41ste Jaar. Zondag18 Juli 1886. JM° 2079. IJZERENWEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN Dood van AI. Jules Malou. 1 Godsdienstig onderwijs. Misbruik van vertrouwen. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December. Hofstade.Gysegem, Audegem, Dendermonde, Zele, Lokeren 4-50 6-33 8-45 41-08 3-06 6-02 7-15 9-48. Mccholen. 4-501 6-33/ 7-30J 8-Hd Exp. 1®2®3®kl. 8-451 12-00d l-04d Exp. Is 2" 3* kl. 2-45d 3-06/ 6-0-2/ 7.15 9 48.10-48d Exp. 1® 2» 3* kl. \nlw. 4-501 6-331 7-30d 8-lldExp. 3 kl. 8-45/ 1 -04d Exp. 2» 3® kl. 2-45d 3-06/ 5-58d 6-02/ 9-48/ 10-18d Exp. 1* 2* 3" kl. Brussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 8-11 E 3 kl. 8-33 10-20 dir. 12-00 1-04 E 3 kl. 2-45 4-51 E 3' kl 5-25 des zond.) 5-58 7.47 en 8-47 direct 9-19 10-11 E 3 kl. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-50/6-33/8-Hd E3 kl. 8-45/ 8-33d 12-00d l-04d Exp. 1® 2® 3® kl. 2-45d 5-58d 8.47d diract 9-19d 10 IK E 3 kl. Gent. (5-00 's vrijd.) 7-03dir. 7-57 E3kl. 8-45 10-13 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-03 6-39 9-49 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 (1) Noti. De letter beteekeut langs Temonde en de Brugge, Oostende. 7-55 Exp. 3 kl. 10-15 12-21 12-40 0-00 dir. 3 08 E 1® 2® 3® kl. 6-39 Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-45 12-21 12-40 3-08 3-37 Exp. 6-03 6-39 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-52 7-30 8.11 E. 3 klas tot Denderleeuw 12-00 2-45 5-58 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-07 2-45 5-58 9-19 Bergen, Quiévrain 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-07 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-52 7-30 8-11 E 3 kl. tot Denderleeuw 12-07 2-45 0-00 5-58 Herzele, Soltegem, Nederbrakel en Ronsse, langs Erpe- Meire. 4.58 7.35 12.18 6.03 Moorsel,Opwyck,Mechelen,Antwerpen 4,46 9,08 3,14 6,16 letter d langs Denderleeuw. ANNONCENPRIJS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 34® bladz.80 >*tt. immmoimmmm ■—■——I——Gé—b—M IMMÉl- (Ti' RAAR AELST DIT 6.48 10.24 1.18 4.06 8.02 9.15 Calque Saam. Ath Anlw. 5.05 6,29 9,10 E 3 kl. 9.53 10.50 E. 3 kl. 12-28 I.10 en 3-07 E.3 kl. 4.37 5.52 6.43 en 8-25 E. 3 kl. Brussel 6.20 direct 7.20 E3kl. 7.31 9.33 11.08 II.55 2-00 3.00 E 3 kl. 4.43 5.58 dir. 7.31 8 10 8.419.52 E. 3 kl. (des zondags 11.46) Dendermonde 4-10 'szaterd. 7.05 9.42 11.34 2.24 5.28 8.27 9.24. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.49 9.51 Gent 6 35 7.39 13 7-43 9.40 11.07 12.31 E3 153 4.20 4 33 E(4.46 's zond) 5.04 7.12 8.11 dir. 8.26 9.40 E 3 Leasen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.25 9.35 Lokeren 6.33 8.43 10.57 1.46 4.44 7.55 8.45 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.17 10.19 Oostende 5.35 6.20E.3kl. 9.08 11.12 14.56 en 2.53 E 3 kl. 6.05 dit Gert naar Moorlzeele, Sottegem, Geeraerdb., Enghien, Krtiie- le-Comte 5.52 8.12E 8.52 11.18 2.21 5.40 f.M vit geeraerdsbergen naar Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele on Gent, 5.15 vrvi» 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 dit Denderleeuw naar Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Aaaegea Kortryk, 6.09 0.00 9.01 12.56 6.11 7.20 direet. DIT SOTTECRM LANGS DENDERLEEUW NAAR AlL8T (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.30 5.00 7.51 Uit Sottegem langs Erpe-Meire. naar Aalat (5.19 *e w 8.00 1,00 