41,tc Jaar.
Zondag2 Mei I8«6
iV° 2068.
IJZERENWEG.— VERTREKUREN UIT AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
Goddelooze schrijvers.
IB.A.ILi"IL.I2sr C3-.
Onzijdig Onderwijs.
China en Europa.
DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34® bladz. 50 cent.
Gysegem, Audegem, Denderaionde, Zele en Lokeren 4-56
6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-48.
Mechelon. 4-561 6-361 7-30d 8-lid Exp. 1" 2® 3® kl. 8-451
12-l)0d l-04d Exp. 1®2® 3® kl. 2-5Id 3-071 6-45/
9 48.1 10-18d Exp. 1* 2' 3* kl.
\ntw. 4-561 6-361 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-451 l-04d Exp.
1* 2® 3e kl. 2-5ld 3-07/ 5-58d 6-451 9-481
10-18d Exp. 1® 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4-25 7-30 8-11 E 3 kl. 8-36
10-23 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-51 4-44 E 3* kl
5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-19 10-18 E 3 kl.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-561 6-36/8-lld
E3 kl. 8-451 8-36d 12-Oöd l-04d Exp. 1® 2® 3® kl.
2-51d 5-584 849d direct 9-19d 10 18 E 3 kl.
Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-55 E 3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-01 6-39
9-50 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
(1) Nota. De letter 1 beteekent langs Termonde ea d
Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 El® 2® 3® kl. 6-38
Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langs Gend) 8-45
12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-01 6-39
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath5-52 7-30 8.11
E. 3 klas tot Denderleeuw 12-00 2-51 5-58
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11
E 3 kl. lol Denderleeuw 12-00 2-51 5-58 9-16
Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw
12-00 2-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-00
2-51 0-00 5-58
Herzele, Sottegem, Nederbrakel en Ronsse, langs Erpe-
Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03
Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,03 9,08 3,19 6,16
letter i langs Denderleeuw.
Unique Saam.
NAAR AELST UIT
Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15
Antw. 5.15 6,29 9,13 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-22
1.10 en 3-07 E.3 kl. 4.15 5.54 6.50 en 8-25 E. 3 kl.
Brussel 6.20 direct 7.18 E 3 kl. 7.31 9.00 11.08
11 55 1-56 3.00 E 3 kl. 4.53 5.58 dir. 7.19 8 40
9.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46)
Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.07 9.41 11.34 2.27
5.28 8.26 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6.35 7.39 E 3 kl. 7-46 9.43 11.07 12.31 E 3kl.
1 58 4 14 (4.39 's zondags) 5.06 8.11 dir. 8.26 9.45 E 3 kl.
Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 5.35 6.20E.3 kl. 9.08 11.12 11.56 en 2.53 E 3 kl.
6.05
dit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Braine-
le-Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT gseraerdsbbrgbn naar
Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Dbnderlbbuw naar
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Assegaai
Kortryk, 6.03 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direct,
UIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR AALST
(5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.51
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. naar Aalst (5.38 's t
8.00 12,53 4.45 9.11
Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Herzele ei
Erpe-Meire naar Aalst 6-59 12.00 3.40 8.05.
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moortel ei
Aelsl5,45 10,04 4,17 7,12
AELST, 1 MEI 1886.
Het is eene onbetwistbare daadzaak dat de
goddelooze schrijvers geenzins tot doel heb
ben het volk gelukkig te maken of zijnen toe
stand te verbeteren, maar dat integendeel
hunne verderfelijke leerstelsels de grootste
rampen na zich slepen en zij den rampzalige
dezer wereld het eenigste goed ontrukken,
daar zij hem doen wanhopen.
De goddelooze schrijvers handelen niet
uil overtuiging; meer dan eens is dat bewezen
geworden.... Welke is dan de drijfveer van
hun helsche streven. Luisteren wij wat d'Alem-
bert zegt, een man die door de vrijdenkers
niet zal verloochend worden Het verlangen,
zegt hij, om in zijne drilten niet beteugeld
te worden, de ijdelheid om niet te denken
gelijk de menigte hebben een veel grooter
getal ongeloovigen gevormd dan alle de
begoochelingen der sophisterij wanneer de
driften en de hooveerdij zwijgen, komt het
geloof terug.
