41,tc Jaar. Zondag2 Mei I8«6 iV° 2068. IJZERENWEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Goddelooze schrijvers. IB.A.ILi"IL.I2sr C3-. Onzijdig Onderwijs. China en Europa. DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34® bladz. 50 cent. Gysegem, Audegem, Denderaionde, Zele en Lokeren 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48. Mechelon. 4-561 6-361 7-30d 8-lid Exp. 1" 2® 3® kl. 8-451 12-l)0d l-04d Exp. 1®2® 3® kl. 2-5Id 3-071 6-45/ 9 48.1 10-18d Exp. 1* 2' 3* kl. \ntw. 4-561 6-361 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-451 l-04d Exp. 1* 2® 3e kl. 2-5ld 3-07/ 5-58d 6-451 9-481 10-18d Exp. 1® 2* 3* kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4-25 7-30 8-11 E 3 kl. 8-36 10-23 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E 3* kl 5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-19 10-18 E 3 kl. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-36/8-lld E3 kl. 8-451 8-36d 12-Oöd l-04d Exp. 1® 2® 3® kl. 2-51d 5-584 849d direct 9-19d 10 18 E 3 kl. Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-01 6-39 9-50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 (1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde ea d Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 El® 2® 3® kl. 6-38 Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-45 12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath5-52 7-30 8.11 E. 3 klas tot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. lol Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 9-16 Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00 2-51 0-00 5-58 Herzele, Sottegem, Nederbrakel en Ronsse, langs Erpe- Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03 Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,19 6,16 letter i langs Denderleeuw. Unique Saam. NAAR AELST UIT Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15 Antw. 5.15 6,29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22 1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl. Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08 11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40 9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46) Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.41 11.34 2.27 5.28 8.26 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6.35 7.39 E 3 kl. 7-46 9.43 11.07 12.31 E 3kl. 1 58 4 14 (4.39 's zondags) 5.06 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl. Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11.12 11.56 en 2.53 E 3 kl. 6.05 dit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine- le-Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59 UIT gseraerdsbbrgbn naar Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd. 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Dbnderlbbuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Assegaai Kortryk, 6.03 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direct, UIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR AALST (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.51 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.38 's t 8.00 12,53 4.45 9.11 Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele ei Erpe-Meire naar Aalst 6-59 12.00 3.40 8.05. uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moortel ei Aelsl5,45 10,04 4,17 7,12 AELST, 1 MEI 1886. Het is eene onbetwistbare daadzaak dat de goddelooze schrijvers geenzins tot doel heb ben het volk gelukkig te maken of zijnen toe stand te verbeteren, maar dat integendeel hunne verderfelijke leerstelsels de grootste rampen na zich slepen en zij den rampzalige dezer wereld het eenigste goed ontrukken, daar zij hem doen wanhopen. De goddelooze schrijvers handelen niet uil overtuiging; meer dan eens is dat bewezen geworden.... Welke is dan de drijfveer van hun helsche streven. Luisteren wij wat d'Alem- bert zegt, een man die door de vrijdenkers niet zal verloochend worden Het verlangen, zegt hij, om in zijne drilten niet beteugeld te worden, de ijdelheid om niet te denken gelijk de menigte hebben een veel grooter getal ongeloovigen gevormd dan alle de begoochelingen