4.47 9.20 Uit Ronsse langs Nederbrakel, Sottegem, Merxele ea Erpe-Meire naar Aalst 6-59 12.00 3.40 8.05. vit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Meorsel ei Aelst5,40 10,04 4,17 7,10 AELST, 17 JULI 1886. M. Malou, gedurende eene lange reeks jaren de aanleider der katholieke partij in ons land, is zondag op zijn kasteel te Woluwe-St- Lambert, nabij Brussel overleden. M. Malou was sedert eenigen tijd ziekelijk doch in de laatste dagen was hij veel beter, en niemand verwachtte zich zoo spoedig aan een einde dat het vaderland met diepen rouw treft. M. Jules Malou, broeder van Mgr J.-B. Malou» gewezen bisschop van Brugge, die in 1864 overleed, werd geboren te IJperen, den 19 October 1810. Vroegtijdig nam hij aan de bestuurlijke zaken deel hij werd divisie-overste in het ministe rie van justicie, later gouverneur van Ant werpen. In 1841, werd hij tot lid der Kamer gekozen» en den 30 Juli 1845 tot minister van financiën benoemd, in het kabinet dat door M. Vande Weyer werd samengesteld. Een jaar later viel dit ministerie uit oorzaak der oneenigheid zijner leden (katholieken en liberalen.) M. de Tlieux vormde in 1846 een nieuw kabinet, waarin M. Malou behouden bleef. Dit ministerie viel den 12 Augusti 1847. In 1850 en 1856 kwam M. Malou terug aan het bewind. In 1878 viel het ministerie-Malou andermaal en de schoolstrijd begon. M. Malou was een der schitterendste rede naars der Kamer en een uitstekend financier. Ten einde de nationale nijverheid te bevoor- deelen, werd hij een der bestuurders van de Société Générale. M. Malou laat verscheidene belangrijke schriften achter. Ouder deze worden voorna melijk genoemdSituation financière de la Belgique (1837 Itnpots, Recettes et Depen- ses, Dette flottante, Helle conslituée (1847;) Question monélaire (1889;)Situation moné- taire de la Suisse en Septembre (1859;) Noti- ees historiques sur les finances de la Belgiquede 1831 d 1865 Lettres sur les chemins de fer de la Belgique, enz. Elk herinnert zich nog hoe men in het libe rale kamp dissolution, démission schreeuwde, toen, in 1884, het ministerie Frere-Bara-Van Humbeeck viel en vervangen werd door het katholiek ministerie Malou-Jacobs-Woeste. Toen de koning in 1884 goedvond MM. Jacobs en Woeste hun ontslag te geven, wei gerde M. Malou zich van deze twee uitstekende mannen te scheiden; hij ook trad af als opper hoofd van 't ministerie en men beweert dat hij te dezer gelegenheid deze korte, doch veelzeggende woorden sprak Veertig jaren heb ik u verdedigd, nu ik heb er genoeg van, Sire. Sedert dien tijd leefde M. Malou min of meer afgezonderd in zijn prachtig buitengoed te Woluwe en hield zich vooral met den land bouw bezig, zonder nogthans eenen oogenblik de politieke belangen des lands uit het oog te verliezen. Bij hem werd te rade gegaan in vele gewichtige omstandigheden, en men was bij eenen ervaren, scliranderen, verzienden raadsman. M. Malou was de aanhoudende tegenstrever van M. Frère, en deze laatste wist met wat machtigen kamper hij te doen had. De hevigste tegenstrevers van den heer Malou, verklaren van hem dat hij een staats man was van eersten rang. Zijne manieren, zeggen zij, waren zeer eenvoudig hij bezat een helderen geestmet hem verdwijnt eene tijpe van de belgische politiek. Al de gazetten, liberale gelijk katholieke, staan vol bijzonderheden over het leven en het sterven van