Ja, daar ligt de knoop. De godsdienst legt
zekere verplichtingen ophij gebiedt onder
andere den mensch zijne kwade driften en
neigingen te beteugelen nu, de slaaf dezer
driften stSat natuurlijk op legen deze ver
plichtingen die hij zou willen wegvagen hij
wil of kan zijne levenswijze niet over
eenbrengen met de voorschriften van den
godsdienst en van de eene verloochening valt
Hij fn de andere tot dal er eindelijk niet meer
te verloochenen overblijft dan de Godheid
Men beschouwe aandachtiglijk den handel
en wandel der goddeloozen en men zal weldra
ondervinden dat altijd het hart vóór den geest
bedorven is. Ons stelsel zelf, zegt Fichte
is dikwerf niets anders dan de geschiedenis
van ons eigen hart. En de Bonald, in zijne
Démonstrations philosophiques zegt zeer wel
Men zal wellicht vragen waarom er zoovele
ongeloovigen en vijanden van den gods-
dienst zijn, welke nogthans op de rede en
het gezag steunt. Het antwoord is gemak-
kelijk indien er eene zedelijke verplichting
t voortvloeide uit het meetkundig voorstel dat
de drij hoeken van den drijhoek gelijk staan
aan twee rechte hoeken, zou men dit voor-
stel bestrijden en van deze zekerheid een
vraagstuk maken.
Wij herhalen het de eerste oorzaak dus
van den opstand of van hel schrijven tegen
God, tegen het geloof en tegen den Gods
dienst moét dus gezocht worden in het niet
beteugelen van de bedorvene hartstochten
men leeft in strijd met de voorschriften van
den godsdienstdie toestand wordt allengs-
kens ondragelijk en voert den weêrspannige
van de verachting der voorschriften tot de
verwerping van den godsdienst zeiven.
DE VROUW
VAN DEN
«o»
I.
Daar, waar nu eene der Londensche voorsleden
zich uitstrekt, stond in de allerlaatste jaren van de
17d® eeuw een nietig dorp, dal alleen aan 'l nabij
gelegen kasteel van een groot cngel3ch Lord een
weinig meer belangrijkheid ontleende Toen zag men
nog dikwijls schitterende rijtuigen en fiere caveliers
met hunne dames door 't dorpje trekken, om de fees
ten die de rijke Lord gaf, bij te woneg.
Ofschoon November reeds al zijne onaangenaam
heden tetoonspreidde, bevond de Lord zich nog
steeds op 't grijze slot.
Vanavond zou een luisterrijk feest, in de ruime
zalen gegeven,'i afscheid toeroepen aan de samen
woning 'l Was dan ook in het dorp druk genoeg
geweestgedurende den geheelen dag hadden equi
pages en ruiters elkander op den dorpsweg afgewis
seld, en nu 'l feest in zijn vollen gang moest zijn,
was de dompige kamer van de herberg bijna over-
vuld van koetsiers en lakeien, die 't daar gezelliger
vonden dan in de keuken van 'l slot.
't Gelaat van den herbergier blonk van genoegen
hij had voor ieder zijner gasten een vriendelijk
woord over, en zijn aardig dochtertje, de blonde
Nancy, kon niet gauw genoeg de ledige glazen weder
vullen.
't Sloeg 9 uur op de houten klok, en Nancy zag
naar de deur.
't Zal mij verwonderen, vader, sprak zij, hem
een glas schuimend vocht overreikend, of onze gast
met dit weer eraan denken zal uit te gaan.
