
('k Weet niet wat gij in den kop hebt gehad. Is
dat eene werkstakingDiefstallen, brandstichting
en vernieling. Hel zijn bandieten die dat doen,
en wij hebben zoo iets nooit gedaan. Wij hebben
het werk laten staantwee maanden weerstand
geboden en aardappe.'schellen geëlen, maar nooit
gebedeld, nooit geld gastolen, nooit de huizen ver
nield, en de heeren met hoeden konden gerust in
onze dorpen komen wandelen. De Uorains
zijn geen dieven, geen bandieten.)
De anderen stonden verstomd bij die moe
dige woorden, en de man ging voort
(En nu, wat zal het nu worden Als ge nu
zult kunnen en willen het werk hernemen in uwe
mijnen of smeltovens
't Zijn schoon dingen die gij hebt aangevangen
Men moet beest zijn gelijk een, die de poolen van
den stoel afbreekt eer hij er op gaal zitten.
De abdij van Soleilmont. De Patriote
deelt het verhaal meê der plundering van dit
gesticht, welke geheel het karakter had die de
vroegere en hedendaagsche revolutionnairen
aan zulk werk gewoonlijk geven.
2 tot 300 man kwamen aan de groote poort,
om elk een half brood en 50 centiemen te vra
gen. De kloosterlingen stemden toe hunne
eischen in te willigen. Onder een woedend ge
drang vloeg de poort open en een deel der
troep kwam op het binnenplein tersvijl een
ander deel langs de kleine deur den hof hin
gen en vervolgingen.
Brandstichters, plunderaars, inbrekers, verhelers
en onder deze lesten een groot getal vrouwen en
jonge meisjes worden in massa aangehouden.
Anderen worden voor bedelarij onder bedreigin
gen en gewapenderhand vervolgd, en diegenen die
niet aan de gemeenten toehooren waar zij aange
troffen worden, brengt men op last van generaal
Van der Smissen, naar hunne eigene gemeente of zoo
het vroemdelingen zijn, naar de grenzen.
Rondwandelend, ontwaart men nog hier en daar
oproerstokende plakkaarten, verscheurde omzend
brieven, door eerlooze drijver» in menigte in de
huizen rondgestrooid en op de puinen van het ge
sticht Baudoux leest men nog
L'ouvrier plantera l'élendart de la liberté sur la
ruine des palais (De werkman zal de vrijheids-
vlag op de puinhoopen der paleizen planten).
De burgemeester van Roux is nog altijd niet
teruggevonden en majoor Van Vinckeroy vervuld
het ambt van militaire bevelhebber en tevens van
burgemeester.
Florennes dat geene nijverheidsgestichten bezit
heeft niettemin zwaar door de werkstaking te lijden
gehad, daar zijne bewoners het brood in andere ge
meenten moeten gaan verdienen.
De werkstakers hadden er een soort van schrik
bewind ingericht en een aantal ingezetenen op rant
soen gesteld, voor eene gezamenlijke som van
25,l»0o fr.
De burgemeester, door de gendarmerie geholpen,
gelukte er in, niet zonder eenige moeite, den oploop
te sullen. De brand die in de gemeente uitgeberslen
was, moet niet aan de werkstakers toegeschreven
worden.
In de streek der lagere Samber hebben de Marteil-
laisezangers den 29 maart aan de gendarmerie nog
een weinig spel geleverd, zoodal er een gekwetst
en twee of twee of drij aangehouden werden.
In 't Centrum worden de overdrevene berichten
en hel verzet dat de Etoile de inwoners toeschrijft
door eene bijzondere korrespondencie aan de Gazette
de Charleroi gelogenstiaft.
Daarenboven heeft luitenant-kolonel Van Hoose
het blad zelve op doorslaande wijze le recht gewe
zen.
Te La Louvière namen de werklieden der fabriek
de verdediging op zich. Rij de nadering dor werk
stakers zonden zij de vrouwen naar huis en maakten
zich lot krachtdadig verzet gereed
De gendarmerie heeft bier oen 3oldaat moeten aan
houden en naar de gevangenis van Bergen voeren
omdat hij weigerde te gehoorzamen.
Te Doornik en omstreken is alles eveneens geëin
digd, even als te Luik en te Dinant, zoodat wij ons
thans nog moeten bepalen met het aanhalen van
eenige afzonderlijke feiten.
Verschillende lijdingen.
Een aantal eigenaars van glasblazerijen hebben
hunne gemeenten lol hel betalen der aangerichte
schade.
De burgemeesters van al de gemeenten in den
Borinage, hebben hunne medeburgers bij middel van
plakkaarten verzocht, zoo weinig mogelijk nutteloos
buiten hunne woningen te komen, om niet door de
militaire patrouljes als oproermakers of bedelaars
aanzien te worden.
Werkstaking.
Er heerscht le Lessen eene groote opschudding
tusschen de werklieden.
Twee duizend arbeiders hebben aldaar het werk
gestaakt.
De troepen bevinden zich reeds ter plaats en men
hoogt erge wanorders te zullen voorkomen.
Eene proklamatie van den
lieer Burgemeesteronzer Stnd zal morgen Zon
dag aangeplakt worden. Wij roepen er de aan
dacht onzer medeburgers op in.
Kampstrijd Raadsels en grap
pige Vragen 1886.
UITSLAG.
Raadsels f. Wrat-Tarw 2. Neger-Regen
3. Poiiepef-Lcpellop; 4. Aardappel5. Kristal
glas 6. Tamboer7. Robijn-Rozijn 8. Nacht
uil.
Lost al de raadsels op M. Vanderheyden, te
Antwerpen. De eerste prijs wordt hem toege
kend.
Lossen 7 raadsels op MM. F. Pevenage, te
SmelledeFrans Sterck, te Aspelaere Leo
De Smet, te Aulst-Mijlbeke en Juffer Delphina
Van Vaerenbergh, te Ererabodegem.
De overige medekampers Tossen slechts
6 en 4 raadsels op.
Deze heeren en juffer die 7 raadsels oplos
sen, worden dus verzocht de twee volgende
raadsels op te lossen en ons hunne antwoord
te laten geworden ten uiterste Donderdag 15
April aanst.
1° Mijn eerste zet men onder invallende
huizen. Mijn tweede is zoo hard als ijzer. Mijn
derde doet men om als 't koud is. Mijn geheel
vindt men in de huizen.
2° Die voor vrienden en bekenden
Alles veil heeft, zal gewis
Van elkeen den lof ontvangen
Dat hij 't eerst der doelen is.
't Tweede noemt een boom waarvan men
Uitgestrekte bosschen heeft.
En het is een neérlandsch geldstuk,
't Welk 't geheel te kennen geeft.