der sophisterij wanneer de driften en de hooveerdij zwijgen, komt het geloof terug. Ja, daar ligt de knoop. De godsdienst legt zekere verplichtingen ophij gebiedt onder andere den mensch zijne kwade driften en neigingen te beteugelen nu, de slaaf dezer driften stSat natuurlijk op legen deze ver plichtingen die hij zou willen wegvagen hij wil of kan zijne levenswijze niet over eenbrengen met de voorschriften van den godsdienst en van de eene verloochening valt Hij fn de andere tot dal er eindelijk niet meer te verloochenen overblijft dan de Godheid Men beschouwe aandachtiglijk den handel en wandel der goddeloozen en men zal weldra ondervinden dat altijd het hart vóór den geest bedorven is. Ons stelsel zelf, zegt Fichte is dikwerf niets anders dan de geschiedenis van ons eigen hart. En de Bonald, in zijne Démonstrations philosophiques zegt zeer wel Men zal wellicht vragen waarom er zoovele ongeloovigen en vijanden van den gods- dienst zijn, welke nogthans op de rede en het gezag steunt. Het antwoord is gemak- kelijk indien er eene zedelijke verplichting t voortvloeide uit het meetkundig voorstel dat de drij hoeken van den drijhoek gelijk staan aan twee rechte hoeken, zou men dit voor- stel bestrijden en van deze zekerheid een vraagstuk maken. Wij herhalen het de eerste oorzaak dus van den opstand of van hel schrijven tegen God, tegen het geloof en tegen den Gods dienst moét dus gezocht worden in het niet beteugelen van de bedorvene hartstochten men leeft in strijd met de voorschriften van den godsdienstdie toestand wordt allengs- kens ondragelijk en voert den weêrspannige van de verachting der voorschriften tot de verwerping van den godsdienst zeiven. DE VROUW VAN DEN «o» I. Daar, waar nu eene der Londensche voorsleden zich uitstrekt, stond in de allerlaatste jaren van de 17d® eeuw een nietig dorp, dal alleen aan 'l nabij gelegen kasteel van een groot cngel3ch Lord een weinig meer belangrijkheid ontleende Toen zag men nog dikwijls schitterende rijtuigen en fiere caveliers met hunne dames door 't dorpje trekken, om de fees ten die de rijke Lord gaf, bij te woneg. Ofschoon November reeds al zijne onaangenaam heden tetoonspreidde, bevond de Lord zich nog steeds op 't grijze slot. Vanavond zou een luisterrijk feest, in de ruime zalen gegeven,'i afscheid toeroepen aan de samen woning 'l Was dan ook in het dorp druk genoeg geweestgedurende den geheelen dag hadden equi pages en ruiters elkander op den dorpsweg afgewis seld, en nu 'l feest in zijn vollen gang moest zijn, was de dompige kamer van de herberg bijna over- vuld van koetsiers en lakeien, die 't daar gezelliger vonden dan in de keuken van 'l slot. 't Gelaat van den herbergier blonk van genoegen hij had voor ieder zijner gasten een vriendelijk woord over, en zijn aardig dochtertje, de blonde Nancy, kon niet gauw genoeg de ledige glazen weder vullen. 't Sloeg 9 uur op de houten klok, en Nancy zag naar de deur. 't Zal mij verwonderen, vader, sprak zij, hem een glas schuimend vocht overreikend, of onze gast met dit weer eraan denken zal uit te gaan. En eens tot daar gekomen, zijn de bijkomen de beweegredenen zoo verschillend als de kwade driften zeiven. Eenigen schrijven uit geldzucht, anderen uit hooveerdij, weêr an deren uit helschen 'haat.... uit haat ja Hoorden wij zekere liberale schrijvelaar niet uitroepen, dat zijn schrijven geen ander doel had dan zielen aan de Kerk te ontrukken Dat moet ons overigens niet verwonderen de hel wiens handlangers zij zijn, of beter, voor wiens rekening zij werken en zwoegen, heeft immers geen ander doel Klaar en duidelijk is het dat de onzijdigheid in zake van onderwijs, gelijk de liberalen ze verstaan, onvermijdelijk tot onverschilligheid in godsdienstzaken, ja zelfs, tot opene godver- loochening moet leiden en een nakomeling schap vormen dat aan de communards van 1871 niets zal te benijden hebben. De Union de Charleroi deelt eenige zinsne den meê uit eene lijkrede, uitgesproken door een officieelen of onzijdigen onderwijzer, dien het blad noemt met naam en stuk, op het graf van eenen vrijdenker, in leven patroon eener glasblazerij, zinsneden, die de waarheid van onze hoogerstaande