En eens tot daar gekomen, zijn de bijkomen
de beweegredenen zoo verschillend als de
kwade driften zeiven. Eenigen schrijven uit
geldzucht, anderen uit hooveerdij, weêr an
deren uit helschen 'haat.... uit haat ja
Hoorden wij zekere liberale schrijvelaar niet
uitroepen, dat zijn schrijven geen ander doel
had dan zielen aan de Kerk te ontrukken
Dat moet ons overigens niet verwonderen de
hel wiens handlangers zij zijn, of beter, voor
wiens rekening zij werken en zwoegen, heeft
immers geen ander doel
Klaar en duidelijk is het dat de onzijdigheid
in zake van onderwijs, gelijk de liberalen ze
verstaan, onvermijdelijk tot onverschilligheid
in godsdienstzaken, ja zelfs, tot opene godver-
loochening moet leiden en een nakomeling
schap vormen dat aan de communards van
1871 niets zal te benijden hebben.
De Union de Charleroi deelt eenige zinsne
den meê uit eene lijkrede, uitgesproken door
een officieelen of onzijdigen onderwijzer, dien
het blad noemt met naam en stuk, op het graf
van eenen vrijdenker, in leven patroon eener
glasblazerij, zinsneden, die de waarheid van
onze hoogerstaande beweeringen slaven.
Ziehier wat die onzijdige of liberale volks
opvoeder uitkraamde
Victorien was vrijdenker en hij stierf als
vrijdenker. Eer aan hen die tot liet uiterste
volherden
Brasseur stierf zonder die akelige raaf
(den priester) te roepen die van de onwe-
tendheid en het fanatism der volksmassa
leeft en die de lijken slechts nadert uit eigen-
belang eu hebzucht.
Begrijpt gij, geëerde lezers, hoe deze libe
rale ol officieele onderwijzer hier openlijk doet
uitschijnen op welke wijze men de onzijdig
heid van 't onderwijs moet begrijpen en hoe
zij onder de wet van 1879 begrepen en toege
past is geweest.
Nu. laten wij nogmaals het woord aan den
onzijdigen volksbeschaver
Brasseur was oud-voorzilter der vrijden-
kers van Charleroi-Noord, en had, sedert
lang, den priester verstooten, die zwarte
uitzuiger, die zich met den mantel van den
godsdienst bedekt, om zijnen haat, zijnen
hoogmoed, zijne belangen voldoening te
geven, zelfs ten nadeele der gansche samen-
leving.
Hij wilde niet dat die kooplieden uit den
tempel zijne laatste oogenblikken stoorden,
enz.
Hieruit kan men genoegzaam afleiden hoe
de onzijdige onderwijzers de onzijdigheid in
hunne lessen eerbiedigen.
Het Handelsblad herinnert ook de begrafenis
van eenen officieelen ouderwijzer, die de
hulpmiddelen van den godsdienst tot den les
ten adem weigerde en ook de zwarte raaf van
zijn doodbed verjoeg.
Welke gast vroeg een der lakeien, gij hebt er
hier zooveel op 't oogenblik.
Maar dal is er een, die dag en nacht bij ons
is, sedert acht dagen.
Waarom
Gij vraagt daarjuist iets, wat ik hem al honderd
keeren vroeg, en ik ben nog even wijs
Ha, dat klinkt verdachtDie zich nu verbergen
zijn samenzweerders of Jocobienen.
Dat is hij niet. antwoordde het meisje beslist
bij is hier met een wetenschappelijk doel hij blijft
den geheelen dag thuis, 's avonds eerst gaat hij uit
met een grooten verrekijker.
Dan zal hij heden met ons feestvieren, want
de lucht is zoo zwart, dal men nergens eene ster
ontdekt
Sl. Ik hoor hem.
De deur werd geopend, doch dadelijk weer ge
sloten, zeker nadat de binnenkomende het groole
gezelschap ontwaard had.
Vriend Dorton riep hij met gedempte stem.
De waard, wien dezen naam toekwam, stond ijlings
op, en ging naar buiten.
In de gang stond een slank man, die er iels ouder
uitzag dau de dertig jareu, welke hij onder de
meest afwisselende lotgevallen doorleefd had Zijn
gelaat droeg de sporen van vermoeidheid en zorgen,
maar trof door eene mannelijke, fiere schoonheid
nog verhoogd door de talrijke witte haren, die aan
zijne donkere lokken een grijzen gloed gaven. Hoe
eenvoudig ook gekleed, sprak uit al zijne bewegin
gen en woorden de edelman.
Ik ga uit, zijde hij kortaf.