den grooten staatsman Jules Malou, en al zeggen zijnen lof. De liberale bladen moeten het bekennen, M. Malon bezat een diep verstand, eenen wakke ren geest, eenen helderen blik hij was, in woord, de eerste staatsman van 't land. Hij kon, in zijne redevoeringen, snijdend en bijtend zijn voor zijne tegenstrevers maar haatdragend was hij niet, en daarbij deed hij alle zaken met groote rechtzinnigheid. Maar de schoonste lof welken hem kan ge geven worden, is wel deze voor zijnen God heeft hij geleefd, voor Gods Kerk heeft hij gestreden on^er de zegeningen der Kerk en al biddend heeft hij, kalm en gerust, zijne ziel in de handen van zijnen God gesteld. Een groote, een vurige christen was M. Malou. M. Malou heeft over tijd eene geraaktheid gehad. Sedert was hij sukkelend. Vroeger was de staatsman wel oud van jaren, 76 maar hij scheen een zestiger, zoo levendig en zoo vlug, en iedereen meende dat papa Malou het ver ging brengen. Zijn toestand is eventwel schielijk verslecht. Zaterdag, binst den dag, ging het beter. Tegen den avond verslechtte de hooge lijder spoedig. M. Malou's biechtvader kwam, de eerw. pater-redemptorist Meunier. 's Avonds werd M. Malou berecht. De uacht was zeer beroerd. MadameMalou,zijn schoonzoon baron d'Huart, zijn zoon, de eerw. pater jesuiet, Madame d'Huart en andere personen zijner familie, waren den ganschen nacht wakende gebleven. Zondag voornoen sprak hij tot iedereen. Hij was helder van geest; zijne over geving en godsvrucht waren stichtende, 's Noens naderde de doodstrijd. Rond één uur en half, zondag achternoen, stierf M. Malou al biddende. Te Woluwe-St-Lambert lieerscht groote neerslachtigheid, met de dood van M. Malou. Voor de lieden daar, is het de staatsman, de geleerde, de financier, het opperhoofd eener partij niet die dood is 't is papa Malou, dien zij dagelijks zagen, dien zij kenden, van wien zij gekend waren, tot wien zij gingen om raad en hulp 't is de weldoener, de vriend, de boer van Woluwe. Ook is de droefheid algemeen. Het kasteel ook ziet er somber uit alies is dicht gesloten, en de lange dreven van het heerlijke park zijn verlaten, waar de over leden eigenaar zoo geern wandelde en allerlei hovenierswerk deed. In zijn bijzonder leven schrijft Het Han delsblad was M. Jules Malou, de eenvoudigste man der wereld. Zijn hof, zij ne fruitboomen, zijne verzamelingen, zijn werkhuis waar hij timmerde en schaafde, waren voor hem een paradijs. Op zijn uiterlijk geoordeeld, zou men gezegd hebben dat hij een eenvoudig buiten burgemeester was. Dat gemis van decorum verliet hem zelfs niet in zijn kabinet van minister. Wij herinne ren ons altijd hem daar eens aangetroffen te hebben, gekleed in zijn langen zwarten jas, den bril voor op de punt van den neus geplant, en ons over de glazen heen, met dat levendig en flikkerend oog dat van helderheid des gees- tes getuigde, aanstarende. Hij ging, of liever hij slofte al klappende, heen en weêr verloor geen woord van het ge sprek, doch loonde een welwillendheid, die totaal vrij was van alle pose. Iets dergelijks vooral was hem onbekend, wel verschillend van M. Frère, die altijd als een Jupiter poseert. Als kristen heeft de liberale pers, die geer- ne de kristine gevoelens bij een man van talent loochent, hem als een scepticus, als een twijlelaar willen doen zien M. Malou was integendeel een rechtgeloovig katholiek, en in