beweeringen slaven. Ziehier wat die onzijdige of liberale volks opvoeder uitkraamde Victorien was vrijdenker en hij stierf als vrijdenker. Eer aan hen die tot liet uiterste volherden Brasseur stierf zonder die akelige raaf (den priester) te roepen die van de onwe- tendheid en het fanatism der volksmassa leeft en die de lijken slechts nadert uit eigen- belang eu hebzucht. Begrijpt gij, geëerde lezers, hoe deze libe rale ol officieele onderwijzer hier openlijk doet uitschijnen op welke wijze men de onzijdig heid van 't onderwijs moet begrijpen en hoe zij onder de wet van 1879 begrepen en toege past is geweest. Nu. laten wij nogmaals het woord aan den onzijdigen volksbeschaver Brasseur was oud-voorzilter der vrijden- kers van Charleroi-Noord, en had, sedert lang, den priester verstooten, die zwarte uitzuiger, die zich met den mantel van den godsdienst bedekt, om zijnen haat, zijnen hoogmoed, zijne belangen voldoening te geven, zelfs ten nadeele der gansche samen- leving. Hij wilde niet dat die kooplieden uit den tempel zijne laatste oogenblikken stoorden, enz. Hieruit kan men genoegzaam afleiden hoe de onzijdige onderwijzers de onzijdigheid in hunne lessen eerbiedigen. Het Handelsblad herinnert ook de begrafenis van eenen officieelen ouderwijzer, die de hulpmiddelen van den godsdienst tot den les ten adem weigerde en ook de zwarte raaf van zijn doodbed verjoeg. Welke gast vroeg een der lakeien, gij hebt er hier zooveel op 't oogenblik. Maar dal is er een, die dag en nacht bij ons is, sedert acht dagen. Waarom Gij vraagt daarjuist iets, wat ik hem al honderd keeren vroeg, en ik ben nog even wijs Ha, dat klinkt verdachtDie zich nu verbergen zijn samenzweerders of Jocobienen. Dat is hij niet. antwoordde het meisje beslist bij is hier met een wetenschappelijk doel hij blijft den geheelen dag thuis, 's avonds eerst gaat hij uit met een grooten verrekijker. Dan zal hij heden met ons feestvieren, want de lucht is zoo zwart, dal men nergens eene ster ontdekt Sl. Ik hoor hem. De deur werd geopend, doch dadelijk weer ge sloten, zeker nadat de binnenkomende het groole gezelschap ontwaard had. Vriend Dorton riep hij met gedempte stem. De waard, wien dezen naam toekwam, stond ijlings op, en ging naar buiten. In de gang stond een slank man, die er iels ouder uitzag dau de dertig jareu, welke hij onder de meest afwisselende lotgevallen doorleefd had Zijn gelaat droeg de sporen van vermoeidheid en zorgen, maar trof door eene mannelijke, fiere schoonheid nog verhoogd door de talrijke witte haren, die aan zijne donkere lokken een grijzen gloed gaven. Hoe eenvoudig ook gekleed, sprak uit al zijne bewegin gen en woorden de edelman. Ik ga uit, zijde hij kortaf. In dit weer zegde de waard verwonderd. Ja. was het antwoord; ik hoor dat het kas teel schitterend verlicht is, en ik wil hel eens gaan zien. Dat is eene wandeling in dit weêr wel waard vooral als er wat sneeuw ligt, dan maakt het slot een heerlijken indruk. Maar, gij kent den weg niet, en hierbinnen zijn lakeien, die bij de genoodigden behooren misschien gaat er wel een terug. Wil ik De onzijdige onderwijzer, die den overle dene als schoolbestuurder moest opvolgen sprak in het sterfhuis, en dat nog wel in 't bijwezen der leerlingen, eene lijkrede uit waarin hij onder ander letterlijk zegde Ster- ven zonder biechten en berechtendit is de dood eens braven, eens rechtveerdigen. n Zullen de talrijke voorbeelden die dagelijks worden aangehaald dan toch de oogen aan de verblinden niet doen openen Wanneer zul len zij dan toch eens willen zien en begrijpen, dat de verderfelijke leerstelsels door de onzij dige onderwijzers verspreid ons eindelijk naar de diepste afgronden van zedeverderf en bar- baarschheid moeten leiden En inderdaad, de onzijdige onderwijzers verspreiden ongeloof, en ongodsdienstigheid. De geslachten volgens hunne leerstelsels gevormd, zullen noch gees telijk, noch burgerlijk gezag meer erkennen, en bezield zijn met gevoelens en inzichten gelijk diegenen die, eenige weken geleden, in 't Walenland, hunne toevlucht hebben geno men tot plundering, diefstal en brandstichting, ja, zelfs tot moord om de hedendaagsche samenleving met geweld te vernietigen Over eenige jaren was de dagloon op veel plaatsen der Vereenigde Staten van Noord- Amerika zeer hoog. 