In dit weer zegde de waard verwonderd.
Ja. was het antwoord; ik hoor dat het kas
teel schitterend verlicht is, en ik wil hel eens gaan
zien.
Dat is eene wandeling in dit weêr wel waard
vooral als er wat sneeuw ligt, dan maakt het slot
een heerlijken indruk. Maar, gij kent den weg niet,
en hierbinnen zijn lakeien, die bij de genoodigden
behooren misschien gaat er wel een terug. Wil ik
De onzijdige onderwijzer, die den overle
dene als schoolbestuurder moest opvolgen
sprak in het sterfhuis, en dat nog wel in 't
bijwezen der leerlingen, eene lijkrede uit
waarin hij onder ander letterlijk zegde Ster-
ven zonder biechten en berechtendit is de dood
eens braven, eens rechtveerdigen. n
Zullen de talrijke voorbeelden die dagelijks
worden aangehaald dan toch de oogen aan de
verblinden niet doen openen Wanneer zul
len zij dan toch eens willen zien en begrijpen,
dat de verderfelijke leerstelsels door de onzij
dige onderwijzers verspreid ons eindelijk naar
de diepste afgronden van zedeverderf en bar-
baarschheid moeten leiden En inderdaad, de
onzijdige onderwijzers verspreiden ongeloof,
en ongodsdienstigheid. De geslachten volgens
hunne leerstelsels gevormd, zullen noch gees
telijk, noch burgerlijk gezag meer erkennen,
en bezield zijn met gevoelens en inzichten
gelijk diegenen die, eenige weken geleden, in
't Walenland, hunne toevlucht hebben geno
men tot plundering, diefstal en brandstichting,
ja, zelfs tot moord om de hedendaagsche
samenleving met geweld te vernietigen
Over eenige jaren was de dagloon op veel
plaatsen der Vereenigde Staten van Noord-
Amerika zeer hoog. 't Is ook waar, dat alles
in zake van onderhoud, overvloedig duurder
moest betaald worden doch er was nog
genoeg te verdienen om eenen stuiver over te
houden, en duizenden staken naar Amerika
over.
Die goê dagen zijn voor de Nieuwe Wereld
ook uit, en van ginder hoort men van schier
anders niet als van kleinen loon, klein in
evenredigheid, gebrek aan werk, nood on
der den werkenden stand, en werkstaking om
loonsverhooging af te dwingen.
Deze verandering ligt aan verscheidene re
dens, juist gelijk de werkkrisis bij ons doch
de concurrence, bijzonderlijk van de Chinee-
zen, is er eene groote oorzaak van. Hel ame-
rikaansch blad Overland Monthly, van San-
Francisco, deelt daarover cijfers mede die
alleszins zeer wetenswaardig zijn.
In 1870 begonnen eenige schoenmakerijen
van San-Francisco, het maken van schoenen
enleerzenaan chineesche werklieden teleeren.
Tot dan toe bedroeg de loon 20 dollars per
week, voorde rapsteen ervarendste arbeiders.
Nu zijn ruim 3000 Chineezen als schoen- en
leerzenmakers werkzaam zij wirinen 20 30
dollars per maaml, en de loon der blanken is
op 9 a 13 dollars gedaald Bovendien zijn de
Chineezen eigenaars geworden van 48 der 60
fabrieken van schoenen en leerzen die in San-
Francisco bestaan, terwijl de 50 fabrieken
van pantoefïels, al in handen van Chineezen
zijn overgegaan
In 1872 begonnen de Chineezen het siga-
reumaken te leeren. Nu zijn er 8000 zonen van
het zoogenaamd Hemelsche Rijk in dat vak
werkzaam tegen 400 blanken, en de loon is
maar een derde meer van wat hij in 1870 was.
het eens vragen Het is toch veiliger als men een
gids bij zich heeft, dan wanDeer men geheel alleen
door 'i bosch dwaalt.
De vreemdeling maakte eene ongeduldige bewe
ging en schudde het hoofd.
Dat is niet noodig, ik ken den weg. Eén ding
heb ik u alleen te verzoeken, of gij namelijk de
keuken deur openen wiltik wil niet door al die
lakeien gemonsterd woiden.