zijnen huiskring werden die gevoelens on beperkt vereerd. Een zijner dochters is Zuster van het H. Hart le Jette zijn eenige zoon is leeraar der zesde bij de paters-Jesuieten. De goede wer ken waren in den huiskring aan het orde van den dag. Het kind, zegt vader Cats, dat bui ten spelen gaat, zegt hoe het in den huize staal. Het kind dat eenen weg kiest, zegt, in meer dan een geval, welke baan in den huize hem werd aangewezen. Men herinnert zich hoe de liberalen een lie- deke uitvonden, dat door alle steden klonk a bas Malou, il faut le prendre, la corde au cou. Hij zelf lachte om dat dom en boosaardig ge brul en men hoorde het hem soms zelfs neu riën, als hij over het gaanpad van den Magda- lenesieenweg ging. Men vertelt dat in die dagen M. Malou eens aan het Hoi was en de koningin hem lachend sprak over dat deuntje, en hem vroeg of hij het kende Zeker ken ik het, was het antwoord. En heeft Uwe Majesteit het niet onthouden Niet preciesik hoorde het slechts van vere... Als Uwe Majesteit, het mij toelaat zal ik het eens spelen en de Staatsman zette zich aan de piano, speelde het lied, frazelde het en maakte er op de piano allerhande variatiën bij. Hare Majesteit lachte, en M. Malou gaf een goed voorbeeld aan de Koningin. Zij zal er in later tijd zonder twijfel aan gedacht hebben, toen dezelfde beminnensweerdige voyoucratie achter hare koets brulde zij zal gedacht heb- ben aan de gerustheid en het onbekommerd karakter van M. Malou. Een liberaal blad vertelt het volgende het was in 1857. De klerikalepartij was in de kiezingen geslagen. 't Is er meê gedaan, zegde een lid der linkerzij tot M. Malou. De katholieken zullen niet meer aan het bewind komen een ge zegde 't welk bewees dat dit lid der linkerzij heel weinig doorzicht, heel weinig kennis van den geest des lands en van de grondwettelijke instellingen had. M. Malou gaf hem, met eenen grimlach, kalm het volgende antwoord Denkt gij dat Welnu, bedrieg u niet, mijn beste Gij, liberalen, gij hebt voor u het straatlawijd. Dat is iets, maar... het en duurt niet. Wij katholieken, wij hebben voor ons het werk van den mol, die geen lawijd maakt, maar die des te zekerder tot zijn doel komt. Gezegd, of niet gezegd, M. Malou was een goed profeet de konservatieven kwamen terug al deden zij geen mollen-werk, want zij bestreden met open vizier en kloek, de ge vloekte schoolwet. Zij kwamen zóó goed terug, dat men het liberalismus nu met een lanteern moet gaan zoeken. Als men eene vergelijking maakt tusschen de welsprekendheid van M. Malou en M. Frère zij die langen tijd, in afwisseling, de hoof den der twee partijen waren dan kan men zeggen dat, wanneer men M. Frère hoort, zijn woord trolsch, brekend is. M. Frère zegt de eenvoudigste dingen van de wereld, op eenen hoogen en deklameerenden toon hij neemt geerne den toon van profeet aan. Als men hem hoort, zou men denken dat hij, M. Frère, alles heeft uitgevonden de spoorwegen, de financiën, de belastingen ja, deze welde hulpmiddelen van den Staat, het leger, den vrede, den oorlog, het recht, de eerlijkheid, de openbare zedelijk heid Wat man, wat man Men weet niet, zegt Bilderdyk, hoe één hoofd aan zooveel wijsheid komt M. Malou integendeel was veel eenvoudiger, veel nederiger in zijne manieren. Poseeren deed hij nooit. Drij uren lang sprak hij soms, en dat zoo klaar, zoo duidelijk, zoo eenvoudig dat de dorste