't Is ook waar, dat alles in zake van onderhoud, overvloedig duurder moest betaald worden doch er was nog genoeg te verdienen om eenen stuiver over te houden, en duizenden staken naar Amerika over. Die goê dagen zijn voor de Nieuwe Wereld ook uit, en van ginder hoort men van schier anders niet als van kleinen loon, klein in evenredigheid, gebrek aan werk, nood on der den werkenden stand, en werkstaking om loonsverhooging af te dwingen. Deze verandering ligt aan verscheidene re dens, juist gelijk de werkkrisis bij ons doch de concurrence, bijzonderlijk van de Chinee- zen, is er eene groote oorzaak van. Hel ame- rikaansch blad Overland Monthly, van San- Francisco, deelt daarover cijfers mede die alleszins zeer wetenswaardig zijn. In 1870 begonnen eenige schoenmakerijen van San-Francisco, het maken van schoenen enleerzenaan chineesche werklieden teleeren. Tot dan toe bedroeg de loon 20 dollars per week, voorde rapsteen ervarendste arbeiders. Nu zijn ruim 3000 Chineezen als schoen- en leerzenmakers werkzaam zij wirinen 20 30 dollars per maaml, en de loon der blanken is op 9 a 13 dollars gedaald Bovendien zijn de Chineezen eigenaars geworden van 48 der 60 fabrieken van schoenen en leerzen die in San- Francisco bestaan, terwijl de 50 fabrieken van pantoefïels, al in handen van Chineezen zijn overgegaan In 1872 begonnen de Chineezen het siga- reumaken te leeren. Nu zijn er 8000 zonen van het zoogenaamd Hemelsche Rijk in dat vak werkzaam tegen 400 blanken, en de loon is maar een derde meer van wat hij in 1870 was. het eens vragen Het is toch veiliger als men een gids bij zich heeft, dan wanDeer men geheel alleen door 'i bosch dwaalt. De vreemdeling maakte eene ongeduldige bewe ging en schudde het hoofd. Dat is niet noodig, ik ken den weg. Eén ding heb ik u alleen te verzoeken, of gij namelijk de keuken deur openen wiltik wil niet door al die lakeien gemonsterd woiden. Met alle genoegen, mijnheer Volg mij slechts. En diep huigend, liet hij zijn gast door een laag deurtje uit. Wat een loon mompelde de waard bij bet te- rugkeeren. Lord Spencer noch zijn vader spreken zoo gebiedend. Ik geloof, dal Jack gelijk heeft, en hij een gevaarlijk personage is. God beware mij en mijn huis voor zoo een ongeluk Ik ben een goed Engelschman, en Koning Jamesik vergis mij, Koning William, zal moeite hebben in een zijner drie rijken een getrouwer onderdaan dan Tom Dorton te vinden. Hij is vrijgevig als een echte gent leman. De vreemdeling had zich intusschen diep in zijn mantel gewikkeld, en ofschoon een koude wind hem onophoudelijk sneeuwvlokjes in hel gelaat joeg, scheen dit hem niet in zijne gedachten testoren, eu ging hij snel zijnen weg. Na eenigcD tijd op het zijpad te zijn voortgegaan, sloeg bij linksaf, en dwaalde eene poos doar een ongebaand woud. Eindeiijk zag hij licht door de hoornen flikkeren, en na lang zoeken vond hij een paadje, dat hem regelrecht naar 't oude en verlichte slot voerde. Indrukwekkend stond hel daar tusschen de hooge boomen, door den sneeuw bekroond, terwijl de stroomen licht, die uit de veoslers schillerden, aan de door ouderdom vergrouwde muren een goudglans gaven. Nu is het slot tot 3an de grondvejten gesloopt zij, die daar op de maat eener vroolijke muziek dansten en schertsten, liggen reeds zonder uitzon dering in de koele aarde. De belangen voor welke zoovele harten toen zoo angstig klopten, zijn reeds Voor het kleêrmakeri worden er ook rond de 8000 Chineezen gebruikt, tegen 1000 blan ken, en de loon is voor deze laatslen van 28 dollars per week op 15 gedaald, terwijl de Chineezen van 28 tot 30 dollars per maand ontvangen. De Chineezen begonnen zich over eenige jaren toe te leggen op het maken van onder- kleêren, en door goedkooper te werken dan blanke naaisters, hebben zij nu bijna geheel alleen dezen tak van nijverheid in handen. Zoo is het ook met vele andere vakken gesteld, waarin er te samen voor te minsten 30,030 Chineezen werkzaam zijn. a De Chineezen zijn verdeeld in gilden of vereenigingen. Elke gilde staat