Met alle genoegen, mijnheer Volg mij slechts.
En diep huigend, liet hij zijn gast door een laag
deurtje uit.
Wat een loon mompelde de waard bij bet te-
rugkeeren. Lord Spencer noch zijn vader spreken
zoo gebiedend. Ik geloof, dal Jack gelijk heeft, en
hij een gevaarlijk personage is. God beware mij en
mijn huis voor zoo een ongeluk Ik ben een goed
Engelschman, en Koning Jamesik vergis mij,
Koning William, zal moeite hebben in een zijner
drie rijken een getrouwer onderdaan dan Tom
Dorton te vinden. Hij is vrijgevig als een echte gent
leman.
De vreemdeling had zich intusschen diep in zijn
mantel gewikkeld, en ofschoon een koude wind hem
onophoudelijk sneeuwvlokjes in hel gelaat joeg,
scheen dit hem niet in zijne gedachten testoren, eu
ging hij snel zijnen weg. Na eenigcD tijd op het
zijpad te zijn voortgegaan, sloeg bij linksaf, en
dwaalde eene poos doar een ongebaand woud.
Eindeiijk zag hij licht door de hoornen flikkeren,
en na lang zoeken vond hij een paadje, dat hem
regelrecht naar 't oude en verlichte slot voerde.
Indrukwekkend stond hel daar tusschen de hooge
boomen, door den sneeuw bekroond, terwijl de
stroomen licht, die uit de veoslers schillerden, aan
de door ouderdom vergrouwde muren een goudglans
gaven.
Nu is het slot tot 3an de grondvejten gesloopt
zij, die daar op de maat eener vroolijke muziek
dansten en schertsten, liggen reeds zonder uitzon
dering in de koele aarde. De belangen voor welke
zoovele harten toen zoo angstig klopten, zijn reeds
Voor het kleêrmakeri worden er ook rond
de 8000 Chineezen gebruikt, tegen 1000 blan
ken, en de loon is voor deze laatslen van 28
dollars per week op 15 gedaald, terwijl de
Chineezen van 28 tot 30 dollars per maand
ontvangen.
De Chineezen begonnen zich over eenige
jaren toe te leggen op het maken van onder-
kleêren, en door goedkooper te werken dan
blanke naaisters, hebben zij nu bijna geheel
alleen dezen tak van nijverheid in handen. Zoo
is het ook met vele andere vakken gesteld,
waarin er te samen voor te minsten 30,030
Chineezen werkzaam zijn.
a De Chineezen zijn verdeeld in gilden of
vereenigingen. Elke gilde staat onder 't bestuur
van een centraal gezag, dat eene bijna onbe
perkte macht uitoefent. Dit gezag regelt de
zaken zoodanig, dat zelden leden van verschil-
lige gilden in dezelfde fabriek of hetzelfde
werkhuis arbeiden.
Die chineesche concurrencie heeft men in
Europa niet te vreezen, meenen er sommigen.
Dit is niet gansch waar. De personen zelve
zullen zoo gauw niet naar ons werelddeel over
komen, toch voor een zeker getal jaren nog
niet maar hunne voortbrengsels mogen wij
niettemin alle dagen verwachten.
De amerikaansche schepen kunnen in
weinige dagen de fabrikaten der chineesche
arbeiders herwaarts brengen, en geene be
schermende wetten zijn in staat die op den
duur te weren.
l)e Chinees concurreert op deze wijze even
goed met den Europeeschen werkman als met
den amerikaanschen. In onzen tijd van stoom
vaart. zijn de verschillige stalen elkander zoo
genaderd, voor wat het verkeer betreft, dat
hetgeen op duizenden uren afstand gefabri-
keerd wordt, al heel spoedig en met geringe
kosten is overgebracht. De afstand is schier
geen beletsel van concurrencie meer.
Door die uitbreiding der middelen van
verkeer, zal voor later een nog ergere toe
stand voor de werklieden in Europa ontstaan.