en moeielijkste vraagpunten door iedereen werden verstaan. Die klaarheid, die eenvoudigheid, sloten de sierlijkheid, de warmte, de beweging niet uit. Men raadde den redenaar ouder den geldman. M. Malou wist, bij het groepeeren van cijfers, zijne toehoor ders belang in te boezemen. Men leest in het Journal de Bruxelles Ver wonderlijk, die man zoo hevig aangerand door zijne tegenpartij, vóór de kiezingen van 1847 en van 1857,1871 en 1878, sterft omringd door eenen glans van populariteit. Vader Malou die leerling der Jesuieten, die fanatieke, die slaaf der theocratieke eischen, die handlanger der priesterregeering, en patati en patata, is de type geworden van den nalio- nalen man. Zijn geduld, zijne helderheid, zijne koelbloedigheid, de bewonderensweerdige eenheid van zijn leven, hebben over de on- rechtveerdige vooroordeelen en over den par tijgeest gezegepraald.... Fier, zonder burger lijke verwaandheid voor de grooten, was hij vriendelijk, beleefd, welwillend voor de min deren en nederigen. Wie heeft hen in 1884, als hij de koninklijke audieucies verliet, in de Wetstraat niet op den tram zien stappen, en tot voor zijn huis in gesprek zijn met den koetsier Claes, die een boekliefhebber is Men zegt dat Kant nooit buiten Konings berg kwam M. Malou is maar tweemaal bui ten 's lands gegaan eens toen zijn vader hem naar het pensionnaat te St-Acheuil bracht, en eens toen hij de begrafenis ging bijwonen van zijne jongste dochter, de schoone gravin Adrien d'Oultremont.... Wel liet hij uil den vreemde een ongekenden masteboom invoeren, maar in den vreemde zocht hij geene politieke in stellingen. Hij was nationaal tot in de punt zijner nagels. Tot in de leste dagen was M. Malou opge ruimd en geestig zoo schreef hij kort geleden eenen brief naar den voorzitter der werkkom- missie Weerde voorzitter, gelief mij nog te ver ontschuldigen. Hoe geerne ik ook naar Brussel komen zou, kan ik niet. Mijne krachten zijn nog niet voldoende teruggekeerd. Mijne maag, die sedert 75 jaar een model van werker was dekoreerensweerdig met alle mogelijke me- daliën heeft eensklaps het werk gestaakt, zonder zelf te zeggen waarom. Met goede be handeling en geduld hoop ik haar tot beter spijsverteering te brengen maar nu is zij een beetje calcitrant zooals de voyous van Brussel zeggen. Beste vriendschap. Nog een karakteristiek woord van M. Malou: Voor zijn aftreden bespraken de liberale gazet ten de aanwezigheid van gendarmen in burger- kleeren, op plaatsen, waar de koning zich in het openbaar vertoonde. Toen hij zijn ontslag als minister gegeven had, vroeg men hem op een feest aan het hof, wat hij nu wel met zijn leegen tijd dacht te doen. O, antwoordde M. Malou, ik xal gendarm in burgerski eer en worden, hierdoor willende beduiden dat hij niet zou ophouden een wa kend oog over onze grondwettelijke instellin gen te houden. M. Malou had drie zusters eene dezer was de echtgenoole van M. Vandenpeereboom, ka mervoorzitter bij liet hof van kassatie te Brus sel de tweede is Mev. Dellebeke te Gent, en de derde is ongehuwd en woont te Sint-Joost- ten-Noode. Zijn broeder was, zooals men weet, Mgr Malou, bisschop van Brugge. De overledene was getrouwd met Mej. Dêlebecque, uit eene oude gentsche familie gesproten. Uit dit huwe lijk zijn voortgekomen vier kinderen 1° Marie Malou, dame van het H. Hart en overste in het klooster te Jette 