onder 't bestuur van een centraal gezag, dat eene bijna onbe perkte macht uitoefent. Dit gezag regelt de zaken zoodanig, dat zelden leden van verschil- lige gilden in dezelfde fabriek of hetzelfde werkhuis arbeiden. Die chineesche concurrencie heeft men in Europa niet te vreezen, meenen er sommigen. Dit is niet gansch waar. De personen zelve zullen zoo gauw niet naar ons werelddeel over komen, toch voor een zeker getal jaren nog niet maar hunne voortbrengsels mogen wij niettemin alle dagen verwachten. De amerikaansche schepen kunnen in weinige dagen de fabrikaten der chineesche arbeiders herwaarts brengen, en geene be schermende wetten zijn in staat die op den duur te weren. l)e Chinees concurreert op deze wijze even goed met den Europeeschen werkman als met den amerikaanschen. In onzen tijd van stoom vaart. zijn de verschillige stalen elkander zoo genaderd, voor wat het verkeer betreft, dat hetgeen op duizenden uren afstand gefabri- keerd wordt, al heel spoedig en met geringe kosten is overgebracht. De afstand is schier geen beletsel van concurrencie meer. Door die uitbreiding der middelen van verkeer, zal voor later een nog ergere toe stand voor de werklieden in Europa ontstaan. Er is sprake van den aanleg van spoorwegen door China. Het plan hangt nu nog in de luchtin de eerste vijftien tot twintig jaar zien wij er waarschijnlijk de uitvoering nog niet van. Maar wat heden gedacht wordt, be spreekt men morgen en voert men overmorgen uit. Welnu, het moge nog eene reeks jaren duren, maar de tijd zal toch komen, dal men met den spoortrein van Brussel naar Sint- Petersburgen Moskou, en door Tartariën heen, naar Canton en Peking reist, alsook van Can ton en Peking naar Europa. Zijn het niet de Chineezen zelve die per lokomotief tot ons overkomen met datgene wat China oplevert en wat daar wordt ver- veerdigd, de chineesche nijverheid zal de europeesche toch mededinging komen aan doen. Ook, al zouden in 't eerste de voort brengsels en fabrikaten van het HemelschRijk hier min in den smaak vallen, het verschil in prijs zal langzamerhand den doorslag geven. Met arbeiders die met een vierde van den loon lang vergeten of behooren tot het rijk der geschiede nis andeie geslachten werken en drijven handel op de plaatsen, waar toen nog slechts struiken en boomen stonden maar wat hij gevoelde, die voor de sleenen balustrade stilstond en mijmerend naar 't teestgewoel straalde, is ons bewaard gebleven in de bladen der historieHij was de eenige niet; arme dorpsbewoners, rillend van de koude, stonden naast hem. Ik wilde, dat ik voor een oogenblik in die groote zaal mocht wandelen ik zou hel altijd ont houden, zei een mager, bleek knaapje tot zijne moeder. -- Het zijn gelukkige menschen, dat is zeker Ze hebben het warm, eten wal hun lust, en werken niet, meende een ouder meisje. Dan zou uw moedors huis u nog schraler voorkomen, sprak terecht de moeder. Neen, neen! Ik had die herinnering dan. Het was donker, anders had men kunnen zien, hoe de zwijgende vreemdeling de wenkbrauwen samen trok, en de lippen op elkander drukte, om een zucht le onderdrukken. De herinnering, dacht hij, maakt het verleden nog bitterder. Ware ik daglooner geboren in plaats van wat ik nu ben, zou ik dan ook wenschen naar grootheid en rijkdom, zooals nu Hij zag voor zich heen naar de sierlijke gestalten, die voorbij de vensters zweefden en er niet aan dachten naar buiten te zien, waar iemand hen be gluurde, op wiens tegenwoordigheid zij eens wel licht trotscb waren geweest. Zij vermaken zich en bekommeren zich niet over mij. H^t klatergoud is verdwenen, er blijft nu niets meer over, zuchtte hij. Ha, daar is Lady Elisabeth Wie is er schooner dan zij Ze ziet uit bet raam Nu gaal zij weer heen aar. den arm van Lord Percy. Dat zal een blijde bruiloft geven. Hel jonge meisje, dal deze woorden sprak zweeg plotseling; want hare oogen ontmoetten een bran denden blik. Zij zag bedremmeld voor zich uit, en tevreden zijn buiten hetgeen hier gebruikelijk is, wordt mededinging schier onmogelijk. De mededinging van China, met zijne eindelooze bevolking, dat is ten anderen wat van rut af reeds degenen bevreesd maakt die dat land