Er is sprake van den aanleg van spoorwegen
door China. Het plan hangt nu nog in de
luchtin de eerste vijftien tot twintig jaar
zien wij er waarschijnlijk de uitvoering nog
niet van. Maar wat heden gedacht wordt, be
spreekt men morgen en voert men overmorgen
uit.
Welnu, het moge nog eene reeks jaren
duren, maar de tijd zal toch komen, dal men
met den spoortrein van Brussel naar Sint-
Petersburgen Moskou, en door Tartariën heen,
naar Canton en Peking reist, alsook van Can
ton en Peking naar Europa.
Zijn het niet de Chineezen zelve die per
lokomotief tot ons overkomen met datgene
wat China oplevert en wat daar wordt ver-
veerdigd, de chineesche nijverheid zal de
europeesche toch mededinging komen aan
doen. Ook, al zouden in 't eerste de voort
brengsels en fabrikaten van het HemelschRijk
hier min in den smaak vallen, het verschil in
prijs zal langzamerhand den doorslag geven.
Met arbeiders die met een vierde van den loon
lang vergeten of behooren tot het rijk der geschiede
nis andeie geslachten werken en drijven handel
op de plaatsen, waar toen nog slechts struiken en
boomen stonden maar wat hij gevoelde, die voor
de sleenen balustrade stilstond en mijmerend naar
't teestgewoel straalde, is ons bewaard gebleven in
de bladen der historieHij was de eenige niet;
arme dorpsbewoners, rillend van de koude, stonden
naast hem.
Ik wilde, dat ik voor een oogenblik in die
groote zaal mocht wandelen ik zou hel altijd ont
houden, zei een mager, bleek knaapje tot zijne
moeder.
-- Het zijn gelukkige menschen, dat is zeker Ze
hebben het warm, eten wal hun lust, en werken
niet, meende een ouder meisje.
Dan zou uw moedors huis u nog schraler
voorkomen, sprak terecht de moeder.
Neen, neen! Ik had die herinnering dan.
Het was donker, anders had men kunnen zien, hoe
de zwijgende vreemdeling de wenkbrauwen samen
trok, en de lippen op elkander drukte, om een zucht
le onderdrukken.
De herinnering, dacht hij, maakt het verleden
nog bitterder. Ware ik daglooner geboren in plaats
van wat ik nu ben, zou ik dan ook wenschen naar
grootheid en rijkdom, zooals nu
Hij zag voor zich heen naar de sierlijke gestalten,
die voorbij de vensters zweefden en er niet aan
dachten naar buiten te zien, waar iemand hen be
gluurde, op wiens tegenwoordigheid zij eens wel
licht trotscb waren geweest.
Zij vermaken zich en bekommeren zich niet
over mij. H^t klatergoud is verdwenen, er blijft nu
niets meer over, zuchtte hij.
Ha, daar is Lady Elisabeth Wie is er schooner
dan zij Ze ziet uit bet raam Nu gaal zij weer heen
aar. den arm van Lord Percy. Dat zal een blijde
bruiloft geven.
Hel jonge meisje, dal deze woorden sprak zweeg
plotseling; want hare oogen ontmoetten een bran
denden blik. Zij zag bedremmeld voor zich uit, en
tevreden zijn buiten hetgeen hier gebruikelijk
is, wordt mededinging schier onmogelijk.
De mededinging van China, met zijne
eindelooze bevolking, dat is ten anderen wat
van rut af reeds degenen bevreesd maakt die
dat land en zijne bewoners kennen. Geen
wonder dus, dat de amerikaansche werklieden
al doen wat mogelijk is, om de Chineezen
liefst thuis le houden. (Gat. van Thielt.)
Een fjoeil antwoord.
M. Neujean heeft iu de Kamer den pastoor van
Moutsier aangerand, en uit de woorden van
zijn sermoon willen besluiten, dat hij gemeen
zame zaak maakte met de albranders der fa
briek Baudoux.
Volgens M. Neujean zou de pastoor gezegd
hebben De nijveraars hebben geen godsdien
stig gevoel; zij betalen de werklié niet genoeg;
zij behandelen ze als honden
De pastoor antwoord den luikschen afge-
veerdigde, met hem te zeggen dat dit alles
letterlijk valsch is.