2° de eerw. pater Malou, S. J. 3° de baronnes d'Huartbaron d'Huart is de zoon van den vroegeren minister van financi ën 4° de gravin d'Oultremoet, eerste vrouw van den afgeveerdigde van Brussel, overleden op hare huwelijkreis. Uit het huwelijk van baronnes d'Huart zijn verscheidene kinderen gesproten de oudste trouwde met M. den baron de Brocquevilie, van Postel, kleinzoon van graaf de Briey. Daar Mevr. de Brocquevilie eene dochter heeft, was M. Malou overgrootvader. M. Malou heeft gevraagd om op eenvoudige wijze begraven te worden te Woluwe zelf. Het lijk is gebalsemd. De begraving heeft plaats gehad woensdag, om 41 ure, te Woluwe-Sint- Lambert. Maandag zijn de ministers Beernaert, De- volder, de Caraman, Pontus, Thonissen en Vanden Peereboom naar het kasteel van Woluwe gegaan, waar zij door Madame Malou ontvangen werden. Zij zijn er geruimen tijd gebleven. Ook de koning en de graaf van Vlaanderen hebben personen van hun Hof ge zonden, om aan Madame Malou huu diep leed uit te drukken over het afsterven van haren echtgenoot. Het is soms van ver dat men waarheden hoort, die hier bij ons in België, door zeker soort van lieden, bij oog en leeg geloochend worden. In zijne groote redevoering te Glasgow bracht M. Gladstone, de groote engelsche Staatsman, de volgende hulde aan het vrij godsdieustig onderwijs Ik vraag aan alle redelijke Schotten, waar om wij de katholieke Ieren van overdraagzaam- zaamheid zouden beschuldigen. Ik geloof dat men slechts twee redenen kan inroepen, ter bevestiging van deze verdenking eene dezer redenen is dat de iersche katholieken gunstig zijn aan het godsdienstig, confessioneel on derwijs. Maar, Mijnheeren, het godsdienstig on derwijs, onder een goed toezicht geplaatst, Hear Hear Luister Luister Er, is slechts verdrukking wanneer men dat confessioneel onderwijs opdringt aan het geweten van degenen die er niet van willen hooren. Welnu, het is juist dat wat mijne bills zullen verbieden. Geen gewetensdwang Aan de katholieken een katkoliek onderwijs, aan de andersdenkenden, een anderziedaar alleen het rechtveerdige, that's only right. (Langdurige toejuichingen). Ik moet u ook u eene voorname bijzonder heid doen opmerken het is alleen in hel noorden van Ierland, in Ulster, dat men vreest voor de verdrukking. Maar moet men dan voor 1 millioen protestanten, 42 raillioen katholieken van hun recht blijven berooven. Wat meer is, midden in het katholiek gedeelte van Ierland zijn duizenden protestanten ver spreid. In sommige steden staan zij in ver houding van 4 tot 10 Welnu, geen enkele heeft tot hiertoe van verdrukking gesproken, en hunne dominees keuren zelfs ten strengste de beweging hunner geloofsgenoten in Ulster af. Laat ons anderzijds, de oogen slaan op den vreemde.Ierland is niet het eenige katholiek land. België, Frankrijk, Italië xijn insgelijks katholieke landen. Worden de protestanten aldaar verdruktl Ik zou het willen zien. Doch luister naar hat verschil. In deze vrije landen zoude katholieke meerderheid de protestanten kunnen vervol gen zonder daarover aan iemand rekenschap te moeten geven. Welnu, Ierland zal die vol komen vrijheid niet hebben dat was in mijne home-rulle bill voorzien. Het zelfstandige Parle ment mocht de vrije uiloefening niet beletten, noch toelagen verstrekken, aan 't zij ook wel ken godsdienstdat gaat ons, dal gaat eenie der, dat gaat het