en zijne bewoners kennen. Geen wonder dus, dat de amerikaansche werklieden al doen wat mogelijk is, om de Chineezen liefst thuis le houden. (Gat. van Thielt.) Een fjoeil antwoord. M. Neujean heeft iu de Kamer den pastoor van Moutsier aangerand, en uit de woorden van zijn sermoon willen besluiten, dat hij gemeen zame zaak maakte met de albranders der fa briek Baudoux. Volgens M. Neujean zou de pastoor gezegd hebben De nijveraars hebben geen godsdien stig gevoel; zij betalen de werklié niet genoeg; zij behandelen ze als honden De pastoor antwoord den luikschen afge- veerdigde, met hem te zeggen dat dit alles letterlijk valsch is. Ja, de pastoor heeft gezegd in het sermoon dal de werklié met achting en broederlijkheid moeten behandeld worden dat men hun den tijd moet laten om hunne kristenplichten te voldoen dat men belang in hen moet stellen als zij ziek zijn, en hun dierustmoet verleenen welke hun benoodigd is. Het zijn, zegde de pastoor, de meesters, die de goede werklié tnaken. Welnu, aan die plichten, hooger genoemd, komen sommige meesters te kort en dat is eene waarheid maar daar zijn er ook die hieraan onder alle opzichten voldoen Wat wij gezien hebben in de leste dagen, doel ons gelooven daler meesters zijn,die hun nen plicht jegens den werkman hebben verge ten, en ware dit inderdaad niet, wij zoudén zooveel droevige rampen niet beleefd hebben l Welnu, die pastoor heeft niet anders gezegd dan de waarheid hij heeft als een vriend van patroon en werkman gesproken, en men moet een Neujean een doktrinaire spin zijn om daaruit venijn te zuigen. Doch wat wilt ge Het is de gewoonte alles te verdraaien en te vervalschen, om alzoo aan den ongelukkigen partijgeest voedsel te geven. Zal zóó de werkmanskwestie opgelost wordenT Nooit. Overigens deze zal geene oplossing be komen, zoolang de politiek zich daarmeê be moeit. Het socialisten kongres te Gent. Het kongres en vooral de manifestatie, op straat heeft het karakter niet gehad dat de in richters, er van verwachtten. De zaak is voor bijgegaan onder de diepste onverschilligheid. De stad zag er uit als de gewone zondagen en niemand liet eenige belangstelling voor de ma nifestatie blijken. Aan het lokaal Vooruit waar het kongres moest plaats hebben, wapperde de roode vlag met de phrigische muts. de man, die haar zoo aaDgezien had, verwijderde zich bedaard. Neen, ik mag niet lasteren; 't kostbaarste blijft mij nog over, het kleinood, welks waarde ik uu eerst erken, nu al bel andere verloren is en fler richtte hij het hoofd op, ging om het kasteel, en verdween in de lanen van het park. Diep verborgen onder hel loof. aan gene zijde van den bevrozen vijver, stond een paviljoen, dat dei zomers een geliefkoosd oord der slotdames was, maar er nu vervallen en eenzaam uitzag. Hier trad de reiziger binnen, zette zich op een der wankelende stoelen neer, en wachtte, lot dat de torenklok tien slagen deed hooren, die dof tusschen de dansmuziek klonken toen ging bij ongeduldig op en neer. II. Wie is er schoon er dan zij 7 Zeer velen zooder twijfel; zij was geene Grieksche schoonheid, had eene fraaie maar geene vorstelijks gestalte hare oogen konden in glans niet wedijve ren met die van verscheidene schoone Lady's rondom haar, en toeh was ieder het eens zij is de schoonste onder allen» want er sprak iets lieflijks uit haar blik, iels onweerstaanbaar zoels vergezelde hare schreden, evenals de geur de roos overal volgt. Waarin was dat geheimzinnige verscholen, in haar lach, hare houding, ofwel in bare ernstige oogen t Niemand wist bel, maar zij trok aller aandacht tot zich zij boeide ieder, die zijne blikken op haar richtte. Haar grijs zijden kleed ruischte achter haar; diamanten en paarlen lageu met onnavolgbare be valligheid tusschen hare bruine lokken; de kleine vin gers speelden met een sierlijken waaier; zij schertst# en lachte, als hing hare gebeele ziel aan die geestige en toch zoo lichtzinnige gesprekken, welke de gas ten haars vaders om haar en tot baar voerden. Een was er, die niet sprak; zijn blik rustte onafgebroken op de jonge gastvrouw. (Woedt vooatcuit

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1886 | | pagina 1