Ja, de pastoor heeft gezegd in het sermoon
dal de werklié met achting en broederlijkheid
moeten behandeld worden dat men hun den
tijd moet laten om hunne kristenplichten te
voldoen dat men belang in hen moet stellen
als zij ziek zijn, en hun dierustmoet verleenen
welke hun benoodigd is.
Het zijn, zegde de pastoor, de meesters, die
de goede werklié tnaken. Welnu, aan die
plichten, hooger genoemd, komen sommige
meesters te kort en dat is eene waarheid
maar daar zijn er ook die hieraan onder
alle opzichten voldoen
Wat wij gezien hebben in de leste dagen,
doel ons gelooven daler meesters zijn,die hun
nen plicht jegens den werkman hebben verge
ten, en ware dit inderdaad niet, wij zoudén
zooveel droevige rampen niet beleefd hebben l
Welnu, die pastoor heeft niet anders gezegd
dan de waarheid hij heeft als een vriend van
patroon en werkman gesproken, en men moet
een Neujean een doktrinaire spin zijn
om daaruit venijn te zuigen.
Doch wat wilt ge Het is de gewoonte alles
te verdraaien en te vervalschen, om alzoo aan
den ongelukkigen partijgeest voedsel te geven.
Zal zóó de werkmanskwestie opgelost wordenT
Nooit. Overigens deze zal geene oplossing be
komen, zoolang de politiek zich daarmeê be
moeit.
Het socialisten kongres te
Gent.
Het kongres en vooral de manifestatie, op
straat heeft het karakter niet gehad dat de in
richters, er van verwachtten. De zaak is voor
bijgegaan onder de diepste onverschilligheid.
De stad zag er uit als de gewone zondagen en
niemand liet eenige belangstelling voor de ma
nifestatie blijken.
Aan het lokaal Vooruit waar het kongres
moest plaats hebben, wapperde de roode vlag
met de phrigische muts.
de man, die haar zoo aaDgezien had, verwijderde
zich bedaard.
Neen, ik mag niet lasteren; 't kostbaarste blijft
mij nog over, het kleinood, welks waarde ik uu
eerst erken, nu al bel andere verloren is en fler
richtte hij het hoofd op, ging om het kasteel, en
verdween in de lanen van het park.
Diep verborgen onder hel loof. aan gene zijde van
den bevrozen vijver, stond een paviljoen, dat dei
zomers een geliefkoosd oord der slotdames was,
maar er nu vervallen en eenzaam uitzag. Hier trad de
reiziger binnen, zette zich op een der wankelende
stoelen neer, en wachtte, lot dat de torenklok tien
slagen deed hooren, die dof tusschen de dansmuziek
klonken toen ging bij ongeduldig op en neer.
II.
Wie is er schoon er dan zij 7
Zeer velen zooder twijfel; zij was geene Grieksche
schoonheid, had eene fraaie maar geene vorstelijks
gestalte hare oogen konden in glans niet wedijve
ren met die van verscheidene schoone Lady's
rondom haar, en toeh was ieder het eens zij is
de schoonste onder allen» want er sprak iets lieflijks
uit haar blik, iels onweerstaanbaar zoels vergezelde
hare schreden, evenals de geur de roos overal volgt.
Waarin was dat geheimzinnige verscholen, in haar
lach, hare houding, ofwel in bare ernstige oogen t
Niemand wist bel, maar zij trok aller aandacht tot
zich zij boeide ieder, die zijne blikken op haar
richtte. Haar grijs zijden kleed ruischte achter haar;
diamanten en paarlen lageu met onnavolgbare be
valligheid tusschen hare bruine lokken; de kleine vin
gers speelden met een sierlijken waaier; zij schertst#
en lachte, als hing hare gebeele ziel aan die geestige
en toch zoo lichtzinnige gesprekken, welke de gas
ten haars vaders om haar en tot baar voerden. Een
was er, die niet sprak; zijn blik rustte onafgebroken
op de jonge gastvrouw.
(Woedt vooatcuit