gansche rijk aan. (Toejuichin gen). Welke is nu de geschiedenis der Ieren Zij zijn altijd een katholiek volk geweest. Wie waren zijne aanleiders Het waren altijd man nen, die hun vertrouwen genoten, en daartus- sclien de man die het thans geniet op eene hoogere schaal dan al zijne voorgangers. Het grootste deel dezer aanleiders, van Gratten te beginnen tot Parnell toe, waren geen katholie ken. Allen, bij uitzondering van den beroem den O'Conell waren protestanten. Mijnheeren, dat zegt genoeg voor dat arme volk. Het heeft altijd de godsdienstvrijheid geëerbiedigd, twee eeuwen lang zij die anders spreken ziju kwaadwilligen of lasteraars. De woorden van den grijzen staatsman zou den moeten weérklank vinden in het hart van al wie het wel meent met de godsdienstvrij heid. In Engeland (zoowel al in België) zijn het juist degene, welke het meest met het woord vrijheid schermen, die haar het minst ge negen zijn. Ja wel, indien het hunne zaak maakt. Zoo niet, vriendelijk bedankt l Het Staatsblad kondigde dezer dagen af dat de wedstrijd tusschen de leerlingen der lagere scholen, welken op 45 Juli zou plaatsgrijpen, uitgesteld is tot 2 Augusti aanst. De oorzaak hiervan is dal, door een mis bruik van vertrouwen, de vragen van 't pro gramma waren bekend gemaakt aan eenige officieele onderwijzers. Deze heeren zouden hunne leerlingen op deze vragen alleen bereid hebben en hunne zegepraal over de aangenomene scholen ware verzekerd geweest. Hoe eerlijk de liberalen toch zijn Eenige jaren geleden werden de leerlingen van 't Atheneum van Brussel, buiten den wedstrijd gesloten omdat men hen ook op voorhand de vragen had medegedeeld. Met wat feilen neus moeten zekere liberale of officieele meesters nu toch staan te kijken T Wij wedden dat het reukorgaan van velen meer dan eenen bierwagen lang is Wij hopen dat miuisler Thonissen de plich- tigen zal ontdekken en voorbeeldiglijk straffen. Vlaameche belangen. Aux ar mes De Libéral, van Verviers. heeft een muntstuk ontvangen met Ylaamsch opschrift. De snul is verontwaardigd Hij zegt dat de Walen niet genegen zijn hun recht onder de voeten te laten trappen.(Precies gelijk de Vlamingen...) Die voortreffelijke libéral wil hebben dat zijne vrienden weigeren dat geld te ontvangen. Des te beter, men zende hel maar naar bet Vlaamsche land Nopens dat Vlaamsch geld verzekerde men ons de verledene week te Brussel, dat de bank weigert er uit te wisselen aan de perso nen, die zulks verlangen. —Zitten er misschien vrienden van den Libéral in die Bank De Union libérale van Verviers, schrijft «en geweldig artikel tegen de Vlamingen, en be sluit hiermede dat er niets meer overblijft dan de Walen eene eigene wetgevende Kamer te geven, om te beletten dat deze door dt Vlamingen.... verpletterd worden En zeggen, dat er niets, niets, hoegenaamd niets in 't Walenland bij middel van het Vlaamsch gebeurt, terwijl de Vlamingen dage lijks, in alle takken van bestuur, door het Fransch worden.... verpletterd. (Vlaamsche Wacht.) Landbouwbelangen. Dg minister de Moreau heeft een langen omzendbrief naar al de landbouwkundigen van den Staat gezonden, waarin gehandeld wordt over de krisis, de vreemde konkurren- cie, de landbouwvoordrachten en vereenigin- gen, de proefvelden, en andere zaken die den landbouw rechtstreeksch aangaan.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1886 | | pagina 1